Raad van bestuur. 1 Goedkeuring verslag raad van bestuur van 2 maart Mededelingen van het DC. 3 Dossier vluchtelingen. 13 april Verslag

Transcriptie

1 Raad van bestuur 13 april Verslag Aanwezig: Karin Brouwers, Rudy Coddens, Jan Dalemans, Bruno Debrabandere, Koenraad de Ceuninck, Lieven Dehandschutter, Patrick De Klerck, Marnic De Meulemeester, Dirk de Vetter, Else De Wachter, Michel Doomst, Wim Dries, Raf Drieskens, Marco Laenens, Linda Lauwers, Luc Martens, Corné Meesters, Jan Pletinckx, Stijn Quaghebeur (voorzitter), Mieke Ramaekers, Piet Seynaeve, Ilse Uyttersprot, Ludo Van Campenhout, André Van de Vyver, Christoph Van de Wiele, Jurgen Vanlerberghe en Griet Vanryckegem. Mark Suykens, algemeen directeur en Piet Van Schuylenbergh, directeur afdeling OCMW s Jan Van Alsenoy, directeur beweging (verslag) en Jan Leroy, directeur bestuur Stafmedewerkers: Katleen Janssens en Marijke De Lange (voor punt 4); Lize Hermans en Fabio Contipelli (voor punt 5) Verontschuldigd: Hans Bonte, Frieda Brepoels, Rik Carpentier, Dirk de Kort, Filip Gijssels, Geert Hillaert, Luc Kupers, Katrien Schryvers, Kris Van Dijck (volmacht), Sabine Van Dooren en Ann Vansteenkiste 1 Goedkeuring verslag raad van bestuur van 2 maart 2016 Het verslag wordt goedgekeurd. 2 Mededelingen van het DC Verslag DC van 16 maart Dossier vluchtelingen Piet Van Schuylenbergh licht de verdelingscriteria toe voor het Vlaamse budget van 20 miljoen euro steun aan gemeenten voor opvang van erkende vluchtelingen Het gaat om volgende criteria: 70% voor de instroom in de stad of gemeente van erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden die doelgroep van inburgering worden. Voor de berekening van de eerste schijf wordt de periode van 1 november 2015 tot en met 31 mei 2016 genomen. Voor de tweede schijf wordt de periode van 1 april 2016 tot en met 31 oktober 2016 genomen. 20% voor het aantal personen van buitenlandse herkomst in 2014 op het grondgebied van de stad of gemeente. 10% voor sociale maatstaven zoals opgenomen in het Vlaams Gemeentefonds: Nog enkele opmerkingen: Raad van Bestuur - 13 april /6

2 De Vlaamse regering heeft in belangrijke mate rekening gehouden met de opmerkingen van de VVSG. De regering spreekt over projectsubsidies. In feite gaat het om een gewone subsidie (een projectbeschrijving en rapportage hoeven niet) die moet verantwoord worden via de normale procedure van BBC. Er wordt nu advies gevraagd aan de Raad van State. Daarna volgt de definitieve goedkeuring. 4 Besluit van de Vlaamse regering tot toekenning van onderbrekingsuitkeringen voor zorgkrediet Toelichting door stafmedewerkers Katleen Janssens en Marijke De Lange. Met de laatste staatshervorming zijn de middelen voor loopbaanonderbreking geregionaliseerd, met uitzondering van de middelen voor de federale thematische verloven van ouderschapsverlof, medische bijstand en palliatief verlof. Dus (voorlopig) behoudt Vlaanderen de huidige federale thematische verloven. 4.1 Krachtlijnen van de nieuwe regeling Het gaat om de uitbouw van een nieuw Vlaams zorg- en opleidingskrediet dat voor wat het zorgkrediet betreft - voortbouwt op de federale thematische verloven van ouderschapsverlof, medische zorgen en palliatief verlof. Inhoudelijk wordt dit Vlaams zorg- en opleidingskrediet voor een groot stuk afgestemd op het gemotiveerd tijdskrediet dat in de private sector geldt. In het tijdskrediet van de private sector wordt een onderscheid gemaakt tussen gemotiveerd en niet-gemotiveerd tijdskrediet. Voor het niet-gemotiveerd tijdskrediet van de private sector krijgt de werknemer geen onderbrekingsuitkering meer. Voor het overheidspersoneel in Vlaanderen zal er geen niet-gemotiveerde loopbaanonderbreking zijn, al zullen de werkgevers wel aangemoedigd worden om in voldoende mogelijkheden voor onbetaald verlof te voorzien. Voor het overheidspersoneel in Vlaanderen zal er geen specifieke loopbaanonderbreking in het kader van de eindeloopbaan meer zijn, althans niet verplicht en al zeker niet met een onderbrekingsuitkering. Concreet: een personeelslid zal een Vlaamse onderbrekingsuitkering kunnen krijgen wanneer hij zijn arbeidsprestaties onderbreekt voor volgende motieven: zorg voor kinderen tot twaalf jaar, bijstand of verzorging aan een zwaar ziek gezins- of familielid tot de tweede graad, palliatieve verzorging, zorg voor een gehandicapt kind en opleiding. De duur van het zorgkrediet bedraagt 18 maanden bij volledige onderbreking van de arbeidsprestaties, 36 maanden bij onderbreking tot de helft van een normale voltijdse arbeidsregeling of 90 maanden bij onderbreking van de voltijdse arbeidsprestaties met een vijfde. Men kan de verschillende opnamevormen (volledige, 1/2 en 1/5 onderbreking) combineren, maar met een maximale totale duurtijd die overeenkomt met 18 maanden voltijdse onderbreking (één Raad van Bestuur - 13 april /6

3 maand volledige onderbreking = twee maanden halftijdse onderbreking = vijf maanden onderbreking met 1/5). De nieuwe regelgeving zou ingaan op 2 september Timing Op 22 maart zijn de ontwerpteksten besproken in de VVSG-beleidsgroep die het werkgeversstandpunt van de VVSG inhoudelijk voorbereidt. Op 13 april buigt de VVSG-raad van bestuur zich over dit ontwerp. Het ontwerpbesluit wordt nu besproken in het onderhandelingscomité V waar de VVSG geen deel van uitmaakt (besprekingen op 12, 21 en 28 april). De VVSG heeft met het kabinet van minister Muyters afspraken gemaakt over een informeel overleg. 4.3 Aandachtspunten voor een werkgeversstandpunt 1. De lokale besturen zijn al langer vragende partij voor een kritische doorlichting en modernisering van het stelsel loopbaanonderbreking.. 2. Welke ruimte heeft het lokale bestuur bij dit Vlaamse zorg- en opleidingskrediet? Wat is de relatie van dit ontwerpbesluit met de Rechtspositiebesluiten en de lokale rechtspositieregeling? De VVSG vraagt dat lokale besturen de ruimte krijgen om bijkomende voorwaarden of beperkingen vast te leggen. (in het private stelsel zijn bijkomende modaliteiten en beperkingen bepaald). 3. Vlaanderen wil het nieuwe systeem in ruime mate afstemmen op het private systeem van tijdskrediet. In tegenstelling tot de private sector stelt de Vlaamse regering wel voor het stelsel eindeloopbaan (een uitkering - cao nr. 103) te schrappen. 4. De VVSG betreurt het verdwijnen van een onderbrekingsuitkering in het kader van de eindeloopbaanregeling (eventueel pas vanaf 60 jaar en ouder), omdat deze regeling net een belangrijk instrument is om oudere mensen langer aan het werk te houden. 5. De teller (maanden opgenomen loopbaanonderbreking/vermindering) wordt gewist vanaf 2 september 2016; iedereen start terug op nul. De VVSG vreest dat de dienstverlening hieronder zal lijden (organisatie van de dienst, continuïteit van de dienstverlening). 6. We vragen duidelijkheid en een goede communicatie over de verschillen tussen deze Vlaamse ontwerpregeling en de federale thematische verloven en een aantal andere vragen zoals de meerekenbaarheid voor pensioen. 7. Verdere betrokkenheid VVSG als vertegenwoordiger van de lokale besturen? Dit is een uiterst belangrijk besluit voor de lokale overheden in Vlaanderen, met een belangrijke impact op hun dienstverlening. De VVSG vraagt dat haar inbreng in de totstandkoming van dit BVR niet eenmalig is maar dat ze ook input en feedback mag geven op de opmerkingen en voorstellen die in het Comité V gegeven worden. 8. De VVSG vraagt bijzondere aandacht voor de toepassing van het zorg- en opleidingskrediet bij lokale besturen. De VVSG vraagt daarom dat er binnen het comité C1 werk gemaakt wordt van een voorbeeld van rechtspositieregeling dat de besturen die dat wensen, Raad van Bestuur - 13 april /6

4 geheel of gedeeltelijk kunnen overnemen zonder lokaal te moeten onderhandelen. Besturen die een eigen regeling willen uitwerken blijven vrij om dat zo te doen, maar moeten dat dan uiteraard wel onderhandelen in hun bijzonder comité. 4.4 Bespreking Welke ruimte is het individueel recht op zorgkrediet als principe en het principe dat lokale besturen eigen modaliteiten kunnen invoeren (quota, aanvraagtermijn, uitsluiting bepaalde functies ) Het systeem van onbetaald verlof blijft uiteraard bestaan. Het systeem van het blanco blad wordt als onrechtvaardig aangevoeld. De werkbaarheid van de lokale diensten moet wel voorop staan. 4.5 Besluit De raad gaat ermee akkoord dat de VVSG de onderhandelingen met de Vlaamse regering aanvat volgens de aangegeven aandachtspunten. 5 Conceptnota hervorming van het PWA-stelsel: naar een nieuw instrument Wijk-werken binnen het Vlaams activeringsbeleid Stafmedewerker Lize Hermans geeft een toelichting (zie presentatie). 5.1 Vooraf De Vlaamse regering keurde onlangs in het kader van de 6de staatshervorming deze conceptnota goed. Om de nadruk te leggen op het feit dat in Vlaanderen dit instrument zal ingezet worden om werkervaring op te doen, en daarbij de focus ligt op het uitvoeren van maatschappelijk relevante activiteiten op lokaal niveau, zal het nieuwe instrument geïntroduceerd worden onder de benaming 'Wijk-werken'. Uitgangspunt is dat het bepaalde (langdurig) werkzoekenden met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt in staat moet stellen om zo maximaal mogelijk betrokken te worden (of te blijven) bij de arbeidsmarkt en dus niet sociaal geïsoleerd te raken. Minister Muyters zal deze conceptnota met de sociale partners binnen VESOC en met de betrokken stakeholders (VVSG en PWA-platform) bespreken. 5.2 Knelpunten Inrichtende macht - Onduidelijk WIE wijkwerk zal organiseren - Onduidelijkheid MIDDELEN - Expertise zit bij PWA beambte maar detachering is niet mogelijk Duurtijd traject - Te korte duur traject te kort voor zowel gebruiker als wijkwerker Raad van Bestuur - 13 april /6

5 - Traject op maat is nodig - Beperkte uitstroom mogelijkheden Gebruiker - Continuïteit moet gegarandeerd worden: 6-12 maanden te kort voor gebruiker - Garantie op kwaliteit - Vertrouwensband Instroom doelgroepen - Instroom mogelijkheden te beperkt - Voorstel: 3 groepen (langdurig werklozen, langdurig werklozen met onhaalbare afstand tot arbeidsmarkt, leefloners) Organisatie vzw s - Zeer veel onduidelijkheden - Cumulverbod - Voortbestaan DCO in gedrang - Toekomstanalyses noodzakelijk maar tijdsgebrek - Nood om werking voort te zetten mét beambte tot en met 01/07/ Voorstel VVSG-standpunt Maak detachering PWA-beambte mogelijk Verleng het traject wijkwerk (24 maanden?) Voorzie garanties voor kwaliteitsvolle en continue dienstverlening Zorg voor bredere instroom van doelgroepen Zet werking vzw pas stop indien volledige overdracht in orde is. Tot minstens 01/07/ Bespreking De conceptnota mist een integrale benadering. Wat doen we bv. met mensen die niet kunnen doorstromen. Een PWA-statuut is voor sommigen het hoogst mogelijke. Er is geen groeipad voorhanden. De samenhang met andere beleidsdomeinen zoals werken en wonen is niet genoeg aanwezig. Als je dat niet doet creëer je voor sommige mensen een vacuüm. Die klemtoon op samenhang en integrale benadering moet meer in de nota naar voren komen. Differentiëring in doelgroepen (langdurig werklozen, langdurig werklozen met onhaalbare afstand tot arbeidsmarkt, leefloners) is van groot belang: de werkperiode kan dan aangepast worden. De focus op de doorverwijzing naar de reguliere markt moet wel behouden blijven. Een korte werkperiode kan de keuze verhelderen. Sommige mensen kunnen zo sterker gemotiveerd worden. De conceptnota spreekt niet over de financiering. Die is nog erg onduidelijk. Ook de onmogelijkheid om de PWA-beambte te detacheren is een zwak punt. 6 Mededelingen Verslagen DC afdeling OCMW s van 19 februari en 18 maart 2016 Raad van Bestuur - 13 april /6

6 Brief van Daniel Bacquelaine over financiering van de eindeloopbaanregeling van de politieagenten VVSG-persbericht: Gouden Kinderschoen 2016 Persmededeling: Speelbank.be 1 jaar: uitgetest en goedgekeurd door minister Vandeurzen 7 Interne zaken Volgende vergaderingen: 4 mei, 1 juni, 7 september, 5 oktober, 9 november en 7 december 2016 (= AV VVSG vzw, goedkeuring begroting 2017). Raad van Bestuur - 13 april /6