Een nieuwe knie (totale knieprothese) Tijdens de operatie worden de versleten gewrichtsdelen verwijderd en vervangen door kunstgewrichtsdelen.

Transcriptie

1 Totale knieprothese

2 2

3 Inleiding U wordt binnenkort geopereerd aan uw knie. Uw eigen knie is versleten (artrose). Daarom wordt er een nieuwe knie (totale knieprothese) geplaatst. Artrose van de knie Het kniegewricht bestaat uit drie botdelen: het dijbeen, het scheenbeen en de knieschijf. De uiteinden zijn bekleed met een laag kraakbeen. Kraakbeen is glad en veerkrachtig en zorgt ervoor dat gewrichtsdelen soepel langs elkaar glijden. Bij artrose (slijtage) is de kraakbeenlaag dunner geworden of zelfs helemaal verdwenen. Hierdoor wordt het bewegen moeilijker en pijnlijk. Een nieuwe knie (totale knieprothese) Tijdens de operatie worden de versleten gewrichtsdelen verwijderd en vervangen door kunstgewrichtsdelen. Voorbereidingen vóór de operatie Nadat is besloten dat u wordt geopereerd, wordt er (indien u 55 jaar of ouder bent) bloed geprikt en een hartfilmpje gemaakt. Ook krijgt u een afspraak voor het spreekuur van de anesthesist (= narcotiseur). Deze bespreekt met u, hoe u tijdens de operatie verdoofd wordt. Tevens zal de anesthesist u onderzoeken en wordt u gewogen en uw bloeddruk gemeten. Het gebruik van bloedverdunners (b.v. Ascal, Aspirine, Sintrom, Acetylsalicylzuur, Marcoumar) moet in principe vijf dagen voor de operatie worden gestopt. Dit wordt met u besproken op de polikliniek Orthopedie óf tijdens het spreekuur van de anesthesist. Wanneer een patiënt een algehele narcose of een kalmerend middel krijgt toegediend, dan kunt u tot 24 uur ná de ingreep, niet deelnemen aan het verkeer (niet zelf autorijden, fietsen, e.d.). Wij verzoeken u dringend u te laten rijden. 3

4 Fysiotherapie vóór de operatie Voor de operatie gaat u al één keer naar de fysiotherapeut. Deze leert u hoe u met krukken moet lopen en bijvoorbeeld hoe u na de operatie handig in en uit bed stapt. Tijdens het spreekuur van de orthopedisch chirurg krijgt u een machtiging mee voor één keer fysiotherapie vóór de operatie. Zodra u weet wanneer u geopereerd wordt, maakt u een afspraak bij de fysiotherapie, telefoonnummer (0597) Thuiszorg Ongeveer een week voor de operatie kan een medewerker van de thuiszorg bij u thuis langskomen. Deze bekijkt wat voor hulpmiddelen (bijvoorbeeld hoog bed, toiletverhoger, douchestoel) er na de operatie nodig zijn. Ook wordt bekeken welke (thuis)zorg er eventueel, nodig is na de operatie. Wat neemt u mee naar het ziekenhuis Kleding, bijvoorbeeld pyama s, ondergoed, kamerjas, makkelijk zittende kleding. Toiletartikelen (geen handdoeken en washandjes). Goede stevige schoenen, pantoffels. Boeken en/of tijdschriften en dergelijke. Krukken of rollator. Medicijnen die u thuis gebruikt. Opname Ongeveer één week voor de operatie krijgt u bericht wanneer u geopereerd wordt. U komt de avond vóór de operatie in het ziekenhuis. U krijgt dan een prikje tegen trombose. De volgende dag wordt u geopereerd. U verblijft meestal ongeveer één week in het ziekenhuis. De operatie Tijdens de operatie ligt u op uw rug. De operatie duurt ongeveer anderhalf tot twee uur. Het operatielitteken is ongeveer 20 tot 25 cm. lang en bevindt zich aan de voorzijde van uw knie (in de lengterichting). Tijdens de operatie en 24 uur daarna, krijgt u antibiotica om de kans op een infectie te verkleinen. 4

5 Na de operatie Na de operatie heeft u een infuus, een wonddrain, een urinekatheter en een slangetje voor pijnstilling. Deze worden één of twee dagen na de operatie verwijderd. Om uw knie zit een drukverband om nabloeding te voorkomen. De eerste dag na de operatie wordt een röntgenfoto van uw knie gemaakt. De fysiotherapeut en de verpleegkundige helpen u met het oefenen, onder andere hoe u zelf in en uit bed kunt komen en lopen. Indien nodig leert u ook weer traplopen. Om uw knie weer goed in beweging te krijgen, wordt uw knie ook automatisch geoefend op een speciaal apparaat. Na de operatie krijgt u gedurende zes weken bloedverdunners (Sintromtabletjes) om trombose te voorkomen. Naar huis Ongeveer vijf tot zeven dagen na de operatie kunt u het ziekenhuis verlaten. Zo nodig is of wordt thuiszorg geregeld. Heel soms is een tijdelijke opname in een verzorgingstehuis nodig. U wordt in principe thuis door een fysiotherapeut doorbehandeld. Bij ontslag krijgt u de volgende zaken mee: een polikliniekafspraak (ongeveer zes weken na de operatie) een afspraak met de trombosedienst (zij komen in principe bij u thuis) een recept voor Sintromtabletjes. Weer thuis Bij thuiskomst is het handig en verstandig dat er een verhoogd bed, een verhoogd toilet en een douchestoel aanwezig zijn. Als de wond droog is hoeft er geen verband meer op. De hechtingen lossen vanzelf op en hoeven niet verwijderd te worden. Eventueel kunnen de twee uiteindjes na twee 5

6 weken worden verwijderd. U dient de eerste zes weken na de operatie met één of twee krukken of met de rollator lopen. De eerste weken met twee krukken en vervolgens met één (en in huis eventueel zonder). U mag douchen en de wond mag nat worden. In het begin is het verstandig tijdens het douchen en wassen te zitten, in verband met vermoeidheid en de kans op uitglijden. Bij het aankleden kunt u het beste beginnen met het geopereerde been en bij het uitkleden met het niet geopereerde been. De eerste weken mag u niet zelf autorijden. Wanneer u goed zonder hulpmiddelen kunt lopen, mag u weer zelf autorijden. Mogelijke complicaties Vervanging van het kniegewricht gebeurt regelmatig en meestal met goed resultaat. Toch bestaat er een (kleine) kans op complicaties zoals: infectie pijnklachten nabloeding trombose loslating van de prothese Antibiotica Om infectie ook in de toekomst te voorkomen is het belangrijk dat u tijdens bepaalde ingrepen, bijvoorbeeld bij het trekken van tanden of kiezen en bij wortelkanaalbehandelingen of bij andere inwendige ingrepen (bijvoorbeeld buikoperaties), antibiotica krijgt om de knieprothese te beschermen. Als u één van deze ingrepen moet ondergaan meldt dan bij uw tandarts of arts dat u een knieprothese heeft en dat deze beschermd moet worden door antibiotica. Ook indien u een ontsteking heeft met pus (bijvoorbeeld een abces, een ingegroeide teennagel of een steenpuist) of een andere bacteriële ontsteking, bijvoorbeeld een blaasontsteking, wondroos of longontsteking, moet u antibiotica gebruiken ter bescherming van de knieprothese. Neem in deze gevallen contact op met uw huisarts. 6

7 Tot slot De informatie gegeven in deze folder is algemene informatie. In sommige gevallen kan de situatie afwijken van het hierboven genoemde. Mocht u nog vragen hebben, neemt u dan contact op met de polikliniek Orthopedie, telefoonnummer (0597)

8 Ommelander Ziekenhuis Groep, locatie Lucas Gassingel CX Winschoten Postbus RA Winschoten Telefoon: Web: (03-11) OZG, locatie Lucas 8