Tussentijden voor vervanging distributieriemen

Transcriptie

1 Naam: Adres: Model: Jaar: 2000 Registratie: Tel - Privé: Tel - Werk: Aantal kilometers: Opdrachtnummer: Belangrijke opmerking Belangrijke opmerking De gegeven intervallen en procedures kunnen door de producent op ieder willekeurig tijdstip worden gewijzigd. Op onze website, die regelmatig wordt bijgewerkt, vindt u in het deel Distributieriemen de wijzigingen die kunnen optreden tussen twee uitgaven van de Autodata-cd. Tussentijden voor vervanging distributieriemen De informatie met betrekking tot de tussentijden voor het vervangen van distributieriemen is als extra informatie aan dit handboek toegevoegd en dient als richtlijn voor garages en voor advies aan klanten. Waar mogelijk zijn de aanbevolen tussentijden overgenomen uit de documentatie van de fabrikant. In enkele gevallen werd er door de fabrikant geen aanbeveling gedaan en in deze gevallen zal de beslissing over het wel of niet vervangen van een distributieriem afhangen van een grondig onderzoek van de toestand van de aanwezige riem. Naast de zichtbare toestand van de riem, welke later in dit hoofdstuk nader wordt besproken, moeten er nog enkele andere factoren in overweging worden genomen bij het controleren van een distributieriem: Is het een originele riem of een vervanging? Wanneer werd de riem voor het laatst vervangen en gebeurde dit bij de juiste kilometerstand? Is bekend welk onderhoud aan de wagen is uitgevoerd? Is de wagen onder zware omstandigheden gebruikt, waardoor een kortere vervangingsinterval gerechtvaardigd is? Zijn de andere onderdelen binnen de nokkenasaandrijving, zoals de spanrol, de poelies, en andere aggregaten die door de distributieriem worden aangedreven, in een zodanige staat dat de levensduur van de vervangingsriem hier niet door zal worden beïnvloed? Indien de huidige riem in orde lijkt, kunt u er dan zeker van zijn dat deze vóór de volgende controle of onderhoudsbeurt niet breekt? Indien de riem breekt, dan kan dit tot ernstige schade leiden en de daarmee samenhangende hoge reparatiekosten. De kosten voor het vervangen van een riem als onderdeel van een routine-onderhoudsbeurt zijn maar een fractie van de kosten (5-10%) voor reparaties naar aanleiding van een gebroken riem. Breng de klant van de consequenties op de hoogte. Indien u niet zeker bent of de riem in orde is, VERVANG DEZE DAN. Tussentijden voor vervanging Tussentijden voor vervanging Alle modellen Bouwjaar 2000: Elke km of 12 maanden, wat het eerst voorkomt - toestand en breedte controleren (vervangingsbreedte 22 mm).

2 Polo/Polo Classic/Caddy ALH, automatische transmissie: Elke km - controleren (distributieriem en spanrol). Bouwjaar 2001: Elke km - vervangen. Bouwjaar 2002: Elke km - vervangen (de leirol moet ook worden vervangen - ond.nr H). Bouwjaar 2003 : Elke km - vervangen (de leirol moet ook worden vervangen - ond.nr H). Golf/Bora ALH, bouwjaar 1999: Elke km - controleren. Bouwjaar 2001: Elke km - vervangen. Bouwjaar 2002: Elke km - vervangen (de leirol moet ook worden vervangen - ond.nr H). Bouwjaar 2003 : Elke km - vervangen (de leirol moet ook worden vervangen - ond.nr H). Beetle, bouwjaar 1999 Riemvervanging na de eerste km. Gebruik: Ond.nr dan elke km vervangen. Ond.nr D - dan elke km vervangen. ALH, automatische transmissie: Elke km - controleren. Elke km - vervangen. Beetle, bouwjaar 2000 Ond.nr D: Elke km - vervangen. ALH, automatische transmissie: Elke km - vervangen. Motorschade Motorschade LET OP: Hoewel een gebroken distributieriem GEWOONLIJK altijd vergezeld gaat van schade aan de motor, dient toch de compressie te worden gecontroleerd alvorens de cilinderkop te verwijderen. Hersteltijden - uren Hersteltijden - uren Beetle 1,9 TDI Verwijderen- en monteren 3,30 Speciaal gereedschap Speciaal gereedschap Nokkenas-afstelstang - nr. 3418/T Borgpen voor inspuitpomp - nr Houdergereedschap voor tandwiel - nr Tweepenssleutel - Matra V TDI. Trekker - nr. T40001.

3 Speciale voorzorgsmaatregelen Speciale voorzorgsmaatregelen Ontkoppel de massakabel van de accu. Verdraai de krukas of nokkenas NIET wanneer de distributieriem is verwijderd. Verwijder de gloeibougies om de motor gemakkelijker te kunnen draaien. Draai de motor uitsluitend in normale draairichting (tenzij anders vermeld). Draai de motor NIET via de nokkenas of via een tandwiel. Houd alle aanhaalmomenten aan. Controleer de timing van de dieselinspuitpomp na vervanging van de riem. Verwijderen Verwijderen 1. Breng de voorkant van het voertuig omhoog en ondersteun. Golf/Bora: 2. Verwijder: Rechter koplamp. Expansiereservoir koelvloeistof. Ontkoppel de slangen NIET. Stuurbekrachtigingsreservoir. Ontkoppel de slangen NIET. Rechter motoronderpaneel. Beetle: 3. Verwijder: Brandstoffilter en beugel. Motoronderpaneel. Alle modellen: 4. Verwijder: Slang tussen tussenkoeler en inlaatspruitstuk. Bovenste distributieriemkap [1]. Vacuümpomp. Polo/Classic: Motoronderpaneel. Hulpdrijfriem. 5. Verwijder - indien nokkenasafstelstang nr wordt gebruikt : Polo Classic AGP/AQM: Bovenste kamer inlaatspruitstuk. Cilinderkopdeksel. 6. Draai de krukas naar het BDP op cilinder nr Controleer of de distributiemerktekens overeenstemmen. Handgeschakelde versnellingsbak: [2]. Automatische transmissie: [3]. 8. Plaats de afstelstang achteraan de nokkenas: Gereedschap nr [4]. Centreer de nokkenas m.b.v. diktemaatjes. Of gereedschap nr. T10098 [20]. 9. Blokkeer de inspuitpomp. Gebruik het gereedschap nr [5]. 10. Draai de bouten van het inspuitpomptandwiel iets los [6]. N.B.: Los de moer van de inspuitpompnaaf niet.

4 Golf/Bora/Beetle: 11. Ondersteun de motor. 12. Verwijder: Bouten van de rechter motorsteun [7], [8] en [9]. Rechter motorsteun. Bouten van de motorsteunbeugel [10]. Motorsteunbeugel. Alle modellen: 13. Verwijder: Krukaspoeliebouten [11]. Krukaspoelie [12]. Middelste distributieriemkap [13]. Onderste distributieriemkap [14]. 14. Draai de spannermoer iets los [15]. 15. SDI: Draai de spanner linksom weg van de riem. Gebruik een inbussleutel. 16. TDI: Draai de spanner linksom weg van de riem. Gebruik de sleutel Matra V Haal de spannermoer lichtjes aan [15]. 18. Verwijder de distributieriem. N.B.: Indien de oorspronkelijke riem gehermonteerd moet worden, markeer de draairichting met krijt. Monteren Monteren Controleer of de distributiemerktekens overeenstemmen. Handgeschakelde versnellingsbak: [2]. Automatische transmissie: [3]. Zorg ervoor dat de nokkenas-afstelstang goed geplaatst is [4] of [20]. Controleer of de borgpen goed in de inspuitpomp geplaatst is [5]. Houd het nokkenastandwiel. Gebruik het gereedschap nr Los de bout van het nokkenastandwiel één omwenteling [16]. N.B.: Houd de nokkenas NIET met de afstelstang tijdens het losdraaien van de tandwielbout. Los het tandwiel van de conische as. Methode 1: Gebruik een doorslag die in het gat van de achterste distributieriemkap gestoken wordt. Methode 2: Gebruik de trekker. Gereedschap nr. T Verwijder: Bout van het nokkenastandwiel [16]. Nokkenastandwiel. Verwijder de bouten van het inspuitpomptandwiel [6]. Ga als volgt te werk: Inspuitpomptandwiel A: Bouten met gepunte uiteinden - type A. Breng nieuwe bouten aan. Inspuitpomptandwiel B: Bouten met platte uiteinden - type B. De bouten kunnen opnieuw worden gebruikt. Lijn het inspuitpomptandwiel uit met de bouten in het midden van de langwerpige gaten. Leg de distributieriem op in de volgende volgorde: Krukastandwiel. Leirol G1. Waterpomptandwiel. Inspuitpomptandwiel. Leirol G2 - TDI. Spanrol. Leirol G3. N.B.: Draai het inspuitpomptandwiel een weinig zodanig dat dit in de distributieriemtanden valt. Zorg ervoor dat de riem strak is tussen de tandwielen. Breng het nokkenastandwiel aan op de riem en breng vervolgens het nokkenastandwiel met riem aan op het

5 uiteinde van de nokkenas. Monteer de bout van het nokkenastandwiel [16]. Haal de bout van het nokkenastandwiel lichtjes aan [16]. Het tandwiel moet vrij op de conische as kunnen ronddraaien, maar mag niet kantelen. Draai de spannermoer iets los [15]. SDI: Draai de spanrol rechtsom tot de wijzer en inkeping in de achterplaat in lijn staan [17]. Gebruik een inbussleutel. TDI: Draai de spanrol rechtsom als volgt: ALH, automatische transmissie: Wijzer en hoger gedeelte van spannerplaat zijn uitgelijnd [18]. Gebruik een inbussleutel. Behalve ALH, automatische transmissie: Inkeping en verdikking op de spanner zijn uitgelijnd [19]. Gebruik de sleutel Matra V.159. Indien de spanrol te ver is gedraaid: Draai deze dan volledig linksom en herhaal de spanprocedure. Haal de spannermoer aan met 20 Nm [15]. N.B.: Controleer of de bevestigingsnok van de spanner goed ingrijpt. Controleer of de distributiemerktekens overeenstemmen. Handgeschakelde versnellingsbak: [2]. Automatische transmissie: [3]. Houd het nokkenastandwiel. Gebruik het gereedschap nr Haal de bout van het nokkenastandwiel aan met 45 Nm [16]. Haal de bouten van het inspuitpomptandwiel aan [6]. Type A: Haal tijdelijk aan met 20 Nm. N.B.: Haal de bouten nog 90 aan nadat de inspuitpo mptiming is gecontroleerd met diagnoseapparatuur. Type B: Haal aan met 25 Nm. 24. Verwijder: Nokkenas-afstelstang [4] of [20]. Gereedschap nr. 3418/T Borgpen voor inspuitpomp [5]. Gereedschap nr Draai de krukas twee omwentelingen rechtsom tot de distributiemerktekens overeenstemmen. Handgeschakelde versnellingsbak: [2]. Automatische transmissie: [3]. Controleer of de nokkenas-afstelstang kan worden aangebracht [4] of [20]. Zorg ervoor dat de borgpen kan worden ingestoken in de inspuitpomp [5]. SDI: Zorg ervoor dat de spannerwijzer uitgelijnd is met de inkeping in de achterplaat [17]. TDI: ALH, automatische transmissie: Wijzer en hoger gedeelte van spannerplaat zijn uitgelijnd [18]. Behalve ALH, automatische transmissie: Zorg ervoor dat de inkeping en de verdikking op de spanner in lijn staan [19]. Is dat niet het geval: Herhaal dan de spanprocedure. Druk stevig met de duim op de riem. De spannermerktekens moeten zich uiteen bewegen [17], [18] of [19]. Haal de duim van de riem. De markeringen op de spanner moeten de bewegingen van de riem volgen. Hermonteer onderdelen in de omgekeerde volgorde van de verwijdering. Haal de krukaspoeliebouten aan [11]. Aanhaalmoment: 10 Nm Golf/Bora/Beetle: 35. Haal de bouten van de rechter motorsteunbeugel aan met 45 Nm [10]. 36. Breng de rechter motorsteun aan en lijn deze uit: Speling motorsteun: 14 mm [21]. Speling motorsteun: 10 mm [22]. De bouten van de motorsteun [7]moeten in lijn staan met de rand van de steun [23].

6 37. Aanhalen: Motorsteunbouten [9]. Aanhaalmoment: 40 Nm G ebruik nieuwe bouten. Motorsteunbouten [8]. Aanhaalmoment: 25 Nm. Motorsteunbouten [7]. Aanhaalmoment: 100 Nm.