Naam:... LEONARDO COLLEGE ARGUMENTEREN. Leerlingenmateriaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Naam:... LEONARDO COLLEGE ARGUMENTEREN. Leerlingenmateriaal"

Transcriptie

1 Naam:... Klas: LEONARDO COLLEGE ARGUMENTEREN Leerlingenmateriaal

2 ALGEMEEN Hoe heerlijk vindt iedereen het om over alles en iedereen een mening te hebben. Standpunten en meningen vliegen om de oren, maar goede argumentaties zijn schaars. Om anderen te overtuigen van jouw gelijk heb je goede argumenten nodig. In deze module leer je hoe een goede argumentatie in elkaar zit, hoe je argumentaties beoordeelt en hoe je zelf zowel schriftelijk als mondeling een gedegen argumentatie voert. BEGINSITUATIE In vorige leerjaren heb je het verschil geleerd tussen feiten en meningen en heb je je mening gegeven over gelezen boeken en actuele onderwerpen. Nu is het tijd om je mening beter te verwoorden door middel van goed opgebouwde argumentaties. DOELEN Je leert in deze module: Je kent de verschillende soorten argumenten. Je kan verschillende soorten redeneringen herkennen en gebruiken. Je kan verschillende soorten argumentatiestructuren herkennen. Je kan argumentaties structureren. Je kan het onderscheid maken tussen een drogreden en een argument. Je kan verschillende soorten drogredenen herkennen. Je kan een argumentatie op aanvaardbaarheid beoordelen. Je kan een betoog schrijven op basis van argumentatie. Je kan actief deelnemen aan een debat en je houden aan debatregels. Waarom leer je dit? Op je examen moet je verschillende soorten teksten kunnen schrijven, waaronder een opiniërende tekst. Daarnaast moet je gelezen teksten kunnen analyseren en gebruikte argumenten kunnen beoordelen.

3 PLANNING LES STOFOMSCHRIJVING ACTIVITEIT LEERLING AF 1 Soorten argumenten Argumenten herkennen en gebruiken. Les 2 2 Soorten redeneringen Redeneringen herkennen en gebruiken. Les 3 3 Argumentatiestructuren Argumentatiestructuren herkennen en Les 3 maken. 4 Drogredenen Drogredenen herkennen Les 5 5 Argumentaties beoordelen Argumentaties beoordelen en zelf maken. Les 6 6 Betoog Betoog schrijven Les 6 7 Debatteren Betogen beoordelen en debatteren Les 8 8 Lagerhuisdebat Lagerhuisdebat voeren Les 9 9 Uiteindelijke versie betoog en evaluatie Betogen beoordelen en evalueren module. Les 9 TOETSING In de laatste les lever je de definitieve versie van je betoog in. Deze wordt beoordeeld op basis van je argumentatie.

4 LES 1: Argumenten LESDOELEN Je kan het onderscheid maken tussen een standpunt en een argument. Je kan het onderscheid maken tussen objectieve en subjectieve argumenten. Je kent de verschillende soorten argumenten. Uitspraken waarmee je je eigen standpunt verdedigt, of waarmee je het standpunt van een ander aanvalt, heten argumenten. Argumenten ondersteunen jouw standpunt en kunnen ervoor zorgen dat je anderen overtuigt van jouw standpunt. Hoe steviger je argumentatie, hoe groter de overtuigingskracht van je betoog. Er zijn verschillende typen argumenten met een verschillende overtuigingskracht. Objectieve (feitelijke) argumenten zijn sterker dan subjectieve (niet-feitelijke). Stel dat ter discussie staat of drinkontbijt gezonder is dan een gewoon ontbijt, dan kun je kijken naar feiten: hoeveel vitaminen zitten erin, wat heb je nodig, en hoeveel haal je uit een gewoon ontbijt? Wellicht is er al een onderzoek naar gedaan: een bewijs uit de wetenschap. Het standpunt drinkontbijt is smakelijker dan een gewoon ontbijt is veel moeilijker te verdedigen. Of iets wel of niet smakelijk is, is subjectief, de bijbehorende argumentatie ook. Argumenten zijn dus objectief of subjectief. Een objectief argument is waar of niet waar en hoeft daarom niet ondersteund te worden. Over een subjectief argument kan verschil van mening bestaan. Daarom moeten subjectieve argumenten ondersteund worden. OBJECTIEVE ARGUMENTEN ZIJN: Feiten Wetenschappelijke gegevens Algemeen geldende waardeoordelen SUBJECTIEVE ARGUMENTEN ZIJN GEBASEERD OP: Geloof Vermoedens Persoonlijke indrukken, voorspellingen Gevoelens, emoties Niet algemeen aanvaarde waardeoordelen ARGUMENTATIE OP BASIS VAN FEITEN Bij deze soort argumentatie wordt het standpunt ondersteund door een argument dat feiten bevat. Feiten zijn controleerbaar en daarom waar of onwaar. Voorbeeld: We kunnen beter niet bij restaurant Gringo gaan eten, want daar is de goedkoopste maaltijd al 29,50 euro. ARGUMENTATIE OP BASIS VAN ONDERZOEK OF WETENSCHAP In deze argumentatie wordt verwezen naar de resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Soms wordt er gesproken van argumentatie op basis van onderzoeksbevindingen. Voorbeeld: Je moet voortaan twee keer in de week vis eten. Laatst bleek opnieuw uit onderzoek dat regelmatig vis eten goed is voor hart, bloedvaten en geheugen.

5 ARGUMENTATIE OP BASIS VAN NORMEN EN WAARDEN Hier is sprake van als iemand zich beroept op een algemeen gedeelde norm of waarde. Het gaat dan om normen en waarden waarover geen verschil van mening bestaat. Voorbeeld: Die winkelier moet veroordeeld worden wegens poging tor doodslag. Je schiet toch iemand niet neer omdat hij een zak appels steelt. ARGUMENTATIE OP BASIS VAN VERMOEDENS Bij deze vorm van argumentatie wordt het standpunt ondersteund door een vermoeden. Dat vermoeden kan voortkomen uit iemands intuitie of gevoel of een veronderstelling. Voorbeeld: Lieke zit volgens mij volgend jaar helemaal niet in Amerika. Ik kan me namelijk niet voorstellen dat ze dit jaar slaagt voor haar examen. ARGUMENTATIE OP BASIS VAN GELOOF OF OVERTUIGING Als iemand zich beroept op zijn geloof of (levensbeschouwelijke) overtuiging als ondersteuning van zijn standpunt. Voorbeeld: Het Interkerkelijke Vredesberaad is principieel tegen elke vorm van geweld en het IKV vond de steun van de NAVO voor de opstandelingen in Libië dan ook verkeerd. ARGUMENTATIE OP BASIS VAN GEZAG EN AUTORITEIT Hier is sprake van als iemand zich bij het ondersteunen van zijn mening beroept op een deskundige of autorit op een bepaald (vak)gebied. Soms wordt er gesproken van argumentatie op basis van deskundigheid. Voorbeeld: Volgens veel psychologen speelt seksualiteit in het dagelijks leven een grote rol. De beroemde psychiater Freud heeft dat al meer dan honderd jaar geleden ontdekt. ARGUMENTATIE OP BASIS VAN NUT Als het standpunt een uitspraak voor of tegen een bepaalde maatregel is en in het argument wordt verwezen naar het nut of onnut van die maatregel, spreken we van argumentatie op basis van nut. Voorbeeld: De maximumsnelheid op de Nederlandse snelwegen moet omlaag. Dat levert minder verkeersslachtoffers op en het is goed voor het milieu.

6 OEFENING 1 1. Lees tekst 1. TEKST 1 Er moeten geen fietsers door de onderdoorgang van het Rijksmuseum gaan rijden. Met de aanleg van het vernieuwde Museumplein en met de toenemende stroom toeristen, economisch buitengewoon belangrijk voor Amsterdam en Nederland, is het laten concurreren van wandelaars en fietsers in de onderdoorgang grote onzin. Het leidt, zoals ook wel elders in de stad, alleen maar tot geschreeuw en bevestigt dus bij toeristen dat Nederlanders een nogal bot volkje vormen. Bron: Kees Zandvliet, de Volkskrant, 27 augustus Noteer het standpunt in één zin. 3. Noteer het argument dat erbij hoort. 4. Van welke argumentatie is hier sprake. Kies uit argumentatie op basis van: A. Feiten B. Levensbeschouwelijke overtuiging C. Normen en waarden D. Nut 5. Lees tekst 2. TEKST 2 Eerst moesten kinderen die lijden aan een autistische stoornis als het even kon naar een gewone school in plaats van een school waar speciaal opgeleide docenten voor hen klaarstonden. Dat scheelde geld. Er kwamen wel ambulante begeleiders: begeleiders die geregeld op die gewone scholen langskwamen om de betreffende leerling en de docenten bij te staan. Zo n leerling had een rugzakje, heette het. Met dat rugzakje konden behalve de ambulante begeleider ook allerlei andere voorzieningen betaald worden. Nu is men van plan ook de rugzakjes grotendeels weg te bezuinigen en dat is erg onverstandig. Ik denk dat we in de nabije toekomst meer te maken gaan krijgen met kinderen die thuiszitten omdat ze op school niet te handhaven zijn. Het lijkt mij dat er maar weinig docenten zullen zijn die zonder extra hulp deze kinderen de juiste aandacht kunnen geven. Bron: Brigitte Witte, Algemeen Dagblad, 19 december 2012

7 6. Noteer het standpunt in één zin. 7. Noteer de twee argumenten die erbij horen. 8. Is hier sprake van objectieve of subjectieve argumentatie? OEFENING 2 Je gaat nu naar een filmpje kijken van het discussieprogramma Hotdog. Dit fragment gaat over de stelling: De alcoholleeftijd moet omhoog. 1. Tijdens het kijken: Zet alle voor- en tegenargumenten in onderstaande tabel. 2. Na het kijken: noteer bij elk argument de soort argumentatie. 1. ARGUMENT VOOR TEGEN SOORT ARGUMENT 2. ARGUMENT SOORT ARGUMENT 3. ARGUMENT SOORT ARGUMENT 4. ARGUMENT SOORT ARGUMENT

8 LES 2: Redeneringen LESDOELEN Je kan verschillende soorten redeneringen herkennen. Je kan verschillende soorten redeneringen gebruiken. Het geheel van argumenten en standpunt wordt een redenering genoemd. Er zijn verschillende soorten redeneringen. Ze kunnen gebaseerd zijn op: OORZAAK EN GEVOLG Er wordt bij deze redenering van uitgegaan dat een feit of een gebeurtenis zal leiden tot een ander feit of andere gebeurtenis. Voorbeeld: Zijn vader is onlangs overleden. (oorzaak en argument) Daardoor is voor hem op dit moment zijn examen van minder belang. (gevolg en standpunt) OVEREENKOMST Van dit type redenering is sprake als er een vergelijking wordt gemaakt tussen twee gevallen en er een overeenkomst wordt geconstateerd; omdat het in het ene geval zo is, zal het bij het andere ook wel zo zijn. Voorbeeld: Het wetsvoorstel van de Partij voor de Dieren over de vleestaks zal het wel niet halen. De Eerste Kamer heeft ook het verbod op de rituele slacht tegengehouden. VOORBEELDEN In het geval dat een standpunt wordt ondersteund door argumenten die voorbeelden zijn, spreken we van een redenering op basis van voorbeelden. Voorbeeld: Je kunt absoluut niet op hem rekenen. Zo kwam hij gisteren zonder af te bellen niet opdagen en toen hij dat verjaardagscadeautje zou kopen, was hij dat ook vergeten. VOOR- EN NADELEN Bij dit type redenering wordt er een afweging gemaakt: de voordelen worden vergeleken met de nadelen en op basis daarvan wordt er een oordeel uitgesproken. Voorbeeld: Als je 4 havo overdoet, dan krijg je wel een goede basis om in 5 havo met goede cijfers te slagen. Daar staat tegenover dat je het weliswaar heel zwaar krijgt als je overgaat naar 5 havo, maar dat je toch ook een kans hebt dat je meteen slaagt. Als ik jou was, zou ik het proberen in 5 havo. KENMERK OF EIGENSCHAP Aan dit type redenering ligt de volgende gedachte ten grondslag: als alle onderdelen van een groep hetzelfde kenmerk hebben, dan heeft één onderdeel van die groep dat kenmerk ook. De gedachte die aan deze redenering ten grondslag ligt, wordt meestal niet expliciet vermeldt. Voorbeeld: Jeroen is eigenlijk een groot kind, want het liefst speelt hij nog met zijn piratenlego.

9 OEFENING 1 1. Lees tekst 1. TEKST 1 Ik ben het helemaal oneens met Christiaan Reurslag. Het duurder maken van scheiden zal betekenen dat er minder ouders gaan scheiden. Dit zal ervoor zorgen dat de kinderen in een huishouden zitten waar elke dag geruzied wordt. Voordat mijn ouders gescheiden waren, was het niet fijn thuis. Elke dag geschreeuw en gescheld, inslapen terwijl er beneden geruzied werd. De sfeer was altijd gespannen, altijd was er de angst voor meer ruzie. Ik huilde veel. Bron: Maaike Haagen, de Volkskrant, 17 september Van welke twee typen redeneringen is hier sprake? Van een redenering op basis van: A. Een eigenschap B. Een overeenkomst C. Een voorbeeld D. Oorzaak en gevolg E. Voor- en nadelen 3. Lees tekst 2. TEKST 2 In het kader van de strijd tegen de vrouwenhandel zou de overheid het bezoek aan een prostituee strafbaar moeten stellen. Niet de prostituee, maar de klant, de hoerenloper, moet aangepakt worden. Je zult zien dat het aantal slachtoffers van gedwongen prostitutie lager zal worden, net zoals in Zweden het geval was nadat daar de bezoekers van prostituees strafbaar werden. Bron: Simon Prins, Algemeen Dagblad, 4 september Wat is het standpunt van de schrijver? 5. Welk argument geeft hij bij zijn standpunt? 6. Van welke twee typen redeneringen maakt hij gebruik? Van een redenering op basis van: A. Een kenmerk B. Een vergelijking C. Oorzaak en gevolg D. Voor- en nadelen E. Voorbeelden

10 OEFENING 2 1. Nu is het aan jou! Je krijgt een stelling en daarbij bedenk je twee argumenten die passen bij de typen redeneringen die gevraagd worden. ER MOET TECHNISCHE ONDERSTEUNING KOMEN BIJ VOETBALWEDSTRIJDEN. Type redenering Argument Vergelijking Voor- en nadelen 2. Bij de volgende stellingen mag je zelf weten wat voor typen redeneringen je gebruikt. In de linkerkolom schrijf je twee argumenten op die passen bij elk van de stellingen. De rechterkolom laat je open. HOOFDDEKSELS OP SCHOOL MOETEN VERBODEN WORDEN. Argument Van welk type redenering is hier sprake? NEDERLANDS ALS APART VAK MOET AFGESCHAFT WORDEN. Argument Van welk type redenering is hier sprake? 3. Welke typen redeneringen kun je bij je buurman/-vrouw ontdekken? Schrijf dit in de rechterkolom van de tabel.

11 LES 3: Argumentatiestructuren LESDOELEN Je kan verschillende soorten argumentatiestructuren herkennen. Je kan argumentaties structureren. Er zijn drie basisstructuren van argumentatie: ENKELVOUDIGE ARGUMENTATIE Als er bij een standpunt maar één argument gegeven wordt, heet dat enkelvoudige argumentatie. Voorbeeld: Leerlingen moeten hun huiswerk onder begeleiding in groepjes op school kunnen maken. Leerlingen zullen dan hogere cijfers halen. MEERVOUDIGE ARGUMENTATIE Er is sprake van meervoudige argumentatie als er bij een standpunt twee of meer argumenten gegeven worden die los van elkaar staan. Voorbeeld: Leerlingen moeten hun huiswerk onder begeleiding in groepjes op school kunnen maken. Leerlingen zullen dan hogere cijfers halen. Leerlingen leren dan goed samen te werken. Leerlingen worden op school niet zo snel afgeleid als thuis. ONDERSCHIKKENDE ARGUMENTATIE Bij onderschikkende argumentatie wordt een gebruikt argument door een ander argument ondersteund. Voorbeeld: Leerlingen moeten hun huiswerk onder begeleiding in groepjes op school kunnen maken. Leerlingen zullen dan hogere cijfers halen. Leerlingen kunnen dan uitleg krijgen op het moment dat ze vastlopen.

12 Meervoudige onderschikkende argumentatie is een combinatie van meervoudige en onderschikkende argumentatie. Voorbeeld: Leerlingen moeten hun huiswerk onder begeleiding in groepjes op school kunnen maken. Leerlingen zullen dan hogere cijfers halen. Leerlingen leren dan goed samen te werken. Leerlingen worden op school niet zo snel afgeleid als thuis. Leerlingen kunnen dan uitleg krijgen op het moment dat ze vastlopen. Leerlingen kunnen bij de huiswerkbegeleiding niet bellen, sms en, twitteren, etc. OEFENING 1 Plaats de argumenten A t/m I op de juiste plaats in de hokjes van het argumentatieschema. A. Jongens en meisjes leiden elkaar af. B. Jongens en meisjes moeten op een verschillende manier de lesstof gepresenteerd krijgen. C. Jongens vinden school niet zo belangrijk als meisjes. D. Jongens willen meer doen dan meisjes. E. Jongens zijn met een zes al tevreden en meisjes niet. F. Meisjes halen hogere cijfers dan jongens op proefwerken. G. Meisjes willen meer leren dan jongens. H. Meisjes worden eerder volwassen dan jongens. I. Meisjes zijn verder in hun geestelijke ontwikkeling dan jongens. Jongens en meisjes kunnen op de middelbare school beter gescheiden les krijgen. B E

13 OEFENING 2 1. Lees tekst 1. TEKST 1 Instellingen die geadopteerden helpen hun biologische familie te vinden, schatten dat de helft van alle herenigde bloedverwanten met Genetische Seksuele Aantrekkingskracht (GSA) te maken krijgt, meldde The Guardian in Men spreekt van GSA als iemand zich seksueel aangetrokken voelt door een familielid. Volgens fysioloog Jan Hindrik Ravensloot van het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam moet dat percentage met een flinke korrel zout worden genomen. Ik kan me niet voorstellen dat het zo vaak voorkomt. Dan zouden professionals er al lang meer onderzoek naar hebben gedaan. Bron: NRC Handelsblad, 17 september Zet de argumentatie hieronder in een blokjesschema. 3. Van welke argumentatiestructuur is hier sprake? A. Enkelvoudige argumentatie B. Meervoudige argumentatie C. Onderschikkende argumentatie D. Meervoudige onderschikkende argumentatie 4. Er is hier sprake van argumentatie op basis van: A. Gezag B. Normen en waarden C. Vermoedens D. Wetenschap OEFENING 3 KRIJG JE VAN JE DOCENT.

14 LES 4: Drogredenen LESDOELEN Je kan het onderscheid maken tussen een drogreden en een argument. Je kan verschillende soorten drogredenen herkennen. Ook bij argumenteren worden fouten gemaakt. Sommige fouten zijn per ongeluk: de betoger heeft niet alle consequenties van het argument voldoende doordacht. Andere fouten worden bewust gemaakt: soms bedienen betogers zich van argumenten die eigenlijk niet bedoeld zijn om het verschil van mening op te lossen, maar gewoon om gelijk te krijgen. Zowel deze argumentatiefouten als de argumentatietrucs noemen we drogredenen. Het is niet altijd duidelijk of een argument fout is en dus een drogreden genoemd mag worden; soms is dat zelfs per situatie verschillend. Je kunt wél zeggen dat drogredenen uiteindelijk de aanvaardbaarheid van een argumentatie verzwakken. De meest voorkomende argumentatiefouten worden hieronder kort uitgelegd. ONJUIST BEROEP OP CAUSALITEIT (oorzakelijkheid) Er wordt gedaan alsof A altijd B tot gevolg heeft. Maar wellicht zijn er ook andere oorzaken te noemen voor het vervelende gevolg. Voorbeeld: Het was veel te onrustig in het lokaal, daardoor zal ik wel weer een onvoldoende voor Frans gehaald hebben. VERKEERDE VERGELIJKING De vergelijking blijkt bij nader inzien toch op belangrijke punten te verschillen. Voorbeeld: Ik vind het veel te gevaarlijk jou alleen te laten beslissen. Kleine kinderen laat je ook niet alleen oversteken. VALS AUTORITEITSARGUMENT De aangehaalde autoriteit is geen autoriteit op dit gebied, of is partijdig, of wordt door anderen niet gezien als een autoriteit. Voorbeeld: Morgen wordt het slecht weer. Mijn opa, die het aan zijn likdoorns kan voelen, heeft het zelf gezegd. VALS DILEMMA Hierbij wordt gedaan alsof er maar twee opties zijn. Het wordt ook wel zwart-wit denken genoemd. Voorbeeld: Als je niet voor ons bent dan ben je tegen ons. CIRKELREDENERING Bij een cirkelredenering is het argument inhoudelijk gezien hetzelfde als het standpunt. Voorbeeld: Dit is een saai boek, want ik vind er niks aan.

15 HELLEND VLAK Een hellend vlak inroepen betekent dat men beweert dat een bepaalde actie een reeks opeenvolgende gebeurtenissen zal veroorzaken die uiteindelijk tot een ongewenst einde zullen leiden. Voorbeeld: Als we softdrugs toestaan, dan wordt Nederland uiteindelijk een land vol verslaafden. Er wordt hier vanuit gegaan dat iedereen dan drugs gaat gebruiken en meteen verslaafd raakt. Er lijkt dus geen weg meer terug. OVERHAASTE GENERALISATIE Bijna alle vooroordelen berusten op de drogreden overhaaste generalisatie. Op grond van één voorbeeld (of enkele) trek je een conclusie. Voorbeeld: Tom heeft weer een gele kaart gepakt. Die Hagenezen zijn ook allemaal heethoofden. DE PERSOONLIJKE AANVAL De spreker of schrijver gaat niet in op het argument zelf, maar op degene die het argument geeft. Voorbeeld: Ja, maar jij bent ook altijd zo n zeur. ONTDUIKEN VAN DE BEWIJSLAST De spreker of schrijver weigert argumenten bij een standpunt te geven. Vaak legt men dan de bewijslast bij de tegenpartij: die moet bewijzen dat het standpunt niet klopt. Voorbeeld: Ik mag thuiskomen wanneer ik wil. Moet ik daar nog een reden voor geven? STROMAN Een standpunt van de tegenstander verdraaien of er een zelfbedachte karikatuur van maken, waardoor het gemakkelijker aan te vallen is. Voorbeeld: Ik geloof in God. Dus jij gelooft dat er ergens op een wolk een oude kerel zit? Hier wordt het standpunt dat er een God is, verandert in een bespottelijke karikatuur. De tegenstander worden woorden in de mond gelegd, zodat de spreker een standpunt aanvalt dat de tegenstander nooit heeft verdedigd. AD POPULUM Hier wordt er vanuit gegaan dat de meerderheid altijd gelijk heeft. Een stelling wordt dus bewezen door aan te voeren dat een meerderheid er voor of juist tegen is. Voorbeeld: De spelling is 'stropop' en niet 'stro-pop', want 'stropop' levert de meeste treffers op Google.

16 OEFENING 1 In een betoog of debat is het erg belangrijk om drogredenen te kunnen herkennen. Als je in een discussie bent en je tegenstander probeert je af te leiden met drogredenen, moet je op je hoede zijn en goed kunnen reageren. Ditzelfde geldt bij een betoog als je argumenten moet beoordelen. Schrijf bij elk voorbeeld in de rechterkolom om wat voor soort drogreden het gaat. VOORBEELD 1 Condooms verergeren de verspreiding van aids, want dat zegt de paus. DROGREDEN 2 Registratie van verkeer schendt de privacy niet, want 55% van de Nederlanders heeft er geen enkel bezwaar tegen. 3 Wat weet een dronkenlap zoals jij van politiek? 4 Ik heb hem nooit met een vrouw op stap gezien, dus hij zal wel homofiel zijn. 5 Mijn opa rookte als een ketter en is 98 jaar geworden, dus roken is helemaal niet ongezond. 6 Ik heb dat niet gestolen, want ik ben geen dief. 7 Alle alcoholisten zijn ooit met Jip-en-Janneke champagne begonnen. 8 Dat ik nu blut ben, komt omdat ik te weinig zakgeld krijg van jullie! 9 - We moeten heel voorzichtig zijn met het toepassen van euthanasie. - Dus jij wilt beweren dat iemand die stervende is, moet pijn lijden tot zijn dood? 10 Het is goed dat honden aan de lijn moeten lopen, want baby s moeten toch ook in een kinderwagen?

17 OEFENING 2 1. In les 2 heb je zelf redeneringen bedacht bij twee stellingen. Nu ga je datzelfde doen, maar nu bedenk je bij elke stelling twee drogredenen. Schrijf deze op in de linkerkolom. De rechterkolom laat je open. ER MOET TECHNISCHE ONDERSTEUNING KOMEN BIJ VOETBALWEDSTRIJDEN. Argument Van welke drogreden is hier sprake? HOOFDDEKSELS OP SCHOOL MOETEN VERBODEN WORDEN. Argument Van welke drogreden is hier sprake? 2. Welke drogredenen kun je bij je buurman/-vrouw ontdekken? Schrijf dit in de rechterkolom van de tabel. OEFENING 3 Je gaat zo naar een filmpje kijken waarin cabaretier Hans Teeuwen op bezoek is bij de Meiden van Halal. Beide partijen geven verschillende argumenten, maar jij let alleen op de argumentatie van Hans Teeuwen. Dit doe je aan de hand van drie vragen. Lees deze eerst goed door voor je naar het fragment gaat kijken. 1. Welk argument geeft Hans Teeuwen voor zijn mening dat iedereen het recht heeft om te beledigen?

18 2. Kun jij de onderstaande drogredenen herkennen? SOORT DROGREDEN 1 Hellend vlak ARGUMENT 2 Generalisatie 3 Bespelen van het publiek 4 Stroman 3. Zoals je kon zien, gebruikte Hans Teeuwen meerdere drogredenen. Waarom denk je dat er in de media toch gezegd werd over dat hij de discussie gewonnen had?

19 LES 5: Argumenten beoordelen LESDOELEN Je weet waar je op moet letten bij het beoordelen van de aanvaardbaarheid van een argumentatie. Je kan de argumentatie in een betogende tekst op aanvaardbaarheid beoordelen. Bij het beoordelen van een geschreven of gesproken betoog moet je kijken naar een aantal kritische punten. Eerst maak je een volledig argumentatieschema met het standpunt en alle (sub)argumenten erin. Vervolgens bepaal je van welke type(n) redenering(en) gebruik gemaakt wordt en dan kijk je naar: INHOUD - Zijn de argumenten waar of aannemelijk? - Zijn de genoemde feiten (gebruikt als argument of als ondersteuning van een argument) controleerbaar? - Zijn de argumenten niet met elkaar in tegenspraak? - Zijn er geen drogredenen gebruikt? VOLLEDIGHEID - Zijn de belangrijkste argumenten genoemd? - Zijn de belangrijkste tegenargumenten genoemd en weerlegd? SCHRIJVER - Hoe deskundig is de schrijver? - Heeft de schrijver belangen bij zijn standpunt? Zo ja, wat zegt dat over de betrouwbaarheid van het betoog? OEFENING 1: HERHALING DROGREDENEN Vorige les heb je al gekeken naar verschillende argumentatiefouten. Nu een korte herhaling: Lees tekst 1. Er staan drie drogredenen in deze tekst. Omcirkel de drogredenen en schrijf hieronder welke drie soorten drogredenen je hebt opgespoord TEKST 1 Ik vind het zo belachelijk dat jongeren tegenwoordig zomaar tatoeages mogen nemen. Die kinderen zijn toch allemaal nog niet volwassen genoeg om zo n heftige beslissing te nemen?! Zo n tattoo staat voor de rest van je leven op je lichaam en je kan hem nooit even afdoen. Daarnaast heb ik begrepen van een vriend van me dat het ook erg gevaarlijk is. Hij heeft zelf ook een tattoo en vertelde dat hij spijt kreeg toen hij hoorde dat er kankerverwekkende stoffen inzitten. Ten slotte hou ik mijn hart vast. Als ze al zo jong aan de tattoos gaan, waar eindigt het dan? Over tien jaar zal er geen plekje meer over zijn.

20 TEKST 1 STOORZENDERS 1. Mobieltjes in de klas veroorzaken chaos, concludeerde de Nationale Academie voor Media & Maatschappij na een onderzoek op 120 basis- en middelbare scholen. De concentratie van leerlingen wordt verstoord, de kwaliteit van het onderwijs lijdt eronder, evenals de veiligheid van de schoolpopulatie. Zowel leerlingen als leraren staan bloot aan anonieme digitale pesterijen. Scholen zouden een mediacoach in de arm moeten nemen, die in overleg met een expertgroep van leerlingen harde beleidsafspraken kan maken, zo opperen de onderzoekers. 2. Het klinkt behoorlijk hopeloos: digibete leraren die geen flauw idee hebben wat pingen is, andere leraren die zelf zitten te bellen in de klas, leerlingen die elk incident op school filmen, uploaden en rondtwitteren, en de hele dag door in alle schoolgeledingen een lavastroom van sms jes, waar iedereen doorheen waadt. Het is niet verwonderlijk dat in de hierop volgende discussie stemmen opgingen om de aanwezigheid van mobieltjes op school eenvoudig te verbieden. Dan is het afgelopen met het gedonder en kan de corebusiness van onderwijs geven en krijgen worden hervat. 3. In New York en Beieren schijnt een effectief mobieltjesverbod op scholen van kracht te zijn, volgens een ingezondenbrievenschrijver in NRC Handelsblad. Dat het verbieden daar gelukt is, kan ik nauwelijks geloven. Het mobieltjes betekent voor veel tieners (en trouwens ook voor het merendeel van de volwassenen) zoveel meer dan alleen een communicatiemiddel met de buitenwereld. Het is een verlengstuk van het lichaam, iets waarmee de eigenaar zich zo sterk identificeert dat hij er bijna mee samenvalt. Wordt het gadget van tieners afgepakt, dan is het of hun levenslijn wordt doorgesneden, alsof hun zuurstoftoevoer wordt geblokkeerd. 4. Het is niet goed voorstelbaar dat ouders zouden instemmen met een schoolverbod op de aanwezigheid van mobieltjes. Uit oogpunt van bereikbaarheid en veiligheid hechten ouders eraan dat hun kinderen een mobieltje bij zich hebben. Kinderen gebruiken het ding immers ook op weg van school naar huis. Bovendien moeten kinderen na school vaak eerst ergens anders heen voor ze terugkeren naar huis. 5. Het punt van zorg betreft dan ook niet de onontkoombare aanwezigheid van mobieltjes op school, maar het gebruik ervan. Dat die dingen tijdens de les uit moeten staan, althans stil in de tas moeten zitten, is zo n elementaire omgangsvorm dat daar geen mediacoach aan te pas hoeft te komen, zou je denken. Voor en na de les, in de pauze, tijdens de vele tussenuren, onder het zelfstandig werken in de mediatheek, desnoods in de kleedkamer van de gymzaal heeft iedereen de vrijheid om na hartenlust te twitteren en Facebook bi te werken. 6. Maar tijdens een klassikaal lesuur, waarin de leraar probeert de klas als geheel een en ander bij te brengen en waarin leerlingen worden geacht hun aandacht te richten op de te behandelen lesstof, is het domweg onbeschoft om iets anders te doen. Het maakt niet uit of het gaat om nagels te lakken, een stripboek lezen of via Twitter een leraar afkraken. 7. In een kleine, overzichtelijke groep die een gemeenschappelijke taak moet volbrengen, is het een vorm van sabotage als een van de aanwezigen zich onttrekt aan de werkzaakheden om zich op eigen houtje te amuseren. Zelfs als aanwezigen zich grondeloos vervelen, zouden ze de beleefdheid moeten opbrengen om tenminste te doen alsof ze hun aandacht erbij houden. 8. Een notaris die een testament voorleest aan nabestaanden, gaat ook niet tussendoor sms en met zijn vrouw. Een tandarts onderbreekt de behandeling van zijn patiënt niet om een vrolijke tweet rond te sturen. Een pianoleraar maakt geen filmpjes met zijn smartphone van het gênante gepingel van een talentloze leerling. Wie zijn bezigheden serieus neemt, doet zoiets niet. 9. Een mobieltje is als een geslachtsorgaan: je hebt het altijd bij je, maar je moet het niet altijd tevoorschijn halen. Bron Beatrijs Ritsema, HP/De Tijd, 17 juni 2011

21 OEFENING 2: TEKST 1 1. Wat is het standpunt van de Nationale Academie voor Media & Maatschappij inzake mobieltjes? 2. Zet bovenstaand standpunt en de vier bijbehorende argumenten in een argumentatieschema. 3. Van welk type redenering is hier sprake? Van een redenering op basis van: A. Kenmerken B. Overeenkomsten C. Voor- en nadelen D. Voorbeelden 4. Niet verwonderlijk dat in de hierop volgende discussie stemmen opgingen voor de aanwezigheid van mobieltjes eenvoudig te verbieden op school. (alinea 2) Noteer de argumenten die hiervoor in alinea 2 gegeven worden. 5. Van welk type redenering is hier sprake? Van een redenering op basis van: A. Een overeenkomst B. Oorzaak en gevolg C. Voor- en nadelen D. Voorbeelden

22 6. Dat het verbieden daar gelukt is, kan ik nauwelijks geloven, (alinea 3) Formuleer het argument dat de auteur daarvoor in alinea 3 geeft. Gebruik niet meer dan 15 woorden. 7. Met welke uitspraak ondersteunt de auteur dit argument? 8. Wordt het gadget van tieners afgepakt, dan is het of hun levenslijn wordt doorgesneden, alsof hun zuurstoftoevoer wordt geblokkeerd. (alinea 3). Van welk type redenering is hier sprake? Van een redenering op basis van: A. Een kenmerk B. Een vergelijking C. Oorzaak en gevolg D. Voorbeelden 9. Uit oogpunt van bereikbaarheid en veiligheid hechten ouders eraan dat kinderen hun mobieltje bij zich hebben. Noteer de uitspraak die met dit argument ondersteund wordt. 10. Hoe wordt het argument uit vraag 11 ondersteund? 11. Het gebruik van mobieltjes is het punt van zorg (alinea 5). Ondersteunt de auteur dit? Zo ja, hoe? 12. Mobieltjes moeten niet in de klas gebruikt worden, vindt de auteur. Formuleer het argument dat de auteur daarvoor geeft in alinea 5. Gebruik niet meer dan 15 woorden.

23 13. Formuleer het argument dat de auteur daarvoor geeft in alinea 6. Gebruik max. 10 woorden. 14. Formuleer de argumenten die de auteur daarvoor geeft in alinea De argumentatie bij dit standpunt in alinea 8 is op basis van: A. Gevolgen B. Kenmerken C. Nadelen D. Overeenkomsten 16. De argumentatie bij dit standpunt in alinea 9 is op basis van: A. Een eigenschap B. Een overeenkomst C. Een voorbeeld D. Oorzaak en gevolg 17. Welke drogreden herken je hier? 18. De auteur vindt dat mobieltjes op school niet verboden moeten worden. Noteer bij elk van de volgende uitspraken of je die waar of niet waar vindt. Er zijn voldoende argumenten bij het standpunt gegeven. De argumenten zijn voldoende onderbouwd. De belangrijkste tegenargumenten zijn genoemd. De belangrijkste tegenargumenten zijn weerlegd. De auteur is deskundig. De auteur heeft geen belang bij haar standpunt. 19. Welke van onderstaande uitspraken is het meest van toepassing op deze tekst? A. Het is een aanvaardbaar betoog, want er zijn goede argumenten gebruikt en de belangrijkste tegenargumenten zijn weerlegd. B. Het is een betwistbaar betoog, want er worden geen goede argumenten gebruikt. C. Het is een betwistbaar betoog, want de auteur gebruikt geen goede argumenten en weerlegt de tegenargumenten niet voldoende. D. Het is een redelijk betoog, want de auteur gebruikt goede argumenten, maar weerlegt de tegenargumenten niet voldoende. Licht je antwoord toe:

24 LES 6: Betoog LESDOELEN Je kan een betoog schrijven op basis van argumentatie. Je kan een bewuste keuze voor een passende tekststructuur. Je kan je tekst herschrijven op basis van feedback. In de vorige lessen heb je vooral andere teksten geanalyseerd en beoordeeld op de aanvaardbaarheid van argumenten. Met al die kennis in je achterhoofd ga je nu zelf een tekst schrijven. Een andere benaming voor een tekst met een mening is een betoog. Met een betoog wil je de lezer overtuigen van jouw mening. Dit doe je aan de hand van een duidelijke opbouw: 1. Je geeft je verhaal een passende titel. 2. In de inleiding introduceer je het onderwerp en geef je je jouw standpunt bij dat onderwerp. 3. In de kern geef je argumenten bij je standpunt. Elk argument werk je uit in een aparte alinea, door bijvoorbeeld voorbeelden te geven. Je kan daarnaast tegenargumenten weerleggen. 4. In het slot geef je een conclusie. Hier geef je antwoord op de stelling of vraag die je in de inleiding gesteld hebt. (Gebruik signaalwoorden zoals dus en kortom.) Titel Inleiding - Introductie onderwerp - Stelling nemen Middenstuk - Argument 1 - ondersteuning 1 - Argument 2 - ondersteuning 2 - Tegenargument 1 - weerlegging 1 Slot Conclusie Voorbeeld OEFENING 1 Je gaat straks een betoog schrijven over de stelling: De doodstraf moet ingevoerd worden. Je mag zelf weten of je voor of tegen bent. Voor deze stelling heb je argumenten nodig die jouw mening ondersteunen, maar je hebt ook argumenten nodig van de tegenpartij om te weerleggen. Noteer deze in het tabel hieronder. Je krijgt hulp van een filmfragment. VOOR TEGEN

25 OEFENING 2 1. Nu je in je hoofd hebt zitten welke argumenten je gaat gebruiken, is het tijd voor de start van je betoog. Schrijf nu de inleiding van je tekst. 2. Wissel nu de inleiding uit met je buurman of vrouw. Beoordeel of alle belangrijke informatie erin staat. 3. Maak voor je de rest van de tekst gaat schrijven een argumentatieschema. Hiermee heb je een opbouw voor je tekst, maar kun je ook meteen controleren of je argumenten sterk genoeg zijn. De doodstraf moet ingevoerd worden. Het woordje niet doorhalen als je voor de stelling bent. 4. Wissel nu dit argumentatieschema uit met je buurman of vrouw. Beoordeel van elkaar of de argumentatie sterk genoeg is. Is er sprake van een meervoudige onderschikkende argumentatie? 5. Nu kun je het betoog gaan schrijven. Doe dit op een apart blaadje. HUISWERK: Schrijf je betoog af. Je kunt eventueel nog research doen op het internet voor meer argumenten en informatie.

26 LES 7: Debatteren LESDOELEN Je kan de argumentatie in een betogende tekst op aanvaardbaarheid beoordelen. Je kan actief deelnemen aan een debat. Je kan adequaat reageren op de uitingen van anderen. OEFENING 1: BETOGEN BEOORDELEN Je gaat het betoog van je buurman of vrouw lezen en beoordelen. Hou de criteria van vorige les erbij en geef duidelijke feedback, zodat de ander zijn/haar tekst goed kan herschrijven. -- Volgende week gaan jullie een groot debat voeren over de stelling die jullie gebruikt hebben in je betoog. Om je daar op voor te bereiden, ga je nu oefenen met debatteren. Je hebt met je betoog al heel veel geoefend op de inhoud van een argumentatie. Maar zoals je in eerdere lessen hebt gezien gaat het ook om overtuigingskracht. Denk maar aan het fragment met Hans Teeuwen. OEFENING 2: VERKOOPPRAATJES Je gaat zitten in groepjes van vier. Iedereen krijgt van de docent een voorwerp dat hij/zij moet verkopen aan de rest van het groepje. Zoals je zult merken, zijn de voorwerpen nou niet bepaald aantrekkelijk. Je zal dus een goede overtuigingskracht moeten hebben om ervoor te zorgen dat de rest van je groepje voor jouw voorwerp kiest. 1. Iedereen krijgt een voorwerp van de docent, die verkocht moet worden. 2. Je krijgt 1 minuut om een zo goed mogelijk verkooppraatje te houden. 3. Als iedereen geweest is, stemt iedereen op een groepslid. Je stemt NIET op jezelf! Wie is de winnaar? OEFENING 3: BALLONDEBAT In een luchtballon zitten een aantal beroemde mensen, maar deze ballon is lek geraakt. Hij zal neerstorten en voor ieder een dodelijke afloop hebben. Slechts één iemand kan de ramp overleven, maar alleen als de anderen uit de ballon springen. Er komt zo een kort debat, waarin jij probeert zo lang mogelijk in de ballon te blijven. 1. Met je groepje kies je een beroemd persoon die jullie in de ballon gaan zetten. 2. Op de flap zet je zoveel mogelijk argumenten die daarvoor pleiten. 3. Één iemand is de spreker, de rest is jury. 4. Elk groepje (elke jury) kiest een winnaar op basis van: argumenten, weerlegging van de andere argumenten en presentatie/overtuiging.

27 Feedbackformulier ballondebat: ronde 1 SPREKER 1 SPREKER 2 SPREKER 3 SPREKER 4 SPREKER 5 SPREKER 6 Argumenten om Argumenten om Argumenten om Argumenten om Argumenten om Argumenten om te blijven: te blijven: te blijven: te blijven: te blijven: te blijven: Presentatie: O M V G Presentatie: O M V G Presentatie: O M V G Presentatie: O M V G Presentatie: O M V G Presentatie: O M V G Feedbackformulier ballondebat: ronde 2 SPREKER 1 SPREKER 2 SPREKER 3 Argumenten tegen spreker 2: Argumenten tegen spreker 1: Argumenten tegen spreker 1: Argumenten tegen spreker 3: Argumenten tegen spreker 3: Argumenten tegen spreker 2:

28 LES 8: Slotdebat LESDOELEN Je kan actief deelnemen aan een Lagerhuisdebat en rekening houden met de debatregels. Je kan op doeltreffende wijze de beurt nemen en behouden in een debat. LAGERHUISDEBAT Het Lagerhuisdebat is een kort debat waarin de argumenten elkaar snel opvolgen. Bij deze debatvorm zitten de deelnemers tegenover elkaar in twee groepen. De debatleider introduceert een stelling en vraagt wie er iets over de stelling wil zeggen. Wie het woord wil, staat op. De debatleider geeft aan wie mag spreken en zorgt ervoor dat het debat ordelijk verloopt. Een jury houdt de inbreng van de debaters bij. Aan het eind van de debat(ten) krijgt de jury het laatste woord. Die bepaalt wie van de deelnemers de beste debater was. Hierbij wordt gelet op het geven van argumenten, het weerleggen van tegenargumenten en natuurlijk de presentatie en overtuigingskracht. Tijdens het debat heeft iedereen de mogelijkheid om over te lopen. Zo kun je ook je mening kenbaar maken, zonder dat je iets zegt. Je kunt dus op deze manier laten zien dat iemand je met goede argumenten over de streep heeft getrokken om naar de andere kant te gaan. Dit biedt de debatleider de gelegenheid om deze deelnemers in het debat te betrekken door aan hen te vragen waarom ze blijven zitten of juist naar de andere kant overlopen. AAN DE SLAG De docent is de debatleider en deze kiest twee leerlingen die de jury vormen. De rest van de klas doet mee aan het debat. Er worden drie rondes gedebatteerd en iedere ronde duurt tien minuten. Aan het eind van alle rondes, bepalen de juryleden de winnaar. De eerste stelling kennen jullie al goed. Ronde 1: De doodstraf moet ingevoerd worden. Ronde 2: Jongens en meisjes moeten gescheiden les krijgen. Ronde 3: Wie rookt, moet meer zorgpremie betalen. HOE DOEN WE DAT? 1. De docent introduceert als debatleider de stelling. 2. De deelnemers kiezen een kant. 3. De debatleiders geeft beurten aan deelnemers die staan. 4. De deelnemers kiezen op grond van de argumenten of ze blijven zitten of oversteken naar de andere kant. 5. De debatleiders stelt vragen aan deelnemers om ze in het debat te betrekken. Belangrijk: wacht op je beurt en praat door niemand heen. Laat iedereen in zijn waarde, ook al ben je het misschien oneens met elkaar!

29 Evaluatie Naam: Klas: 1 = mee eens - 4 = mee oneens 1. Ik heb mijn uiterste best gedaan bij deze module Ik had mijn werk in de les op tijd af Ik heb voldoende tijd besteed aan deze module Ik weet hoe ik argumentaties moet beoordelen Ik kan een goede argumentatie voeren Ik begreep wat er in deze module van mij verwacht werd Ik kon zelfstandig aan de slag met deze module Als ik mezelf een cijfer mocht geven dan gaf ik mezelf een. Licht je antwoord toe: Over de module: 1 = mee eens - 4 = mee oneens 9. Als ik een opdracht voor deze module deed, dan wist ik waarom ik dat deed De opdrachten die ik kreeg bij deze module vond ik zinvol en bruikbaar De opdrachten die ik bij deze module kreeg, waren niet te moeilijk voor mij Ik denk dat de opdrachten mij hebben geholpen om zowel schriftelijk als mondeling beter te argumenteren. Ruimte voor opmerkingen of toelichting:

Samenvatting Nederlands H2 Argumentatie

Samenvatting Nederlands H2 Argumentatie Samenvatting Nederlands H2 Argumentatie Samenvatting door S. 873 woorden 26 november 2016 5,8 5 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands H2 Argumentatie Par 1 Standpunten Als je een standpunt

Nadere informatie

Nieuw Nederlands Katern 4/5 havo 5/6 vwo. 1

Nieuw Nederlands Katern 4/5 havo 5/6 vwo.   1 Nieuw Nederlands Katern 4/5 havo 5/6 vwo www.mevrouwzus.wordpress.com 1 Hoofdstuk 1 www.mevrouwzus.wordpress.com 2 Paragraaf 1.1 www.mevrouwzus.wordpress.com 3 standpunt = mening signaalwoorden standpunt:

Nadere informatie

Cursus Argumentatieve vaardigheden

Cursus Argumentatieve vaardigheden 4H ANTWOORDEN argumentatieve vaardigheden Cursus Argumentatieve vaardigheden Hoofdstuk 1 Standpunten en argumenten Paragraaf 1 Standpunten Opdracht 1 1 We kunnen beter een particulier beveiligingsbureau

Nadere informatie

onthouden. Schrijfdoelen Schrijfdoel Inhoud schrijfdoel Voorbeeld vermaakt door een leuk, spannen, aangrijpend of interessante tekst.

onthouden. Schrijfdoelen Schrijfdoel Inhoud schrijfdoel Voorbeeld vermaakt door een leuk, spannen, aangrijpend of interessante tekst. Nederlands Leesvaardigheid Leesstrategieën Oriënterend lezen Globaal lezen Intensief lezen Zoekend lezen Kritisch lezen Studerend lezen Om het onderwerp vast te stellen en te bepalen of de tekst bruikbaar

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Lezen en Argumenteren

Samenvatting Nederlands Lezen en Argumenteren Samenvatting Nederlands Lezen en Argumenteren Samenvatting door B. 1258 woorden 29 oktober 2014 4,3 4 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Betrouwbaarheid controle 1.auteur 2.publicatieplaats

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Domein A: leesvaardigheid en domein D: argumentatieve vaardigheden

Samenvatting Nederlands Domein A: leesvaardigheid en domein D: argumentatieve vaardigheden Samenvatting Nederlands Domein A: leesvaardigheid en domein D: argumentatieve vaardigheden Samenvatting door Denise 1323 woorden 7 mei 2019 0 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Alle

Nadere informatie

Samenvatting door Manou 656 woorden 24 mei keer beoordeeld. Nederlands. Samenvatting Nederlands leesvaardigheid.

Samenvatting door Manou 656 woorden 24 mei keer beoordeeld. Nederlands. Samenvatting Nederlands leesvaardigheid. Samenvatting door Manou 656 woorden 24 mei 2016 6 24 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Samenvatting Nederlands leesvaardigheid Leesvaardigheid Schrijfdoelen en Tekstsoorten Er zijn

Nadere informatie

5 havo Nederlands mevr. Rozendaal. Leesvaardigheid examenvoorbereidingen

5 havo Nederlands mevr. Rozendaal. Leesvaardigheid examenvoorbereidingen naam: Leesvaardigheid examenvoorbereidingen Opdracht: vul de juiste begrippen in op de lege plekken. Je kunt kiezen uit: acceptatie afhankelijk belanghebbend beschouwing betrouwbare deskundige discussiant

Nadere informatie

Cursus Argumentatieve vaardigheden. Hoofdstuk 1 Standpunten en argumenten. Paragraaf 1 Standpunten

Cursus Argumentatieve vaardigheden. Hoofdstuk 1 Standpunten en argumenten. Paragraaf 1 Standpunten Cursus Argumentatieve vaardigheden Hoofdstuk 1 Standpunten en argumenten Paragraaf 1 Standpunten Opdracht 1 1 We kunnen beter een particulier beveiligingsbureau voor school inhuren. (positief standpunt)

Nadere informatie

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie Leerkrachtinformatie (dubbele les) Lesduur: 2 x 50 minuten (klassikaal) Introductie van de activiteit 1. Deze klassikale les bestaat uit twee delen: Voorbereiding Uitvoering voorbereiding Lesduur: 50 minuten

Nadere informatie

Oriënterend lezen. Globaal lezen. Intensief lezen. Zoekend leen. Kritisch lezen. Studerend lezen

Oriënterend lezen. Globaal lezen. Intensief lezen. Zoekend leen. Kritisch lezen. Studerend lezen Samenvatting Nederlands leesvaardigheid 1 en 2 en argumenteren katern Lezen hoofdstuk 1 Leesstrategieën Manieren van heten leesstrategieën Leesdoel Leesstrategie Aanpak vaststellen Snel bepalen of een

Nadere informatie

Zijn deze stellingen feiten of meningen? Zet een kruisje in de gepaste kolom. Dat was een fantastisch boek, de personages waren levensecht.

Zijn deze stellingen feiten of meningen? Zet een kruisje in de gepaste kolom. Dat was een fantastisch boek, de personages waren levensecht. Vraag 34 Geef je me één goede reden? Over de argumentatiestructuur In vraag 15 en vraag 22 maakte je al kennis met enkele tekststructuren en de gepaste verbindingswoorden: de chronologische, de opsommende,

Nadere informatie

EXAMENPROJECT NEDERLANDS 5TSO ARGUMENTEREN EN DEBATTEREN

EXAMENPROJECT NEDERLANDS 5TSO ARGUMENTEREN EN DEBATTEREN EXAMENPROJECT NEDERLANDS 5TSO ARGUMENTEREN EN DEBATTEREN N. Gheerolfs/ L. Eeckhout/ T. De Man/ N. De Vleeschauwer 1 Examenproject semester 2 5TSO Argumenteren en debatteren Met deze bundel bereid je je

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Blok 8 en 9

Samenvatting Nederlands Blok 8 en 9 Samenvatting Nederlands Blok 8 en 9 Samenvatting door een scholier 1705 woorden 14 januari 2006 6,5 11 keer beoordeeld Vak Nederlands Blok 8 We onderscheiden de volgende tekstdoelen (wat de schrijver met

Nadere informatie

Met hulp: ophelderen van onduidelijkheden

Met hulp: ophelderen van onduidelijkheden 1. Kijk naar de titel, de tussenkopjes en de afbeelding bij de tekst. Waar gaat de tekst over? 2. Bespreek met de klas: wie heeft er thuis een hond? Waar komen deze honden vandaan? Let op: je maakt Opdracht

Nadere informatie

Klas:.. 2HV. 12 december 21 december Docent: Mevr. K.Kompier

Klas:.. 2HV. 12 december 21 december Docent: Mevr. K.Kompier Naam: Klas:.. 2HV 12 december 21 december Docent: Mevr. K.Kompier Inhoudsopgave INLEIDING 3 1. LES 1 ORIËNTATIELES 3 2. LES 2 ARGUMENTEN VERZAMELEN 4 3. LES 3 - LEREN BEOORDELEN 6 4. LES 4 DROGREDENEN

Nadere informatie

Sooo! Sooo! viral! viral! toch? toch? In 7 stappen debatteren in de klas over media

Sooo! Sooo! viral! viral! toch? toch? In 7 stappen debatteren in de klas over media Sooo! Sooo! Die post Die post over onze over onze leraar gaat leraar gaat viral! viral! Dan moet Dan moet het wel het wel waar zijn, waar zijn, toch? toch? In 7 stappen debatteren in de klas over media

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Argumenteren H1+2

Samenvatting Nederlands Argumenteren H1+2 Samenvatting Nederlands Argumenteren H1+2 Samenvatting door een scholier 2218 woorden 20 juni 2013 6,4 4 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Hoofdstuk 1: Mening: (standpunt/stelling)

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3 Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3 Samenvatting door een scholier 1653 woorden 13 februari 2011 6 16 keer beoordeeld Vak Nederlands Samenvatting H1,2,3,4,5 paragraaf 1,2,(3) Schrijfdoelen

Nadere informatie

HOE SCHRIJF JE EEN GOED BETOOG? THEORIE EN VOORBEELDEN 4 VWO BLOK 2

HOE SCHRIJF JE EEN GOED BETOOG? THEORIE EN VOORBEELDEN 4 VWO BLOK 2 HOE SCHRIJF JE EEN GOED BETOOG? THEORIE EN VOORBEELDEN 4 VWO BLOK 2 Toelichting In deze powerpoint staat theorie en uitleg over het betoog De dia s met theorie zijn oranje gekleurd Op de witte dia s staan

Nadere informatie

Voorbeeldles Taaldomeinen in samenhang: Argumenteren

Voorbeeldles Taaldomeinen in samenhang: Argumenteren Voorbeeldles Taaldomeinen in samenhang: Argumenteren Uitwerking bij ontwerpprincipe 1 Geschikt voor groep(en): 7 en 8 Taaldomeinen: lezen en schrijven Lesdoelen: Lezen: De leerlingen weten wat een standpunt

Nadere informatie

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen.

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen. Vrijdag februari 2015 Artikelen: Alle artikelen - 7Days week Inhoud: Leerlingen leren om kritisch te kijken naar de actuele artikelen in 7Days. Leerlingen leren standpunten en argumenten te herkennen.

Nadere informatie

Docentenhandleiding Derde Kamer - Handboek Politiek 1

Docentenhandleiding Derde Kamer - Handboek Politiek 1 Docentenhandleiding Derde Kamer - Handboek Politiek 1 De Derde Kamer der Staten-Generaal is een interactief lesprogramma over politiek voor leerlingen van groep 7 en 8. Wij raden aan om het lesprogramma

Nadere informatie

SAI Leopoldlaan 9 9300 Aalst. Debatteren. Een documentatiemap

SAI Leopoldlaan 9 9300 Aalst. Debatteren. Een documentatiemap SAI Leopoldlaan 9 9300 Aalst Debatteren Een documentatiemap Naam: Klas: Vak: Nederlands Schooljaar 2013 2014 Debatteren: instructieblad 1. Oriëntatie van de opdracht Er zijn drie debatten waarbij je telkens

Nadere informatie

Docenten Handleiding

Docenten Handleiding 2HV Docenten Handleiding 1. les 1 Oriëntatieles In groepjes met even aantallen wordt een discussie gevoerd over een stelling. De helft van een groepje zal over deze stelling discussiëren, terwijl de andere

Nadere informatie

Samenvatting Examenstof Nederlands Havo

Samenvatting Examenstof Nederlands Havo Samenvatting door een scholier 2098 woorden 29 april 2018 7.7 13 keer beoordeeld Vak Nederlands Samenvatting Examenstof Nederlands Havo Tekstdoel Uitgangspunt Tekstsoort Tekstvorm (voorbeeld) Informeren

Nadere informatie

Docentenhandleiding Derde Kamer - Handboek Politiek 2

Docentenhandleiding Derde Kamer - Handboek Politiek 2 Docentenhandleiding Derde Kamer - Handboek Politiek 2 De Derde Kamer der Staten-Generaal is een interactief lesprogramma over politiek voor leerlingen van groep 7 en 8. Met behulp van het Handboek Politiek

Nadere informatie

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID Beleid is alleen nodig als je iets gaat veranderen. INLEIDING Het beleid van een organisatie bepaalt hoe je moet werken en wat de bestuurders belangrijk vinden. Dat beleid

Nadere informatie

Spreken - Discussie en debat HV12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Spreken - Discussie en debat HV12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteurs VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 22 August 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/52710 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

? Hier heb ik een vraag bij.?? Dit snap ik niet.! Dit valt me op! N Dit is nieuw voor me.

? Hier heb ik een vraag bij.?? Dit snap ik niet.! Dit valt me op! N Dit is nieuw voor me. 1. Kijk naar de titel en de tussenkopjes van de tekst. Kijk ook naar het plaatje. Waar gaat de tekst over? 2. Tijdens deze les let je extra op moeilijke woorden in de tekst. Kies of je opdracht 1 met hulp

Nadere informatie

HAVO 4 presenteren + debat + betoog periode

HAVO 4 presenteren + debat + betoog periode HAVO 4 presenteren + debat + betoog periode 3 2018-2019 In deze periode kies je in groepjes een onderwerp, houd je een presentatie, debatteer je tegen andere groepen en schrijf je een betoog over je eigen

Nadere informatie

Tekst lezen zonder hulp: samenvatten

Tekst lezen zonder hulp: samenvatten 1. Bekijk de buitenkant van de tekst: de titel, de tussenkopjes en het plaatje. De tekst gaat over de laatste speelgoedrage: de fidget spinner. Wat gaat de tekst je hierover vertellen, denk je? 2. Welke

Nadere informatie

Handleiding voor docenten op het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs

Handleiding voor docenten op het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs Handleiding voor docenten op het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs In 6 stappen debatteren in de klas over media Deze handleiding helpt naar een actief, gestructureerd en inhoudelijk

Nadere informatie

VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID

VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID Maak een mindmap of schema van een tekst ga je dan doen? Naar aanleiding van een titel, ondertitel, plaatjes en of de bron van de tekst ga je eerst individueel (en

Nadere informatie

Inhoud. 1. Introductie Nederlands... 3

Inhoud. 1. Introductie Nederlands... 3 Functieopdracht Nederlands - Operator A en B Inhoud 1. Introductie Nederlands... 3 2. Opdrachten... 5 Opdracht 1. Verschillende meningen... 5 Opdracht 2. Luisteren naar een vergadering... 7 Opdracht 3.

Nadere informatie

I nhoud. Voorwoord 5. Inleiding 11

I nhoud. Voorwoord 5. Inleiding 11 I nhoud Voorwoord 5 Inleiding 11 1 Ruziën of discussiëren 13 1.1 Wie beweert, moet bewijzen 13 1.2 Het belemmeren van het geven van een mening 16 1.2.1 Het taboe verklaren van een standpunt 17 1.2.2 Het

Nadere informatie

4. Controleer na het lezen van de tekst jullie voorspelling. Klopte de voorspelling met de inhoud van de tekst?

4. Controleer na het lezen van de tekst jullie voorspelling. Klopte de voorspelling met de inhoud van de tekst? Tekst lezen 1. Lees de uitleg. Als je een tekst gaat lezen, dan kun je de volgende leesstrategieën inzetten: De buitenkant van de tekst bekijken, voorspellen waar het over kan gaan en je voorkennis activeren.

Nadere informatie

Schrijfopdracht 5: Zijn vrienden het altijd eens?

Schrijfopdracht 5: Zijn vrienden het altijd eens? Leerlingboekje Les 9 en 10 Naam:. Schrijfopdracht 5: Zijn vrienden het altijd eens? Groep 7 Leren schrijven met peer response Tekst: M. Hoogeveen, A. van Gelderen, A. Wijnbergh Illustraties: V. van Asperen

Nadere informatie

Dat was een fantastisch boek, de personages waren levensecht. Portugal gaat zeker de wereldbeker winnen met zo n geweldige ploeg.

Dat was een fantastisch boek, de personages waren levensecht. Portugal gaat zeker de wereldbeker winnen met zo n geweldige ploeg. Vraag 37 Geef je me één goede reden? Over de argumentatiestructuur In vraag 15 en vraag 22 maakte je al kennis met enkele tekststructuren: de chronologische, de opsommende, de vergelijkende, de oorzaak-gevolgstructuur,

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Module 9

Samenvatting Nederlands Module 9 Samenvatting Nederlands Module 9 Samenvatting door een scholier 1519 woorden 26 juni 2004 7,5 55 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Kiliaan Module 9: A3 Tekstsoorten A4 Structuur van de boodschap C4

Nadere informatie

VOOR OF TEGEN VUURWERK?

VOOR OF TEGEN VUURWERK? VOOR OF TEGEN VUURWERK? DECEMBER 2015 AAN DE SLAG MET #9 WAT HEB JE NODIG? - Werkblad per partij DE WERKVORM IN HET KORT Veel mensen genieten van vuurwerk tijdens de jaarwisseling, maar het zorgt ook voor

Nadere informatie

Docentenhandleiding Derde Kamer - Handboek Politiek 2

Docentenhandleiding Derde Kamer - Handboek Politiek 2 Docentenhandleiding Derde Kamer - Handboek Politiek 2 De Derde Kamer der Staten-Generaal deel 2 is een interactief lesprogramma over politiek voor leerlingen van groep 7 en 8. Met behulp van het Handboek

Nadere informatie

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen Algemene gegevens Docent Evah den Boer School Helen Parkhurst Titel lessenserie Recensie schrijven CKV/NETL Klas (en niveau) 4 vwo Aantal leerlingen

Nadere informatie

Docentenhandleiding Derde Kamer - Handboek Politiek 1

Docentenhandleiding Derde Kamer - Handboek Politiek 1 Docentenhandleiding Derde Kamer - Handboek Politiek 1 De Derde Kamer der Staten-Generaal is een interactief lesprogramma over politiek voor leerlingen van groep 7 en 8. Wij raden aan om het lesprogramma

Nadere informatie

Examen HAVO. Nederlands Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 22 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. Nederlands Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 22 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2010 tijdvak 2 dinsdag 22 juni 13.30-16.30 uur tevens oud programma Nederlands Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 21 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor

Nadere informatie

MONDELINGE TAALVAARDIGHEID BK 3 WAT ZEG JE? Wat ga je doen?

MONDELINGE TAALVAARDIGHEID BK 3 WAT ZEG JE? Wat ga je doen? Wat zeg je? Net als in voorgaande jaren krijg je ook nu een module over spreken, gesprekken voeren en luisteren. Een module waarin je lekker actief met elkaar aan de slag gaat. Je geniet van presentaties

Nadere informatie

Teksverklaringen!!!!! Samenvattingen!! - Meerkeuzevragen! - Open! !!!! Nederlands! 1. Spellen! 2. Samenvatting schrijven

Teksverklaringen!!!!! Samenvattingen!! - Meerkeuzevragen! - Open! !!!! Nederlands! 1. Spellen! 2. Samenvatting schrijven NEDERLANDS Nederlands Teksverklaringen Samenvattingen 1. Hoofdgedachte 2. Meerkeuzevragen 3. Tekstverbanden 4. Open vragen 5. Argumentatie 6. Mening en doel van de schrijver 1. Spellen 2. Samenvatting

Nadere informatie

Spreken - Discussie en debat vmbo-kg12

Spreken - Discussie en debat vmbo-kg12 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 22 augustus 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/61735 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van

Nadere informatie

Doelen: - De leerlingen weten dat talent, hard werken en een goede voorbereiding belangrijk zijn als je beroemd wilt worden;

Doelen: - De leerlingen weten dat talent, hard werken en een goede voorbereiding belangrijk zijn als je beroemd wilt worden; Lesbrief 1 Beroemd worden Voorbereiding Doelen: - De leerlingen weten dat talent, hard werken en een goede voorbereiding belangrijk zijn als je beroemd wilt worden; - De leerlingen kennen de verschillende

Nadere informatie

20 tips voor een goed debat!

20 tips voor een goed debat! 20 tips voor een goed debat! Moedig elkaar aan tijdens jullie voorbereidingen en de wedstrijd. Geef elkaar tips en zoek samen de sterktes en zwaktes van de argumenten. Je kan veel leren van elkaar, ook

Nadere informatie

Uitwerking kerndoel 3 Nederlandse taal

Uitwerking kerndoel 3 Nederlandse taal Uitwerking kerndoel 3 Nederlandse taal Tussendoelen en leerlijnen Nederlandse taal Primair onderwijs In samenwerking met het expertisecentrum Nederlands Enschede, 1 juni 2006 Nederlands kerndoel 3 Stichting

Nadere informatie

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS) Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS) Stel dat dat (te grote wonder) gebeurt, ik betwijfel of dat zal gebeuren, maar stel je voor dat, wat zou je dan doen dat je nu niet doet? (p36)

Nadere informatie

Leerlingen weten dat er in een democratische rechtsstaat verschillende manieren zijn om conflicten op te lossen en dat rechtspraak daar één van is.

Leerlingen weten dat er in een democratische rechtsstaat verschillende manieren zijn om conflicten op te lossen en dat rechtspraak daar één van is. HOE LOSSEN WE DIT OP? DE WERKVORM IN HET KORT Wat doe je als je een probleem of ruzie hebt? In het ergste geval moet je naar een rechter. Die bepaalt dan wie er gelijk heeft. Maar meestal kun je problemen

Nadere informatie

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Verantwoordelijkheid. Ja, ook heel belangrijk voor school!!! Het lijkt veel op zelfstandigheid, maar toch is het net iets anders. Verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Afgewezen en erbij horen

Afgewezen en erbij horen Les 4 Afgewezen en erbij horen Inhoud In deze les leren de leerlingen het begrip afgewezen worden en je minderwaardig voelen. Ook leren ze het begrip erbij horen en het gevoel er niet bij te horen door

Nadere informatie

Handboek Politiek 2. Derde Kamer der Staten-Generaal

Handboek Politiek 2. Derde Kamer der Staten-Generaal Handboek Politiek 2 Derde Kamer der Staten-Generaal Hallo Kamerlid, Jij bent lid van de Derde Kamer der Staten-Generaal. Als politicus moet je natuurlijk wel verstand hebben van politiek. Samen met je

Nadere informatie

De Keukentafel Uitdaging

De Keukentafel Uitdaging De Keukentafel Uitdaging MAG HET WAT RUSTIGER AAN DE KEUKENTAFEL Gemaakt in het kader van het Swing project Een cliëntproces; tools voor samenwerking Door Nic Drion Aan de keukentafel Aan de keukentafel

Nadere informatie

VORMGEVER RPC / SIGNSPECIALIST

VORMGEVER RPC / SIGNSPECIALIST VORMGEVER RPC / SIGNSPECIALIST VORMGEVING NAAM: KLAS: VAK: LB 131 & NEDERLANDS 131: PROJECT GEZONDHEID CODE: LB/NED 131 LEERJAAR: 1 PERIODE: 3 TIJD: 20 uur DOEL: verwerven van kennis op het gebied van

Nadere informatie

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan 1. Globaal lezen a. Lees eerst altijd een tekst globaal. Dus: titel, inleiding, tussenkopjes, slot en bron. b. Denk na over het onderwerp,

Nadere informatie

MONDELINGE TAALVAARDIGHEID BK 2 MAKKELIJK GEZEGD. Wat ga je doen?

MONDELINGE TAALVAARDIGHEID BK 2 MAKKELIJK GEZEGD. Wat ga je doen? Makkelijk gezegd Deze module gaat over spreken, luisteren en gesprekken voeren. Je oefent de dingen die je vaak doet. Door stapsgewijs te oefenen merk je dat het nog beter gaat. Je leert veel over verschillende

Nadere informatie

Activiteitenblad 8.1: Weet wat je ziet. Maak een commerciële vlog!

Activiteitenblad 8.1: Weet wat je ziet. Maak een commerciële vlog! Activiteitenblad 8.1: Weet wat je ziet. Maak een commerciële vlog! Vloggen is een nieuw beroep geworden. Sommige mensen verdienen daar veel geld mee, het is soms zelfs hun baan. Welke vloggers ken jij?

Nadere informatie

Handleiding Werkvormen Argumenteren

Handleiding Werkvormen Argumenteren Handleiding Werkvormen Argumenteren Inhoud 1. Inleiding 2. Soorten argumenten 3. Werkvormen argumenteren 3.1. Voor en tegen 3.2. Redenering bouwen 3.3. Kettingdebat 3.4. Ballondebat 3.5. Overdrijven 1.

Nadere informatie

Een voorbeeld bladzijde uit module 1. Hoofdstuk 2. School periode: 6 tot en met 12 jaar.

Een voorbeeld bladzijde uit module 1. Hoofdstuk 2. School periode: 6 tot en met 12 jaar. Een voorbeeld bladzijde uit module 1. Hoofdstuk 2. School periode: 6 tot en met 12 jaar. De Peuter- en kleuterfase is waarschijnlijk de lastigste periode om je te herinneren. In ieder geval heb je goed

Nadere informatie

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster [PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster! Hoofdzaken Ster Copyright EffectenSter BV 2014 Hoofdzaken Ster SOCIALE VAARDIGHEDEN VERSLAVING DOELEN EN MOTIVATIE 10 9 8 10 9 8 7 6 4 3 2 1 7 6 4 3 2 1 10 9

Nadere informatie

Tekstsoort Inhoud tekst Tekstdoel Schrijfdoel Informeren: gegevens verstrekken door opsomming van de feiten, bijvoorbeeld bij een. gang van zaken.

Tekstsoort Inhoud tekst Tekstdoel Schrijfdoel Informeren: gegevens verstrekken door opsomming van de feiten, bijvoorbeeld bij een. gang van zaken. Samenvatting door Sandra 3156 woorden 7 mei 2018 4 3 keer beoordeeld Vak Nederlands Samenvatting CE-stof Tekstbegrip Nederlands vwo 1. Tekstsoorten tabel Tekstsoort Inhoud tekst Tekstdoel Schrijfdoel Bij

Nadere informatie

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren.

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren. Schoolse competenties Competentie 1: Agendagebruik - Je schrijft je huiswerk in je agenda als dit wordt opgegeven. - Je agenda ziet er verzorgd uit. - Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt

Nadere informatie

Project Alcohol 2014

Project Alcohol 2014 Project Alcohol 2014 Naam: Jong geleerd is oud gedaan!!!! Laat je niet Naam: F L s E s E N Klas:!!! 1 Inleiding De carnaval komt eraan. Een feest dat gevierd moet worden. Maar is het feestje van plezier

Nadere informatie

Tijd: 8:30. Klas: 3HVc 9:10. Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad (zie paper 1)

Tijd: 8:30. Klas: 3HVc 9:10. Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad (zie paper 1) Lesplan les 1 Seksualiteit: Grenzen en Wensen Tijd: 8:30 Klas: 3HVc Aantal lln: 15 Introductie van de lessenserie: grenzen en wensen Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad

Nadere informatie

Handleiding lesmethode Groep 8 Brugklas Bikkels. Inkijkexemplaar

Handleiding lesmethode Groep 8 Brugklas Bikkels. Inkijkexemplaar Handleiding lesmethode Groep 8 Brugklas Bikkels versie 2016 Inhoudsopgave Introductie 4 Verantwoording Methodiek 5 Doorgaande lijn Po en Vo 6 Preventief en curatief 7 Organiseer je les 8 Praktische tips

Nadere informatie

EXAMEN KEUZEDEEL VERRIJKING LEERVAARDIGHEDEN Code: K INFORMATIE VOOR DE STUDENT

EXAMEN KEUZEDEEL VERRIJKING LEERVAARDIGHEDEN Code: K INFORMATIE VOOR DE STUDENT EXAMEN KEUZEDEEL VERRIJKING LEERVAARDIGHEDEN Code: K0440 2. INFORMATIE VOOR DE STUDENT Versie 1.0 31.05.2016 Informatie Deze informatie is voor jou omdat je examen gaat doen in het keuzedeel Verrijking

Nadere informatie

Les 1. Wensen & Grenzen. Praten over seks... Hoe en hoezo?

Les 1. Wensen & Grenzen. Praten over seks... Hoe en hoezo? Les 1 Wensen & Grenzen Praten over seks... Hoe en hoezo? In deze eerste les wordt het thema 'Seksueel gedrag' geïntroduceerd. Het is aan jou als mentor / docent om te bepalen of de sfeer in de groep veilig

Nadere informatie

Examenvoorbereiding 2017 Nederlands (HAVO)

Examenvoorbereiding 2017 Nederlands (HAVO) Examenvoorbereiding 2017 Nederlands (HAVO) Het Nederlands examen bestaat uit drie onderdelen, namelijk: 1. centraal schriftelijk examen (op examenrooster: Nederlands) Hierover vind je informatie op pagina

Nadere informatie

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, 3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol

Nadere informatie

HOE LOSSEN WE DIT OP

HOE LOSSEN WE DIT OP HOE LOSSEN WE DIT OP APRIL 2014 - POLITIEK IN PRAKTIJK DE WERKVORM IN HET KORT U beschrijft aan de leerlingen een conflictsituatie. Daarna vraagt u hoe zij dit probleem zouden oplossen. Zouden ze naar

Nadere informatie

Verschillende soorten argumentatie en controlevragen

Verschillende soorten argumentatie en controlevragen Verschillende soorten argumentatie en controlevragen Naar: J. de Jong & S. Wils (1995/1998). Schriftelijke verslaglegging van onderzoek. Materiaal bij Scriptiecursus II. Interne publicatie, Ivlos, Universiteit

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1,2,3 par 1 en 2: algemene theorie en lezen

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1,2,3 par 1 en 2: algemene theorie en lezen Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1,2,3 par 1 en 2: algemene theorie en lezen Samenvatting door L. 1007 woorden 25 juni 2013 4,2 2 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Taaldomein hoofdstuk 1 1.1 Schrijfdoel

Nadere informatie

Mediawijsheid. Auteursrecht bij foto s. Voorbereiding. - De leerlingen begrijpen het verschil tussen eigen gebruik van een foto en een

Mediawijsheid. Auteursrecht bij foto s. Voorbereiding. - De leerlingen begrijpen het verschil tussen eigen gebruik van een foto en een Lesbrief 4 Auteursrecht bij foto s Voorbereiding Doelen: - De leerlingen weten in welke situatie je toestemming moet vragen aan de originele fotograaf, als je een foto wilt publiceren. - De leerlingen

Nadere informatie

Examen VMBO-GL en TL 2006

Examen VMBO-GL en TL 2006 Examen VMBO-GL en TL 2006 tijdvak 1 maandag 29 mei 13.30-15.30 uur NEDERLANDS LEESVAARDIGHEID-SCHRIJFVAARDIGHEID CSE GL EN TL Bij dit examen horen een tekstboekje en een uitwerkbijlage. Beantwoord alle

Nadere informatie

Ontdek de Bibliotheek

Ontdek de Bibliotheek Ontdek de Bibliotheek Welkom in de bibliotheek. Je gaat op ontdekking in de bibliotheek. Hierbij doe je een onderzoek naar verschillende soorten media; zoals boeken, tijdschriften, video, audio etc. Zo

Nadere informatie

Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd In deze les leer je zwakke werkwoorden als persoonsvorm in de tegenwoordige tijd op de juiste manier spellen. De sterke werkwoorden leveren vaak geen d- of t-problemen

Nadere informatie

Mens en Natuur, Natuurkunde. VO onderbouw (havo/vwo) 2-3 lesuren

Mens en Natuur, Natuurkunde. VO onderbouw (havo/vwo) 2-3 lesuren De sneeuwpop Voor de docent Vak(gebied) Schooltype / afdeling Mens en Natuur, Natuurkunde VO onderbouw (havo/vwo) Leerjaar 1 Tijdsinvestering Vakinhoud 2-3 lesuren Warmtegeleiding en -isolatie in dagelijkse

Nadere informatie

STELLINGENSPEL. Tijd 10 minuten. Nodig Aanwijzingen voor de docent Stellingen Gekleurde kaartjes (1 per leerling) Flap en stift of bord en krijt

STELLINGENSPEL. Tijd 10 minuten. Nodig Aanwijzingen voor de docent Stellingen Gekleurde kaartjes (1 per leerling) Flap en stift of bord en krijt STELLINGENSPEL Tijd 40 minuten Opdracht geven Argumenten bedenken Klassikaal bespreken 5 minuten 10 minuten 25 minuten Nodig Aanwijzingen voor de docent Stellingen Gekleurde kaartjes (1 per leerling) Flap

Nadere informatie

De nieuwe zorgmedewerker

De nieuwe zorgmedewerker Werkblad De nieuwe zorgmedewerker De zorg verandert in snel tempo. Ook jouw rol als verzorgende of helpende verandert: meer aandacht voor individuele cliënten en hun netwerk. Werken met een zorg-leefplan

Nadere informatie

Vragenlijst: Wat vind jij van je

Vragenlijst: Wat vind jij van je Deze vragenlijst is bedacht door leerlingen. Met deze vragenlijst kunnen leerlingen er zelf achter kunnen komen wat andere leerlingen van hun school vinden. De volgende onderwerpen komen langs: Sfeer op

Nadere informatie

Makkelijk gezegd MONDELINGE TAALVAARDIGHEID KGT 2 MAKKELIJK GEZEGD

Makkelijk gezegd MONDELINGE TAALVAARDIGHEID KGT 2 MAKKELIJK GEZEGD MONDELINGE TAALVAARDIGHEID KGT 2 MAKKELIJK GEZEGD Makkelijk gezegd Deze module gaat over spreken, luisteren en gesprekken voeren. Je oefent de dingen die je vaak doet. Door stapsgewijs te oefenen merk

Nadere informatie

Werkstuk Levensbeschouwing Relaties

Werkstuk Levensbeschouwing Relaties Werkstuk Levensbeschouwing Relaties Werkstuk door een scholier 2503 woorden 3 maart 2008 6,6 10 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing 1 Wie versiert wie? De jongen het meisje? Andersom? Of kan het beide?

Nadere informatie

Banger voor spinnen dan voor terreur.

Banger voor spinnen dan voor terreur. Opdracht 1 (tweetal): Voorspellen wat je gaat lezen 1. Lees de uitleg in het blokje hieronder. Uitleg Tijdens het lezen van een tekst zijn je hersenen hard aan het werk! Ze proberen de informatie uit de

Nadere informatie

Hoe zou je dit vertellen aan iemand die er vandaag niet bij is? Leerlingen helpen om wiskunde te begrijpen: Vragen die: Ben je het er mee eens?

Hoe zou je dit vertellen aan iemand die er vandaag niet bij is? Leerlingen helpen om wiskunde te begrijpen: Vragen die: Ben je het er mee eens? Leerlingen helpen om wiskunde te begrijpen: 1 2 Welke strategie heb je gebruikt? 3 Ben je het er mee eens? Ben je het er mee oneens? 4 Zou je die vraag aan de klas kunnen stellen? 5 Kun je je 6 Wil 7 oplosmethode

Nadere informatie

Lesbrief: Zo verkoop je een boek Thema: Wat is er?

Lesbrief: Zo verkoop je een boek Thema: Wat is er? Lesbrief: Zo verkoop je een boek Thema: Wat is er? Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding Wanneer jij iets wilt verkopen, moet je altijd rekening houden met je

Nadere informatie

3. In de inleiding worden verschillende woorden gebruikt om de mate van aandacht van de media weer te geven. Welke woorden zijn dit?

3. In de inleiding worden verschillende woorden gebruikt om de mate van aandacht van de media weer te geven. Welke woorden zijn dit? Tekst lezen en woordenschat 1. Bekijk de buitenkant van de tekst van deze les. a) Wat voor soort tekst is dit (bijvoorbeeld: nieuwsbericht, achtergrondartikel, column)? Waarom denk je dat? b) Waar denk

Nadere informatie

Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen? Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen? Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding Zonder dat we het door hebben worden we steeds asocialer. Dit

Nadere informatie

Derde Kamer Handboek Politiek 2

Derde Kamer Handboek Politiek 2 Derde Kamer Handboek Politiek 2 Derde Kamer der Staten-Generaal Hallo Kamerlid, Jij bent lid van de Derde Kamer der Staten-Generaal. Als politicus moet je natuurlijk wel verstand hebben van politiek. Samen

Nadere informatie

3 Pesten is geen lolletje

3 Pesten is geen lolletje Na deze les kun je: het verschil tussen plagen en pesten noemen; jouw ervaringen met pesten vertellen; uitleggen hoe je pesten kunt stoppen; afspraken maken over pesten. 3 Pesten is geen lolletje Pesten

Nadere informatie

God bestaat en Hij is belangrijk We hebben God nodig in ons leven Jezus: Zijn leven Jezus: Zijn dood Jezus: Zijn opstanding De Heilige Geest

God bestaat en Hij is belangrijk We hebben God nodig in ons leven Jezus: Zijn leven Jezus: Zijn dood Jezus: Zijn opstanding De Heilige Geest Basiscursus Christelijk geloof Module 1 Les 1: Les 2: Les 3: Les 4: Les 5: Les 6: Les 7: Les 8: God bestaat en Hij is belangrijk We hebben God nodig in ons leven Jezus: Zijn leven Jezus: Zijn dood Jezus:

Nadere informatie

Cosis Begeleid Leren

Cosis Begeleid Leren Vaardigheidslessen: Hulp bij studeren Om met succes een opleiding te kunnen volgen is het voor jongeren belangrijk dat ze over een aantal specifieke vaardigheden beschikken. Daarom hebben we een cursus

Nadere informatie

NEDERLAND LEEST JUNIOR HANDLEIDING DOCENTEN VMBO 1 EN 2

NEDERLAND LEEST JUNIOR HANDLEIDING DOCENTEN VMBO 1 EN 2 NEDERLAND LEEST JUNIOR HANDLEIDING DOCENTEN VMBO 1 EN 2 In november kunnen uw leerlingen lekker lezen want het thema van Nederland Leest Junior is dit jaar voeding. Leerlingen gaan met elkaar in gesprek

Nadere informatie

Cosis Begeleid Leren

Cosis Begeleid Leren Vaardigheidslessen: Hulp op school Om met succes je opleiding te kunnen volgen kan het voor jongeren met een psychische beperking belangrijk zijn om over een aantal specifieke vaardigheden te beschikken.

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Top niveau -

Samenvatting Nederlands Top niveau - Samenvatting Nederlands Top niveau - Samenvatting door een scholier 1412 woorden 6 april 2005 5,5 6 keer beoordeeld Vak Nederlands Nederlands: 3.5 Uiteenzetting herkennen Uiteenzetting (tekst) geef je

Nadere informatie

Kwaliteitszorg. Test jezelf.

Kwaliteitszorg. Test jezelf. Kwaliteitszorg. Test jezelf. Pagina 1 Weet jij hoe je je deskundigheid of die van je collega s kunt bevorderen of professionaliseren? Kun je goed samenwerken? Kun je kwaliteitszorg leveren? Doe de testjes

Nadere informatie