Autoleasereglement UITGANGSPUNTEN 1. AANSCHAF 2. VERANTWOORDING VOOR HET GEBRUIK

Transcriptie

1 UITGANGSPUNTEN Met de werkgever wordt bedoeld Calco Group B.V. en alle aan haar gelieerde vennootschappen, die de betreffende leaseauto beschikbaar stelt. Met de medewerker wordt bedoeld de medewerker, die de beschikking krijgt over een leaseauto en in het bezit is van een geldig rijbewijs. De werkgever bepaalt wanneer een leaseauto ter beschikking wordt gesteld als ook het merk en type van de leaseauto. Tevens kan de werkgever te allen tijde beslissen een leaseauto met onmiddellijke ingang niet langer ter beschikking te stellen, dan wel om te ruilen voor een andere leaseauto. Dit is uitsluitend ter beoordeling van de werkgever. De medewerker dient zich bij het gebruik van de leaseauto op te stellen als goed huisvader en dient zich onverkort te houden aan de door werkgever en leasemaatschappij gestelde regels bij aanschaf, gebruik, onderhoud/reparatie en inlevering van de leaseauto. Alle kosten die voortvloeien uit het niet naleven van de genoemde regels, komen voor rekening van de medewerker. Indien een gebruikte leaseauto (weer) ter beschikking komt, kan deze vrijgekomen leaseauto aan de medewerker ter beschikking worden gesteld, in plaats van een nieuwe leaseauto, zulks ter beoordeling van de werkgever. De werkgever houdt zich te allen tijde het recht voor deze regeling direct ingaande te laten vervallen of te wijzigen. 1. AANSCHAF 1.1 De werkgever bepaalt het merk, type en de uitvoering van de beschikbare gestelde auto. 1.2 In verband met de kosten bepaalt de werkgever de soort te gebruiken brandstof. 1.3 Afhankelijk van de gekozen auto dienen uitsluitend normale brandstoffen te worden getankt. Bij een dieseluitvoering betreft dit gewone diesel en bij een benzine-uitvoering betreft dit Euro loodvrij. Mocht de medewerker toch een andere brandstof dan de hierboven genoemde hebben getankt, dan zal het prijsverschil tussen beide brandstoffen bij de medewerker in rekening worden gebracht. 2. VERANTWOORDING VOOR HET GEBRUIK 2.1 De medewerker dient bij iedere tankbeurt en bij betaling met de door de werkgever verstrekte brandstofpas de kilometerstand van de auto in te geven. Daarnaast dient de medewerker maandelijks, op de wijze zoals de werkgever dat bepaalt, nadere opgave te doen van het gebruik van de auto. 2.2 Het is de medewerker toegestaan om per jaar kilometer (naar rato van het aantal maanden dienstverband waarin de medewerker recht heeft op en gebruik maakt van een auto) voor privédoeleinden te rijden. Kilometers boven de kilometer privé per jaar zullen aan de medewerker in rekening worden gebracht, voor een bedrag van 0,10 per kilometer overschrijding. Verrekening vindt plaats op het moment van overschrijding met de eerstvolgende salarisbetaling of op een door de werkgever te bepalen tijdstip of bij tussentijdse inlevering van de leaseauto. Pagina 1 van 8

2 2.3 In de leasekosten is een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering, een eventuele cascoverzekering en een schadeverzekering inzittenden inbegrepen. 2.4 Brandstofkosten zijn voor rekening van de werkgever, uitsluitend indien er gebruik gemaakt wordt van de verstrekte brandstofpas of een door de leasemaatschappij toegestuurd brandstofdeclaratieformulier, dat bij de leaseauto hoort. De medewerker ontvangt bij de leaseauto een brandstofpas. De medewerker dient gebruik te maken van een tankstation met de laagste tarieven, voor zover dit redelijkerwijs mogelijk is. Het wordt daarom afgeraden om snelwegtankstations te gebruiken. Indien de medewerker zich hier na waarschuwing- blijkbaar niet aan wenst te conformeren, behoudt de werkgever zich het recht voor om het verschil in tarief met de medewerker te verrekenen. Tevens dienen voor eventuele huurauto's, waarvoor geen brandstofpas beschikbaar wordt gesteld en in alle gevallen wanneer om welke reden dan ook geen gebruik is gemaakt van de verstrekte brandstofpas, de brandstofkosten te worden gedeclareerd bij de leasemaatschappij. 2.5 De medewerker is verplicht de leaseauto deskundig en zorgvuldig te gebruiken, in overeenstemming met de overheidsvoorschriften en de verstrekte gebruiks- en onderhoudsvoorschriften. 2.6 De werkgever en de leasemaatschappij kunnen te allen tijde controles (laten) uitvoeren met betrekking tot de staat van onderhoud van de leaseauto. 2.7 De werkgever is gerechtigd alle schade, veroorzaakt door niet zorgvuldig gebruik van de leaseauto (zoals motorschade als gevolg van niet tijdig olie verversen c.q. bijvullen) op de medewerker te verhalen. 2.8 De medewerker zal afspraken voor onderhoud- en reparatiewerkzaamheden zodanig regelen, dat geen onnodig tijdverlies zal optreden, zodat er nog altijd acht uur productief werk verricht kan worden. 2.9 Kosten wegens het gebruik van winterbanden komen volledig voor rekening van de medewerker, evenals de kosten voor een eventuele update van een navigatiesysteem, tenzij anders overeengekomen De leaseauto mag slechts bestuurd worden door de medewerker en zijn gezinsleden (echtgenoot/echtgenote/levenspartner en hun resp. kinderen) mits in het bezit van een geldig rijbewijs. Slechts in incidentele gevallen (ter beoordeling van de directie) mag de leaseauto door anderen dan bovengenoemde bestuurd worden Bij het overschrijden van de wettelijke regels, waarbij een proces verbaal wordt opgemaakt c.q. wordt overhandigd, zal door de leasemaatschappij de opgelegde bekeuring rechtstreeks worden gefactureerd aan de medewerker Voor schades welke ontstaan zijn bij gebruik van de leaseauto of ten gevolge van inbraak, geldt een standaard eigen risico van minimaal 150,00. Uitzondering hierop zijn ruitbreuken en schades die ontstaan zijn aan banden. Hiervoor geldt een standaard eigen risico van 90,00. Reparatie of vervanging mag alleen plaatsvinden bij het door de leasemaatschappij aangegeven herstelbedrijf. Indien het schadebedrag minder bedraagt dan het geldende eigen risico, dan wordt het lagere bedrag doorbelast. Pagina 2 van 8

3 Bij schades wordt de volgende Matrix Eigen Risico gehanteerd ter vaststelling van het eigen risico. Matrix Eigen Risico Voorgaand jaar Aantal schades Eerste Schade Lopend jaar Tweede schade Derde schade Vierde schade Vijfde schade of meer 0 150,00 175,00 225,00 275,00 325, ,00 225,00 275,00 325,00 375, ,00 275,00 325,00 375,00 425, ,00 325,00 375,00 425,00 475, ,00 375,00 425,00 475,00 525,00 5 of meer 375,00 425,00 475,00 525,00 575,00 De werkgever behoudt zich het recht voor om in uitzonderlijke gevallen, onder andere bij een hoog aantal schades of oneigenlijk gebruik van de leaseauto, de leaseauto te vervangen voor een andere auto of een voorziening voor openbaar vervoer. Bij de bepaling van een eventueel eigen risico wordt verwezen naar het "Handboek, de expertisenorm bij leasing en verhuur van een motorrijtuig", waarin uiteengezet wordt welke schade valt onder een geaccepteerde schade (zgn. gebruikersschade) en welke valt onder de categorie niet geaccepteerde schade (waarop tenminste het eigen risico van toepassing is). Iedere schade wordt afzonderlijk beoordeeld Het eigen risico wordt ingehouden op het netto maandsalaris. Wanneer de verzekeringsmaatschappij restitutie van het eigen risico heeft laten plaatsvinden, zal de restitutie aan de medewerker per eerstvolgende salarisuitbetaling plaatsvinden. 3. GEBRUIK IN HET BUITENLAND 3.1 Voor kilometers in het buitenland, wanneer geen gebruik kan worden gemaakt van de brandstofpas, dient de medewerker de kosten direct te declareren bij de leasemaatschappij, op de daarvoor aangegeven wijze. 3.2 Voor gebruik in het buitenland dient de medewerker te beschikken over een internationaal verzekeringsbewijs (Groene Kaart). De verzekeringsdekking geldt slechts voor de landen die op de Groene Kaart vermeld worden. Voor vragen hierover kan de medewerker terecht bij de door werkgever aangewezen contactpersoon of rechtstreeks bij de leasemaatschappij. 4. VERVANGENDE AUTO 4.1 Uitsluitend bij (grote) reparaties en grote onderhoudsbeurten die langer dan 24 uur duren, zal de leasemaatschappij voor een vervangende auto zorgdragen. Dit moet van tevoren aangevraagd worden bij de leasemaatschappij. Pagina 3 van 8

4 4.2 Vervangend vervoer, door de medewerker zelfstandig geregeld (en daarom niet vergoed door de leasemaatschappij), wordt in rekening gebracht bij de medewerker. 4.3 De leasemaatschappij is bevoegd om gedurende de verdere duur van de overeenkomst een gelijkwaardige vervangende auto in te zetten. 5. INNAME 5.1 Bij beëindiging van de overeenkomst moet de medewerker de leaseauto in goede staat en met alle bijbehorende zaken en bescheiden (inname formulier) inleveren op een door de werkgever aan te wijzen plaats. 5.2 Wanneer niet alle zaken en bescheiden aanwezig zijn, of wanneer een niet aangemelde schade wordt geconstateerd, zijn de volledige kosten hiervan voor rekening van de medewerker. 5.3 Opties en accessoires mogen niet worden verwijderd wanneer de auto hierdoor wordt beschadigd, wanneer de auto hierdoor ingrijpend wordt veranderd of wanneer het een optie/accessoire betreft die is meegenomen in het leasecontract. 5.4 De leaseauto dient bij inlevering van binnen en buiten schoon te zijn. Mocht door de werkgever of door de leasemaatschappij geconstateerd worden dat de auto niet zorgvuldig genoeg is gereinigd, dan zullen de (schoonmaak)kosten in rekening worden gebracht bij de medewerker. 5.5 Bij inname door, of inlevering van de leaseauto bij een andere partij dan de werkgever dient de medewerker er op toe te zien dat het innameformulier correct en volledig wordt ingevuld, waarna het formulier door zowel de medewerker als de innemende partij dient te worden ondertekend. De medewerker dient kopieën van het formulier op te sturen naar de werkgever. 6. SCHADE EN VERLIES 6.1 Schadebepaling, zowel gebruikers-, toelaatbare- als ieder andere schade, vindt mede aan de hand van "Handboek, de expertisenorm bij leasing en verhuur van een motorrijtuig" plaats. Een exemplaar van dit boekje kan bij de werkgever opgevraagd worden en wordt tevens beschikbaar gesteld op het intranet van de werkgever. 6.2 Indien de medewerker een dusdanig aantal schades veroorzaakt dat de korting voor de verzekering in gevaar komt, zal de medewerker apart tegen hogere kosten worden verzekerd. De eventueel daaruit voortvloeiende meerkosten komen voor rekening van de medewerker, een en ander ter beoordeling van de werkgever. 6.3 De medewerker is strafrechtelijk aansprakelijk voor alle overtredingen en misdrijven, welke met de auto zijn begaan, en vrijwaart de werkgever voor de te lijden schade en/of vervolgschade ten gevolge hiervan. Hieronder dient tevens te worden verstaan alle schade en/of vervolgschade door inbeslagname of verbeurdverklaring van de auto conform de algemene voorwaarden van de leasemaatschappij. 6.4 Bij aanmaningen worden de door de leasemaatschappij extra belaste administratiekosten doorbelast aan de medewerker. Pagina 4 van 8

5 6.5 Iedere schade dient door de medewerker onmiddellijk, doch uiterlijk binnen 24 uur, te worden gemeld bij de leasemaatschappij en de werkgever. De medewerker dient de instructies van de leasemaatschappij op te volgen. De leasemaatschappij dient een volledig ingevuld schadeformulier binnen 2 x 24 uur te ontvangen. Bij niet nakoming hiervan bestaat de mogelijkheid dat de schade wordt verhaald op de medewerker. 6.6 Bij verlies of diefstal van een brandstofpas dient de verstrekker van de brandstofpas direct ingelicht te worden door de medewerker. 6.7 Bij schade, verlies, diefstal van de bijbehorende zaken en bescheiden van de leaseauto worden de kosten hiervan bij de medewerker in rekening gebracht. 6.8 (Braak)schade als gevolg van het onbeheerd achterlaten van eigendommen in de auto valt doorgaans niet onder dekking van de verzekering en zal in zulke gevallen bij de medewerker in rekening worden gebracht en op zijn salaris worden ingehouden. Indien de schade aan het voertuig wel wordt gedekt door de verzekeraar, dan zal uitsluitend het eigen risico in rekening worden gebracht bij de medewerker en op het salaris worden ingehouden. Gevolgschade, zoals vermissing van eigendommen (diefstal uit auto) wordt niet door de verzekering gedekt en zal, indien het bedrijfseigendommen betreft, volledig in rekening worden gebracht (tegen de geldende dagwaarde) bij de medewerker. 6.9 Indien beslag op de auto wordt gelegd en in het algemeen indien derden maatregelen tegen de auto treffen, of deze uit het bezit van medewerker raakt of dreigt te raken, dient men hiervan de leasemaatschappij binnen 24 uur in kennis te stellen. 7. BEPERKINGEN Het is de medewerker verboden de leaseauto te gebruiken voor: snelheids- en prestatieritten; het geven van rijlessen; wederverhuur; vervoer van personen en/of goederen tegen betaling. 8. FISCALE CONSEQUENTIES 8.1 Alle eventuele fiscale consequenties voor de medewerker, die verband houden met het berijden van een leaseauto, zijn volledig voor rekening en risico van de medewerker. 8.2 Bij privégebruik van de leaseauto van meer dan 500 kilometer per jaar vindt maandelijks een verrekening plaats op basis van het wettelijk forfaitair percentage over de fiscale waarde van de leaseauto. Deze verrekening wordt maandelijks meegenomen in de afrekening loonbelasting. 8.3 De medewerker die minder dan 500 kilometer per jaar privégebruik maakt van de leaseauto zal bij bestelling van de leaseauto zorgdragen voor het verkrijgen van een Verklaring geen privégebruik auto van de belastingdienst. Een kopie van de aanvraag dient bij de aflevering van de auto overhandigt te worden aan de werkgever. Tevens ontvangt de werkgever van de medewerker een kopie van de bevestiging van deze aanvraag. Mocht deze niet binnen drie maanden na de indiening van de aanvraag bij de Pagina 5 van 8

6 werkgever zijn ingediend, dan zal de werkgever in de daaropvolgende maand direct, met terugwerkende kracht, overgaan tot het toepassen van de fiscale bijtelling. Ook bij ingebruikname van een andere leaseauto dient de medewerker zorg te dragen voor een (herziene) Verklaring geen privégebruik auto. Ook hierbij geldt dat een kopie van de aanvraag direct dient te worden ingediend bij de werkgever, binnen maximaal drie maanden gevolgd door een bevestiging van de belastingdienst. De medewerker is in dit verband verantwoordelijk voor een juiste en getrouwe naleving van de fiscale voorschriften terzake van de toekenning van een leaseauto, voor zover deze voorschriften van toepassing zijn op medewerker. De werkgever aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid hieromtrent. 9. ARBEIDSONGESCHIKTHEID EN NON-ACTIEFSTELLING 9.1 Bij arbeidsongeschiktheid welke langer aanhoudt dan een maand na de maand waarin de arbeidsongeschiktheid optreedt, dient de auto op het eerste verzoek van de werkgever te worden ingeleverd. De werkgever zal eventueel tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid, door de medewerker in opdracht van de werkgever te maken reiskosten, op basis van vervoer 2 e klas aan medewerker vergoeden. 9.2 Bij schorsing van de medewerker (non-actiefstelling en/of vrijstelling van werkzaamheden) dient de auto op het eerste verzoek van de werkgever te worden ingeleverd. De werkgever zal eventueel tijdens de periode van non-actief stelling door de medewerker in opdracht van de werkgever te maken reiskosten op basis van openbaar vervoer 2 e klas aan de medewerker vergoeden. 10. BEËINDIGING DIENSTVERBAND Indien de aangegane gebruikersovereenkomst voortijdig wordt beëindigd als gevolg van een beëindiging van het dienstverband met de werkgever, op initiatief van de medewerker, kunnen de daaruit eventueel voortvloeiende extra kosten door de werkgever aan de medewerker in rekening worden gebracht. Hieronder vallen ook kosten die gemaakt worden ten gevolge van de verwijdering van aangebrachte accessoires en dergelijke. 11. AANSPRAKELIJKHEID EN VRIJWARING De medewerker is aansprakelijk voor en vrijwaart voor zover nodig de werkgever voor: Alle schades, waarvoor de eigenaar van de auto ingevolge artikel 185 (zie bijlage 2) van de Wegenverkeerswet aansprakelijk mocht zijn; Alle kosten en boetes bij overtredingen en strafbare feiten door direct of indirect gebruik van de auto, door wie dan ook gepleegd, tijdens de leaseperiode; Schade door verlies van de auto c.q. huurauto en/of de daarbij behorende documenten en eventueel meegenomen (computer)apparatuur; Schade die, om welke reden dan ook, niet door de verzekeringsmaatschappij wordt vergoed. Pagina 6 van 8

7 N.B. Dit Autoleasereglement treedt in werking op 1 januari 2016 en vervangt alle voorgaande versies. De werkgever behoudt zich het recht voor om wijzigingen aan te brengen in bovenstaand reglement. Eventuele wijzigingen zullen te allen tijde met de medewerkers gecommuniceerd worden. Pagina 7 van 8

8 BIJLAGE 1 ARTIKEL185 WEGENVERKEERSWET 1. Indien een motorrijtuig waarmee op de weg wordt gereden, betrokken is bij een verkeersongeval waardoor schade wordt toegebracht aan, niet door dat motorrijtuig vervoerde, personen of zaken, is, behoudens de beperking in het derde lid, de eigenaar van het motorrijtuig of - indien er een houder van het motorrijtuig is - de houder verplicht om die schade te vergoeden, tenzij aannemelijk is dat het ongeval is te wijten aan overmacht, daaronder begrepen het geval dat het is veroorzaakt door iemand, voor wie onderscheidenlijk de eigenaar of de houder niet aansprakelijk is. 2. De eigenaar of houder die het motorrijtuig niet zelf bestuurt, is aansprakelijk voor de gedragingen van degene door wie hij dat motorrijtuig doet of laat rijden. 3. Het eerste en tweede lid vinden geen toepassing ten aanzien van schade, door een motorrijtuig toegebracht aan loslopende dieren, aan een ander motorrijtuig in beweging of aan personen en zaken die daarmee worden vervoerd. 4. Dit artikel laat onverkort de uit andere wettelijke bepalingen voortvloeiende aansprakelijkheid. Pagina 8 van 8