Teampresentatie Praten met kinderen het diagnostisch gesprek University of Oregon Jeannet Sikkema SWV Amsterdam Zuid-Oost 31 oktober 2012

Transcriptie

1 Teampresentatie Praten met kinderen het diagnostisch gesprek University of Oregon Jeannet Sikkema SWV Amsterdam Zuid-Oost 31 oktober 2012

2 Presentatie Amsterdam Zuid-Oost 31 okt 2012 Programma 1. het diagnostisch gesprek 2. achtergrondtheorie 3. hoe pak ik het aan? 4. oefening 5. Afsluiting SWPBS - Teampresentatie 2

3 Communicatie is: De overdracht van informatie tussen mensen, dieren of dingen. Het signaal van de communicatie wordt van de zender naar de ontvanger overgebracht. Een signaal kan ook door meerdere ontvangers worden ontvangen. Communicatie vindt plaats via een medium, klank, lichaamstaal, geur of tekensystemen 3

4 Soorten gesprekken: Praatje niks Slecht nieuws Intake Voortgang Probleemoplossend Het diagnostisch gesprek 4

5 Het diagnostisch gesprek di ag no se (de; v; meervoud: diagnosen, diagnoses) 1vaststelling (bv. van een ziekte) op grond van verschijnselen ge sprek (het; o; meervoud: gesprekken) 1mondeling onderhoud; bespreking, overleg 2telefonisch onderhoud: in gesprek niet te bereiken door een ander gesprek 5

6 Filmpje Hoe het ontstond. 6

7 Het diagnostisch gesprek Onderzoek naar de handelingstheorieën van de leerling Oftewel: Hoe komt hij ertoe? Op welke manier? Hoe denkt hij? Waarom doet hij het zo? Als je weet hoe iemand denkt Kun je hem verder helpen. 7

8 Vanuit de cognitieve gedragstheorie Gaat ervan uit dat : Emoties en gedrag zijn het product van cognities Kaplan 1995 Cognitieve en gedragsmatige interventies kunnen verandering brengen in gedachtes, gevoelens en gedrag Kendal

9 Gedrag wordt beïnvloed door antecedenten en gevolgen Het wijzigen van antecedenten of gevolgen kan leiden tot gedragsverandering Emoties worden beïnvloed door cognities 9

10 De functionele-en disfunctionele cirkel gedachten gedrag gevoelens 10

11 Gebruik maken van: Educatie over het verband tussen gedachten, gevoelens en gedrag. gedachten gedrag gevoelens Hoofdkop presentatie

12 Gedachtenregistratie Negatieve gedachte Bevestiging fout Twijfel piekeren Invloed op wat je doet Nare gevoelens 12

13 Opsporen cognitieve vervormingen en tekorten Overtuigingen: Ik ben vriendelijk Veronderstelling: Als ik vriendelijk ben, dan vinden anderen me aardig Tekort: Signalen kunnen interpreteren van anderen 13

14 Gedachte-evaluatie en ontwikkelen van alternatieve cognitieve processen Kortom: klopt het wat ik denk? Kernovertuigingen uitdagen: Wat spreekt het tegen? Ik ben slecht Door zoeken van nieuwe info die het tegenspreekt Komen tot evenwichtige en functionele gedachten 14

15 Nieuwe vaardigheden aanleren Afleiding zoeken Positieve zelfspraak Zelfinstructie Nadenken over gevolgen gedrag Probleemoplossende vaardigheden 15

16 Affectieve educatie Leren emoties boos, blij, bang, verdrietig Te herkennen en van elkaar te onderscheiden Gradaties Waar? Wanneer en wat voel je? Omgaan met b.v. woede leren van de opbouw en eerder kunnen ingrijpen 16

17 Even terug naar het gesprek Waar houd je rekening mee: Taal Ontwikkelingsniveau Belevingswereld Verhouding volwassene kind Situatie Aandacht Tegenover of naast? Aankijken Ooghoogte Gelijk? Waardig? Gevoel Non-verbaal Open houding 17

18 Ontwikkelingsniveau en leefwereld 18

19 Wat speelt er? kind situatie jij 19

20 Hoe kijk je? Met een open mind?

21 Open mind Waarom zo belangrijk? Je wil weten hoe het bij HEM werkt Een mond en Twee oren! 21

22 Hoe kom je iets te weten? 22

23 Vragen Gesloten vragen Samenvattend vragen Herhalend vragen Beter niet.. Suggestieve vragen Waarom vragen Open vragen Doorvragen 23

24 Oefening Kom er achter door vragen 24

25 Wie kom ik tegen? De stille De langzame De obstinate Er is met mij niks aan de hand De diffuse Ik beloof, maar doe nooit wat De wereldvreemde De angstige De emotionele De zielepiet Ik heb altijd gelijk De agressieve Ik weet niet Vul zelf aan

26 Hoe communiceer ik zelf? Welk type ben ik? Welk voordeel? Waar loop ik tegen aan? Hoe sta jij er in?

27 kernkwaliteiten Kwaliteit=doorzetter Valkuil=drammen Allergie=passiviteit Uitdaging= Kernkwaliteit valkuil Allergie=negatief Kwaliteit=positief Valkuil=doorslaan uitdaging= allergie uitdaging

28 De stille.. Vraag je altijd af wat de reden zou kunnen zijn waarom deze leerling zo stil is. Stel veilige vragen Begin met vragen waar gewoon ja of nee op kan worden gezegd Soms helpen vragenlijsten, meer afstand Maak gebruik van een hobby/interesse Ga niet echt in gesprek, maar babbel onder het doen Vertel zelf dingen in de context Via een idool, beest In een groepje, niet alleen

29 De langzame De langzame, diffuse, ik weet niet Besef waarom de langzame langzaam is verwerkingsti Geef verwerkingstijd Leer ze aan het te zeggen Ga niet zelf de zin afmaken Straal rust uit (echt) Rust in je stem Benoem soms evt. dingen die ziet Maak stappen terug en herhaal

30 De obstinate Vraag je af waarom is hij/zij obstinaat? Wees kalm en duidelijk Neem weerstand weg Vraag waarom, open vragen Luister heel goed naar het antwoord Heb begrip Laat hem haar steeds meedenken Geef vertrouwen Word bondgenoot Herkaderen

31 Er is met mij niks aan de hand Er is met mij niks aan de hand Ga er niet tegenin, heeft geen zin Praat mee Vraag waarom niet Benoem dingen evt. die anderen zien, niet in de zin van zie je wel, maar meer oke, jij hebt geen probleem en toch zijn er mensen die zeggen dat ze wel problemen met jou hebben. Noem een v.b. van jezelf Wordt medestander, ga ernaast staan.

32 Ik beloof maar doe nooit Vaak is de oorzaak er toch niet echt achter kunnen staan of startproblemen Zoek waar ze wel achter kunnen staan 100 % Stel een contract op Laat mensen ervoor tekenen Liefst met kleine stapjes die succes hebben

33 De angstige Stel gerust, maar betuttel niet Vertel hoe de dingen echt zijn Zoek uit wat hij wel zou durven Probeer helpende gedachten te maken samen Vanuit veilig naar meer Ga niet vermijden, maar doen! Hij is niet zielig! Wordt geen mede-eigenaar

34 De emotionele (dramaqueens, zielepieten) Laat je niet meeslepen Ga mee, maar haal terug Knik, en ga er niet te veel in mee, heb geen mening Zeg dat zal voelen, benoem. Sluit goed af.. Ga ook weer over op de orde van de dag Onderzoek 7 min.

35 Ik heb altijd gelijk. Vraag of het zo is Laat voorbeelden geven Soms is het zo! 6-9 Wat maakt het uit? Perspectiefspelletje, laat er over nadenken Als jij nou juf was.

36 De agressieve Kalm Ga er niet tegen in Laat iemand gewoon even boos zijn (begrens evt.) Luister! Rustig Niet aanraken Veilige plek Denk aan je volgende stap Spreek evt. uit wat het met je doet Zet hem voor de spiegel

37 De wereldvreemde Besef dat er misschien nooit sprake zal zijn van wederkerigheid en accepteer dat Wees zakelijk, de band zal er misschien niet komen Zeg wat je wil, verwacht en doe dat Ga af en toe mee in zijn gedachten, ruim daar even een paar minuten voor in Haal hem haar steeds terug en spreek ook duidelijk af wanneer en hoe lang je dat verwacht

38 Communicatietechniek Tekenen Fantasie Taal Spel Activiteiten 38

39 Opbouw gesprek Voorbereiding Inleiding De kern Afsluiting 39

40 Voorbereiding Verdiep je in niveau en leefwereld Communicatietechniek bedenken Vragen voorbereiden of onderwerpen Denk over materiaal 40

41 Hulpmiddelen Vragen(lijsten) Pop, beest enz. hoe zou die.? Kidskills Kindplan Boek Schaalvragen Tekenen Verwoorden Plaatjes Kaartjes Alles wat voor handen is.. Doe creatief 41

42 Inleiding Vertel waarom je met hem wil praten Zeg evt. dat er geen goede of foute antwoorden mogelijk zijn. Stel hem op zijn gemak. 42

43 De inleiding: Hoe begin je? Verras 43

44 De Kern Van de.. Info verzamelen en toch Het gesprek soepel laten verlopen Op de. 44

45 Vasthouden Motivatie Concentratie Structuur Vast houden. 45

46 Afsluiting Benoem ook het einde Dank Vat samen en Vertel wat volgende stappen zijn 46

47 Vrije oefening, kies uit deze 3 Voer met 3-tallen een gesprekje met spullen die op tafel staan. Bereid (samen) een gesprek voor wat je morgen kunt doen met een leerling Casus 47

48 Afsluiting Hartelijk dank voor jullie aandacht!