KONINKRIJK BELGIË FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "KONINKRIJK BELGIË FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU"

Transcriptie

1 KONINKRIJK BELGIË FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU Ministerieel besluit van 20 februari 2008 houdende verlening aan de NV BELWIND van een machtiging voor de bouw en een vergunning voor de exploitatie van een windmolenpark op de Bligh Bank in de Belgische zeegebieden De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingen, bevoegd voor de wetgeving inzake mariene milieu, 1. De wettelijke en reglementaire bepalingen Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet; Gelet op de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene milieu in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België zoals gewijzigd door de wetten van 3 mei 1999, 17 september 2005 en 21 april 2007, inzonderheid op de artikelen 3 tot 5, 25 1, 26, 28 tot 31 (hierna genoemd de wet ); Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, inzonderheid op artikel 6, 2, en artikel 30, 2; Gelet op het koninklijk besluit van 29 september 1997 houdende overdracht van de Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee en het Schelde-estuarium naar het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, inzonderheid op artikel 1; Gelet op het koninklijk besluit van 20 december 2000 betreffende de voorwaarden en de procedure voor de toekenning van domeinconcessies voor de bouw en de exploitatie uit water, stromen of winden, in de zeegebieden waarin België rechtsmacht kan uitoefenen overeenkomstig het internationaal zeerecht, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 17 mei 2004; Gelet op het koninklijk besluit van 7 september 2003 houdende de procedure tot vergunning en machtiging van bepaalde activiteiten in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België (hierna genoemd KB VEMA ); Gelet op het koninklijk besluit van 9 september 2003 houdende de regels betreffende de milieueffectenbeoordeling in toepassing van de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene milieu in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België (hierna genoemd KB MEB ); Gelet op het ministerieel besluit van 14 april 2004 houdende verlening aan de naamloze vennootschap C- Power van een machtiging voor de bouw en een vergunning voor de exploitatie van een windturbinepark van 60 windturbines, met een nominaal vermogen van 3.6 MW per windturbines, inclusief de kabels, voor de productie van elektriciteit uit wind op de Thorntonbank in de Belgische zeegebieden (hierna genoemd MB CP van 14 april 2004 ); Gelet op het ministerieel besluit van 7 oktober 2005 houdende verlening aan de AG Haven Oostende van een vergunning voor de productie van tweekleppige weekdieren door middel van hangstructuren in de

2 zones Z1, Z2, Z3 en Z4 in de zeegebieden onder rechtsbevoegdheid van België; Gelet op het ministerieel besluit van 10 mei 2006 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 14 april 2004 houdende verlening aan de naamloze vennootschap C-Power van een machtiging voor de bouw en een vergunning voor de exploitatie van een windturbinepark van 60 windturbines, met een nominaal vermogen van 3.6 MW per windturbines, inclusief de kabels, voor de productie van elektriciteit uit wind op de Thorntonbank in de Belgische zeegebieden (hierna genoemd MB CP van 10 mei 2006 ); 2. De procedure 2.1 Het voorgaande Gelet op het ministerieel besluit van 5 juni 2007 houdende toekenning aan de n.v. Belwind van een domeinconcessie voor de bouw en de exploitatie van installaties voor de productie van elektriciteit uit winden in de zeegebieden (Bligh bank); 2.2 De indiening van de aanvraag Gelet op de aanvraag tot het verkrijgen van vergunningen voor de bouw van windmolens die geplaatst en gebruikt worden in het kader van de exploitatie van een offshore windpark dat onder Belgisch rechtsmacht valt en de aanvraag tot het verkrijgen van vergunningen voor de aanleg van elektriciteitskabels die geplaatst en gebruikt worden in het kader van de exploitatie van een offshore windpark dat onder Belgische rechtsmacht valt beiden door de NV BELWIND op 19 juni 2007 (datum ontvangst door de Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee, zesde departement van het Koninklijk Belgisch Instituut voor natuurwetenschappen, en hierna het bestuur genoemd) ingediend conform artikel 12 van het KB VEMA en gericht aan de Minister, bevoegd voor de bescherming van het mariene milieu, hierna genoemd de Minister ; Gelet op het feit dat, in toepassing van artikel 13, 1, 5 van het KB VEMA, de NV BELWIND samen met haar aanvraag een milieueffectenrapport (hierna MER genoemd) heeft ingediend; dat voorafgaandelijk aan deze aanvraag een notificatie conform artikel 7 van het KB MEB van 9 september 2003 aan het bestuur werd betekend op 18 oktober 2006; dat de Minister op 16 november 2006 zijn antwoord aan de aanvrager heeft betekend; Gelet op het feit dat de NV BELWIND in het kader van deze aanvraagprocedure bij schrijven van 18 oktober 2006 het bestuur om een standpunt had gevraagd inzake de wijze waarop het MER werd uitgewerkt; dat het bestuur op 16 november 2006 een informatieve vergadering heeft georganiseerd met de NV Belwind om dit te bespreken; Gelet op het feit dat het bestuur op 13 december 2006 door de Minister om een standpunt inzake milieumonitoring en de pilootfase gevraagd werd; dat het bestuur deze brief beantwoord heeft middels een brief gedateerd 22 december 2006; Gelet op het feit dat de Minister, op advies van het bestuur, bij aangetekend schrijven van 9 juli 2007, de aanvraag van de NV BELWIND volledig en ontvankelijk heeft verklaard met vermelding van het bedrag van de retributie verschuldigd voor de milieueffectenbeoordeling van de aangevraagde activiteit; dat de aanvrager deze retributie heeft betaald en op 26 juli 2007 het bewijs hiervan aan het bestuur heeft betekend;

3 Dat het bestuur op 15 november 2007, conform artikel 20, 2, van het KB VEMA, de Minister om verlenging van de adviestermijn met 30 dagen gevraagd heeft; dat de Minister bij aangetekend schrijven van 23 november 2007 de NV BELWIND op de hoogte heeft gebracht van deze verlengingsperiode; Gelet op het aangetekende schrijven van de NV BELWIND van 18 december 2007, gericht aan de Minister en aan het bestuur, waarbij de aanvrager haar vergunningsaanvraag met een derde variante voor de zeekabelroute aanvult; overwegende dat het onderzoeksbureau belast met het milieu-effectenrapport van oordeel is dat de milieueffecten van deze variante niet significant verschillen van de milieueffecten van eerder beschreven routes; 2.3 Het openbaar onderzoek Gelet op de bekendmaking van de aanvraag in het Belgisch Staatsblad van 3 augustus 2007; Gelet op het feit dat de aanvraag met in bijlage het milieueffectenrapport (MER), van 10 augustus tot 7 september 2007 in de burelen van het bestuur gelegen te Brussel en Oostende en in iedere kustgemeente in toepassing van artikel 18 van het KB VEMA van 7 september 2003 ter inzage van het publiek werd gelegd; dat het MER en de niet-technische samenvatting eveneens op de website van het bestuur werden geplaatst ( Dat de termijn voor het betekenen van standpunten, opmerkingen en bezwaren door iedere belanghebbende persoon of vereniging, op 24 september 2007 verstreek; Gelet op het feit dat de domeinconcessie van de NV BELWIND op de Bligh Bank op een afstand van 530 m van de Nederlandse maritieme grens is gelegen; dat het aanvraagdossier, samen met inlichtingen over het verloop van de procedure, op 1 augustus 2007 aan de Nederlandse autoriteiten (Mevrouw de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat) werd betekend conform artikel 19 van het KB VEMA; 2.4 De bijkomende informatie die door de aanvrager aan het bestuur werd overgemaakt Overwegende de aanvullende informatie, bij aangetekende brief van 5 september 2007, en bij van 14 september 2007, van 5, 11 en 18 oktober 2007 en van 6 november 2007 door de aanvrager verschaft op verzoek van het bestuur; Overwegende dat met de brief van 5 september 2007 het bestuur in kennis werd gebracht van de verduidelijking waarin de aanvrager bevestigt dat zijn aanvraag handelt over de 3 en 5 MW windturbines; Overwegende dat op 20 november 2007 het bestuur in kennis werd gebracht van de verduidelijking waarin de aanvrager bevestigt dat de aanvraag eveneens handelt over de kabels; Overwegende dat op 3 september 2007 het bestuur in kennis werd gebracht van de intentie voor een nieuwe variante voor de kabelroute; dat dit per brief betekend werd aan het bestuur op 18 december 2007; 2.5 De milieueffectenbeoordeling en de advisering door het bestuur Overwegende dat, in overeenstemming met het KB MEB van 9 september 2003, het bestuur is overgegaan tot een milieueffectenbeoordeling van de voorgenomen activiteiten;

4 Overwegende het gemotiveerd gunstig advies van 19 december 2007, met bijlagen, dat het bestuur bij nota van 19 december 2007 aan de Minister heeft overgemaakt; Dat het beschikkend gedeelte van het advies van 19 december 2007 van het bestuur aan de Minister, als volgt luidt: Door middel van dit schrijven geeft het bestuur een gunstig advies op de aanvraag ingediend door de n.v. Belwind, voor de bouw en de exploitatie van een windmolenpark van 330 MW op de Bligh Bank inclusief kabels en dit zowel voor de basisvariant met 66 windturbines van 5 MW als voor het alternatief van 110 windturbines van 3 MW (en alle tussenliggende opties), volgens de hierna vermelde modaliteiten en voorwaarden, en mits aanvaarding door de aanvrager van zijn financiële verplichtingen, zoals in desbetreffende voorwaarden opgenomen. Overwegende de betekening op 22 januari 2008 van het ontwerp van ministerieel besluit houdende verlening aan de NV BELWIND van een machtiging voor de bouw en een vergunning voor de exploitatie van een windmolenpark in de Belgische zeegebieden; Overwegende de gemotiveerde opmerkingen van de aanvrager die op 6 februari 2008 aan de Minister werden betekend; 3. Motieven tot verlening van een machtiging voor de bouw en een vergunning van de exploitatie van het betreffende windmolenpark 3.1 Algemeen Overwegende dat de Minister bij de beoordeling van de aanvraag onder meer rekening heeft gehouden met de algemene doelstellingen en beginselen van de wet; Dat de Minister tevens rekening heeft gehouden met de resultaten van de milieueffectenbeoordeling en het advies van het bestuur, in toepassing van artikel 24 van KB VEMA; Overwegende dat de voorgenomen activiteit aanzienlijk kan bijdragen tot het naleven van de nationale verplichtingen die voortvloeien uit de Beschikking 2002/358/EG van de Raad van 25 april 2002 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Gemeenschap, van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en de gezamenlijke nakoming van de in dat kader aangegane verplichtingen en meer bepaald gelet op het artikel 2 en de bijlage II van deze beschikking, die de verplichting inhouden voor België om tegen de periode van 2008 tot en met 2012 en ten opzichte van het basisjaar 1990, de emissies van broeikasgassen -waaronder CO2- met 7,5 % te reduceren en om hiertoe de nodige maatregelen te treffen, en rekening houdend met de Richtlijn 2001/77/EG van 27 september 2001 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen; Overwegende dat de Minister kennis heeft genomen van de inhoud van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die tijdens het openbaar onderzoek werden geformuleerd; Overwegende dat hij kennis heeft genomen van de gemotiveerde opmerkingen over het ontwerp van ministerieel besluit van houdende verlening aan de NV BELWIND van een machtiging voor de bouw en een vergunning voor de exploitatie van een windmolenpark in de Belgische zeegebieden;

5 3.2 Het openbaar onderzoek Overwegende dat het bestuur 2 standpunten, opmerkingen en bezwaren heeft ontvangen die betrekking hebben op: - het geluid, - de biodiversiteit, de avifauna, de zeezoogdieren, - het zeezicht en het culturele erfgoed, - de scheepvaart en de veiligheid - het energiebeleid; Dat deze standpunten, opmerkingen en bezwaren in overweging werden genomen door het bestuur, zoals blijkt uit het document Overzicht van de brieven ontvangen naar aanleiding van de inspraakprocedure voor het project van de n.v. Belwind: windmolenpark op de Bligh Bank, dat als bijlage 1 van het advies van het bestuur aan de Minister werd overgemaakt; Dat de standpunten, opmerkingen en bezwaren, voor zover ze relevant waren en op correcte feiten of vaststellingen waren gebaseerd, in de milieueffectenbeoordeling werden behandeld; Dat het bestuur met deze standpunten, opmerkingen en bezwaren rekening heeft gehouden bij zijn adviesverlening; 3.3 De consultatie met Nederland Overwegende dat het bestuur geen standpunten, opmerkingen en bezwaren heeft ontvangen van Nederlandse belanghebbenden binnen de bezwaartermijn die op 24 oktober 2007 verstreek; Overwegende dat het bestuur op 17 september 2007 een vraag tot overleg heeft ontvangen van het Nederlandse Ministerie van Verkeer en Waterstaat - Rijkswaterstaat; dat de gevraagde overlegvergadering plaatsvond op 18 oktober 2007 in Brussel; dat op die vergadering uitgebreid informatie werd uitgewisseld tussen de twee partijen; Overwegende het schrijven van 23 oktober 2007 van de heer Meijers van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat gericht aan het bestuur, waarin hij stelt dat mogelijke problemen met de scheepvaart zich kunnen voordoen en mogelijke effecten op de fauna in de Nederlandse Voordelta verder dienen onderzocht te worden; Overwegende dat het bestuur deze mogelijke problemen met de scheepvaart en deze mogelijke effecten op de fauna in zijn milieueffectenbeoordeling heeft onderzocht, en de Minister hierover heeft geadviseerd; Overwegende dat het economische verlies dat de scheepvaartsector zou kunnen ondergaan omwille van de sluiting van de volledige windparkconcessie voor de koopvaardijschepen ongeveer hetzelfde zal zijn voor de Belgische maritieme belangen als voor de maritieme belangen van Nederland; dat het prioritaire belang van de windenergieontwikkeling in het milieubeleid zowel door Nederland als door België erkend wordt en hier volstaat om ten voordele van de windparken te opteren; dat een aantal compensatiemaatregelen de veiligheid van de scheepvaart verhogen en van die aard zijn om als een positieve bijdrage tot het Noordzeebeleid te worden beschouwd door Nederland; Overwegende dat uit de milieueffectenbeoordeling blijkt dat de mogelijke effecten op de fauna in alle

6 waarschijnlijkheid gering zullen blijven; dat op geen enkele manier kan worden geoordeeld dat de voorgenomen activiteiten, afzonderlijk of in combinatie met andere activiteiten, significante gevolgen kunnen hebben voor de Nederlandse Voordelta; dat het bestuur van oordeel is dat de voorgestelde monitoring meer bepaald de onderdelen Avifauna, Zeezoogdieren, geluid en Vis zou moeten volstaan om onvoorziene ecologische schade, die gevolgen kunnen hebben voor het behoud van de natuurwaarden van de Voordelta, vast te stellen en te evalueren; dat compensatiemaatregelen dan, in voorkomend geval, kunnen overwogen worden; 3.4 Het advies van het bestuur Het voorwerp van de machtiging voor de bouw en de vergunning voor de exploitatie van de voorgenomen activiteit Overwegende dat het bestuur een gunstig advies verleent tot machtiging voor de bouw en vergunning voor de exploitatie door NV BELWIND van een windmolenpark van 330 MW op de Bligh Bank inclusief kabels en dit zowel voor de basisvariant met 66 windturbines van 5 MW als voor het alternatief van 110 windturbines van 3 MW (en alle tussenliggende opties), mits respect voor een aantal modaliteiten en voorwaarden, en mits aanvaarding door de aanvrager van een aantal financiële verplichtingen; Overwegende dat uit de milieueffectenbeoordeling geen duidelijk onaanvaardbare effecten van de activiteit op het mariene milieu zijn gebleken voor de verschillende onderdelen: juridische achtergrond, klimaat, hydrodynamica en sedimentologie, geluid en trillingen, risico s en gevolgen van mogelijke rampen/ veiligheid, mogelijke schadelijke stoffen, benthos, vissen en biodiversiteit, zeezoogdieren, avifauna, elektromagnetische velden, menselijke activiteiten, zeezicht, materiële goederen en het culturele erfgoed en verlichting en markering; Overwegende in het bijzonder dat uit de milieueffectenbeoordeling overduidelijk blijkt dat de activiteit, afzonderlijk of in combinatie met andere reeds gemachtigde of vergunde activiteiten, geen significante gevolgen kan hebben voor de mariene beschermde gebieden in de kustzone van België, de twee speciale zones voor natuurbehoud Trapegeer Stroombank gebied en Vlakte van de Raan, en de drie speciale beschermingszones SBZ1, SBZ2 en SBZ3 inbegrepen, alsook voor de Nederlandse Voordelta; Overwegende dat uit het MER, en ondanks de aanvullende studies en de milieueffectenbeoordeling van het bestuur, echter blijkt dat er leemten in de kennis blijven bestaan voor sommige milieueffecten van de voorgenomen activiteiten; dat het bestuur derhalve oordeelt dat de door de aanvrager voorgestelde activiteiten enkel aanvaardbaar zijn mits naleven van strenge voorwaarden; dat het bestuur bij afloop van zijn onderzoek 54 voorwaarden noodzakelijk heeft geacht waaronder in het bijzonder: het uitvoeren van een uitgebreide monitoring, een gefaseerde uitvoering van het project beginnend met een pilootfase van 6 turbines, compensaties voor bepaalde nadelige effecten van deze activiteiten, en een aantal financiële garanties; Overwegende dat, zowel bij de beoordeling van de aanvraag en van de milieueffecten van de voorgenomen activiteiten als voor het stellen van de voorwaarden en voor het bepalen van de aangewezen monitoring, voor zover relevant en voordelig ten opzichte van de algemene doelstellingen en beginselen van de wet, door het bestuur rekening werd gehouden met de ervaring opgedaan bij het behandelen van de vroegere gelijkaardige aanvragen en met de sinds de behandeling van die dossiers opgedane kennis, alsook met de recente ontwikkelingen in het buitenland met betrekking tot gelijkaardige projecten; Overwegende dat een gelijkaardige activiteit, met name het C-Power windmolenpark op de Thorntonbank

7 na gunstig advies van het bestuur in 2004 reeds vergund werd in de bij KB van 17 mei 2004 afgebakende zone; Overwegende dat bij de beoordeling van de cumulatieve effecten van de voorgenomen activiteit rekening werd gehouden met de reeds vergunde activiteit op de Thorntonbank; Overwegende dat tegenstanders van het voorgenomen project enerzijds van mening zijn dat het voorzorgsbeginsel strikt dient te worden toegepast; dat het bestuur anderzijds, ten opzichte hiervan van mening is dat het project een belangrijke bijdrage kan leveren tot het naleven door België van haar internationale verplichtingen inzake CO 2 reductie; dat zo n naleving zich opdringt; dat het bestuur verder overtuigd is dat mits scrupuleuze naleving door de aanvrager van de hem opgelegde voorwaarden, constructieve samenwerking tussen de aanvrager en de bevoegde autoriteiten, en zorgvuldig toezicht op de voorgenomen activiteit door de overheid deze activiteit zonder onaanvaardbare en onherstelbare effecten voor het mariene milieu kan worden gevoerd; Overwegende dat het bestuur derhalve van mening is dat het afwachten van verdere wetenschappelijke resultaten over de mogelijke effecten van de voorgenomen activiteit op het mariene milieu meer nadelen dan voordelen met zich zou meebrengen voor een verantwoord en duurzaam algemeen milieubeheer; dat uit recente ervaring in het buitenland echter blijkt dat de exploitatie van offshore windturbines in de Noordzee nog te kampen heeft met bepaalde technische moeilijkheden; dat met deze moeilijkheden rekening werd gehouden in de door het bestuur voorgestelde gebruiksvoorwaarden van de activiteit; Overwegende de mededeling van de Europese Commissie van 2 februari 2000 over het voorzorgsbeginsel waarmee het standpunt van het bestuur in overeenstemming blijkt te zijn; Overwegende de studie van de Commissie van de regularisatie van gas en elektriciteit (CREG) verschenen op 27 september 2007 en getiteld Studie over de ontoereikende productiecapaciteit van elektriciteit in België ; Overwegende de studie van het Federaal Planbureau verschenen in juli 2006 en getiteld Het klimaatbeleid na 2012 ; Overwegende de stelling van het bestuur dat gezien de complexiteit van de materie een strenge monitoring, gekoppeld met de strenge voorwaarden die de aanvrager worden opgelegd, ter opvolging van de voorgenomen activiteit zich opdringt, dat zo n monitoring een geloofwaardig en valabel middel is om het voorzorgsbeginsel tegemoet te komen; Overwegende eveneens het belang van een correcte toepassing van het daaraan gekoppeld vervuilerbetaalt beginsel; Overwegende dat bij eventuele via deze monitoring vastgestelde negatieve evolutie van de impact van de voorgenomen activiteit op het mariene milieu het bestuur deze impact zal evalueren en aan de bevoegde overheid de gepaste maatregelen zal voorstellen om deze impact te milderen of te niet te doen; dat deze overweging eveneens geldt voor de monitoring uitgevoerd voor de andere vergunde parken; De monitoring Overwegende de beslissing van de Minister om het monitoringsprogramma voor het offshore windenergiepark te optimaliseren, rekening houdend met de verschillende windparkprojecten, en de

8 kosten van de monitoring op een billijke manier onder de vergunde projecten te verdelen, zoals medegedeeld aan het bestuur op 12 maart 2007; Overwegende de bepaling van Bijlage II van het MB van 14 april 2004 houdende verlening van machtiging en vergunning aan de NV C-Power, waarin staat dat het bestuur behoudt het recht om de werklast van de verschillende programma s in de loop van de uitvoeringsperiode aan te passen en zonodig naar beneden te herzien om die in overeenkomst te houden met de beschikbare financiële middelen ; Overwegende dat bijgevolg het monitoringsprogramma van het windenergiepark geïntegreerd dient te worden en dat elk vergund project dient bij te dragen aan de financiële last van het geheel; De modaliteiten en voorwaarden, de financiële verplichtingen en de compensatie in milieuvoordelen Overwegende dat de Minister gevolg geeft aan het advies van het bestuur (punten 4 tot en met 6 van het advies, bijlage 3 Voorwaarden en bijlage 5 Monitoring van het advies), behalve in de mate dat er hierna van wordt afgeweken; (i) Het begeleidingscomité (punt 4.2 Begeleidingscomité van het advies en punt A.3 van bijlage 3 Voorwaarden van het advies) Overwegende dat een wijziging van de door het bestuur voorgestelde samenstelling van het begeleidingscomité zich opdringt teneinde alle bevoegde diensten te betrekken bij de begeleiding van de voorbereidende fase, de bouw-, de exploitatie- en de ontmantelingsfase; Dat derhalve een vertegenwoordiger van het directoraat-generaal Leefmilieu van de federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (hierna genoemd DG Leefmilieu ), bevoegd voor regelgeving tot bescherming van het mariene milieu, en een vertegenwoordiger van het directoraat-generaal Maritiem Vervoer, van de federale overheidsdienst Mobiliteit, bevoegd voor het maritieme vervoer, dienen opgenomen te worden in het begeleidingscomité; Dat het begeleidingscomité de bevoegdheden van zijn leden niet mag overschrijden en evenmin beslissingen mag nemen die tot de bevoegdheid van de Minister behoren; (ii) De monitoring (punt 4.3 Monitoring van het advies, punt A.6 van bijlage 3 Voorwaarden en bijlage 5 Monitoring van het advies) Overwegende dat het bestuur suggereert dat het monitoringsplan van het jaar nul in hoofdzaak betrekking heeft op de huidige toestand van het mariene milieu vóór de aanvang van de werkzaamheden; dat dit voorwerp uitmaakt van het monitoringsprogramma van de overheid (DG Leefmilieu) in het kader van het Duurzaam Beheer van de Noordzee; dat dit gedeelte van de monitoring niet ten laste van de houder dient te worden gelegd; Overwegende evenwel dat de betrekking van het monitoringsplan van het jaar nul op de huidige toestand van het mariene milieu vóór de aanvang van de werkzaamheden niet wegneemt dat dit deel uitmaakt van één volledig monitoringsplan opgesteld in het specifieke kader van en op maat van de machtiging- en vergunningsaanvraag door de N.V. BELWIND; Overwegende bovendien dat dit monitoringsplan van het jaar nul niet te verwarren is met het monitoringsprogramma van de overheid (DG Leefmilieu en BMM) die plaatsvindt in uitvoering van

9 bestaande nationale en internationale verplichtingen en regels, in het kader van het Duurzaam Beheer van de Noordzee; Overwegende artikel 29 van de wet, dat impliceert dat een dergelijk volledig monitoringsplan op kosten van de houder van de vergunning en of machtiging wordt uitgevoerd, dat dit artikel een uitwerking is van het beginsel dat de vervuiler betaalt, zoals omschreven in artikel 4, 5; Overwegende dus dat zowel wettelijk als billijk aangewezen is dat het volledig monitoringsplan ten laste valt van de NV BELWIND; Overwegende dat de NV BELWIND, als houder van de machtiging en vergunning, in grote mate zal kunnen profiteren van de reeds verzamelde gegevens en de opgedane expertise in het kader van de monitoring die is verricht op basis van het MB van 14 april 2004 houdende verlening van machtiging en vergunning aan de NV C-Power; Dat bovendien een kostenbesparing van 34% gerealiseerd wordt ten opzichte van de monitoringskosten van het jaar nul voor het project C-Power ten gevolge van de geïntegreerde monitoring van de windmolenparken; dat een dergelijke kostenbesparing ook geldt voor het monitoringsplan voor de daaropvolgende jaren, waarbij zowel voor de NV C-Power als voor de NV BELWIND een besparing gerealiseerd wordt ten opzichte van de globale financiële last die oorspronkelijk voorzien was voor de NV C-Power; (iii) Noodplan (punt 4.5 Noodplan van het advies, punt A.7 van bijlage III Voorwaarden van het advies) Overwegende dat artikel 29 KB VEMA bepaalt dat de Minister aan de vergunning- of machtiginghouder kan opleggen dat een noodplan voor bijzondere risico's voor accidentele verontreiniging op elk ogenblik tijdens de uitoefening van de activiteiten beschikbaar moet zijn; dat dit noodplan meegedeeld moet worden aan het bestuur; Overwegende dat bijgevolg de Minister het betreffende noodplan zal goedkeuren op advies van het bestuur nadat deze het begeleidingscomité heeft geraadpleegd; (iv) De overige gebruiksvoorwaarden (punt 4.7 Overige gebruiksvoorwaarden van het advies en bijlage III Voorwaarden van het advies) Overwegende dat een herformulering van sommige gebruiksvoorwaarden zich opdringt teneinde deze voorwaarden in overeenstemming te brengen met de bepalingen van de wet en haar uitvoeringsbesluiten of om hun praktische uitvoerbaarheid te bevorderen; Dat een aantal gebruiksvoorwaarden voortvloeien uit de wet en haar uitvoeringsbesluiten en desgevallend overbodig zijn of dat zij geen bijdrage leveren tot de realisatie van de doelstellingen van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten; Dat hierna de gebruiksvoorwaarden in bijlage 3 van het advies worden vermeld die door de Minister niet of met herformulering worden overgenomen; Voorwaarde A13 Dat deze voorwaarde wordt aangepast aan wat opgenomen is in bovenvermeld punt (iii);

10 (vi) Retributie Overwegende dat de NV BELWIND, als vergunning- en machtiginghouder, een retributie verschuldigd is van euro in constante basiswaarde van november 2007 voor de zes jaren van de monitoring, inclusief het jaar nul; dat dit bedrag geïndexeerd wordt; (vii) De verzekering tegen risico s van accidentele verontreiniging Overwegende dat de Minister aan de houder vraagt om het bewijs te leveren dat hij over de nodige verzekering beschikt om zijn burgerlijke aansprakelijkheid te dekken; Dat de verzekeringspolis tevens moet voorzien dat de verzekeraar de opzegging van de polis ter kennis zal brengen van het bestuur, minstens 6 maanden voor de effectieve stopzetting ervan; Voorwaarde B2 Overwegende dat het bestuur en het begeleidingscomité een meerwaarde kunnen bieden bij de evaluatie of een bepaalde verandering van het windturbinepark een ingreep dan wel een wijziging of herziening van de vergunning of machtiging vormt; Dat om die reden de NV BELWIND, als houder van de vergunning en de machtiging, opgelegd wordt een geplande ingreep te notificeren aan het bestuur, dat deze informatie vervolgens dient over te maken aan het begeleidingscomité; Voorwaarden B3 Overwegende dat alle leden van het begeleidingscomité interesse kunnen hebben in de datum of data waarop werkzaamheden in de vaargeul zullen plaatsvinden; Dat bijgevolg de verplichting tot communicatie van deze datum of data wordt geherformuleerd als communicatie aan het begeleidingscomité en aan de nautische autoriteiten; Dat ook de mogelijkheid om ter plaatse een waarnemer te sturen aangeboden moet worden aan de leden van het begeleidingscomité en aan de nautische autoriteiten; Voorwaarde B20 Overwegende dat niet enkel het bestuur en het DG Leefmilieu, maar ook het DG Maritiem Vervoer over expertise beschikken betreffende de keuze van een speciaal uitgerust interventievaartuig; Dat het begeleidingscomité geschikt is om te adviseren over de in dit verband voor te stellen maatregelen en beslissingen; 4. De opmerkingen van de aanvrager op het ontwerp van ministerieel besluit van 22 januari 2008 houdende verlening aan de NV BELWIND van een machtiging voor de bouw en een vergunning voor de exploitatie van een windmolenpark in de Belgische zeegebieden

11 Overwegende dat de opmerkingen van de aanvrager betrekking hebben tot de pilootfase, het bouwverbod van januari tot en met april, de kabeldiepte, het begeleidingscomité, de monitoring, de compensatie in milieuvoordelen, de gefaseerde vergunning, de rol van de betrokkene actoren; Dat er op al deze punten werd ingegaan met als resultaat dat er telkens aanpassingen of verduidelijkingen werden geformuleerd in dit besluit. BESLUIT: Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1 de wet : de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene milieu in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België; 2 het KB VEMA : het koninklijk besluit van 7 september 2003 houdende de procedure tot vergunning en machtiging van bepaalde activiteiten in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België; 3 het KB MEB : het koninklijk besluit van 9 september 2003 houdende de regels betreffende de milieueffectenbeoordeling in toepassing van de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene milieu in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België; 4 concessie : de domeinconcessie verleend aan de NV BELWIND bij ministerieel besluit van 5 juni 2007 houdende toekenning aan de n.v. Belwind van een domeinconcessie voor de bouw en de exploitatie van installaties voor de productie van elektriciteit uit winden in de zeegebieden (Bligh bank); 5 aanvrager, houder : de NV BELWIND; 6 activiteit : het windmolenpark inclusief de kabels; Art. 2. De Minister verleent aan de NV BELWIND een machtiging voor de bouw en een vergunning voor de exploitatie van een windturbinepark met een nominaal vermogen van 330 MW houdende 66 windturbines van maximum 5 MW of 110 windturbines van 3 MW of alle tussenliggende configuraties, inclusief de kabels, de drie varianten van hoogspanningskabelroutes en de twee varianten van elektriciteitskabelspanning (150 kv of kv). Art Binnen een termijn van 90 dagen die volgt op de datum van het machtigingsbesluit wordt, op initiatief van het bestuur, een begeleidingscomité opgericht. Het begeleidingscomité bestaat voor de volledige duur van de activiteit. Het begeleidingscomité blijft in functie tot de dag waarop de Minister het herstel van de site na ontmanteling heeft goedgekeurd. 2. In het begeleidingscomité zetelen het bestuur, een afgevaardigde van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu die door de Minister wordt aangesteld, een afgevaardigde van de FOD Mobiliteit en Vervoer die door de Minister bevoegd voor de maritieme mobiliteit wordt aangesteld, een afgevaardigde van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie die door de Minister bevoegd voor Energie wordt aangesteld, de vergunningshouder en de certificatiemaatschappij die door de houder werd aangesteld en door de Minister goedgekeurd. Het niet aanstellen van een afgevaardigde door een of meerdere Ministers is geen beletsel voor het bestaan en de werking van het begeleidingscomité.

12 De houder stelt op eigen kosten een certificatiemaatschappij aan die de conformiteit van de activiteit met de geldende nationale en internationale normen en standaarden verifieert en de naleving van de vastgestelde normen en standaarden tijdens het ontwerp, de bouw, de exploitatie (het onderhoud inbegrepen) en de ontmanteling van de installaties die voor de activiteit worden ingezet (inclusief de kabels en erosiebescherming) opvolgt. Hij legt de keuze van de certificatiemaatschappij ter goedkeuring voor aan de Minister via het bestuur Het begeleidingscomité wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van het bestuur. Indien de leden van het begeleidingscomité het nodig achten, kan het begeleidingscomité zich laten bijstaan door andere overheidsdiensten en/of externe deskundigen. Het begeleidingscomité verenigt zich tijdens de bouw- en voorbereidende fase, tenminste één maal vóór en één maal na elke fase, en tijdens de exploitatiefase minstens één maal per jaar. Het begeleidingscomité kan steeds worden bijeengeroepen op vraag van één van zijn leden. Het begeleidingscomité adviseert bij consensus. In geval van consensus wordt deze door het bestuur gerapporteerd aan de Minister. De goedkeuring door de Minister is stilzwijgend en gaat in de vijftiende dag na overmaking van het rapport van het bestuur. Bij gebrek aan consensus, rapporteert het bestuur de situatie aan de Minister, met inbegrip van de verschillende ingenomen standpunten. De Minister beslist zo snel mogelijk op basis van deze informatie. 3. Het begeleidingscomité heeft een adviserende en coördinerende rol. Het heeft als opdracht om de voorbereidende activiteiten, de bouw, de exploitatie en de ontmanteling van de activiteit, met inbegrip van de kabels, te volgen ten einde na te gaan of de wet en haar uitvoeringsbesluiten alsook de machtiging en de vergunning worden nageleefd. Het begeleidingscomité faciliteert de uitwisseling van de relevante informatie tussen zijn leden en naar de Minister toe. Het begeleidingscomité organiseert zijn eigen interne functionering. Het begeleidingscomité kan voorstellen doen aan het bestuur. Het begeleidingscomité adviseert het bestuur over de door de houder voorgestelde procedures aangaande: - de opvolging van beslissingen die moeten genomen worden tijdens de voorbereidende, de bouw-, de exploitatie- en de ontmantelingsfase; - de opvolging van de gemaakte keuzes op vlak van de technologieën, procedures, materialen, gronden hulpstoffen, designs voor alle structuren en kabels en voor de erosiebescherming; - de stopzetting van de turbines, al dan niet voor een noodgeval; - het onderhoud van het windmolenpark; - de toegang door helikopters (indien van toepassing); - de communicaties, met inbegrip van het controlestation van de houder aan wal; - het geven van bijkomende informatie van de houder aan leden van het begeleidingscomité; - het preliminaire onderzoek van klachten van derden tijdens alle fasen van de activiteit; - het alarmeren van de leden van het begeleidingscomité in geval van een ongeval veroorzaakt door de activiteit zelf of door derden. - opvolging van geldende veiligheidsmaatregelen die gerespecteerd moeten worden voor toegang tot de concessiezone.

13 - het herstelplan, zoals bedoeld in Art Deze procedurelijst is niet limitatief. De Minister kan, op voorstel van het bestuur, steeds de uitwerking van bijkomende procedures vragen. Het begeleidingscomité stelt, op voordracht van de certificatiemaatschappij, een controlelijst op van de internationale en nationale normen (of, waar noodzakelijk door gebrek aan normen van erkende standaarden) die door de vergunningshouder moeten worden nageleefd tijdens de exploitatie van de activiteit. Het begeleidingscomité vult deze controlelijst desgevallend aan. 4. Gedurende de geldingstermijn van de machtiging en vergunning wordt voor de Minister en voor alle leden van het begeleidingscomité de toegang tot informatie gewaarborgd via het bestuur. 5. Het begeleidingscomité zorgt voor een constructieve, permanente dialoog tussen de vergunningshouder en de overheid en vergemakkelijkt het goede verloop van de controle-en monitoringsactiviteiten. Zonodig kunnen, gezamelijke vergaderingen van de begeleidingscomités van meerdere offshore windenergieprojecten worden samengeroepen om ondermeer de optimale verwezenlijking van de geïntegreerde monitoring te coördineren. Art. 4. De bouwwerf kan niet opengesteld worden vooraleer 3 exemplaren van de bouwplannen bij het bestuur zijn neergelegd. Art De planning van de werken houdt verplicht een pilootfase in van de eerste 66 windturbines met de nodige kabels. De transformatorplatformen en de meetmast kunnen desgevallend tijdens een latere fase worden gebouwd. 2. Tijdens de pilootfase vraagt de houder per kwartaal een evaluatierapport aan de certificatiemaatschappij en maakt dit rapport over aan het bestuur voor verdere verspreiding binnen het begeleidingscomité. Na afloop van de pilootfase vraagt de houder jaarlijks een evaluatierapport aan de certificatiemaatschappij en maakt dit rapport over aan het bestuur voor verdere verspreiding binnen het begeleidingscomité. Het bestuur maakt het rapport van de certificatiemaatschappij al dan niet vergezeld van een advies - binnen een termijn van vijftien dagen na de dag van ontvangst van dit rapport aan de Minister over. 3. De Minister kan, ambtshalve of op verzoek van het bestuur of een van de administraties zetelend in het begeleidingscomité, op basis van het evaluatierapport van de certificatiemaatschappij, de uitvoeringsrapporten van de houder en de resultaten van de monitoring of andere beschikbare informatie en desgevallend na het advies van het begeleidingscomité, de gebruiksvoorwaarden van de vergunning wijzigen. De Minister kan de vergunning ook ambtshalve of op verzoek van het bestuur schorsen of intrekken. Dezelfde werkwijze wordt gevolgd voor de uitvoering van de volgende bouwfasen van de activiteit indien andere types fundering of bouwtechnieken worden gekozen dan bij de vorige fasen gebruikt. Art De houder aanvaardt de inhoud van het monitoringsplan dat in bijlage II van dit besluit is opgenomen. 2. De houder betaalt de retributie volgens de modaliteiten vermeld in de wet en haar uitvoeringsbesluiten

14 en de voorwaarde 6 (in bijlage I van dit besluit). Art. 7. Vóór de aanvang van de bouwfase moet de houder een noodplan meedelen aan het bestuur. Het bestuur raadpleegt het begeleidingscomité en rapporteert aan de Minister met het oog op de goedkeuring ervan. Het noodplan heeft betrekking op de noodgevallen die voortvloeien uit de bouwwerkzaamheden of de exploitatie van de activiteit en op de ongevallen die door derden in het concessiegebied worden veroorzaakt. De houder moet voor de uitvoering van dit noodplan de vereiste werkploegen en uitrustingen (Tier 1- niveau) paraat houden. Het noodplan moet specifieke maatregelen voor reddingsoperaties en de bestrijding van verontreiniging inhouden. Het noodplan wordt ingekaderd in de bestaande rampenplannen. Art. 8. De houder moet aan de het bestuur een jaarlijks uitvoeringsverslag voorleggen waarvan de inhoud in bijlage III wordt omschreven, overeenkomstig artikel 21 van het KB MEB. Het uitvoeringsverslag inzake een gegeven kalenderjaar moet worden ingediend vóór 15 maart van het navolgend kalenderjaar. Art. 9. De houder legt aan het bestuur het bewijs voor dat hij beschikt over de nodige verzekering die zijn burgerlijke aansprakelijkheid dekt, overeenkomstig artikel 31 van het KB VEMA. De verzekering moet tevens voorzien dat de verzekeraar de opzegging ervan ter kennis zal brengen van het bestuur, minstens 6 maanden voor de stopzetting. Art De houder is verplicht de site in zijn oorspronkelijke staat te herstellen overeenkomstig artikel 30 van het KB VEMA, na voorlegging aan het bestuur van een herstelplan, ten laatste een jaar voor de voorziene ontmanteling. 2. De houder moet een financiële zekerheid stellen voor het herstel van de site in zijn oorspronkelijke toestand na ontmanteling van de activiteit, overeenkomstig artikel 31 van het KB VEMA. Deze financiële zekerheid wordt als volgt bepaald (in basiswaarde van november 2007, te indexeren): - voor de configuratie van 66 turbines van 5 MW op monopalen: voor de configuratie van 66 turbines van 5 MW op gravitaire funderingen: voor de configuratie van 110 turbines van 3 MW op monopalen: voor de configuratie van 110 turbines van 3 MW op gravitaire funderingen: Deze bedragen zijn te moduleren in functie van het uiteindelijke funderingstype en het aantal turbines. Art. 11. De houder verleent een compensatie in milieuvoordelen in de vorm van een financiële bijdrage of materiële bijdrage. Deze compensatie dient om bij te dragen tot de paraatheid van de overheid inzake de voorkoming en de bestrijding van verontreiniging van het mariene milieu in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België overeenkomstig artikel 28 van het KB VEMA.

15 De grootte van de hierboven vermelde financiële of materiële bijdrage wordt onderling tussen de houder, het bestuur en FOD Leefmilieu bepaald rekening houdend met de behoeftes in interventiecapaciteit die uit de activiteit op zee van de houder voortvloeien. De samenstelling van de materiële bijdrage moet met de door het bestuur en FOD Leefmilieu geïdentificeerde behoeftes overeenstemmen en moet aan de door het bestuur en FOD Leefmilieu bepaald technische vereisten voldoen. De concrete uitvoering van deze bepaling wordt verder uitgewerkt in punt 20 van bijlage I. Art. 12. De houder is verplicht de gebruiksvoorwaarden na te komen zoals vermeld in bijlage I, overeenkomstig artikel 26 van het KB VEMA. Art De machtiging wordt verleend voor een termijn van 5 jaar, overeenkomstig artikel 41 van het KB VEMA. Overeenkomstig artikel 41, 2, tweede lid van het KB VEMA blijft de betekende machtiging geschorst totdat iedere bijkomende vereiste vergunning en machtiging voor de uitvoering van de activiteit is verleend en kennisgeving ervan overeenkomstig de toepasselijke wetgeving is gebeurd. 2. De termijn voor ingebruikneming van de machtiging bedraagt 4 jaar die ingaat bij de betekening aan de aanvrager van het besluit, overeenkomstig artikel 42 van het KB VEMA. De houder zal de machtiging daadwerkelijk in gebruik mogen nemen op de dag dat het bestuur hem de bevestiging betekent dat hij de volgende verplichtingen is nagekomen: - de plannen vermeld in artikel 4 werden bij het bestuur neergelegd.; - het noodplan vermeld in artikel 7 werd aan het bestuur overgemaakt en goedgekeurd conform artikel 7; - de financiële zekerheid vermeld in artikel 10 werd gesteld. Art De vergunning wordt verleend voor een termijn van 20 jaar, overeenkomstig artikel 41 van het KB VEMA. Overeenkomstig artikel 41, 2, tweede lid van het KB VEMA blijft de betekende machtiging geschorst totdat iedere bijkomende vereiste vergunning en machtiging voor de uitvoering van de activiteit is verleend en kennisgeving ervan overeenkomstig de toepasselijke wetgeving is gebeurd. 2.De termijn voor ingebruikneming van de vergunning bedraagt 4 jaar die ingaat bij de betekening aan de aanvrager van het besluit, overeenkomstig artikel 42 van het KB VEMA. Art. 15. Ingeval van intrekking van de verleende concessie blijven de verplichtingen van de houder uit dit besluit geheel en ongewijzigd van toepassing ten aanzien van: - het in oorspronkelijke staat herstellen van de site, zoals bepaald in artikel 10 van dit besluit; - het beveiligen van de betrokken zone; - het behoud van en de bescherming van het mariene milieu, inclusief de retributie voor de uitgevoerde of in het kader van de intrekking van de verleende concessie nog uit te voeren toezichtsprogramma s of milieueffectenonderzoeken. Art. 16. De maatschappelijke zetel van de houder is gevestigd te 1930 Zaventem, Leuvensesteenweg Elke wijziging van de maatschappelijke zetel, de raad van bestuur, de aandeelhoudersstructuur of de statuten van de houder moet aan het bestuur worden betekend.

16 Art. 17. Een eensluidend verklaard afschrift van het besluit en zijn bijlagen wordt aan de houder betekend. De volgende bijlagen maken integraal deel uit van het besluit: - Bijlage I Gebruiksvoorwaarden ; - Bijlage II "Monitoring "; - Bijlage III "Inhoudsbepaling jaarlijks uitvoeringsverslag"; - Bijlage IV Richtlijnen opstellen noodplan ; - Bijlage V "Advies van het bestuur. Art. 18. Het besluit wordt hij uittreksel in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd, overeenkomstig artikel 34 van het KB VEMA. Art. 19. Derden belanghebbenden kunnen een beroep tot nietigverklaring bij de Raad van State instellen binnen de 60 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad. De houder kan een beroep tot nietigverklaring instellen binnen 60 dagen na de betekening van het besluit. Gedaan te Brussel, voor Yves Leterme, Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Mobiliteit, Institutionele Hervormingen en de Noordzee, afwezig Inge Vervotte, Minster van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven

17

KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU Ministerieel besluit houdende verlening van een machtiging en vergunning aan NEMOS GmbH voor de

Nadere informatie

aan de heer Minister van Begroting en Overheidsbedrijven

aan de heer Minister van Begroting en Overheidsbedrijven KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN BEHEERSEENHEID MATHEMATISCH MODEL VAN DE NOORDZEE AFDELING BEHEER VAN HET MARIENE ECOSYSTEEM Advies van het Bestuur aan de heer Minister van Begroting

Nadere informatie

KONINKRIJK BELGIË FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

KONINKRIJK BELGIË FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU KONINKRIJK BELGIË FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU Ministerieel besluit van 18 januari 2012 houdende verlening aan de NV Norther van een machtiging

Nadere informatie

Advies van het Bestuur aan de Staatssecretaris voor de Noordzee

Advies van het Bestuur aan de Staatssecretaris voor de Noordzee KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN BEHEERSEENHEID MATHEMATISCH MODEL VAN DE NOORDZEE Advies van het Bestuur aan de Staatssecretaris voor de Noordzee betreffende : de wijziging van de

Nadere informatie

(A) april 2019

(A) april 2019 (A)1930 25 april 2019 Advies over de aanvraag door de naamloze vennootschap Northwester 2 tot wijziging van de domeinconcessie voor de bouw en de exploitatie van installaties voor de productie van elektriciteit

Nadere informatie

Productie van tweekleppige weekdieren door middel van hangstructuren in 4 bepaalde zones in de zeegebieden onder rechtsbevoegdheid van België

Productie van tweekleppige weekdieren door middel van hangstructuren in 4 bepaalde zones in de zeegebieden onder rechtsbevoegdheid van België KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN BEHEERSEENHEID MATHEMATISCH MODEL VAN DE NOORDZEE AFDELING BEHEER VAN HET MARIENE ECOSYSTEEM Productie van tweekleppige weekdieren door middel van

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN N. 2002 1684 MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN [C 2002/11131] 27 MAART 2002. Ministerieel besluit houdende toekenning aan de tijdelijke vereniging ELECTRABEL ONDERNEMINGEN JAN DE NUL van een domeinconcessie

Nadere informatie

aan de Staatssecretaris van de Noordzee

aan de Staatssecretaris van de Noordzee KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN OPERATIONELE DIRECTIE NATUURLIJK MILIEU BEHEERSEENHEID MATHEMATISCH MODEL VAN DE NOORDZEE Advies van het Bestuur aan de Staatssecretaris van de Noordzee

Nadere informatie

Advies van het Bestuur

Advies van het Bestuur KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN BEHEERSEENHEID MATHEMATISCH MODEL VAN DE NOORDZEE AFDELING BEHEER VAN HET MARIENE ECOSYSTEEM Advies van het Bestuur aan de Minister van de Noordzee

Nadere informatie

ADVIES COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS

ADVIES COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS ADVIES

Nadere informatie

Advies van het bestuur aan de minister bevoegd voor de bescherming van het mariene milieu

Advies van het bestuur aan de minister bevoegd voor de bescherming van het mariene milieu KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN BEHEERSEENHEID MATHEMATISCH MODEL VAN DE NOORDZEE Advies van het bestuur aan de minister bevoegd voor de bescherming van het mariene milieu betreffende:

Nadere informatie

4 «de bevoegde overheid» : de overheid bevoegd tot het verlenen van de vergunningen en machtigingen voor de activiteiten die

4 «de bevoegde overheid» : de overheid bevoegd tot het verlenen van de vergunningen en machtigingen voor de activiteiten die N. 2001 208 [2000/22877] 20 DECEMBER 2000. Koninklijk besluit houdende de regels betreffende de milieu-effectenbeoordeling in toepassing van wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene milieu

Nadere informatie

EINDBESLISSING (B) CDC-1251

EINDBESLISSING (B) CDC-1251 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS EINDBESLISSING

Nadere informatie

Adviescomité SEA. Is er al dan niet een strategische milieubeoordeling (SEA) vereist voor het ontwerp beleidsplannen mariene beschermde gebieden?

Adviescomité SEA. Is er al dan niet een strategische milieubeoordeling (SEA) vereist voor het ontwerp beleidsplannen mariene beschermde gebieden? Directoraat-generaal Leefmilieu EUROSTATION Blok II 2 e verdieping Victor Hortaplein 40, bus 10 B 1060 BRUSSEL www.environment.fgov.be Secretariaat van het Adviescomité SEA: Sabine WALLENS t: + 32 2 524

Nadere informatie

EINDBESLISSING (B) CDC-1273

EINDBESLISSING (B) CDC-1273 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS EINDBESLISSING

Nadere informatie

(B) september 2017

(B) september 2017 (B)1660 21 september 2017 Eindbeslissing over de vastlegging van de correctiefactor voor de 2 de periode (03.10.2017-02.10.2018) ter bepaling van de minimumprijs voor de groenestroomcertificaten uitgereikt

Nadere informatie

(B) november 2018

(B) november 2018 (B)1838 8 november 2018 Beslissing over de vastlegging van de correctiefactor voor de 3 de periode (14.12.2018 13.12.2019) ter bepaling van de minimumprijs voor de groenestroomcertificaten uitgereikt voor

Nadere informatie

EINDBESLISSING (B) CDC-1272

EINDBESLISSING (B) CDC-1272 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS EINDBESLISSING

Nadere informatie

EINDBESLISSING (B)130228-CDC-1231

EINDBESLISSING (B)130228-CDC-1231 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS EINDBESLISSING

Nadere informatie

Richtlijnen voor domeinconcessies voor windenergieparken

Richtlijnen voor domeinconcessies voor windenergieparken Richtlijnen voor domeinconcessies voor windenergieparken De richtlijnen hieronder handelen over het opstellen van aanvragen voor de toekenning van domeinconcessies voor windenergieparken ingediend overeenkomstig

Nadere informatie

DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER 29 SEPTEMBER

DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER 29 SEPTEMBER DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER 29 SEPTEMBER 1997. Koninklijk besluit houdende overdracht van de Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee en het Schelde-estuarium naar het Koninklijk Belgisch

Nadere informatie

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122. de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 35 88 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Mededeling Brussel, 2 juni 2017 Kenmerk: NBB_2017_18 uw correspondent:

Nadere informatie

de aanvraag tot machtiging en vergunning van de n.v. Belwind voor de bouw en exploitatie van een windmolenpark op de Bligh Bank in de Noordzee

de aanvraag tot machtiging en vergunning van de n.v. Belwind voor de bouw en exploitatie van een windmolenpark op de Bligh Bank in de Noordzee KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN BEHEERSEENHEID MATHEMATISCH MODEL VAN DE NOORDZEE Advies van het bestuur aan de minister bevoegd voor de bescherming van het mariene milieu betreffende:

Nadere informatie

(A) april 2018

(A) april 2018 (A)1748 26 april 2018 Advies over de aanvraag tot wijziging van de domeinconcessie bij ministerieel besluit van 12 mei 2015 toegekend aan Northwester 2 nv voor de bouw en de exploitatie van installaties

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Beslissing BESLISSING-2009I2I8-06 Tot afsluiting van de administratieve sanctieprocedure gericht tegen Lampiris S.A. Toepassing van

Nadere informatie

ADVIES DIENST REGULERING

ADVIES DIENST REGULERING DIENST REGULERING ADVIES DR-061117-51 betreffende de aanvraag van een leveringsvergunning door de naamloze vennootschap SPE ten gevolge van haar overname van de naamloze vennootschappen Luminus, ALG Négoce

Nadere informatie

12 AUGUSTUS Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid.

12 AUGUSTUS Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid. 12 AUGUSTUS 1993. - Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid. - Bron : SOCIALE VOORZORG Publicatie : 21-08-1993 Inwerkingtreding

Nadere informatie

EINDBESLISSING (B) CDC-1478

EINDBESLISSING (B) CDC-1478 Niet-vertrouwelijk Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE [C 2017/10293] 1 DECEMBER 2016. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 maart 1966 tot verklaring van openbaar

Nadere informatie

Standaard informatie voor de aanvraag tot goedkeuring van een GEMEENSCHAPPELIJKE DIENST VOOR FYSISCHE CONTROLE

Standaard informatie voor de aanvraag tot goedkeuring van een GEMEENSCHAPPELIJKE DIENST VOOR FYSISCHE CONTROLE Standaard informatie voor de aanvraag tot goedkeuring van een GEMEENSCHAPPELIJKE DIENST VOOR FYSISCHE CONTROLE 0. Reglementaire basis Artikel 23.1.1 van het Koninklijk Besluit van 20 juli 2001 voor de

Nadere informatie

EINDBESLISSING (B) CDC-1464

EINDBESLISSING (B) CDC-1464 Niet-vertrouwelijk Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT

Nadere informatie

Advies van het Bestuur aan de heer Minister van Begroting en Overheidsbedrijven

Advies van het Bestuur aan de heer Minister van Begroting en Overheidsbedrijven KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN BEHEERSEENHEID MATHEMATISCH MODEL VAN DE NOORDZEE AFDELING BEHEER VAN HET MARIENE ECOSYSTEEM Advies van het Bestuur aan de heer Minister van Begroting

Nadere informatie

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Ondernemen, ontvangen op 09/12/2014;

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Ondernemen, ontvangen op 09/12/2014; 1/6 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 04/2015 van 21 januari 2015 Betreft: aanvraag van het Agentschap Ondernemen om als rechtsopvolger van het Bestuur KMObeleid van de FOD Economie

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 19317 FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE [C 2018/11134] 1 MAART 2018. Koninklijk besluit betreffende de voorwaarden en de procedure voor de toekenning van domeinconcessies

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES (BRUGEL-ADVIES-20180628-266) betreffende De hernieuwing van de leveringsvergunning voor gas en de leveringsvergunning voor

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd N. 2001 1162 [C 2001/35430] 20 APRIL 2001. Besluit van de Vlaamse regering tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van

Nadere informatie

aan de Staatssecretaris van de Noordzee

aan de Staatssecretaris van de Noordzee KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN OPERATIONELE DIRECTIE NATUURLIJK MILIEU BEHEERSEENHEID MATHEMATISCH MODEL VAN DE NOORDZEE Advies van het Bestuur aan de Staatssecretaris van de Noordzee

Nadere informatie

ADVIES (A) CDC-607

ADVIES (A) CDC-607 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS ADVIES

Nadere informatie

Bijlag. Marien Ruimtelijk Plan Bijlagen Bijlage 3

Bijlag. Marien Ruimtelijk Plan Bijlagen Bijlage 3 Bijlag 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. ter realisatie van algemene doelstellingen... 3 3. ter realisatie van de milieudoelstellingen... 3 4. ter realisatie van de veiligheidsdoelstellingen... 4 5. ter realisatie

Nadere informatie

EINDBESLISSING (B) CDC-1282

EINDBESLISSING (B) CDC-1282 Niet-vertrouwelijk Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer 1/6 Advies 30/2016 van 8 juni 2016 Betreft: Advies uit eigen beweging over de mededeling door de Kruispuntbank van Ondernemingen van gegevens betreffende de functies die een persoon uitoefent binnen een

Nadere informatie

(A) juni gegeven met toepassing van artikel 6, 2 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt

(A) juni gegeven met toepassing van artikel 6, 2 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt (A)1648 29 juni 2017 Over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 december 2000 betreffende de voorwaarden en de procedure voor de toekenning van domeinconcessies

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen en het koninklijk besluit

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES (BRUGEL-ADVIES-201801205-275) Betreffende het Federaal ontwikkelingsplan van Elia voor de periode 2020-2030 en het bijbehorende

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Zetel : Ministerie van Justitie Poelaertplein 3 Tel. : 02/504.66.21 tot 23 Fax : 02/504.70.00 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER O. ref. : 10

Nadere informatie

HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: Koninklijk besluit van 30 januari 2003 tot vaststelling van de criteria, de voorwaarden en de nadere regels voor de toekenning van de toelage tot ondersteuning van acties die betrekking hebben op de bevordering

Nadere informatie

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST N. 2009 1380 26 MAART 2009. Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen (1) [C 2009/31188] Het Brussels

Nadere informatie

Advies van het Bestuur aan de Minister bevoegd voor de bescherming van het mariene milieu

Advies van het Bestuur aan de Minister bevoegd voor de bescherming van het mariene milieu KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN OPERATIONELE DIRECTIE NATUURLIJK MILIEU BEHEERSEENHEID MATHEMATISCH MODEL VAN DE NOORDZEE Advies van het Bestuur aan de Minister bevoegd voor de bescherming

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT

DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE LEDEN VAN DE

Nadere informatie

Gelet op het Jachtdecreet van 24 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 7, 11 en 12;

Gelet op het Jachtdecreet van 24 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 7, 11 en 12; 1 december 1998 - Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder afzonderlijke jachtterreinen vrijwillig tot grotere beheereenheden kunnen worden samengevoegd en van

Nadere informatie

Wet van 2 oktober 2017 vergunning voor het exploiteren van een onderneming voor camerasystemen.

Wet van 2 oktober 2017 vergunning voor het exploiteren van een onderneming voor camerasystemen. Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Veiligheid en Preventie Directie Private Veiligheid Aan de ondernemingen voor camerasystemen Uw contactpersoon T Uw referentie Bijlagen 02

Nadere informatie

BESLISSING COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS

BESLISSING COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.99 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS BESLISSING

Nadere informatie

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuringsverslag

Nadere informatie

naamloze vennootschap Paepsem Business Park, Boulevard Paepsem 20 B-1070 Brussel, België BTW BE 0876.488.436 (Brussel)

naamloze vennootschap Paepsem Business Park, Boulevard Paepsem 20 B-1070 Brussel, België BTW BE 0876.488.436 (Brussel) naamloze vennootschap Paepsem Business Park, Boulevard Paepsem 20 B-1070 Brussel, België BTW BE 0876.488.436 (Brussel) VOLMACHT gewone en buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders die zal worden

Nadere informatie

Staatssteun nr. N 14/2002 - België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen

Staatssteun nr. N 14/2002 - België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen EUROPESE COMMISSIE Brussel, 02.08.2002 C(2002)2904 fin. Betreft: Staatssteun nr. N 14/2002 - België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen Excellentie, Bij schrijven

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de inspectie van Financiën, gegeven op 21 augustus 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de inspectie van Financiën, gegeven op 21 augustus 2017; Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de procedure tot toekenning of weigering van de vergunning als private uitbetalingsactor voor de uitbetaling van toelagen in het kader van het gezinsbeleid

Nadere informatie

WET van 3 juni 2002, houdende instelling van het Instituut voor Bevordering van Investeringen in Suriname (Wet Investsur) (S.B no. 41).

WET van 3 juni 2002, houdende instelling van het Instituut voor Bevordering van Investeringen in Suriname (Wet Investsur) (S.B no. 41). WET van 3 juni 2002, houdende instelling van het Instituut voor Bevordering van Investeringen in Suriname (Wet Investsur) (S.B. 2002 no. 41). HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 In deze wet en daarop

Nadere informatie

Gelet op de adviesaanvraag van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, ontvangen op 21 juni 2018;

Gelet op de adviesaanvraag van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, ontvangen op 21 juni 2018; 1/6 Advies 81/2018 van 5 september 2018 Betreft: Wijziging van de wet van 22 betreffende de rechten van de patiënt - Hoofdstuk 10 - artikel 65 van het wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake gezondheidszorg

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 14 januari 2019 ADVIES 2019-13 met betrekking tot het verkrijgen van toegang tot documenten met

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 14/1.1.1 en 14/1.1.2, ingevoegd bij het decreet van 16 november 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 14/1.1.1 en 14/1.1.2, ingevoegd bij het decreet van 16 november 2018; Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de erkenning van regelluwe zones voor energie DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Energiedecreet

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 29 januari 1998 tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van Boekhouders

Koninklijk besluit van 29 januari 1998 tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van Boekhouders Koninklijk besluit van 29 januari 1998 tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van Boekhouders Bron : Koninklijk besluit van 29 januari 1998 tot goedkeuring van het stagereglement

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU N. 2010 3096 [C 2010/24341] 9 JULI 2010. Koninklijk besluit betreffende het beheer van het register voor broeikasgassen

Nadere informatie

.. J' Vlaamse Regering i

.. J' Vlaamse Regering i .. J' Vlaamse Regering i - Ministeriële uitspraak in de beroepsprocedure met toepassing van artikel 29bis, 5, van de Vlaamse Wooncode betreffende de beslissing van de sociale huisvestingsmaatschappij met

Nadere informatie

Metrologische Reglementering

Metrologische Reglementering K_991206.doc - 2000-02-07 MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN Bestuur Kwaliteit en Veiligheid Afdeling Metrologie Metrologische Dienst Metrologische Reglementering Koninklijk besluit van 6 december 1999 houdende

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerp van decreet houdende de instemming met het samenwerkingsakkoord van (datum) tussen

Nadere informatie

Toelichting bij de procedure voor de bouw van een 2 de kerncentrale te Borssele (Nederland)

Toelichting bij de procedure voor de bouw van een 2 de kerncentrale te Borssele (Nederland) 21 september 2009 Toelichting bij de procedure voor de bouw van een 2 de kerncentrale te Borssele (Nederland) Inleiding In een gezamenlijke brief van 17 september 2008 aan de Nederlandse Tweede Kamer hebben

Nadere informatie

Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 van de Grondwet krachtens artikel 138 van de Grondwet.

Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 van de Grondwet krachtens artikel 138 van de Grondwet. 11 JUNI 1998. Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de toepassing van het decreet van 18 juli 1996 houdende erkenning van de instellingen die bemiddelen bij schulden (VERTALING).

Nadere informatie

Circulaire betreffende de procedure voor de overdracht van een portefeuille verzekerings- of herverzekeringsovereenkomsten

Circulaire betreffende de procedure voor de overdracht van een portefeuille verzekerings- of herverzekeringsovereenkomsten de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 37 40 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Circulaire Brussel, 09 maart 2018 Kenmerk: NBB_2018_08 uw correspondent:

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; Gelet op het verslag opgesteld door de heer L. GOLVERS en de heer B.

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; Gelet op het verslag opgesteld door de heer L. GOLVERS en de heer B. KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Zetel : Ministerie van Justitie Poelaertplein 3 Tel. : 02/504.66.21 tot 23 Fax : 02/504.70.00 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER O. ref. : S /

Nadere informatie

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis; 1/6 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr. 72/2017 van 13 december 2017 Betreft: Aanvraag van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw (VVSG) ten behoeve van de Vlaamse steden

Nadere informatie

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc 1 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot regeling van de samenstelling en de werking van de Federale Commissie Rechten van de Patiënt ingesteld bij artikel 16 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; 1/7 Advies nr 12/2014 van 26 februari 2014 Betreft: Adviesaanvraag aangaande het ontwerp van koninklijk besluit en het ontwerp van ministerieel besluit betreffende de identificatie en registratie van honden

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 ter uitvoering van hoofdstuk VI, van titel IV, van de programmawet (I) van 27 december 2006 tot oprichting van een Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers (B.S.

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 juli 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 juli 2016; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de bepaling van voorwaarden voor een bijzondere oproep om voor bepaalde woongelegenheden een erkenningskalender in te dienen en tot wijziging van de regelgeving

Nadere informatie

(van toepassing vanaf ) HOOFDSTUK I. - Definities.

(van toepassing vanaf ) HOOFDSTUK I. - Definities. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 januari 1999 betreffende het verlaagd tarief van de successierechten in geval van overdracht van kleine en middelgrote ondernemingen (van toepassing

Nadere informatie

RICHTSNOEREN VOOR ONDERZOEK IN HET BUREAU VOOR HARMONISATIE BINNEN DE INTERNE MARKT (MERKEN, TEKENINGEN EN MODELLEN) BETREFFENDE GEMEENSCHAPSMERKEN

RICHTSNOEREN VOOR ONDERZOEK IN HET BUREAU VOOR HARMONISATIE BINNEN DE INTERNE MARKT (MERKEN, TEKENINGEN EN MODELLEN) BETREFFENDE GEMEENSCHAPSMERKEN RICHTSNOEREN VOOR ONDERZOEK IN HET BUREAU VOOR HARMONISATIE BINNEN DE INTERNE MARKT (MERKEN, TEKENINGEN EN MODELLEN) BETREFFENDE GEMEENSCHAPSMERKEN DEEL A ALGEMENE VOORSCHRIFTEN AFDELING 7 HERZIENING Richtsnoeren

Nadere informatie

VR DOC.0360/2

VR DOC.0360/2 VR 2017 2104 DOC.0360/2 Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante

Nadere informatie

VR 2016 DOC.0943/1BIS

VR 2016 DOC.0943/1BIS VR 2016 DOC.0943/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling Vlaamse Regering over het ontwerp

Nadere informatie

VR DOC.1146/5

VR DOC.1146/5 VR 2016 2110 DOC.1146/5 Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot aanpassing van de regelgeving

Nadere informatie

Veiligheidscoördinatoren Coordinateurs de Sécurité. Gewijzigd door : KB van 18 januari 2006 BS van 31 januari 2006

Veiligheidscoördinatoren Coordinateurs de Sécurité. Gewijzigd door : KB van 18 januari 2006 BS van 31 januari 2006 21 SEPTEMBER 1988. - Koninklijk besluit betreffende de voorschriften en de verplichtingen van raadpleging en informatie bij het uitvoeren van werken in de nabijheid van installaties van vervoer van gasachtige

Nadere informatie

Verdeling van de ministeriële bevoegdheden

Verdeling van de ministeriële bevoegdheden Verdeling van de ministeriële bevoegdheden Eerste minister Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Fraudebestrijding, en de uniforme toepassing

Nadere informatie

KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR CIRCULAIRE. Uitgave : 2

KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR CIRCULAIRE. Uitgave : 2 KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR Bestuur van de Luchtvaart CIRCULAIRE CIR/EQUIP-02 Datum 06/84 Uitgave : 2 Betreft : Goedkeuring van de recipiënten vervaardigd in het buitenland

Nadere informatie

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP "INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE"

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Interne Audit van de Vlaamse Administratie en tot omvorming van het auditcomité van de Vlaamse Gemeenschap tot het

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid SCSZ/09/082 BERAADSLAGING NR 09/047 VAN 28 JULI 2009 MET BETREKKING TOT DE VERWERKING VAN GECODEERDE PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Contractnummer: VERTROUWELIJKHEIDSCONTRACT TUSSEN DE ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK STATISTICS BELGIUM EN

Contractnummer: VERTROUWELIJKHEIDSCONTRACT TUSSEN DE ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK STATISTICS BELGIUM EN Contractnummer: VERTROUWELIJKHEIDSCONTRACT TUSSEN DE ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK STATISTICS BELGIUM EN.. Tussen De Algemene Directie Statistiek Statistics Belgium van de FOD Economie, KMO, Middenstand

Nadere informatie

Oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk

Oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Inleiding Krachtens de welzijnswet dient elke werkgever een interne dienst voor preventie en bescherming op

Nadere informatie

wet van 13 juni 1969 inzake de exploratie en exploitatie van nietlevende

wet van 13 juni 1969 inzake de exploratie en exploitatie van nietlevende 82314 BELGISCH STAATSBLAD 29.10.2018 MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE [C 2018/14565] 21 OKTOBER 2018. Koninklijk besluit houdende de regels betreffende de

Nadere informatie

http://www.emis.vito.be Belgisch Staatsblad dd 03-03-2010 BIJLAGE

http://www.emis.vito.be Belgisch Staatsblad dd 03-03-2010 BIJLAGE BIJLAGE http://www.emis.vito.be Belgisch Staatsblad dd 03-03-2010 Huishoudelijk reglement van het Comité voor het toekennen van het Europese milieukeurmerk Overeenkomstig artikel 9 van het koninklijk besluit

Nadere informatie

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies nr. 23/2019 van 6 februari 2019

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG); Advies nr. 23/2019 van 6 februari 2019 1/5 Advies nr. 23/2019 van 6 februari 2019 Betreft: advies over een voorontwerp van besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het Besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 betreffende de landinrichting

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling van de Vlaamse Regering betreffende het ontwerp Koninklijk

Nadere informatie

BESLISSING COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS

BESLISSING COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.99 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS BESLISSING

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling van de Vlaamse Regering inzake het ontwerp van koninklijk

Nadere informatie

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Inspectie RWO ontvangen op 12/09/2011;

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Inspectie RWO ontvangen op 12/09/2011; 1/6 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 63/2011 van 16 november 2011 Betreft: aanvraag van het Agentschap Inspectie RWO tot uitbreiding van beraadslaging RR nr. 23/2009 met het oog

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/11/035 BERAADSLAGING NR 11/026 VAN 5 APRIL 2011 MET BETREKKING TOT DE RAADPLEGING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR

Nadere informatie

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. 23.06.2017 16 MAART 2009 Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor de toelating tot het luchtverkeer aan bepaalde luchtvaartuigen die niet beschikken over een bewijs van luchtwaardigheid

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/11/098 BERAADSLAGING NR 11/057 VAN 6 SEPTEMBER 2011 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling

Koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling INHOUD 1. Definities... 2 2. De Raad... 2 3. Het Bureau... 3 4. Algemene Vergaderingen... 4 5. Werkgroepen... 5 6. Het Permanent Secretariaat... 6 7. Taalgebruik... 6 8. Forumfunctie en openbaarheid van

Nadere informatie

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie ontvangen op 25/10/2011;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie ontvangen op 25/10/2011; 1/5 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 08/2012 van 11 januari 2012 Betreft: aanvraag van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie tot uitbreiding van beraadslaging

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES (BRUGEL-ADVIES-20150424-204) betreffende het voorontwerp van besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Nadere informatie