ONDERZOEK VAN DE HOOGCERVICALE WERVELKOLOM

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ONDERZOEK VAN DE HOOGCERVICALE WERVELKOLOM"

Transcriptie

1 ONDERZOEK VAN DE HOOGCERVICALE WERVELKOLOM INTERBEOORDELAARSBETROUWBAARHEID VAN HET SEGMENTAAL BEWEGINGSFUNCTIE ONDERZOEK VAN DE HOOGCERVICALE WERVELKOLOM EN DE FLEXIE-ROTATIE METING MET HET CERVICAL RANGE OF MOTION MEETINSTRUMENT (CROM) Auteur: M.J. Vongehr Datum: 27 december

2 ONDERZOEK VAN DE HOOGCERVICALE WERVELKOLOM INTERBEOORDELAARSBETROUWBAARHEID VAN HET SEGMENTAAL BEWEGINGSFUNCTIE ONDERZOEK VAN DE HOOGCERVICALE WERVELKOLOM EN DE FLEXIE-ROTATIE METING MET HET CERVICAL RANGE OF MOTION MEETINSTRUMENT (CROM) Auteur: M.J. Vongehr Begeleider: drs. J.W.H. Elvers Datum: 27 december

3 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding pag. 4 Hoofdstuk 2 Materiaal en methoden pag Onderzoekspopulatie pag Meetinstrumenten pag Onderzoeksopzet pag Dataverwerking en statistische analyse pag.12 Hoofdstuk 3 Resultaten pag.14 Hoofdstuk 4 Discussie pag.16 Hoofdstuk 5 Conclusie pag.18 Samenvatting Literatuurlijst pag.20 pag.21 Bijlagen 1 Folder onderzoek in de praktijk pag.24 2 Vragenlijst hoofd-/nekpijn pag.25 3 Beoordelingsformulier A pag.27 4 Beoordelingsformulier B pag.28 5 Beoordelingsformulier C pag.29 Dankwoord pag

4 1. Inleiding Passieve intervertebrale bewegingen zijn gebruikelijk binnen de manuele therapie. Zowel in de diagnostiek als de therapie. De betrouwbaarheid van de passieve intervertebrale bewegingen is van belang voor het ontdekken van dysfuncties in de betreffende regio. Voor de hoogcervicale regio (bewegingssegment C0-C3) blijkt, dat de betrouwbaarheid bij het detecteren van pijnlijke bewegingssegmenten goed is (Jull, 1997). De Kappawaarden, die werden gevonden in deze studie varieerden tussen 0.78 en De interbeoordelaars betrouwbaarheid van het testen van de intervertebrale beweging bij een populatie met cervicogene hoofdpijn is acceptabel, waarbij acceptabel geclassificeerd wordt als een Kappa coëfficiënt gelijk of hoger is dan (Hanten, 2002). De Kappawaarden in dit onderzoek varieerden tussen en van de 15 testen hadden een Kappawaarde boven de Onderzoeken, waarin de proefpersonen enkel onderzocht werden op mobiliteit van de hoogcervicale regio (C1-C2 en C2-C3) laten een redelijke ( fair ) betrouwbaarheid zien (van Trijffel, 2005). In een onderzoek van Smedmark e.a. werd aangegeven dat de standaardisatie vaak tekort schiet en dat er consensus over stijfheid en eindgevoel zou moeten komen om tot betere resultaten te komen in een betrouwbaarheidsonderzoek (Smedmark, 2000). De CROM (cervical range of motion) blijkt betrouwbaar bij het meten van de actieve mobiliteit van de cervicale wervelkolom (Youdas, 1992). De intraclass correlaties (ICC) varieerden bij de flexie tussen 0.23 en 0.88 (mediaan 0.76), bij de extensie tussen 0.89 en 0.96 (mediaan 0.94), bij de lateroflexie links tussen 0.67 en 0.90 (mediaan 0.86), bij de lateroflexie rechts tussen 0.60 en 0.94 (mediaan 0.85), bij de links rotatie 0.81 en 0.95 (mediaan 0.84), bij de rechts rotatie 0.58 en 0.99 (mediaan 0.80), gemeten door 5 beoordelaars. Tot dusver is voor de mobiliteit van de hoogcervicale wervelkolom, de flexie en extensie getoetst op betrouwbaarheid (Dhimitri, 1998). 30 Proefpersonen zonder cervicale dysfunctie werden beoordeeld door drie beoordelaars. De ICC varieerde voor het meten van de rustpositie tussen 0.89 en Bij de flexie beweging varieerde de ICC tussen 0.85 en 0.90 en bij de extensie tussen 0.68 en

5 De rotatie van de hoogcervicale wervelkolom met de CROM is nog niet op betrouwbaarheid getest. Het Fastrak meetsysteem is op intrabeoordelaarsbetrouwbaarheid getest in de flexierotatie positie (Amiri, 2003). De populatie bestond uit 15 gezonde proefpersonen en er werd een test-hertest procedure gevolgd op dezelfde dag en op twee opeenvolgende dagen. De ICC varieerden tussen 0.85 en In dit onderzoek blijkt, dat in de flexierotatie positie de rotatie naar rechts en de rotatie naar links respectievelijk 56% en 50% bedraagt van de totale cervicale rotatie, wat overeenkomt met het theoretische fundament, dat de rotatie van C1-C2 de helft van de bewegingsmogelijkheid bezit van de rotatie van de gehele cervicale wervelkolom (Vernon, 2001) De vraagstellingen in dit onderzoek zijn: 1. Hoe groot is de overeenstemming tussen het door beoordelaar 1 en 2 passief uitgevoerd hoogcervicaal segmentaal onderzoek op bewegingssegment C0-C1, C1-C2 en C2-C3? 2. Hoe groot is de overeenstemming tussen de resultaten van beoordelaar 1 en 2 bij het uitvoeren van de actieve flexierotatie meting met de CROM? 3. Is er een lineaire correlatie tussen het passief segmentaal uitgevoerd bewegingsfunktie-onderzoek op het bewegingssegment C1-C2 en de gemeten resultaten van de actieve flexierotatie met de CROM? 2. Materiaal en methoden 2.1 Onderzoekspopulatie De proefpersonen in dit onderzoek hebben zich aangemeld in de praktijk voor fysiotherapie in het Medisch Centrum Aarveld in Heerlen, nadat zij geïnformeerd waren d.m.v. een folder in de wachtruimte van de praktijk (zie Bijlage 1.)

6 Inclusiecriteria: - Mensen met nekklachten en/of hoofdpijnklachten met een medische verwijzing voor fysiotherapeutische behandeling. - Mensen zonder klachten in hoofd- en/of nekregio. Exclusiecriteria: - Mensen met als diagnose cervicale radiculopathie. - Mensen bekend met congenitale, traumatische, inflammatoire of neoplasmatische afwijkingen in de hoogcervicale regio. - Andere oorzaken waardoor de flexie uitgangspositie van de cervicale wervelkolom niet mogelijk is. - Mensen, die niet de mogelijkheid hebben om op zaterdag 23 juli 2005 in het Medisch Centrum Aarveld te Heerlen aanwezig te zijn. 2.2 Meetinstrumenten De gebruikte mobiliteitstesten in het onderzoek zijn de testen beschreven in het boek Manuele diagnostiek wervelkolom (van der El, 2000). De bewegingen, die werden uitgevoerd, waren: - Lateroflexie links en rechts: bewegingssegment C0-C1 - Rotatie links en rechts: bewegingssegment C1-C2 - Driedimensionale flexie links en rechts:bewegingssegment C2-C3 - Driedimensionale extensie links en rechts: bewegingssegment C2-C3 Het protocol van het passief segmentaal bewegingsfunctie onderzoek: Lateroflexie C0-C1: - Vraag de proefpersoon om achter tegen de leuning van de stoel te gaan zitten met zijn bekken. - Vraag de proefpersoon zich uit te strekken en de bewegingen van de beoordelaar toe te laten

7 - Plaats de fixerende hand met duim en wijsvinger aan weerszijden ter hoogte van de arcus posterior van C2 en geef een caudale druk richting C3. - Plaats de uitvoerende hand met de ulnaire zijde van de basis os metatersale 5 ter hoogte van de arcus posterior van C1. - Roteer C1 en hoofd van proefpersoon t.o.v. C2 totdat de beweging zich voortzet op C2. - Verminder de rotatie van C1 t.o.v. C2 en plaats de pinkmuis van de uitvoerende hand op de processus mastoideus, rekeninghoudend met de gekoppelde beweging C0-C2 (Penning, 1998). - Geef een mediaal gerichte druk op de processus mastoideus en begeleidt met de borstkas de lateroflexie van de beoordelaar af. - Registreer het eindgevoel Rotatie C1-C2: - vraag de proefpersoon om achter tegen de leuning van de stoel te gaan zitten met zijn bekken. - Vraag de proefpersoon zich uit te strekken en de bewegingen van de beoordelaar toe te laten. - Plaats de fixerende hand met duim en wijsvinger aan weerszijden ter hoogte van de arcus posterior van C2 en geef een caudale druk richting C3. - Plaats de uitvoerende hand met de ulnaire zijde van de basis os metatersale 5 ter hoogt van de arcus posterior van C1. - Roteer C1 en hoofd van proefpersoon t.o.v. C2 totdat de beweging zich voortzet op C2. - Registreer het eindgevoel

8 Driedimensionale flexie C2-C3: - vraag de proefpersoon om achter tegen de leuning van de stoel te gaan zitten met zijn bekken. - Vraag de proefpersoon zich uit te strekken en de bewegingen van de beoordelaar toe te laten. - Plaats de fixerende hand met duim en wijsvinger aan weerszijden ter hoogte van de arcus posterior van C3 en geef een caudale druk richting C4. - Plaats de uitvoerende hand met de ulnaire zijde van de basis os metatersale 5 ter hoogte van de arcus posterior van C2. - Plaats het hoofd in een lichte dorsaalflexie en voer de beweging uit richting flexie, rotatie en lateroflexie naar de beoordelaar toe. - Registreer het eindgevoel in de driedimensionale eindstand. Driedimensionale extensie C2-C3: - Vraag de proefpersoon om achter tegen de leuning van de stoel te gaan zitten met zijn bekken. - Vraag de proefpersoon zich uit te strekken en de bewegingen van de beoordelaar toe te laten. - Plaats de fixerende hand met duim en wijsvinger aan weerszijden ter hoogte van de arcus posterior van C3 en geef een ventrale druk richting C4. - Plaats de uitvoerende hand met de ulnaire zijde van basis os metatersale 5 ter hoogte van de arcus posterior van C2. - Plaats het hoofd in een lichte ventraalflexie en voer de beweging uit richting extensie, rotatie en lateroflexie naar de beoordelaar toe. - Registreer het eindgevoel in de driedimensionale eindstand. Er wordt in de tweede vraagstelling gebruik gemaakt van het meetinstrument de CROM, Cervical Range Of Motion (Performance Attainment Associates, 3550 LaBore Rd, Suite 8, St.Paul)

9 De testprocedure met de CROM werd gestandaardiseerd: - Plaats de magneet van CROM om de hals van de proefpersoon. - Plaats het meetinstrument op de neusbrug en de oren van de proefpersoon en maak het vast met het klittenband achter het hoofd, zoals beschreven in de handleiding. - Vraag de proefpersoon om met zijn bekken tegen de stoelleuning plaats te nemen en de onder- en middenrug tegen de stoelleuning gefixeerd te houden - Vraag de proefpersoon het hoofd, zo ver als mogelijk is, te buigen zonder het contact te verliezen met de stoelleuning (zie Afbeelding 1.). Afbeelding 1. uitgangspositie bij de rotatie, gemeten met de CROM. - Stel het kompas in op 0 graden. - Vraag de proefpersoon het hoofd, zover als mogelijk is, te draaien zonder het hoofd op te tillen

10 - Plaats de vlakke hand op het hoofd van de proefpersoon om hem in de flexiepositie te houden. - Moedig hem twee keer aan: kunt u nog verder? en lees erna het resultaat op het kompas met een nauwkeurigheid van 2 graden (zie Afbeelding 2.). Afbeelding 2. aflezen van de rotatie van de CROM. Beoordelaars De beoordelaars waren 3 manueeltherapeuten, waarvan 2 met 11 jaar ervaring binnen de fysiotherapie en 1 met 8 jaar ervaring. Daarnaast allen 2,5 jaar ervaring binnen de manuele therapie. 2.3 Onderzoeksopzet Door middel van een folder aan de balie bij de huisartsassistenten van het Medisch Centrum Aarveld te Heerlen en aan de balie bij de afdeling fysiotherapie en manuele therapie werden mensen uitgenodigd om aan het onderzoek mee te doen. Door de naam en het telefoonnummer in te vullen en deze in te leveren bij de afdeling fysiotherapie en manuele therapie, werden deze mensen gebeld en door een onafhankelijke persoon (geen beoordelaar in het onderzoek) een vragenlijst met 18 items afgenomen (zie Bijlage 2.). Het doel van het afnemen van de vragenlijst was:

11 1. in- en exclusiecriteria achterhalen 2. noteren of de persoon hoofdpijn en/of nekklachten had. 3. afspraak maken voor het onderzoek. 4. informed consent vragen. De mensen werden door deze persoon op zaterdag 23 juli ingepland met een tijdsinterval van 10 minuten en er werd elke 2 uur een pauze ingepland van 40 minuten. Voordat met het onderzoek werd begonnen, is een trainingssessie gehouden. Om de testen te trainen werden proefpersonen uitgenodigd, die niet aan het onderzoek zouden deelnemen. Bij deze proefpersonen werden de testen uitgevoerd en aan de proefpersonen werd gevraagd naar verschillen in uitvoering tussen de twee verschillende beoordelaars. Verder werden de verschillen en overeenkomsten in testresultaten besproken door de beoordelaars en kwam men tot een consensus over wat een normaal eindgevoel en een stug eindgevoel van een bepaald bewegingssegment is. Tijdens het onderzoek was de volgorde van handelen als volgt: De proefpersoon werd de testruimte binnengelaten, waarna deze op de stoel plaatsnam. De eerste beoordelaar (A) deed het passief segmentaal onderzoek van de hoogcervicale wervelkolom van craniaal naar caudaal. Na elk bewegingssegment apart te hebben onderzocht werd op een daarvoor ontworpen formulier (zie Bijlage 3.) het nummer van binnenkomst en het resultaat van de testen genoteerd (kruisje in het hokje voor stug eindgevoel en er werd niets ingevuld bij normaal eindgevoel ). Het formulier werd omgedraaid en in een doos gelegd, zodat de volgende beoordelaar de resultaten van de voorganger niet kon zien. Beoordelaar A ging uit de testruimte en beoordelaar B kwam naar binnen. Deze volgde dezelfde procedure en noteerde zijn resultaat op een vergelijkbaar formulier (zie Bijlage 4.) als hierboven beschreven en daaropvolgend plaatste hij de magneet om de hals van de proefpersoon. Hij volgde de procedure van de meting met de CROM en noteerde het aantal graden rotatie naar links en rechts op het

12 formulier. Hierna werd ook dit formulier omgedraaid en in de doos gelegd. Beoordelaar B ging uit de testruimte en beoordelaar C kwam naar binnen. De proefpersoon had op dit moment nog de CROM op het hoofd bevestigd. Beoordelaar C deed de meting met de CROM, noteerde het aantal graden rotaties op het formulier (zie Bijlage 5.), draaide het formulier om en deed deze in de doos 2.4 Dataverwerking en statistische analyse Het percentage overeenstemming van de passief uitgevoerde bewegingstesten werd berekend voor zowel links als rechts. Daarna werd de Cohen s Kappa coefficient berekend om de metingen te corrigeren op toevallige overeenkomsten (Elvers, 2003). Voor het kwalitatief waarderen van de betrouwbaarheid uitgedrukt in Kappa (K) is gebruik gemaakt van een classificatie (zie Tabel 1.)(van Trijffel, 2005): Tabel 1. Classificatie Kappawaarden (naar vrije vertaling van van Trijffel) K < 0,00 K 0,00 0,20 K 0,21 0,40 K 0,41 0,60 K 0,61 0,80 K 0,81 1,00 Slecht Gering Redelijk Behoorlijk Substantieel Bijna perfect Ernaast werd het percentage positieve overeenkomsten berekend van de passief uitgevoerde bewegingstesten. De metingen met de CROM werden getoetst op normaliteit met Shapiro-Wilks. Omdat er sprake was van een normale verdeling, kon de correlatie berekend worden met de Pearson correlatie coëfficiënt. Bij een betrouwbaarheidsonderzoek van een meetinstrument wordt voor een goede betrouwbaarheid een correlatiecoëfficiënt van 0.8 of hoger geëist

13 Met de Pearson correlatie coëfficiënt werd berekend of er een correlatie bestaat tussen de passief segmentale bewegingstest van het bewegingssegment C1-C2 en de flexierotatie test met de CROM. Om te bepalen of de flexierotatie beweging met de CROM als beperkt of niet beperkt geclassificeerd kon worden is gebruik gemaakt van onderzoeksgegevens van Dvorak (Dvorak, 1992) In dit onderzoek zijn meetgegevens verzameld per geslacht en per leeftijd (n=150) van de flexierotatie meting, gemeten met de CA 6000 Spine Motion Analyzer (zie Tabel 2.) Tabel 2. Meetuitslagen van de flexierotatie meting met de CA 6000 Spine Motion Analyzer weergegeven in graden. De genoteerde uitslagen zijn de rotatie naar links en rechts bij elkaar opgeteld. Daarachter zijn de standaarddeviaties vermeld. De indeling is per geslacht en per leeftijd. n = 150. Leeftijd: >60 mannen 75,5(12,4) 66,0(13,6) 71,5(10,9) 77,7(17,1) 79,4(8,1) vrouwen 72,6(12,7) 74,6(10,5) 85,2(14,8) 85,6(9,9) 81,3(21,2) De gemiddelde waarden met de standaarddeviaties staan hierin vermeld. Om de proefpersonen als beperkt aan te duiden, moesten deze buiten de grens van twee maal de standaarddeviatie vallen. De gegevens werden hierna gedichotomiseerd. De correlatie werd berekend voor zowel beoordelaar A en CROM meting door beoordelaar B, beoordelaar B en CROM meting door beoordelaar B, beoordelaar A en CROM meting door beoordelaar C en beoordelaar B en CROM meting door beoordelaar C met behulp van de Pearson correlatie coëfficiënt (alpha = 0.05). De Pearson correlatie coëfficiënt is berekend met behulp van Microsoft Excel

14 3. Resultaten 34 proefpersonen voldeden aan de in- en exclusiecriteria en deden aan het onderzoek mee (10 mannen en 24 vrouwen). Bij de mannen was de gemiddelde leeftijd 56 (SD=11) en bij de vrouwen 50 (SD=19). 40% van de mannen gaf aan hoofd en nekpijn te hebben en bij de vrouwen was dit aantal 58%. Het percentage overeenstemming van alle passief uitgevoerde testen varieerde tussen 64% en 79%. De Kappa coëfficiënt varieerde tussen 0.30 en 0.50, welke overeenkomt met redelijk tot behoorlijk (zie Tabel 3. en Tabel 4.) Het percentage positieve overeenkomsten varieerde tussen 11% en 32% Bij de flexierotatie meting met de CROM was de gemiddelde mobiliteit in de rotatierichting naar links en rechts bij mannen zonder klachten respectievelijk 30(SD=8) en 31(SD=8) graden. Bij mannen met hoofd en nekpijn was dit 27(SD=5) en 28(SD=7)graden. Bij de vrouwen zonder klachten was de rotatie naar links en rechts respectievelijk 29(SD=6) en 27(SD=5) graden. Bij de vrouwen met hoofd en nekpijn was dit 28(SD=8) en 27(SD=7) graden. Tabel 3. Aantal proefpersonen in verschillende cellen: De door beoordelaar A en B gemeten bewegingssegmenten bij het passief segmentaal bewegingsfunctie onderzoek: Beiden stug eindgevoel gescoord; Beiden normaal eindgevoel gescoord; beoordelaar A stug eindgevoel gescoord en beoordelaar B normaal eindgevoel gescoord; Beoordelaar A normaal eindgevoel gescoord en beoordelaar B stug eindgevoel gescoord. n = C0-C1 l.li C0-C1 l.re C1-C2 r.li C1-C2 r.re C2-C3 fl.li C2-C3 fl.re C2-C3 ex.li C2-C3 ex.r

15 Tabel 4. Percentage overeenstemming, Cohen s Kappa coëfficiënt en het percentage positieve overeenkomsten van het passief segmentaal bewegingsfunctie onderzoek door beoordelaar A en B. n = 34. C0-C1 laterofl. C1-C2 rotatie C2-C3 3Dflexie C2-C3 3Dext. Links % overeenst. Kappa coëfficiënt % pos. overeenkom. Rechts % overeenst. Kappa coëfficiënt % pos. overeenkom. 73% % 79% % 73% % 64% % 70% % 73% % 67% % 73% % Bij de flexierotatie meting met de CROM, gemeten door beoordelaar B en C, was de correlatie coëfficiënt voor de rotatie naar links 0.81 en voor de rotatie naar rechts (zie Grafiek 1a. en 1b.) CROM rotatie links beoordelaar B beoordelaar C Grafiek 1a. Correlatie van rotatie links bij de metingen met de CROM door beoordelaar B en C. n =

16 CROM rotatie rechts 50 beoordelaar B beoordelaar C Grafiek 1b. Correlatie van rotatie rechts bij de metingen met de CROM door beoordelaar B en C. n = 34. De correlatie tussen de passief uitgevoerde segmentale beweging C1- C2 en de flexierotatie test met de CROM varieerde van tot 0.42 (zie Tabel 5.). Bij de passief uitgevoerde segmentale beweging C1-C2 en de flexierotatie test met de CROM naar rechts, uitgevoerd door dezelfde beoordelaar (beoordelaar B) was de correlatie significant (0.42). Tabel 5. Pearson correlatie coëfficiënt tussen de passief segmentaal uitgevoerde bewegingstest van het bewegingssegment C1-C2 en de flexierotatie test met CROM per beoordelaar. n = 34. links rechts C1-C2(A) / CROM(B) C1-C2(B) / CROM(B) C1-C2(A) / CROM(C) C1-C2(B) / CROM(C) Discussie Beperkingen van het onderzoek naar de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van het passief segmentaal bewegingsfunctie onderzoek van de hoogcervicale wervelkolom:

17 De ervaring van de manueeltherapeuten in het uitvoeren van het passief segmentaal onderzoek, was enkel 2,5 jaar. Ervaring in de specifieke handgrepen kan een rol spelen bij de mate van betrouwbaarheid. Daarnaast was alvorens het onderzoek werd uitgevoerd 1 enkele oefensessie uitgevoerd. Meerdere oefensessies zouden de mate van overeenstemming kunnen bevorderen. De tijd die per proefpersoon was ingepland (10 minuten), bleek achteraf te kort te zijn, waardoor de individuele metingen onder tijdsdruk kwamen te staan. Dit is mede van invloed geweest op de concentratie van de beoordelaars tijdens de metingen. Er blijkt een grote onenigheid te zijn over de bruikbaarheid van de Kappa statistiek om te toetsen op overeenstemming tussen beoordelaars. De Kappa coëfficiënt gebruikt de term verwachte proportie overeenstemmende uitkomsten. Dit wordt geïnterpreteerd als het aantal malen dat beoordelaars overeenstemmen alleen op basis van toeval. Dit is alleen relevant als er statistische onafhankelijkheid is van de beoordelaars. Daar beoordelaars duidelijk niet onafhankelijk zijn, is het twijfelachtig of de Kappa coëfficiënt kan fungeren als een correctie op de actuele overeenstemming tussen beoordelaars (Kappa Coefficients, 2005). Daarnaast kan het beperkte aantal proefpersonen (n= 34) en het relatief lage percentage aan positieve overeenkomsten de uiteindelijke Kappa coëfficiënt beïnvloeden (Smedmark, 2000). Beperkingen van het onderzoek naar de interbetrouwbaarheid van de flexierotatie meting met de CROM: Er is 1 maal een oefensessie gehouden voor het trainen van de meting met de CROM op deze specifieke manier. Meerdere oefensessies zouden de betrouwbaarheid ten goede kunnen zijn gekomen. Onduidelijk is welke invloed de verticalisering van het kompas van de CROM heeft tijdens de metingen. Tijdens de flexie van de cervicale wervelkolom kwam het kompas meer verticaal te liggen, waardoor de naald van het kompas soms met het glas in contact kwam. Het is niet duidelijk of dit de uitslag van de metingen beïnvloed heeft. Voor het berekenen van de correlatie tussen het passief segmentaal bewegingsfunctie onderzoek van het bewegingssegment C1-C2 in de

18 rotatierichting en de flexierotatie meting met de CROM zijn referentiewaarden gebruikt van metingen met een ander meetinstrument (Spine Motion Analyzer). Dit kan invloed hebben gehad op de resultaten van het onderzoek. Referentiewaarden zouden in de toekomst met de CROM in de flexierotatie uitgangshouding gemeten moeten worden. Dit onderzoek liet een relatief hoog percentage overeenstemming zien in het passief segmentaal bewegingsfunctie onderzoek tussen de beoordelaars, maar de Kappa coëfficiënten waren maar redelijk tot behoorlijk. Het blijkt, dat de Kappa coëfficiënt instabiel wordt als er een groot verschil is in celaantal en dat dit de uiteindelijke Kappa waarden beïnvloedt (Smedmark, 2000). Het aantal positieve overeenkomsten beïnvloedt de uiteindelijke Kappa coëfficiënten (zie Tabel 4.) Overeenstemming tussen de beoordelaars varieerde niet veel per bewegingssegment, hoewel het opvallend is, dat een relatief gemakkelijk te onderzoeken bewegingssegment als C1-C2 het laagste percentage overeenstemming heeft behaald en een bewegingssegment als C0-C1 met een beperkte mobiliteit van 3 graden het hoogste percentage (Kapandji, 1993). Dit is het eerste onderzoek, waarbij een driedimensionale beweging onderzocht is (C2-C3). De CROM in de flexierotatie uitgangshouding kan een meetinstrument zijn bij onderzoek naar bewegingsfunctiestoornissen in de hoogcervicale regio bij diagnoses als cervicogene hoofdpijn en cervicogene duizeligheid. 5. Conclusie Antwoord op de vraagstellingen: 1 Hoe groot is de overeenstemming tussen het door beoordelaar 1 en 2 passief uitgevoerd hoogcervicaal segmentaal onderzoek op bewegingssegment C0-C1, C1-C2 en C2-C3?

19 De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van het passief uitgevoerd segmentaal bewegingsfunctie onderzoek van de hoogcervicale wervelkolom (C0-C3) is enkel redelijk tot behoorlijk ( ). 2 Hoe groot is de overeenstemming tussen de resultaten van beoordelaar 1 en 2 bij het uitvoeren van de actieve flexierotatie meting met de CROM? De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de actieve flexie-rotatietest met de CROM is goed. 3 Is er een lineaire correlatie tussen het passief segmentaal uitgevoerd bewegingsfunktie-onderzoek op het bewegingssegment C1-C2 en de gemeten resultaten van de actieve flexierotatie met de CROM? Er is geen lineaire correlatie tussen de passief uitgevoerde rotatie C1- C2 en de actieve flexie-rotatietest met de CROM

20 Samenvatting Passieve segmentale bewegingsfunctie testen zijn gebruikelijk in de manuele therapie. De betrouwbaarheid van deze testen voor de hoogcervicale wervelkolom blijkt uit onderzoek enkel redelijk tot behoorlijk te zijn. In dit onderzoek wordt het passieve segmentale bewegings-functie onderzoek van de hoogcervicale wervelkolom (C0- C3) uitgevoerd door twee beoordelaars en getoetst op betrouwbaarheid. De betrouwbaarheid van de CROM blijkt goed te zijn voor bewegingen van de gehele cervicale wervelkolom. De flexierotatie test met de CROM (cervical range of motion) meet de hoogcervicale rotatie en wordt in dit onderzoek op interbeoordelaarsbetrouwbaarheid getoetst. Correlaties tussen beide meetinstrumenten zijn berekend. 34 Proefpersonen met en zonder hoofd en nekpijn deden mee aan het onderzoek. Data zijn geanalyseerd met percentage overeenkomst, Kappa coëfficiënt, percentage positieve overeenkomsten en Pearson correlatie coëfficiënt. Resultaten lieten percentages overeenkomst zien, die varieerden tussen 64% en 79%, Kappa coëfficiënten tussen 0.30 en 0.50 en percentages positieve overeenkomsten, die varieerden tussen 11% en 32% bij de passieve segmentale bewegingsfunctie testen. De Pearson correlatie coëfficiënt van de beoordelaars van de flexierotatie test was voor de rotatie naar links 0.81 en voor de rotatie naar rechts De Pearson correlatie coëfficiënt tussen het passief segmentaal bewegingsfunctie onderzoek van het bewegingssegment C1-C2 en de flexierotatie meting met de CROM varieerden tussen en De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van het passief segmentaal bewegingfunctie onderzoek van de bewegingssegmenten C0-C3 bleek enkel redelijk tot behoorlijk. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de flexierotatie meting met de CROM bleek goed. Er was geen lineaire correlatie tussen het passief segmentaal bewegingsfunctie onderzoek van het bewegingssegment C1-C2 in rotatierichting en de flexierotatie meting met de CROM

21 Literatuur Amiri, M., Jull, G., Bullock-Saxton, J. Measuring range of active cervical rotation in a position of full head flexion using the Fastrak measurement system: an intra-tester reliability study Manual Therapy, 8(3), pag , 2003 Dhimitri, K., Brodeur, S., Croteau, M., Richard, S., Seymour, C.J. Reliability of the cervical range of motion device in measuring upper cervical motion The Journal of Manual en Manipulative Therapy, Vol. 6, Nr. 1, pag , 1998 Dvorak, J., Dvorak, V., Schneider, W., Spring, H., Tritschler, T. Manuelle Medizin: Diagnostik Georg Thieme Verlag Stuttgart-New York, 5 ueberarbeitete und erweiterte Auflage, pag , 1997 El, A. van der, Manuele diagnostiek wervelkolom Uitgeverij Manthel Rotterdam, vierde druk, pag , 2000 Elvers, J.W.H. Inleiding tot de beschrijvende statistiek: voor medici en paramedici in het kader van hun wetenschappelijke Scholing GMI, Gezondheidkundig Methodologisch Instituut, Beuningen, 6 de druk, pag , , 2003 Hanten, W.P., Olsen, S.L., Matson Ludwig, G. Reliability of manual mobility testing of the upper cervical spine in subjects with cervicogenic headache The Journal of Manual and Manipulative Therapy, Vol. 10, no.2, pag ,

22 Jull, G., Zito, G., Trott, P., Potter, H., Shirley, D., Richardson, C. Inter-examiner reliability to detect painful upper cervical joint dysfunction Australian Journal of Physiotherapy, Vol. 43, no.2, pag , 1997 Kapandji, I.A. Bewegingsleer deel 3: de romp Uitgeverij Bohn Stafleu van Loghum, eerste druk, zesde oplage, pag , 1993 Kappa Coefficients: A critical appraisal pag. 1-2, 2005 Penning, L. Normale bewegingen van de hals- en lendenwervelkolom: vergeleken met elkaar en met de wervelkolom van viervoetige zoogdieren Uitgeverij Lemma BV, Utrecht, pag , 1998 Smedmark, V., Wallin, M., Arvidsson, I. Inter-examiner reliability in assessing passive intervertebral motion of the cervical spine Manual Therapy, 5(2), pag , 2000 Trijffel, E. van Hoe betrouwbaar is passief segmentaal bewegingsonderzoek van de wervelkolom? Stimulus, 24 ste jaargang, no.4, pag , 2005 Vernon, H. The cranio-cervical syndrome Butterworth Heinemann, Oxford, pag. 100,

23 Youdas, J.W., Garret, T.R., Suman, V.J., Bogard, C.L., Hallman, H.O., Carey, J.R. Normal range of motion of the cervical spine: an initial goniometric study Physical Therapy, Vol.72., no.11, pag ,

24 Dankwoord Hierbij wil ik mijn partner Audry Adriolo en collega Ruud Bröcheler bedanken, dat zij hun kostbare uren hebben opgeofferd om met mij dit onderzoek uit te voeren. Zonder beoordelaars geen interbeoordelaarsonderzoek! Hans Elvers wil ik bedanken voor het op enthousiaste en duidelijke wijze inzichtelijk maken van statistische methoden en zijn kritische opmerkingen. Rob Oostendorp heeft me naast de leerzame presentaties bij Scholing in Wetenschap geleid naar een collega in België, die me via, het voor mij nog onbekende medium, Skype verscheidene goede tips en opmerkingen heeft gegeven: Willem de Hertogh. Hier mijn dank voor. Medisch Centrum Aarveld bedank ik voor het tot beschikking stellen van de locatie, waar het onderzoek heeft kunnen plaatsvinden. Collegae Harry Wald, Jo Stessen en Jan Ruijters bedank ik voor hun kritische kanttekeningen bij het schrijven van het onderzoeksverslag. Last but not least bedank ik alle proefpersonen, die het vertrouwen hebben gehad, dat ze niet met meer klachten naar buiten zouden gaan, dan ze waren gekomen. Zonder hen zou het onderzoek niet mogelijk zijn geweest

Jacqueline Outermans Martin Keesenberg Hans Timmerman

Jacqueline Outermans Martin Keesenberg Hans Timmerman Jacqueline Outermans Martin Keesenberg Hans Timmerman Fysiotherapeut, Fysiotherapeut Sport-Fysiotherapeut Particuliere praktijk te Bad Berleburg (D) Fysiotherapie praktijk Zwanenzijde, Leiden Cred.McKenzietherapeut

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Onderste extremiteiten Boveste extremiteiten

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Onderste extremiteiten Boveste extremiteiten 1 Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Neutrale-0-methode (NNM) 27 januari 2012 Review: Sandra Joeris Invoer: Eveline van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de

Nadere informatie

OLD SCHOOL - NEW TREATMENTS

OLD SCHOOL - NEW TREATMENTS Hoofdpijn en de nek OLD SCHOOL - NEW TREATMENTS Vereniging Nederlandse Hoofdpijncentra Woerden Dr. René Castien FT,MT, onderzoeker VUmc/EMGO Old school versus new treatments Hoofdpijn en fysiotherapie:

Nadere informatie

Technieken: Provocatie testen Cervicogene hoofdpijn (Hall 2010)

Technieken: Provocatie testen Cervicogene hoofdpijn (Hall 2010) Specifieke Testen Hoofdpijn Flexie-rotatie test Provocatie test cervicogene hoofdpijn Trigger points palpatie Spierkrachttesten nekflexoren Provocatiestesten Tension-type headache en Migraine Flexie rotatie

Nadere informatie

Romphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair

Romphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair Romphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair Thijs Hartveld Stagiair McRoberts Opleiding Bewegingstechnologie Den Haag Februari 2013 Achtergrond Veldon VelDon is gestart met een dynamisch

Nadere informatie

Heleen Boven Voorzitter HNN Eerste lijn, manueeltherapeut Tweede lijn, diagnostisch fysiotherapeut hoofdpijncentrum MZH Lid werkgroep Hoofdpijn

Heleen Boven Voorzitter HNN Eerste lijn, manueeltherapeut Tweede lijn, diagnostisch fysiotherapeut hoofdpijncentrum MZH Lid werkgroep Hoofdpijn Heleen Boven Voorzitter HNN Eerste lijn, manueeltherapeut Tweede lijn, diagnostisch fysiotherapeut hoofdpijncentrum MZH Lid werkgroep Hoofdpijn eerste lijn MZH De twee hoofd vragen: Waarom de nek behandelen

Nadere informatie

De rol en positie van passief segmentaal bewegingsonderzoek binnen het klinisch redeneren

De rol en positie van passief segmentaal bewegingsonderzoek binnen het klinisch redeneren Abstractprogramma vrijdag 13 maart en zaterdag 14 maart 2009 De rol en positie van passief segmentaal bewegingsonderzoek binnen het klinisch redeneren Emiel van Trijffel MSc Afd. Klinische Epidemiologie,

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Algemeen, overig, ongespecificeerd

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Algemeen, overig, ongespecificeerd Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Beightonscore voor hypermobiliteit Augustus 2011 Review: Thijs van Meulenbroek Invoer: Eveline van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking

Nadere informatie

COMPRESSIE- of TRACTIETHERAPIE bij ASPECIFIEKE NEKPIJN: WAT HELPT?

COMPRESSIE- of TRACTIETHERAPIE bij ASPECIFIEKE NEKPIJN: WAT HELPT? Paramedisch OnderzoekCentrum POC COMPRESSIE- of TRACTIETHERAPIE bij ASPECIFIEKE NEKPIJN: WAT HELPT? Prof.dr. Rob Oostendorp Ann Pattyn MSc Dr. Wendy Scholten-Peeters Prof.dr. William Duquet Fysiotherapie

Nadere informatie

Complicaties bij patiënten met duizeligheid: te voorkomen? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp

Complicaties bij patiënten met duizeligheid: te voorkomen? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Complicaties bij patiënten met duizeligheid: te voorkomen? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp AANDACHTSPUNTEN Cervicogene duizeligheid: welke vormen? Frequente verwijzing FT-MT Literatuur 1994 2006 Welke ernstige

Nadere informatie

Substantial Clinical Important Benefit van de CMS en SST!! Toepassing van schoudervragenlijsten bij patiënten van het Schoudernetwerk Twente

Substantial Clinical Important Benefit van de CMS en SST!! Toepassing van schoudervragenlijsten bij patiënten van het Schoudernetwerk Twente Substantial Clinical Important Benefit van de CMS en SST!! Toepassing van schoudervragenlijsten bij patiënten van het Schoudernetwerk Twente Donald van der Burg Onderzoek naar responsiviteit van de CMS/SST

Nadere informatie

de definitie van manuele therapie volgens de NVMT onder de loep; individueel bewegingspatroon evidence based?

de definitie van manuele therapie volgens de NVMT onder de loep; individueel bewegingspatroon evidence based? de definitie van manuele therapie volgens de NVMT onder de loep; individueel bewegingspatroon evidence based? H. van Wylick MSc O.C.M.W. van der Zanden MSc Prof. Dr. W. Duquet Prof. Dr. R.A.B. Oostendorp

Nadere informatie

Antwoordsleutel vraag 2 t/m 9 IOF al la carte Pediatric Balance Scale

Antwoordsleutel vraag 2 t/m 9 IOF al la carte Pediatric Balance Scale Antwoordsleutel vraag 2 t/m 9 IOF al la carte Pediatric Balance Scale Hieronder staan de antwoorden beschreven voor de vragen die jullie beantwoord hebben tijdens de IOF bijeenkomst. Mochten jullie naar

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting Samenvatting SAMENVATTING PSYCHOMETRISCHE EIGENSCHAPPEN VAN ADL- EN WERK- GERELATEERDE MEETINSTRUMENTEN VOOR HET METEN VAN BEPERKINGEN BIJ PATIËNTEN MET CHRONISCHE LAGE RUGPIJN. Chronische lage rugpijn

Nadere informatie

Figuur 1: Normale verdeling. Bij een normale verdeling geldt dat ongeveer:

Figuur 1: Normale verdeling. Bij een normale verdeling geldt dat ongeveer: Kwaliteitscontrole door middel van Biologisch ijken Patrick Jak ( PMC.Jak@Vumc.nl ) en Herman Groepenhoff ( H.Groepenhoff@vumc.nl ) VU Medisch Centrum, Amsterdam. Een belangrijk hulpmiddel bij biologisch

Nadere informatie

Overige (Overig, ongespecificeerd)

Overige (Overig, ongespecificeerd) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Voice Related Quality of Life Measure (V-RQOL) 21 oktober 2011 Review 1: T. Dassen, K. v Nes, N. v Wersch Review 2: M. Jungen Invoer: E. Van Engelen 1 Algemene

Nadere informatie

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2015, blok 3, Gerard Koel.

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2015, blok 3, Gerard Koel. FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2015, blok 3, Gerard Koel. INHOUD : 1. Enige statistische begrippen omtrent studies naar diagnostische middelen. 2. Diagnostische

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

(2016.1) Schouder: Secundair Impingement-syndroom

(2016.1) Schouder: Secundair Impingement-syndroom (2016.1) Schouder: Secundair Impingement-syndroom Instituut: Sportrevalidatie Hilversum Verwijzer: Alle verwijzers Periode: 1-1-2016 t/m 31-12-2017 Fysiotherapeut: Alle fysiotherapeuten Inleiding Dit rapport

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT)

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT) Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT) Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 4 1 Toelichting bij de criteria voor

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Patient gegevens. Patiënt gegevens. Bakker, Sanne Adres: Spaarne 153

Patient gegevens. Patiënt gegevens. Bakker, Sanne Adres: Spaarne 153 Patient gegevens Patiënt gegevens Naam: Bakker, Sanne Adres: Spaarne 153 Postcode: 2011CG Haarlem Geboortedatum: 5-6-1996 Leeftijd: 20 Geslacht: V Telefoon: 0616287075 Telefoon mobiel: Telefoon werk: Email:

Nadere informatie

Inhoud presentatie. Achtergrond project Vertaling datasets Consensus rondes Betrouwbaarheid Vervolg

Inhoud presentatie. Achtergrond project Vertaling datasets Consensus rondes Betrouwbaarheid Vervolg Sacha van Langeveld Inhoud presentatie Achtergrond project Vertaling datasets Consensus rondes Betrouwbaarheid Vervolg Achtergrond Streven hoge kwaliteit van zorg NVDG Ontbreken van het op eenduidig gestandaardiseerde

Nadere informatie

Bijlage 2 Meetinstrumenten

Bijlage 2 Meetinstrumenten Bijlage 2 Meetinstrumenten Bijlage 2.1 Functiescore De Bie et al. De Bie et al. (1997) gebruikten de functiescore als prognostisch instrument om lichte van ernstige letsels te onderscheiden. De functiescore

Nadere informatie

Meten: algemene beginselen. Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 1 28 februari 2011

Meten: algemene beginselen. Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 1 28 februari 2011 Meten: algemene Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 1 28 februari 2011 OPZET College 1: Algemene College 2: Meting van attitudes (ISSP) College 3: Meting van achtergrondvariabelen via MTMM College 4:

Nadere informatie

Naam patiënt:... Datum: BERG BALANCE SCHAAL (BBS)

Naam patiënt:... Datum: BERG BALANCE SCHAAL (BBS) BERG BALANCE SCHAAL (BBS) Het benodigde materiaal voor de test - Een stopwatch - Een liniaal of meetlint van minimaal 25 cm - 2 stoelen (één met en één zonder armleuning), zithoogte +/- 45 cm - Een krukje

Nadere informatie

Beoordelingskader voor de kwaliteit van verslaglegging door fysiotherapeuten

Beoordelingskader voor de kwaliteit van verslaglegging door fysiotherapeuten Beoordelingskader voor de kwaliteit van verslaglegging door fysiotherapeuten Prof. dr. Rob A.B. Oostendorp Drs. D. Pluimers Opdrachtgever: Zorgverzekeraar VGZ Uitvoering: Kwaliteit van Zorg UMC St Radboud

Nadere informatie

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2014, blok 3, Gerard Koel.

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2014, blok 3, Gerard Koel. FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2014, blok 3, Gerard Koel. INHOUD : 1. Enige statistische begrippen omtrent studies naar diagnostische middelen. 2. Diagnostische

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument.

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 3. Toelichting bij de criteria voor

Nadere informatie

Berg Balance Scale (BBS)

Berg Balance Scale (BBS) Berg Balance Scale (BBS) Berg K. et al. (1989) DOEL(GROEP): Inventariserend en evaluatief De BSS meet het evenwicht tijdens sta - en transfervaardigheden en wordt gebruikt voor volwassenen met evenwichtsproblematiek.

Nadere informatie

Ontspanning met de Occiflex

Ontspanning met de Occiflex Ontspanning met de Occiflex Nekpijn.. dr. Jan-Paul van Wingerden Bestuurder SJC Behandelprofiel A Nekpijn Prognose en beloop Nekpijn is wereldwijd de op drie na grootste categorie van klachten van het

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Onderste extrimiteiten

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Onderste extrimiteiten Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Emory Functional Ambulation Profile (E-FAP) 22 juni 2011 Review: 1) Britta Klingen Tanja Schmitz Julia Wagner 2) Sandra Joeris Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene

Nadere informatie

VERSUS, Tijdschrift voor fysiotherapie, 20e jaargang 2002, no.1(3-17)

VERSUS, Tijdschrift voor fysiotherapie, 20e jaargang 2002, no.1(3-17) Auteur(s): Henk van Holstein; Paul van der Meer Titel: Mobiliteit en Mobilisatie van het Art. Acromioclavicularis Jaargang:20 Jaartal:2002 Nummer:1 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

Gebruik van meetinstrumenten bij whiplash: een casestudy

Gebruik van meetinstrumenten bij whiplash: een casestudy Gebruik van meetinstrumenten bij whiplash: een casestudy Wendy Scholten-Peeters Arianne Verhagen Karin Neeleman-vd Steen Rob Oostendorp 1 Doel Inzicht geven in bruikbaarheid vragenlijsten Hoe Wat Waarom

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn

Nadere informatie

Nauwkeurigheid en precisie van het Accu-Chek Aviva-systeem. Inleiding. I. NAUWKEURIGHEID Methode

Nauwkeurigheid en precisie van het Accu-Chek Aviva-systeem. Inleiding. I. NAUWKEURIGHEID Methode Nauwkeurigheid en precisie van het Accu-Chek Aviva-systeem Inleiding De nauwkeurigheid van het systeem is beoordeeld conform de norm ISO 15197:2003. Van een externe diabeteskliniek werd capillair bloed

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 beschrijft een systematisch literatuuroverzicht waarin studies worden samengevat die de effectiviteit, op bewegingsuitslag, hebben

Hoofdstuk 2 beschrijft een systematisch literatuuroverzicht waarin studies worden samengevat die de effectiviteit, op bewegingsuitslag, hebben Samenvatting Artrose is een aandoening van de gewrichten en wordt in het dagelijkse leven ook wel slijtage genoemd. Artrose kan in alle gewrichten optreden maar komt voornamelijk voor in de gewrichten

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

25 jaar whiplash in Nederland

25 jaar whiplash in Nederland 25 jaar whiplash in Nederland Vanuit een fysiotherapeutisch perspectief Maarten Schmitt M.Sc 1 2 Fysiotherapeut & manueeltherapeut Hoofd van de Divisie Onderwijs Stichting Opleidingen Musculoskeletale

Nadere informatie

23-1-2014. Classificeren en meten. Overzicht van de officiële definities van de meter sinds 1795. Raymond Ostelo, PhD. Klinimetrie

23-1-2014. Classificeren en meten. Overzicht van de officiële definities van de meter sinds 1795. Raymond Ostelo, PhD. Klinimetrie Raymond Ostelo, PhD Professor of Evidence-Based Physiotherapy Dept. Health Sciences EMGO+ Institute for Health and Care Research VU University Amsterdam, the Netherlands r.ostelo@vumc.nl 1 Classificeren

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Bruce Test. 1 Algemene gegevens

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Bruce Test. 1 Algemene gegevens Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Bruce Test 11-08-2011 Review: EJCM Swinkels-Meewisse Invoer: E v Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën

Nadere informatie

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIE PROTOCOL NA ARTHROSCOPISCH HECHTEN SLAP-LAESIE SCHOUDER

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIE PROTOCOL NA ARTHROSCOPISCH HECHTEN SLAP-LAESIE SCHOUDER Versie 2017 POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIE PROTOCOL NA ARTHROSCOPISCH HECHTEN SLAP-LAESIE SCHOUDER 1. Doel Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan de postklinische fysiotherapeutische

Nadere informatie

Nauwkeurigheid en precisie van het Accu-Chek Avivasysteem. Inleiding. I. NAUWKEURIGHEID Methode

Nauwkeurigheid en precisie van het Accu-Chek Avivasysteem. Inleiding. I. NAUWKEURIGHEID Methode Nauwkeurigheid en precisie van het Accu-Chek Avivasysteem Inleiding De nauwkeurigheid van het systeem is beoordeeld conform de norm ISO 15197:2003. Van een externe diabeteskliniek werd capillair bloed

Nadere informatie

Het gebruik van de Wigli tijdens kantoorwerk

Het gebruik van de Wigli tijdens kantoorwerk TNO Kwaliteit van Leven TNO-rapport R09433/031-20074 Het gebruik van de Wigli tijdens kantoorwerk Arbeid Polarisavenue 151 Postbus 718 2130 AS Hoofddorp www.tno.nl/arbeid T 023 554 93 93 F 023 554 93 94

Nadere informatie

Tonusonderzoek bij kinderen

Tonusonderzoek bij kinderen Tonusonderzoek bij kinderen Spasticity is more difficult to characterize than to recognize, and still more difficult to quantify. Opgedragen aan mijn kleinzoon Sebastian. Tonusonderzoek bij kinderen R.

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd/ hals Overig, ongespecificeerd. Communicatie, Mentale functies

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd/ hals Overig, ongespecificeerd. Communicatie, Mentale functies Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Nederlandstalige NonSpeech test (NNST) 4 november 2011 Review: M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op

Nadere informatie

Onderzoek naar de oorzaak van (chronische) lage rugpijn

Onderzoek naar de oorzaak van (chronische) lage rugpijn Onderzoek naar de oorzaak van (chronische) lage rugpijn In de laatste 13 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de oorzaak van lage rugpijn. Voornamelijk het veelvuldig voorkomen van lage rugpijn en het

Nadere informatie

samenvatting 127 Samenvatting

samenvatting 127 Samenvatting 127 Samenvatting 128 129 De ziekte van Bechterew, in het Latijn: Spondylitis Ankylopoëtica (SA), is een chronische, inflammatoire reumatische aandoening die zich vooral manifesteert in de onderrug en wervelkolom.

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting amenvatting Het aantal mensen met dementie neemt toe. De huisarts speelt een sleutelrol in het (h)erkennen van signalen die op dementie kunnen wijzen en hiermee in het stellen van de diagnose dementie,

Nadere informatie

Factsheet Manuele therapie en therapeutische mogelijkheden bij zuigelingen (0-1 jaar)

Factsheet Manuele therapie en therapeutische mogelijkheden bij zuigelingen (0-1 jaar) 1/4 Manuele therapie en therapeutische mogelijkheden bij zuigelingen (0-1 jaar) Auteurs F. Driehuis, MSc, FT Prof. dr. M.W.G. Nijhuis - van der Sanden, KFT E. R. I. C. Saedt, MT B. H. van der Woude, MT

Nadere informatie

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar

Nadere informatie

but no statistically significant differences

but no statistically significant differences but no statistically significant differences Astma is een chronische aandoening, die niet te genezen is. Met de passende zorg kunnen symptomen tot een minimum worden gereduceerd en zou een astma patiënt

Nadere informatie

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages.

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages. MARGES EN SIGNIFICANTIE BIJ STEEKPROEFRESULTATEN. De marges van percentages Metingen via een steekproef leveren een schatting van de werkelijkheid. Het toevalskarakter van de steekproef heeft als consequentie,

Nadere informatie

Externe opdrachtgever Heliomare te Wijk aan zee: De heer R. Kan. Interne opdrachtgever: De heer J. Simons. Gemaakt door: Niek van Klingeren Teun Berg

Externe opdrachtgever Heliomare te Wijk aan zee: De heer R. Kan. Interne opdrachtgever: De heer J. Simons. Gemaakt door: Niek van Klingeren Teun Berg Externe opdrachtgever Heliomare te Wijk aan zee: De heer R. Kan Interne opdrachtgever: De heer J. Simons Gemaakt door: Niek van Klingeren Teun Berg Inleiding Wij hebben de opdracht een protocol te maken

Nadere informatie

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005)

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) Inleiding De manier waarop data georganiseerd, gecodeerd en gescoord (getallen toekennen aan observaties) worden en welke technieken daarvoor nodig zijn, dient in het ideale

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting

Chapter 9. Nederlandse samenvatting Chapter 9 Nederlandse samenvatting 125 CHAPTER 9 In Hoofdstuk 1 wordt een algemene inleiding gegeven met betrekking tot wervelfracturen. De incidentie van traumatische thoracolumbale wervelfracturen zonder

Nadere informatie

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Versie 1.0.0 Drs. A. Weynschenk november 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde deelnemerservaringsonderzoek

Nadere informatie

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Versie 1.0.0 Drs. A. Weynschenk november 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde deelnemerservaringsonderzoek

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp ) Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Meten van de heupadductie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 206-216 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Psychometrische eigenschappen van de 6 minuten push test en de one stroke push test. voor kinderen met een spastische cerebrale parese

Psychometrische eigenschappen van de 6 minuten push test en de one stroke push test. voor kinderen met een spastische cerebrale parese Psychometrische eigenschappen van de 6 minuten push test en de one stroke push test voor kinderen met een spastische cerebrale parese Projectgroep: Dr. Olaf Verschuren, kinderfysiotherapeut, onderzoeker

Nadere informatie

The Functional Autonomy Measurement System (SMAF): Description and Validation of an Instrument for the Measurement of Handicaps."

The Functional Autonomy Measurement System (SMAF): Description and Validation of an Instrument for the Measurement of Handicaps. Système de mesure de l autonomie fonctionnelle (SMAF) Hébert R. (1988) The Functional Autonomy Measurement System (SMAF): Description and Validation of an Instrument for the Measurement of Handicaps."

Nadere informatie

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en Inhoudsopgave Dankwoord 5 Lijst van gebruikte Afkortingen 9 Lijst van figuren 15 Lijst van tabellen 16 1. Algemene inleiding 19 1.1. Inspiraties voor het onderzoek 24 1.2. Praktische relevantie van het

Nadere informatie

Leesvaardigheid en leesattitude:

Leesvaardigheid en leesattitude: Leesvaardigheid en leesattitude: een onderzoek bij 520 kinderen van 6 tot 12 jaar als basis voor nieuwe leestests: LVT1-6 en LAT 2-6 Hilde Niessen Ronny Boey 36ste VVL Congres 20 maart 2015 Inleiding lezen

Nadere informatie

HANDLEIDING DE HOOGSTRAAT MOTRICITY INDEX

HANDLEIDING DE HOOGSTRAAT MOTRICITY INDEX HANDLEIDING DE HOOGSTRAAT SAMENGESTELD DOOR: K de Jong, T Sanderink, I Heesbeen MOTRICITY INDEX DOEL TEST: GERELATEERDE ITEMS BEHANDELPROGRAMMA: Het meten (in procenten) van de mate van hemiplegie, gesplitst

Nadere informatie

Verdiepingsmodule. Vaardigheid schouderonderzoek. Schoudersklachten: Vaardigheid schouderonderzoek. 1. Toelichting. 2. Doel, doelgroep en tijdsduur

Verdiepingsmodule. Vaardigheid schouderonderzoek. Schoudersklachten: Vaardigheid schouderonderzoek. 1. Toelichting. 2. Doel, doelgroep en tijdsduur Schoudersklachten: 1. Toelichting Deze verdiepingsmodule is gebaseerd op de NHG Standaard van oktober 2008 (tweede herziening). De anatomie van de schouder is globaal wel bekend bij de huisarts. Veelal

Nadere informatie

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16 modulus strepen: uitkomst > 0 Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n 10 ttest ( x ) 105 101 3,16 n-1 4 t test > t kritisch want 3,16 >,6, dus 105 valt buiten het BI. De cola bevat niet significant

Nadere informatie

Reproduceerbaarheid. 2.2 Categoriale/dichotome variabelen 17

Reproduceerbaarheid. 2.2 Categoriale/dichotome variabelen 17 15 Reproduceerbaarheid.1 Kenmerken 16. Categoriale/dichotome variabelen 17..1 Overeenstemming 17.. Kappa 17..3 Interpretatie 19.3 Continue variabelen 0.3.1 Pearson s correlatiecoëfficiënt 0.3. Spearman

Nadere informatie

Nauwkeurigheid en precisie van het Accu-Chek Compact- en Accu-Chek Compact Plus-systeem. Inleiding. Methode

Nauwkeurigheid en precisie van het Accu-Chek Compact- en Accu-Chek Compact Plus-systeem. Inleiding. Methode Nauwkeurigheid en precisie van het Accu-Chek Compact- en Accu-Chek Compact Plus-systeem I. NAUWKEURIGHEID De nauwkeurigheid van het systeem is beoordeeld conform ISO 15197. Inleiding Het doel van deze

Nadere informatie

optimale meetinstrument?

optimale meetinstrument? 1 Klachten in het hoofdhalsgebied: hoe kies ik het optimale meetinstrument? Raymond Swinkels Samenvatting» Klachten in het hoofd-halsgebied hebben in veel gevallen een multidimensionaal karakter waarbij

Nadere informatie

Samenvatting. Beloop van dagelijkse activiteiten bij adolescenten met cerebrale parese. Een 3-jarige follow-up studie

Samenvatting. Beloop van dagelijkse activiteiten bij adolescenten met cerebrale parese. Een 3-jarige follow-up studie * Samenvatting Beloop van dagelijkse activiteiten bij adolescenten met cerebrale parese Een 3-jarige follow-up studie Samenvatting Tijdens de periode van groei en ontwikkeling tussen kindertijd en volwassenheid

Nadere informatie

Principe Maken van een Monte Carlo data-set populatie-parameters en standaarddeviaties standaarddeviatie van de bepaling statistische verdeling

Principe Maken van een Monte Carlo data-set populatie-parameters en standaarddeviaties standaarddeviatie van de bepaling statistische verdeling Monte Carlo simulatie In MW\Pharm versie 3.30 is een Monte Carlo simulatie-module toegevoegd. Met behulp van deze Monte Carlo procedure kan onder meer de betrouwbaarheid van de berekeningen van KinPop

Nadere informatie

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL HEMI-/TOTALE SCHOUDERPROTHESE (TSP)

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL HEMI-/TOTALE SCHOUDERPROTHESE (TSP) VERSIE JANUARI 2017 POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL HEMI-/TOTALE SCHOUDERPROTHESE (TSP) 1. Doel Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan de postklinische fysiotherapeutische behandeling

Nadere informatie

DIAGNOSTIEK WERVELKOLOM

DIAGNOSTIEK WERVELKOLOM DIAGNOSTIEK WERVELKOLOM Gezamelijk product Fysiotherapie, Hogeschool van Amsterdam Opdrachtgever: H.J.A. Giesen Coaches: J.A. Simons J.E. de Vries Auteurs: J.W. Coppoolse G.E.K. Akpo D.E.M. ter Smitten

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd / hals Overige, ongespecificeerd

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd / hals Overige, ongespecificeerd Uitgebreide toelichting van het meetinstrument ComVoor Voorlopers in communicatie 31 oktober 2011 Review M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende

Nadere informatie

Diagnostiek van het handelend rekenen

Diagnostiek van het handelend rekenen Diagnostiek van het handelend rekenen Test Meten en Metend rekenen 2-6 D. Van De Steene Van De Steene I. Vervenne 1 Introductie Meten en metend rekenen in ons dagelijks leven Situering Domein meten en

Nadere informatie

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Versie 1.0.0 Drs. A. Weynschenk november 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde deelnemerservaringsonderzoek

Nadere informatie

Sturen op resultaten. Zijn gestandaardiseerde vragenlijsten bruikbaar?

Sturen op resultaten. Zijn gestandaardiseerde vragenlijsten bruikbaar? Sturen op resultaten Zijn gestandaardiseerde vragenlijsten bruikbaar? Anna van Spanje (Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie) Jan Willem Veerman (Radboud Universiteit, NJi / SEJN) Congres Transformeren

Nadere informatie

De validiteit, betrouwbaarheid en hanteerbaarheid van een protocol voor het meten van gewrichtshoeken met een smartphone applicatie

De validiteit, betrouwbaarheid en hanteerbaarheid van een protocol voor het meten van gewrichtshoeken met een smartphone applicatie De validiteit, betrouwbaarheid en hanteerbaarheid van een protocol voor het meten van gewrichtshoeken met een smartphone applicatie Opleiding Fysiotherapie, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Juni 2015

Nadere informatie

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding De Erasmus MC Modificatie van de (revised) Nottingham Sensory Assessment (EmNSA) 1 is een meetinstrument om bij patiënten met intracraniële aandoeningen de tastzin, de scherp-dof discriminatie en de propriocepsis

Nadere informatie

Veel kinderen met een spastische cerebrale parese (CP) hebben een afwijkend looppatroon. Eén van de meest typerende looppatronen is het zogenaamde

Veel kinderen met een spastische cerebrale parese (CP) hebben een afwijkend looppatroon. Eén van de meest typerende looppatronen is het zogenaamde Samenvatting Veel kinderen met een spastische cerebrale parese (CP) hebben een afwijkend looppatroon. Eén van de meest typerende looppatronen is het zogenaamde flexiepatroon. Het is bekend dat kinderen

Nadere informatie

Migraine met aura. Migraine 31-1-2013. Tension-type headache: 1 jaar prevalentie Tension-Type Headache. flimpje 1. filmpje 2.

Migraine met aura. Migraine 31-1-2013. Tension-type headache: 1 jaar prevalentie Tension-Type Headache. flimpje 1. filmpje 2. Hoofdpijn: classificatie en behandeling Waarom is het kunnen classificeren van hoofdpijn van belang voor de FT/MT februari 2013 René Castien, manueel therapeut, Master SPT, PhD i.o. Regelmatig voorkomend

Nadere informatie

Nederlands Academisch College voor Osteopathie N.A.C.O. PROTOCOL BEOORDELING JURY CASUISTIEKEXAMEN, CASESTUDIE & THESIS

Nederlands Academisch College voor Osteopathie N.A.C.O. PROTOCOL BEOORDELING JURY CASUISTIEKEXAMEN, CASESTUDIE & THESIS NO 06 Nederlands Academisch College voor Osteopathie N.A.C.O. Vestiging: Hugo de Grootkade 30-38 1052 LT Amsterdam PROTOCOL BEOORDELING JURY CASUISTIEKEXAMEN, CASESTUDIE & THESIS Nederlands Academisch

Nadere informatie

Cliëntenthermometer jongeren vanaf 12 jaar

Cliëntenthermometer jongeren vanaf 12 jaar Cliëntenthermometer jongeren vanaf 12 jaar Accare Totaal Versie 1.0.0 Drs. A. Weynschenk november 2014 www.triqs.nl VOORWOORD Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over de uitgevoerde CT

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life prospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin 20 personen met een laag-normale vitamine B12 waarde zijn gevraagd

Nadere informatie

Lichamelijk onderzoek

Lichamelijk onderzoek Hoofdstuk 3 Lichamelijk onderzoek Het lichamelijk onderzoek omvat de volgende onderdelen: -- inspectie in rust -- passief en actief uitgevoerd onderzoek naar de beweeglijkheid van de cervicale wervelkolom,

Nadere informatie

Emergente Vegetatie in relatie tot nutriëntenconcentraties in het sediment

Emergente Vegetatie in relatie tot nutriëntenconcentraties in het sediment Emergente Vegetatie in relatie tot nutriëntenconcentraties in het sediment Bart van der Aa 840515-001-004 Capita Selecta Aquatic Ecology Januari 2010 Wageningen Universiteit Inhoud 1 Inleiding... 1 2 Methode...

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde Foeke van der Zee Inhoudsopgave 1. Onderzoek, wat is dat eigenlijk... 1 1.1 Hoe is onderzoek te omschrijven... 1 1.2 Is de onderzoeker een probleemoplosser

Nadere informatie

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010 Programmalijn: Expeditie Durven, Delen, Doen: Onderwijs is populair, personeel is trots Jaar 3: Deelrapportage 4 Onderwijsontwikkeling Montaigne Lyceum Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Nadere informatie

Oplossingen hoofdstuk 7

Oplossingen hoofdstuk 7 Oplossingen hoofdstuk 7 1. X is normaal verdeeld met µ=5 en =2. Tussen welke grenzen liggen P Z z 0, 3 z 0, 52 P Z z 0, 7 z 0,52. a) 30, 70 De ondergrens is x30 5z30 2 50,52 2 3,96 De bovengrens isx 70

Nadere informatie

SAMENVATTING HET ONDERZOEK. Ankeronderzoek Muiswerk Testsuite 7 Nederlands 1F-2F-3F-4F

SAMENVATTING HET ONDERZOEK. Ankeronderzoek Muiswerk Testsuite 7 Nederlands 1F-2F-3F-4F SAMENVATTING De testen uit Muiswerk Testsuite 7 Nederlands 1F-2F-3F-4F zijn genormeerd met behulp van de ankertesten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Een groot aantal leerlingen

Nadere informatie

waar of niet waar vrouwen doen beter rijexamen dan mannen

waar of niet waar vrouwen doen beter rijexamen dan mannen waar of niet waar vrouwen doen beter rijexamen dan mannen Hoe weet je wat waar is? En hoe kan statistiek je daarbij helpen? Onderzoek het verschil tussen twee groepen Na de les ken je de techniek om te

Nadere informatie

REFLUXSCREENINGSLIJST: ontwikkeling & (implementatie) kwaliteitsproject AVG-opleiding

REFLUXSCREENINGSLIJST: ontwikkeling & (implementatie) kwaliteitsproject AVG-opleiding REFLUXSCREENINGSLIJST: ontwikkeling & (implementatie) kwaliteitsproject AVG-opleiding Hester van der Laan aios AVG Amarant Tilburg 1 Inleiding: Kwaliteit is inmiddels een vast onderdeel van beleid in zorginstellingen,

Nadere informatie

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting S a m e n v a t t i n g 149 Samenvatting 150 S a m e n v a t t i n g Dit proefschrift richt zich op de effectiviteit van een gezinsgerichte benadering (het DMOgespreksprotocol, gebruikt binnen het programma

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Naam auteur(s) Nijenhuis, N Vakgebied Natuurkunde Titel Wiskunde bij Natuurkunde: de afgeleide Onderwerp Wiskunde natuurkunde transfer Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Fysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag?

Fysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag? Fysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag? Prof. dr. Rob A.B. Oostendorp Nederlands Paramedisch Instituut Amersfoort UMC St Radboud, Nijmegen Werkgroep Onderzoek Kwaliteit AANDACHTSPUNTEN doel conventionele

Nadere informatie

Inleiding Klinimetrie Documenten 01 Inleiding Klinimetrie Nederlands Paraamedisch Instituut 2006 Pag. 2

Inleiding Klinimetrie Documenten 01 Inleiding Klinimetrie Nederlands Paraamedisch Instituut 2006 Pag. 2 Inleiding Klinimetrie 2006 1. Documenten 01 Inleiding Klinimetrie Nederlands Paraamedisch Instituut 2006 Pag. 2 Wanneer bij wie welk meetinstrument? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Inleiding Klinimetrie 2006

Nadere informatie

Spitzer quality of life index

Spitzer quality of life index Spitzer Quality of life index Spitzer, W. O., Dobson, A. J., Hall, J., Chesterman, E., Levi, J., Shepherd, R. et al. (1981). Measuring the quality of life of cancer patients: a concise QL index for use

Nadere informatie

1 G>=>KE:G=L> Dutch summary

1 G>=>KE:G=L> Dutch summary 1 Dutch summary * - nederlandse samenvatting Alhoewel cerebrale parese (CP) wordt gezien als een non-progressieve aandoening treden er wel degelijk secundaire complicaties op zoals afname van beweeglijkheid,

Nadere informatie