De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD II Implementatie (integrale herziening van) Regeling Liquiditeit Wft

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD II Implementatie (integrale herziening van) Regeling Liquiditeit Wft"

Transcriptie

1 De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie CRD II Implementatie (integrale herziening van) Regeling Liquiditeit Wft 28 juni

2 Regeling van [ datum ] 2010, Stcrt. [ nummer ], houdende regels ingevolge de artikelen 108, tweede lid, en 111, zesde lid, van het Besluit prudentiële regels Wft met betrekking tot de liquiditeitsposten en de weging daarvan De Nederlandsche Bank N.V., Gelet op de artikelen 108, tweede lid, en 111, zesde lid, van het Besluit prudentiële regels Wft; Na raadpleging van de Nederlandse vereniging van Banken; Besluit: Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. Besluit: het Besluit prudentiële regels Wft; b. ECB: Europese Centrale Bank c. Equivalente schuldinstrumenten: verhandelbare schuldinstrumenten die vorderingen zijn op of gegarandeerd zijn door publiekrechtelijke lichamen, bedoeld in artikel 1:1, onderdeel r, van de Regeling solvabiliteitseisen voor het kredietrisico, de Bank for International Settlements, het Internationale Monetaire Fonds, de Europese Commissie, en de multilaterale ontwikkelingsbanken, bedoeld in bijlage 2C van de Regeling solvabiliteitseisen voor het kredietrisico. d. Erkende centrale bank: de ECB en de nationale centrale bank van een staat met een convertibele valuta; Artikel 2 1. De liquiditeitsposten en de weging daarvan, bedoeld in de artikelen 108, tweede lid, en 111, zesde lid, van het Besluit, worden vastgesteld zoals opgenomen in de bijlage bij deze regeling. 2. In afwijking van het eerste lid, kan de Nederlandsche Bank, indien zij de in overeenstemming met het eerste lid berekende liquiditeit van een bank of clearinginstelling onvoldoende acht, voor deze onderneming een aanvullende liquiditeitseis,vaststellen. 3. Bij de toepassing van het tweede lid neemt de Nederlandsche Bank de volgende aspecten in aanmerking: a. de diversificatie van de posten, bedoeld in het eerste lid; b. de mate waarin de actuele waarde van de posten, bedoeld in het eerste lid, van de onderneming binnen de tijdshorizon van een week, onderscheidenlijk een maand, als constant verondersteld kan worden c. de mate waarin de posten, bedoeld in het eerste lid, een adequaat beeld geven van de liquiditeitspositie van de onderneming op korte en lange termijn; d. de mate waarin terugvloeiing van gelden naar de onderneming uit vorderingen binnen de onderneming, of binnen de groep waarvan de onderneming deel uit maakt, of uit vorderingen op derde partijen, in gevaar kan komen; Artikel 3 1. Een liquiditeitsgarantie ontvangen van een binnenlandse of buitenlandse bank wordt slechts erkend als officiële stand-by faciliteit als bedoeld in artikel 1 van het Besluit, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a. op de faciliteit moet onmiddellijk kunnen worden getrokken; b. de faciliteit kan slechts met instemming van de Nederlandsche Bank worden verlaagd of ingetrokken; 2

3 c. de valuta's waarin de liquiditeitsgarantie wordt ontvangen zijn convertibel; d. de liquiditeitsgarantie is bij realisatie niet onderworpen aan beperkende transfermaatregelen; e. de faciliteit is afkomstig van een bank die naar het oordeel van de Nederlandsche Bank onder adequaat toezicht staat; f. de instantie die toezicht houdt op de bank die de liquiditeitsgarantie afgeeft, heeft schriftelijk bevestigd: 1 dat zij de faciliteit heeft goedgekeurd; of 2 dat zij er kennis van heeft genomen; g. de overeenkomst voor de liquiditeitsgarantie is door de Nederlandsche Bank goedgekeurd en bij wijze van erkenning als officiële stand-by faciliteit mede ondertekend; h. de overeenkomst is opgesteld in de Nederlandse taal; en i. op de overeenkomst is het Nederlandse recht van toepassing verklaard en is de Rechtbank Amsterdam uitsluitend bevoegd verklaard. 2. Onder een liquiditeitsgarantie afgegeven door een binnenlandse bank als officiële stand-by faciliteit, bedoeld in artikel 1 van het Besluit wordt verstaan een liquiditeitsgarantie die is afgegeven aan: a. een binnenlandse bank of clearinginstelling en die voldoet aan de voorwaarden gesteld in het eerste en tweede lid; of b. een buitenlandse bank of clearinginstelling en die voldoet aan de voorwaarden die door het bankentoezicht ter plaatse worden gesteld. Artikel 4 1. Een bank of clearinginstelling kan bij de toepassing van artikel 2, eerste lid, in afwijking van de bijlage bij deze regeling, de weging van de liquiditeitsposten, bedoeld in secties 4.0 en 6.1, sub 1, voor zover deze niet op nul zijn gesteld, gelijk stellen aan het op de rapportagedatum geldende, door de desbetreffende centrale bank vastgestelde, toepasselijke beleningspercentage, verminderd met 5 procent voor de posten, bedoeld in sectie 4.0, sub 1 en sub 2, onderscheidenlijk sectie 6.1,sub 1, en verminderd met 10 procent voor de posten, bedoeld in sectie 4.0, sub De onderneming past de gelijkstelling, bedoeld in het eerste lid, consistent toe. Artikel 5 De Regeling liquiditeit Wft wordt ingetrokken Artikel 6 Deze regeling treedt in werking op 1 januari Artikel 7 Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling liquiditeit Wft Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De Nederlandsche Bank N.V., de Directeur, H.J.Brouwer 3

4 Bijlage behorend bij artikel 1 ACTIVA Kalenderpost (K) weging in procenten Weekperiode Maandperiode 1. Bankbiljetten/munten Vorderingen op de ECB en op de nationale centrale banken 1 Saldi direct opeisbaar Te ontvangen bedragen K Vorderingen uit hoofde van omgekeerde retrocessieovereenkomsten K Vorderingen luidende in effecten K * * 3. Incassopapier 1 Direct opeisbaar Te ontvangen K Onbezwaarde, goed verhandelbare, door een erkende centrale bank als onderpand aanvaarde, schuldinstrumenten 4.0 Door overheden of centrale banken uitgegeven schuldinstrumenten en equivalente schuldinstrumenten 1 Door de ECB als onderpand aanvaarde schuldinstrumenten, die voldoen aan de volgende voorwaarden: 1 de schuldinstrumenten zijn goed verhandelbaar: 2 aan de schuldinstrumenten kan overeenkomstig tabel A van bijlage 2A bij de Regeling solvabiliteitseisen voor het kredietrisico een risicogewicht 0 procent worden toegekend; 3 voor deze schuldinstrumenten bestaat een diepe markt 4 de schuldinstrumenten zijn niet uitgegeven door banken of andere financiële ondernemingen 2 Door overige erkende nationale centrale banken als onderpand aanvaarde schuldinstrumenten die voldoen aan de voorwaarden, bedoeld in sectie 4.0, sub 1 3 Overig door de ECB als onderpand aanvaarde, goed verhandelbare schuldinstrumenten

5 4.1 Door kredietinstellingen uitgegeven schuldinstrumenten, waaraan overeenkomstig tabel A van bijlage 2A bij de Regeling solvabiliteitseisen voor het kredietrisico een risicogewicht van 20 procent kan worden toegekend 1 Door de ECB als onderpand aanvaard 0 50 [60] 2 Door een andere erkende nationale centrale bank als onderpand aanvaard 0 50 [60] 4.2 Door overige instellingen uitgegeven schuldinstrumenten 1 Door de ECB als onderpand aanvaarde goed verhandelbare schuldinstrumenten 2 Door de ECB als onderpand aanvaarde overige financiële instrumenten 3 Overige schuldinstrumenten, waaraan overeenkomstig tabel A van bijlage 2A bij de Regeling solvabiliteitseisen voor het kredietrisico een risicogewicht van 20 procent kan worden toegekend [60] waarvan interne securitisaties 5 waarvan overig securitisaties 5. Te ontvangen bedragen 5.0 Van niet in de rapportage betrokken bijkantoren en bancaire deelnemingen 1 Direct opeisbare tegoeden Vorderingen uit hoofde van effectentransacties K) Overige te ontvangen bedragen K Van overige banken 1 Direct opeisbare tegoeden Vorderingen uit hoofde van effectentransacties K) Overige te ontvangen bedragen K Van overheden 1 Direct opeisbare tegoeden Vorderingen uit hoofde van effectentransacties K) Overige te ontvangen bedragen K Van overige professionele geldmarktpartijen, bedoeld in artikel 1 van het Besluit 5

6 1 Direct opeisbare tegoeden Vorderingen uit hoofde van effectentransacties K) Overige te ontvangen bedragen K Van overige tegenpartijen 1 Direct opeisbare tegoeden Vorderingen uit hoofde van effectentransacties K) Overige te ontvangen bedragen, waarin verwerkt K verwachte vervroegde aflossingen 6. Vorderingen uit hoofde van retrocessie- en omgekeerde retrocessieovereenkomsten en effectenleentransacties 6.0 Omgekeerde retrocessieovereenkomsten, uitgezonderd die met centrale banken als tegenpartij 1 Vorderingen tegenover obligaties K Vorderingen tegenover aandelen K Retrocessieovereenkomsten, uitgezonderd die met centrale banken als tegenpartij 1 Vorderingen luidende in obligaties K Vorderingen luidende in aandelen K Effectenleentransacties 1 Voorraad effecten uit hoofde van effectenleentransacties 2 Te vorderen effecten uit hoofde van effectenleentransacties K Overige effecten en goud 1 Overige liquide aandelen Incourante aandelen Incourante obligaties K Goud Officiële stand-by faciliteiten 1 Ontvangen officiële stand-by faciliteiten Vorderingen uit hoofde van derivaten K ** ** 6

7 10. Totaal 7

8 Passiva Kalender weging in procenten post (K) Weekperiode Maandperiode 11. Bij centrale banken opgenomen gelden 1 Debetsaldo (binnen één week af te lossen) Overige verplichtingen K Uitgegeven schuldinstrumenten van de bank of clearinginstelling zelf 1 Uitgegeven schuldbewijzen K Achtergestelde schulden K Deposito's en overige opgenomen gelden op vaste termijn 13.0 Van niet in de rapportage betrokken kantoren en bancaire deelnemingen 1 Verplichtingen uit hoofde van effectentransacties K) Deposito's en overige opgenomen gelden met een termijnkarakter K Van overige kredietinstellingen 1 Verplichtingen uit hoofde van effectentransacties K) Deposito's en overige opgenomen gelden met een termijnkarakter K Van overige professionele geldmarktpartijen, bedoeld in artikel 1 van het Besluit 1 Verplichtingen uit hoofde van effectentransacties K) Deposito's en overige opgenomen gelden met een termijnkarakter en te betalen rente K Van overige tegenpartijen 1 Verplichtingen uit hoofde van effectentransacties K) Deposito's en overige opgenomen gelden met een K termijnkarakter en te betalen rente 3 Spaardeposito's met een vaste termijn K Verplichtingen uit hoofde van retrocessie- en omgekeerde retrocessieovereenkomsten en effectenleentransacties 14.0 Retrocessieovereenkomsten niet (a) onderscheidenlijk wel (b) met centrale banken 1a Verplichtingen tegenover obligaties K a Verplichtingen tegenover aandelen K b Verplichtingen tegenover obligaties 2b Verplichtingen tegenover aandelen 14.1 Omgekeerde retrocessieovereenkomsten niet (a), onderscheidenlijk wel (b) met centrale banken, onderscheidenlijk (c) Short posities 1a Verplichtingen luidende in obligaties (a) K a Verplichtingen luidende in aandelen (a) K b Verplichtingen luidende in obligaties (b) K b Verplichtingen luidende in aandelen (b) K c Shortposities in obligaties (c) K c Shortposities in aandelen (c) K Effectenleentransacties 1 Negatieve voorraad effecten uit hoofde van effectenleentransacties Te leveren effecten uit hoofde van K

9 effectenleentransacties 15. Creditsaldi en overige opgenomen gelden met een onbepaalde effectieve looptijd 15.0 Niet in de rapportage opgenomen kantoren en bancaire deelnemingen 1 Creditsaldi in rekening-courant en overige direct opvraagbare tegoeden Overige kredietinstellingen 1 Creditsaldi (loro) van bankiers (operationele rekeningen) 2 Overige direct opvraagbare tegoeden Overige professionele geldmarktpartijen, bedoeld in artikel 1 van het Besluit 1 Direct opvraagbare tegoeden Spaargelden 1 Spaargelden zonder vaste termijn 10 [5] 15 [10] 15.4 Overige 1 Direct opvraagbare tegoeden en overige schulden Overige nog te verantwoorden en te betalen bedragen, waaronder saldo termijnaffaires en verplichtingen aan sociale- en voorzieningsfondsen Officiële stand-by faciliteiten 1 Afgegeven officiële stand-by faciliteiten Verplichtingen uit hoofde van derivaten 1 Bekende verplichtingen uit hoofde van derivaten K ** ** 2 Onbekende verplichtingen uit hoofde van derivaten en margin calls ** ** 18. Overige voorwaardelijke schulden en onherroepelijke kredietfaciliteiten 1 Onbenutte onherroepelijke kredietfaciliteiten, waaronder uitgiftegaranties 10 [5] 10 2 Geaccepteerde wissels K Kredietvervangende garanties 2, Niet-kredietvervangende garanties 1, Overige verplichtingen buiten de balans 1, Totaal 21 Extra aan te houden liquiditeit als gevolg van specifieke omstandigheden met betrekking tot de rapportageplichtige onderneming Legenda: *** *** De begrippen kalenderpost, weekperiode en maandperiode zijn gedefinieerd in artikel 1 van het Besluit. K = In de kalender op te nemen post. K) = Settlement binnen een week of onbepaald, opnemen in de weekperiode, overig in de kalender. * = 100% minus de toepasselijke discount. ** = Het berekende bedrag voor de aangegeven periode. *** = in voorkomende gevallen per afzonderlijke bank of clearinginstelling vastgesteld 9

10 Toelichting Algemeen Het Besluit prudentiële regels Wft (verder: het Besluit) stelt regels aan kredietinstellingen en clearinginstellingen voor het vaststellen van de aanwezige en de vereiste liquiditeit. Artikel 108, eerste lid, van het Besluit bepaalt op grond waarvan de vereiste liquiditeit wordt vastgesteld. Het tweede lid van dat artikel bepaalt dat de Nederlandsche Bank regels stelt met betrekking tot de in het eerste lid van dat artikel bedoelde posten en de weging daarvan. Artikel 111, eerste, tweede en derde lid, van het Besluit bepalen op grond waarvan de aanwezige liquiditeit wordt vastgesteld. Het zesde lid van dat artikel bepaalt dat de Nederlandsche Bank regels stelt met betrekking tot het eerste, tweede en derde lid van dat artikel bedoelde posten en de weging daarvan. Deze regels van de Nederlandsche Bank zijn opgenomen in onderhavige Regeling liquiditeit Wft (verder: Regeling). De posten die meetellen voor de aanwezige en vereiste liquiditeit van kredietinstellingen en clearinginstellingen en de weging van die posten zijn opgenomen in de bijlage bij de regeling. Daarnaast stelt het Besluit in hoofdstuk 4 regels gericht op het beleid inzake het beheersen van relevante risico s en de vastlegging daarvan in procedures en maatregelen ter beheersing van die risico s, daaronder het liquiditeitsrisico, waarvan de onderliggende principes nader zijn uitgewerkt in het Second part of CEBS s technical advice to the European Commission on liquidity risk management, van 18 september 2008, CEBS ( en in de Principles for sound liquidity risk management and supervision van het Basel Committee on Banking Supervision van September 2008 ( Redenen voor aanpassing van de Regeling liquiditeit Wft Wijzigingen die voortvloeien uit Richtlijn 2009/111/EG Bij de beoordeling door de Nederlandsche bank van de toereikendheid van de procedures en maatregelen, bedoeld in hoofdstuk 4 van het Besluit, hanteert de Nederlandsche Bank als een kwantitatief minimum ten aanzien van een aan te houden liquiditeitsbuffer, de liquiditeitsvoorschriften zoals opgenomen in onderhavige regeling. De aanpassing van de Regeling strekt in dat verband tevens tot implementatie van de principes voor een gezond liquiditeitsrisicomanagement, zoals opgenomen in Richtlijn 2009/111/EG 1, in casu dat de ondernemingen waarop deze regeling van toepassing is toereikende liquiditeitsbuffers aanhouden. In de kern adresseren deze aanpassingen de observatie naar aanleiding van de in 2007 aangevangen financiële crisis, dat bepaalde soorten activa die als aanwezige liquiditeit werden gerubriceerd, onder stress omstandigheden niet of onvoldoende op korte termijn in de private markten in betaalmiddel konden worden omgezet. Het aanhouden van een liquiditeitsbuffer in de vorm van liquide activa die ook onder stress omstandigheden voldoende liquide blijft, is een principe dat is vastgelegd door het Committee of European Banking Supervisors (CEBS) in september 2008 gepubliceerde principes voor gezond liquiditeitsrisicomanagement. 2 De kern van deze principes is opgenomen in Richtlijn nr. 2009/111/EG. Als vervolg hierop, in het bijzonder aanbeveling 16 betreffende het aanhouden van liquiditeitsbuffers, heeft CEBS op 9 december 2009 nadere richtsnoeren gepubliceerd die een raamwerk bieden voor een vaststelling en samenstelling van de minimum liquiditeitsbuffers in twee tijdshorizonten van respectievelijk ruim één week en ruim één maand, de zogenaamde survival periods. 3 De consequenties van de bepalingen in Richtlijn 2009/111/EG en van de richtsnoeren van 1 De Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009, nr. 2009/111/EG, tot wijziging van de Richtlijnen 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2007/64 EG wat betreft banken die zijn aangesloten bij centrale instellingen, bepaalde eigenvermogensbestanddelen, grote posities, het toezichtkader en het crisisbeheer. 2 Het op 18 september 2008 gepubliceerde Second part of CEBS S technical advice to the European Commission on liquidity risk management, CEBS Guidelines on liquidity buffers & survival periods, CEBS 9 December

11 CEBS met betrekking tot de in de aanhef van deze toelichting bedoelde en van de liquiditeitsbuffer deel uitmakende posten en de weging daarvan, zijn verwerkt in onderhavige Regeling. De wijzingen in de Regeling met betrekking tot de posten die de aanwezige liquiditeit vormen houden niet alleen verband met de omvang en definitie van de desbetreffende posten, maar ook met de vereiste diversificatie van de aanwezige liquiditeit. Enkele wijzigingen in de liquiditeitswaarden en de liquiditeitsvereisten, of toevoegingen van posten voor observatiedoeleinden houden hiermee verband. De bepalingen in Richtlijn 2009/111/EG en de richtsnoeren van CEBS met betrekking tot het beheersen van de liquiditeitsrisico s vereisen een liquiditeitsbuffer van nauw gedefinieerde liquide activa tegenover een netto kasuitstroom binnen de tijdshorizon van één week, gerekend vanaf de verslagdatum. In dat verband wordt de weging van de posten die niet voldoen aan de nauwe definitie volgens de richtsnoeren van CEBS gewijzigd in nihil. 4 De samenstelling van de liquiditeitsbuffer binnen de tijdshorizon van één maand blijft ongewijzigd, uitgezonderd de in de huidige Regeling liquiditeit Wft, onder 4.2, sub 4, opgenomen post, betreffende posten uitgegeven door overige instellingen, overige schuldinstrumenten, in casu niet door de ECB als onderpand aanvaarde schuldinstrumenten, of schuldinstrumenten waaraan overeenkomstig tabel A van bijlage 2A bij de Regeling solvabiliteitseisen voor het kredietrisico een risicogewicht van ten hoogste 20% kan worden toegekend. Daarnaast is van enkele posten in de liquiditeitsbuffer binnen de tijdshorizon van één maand de weging aangepast. Met het oog op de verlangde diversificatie in de samenstelling van de liquiditeitsbuffers binnen de tijdshorizon van één maand, is het vereiste liquiditeitspercentage voor spaargeld in de weekperiode opgetrokken, waardoor wordt bereikt dat het aandeel van nauw gedefinieerde liquide activa in de totale beschikbare liquiditeit wordt vergroot. Hetzelfde geldt voor het optrekken van de vereiste liquiditeitspercentages in de weekperiode in de post overige direct opvraagbare tegoeden en de post onbenutte onherroepelijke kredietfaciliteiten. Wijzigingen in verband met onderpandregels ECB Daarnaast voorzien de aanpassingen in onderhavige regeling in enkele wijzigingen in de classificatie van de posten die meetellen voor de aanwezige en vereiste liquiditeit. Deze aanpassingen zijn het gevolg van veranderingen die hebben plaatsgevonden in definities en classificaties van activa die in onderpand gebracht kunnen worden bij de ECB. Naast de daarmee verband houdende aanpassingen, wordt in de bijlage een onderscheid aangebracht tussen door de ECB aanvaard onderpand en onderpand dat is aanvaard door andere erkende centrale banken. Wijzigingen van technische aard Teneinde te voorkomen dat, zoals onder de huidige Regeling liquiditeit Wft het geval is, te voorkomen dat opgenomen gelden die interbancair kort worden uitgezet direct 50% aan gedefinieerde liquiditeitswaarde verliezen, zijn verder de vereiste liquiditeitspercentages voor direct opvraagbare interbancaire uitzettingen in de weekperiode opgetrokken, alsmede het vereiste liquiditeitspercentage voor direct opvraagbare interbancaire verplichtingen in de weekperiode. De wijziging van onderhavige regeling is bedoeld voor een tussenliggende periode tot internationale liquiditeitstandaarden van kracht worden, zoals deze in de CRD (Europese Richtlijn 2006/48/EG) worden opgenomen (in CRD IV). Reikwijdte De toepassing van de regels bij en krachtens artikel 3:63 van de Wet op het financieel toezicht, geschiedt, met inachtneming van het daaromtrent bepaald in de artikelen 107, 111, vierde en vijfde lid, in beginsel op groepswijde basis. Dat wil zeggen dat het binnenlandse en buitenlandse bedrijf van een 4 CEBS specificeert in richtsnoer nr. 4: The liquidity buffer should be composed of cash and core assets that are both central bank eligible and highly liquid in private markets. For the longer end of the buffer, a broader set of liquid assets might be appropriate, subject to the bank demonstrating the ability to generate liquidity from them under stress within the specified period of time. 11

12 bank of clearinginstelling in het liquiditeitstoezicht wordt betrokken. Dit omvat dus in beginsel alle dochtermaatschappijen en bijkantoren met dien verstande dat artikel 107, eerste lid, aanhef en onderdeel b onderscheidenlijk onderdeel c, van het Besluit, bepaalt dat het een bank of clearinginstelling is toegestaan om de volgende elementen niet te betrekken bij de liquiditeitsberekening: - Dochters en bijkantoren die elk minder uitmaken dan één procent van het balanstotaal van de onderneming niet te betrekken bij de liquiditeitsberekeningen, indien tenminste 95 procent van et totale geconsolideerde balanstotaal wordt betrokken in de berekening; onderscheidenlijk - Middellijke deelnemingen en bijkantoren van deelnemingen waarbij geen sprake is van, in verhouding tot de bank of clearinginstelling als geheel, grote liquiditeitsbehoefte terwijl de liquiditeitsvoorziening ervan in belangrijke mate afhankelijk is van de moederonderneming onderscheidenlijk het hoofdkantoor. Daarnaast bepaalt artikel 111, vierde lid, van het Besluit dat bij de berekening van de aanwezige en de vereiste liquiditeit het liquiditeitsoverschot van een bijkantoor of een dochteronderneming met zetel buiten Nederland slechts wordt betrokken, voor zover: - Overdracht van het liquiditeitsoverschot niet leidt tot een liquiditeitstekort bij dat bijkantoor of die dochteronderneming volgens de lokale liquiditeitstoetsing; - Het om een overdracht in convertibele valuta gaat; en - Vrije en grensoverschrijdende overdracht van liquiditeit mogelijk is. Verder specificeert het vijfde lid van datzelfde artikel dat de onderneming bij de berekening van de aanwezige liquiditeit niet betrekt de activa die niet onbelemmerd overdraagbaar zijn en de direct opeisbare tegoeden bij personen die geen kredietinstelling of professionele geldmarktpartij zijn. Indien indirecte deelnemingen en niet-rechtstreeks gehouden buitenlandse vestigingen op grond van bovengestelde buiten de rapportage worden gelaten, dienen de financiële intra-concern relaties met de desbetreffende adressen overigens wel in de rapportage te worden betrokken. Liquiditeitsoverschot van buitenlandse vestigingen 1 Het liquiditeitoverschot van een buitenlandse vestiging wordt gelijk gesteld aan het laagste van de volgende twee bedragen: het liquiditeitsoverschot zoals berekend op basis van de regeling of het liquiditeitsoverschot zoals berekend op basis van de lokale regels. 2 Het liquiditeitsoverschot van een buitenlandse vestiging van de instelling wordt slechts tot de aanwezige liquiditeit gerekend voor zover: a) overheveling van het liquiditeitsoverschot niet leidt tot een liquiditeitstekort bij de buitenlandse vestiging volgens de lokale liquiditeitstoetsing; b) het overschot luidt in convertibele valuta; en c) vrije en grensoverschrijdende overdracht van liquiditeit mogelijk is. Indien een instelling de liquiditeitspositie op centraal niveau op een volledig geconsolideerde basis berekent, dan heeft dat tot gevolg dat in de situatie dat de lokale regels een lager overschot meten dan de regels van de Bank, de totale liquiditeitspositie wordt overschat. Het verschil tussen het volgens de regels van de Bank berekende overschot en het lokale overschot wordt dan afgetrokken van de gerapporteerde aanwezige liquiditeit op concernniveau. Rapportage (in)convertibele valuta s De liquiditeitstoetsing omvat in beginsel de posities in alle valuta s. Aan de vrije transfer en/of omwisselbaarheid van sommige valuta s zijn beperkingen gesteld. Daarom wordt in de toetsing van de buitenlandse posities een onderscheid gemaakt tussen convertibele en inconvertibele valuta s en in voorkomende gevallen valuta s met een vrije transfer en die zonder vrije transfer. 12

13 Niet significante posities in niet-lokale inconvertibele valuta s van buitenlandse vestigingen worden, naar keuze van de instelling, al dan niet opgenomen in de liquiditeitsrapportage. Een liquiditeitstekort in convertibele dan wel inconvertibele valuta s kan volgens het Besluit, Artikel 107, onderdeel d, worden gecompenseerd met een overschot in een convertibele valuta, voor zover afkomstig uit een land van waaruit vrije transfer van liquiditeiten mogelijk is. Indien naar het oordeel van de instelling de posities in niet-lokale inconvertibele valuta s van buitenlandse vestigingen niet voldoende significant zijn om deze afzonderlijk te rapporteren, mogen deze buiten de toetsing blijven. In het kader van de rapportage worden de posities onderscheiden in convertibele valuta s gezamenlijk, de lokale inconvertibele valuta, en overige inconvertibele valuta s, eveneens gezamenlijk. De positie in overige inconvertibele valuta s mag in onderhavig verband voor zover niet materieel uit de rapportage worden weggelaten. Een lokale valuta betreft de valuta van het land waar een vestiging zich bevindt. Voor zover nietlokale posities in een inconvertibele valuta in de rapportage worden betrokken kunnen dergelijke posities van verschillende vestigingen (dochter of bijkantoor) in dezelfde valuta desgewenst worden gesaldeerd tot op het niveau waarop een te rapporteren (in)convertibele valuta volledig transferabel is. Indien niet met zekerheid is vast te stellen in hoeverre een valuta transferabel is, wordt maximaal tot op het niveau van land gesaldeerd. Een per saldo per valuta resterend liquiditeitsoverschot in een inconvertibele valuta (of, voor zover van toepassing, convertibele valuta zonder vrije transfer) blijft buiten beschouwing. Een liquiditeitstekort in convertibele valuta s dan wel in inconvertibele valuta s mag worden gecompenseerd met een overschot in een convertibele valuta, voor zover afkomstig uit een land waar een vrije transfer van liquiditeiten mogelijk is. Indien van het laatste geen sprake is wordt de desbetreffende positie in onderhavig verband als een positie in niet-lokale inconvertibele valuta beschouwd. Convertibele valuta s Volgens het Besluit, Artikel 1 worden onder convertibele valuta s verstaan, valuta s van: a. de staten die deel uitmaken van de G10 b. de overige staten die eeel uitmaken van de Europese Economische Ruimte; of c. Australië of Nieuw Zeeland Ontheffingen De Nederlandsche Bank kan op grond van Wft, Arikel 3:63, vierde lid op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen (zie ook de toelichting op artikel 2, tweede lid). In het doorlopende toezicht heeft zich in dit verband een praktijk ontwikkeld waarbij de Nederlandsche Bank onder voorwaarden ontheffingen verleent voor het niet in de berekening betrekken van de navolgende elementen; daarbij worden bancaire deelnemingen die op basis van een ontheffing niet in de geconsolideerde rapportage en liquiditeitstoetsing worden opgenomen, separaat gerapporteerd. - Buitenlandse dochters Onder buitenlandse dochters worden verstaan: bancaire deelnemingen met zetel buiten Nederland. Op verzoek van de onderneming kan de Nederlandsche Bank ontheffing verlenen van de verplichting om liquiditeitsposities van buitenlandse dochters op te nemen in de groepsbrede liquiditeitsrapportage. Ontheffing kan worden verleend onder voorwaarde dat: a) de liquiditeitsposities niet actief worden beheerd onder centraal risicomanagement van de instelling; b) de onderneming, ten genoegen van de Nederlandsche Bank aantoont dat op lokaal niveau voldoende adequaat liquiditeitstoezicht wordt uitgeoefend; 13

14 c) de buitenlandse dochter voor haar funding voor ten hoogste 20% afhankelijk is van de instelling; d) de Nederlandsche Bank over voldoende gegevens beschikt om de liquiditeitspositie van de onderneming als geheel te kunnen beoordelen; e) de onderneming de Nederlandsche Bank informeert omtrent de kwantitatieve en kwalitatieve bevindingen van het lokale liquiditeitstoezicht op desbetreffende buitenlandse dochter; en f) een op basis van de lokale toetsing vastgesteld liquiditeitsoverschot van de desbetreffende buitenlandse dochter niet wordt opgenomen in de liquiditeitsrapportage als bedoeld in artikel. Wanneer de lokale toezichthouder aanhoudende liquiditeitstekorten signaleert of de kwaliteit van het liquiditeitsbeheer negatief beoordeelt, kan de in het eerste lid bedoelde ontheffing worden ingetrokken. De ontheffingsmogelijkheid is bedoeld om onnodige rapportage-inspanning weg te nemen. Indien buitenlandse dochters op grond van dit artikel buiten de rapportage worden gelaten, dienen de financiële intra-concern relaties met de desbetreffende adressen wel in de rapportage te worden betrokken. In de beoordeling of het lokale liquiditeitstoezicht voldoet, spelen onder meer de volgende overwegingen een rol: Toezichtregime: Gekeken wordt of het lokale bankentoezicht zich heeft geconformeerd aan algemene uitgangspunten voor prudent toezicht, waaronder mede begrepen de uitgangspunten zoals deze zijn opgenomen in het Bazelse document Principles for Sound Liquidity Management and Supervision (BCBS, September 2008) en BCBS Core principles ; Kwantitatieve toetsing: meegewogen wordt in hoeverre er sprake is van een regelmatige kwantitatieve toetsing van het liquiditeitsrisico en of van de uitkomsten door de Bank kennis kan worden genomen via de Nederlandse kredietinstelling. In de beoordeling van deze toetsing speelt een rol welke actiefen passiefposten in de toetsing zijn betrokken, zowel die op de balans staan als buiten de balans, en welke veronderstellingen (scenario s) ten grondslag liggen aan de toetsing. Ook kan de reikwijdte van de toetsing een punt van overweging zijn; Kwalitatieve toetsing: Gekeken wordt of de lokale toezichthouder toezicht houdt op de kwaliteit van het liquiditeitsbeheer en, meer in het algemeen, aandacht heeft voor een goede administratieve organisatie en interne controle, de aanwezigheid van schriftelijk vastgelegde procedures, adequate managementinformatiesystemen, contingency plans, liquidity policy statement, etc. In voorkomende gevallen kan een aantoonbaar intensieve kwalitatieve toetsing compensatie bieden voor het geheel of ten dele ontbreken van een reguliere kwantitatieve toetsing. Indien een onderneming gebruik wil maken van de ontheffingsmogelijkheid, dan dient zij daartoe per land een verzoek te doen. Indien de adequaatheid van het lokale toezicht niet kan worden vastgesteld, wordt geen toestemming verleend. Indien buitenlandse dochters na toestemming buiten de rapportage worden gelaten, dienen de financiële intra-concern relaties met de desbetreffende adressen wel in de rapportage te worden betrokken. - EER-bijkantoren Onder EER-bijkantoren worden in onderhavig verband worden verstaan: bijkantoren gelegen in andere staten die deel uit maken van de Europese Economische Ruimte. De Nederlandsche Bank kan op grond van de Wft, Artikel 3:63, sub 4 ontheffing verlenen van de minimum omvang liquiditeit volgens Hoofdstuk 11 van het Besluit en daarmee samenhangende rapportageverplichting. Ontheffing kan alleen worden verleend nadat de Nederlandsche Bank heeft vastgesteld dat het bijkantoor onder geconsolideerd liquiditeitstoezicht staat in de lidstaat van herkomst en dat zijdens de toezichthouder van de lidstaat van herkomst geen bezwaar bestaat tegen ontheffing. 14

15 De ontheffingsmogelijkheid is bedoeld om onnodige rapportage-inspanning weg te nemen. Aan een ontheffing kunnen beperkingen worden gesteld en voorschriften verbonden. - Derivaten Ten aanzien van de maandelijkse actuele posities in verband met derivaten kan de Nederlandsche Bank op grond van het Besluit, Hoofdstuk 11, artikelen 108 en 111 op verzoek van de onderneming ontheffing verlenen van de verplichting om de werkelijke kasstromen uit hoofde van derivaten op te nemen in de liquiditeitsrapportage. Ontheffing kan worden verleend onder voorwaarde dat de onderneming, in plaats van het bedrag gebaseerd op werkelijke kasstromen vanwege derivaten, een fictieve passiefpost opneemt in de rapportages, ter hoogte van een bedrag dat, ten genoegen van de Nederlandsche Bank, is aangetoond ten minste gelijk te zijn aan het maximale liquiditeitsrisico zoals vastgesteld op grond van een jaarlijks te herhalen stresstest gebaseerd op de limieten die gelden bij de instelling in het kader van het interne risicomanagement voor derivatenposities. De onderneming aan wie een ontheffing is verleend, voert op verzoek van de Nederlandsche Bank een materialiteitstoets uit betreffende de liquiditeitsrisico s vanwege derivaten. De uitkomst van de materialiteitstoets kan de Nederlandsche Bank aanleiding geven om de ontheffing in te trekken of van de onderneming te verlangen dat de hoogte van de fictieve passiefpost wordt aangepast. - Derivaten-optieposities De Nederlandsche Bank geeft op verzoek van de onderneming toestemming om, in plaats van de methode als omschreven onder vereenvoudigde methode opties een meer geavanceerde methode toe te passen voor de berekening van de vereiste liquiditeit in verband met optiederivaten, onder voorwaarde dat de methode naar het oordeel van de Nederlandsche Bank daartoe geschikt is bevonden. Geavanceerde methodes kunnen door de ondernemingen zelf worden ontwikkeld, maar moeten door de Nederlandsche Bank voor het doel geschikt worden geacht. Daarbij let de Nederlandsche Bank er op dat de toegepaste methode recht doet aan de feitelijke liquiditeitsrisico s. Een van de methoden die in dit verband zou kunnen worden toegepast wordt hieronder besproken. Andere methodes zijn mogelijk. De hier bij wijze van voorbeeld besproken geavanceerde methode kan in aanmerking komen als alternatief voor de vereenvoudigde methode. Aansluiting op de huidige regeling Gelet op het aantal aanpassingen in de Regeling en de bijlage bij de Regeling, en de in sommige gevallen bestaande onduidelijkheid over de toepassing van de bijlage, is voorzien in een uitvoerige toelichting over de wijze waarop de bijlage kan worden toegepast. Deze toelichting sluit aan op de toepassing van de huidige Regeling liquiditeit Wft in de praktijk en de wijze waarop dat ten aanzien van de gelijkluidende Regeling onder de Wet toezicht kredietwezen, in casu in de regeling 4101 van het Handboek Wtk, was verwoord voor die onderdelen die niet door de wijzigingen die voortvloeien uit Richtlijn 2009/111/EG worden aangepast. Artikelgewijze toelichting Artikel 1 Met betrekking tot het begrip erkende centrale bank, is het begrip convertibele valuta s overeenkomstig de definitie van dit begrip in artikel 1 van het Besluit, in casu de valuta s van staten die deel uitmaken van de G10, de overige staten die deel uitmaken van de Europese Economische Ruimte, Australië of Nieuw Zeeland 15

16 Artikel 2 Eerste lid Het eerste lid is in overeenstemming met artikel 1 van de Regeling liquiditeit Wft. De bijlage, bedoeld in het eerste lid, stelt in overeenstemming met het bepaalde in de artikelen 108, tweede lid, en 111, zesde lid, van het Besluit, vast door welke posten de vereiste, onderscheidenlijk de aanwezige, liquiditeit worden gevormd en welke weging aan die posten wordt toegekend. Tweede lid Bedoelde liquiditeitsposten en de weging daarvan kunnen in beginsel per bank of clearinginstelling afzonderlijk worden vastgesteld. De onderhavige regeling hanteert een standaardbenadering zoals opgenomen in de bijlage bij de regeling. Hiervan kan echter in individuele gevallen worden afgeweken. De Nederlandsche Bank kan op grond van artikel 3:63, vierde lid, van de Wet op het financieel toezicht, op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen het eerste of tweede lid van dat artikel (inzake het vereiste van voldoende liquiditeit) indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dat artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt. Anderzijds kan de Nederlandsche Bank aan afzonderlijke ondernemingen hogere liquiditeitseisen opleggen, indien zij op grond van: de door haar uitgevoerde evaluatie, bedoeld in artikel 3:18a, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht, met betrekking tot het risicomanagement van de onderneming gericht op het liquiditeitsrisico instelling; of specifieke omstandigheden die van invloed zijn op de liquiditeitspositie van de onderneming, bijvoorbeeld omstandigheden die verband houden met de plaats die een onderneming inneemt in een financiële groep, of met de karakteristieken van groepen van cliënten van de onderneming, of met de karakteristieken van financiële markten waarin de onderneming haar werkzaamheden verricht, al dan iet tot uitdrukking komend in concentratierisico s, van oordeel is dat de op basis van de bijlage bij deze regeling berekende liquiditeit onvoldoende is. In voorkomende gevallen wordt een extra liquiditeitsvereiste vastgesteld op basis van een op de desbetreffende onderneming afgestemde vaststelling van liquiditeitsposten en de weging daarvan. Artikel 3 Artikel 3 is gelijkluidend met artikel 1a van de Regeling liquiditeit Wft. In artikel 1 van het Besluit is de definitie opgenomen van het begrip officiële stand-by faciliteiten, te weten: een liquiditeitsgarantie die, onder door de Nederlandsche Bank te stellen voorwaarden, is ontvangen van onderscheidenlijk afgegeven door een binnenlandse of buitenlandse bank. De door de Nederlandsche Bank gestelde voorwaarden waren opgenomen in artikel 1a van de Regeling liquiditeit Wft, welke bepaling zelf een beleidsarme omzetting betrof van de regeling in het Handboek Wtk 1992, onderdeel 9001, onder de definitie van Officiële stand-by faciliteit. Deze voorwaarden zijn ongewijzigd overgenomen in het onderhavige artikel 3. Op grond van artikel 112, aanhef en onderdeel d, van het Besluit, kan een bank of een clearinginstelling een officiële stand-by faciliteit meenemen als post in de liquiditeitsberekening. In de bijlage bij deze regeling is vastgesteld dat zowel ontvangen als afgegeven officiële stand-by faciliteiten voor de week- en maandstaat een weging hebben van 100%. Uitgangspunt bij de voorwaarden in onderhavig artikel 3 is dat het volledige bedrag in het kader van het dagelijkse liquiditeitsbeheer aan de financiële onderneming ter beschikking staat om te kunnen voorzien in de directe liquiditeitsbehoefte. In artikel 3 zijn daarom voorwaarden opgenomen die waarborgen dat deze liquiditeitsfaciliteiten volledig en direct opeisbaar zijn. Daarnaast moet de liquiditeitsfaciliteit afkomstig zijn van een financiële onderneming die, naar het oordeel van de Nederlandsche Bank, onder adequaat bankentoezicht staat en de desbetreffende toezichthoudende instantie moet de faciliteit schriftelijk goedkeuren of erkennen. De basisgedachte hierbij is, dat de liquiditeitsgarantie afkomstig moet zijn van een financiële onderneming waarvan te allen tijde vaststaat dat de gecontracteerde liquiditeitssteun zal worden gegeven in geval daarop een beroep wordt gedaan. De regeling beoogt 16

17 mede te waarborgen dat de instantie die toezicht houdt op de bank die de liquiditeitsfaciliteit heeft afgegeven, de liquiditeitsfaciliteit meeneemt in het liquiditeitstoezicht. Hiermee wordt beoogd te voorkomen dat op oneigenlijke wijze liquiditeit wordt gegenereerd. In het eerste lid, onderdeel h, is als voorwaarde gesteld dat de overeenkomst voor de liquiditeitsgarantie moet zijn opgesteld in de Nederlandse taal. Aan deze voorwaarde is ook voldaan indien een gelegaliseerde vertaling van de overeenkomst uit de vreemde taal naar het Nederlands is bijgevoegd. Artikel 4 Deze wijziging continueert de al bestaande mogelijkheid voor rapporterende instellingen om de liquiditeitswaarde vast te stellen op basis van de door de centrale bank vastgestelde haircut voor de liquide activa met een 0% solvabiliteitseis, echter aangevuld door een marktrisico haircut. Voor een aantal andere categorieën wordt deze toepassing niet voortgezet, ter stimulering van diversificatie en voorkoming van systeemrisico. Toepassing betekent dat de desbetreffende door overheden uitgegeven schuldinstrumenten die door erkende centrale banken als onderpand worden aanvaard, en die volgens de bijlage een weging van 90 procent hebben, mogen worden opgenomen tegen de beleningswaarde zoals vastgesteld door de desbetreffende centrale bank, onder aftrek van een marktrisico-haircut van 5% van de marktwaarde. Door erkende multilaterale ontwikkelingsbanken uitgegeven schuldinstrumenten kunnen op dezelfde wijze worden behandeld als door de overheid uitgegeven schuldinstrumenten. De overige door overheden uitgegeven schuldinstrumenten die door de ECB als onderpand worden aanvaard, waar volgens de tabel standaard een liquiditeitswaarde van 70% aan wordt toegekend in de maandperiode, kunnen ook tegen het beleningspercentage van de ECB worden opgenomen, echter onder aftrek van een marktrisico-haircut van 10%. De bij artikel 1 behorende bijlage De bijlage bij artikel 2, eerste lid, bevat een vaststelling van de liquiditeitsposten en onderscheiden subposten en de weging daarvan. De liquiditeitsposten activa en passiva worden bepaald voor de vaststelling van de aanwezige liquiditeit en vereiste liquiditeit in twee periodes gerekend vanaf de verslagdatum: een week- en een maandperiode. In aanvulling daarop worden ter observatie voor de onderscheiden kalenderposten de contractueel vervallende bedragen gerapporteerd en in beginsel de te ontvangen en te betalen rente. De cash flow van verhandelbare schuldinstrumenten die in de weekperiode niet als aanwezige liquiditeit worden erkend, worden niet elders in de rapportage opgenomen. De cash flow van verhandelbare schuldinstrumenten die in de week- en maandperiode niet als aanwezige liquiditeit worden niet in de rapportage opgenomen, of worden opgenomen als incourante obligaties. Aanwezige liquiditeit De aanwezige liquiditeit in de weekperiode bestaat uit de in aanmerking komende activaposten, officiële stand-by faciliteiten, en andere posten buiten de balans (kasinstroom) uit het kernbedrijf van de onderneming, gedurende de weekperiode, vermenigvuldigd met de bij die posten behorende wegingsfactor, zoals opgenomen in de bijlage bij deze regeling. Als aanwezige liquiditeit in de weekperiode komen uitsluitend in aanmerking de in de bijlage opgenomen activa met een toegekende weging groter dan nul die in het kader van het dagelijkse liquiditeitenbeheer aan de instelling ter beschikking staan teneinde te kunnen voorzien in de directe liquiditeitsbehoefte, plus de inkomende kasstromen uit het kernbedrijf waarmee in het kader van het dagelijkse liquiditeitenbeheer expliciet rekening wordt gehouden, daaronder begrepen: - als aanwezige liquiditeit erkende effecten op basis waarvan op korte termijn liquide middelen kunnen worden verkregen door verkoop of belening zonder dat dit gepaard gaat met meer dan marginale kosten of verliezen; - onmiddellijk opeisbaar interbancair actief; en - onmiddellijk opeisbare vorderingen op overheden en professionele geldmarktpartijen. 17

18 De aanwezige liquiditeit in de maandperiode bestaat uit de gewogen voorraadposten en de gewogen kasinstroom gedurende de maandperiode. De te ontvangen rente mag naar keuze van de instelling tot de aanwezige liquiditeit worden gerekend. Indien de te ontvangen rente tot de aanwezige liquiditeit wordt gerekend, wordt eveneens de te betalen rente tot de vereiste liquiditeit gerekend. Direct opeisbare tegoeden bij niet-kredietinstellingen of niet-professionele geldmarktpartijen worden niet tot de aanwezige liquiditeit gerekend. De aanwezige liquiditeit wordt per periode gevormd door de som van de erkende liquide activa die niet in de vervalkalender zijn opgenomen (aangewezen niet-kalenderposten), vermenigvuldigt met de aangegeven wegingsfactor, en de vervallende bedragen volgens de vervalkalender (aangewezen kalenderposten, aangegeven met een K) op basis van contractuele looptijden in de desbetreffende periode, eveneens vermenigvuldigd met het aangegeven wegingsfactor. De aanwezige liquiditeit in de maandperiode is breder gedefinieerd dan die in de weekperiode. De aanwezige liquiditeit binnen de maandperiode omvat mede de gewogen voorraadposten die binnen de weekperiode tot de aanwezige liquiditeit worden gerekend, mogelijk overigens op basis van een andere administratie. Om op centraal (groepsbreed) niveau tot de aanwezige liquiditeit te kunnen worden gerekend - zowel in de week- als maandperiode - dienen de activa binnen de instelling feitelijk beschikbaar en dus onbelemmerd overdraagbaar te zijn (dus ook tussen de groepsentiteiten). Vereiste liquiditeit De vereiste liquiditeit bestaat uit de som van de gewogen uitgaande kasstromen op basis van de onderscheiden kalenderposten, vermeerderd met de niet in de kalender opgenomen gewogen toevertrouwde middelen en overige posten die opgevraagd kunnen worden of tot een betalingsverplichting kunnen leiden, gedurende de weekperiode respectievelijk de maandperiode. De toepasselijke posten en de weging daarvan zijn opgenomen in de bijlage. De te betalen rente mag naar keuze van de instelling buiten de berekening van de vereiste liquiditeit worden gelaten. Indien de te betalen rente buiten de berekening van de vereiste liquiditeit wordt gelaten, wordt eveneens de te ontvangen rente buiten de berekening van de aanwezige liquiditeit gelaten. De posten die in de toetsing van de weekperiode worden betrokken vormen in beginsel een onderdeel van het totaal van de posten die in de toetsing van de maandperiode worden betrokken. De onderscheiden posten en daaraan gerelateerde aanwezige en vereiste liquiditeit, worden maandelijks gerapporteerd door middel van een liquiditeitsrapportage. In deze rapportage worden ook de ongewogen bedragen in de vervalkalender op basis van de contractuele looptijden gerapporteerd, uitgesplitst tot en met een jaar, en niet uitgesplitst langer een jaar. Gerapporteerd worden: - de aanwezige liquiditeit en de vereiste liquiditeit over de weekperiode en de maandperiode; en - de kasinstroom en kasuitstroom over de volgende termijnen: 1 de periode van twee maanden volgend op de maandperiode; 2 de periode van drie maanden volgend op de onder 1 genoemde periode; 3 de periode van zes maanden volgend op de onder 2 genoemde periode; en 4 de periode die volgt op de onder 3 genoemde periode. 18

19 De rapportage is gebaseerd op systematisch toegepaste uitgangspunten en vindt plaats aan de hand van de door de Nederlandsche Bank ter beschikking gestelde rapportageformulieren en de de onderhavige toelichting bij de posten in de bijlage. Van de ondernemingen wordt verwacht dat de rapportage is gebaseerd op zorgvuldig gekozen, realistische en consistent toegepaste beleidsuitgangspunten. Dat geldt in het bijzonder waar keuzemogelijkheden aanwezig zijn, bijvoorbeeld met betrekking tot het volledig of naar rato betrekken van joint ventures in de rapportage of met betrekking tot het al dan niet in de rapportage betrekken van de te ontvangen of te betalen rente. De liquiditeitsrapportage is een op zichzelf staande rapportage. Het als basis te rapporteren bedrag is uit balansposten geselecteerd en samengesteld op basis van liquiditeitstypische kenmerken. Eén post kan daarom op basis van liquiditeitstypische kenmerken zijn opgebouwd uit delen van verschillende balansposten. Niet alle balansposten en posten buiten de balanstelling worden in de liquiditeitsrapportage betrokken. De balansposten en posten buiten de balanstelling die in de toetsing worden betrokken, staan vermeld in de bijlage van de Regeling. In sommige gevallen bijvoorbeeld bij derivaten worden de mogelijke kasstromen asymmetrisch in de rapportage betrokken, d.w.z. aan de actiefzijde de vooraf bekende inkomende kasstromen en aan de passiefzijde de vooraf bekende uitgaande kasstromen plus de mogelijke potentiële kasuitstroom. In beginsel worden de posities luidende in alle valuta s in de rapportage betrokken en omgerekend in euro s. Zie onder Reikwijdte ; (in)convertibele valuta s. Grote-posten liquiditeit Ter observatie van concentratierisico s in de funding worden maandelijks in aanvulling op de rapportage van de aanwezige en vereiste liquiditeit en aansluitende vervalkalender, de posten ten name van één crediteur of groep van verbonden crediteuren gerapporteerd die - na eventuele compensatie in het kader van het kredietrisico - 3% of meer belopen van het totaal der verplichtingen, onder aftrek van de verplichtingen uit hoofde van retrocessieovereenkomsten. Waarderingsgrondslagen Indien niet anders is aangegeven gelden de waarderingsgrondslagen van de bedrijfseconomische balans. Schuldinstrumenten die tot de aanwezige liquiditeit worden gerekend worden (echter) altijd tegen marktwaarde opgenomen, of in voorkomende gevallen tegen fair value waarde. Voor (omgekeerde) retrocessieovereenkomsten is de behandeling afwijkend van die geldt voor de bedrijfseconomische balans. Benoemingen van activa in secties: - De benoeming van activa in sectie 2.4 wordt herzien omdat de voorheen genoemde tier 2 classificatie van de ECB niet meer bestaat - De benoeming van activa in sectie 4 wordt herzien om te verhelderen dat activa die in onderpand te brengen zijn bij andere (erkende) centrale banken dan de ECB ook in deze sectie kunnen worden meegerekend. Hierbij wordt voor het begrip erkende centrale bank uitgegaan van de kwalificatie in artikel 1.b - De benoeming van activa in secties 4.0.1, 4.1.1, en wordt herzien omdat de voorheen genoemde tier 1 classificatie niet meer bestaat en om duidelijk te maken dat activa die in onderpand te brengen zijn bij andere centrale banken dan de ECB ook in deze secties kunnen worden meegerekend. - De secties 4.0.2, 4.0.3, en worden geschrapt omdat de voorheen genoemde tier 2 classificatie van de ECB niet meer bestaat. - De benoeming van secties en 4.0.5, omgenummerd naar 4.0.2, respectievelijk wordt herzien omdat de voorheen genoemde classificatie van activa naar (OECD) zones niet meer bestaat. - Aan de benoeming van sectie 4.0.4, omgenummerd in 4.02, wordt toegevoegd dat het hier activa met een 0% risicoweging onder de Regeling solvabiliteitseisen voor het Kredietrisico betreft, ter onderscheid van sectie 4.0.5, omgenummerd in

20 - Het kwalificatie criterium op basis van de CAD in secties en 4.2.3, wordt opgenomen in de nieuwe secties 4.1 en en er wordt verduidelijkt dat deze secties alleen activa omvat die voldoen aan artikel 3:9 lid 3 sub a,b,d of d van de Regeling solvabiliteitseisen voor het Marktrisico. Aanpassingen in liquiditeitswaarden - De liquiditeitswaarden voor de week- en maandperiode voor de activa in secties 4.0.1, en wordt met 5% verlaagd, wegens de gedurende crisis geconstateerde volatiliteit van de marktwaarde van (delen van) betreffende activa. Deze aanpassing is in lijn met lid 3 van artikel 1c - De liquiditeitswaarde in de maandperiode voor de activa in de omgenummerde secties wordt met 10% verlaagd, wegens de gedurende crisis geconstateerde volatiliteit van de markt- en dekkingswaarde van de betreffende activa. - De liquiditeitswaarde in de maandperiode voor de activa in de omgenummerde secties 4.1.1, 4.1.2, en wordt verlaagd naar 50%, vanwege waargenomen hoge volatiliteit van de markt- en dekkingswaarden van desbetreffende activa. - De liquiditeitswaarde in de weekperiode wordt voor de activa in de omgenummerde secties 4.0.3, 4.1.1, 4.1.2, 4.2.1, en op 0% gesteld, omdat deze activa op grond van de richtsnoeren van CEBS niet voldoen aan de criteria die worden gesteld aan hoog liquide activa in de liquiditeitsbuffer voor desbetreffende periode - De liquiditeitswaarde in de weekperiode wordt voor de activa in secties 5.0.1, 5.1.1, 5.2.1, en verhoogd van 50% naar 100%, omdat gedurende de crisis de beschikbaarheid van deze activa (direct opeisbare tegoeden) voldoende gewaarborgd bleek, en om symmetrie te bereiken met een liquiditeitsvereiste van 100% voor onder sectie 15 vallende aangetrokken gelden in dezelfde categorieën. De liquiditeitswaarde in de week rapportage van activa in sectie wordt niet aangepast. - De liquiditeitswaarde in de weekperiode wordt voor de passiva in secties , , en verhoogd van 50% naar 100%, om een symmetrische veronderstelling te handhaven met betrekking tot de liquiditeitswaarde van de activa in secties 5.0.1, 5.1.1, 5.2.1, en Aanvullende observatieposten - Aan sectie 4.1 worden voor observatiedoeleinden verificatie van voldoende diversificatie twee posten toegevoegd, post door de instelling zelf uitgegeven gedekte obligaties en post 4.1.4, overige gedekte obligaties - Aan sectie 4.2 worden voor hetzelfde doel twee posten toegevoegd: interne securitisaties en de post overig ABS. Professionele geldmarktpartijen Volgens artikel 1 van het Besluit, wordt hieronder verstaan: persoon die geen bank is en die in het kader van zijn middelenbeheer transacties verricht op de geldmarkt met bij de geldmarkt passende volumes en op de markt met enige regelmaat opereert op een manier die vergelijkbaaar is met die van een bank. Effecten Effecten worden gerapporteerd op basis van de marktwaarde, in voorkomende gevallen op fair value waarde. De liquiditeitswaarde is in overeenstemming met de in de tabel opgenomen weging voor de desbetreffende post. Verhandelbare schuldinstrumenten met een resterende looptijd korter dan 1 week respectievelijk 1 maand, kan tegen de aflossingswaarde in de kalender worden opgenomen in de maandkolom, en waar van toepassing in de weekperiode. Aan niet-liquide aandelen wordt geen liquiditeitswaarde toegekend en incourant schuldpapier wordt in de kalender opgenomen tegen de aflossingswaarde. Liquide effecten, waaronder obligaties en aandelen, betreffen effecten waarin een dagelijkse markt wordt onderhouden op een georganiseerde markt waarin voldoende dagelijkse omzetten plaatsvinden in verhouding tot het bedrag dat als liquide activa wordt gerapporteerd. Desbetreffende effecten 20

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17092 29 oktober 2010 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 26 oktober 2010 houdende regels ingevolge de artikelen

Nadere informatie

Regeling liquiditeit kredietunies Wft 2017

Regeling liquiditeit kredietunies Wft 2017 Regeling liquiditeit kredietunies Wft 2017 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van [datum] 2016 houdende regels ingevolge artikel 108, derde lid, en artikel 111, zesde lid, van het Besluit prudentiële

Nadere informatie

organisaties plaatsgevonden. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALING

organisaties plaatsgevonden. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALING DE NEDERLANDSCHE BANK Regeling liquiditeit Regels aan kredietinstellingen in het belang van hun liquiditeit en beleidsregels met betrekking tot het verlenen van een ontheffing van de regels inzake liquiditeit

Nadere informatie

Datum 8 april 2010. Betreft: Liquiditeitstoezicht. Geachte heer/mevrouw,

Datum 8 april 2010. Betreft: Liquiditeitstoezicht. Geachte heer/mevrouw, Amsterdam Postbus 98 1000 AB Amsterdam Drs. H.J. Brouwer Directie Aan de instellingen zoals bedoeld in de artikelen 2:11, 2:12 en 2:13, eerste lid, artikel 2:19, artikel 3:111, eerste lid, en artikel 2:96

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Hybride kapitaalinstrumenten banken 2010

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Hybride kapitaalinstrumenten banken 2010 De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Hybride kapitaalinstrumenten banken 2010 28 juni 2010 1 Regeling van De Nederlandsche Bank NV van [datum], tot vaststelling

Nadere informatie

2 ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK VAN HET HANDBOEK WTK

2 ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK VAN HET HANDBOEK WTK INHOUDSOPGAVE Onderdeel 1 TREFWOORDENREGISTER 2 ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK VAN HET HANDBOEK WTK 2001 Algemene aanwijzingen voor het gebruik van het Handboek Wtk 3 DE WET TOEZICHT KREDIETWEZEN

Nadere informatie

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Tekst geldend op: 13-01-2004) Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 De Minister van Financiën; Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 5, tweede lid, 10, eerste lid, en 22, vijfde lid,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11626 30 juni 2011 Beleidsregel van De Nederlandsche Bank N.V. van 23 juni 2011, houdende uitgangspunten voor de evaluatie,

Nadere informatie

Berekeningswijze CBFA "Stress test ratio"

Berekeningswijze CBFA Stress test ratio Bijlage Circulaire _2009_18-1 dd. 8 mei 2009 Berekeningswijze "Stress test ratio" Toepassingsveld: Kredietinstellingen, financiële holdings, vereffeningsinstellingen en met vereffeningsinstellingen gelijkgestelde

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 3:17, tweede lid, aanhef en onderdeel c, 3:18a, en 3:111a van de Wet op het financieel toezicht;

Gelet op de artikelen 3:17, tweede lid, aanhef en onderdeel c, 3:18a, en 3:111a van de Wet op het financieel toezicht; DE NEDERLANDSCHE BANK N.V. Beleidsregel maximering ratio deposito s en uitzettingen Wft Beleidsregel van de Nederlandsche Bank N.V. van [PM] 2013, houdende maximering van de ratio van deposito s en de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17099 29 oktober 2010 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 26 oktober 2010 tot vaststelling van de voorwaarden

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging Regeling staten financiële ondernemingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging Regeling staten financiële ondernemingen STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 41489 21 juli 2017 Wijziging Regeling staten financiële ondernemingen Regeling tot wijziging van de Regeling staten financiële

Nadere informatie

http://wetten.overheid.nl/bwbr0011987/geldigheidsdatum_15-01-2015/afdrukken

http://wetten.overheid.nl/bwbr0011987/geldigheidsdatum_15-01-2015/afdrukken http://wetten.overheid.nl/bwbr0011987/geldigheidsdatum_/afdrukken Page 1 of 5 Wet financiering decentrale overheden (Tekst geldend op: ) Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het

Nadere informatie

Relevante wetsartikelen aanvraag verklaring van geen bezwaar uit hoofde van artikel 3:96 Wet financieel toezicht

Relevante wetsartikelen aanvraag verklaring van geen bezwaar uit hoofde van artikel 3:96 Wet financieel toezicht Relevante wetsartikelen aanvraag verklaring van geen bezwaar uit hoofde van artikel 3:96 Wet financieel toezicht In dit document vindt u een overzicht van relevante wetsartikelen die van toepassing zijn

Nadere informatie

L 330/20 Publicatieblad van de Europese Unie

L 330/20 Publicatieblad van de Europese Unie L 330/20 Publicatieblad van de Europese Unie 15.12.2007 VERORDENING (EG) Nr. 1489/2007 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 29 november 2007 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2423/2001 (ECB/2001/13)

Nadere informatie

MODEL financieringsmaatschappijen; invoering Wet op het financieel toezicht

MODEL financieringsmaatschappijen; invoering Wet op het financieel toezicht Expertisecentrum Markttoetreding Amsterdam Postbus 98 1000 AB Amsterdam Datum Uw kenmerk Doorkiesnummer 020 524 Bijlage(n) Onderwerp MODEL financieringsmaatschappijen; invoering Wet op het financieel toezicht

Nadere informatie

INFORMATIEFORMULIER PRUDENTIЁLE EISEN DERDELANDEN BELEGGINGSONDERNEMINGEN IN NEDERLAND

INFORMATIEFORMULIER PRUDENTIЁLE EISEN DERDELANDEN BELEGGINGSONDERNEMINGEN IN NEDERLAND CONFIDENTIEEL Onderwerp: Informatieformulier Derdelanden Beleggingsondernemingen Toezicht nationale instellingen Beleggingsondernemingen en beleggingsinstellingen INFORMATIEFORMULIER PRUDENTIЁLE EISEN

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1432 18 nuari 2016 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 7 nuari 2016 houdende regels met betrekking tot het prudentieel

Nadere informatie

Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen (Wet financiering decentrale overheden)

Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen (Wet financiering decentrale overheden) (Tekst geldend op: 26-08-2014) Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen (Wet financiering decentrale overheden) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen

Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen EIOPA-BoS-14/170 NL Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen EIOPA Westhafen Tower, Westhafenplatz 1-60327 Frankfurt Germany - Tel. + 49 69-951119-20; Fax. +

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst) Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,

(Voor de EER relevante tekst) Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, 27.12.2017 Publicatieblad van de Europese Unie L 345/27 VERORDENING (EU) 2017/2395 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 84. Nr. 4843 6 maart 208 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 9 maart 208 houdende wijziging van de Regeling staten financiële

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 506 Besluit van 12 oktober 2006, houdende regels ter uitvoering van de Wet op het financieel toezicht met betrekking tot de reikwijdte en toegang

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1997 27 januari 2015 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 20 januari 2015, houdende regels met betrekking tot het

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na consultatie van de betrokken representatieve organisaties en het bredere publiek;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na consultatie van de betrokken representatieve organisaties en het bredere publiek; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5585 5 februari 2019 Besluit van De Nederlandsche Bank N.V. van 28 januari 2019 tot wijziging van de Beleidsregel Individueel

Nadere informatie

BIJLAGE G: Icbe-beleggingsrestricties

BIJLAGE G: Icbe-beleggingsrestricties BIJLAGE G: Icbe-beleggingsrestricties Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft: Artikel 130 Het beheerde vermogen van een icbe als bedoeld in artikel 4:61, eerste lid, van de wet wordt uitsluitend

Nadere informatie

- 1 - Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van [PM] 2013, kenmerk 2013/712998, tot wijziging van de Regeling staten financiële ondernemingen Wft

- 1 - Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van [PM] 2013, kenmerk 2013/712998, tot wijziging van de Regeling staten financiële ondernemingen Wft - 1 - DE NEDERLANDSCHE BANK N.V. Wijziging Regeling staten financiële ondernemingen Wft 2011 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van [PM] 2013, kenmerk 2013/712998, tot wijziging van de Regeling staten

Nadere informatie

4204 REGELING INCIDENTEN KREDIETINSTELLINGEN EN VERZEKERAARS NEDERLANDSE STAATSCOURANT VAN 23 DECEMBER 2003 NR 248

4204 REGELING INCIDENTEN KREDIETINSTELLINGEN EN VERZEKERAARS NEDERLANDSE STAATSCOURANT VAN 23 DECEMBER 2003 NR 248 4204 REGELING INCIDENTEN KREDIETINSTELLINGEN EN VERZEKERAARS NEDERLANDSE STAATSCOURANT VAN 23 DECEMBER 2003 NR 248 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. en de Pensioen- & Verzekeringskamer ingevolge

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 292 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van richtlijn nr. 2007/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van

Nadere informatie

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan:

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan: - 1 - Beschikking tot het opleggen van een bestuurlijke boete aan Matrix Asset Management B.V. als bedoeld in artikel 1:80 van de Wet op het financieel toezicht Gelet op artikel 1:80, 1:81, 1:98 en 3:72,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12086 29 april 2014 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 17 april 2014, kenmerk 2013/712998, tot wijziging van

Nadere informatie

RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn, 89/647/EEG van de Raad met betrekking tot de aanvaarding door toezichthouders van schuldvernieuwingscontracten

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 2:6, tweede lid, 2:8, tweede lid, en 2:104, eerste en tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht;

Gelet op de artikelen 2:6, tweede lid, 2:8, tweede lid, en 2:104, eerste en tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht; Regeling van de Minister van Financiën van 4 februari 2019, 2019-16957, directie Financiële Markten, tot wijziging van het Besluit aangewezen staten Wft en de Vrijstellingsregeling Wft in verband met de

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 57/34 27.2.2002 RECTIFICATIES Rectificatie van Verording (EG) nr. 2423/2001 van de Europese Ctrale Bank van 22 november 2001 met betrekking tot de geconsolideerde balans van de sector monetaire instelling

Nadere informatie

[Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz. enz. enz.]

[Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz. enz. enz.] Besluit van (datum), houdende regels met betrekking tot aanvullend prudentieel toezicht op kredietinstellingen, levensverzekeraars, schadeverzekeraars en beleggingsondernemingen die tot een financiële

Nadere informatie

Aanvulling van de Wet op het financieel toezicht met regels met betrekking tot het verlenen van afwikkeldiensten en het toezicht daarop.

Aanvulling van de Wet op het financieel toezicht met regels met betrekking tot het verlenen van afwikkeldiensten en het toezicht daarop. Aanvulling van de Wet op het financieel toezicht met regels met betrekking tot het verlenen van afwikkeldiensten en het toezicht daarop. VOORSTEL VAN WET Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut!

Nadere informatie

Strengere eisen aan liquiditeitsrisicobeheer bij banken

Strengere eisen aan liquiditeitsrisicobeheer bij banken De huidige turbulentie op de financiële markten heeft zichtbaar gemaakt dat het liquiditeitsrisicobeheer van banken nog veel te wensen overlaat. Toezichthouders uit de g10-landen hebben nu gezamenlijk

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 7280 13 maart 2014 Regeling van de Nederlandsche Bank NV van 7 maart 2014, kenmerk 2013/346532, houdende wijziging van

Nadere informatie

Aanvraagformulier voor het gebruik van een interne modellenmethode voor de berekening van de solvabiliteitseisen voor het kredietrisico

Aanvraagformulier voor het gebruik van een interne modellenmethode voor de berekening van de solvabiliteitseisen voor het kredietrisico - 1 - Aanvraagformulier voor het gebruik van een interne modellenmethode voor de berekening van de solvabiliteitseisen voor het kredietrisico MEI 2008 - 2 - De aanvraag DNB kan een financiële onderneming

Nadere informatie

De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier; Renterisico

De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier; Renterisico Agendapunt 05 Bijlage 08 TREASURYSTATUUT I Begripsbepalingen Artikel 1 In dit statuut wordt verstaan onder: Derivaten Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 259 4 januari 2012 Regeling vaststelling bedragen 2012 ex artikelen 2 en 3 Besluit bekostiging financieel toezicht 23

Nadere informatie

tot wijziging van het Besluit financiële markten BES in verband met de invoering van het depositogarantiestelsel

tot wijziging van het Besluit financiële markten BES in verband met de invoering van het depositogarantiestelsel Besluit van tot wijziging van het Besluit financiële markten BES in verband met de invoering van het depositogarantiestelsel Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van (...), FM/jaar/0000 M,

Nadere informatie

Verlening van de aanvankelijke verklaringen van geen bezwaar

Verlening van de aanvankelijke verklaringen van geen bezwaar Directie Financiële Markten De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 26 februari 2008 FM 2008-00445 M Onderwerp ABN

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van richtlijn nr. 2013/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Richtlijn 2004/109/EG van het

Nadere informatie

Richtsnoeren voor de omgang met markt- en tegenpartijrisico s in de standaardformule

Richtsnoeren voor de omgang met markt- en tegenpartijrisico s in de standaardformule EIOPA-BoS-14/174 NL Richtsnoeren voor de omgang met markt- en tegenpartijrisico s in de standaardformule EIOPA Westhafen Tower, Westhafenplatz 1-60327 Frankfurt Germany - Tel. + 49 69-951119-20; Fax. +

Nadere informatie

AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie economische en monetaire zaken

AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie economische en monetaire zaken 23.11.2017 A8-0255/ 001-001 AMENDEMENTEN 001-001 ingediend door de Commissie economische en monetaire zaken Verslag Peter Simon A8-0255/2017 Overgangsregelingen ter beperking van de gevolgen van de invoering

Nadere informatie

RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK L 306/32 RICHTSNOEREN RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 4 november 2016 tot vaststelling van de beginselen voor de coördinatie van de beoordeling krachtens Verordening (EU) nr.

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2013 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

De Knab Participatie in het kort

De Knab Participatie in het kort De Knab Participatie in het kort De Knab Participatie in het kort Let op! De Knab Participatie in het kort geeft antwoord op vragen die je mogelijk hebt over de participatie. Als je overweegt om de Knab

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU).../... VAN DE COMMISSIE

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU).../... VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.9.2017 C(2017) 5959 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU).../... VAN DE COMMISSIE tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 232 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn nr. 2013/50/EU

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 144 Besluit van 14 maart 2011, houdende wijziging van het Besluit Prudentiële regels Wft en het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12186 8 juli 2011 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 28 juli 2011 tot wijziging van de Regeling staten financiële

Nadere informatie

Autoriteit Financiële Markten. Captin B.V., statutair gevestigd te Amsterdam. handelsfaciliteit

Autoriteit Financiële Markten. Captin B.V., statutair gevestigd te Amsterdam. handelsfaciliteit REGLEMENT STICHTING BEWAARINSTELLING CAPTIN 1. DEFINITIES 1.1 In dit Reglement wordt verstaan onder: "Account" "AFM" "Bestedingsruimte" (i) een Ledenaccount als bedoeld in het Handelsreglement, (ii) een

Nadere informatie

Overzicht van markttoegang regelgeving Wft BANKEN met zetel in Nederland

Overzicht van markttoegang regelgeving Wft BANKEN met zetel in Nederland Overzicht van markttoegang regelgeving BANKEN met zetel in Nederland Deel 2 Deel Markttoegang Financiële Ondernemingen Art. 1:1 definities a. een afwikkelonderneming; b. een bank; financiële onderneming

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 61, vijfde lid, 72, eerste lid, 73, tweede lid, van het Besluit prudentiële regels Wft;

Gelet op de artikelen 61, vijfde lid, 72, eerste lid, 73, tweede lid, van het Besluit prudentiële regels Wft; Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 16 december 2010 tot wijziging van de Regeling solvabiliteitseisen kredietrisico en grote posities Wft 2010 in verband met de implementatie van de CRD III richtlijn

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2014 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

DE MINISTER VAN FINANCIËN; BESLUIT:

DE MINISTER VAN FINANCIËN; BESLUIT: Ministeriële regeling Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.minfin.nl Inlichtingen Staatscourant nr. 51 Datum 5 maart 2009 Betreft Wijziging Vrijstellingsregeling Wft Uw

Nadere informatie

RICHTSNOEREN INZAKE OPENBAARMAKING LCR EBA/GL/2017/01 21/06/2017. Richtsnoeren

RICHTSNOEREN INZAKE OPENBAARMAKING LCR EBA/GL/2017/01 21/06/2017. Richtsnoeren EBA/GL/2017/01 21/06/2017 Richtsnoeren inzake de openbaarmaking van de LCR ter aanvulling van de openbaarmaking betreffende het beheer van het liquiditeitsrisico overeenkomstig artikel 435 van Verordening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 696 Wijziging van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 teneinde richtlijn nr. 98/78/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese

Nadere informatie

REGLEMENT RISICOCOMMISSIE

REGLEMENT RISICOCOMMISSIE REGLEMENT RISICOCOMMISSIE VAN LANSCHOT KEMPEN N.V. EN F. VAN LANSCHOT BANKIERS N.V. Vastgesteld door de RvC op 8 december 2017 0. INLEIDING 0.1 Dit reglement is opgesteld door de RvC ingevolge artikel

Nadere informatie

ADDENDUM BIJ PROSPECTUS MET BETREKKING TOT HET COMMODITY DISCOVERY FUND EEN FONDS VOOR GEMENE REKENING NAAR NEDERLANDS RECHT 3 SEPTEMBER 2018

ADDENDUM BIJ PROSPECTUS MET BETREKKING TOT HET COMMODITY DISCOVERY FUND EEN FONDS VOOR GEMENE REKENING NAAR NEDERLANDS RECHT 3 SEPTEMBER 2018 ADDENDUM BIJ PROSPECTUS MET BETREKKING TOT HET COMMODITY DISCOVERY FUND EEN FONDS VOOR GEMENE REKENING NAAR NEDERLANDS RECHT 3 SEPTEMBER 2018 Addendum Prospectus Pag. 1/8 INHOUDSOPGAVE 1. Wijziging hoofdstuk

Nadere informatie

berekening van het solvabiliteitskapitaalvereiste met behulp van de standaardformule

berekening van het solvabiliteitskapitaalvereiste met behulp van de standaardformule de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 38 12 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Circulaire Brussel, 25 april 2016 Kenmerk: NBB_2016_16 uw correspondent:

Nadere informatie

Wet bekostiging financieel toezicht

Wet bekostiging financieel toezicht Wbft Afkortingen Pw: Pensioenwet Pw BES: Pensioenwet BES Wbft: Wet bekostiging financieel toezicht,wet van 24 mei 2012, houdende regels met betrekking tot de financiering van het toezicht op de financiële

Nadere informatie

PERSBERICHT. DE GECONSOLIDEERDE WEEKSTAAT VAN HET EUROSYSTEEM per 4 januari 2002

PERSBERICHT. DE GECONSOLIDEERDE WEEKSTAAT VAN HET EUROSYSTEEM per 4 januari 2002 8 januari 2002 PERSBERICHT DE GECONSOLIDEERDE WEEKSTAAT VAN HET EUROSYSTEEM per 4 januari 2002 I. Overgang op de chartale euro 2002 Zoals aangekondigd op 3 augustus 2000 en 5 juli 2001 heeft de Raad van

Nadere informatie

Consultatiedocument Wijzigingen DNB Liquiditeitsrapportage

Consultatiedocument Wijzigingen DNB Liquiditeitsrapportage De Nederlandsche Bank N.V. Consultatiedocument Wijzigingen DNB Liquiditeitsrapportage I. Inleiding 1. Tijdens het beleidsoverleg tussen DNB en de NVB in april 2008 is besproken dat de liquiditeitsrapportage

Nadere informatie

Ophorst Van Marwijk Kooy Vermogensbeheer N.V. Gouda

Ophorst Van Marwijk Kooy Vermogensbeheer N.V. Gouda Ophorst Van Marwijk Kooy Vermogensbeheer N.V. Gouda Rapport inzake de tussentijdse cijfers per 30 juni 2016 Inhoudsopgave Pagina Tussentijdse cijfers 1 Balans per 30 juni 2016 3 2 Winst- en verliesrekening

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD III Implementatie in toezichthouderregelingen en nader beleid van DNB. 1 april 2011

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD III Implementatie in toezichthouderregelingen en nader beleid van DNB. 1 april 2011 De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie CRD III Implementatie in toezichthouderregelingen en nader beleid van DNB 1 april 2011 Deze consultatie is aangekondigd via Open Boek Toezicht. Dit document is tevens

Nadere informatie

Besluit minimumbedrag eigen vermogen pensioenfondsen

Besluit minimumbedrag eigen vermogen pensioenfondsen Besluit minimumbedrag eigen vermogen pensioenfondsen Besluit van 27 januari 2006, Stb. 2006, 52, houdende regels ter berekening van het minimumbedrag van het eigen vermogen van pensioenfondsen en beroepspensioenfondsen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 33 949 Voorstel van wet van de leden Agnes Mulder en Nijboer tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enkele andere wetten met het

Nadere informatie

PE-CONS 59/1/17 REV 1 NL

PE-CONS 59/1/17 REV 1 NL EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Straatsburg, 12 december 2017 (OR. en) 2016/0360 B (COD) 2016/0360 (COD) LEX 1783 PE-CONS 59/1/17 REV 1 EF 266 ECOFIN 915 CCG 31 CODEC 1756 VERORDENING VAN

Nadere informatie

19. Totaal van het niet-hybride eigen vermogen sensu stricto 199

19. Totaal van het niet-hybride eigen vermogen sensu stricto 199 Tabel 42.70 - SAMENSTELLING VAN HET EIGEN VERMOGEN OP GECONSOLIDEERDE BASIS (Art. 14, 15, 87, 87bis van het reglement) 1. Eigen vermogen sensu stricto (art. 14, 1, 1, art. 87 en 87bis+B40) Boekwaarde Code

Nadere informatie

Stichting Bewaarder Holland Immo Group XI/ Retail Residential Fund te Eindhoven

Stichting Bewaarder Holland Immo Group XI/ Retail Residential Fund te Eindhoven Stichting Bewaarder Holland Immo Group XI/ Retail Residential Fund te Eindhoven Jaarrekening 2012 Stichting Bewaarder Holland Immo Group XI/ Retail Residential Fund Jaarrekening 2012 Inhoudsopgave Jaarstukken

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 22.1.2015 L 15/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/81 VAN DE RAAD van 19 december 2014 tot vaststelling van eenvormige voorwaarden voor de toepassing van Verordening

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 34 049 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten in verband met Verordening (EU) Nr. 1024/2013 van de Raad van 15

Nadere informatie

Wijzigingsregeling in verband met de implementatie van de richtlijn beheerders van alternatieve belegginginstellingen

Wijzigingsregeling in verband met de implementatie van de richtlijn beheerders van alternatieve belegginginstellingen Wijzigingsregeling in verband met de implementatie van de richtlijn beheerders van alternatieve belegginginstellingen Regeling van de Minister van Financiën van kenmerk: nr. FM 2013/507 M, tot wijziging

Nadere informatie

Treasurystatuut Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam (OSVS)

Treasurystatuut Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam (OSVS) Treasurystatuut Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam (OSVS) Treasurystatuut Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam vs. 1.2 28 november 2013 pagina 1 van13 Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Hieronder vindt u een overzicht van enige relevante wetsartikelen (1 januari 2019). Voor de meest actuele informatie zie https://wetten.overheid.nl/

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 4, vierde lid, van het Besluit marktmisbruik Wft;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 4, vierde lid, van het Besluit marktmisbruik Wft; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8349 12 mei 2011 Regeling van de Minister van Financiën van 4 mei 2011, nr. FM/2011/8728M, tot aanwijzing van categorieën,

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2015 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Fiscale positie

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 41742 25 november 2015 Regeling van de Minister van Financiën van 16 november 2015, 2015-0000018448, directie Financiële

Nadere informatie

SynVest Fund Management B.V. gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de Publicatiebalans 2016 Vastgesteld door de Algemene Vergadering d.d.

SynVest Fund Management B.V. gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de Publicatiebalans 2016 Vastgesteld door de Algemene Vergadering d.d. SynVest Fund Management B.V. gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de Publicatiebalans 2016 Vastgesteld door de Algemene Vergadering d.d. 26 juni 2017 Inhoudsopgave 1. Jaarrekening 1.1 Balans per 31 december

Nadere informatie

De Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt als volgt gewijzigd:

De Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt als volgt gewijzigd: CONSULTATIEVERSIE Besluit van ( datum), houdende wijziging van de Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft van 15 november 2006 in verband met regels met betrekking tot de bescherming

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 446 13 januari 2010 Regeling voorschotverlening op uitkeringen AWBZ en vaststelling kosten van verstrekkingen en vergoedingen

Nadere informatie

REGLEMENT RISICOCOMMISSIE VAN LANSCHOT N.V. EN F. VAN LANSCHOT BANKIERS N.V.

REGLEMENT RISICOCOMMISSIE VAN LANSCHOT N.V. EN F. VAN LANSCHOT BANKIERS N.V. REGLEMENT RISICOCOMMISSIE VAN LANSCHOT N.V. EN F. VAN LANSCHOT BANKIERS N.V. Vastgesteld door de RvC op 23 juni 2016 0. INLEIDING 0.1 Dit reglement is opgesteld door de RvC ingevolge artikel 5 van het

Nadere informatie

Mijndomein.nl Services BV

Mijndomein.nl Services BV 15 Mijndomein.nl Services BV 1 Cappa Accountants & Adviseurs Inhoudsopgave jaarrekening 2015 De in dit rapport opgenomen getallen tussen haakjes zijn negatief. Tenzij anders vermeld luiden de bedragen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 849 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

De voorbereiding op de terugtrekking is niet alleen een zaak van de EU en de nationale overheden, maar ook van bedrijven en burgers.

De voorbereiding op de terugtrekking is niet alleen een zaak van de EU en de nationale overheden, maar ook van bedrijven en burgers. EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL FINANCIËLE STABILITEIT, FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTENUNIE Brussel, 8 februari 2018 Rev1 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD

Nadere informatie

TG Fund Management B.V. Amsterdam

TG Fund Management B.V. Amsterdam INHOUDSOPGAVE Pagina - Balans per 31 december 2012 voor resultaatbestemming 3 - Winst- en verliesrekening over 2012 4 - Toelichting Algemeen en Waarderingsgrondslagen 5 - Toelichting op de Balans en Winst-

Nadere informatie

A8-0255/2 AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * op het voorstel van de Commissie

A8-0255/2 AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * op het voorstel van de Commissie 23.11.2017 A8-0255/2 Amendement 2 Roberto Gualtieri namens de Commissie economische en monetaire zaken Verslag A8-0255/2017 Peter Simon Overgangsregelingen ter beperking van de gevolgen van de invoering

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Besluit van (datum), houdende prudentiële regels voor financiële ondernemingen die werkzaam zijn op de financiële markten (Besluit prudentiële regels Wft) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds gelet op artikelen 6.19 en 6.22 van de Verordening op de advocatuur;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds gelet op artikelen 6.19 en 6.22 van de Verordening op de advocatuur; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68611 20 december 2016 Besluit van de algemene raad van 8 december 2016 houdende wijziging van de Regeling op de advocatuur

Nadere informatie

TG Fund Management B.V. Amsterdam

TG Fund Management B.V. Amsterdam INHOUDSOPGAVE Pagina - Balans per 31 december 2010 na resultaatbestemming 3 - Winst- en verliesrekening over 2010 4 - Toelichting Algemeen en Waarderingsgrondslagen 5 - Toelichting op de Balans en Winst-

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11809 23 juli 2010 Regeling van de Minister van Financiën tot vaststelling voor 2010 van de maatstaven, bedragen, bandbreedtes,

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK 31.10.2003 L 283/81 EUROPESE CENTRALE BANK RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 23 oktober 2003 voor transacties van deelnemende lidstaten met hun werksaldi in buitenlandse valuta's ingevolge artikel

Nadere informatie

ADDENDUM BIJ PROSPECTUS MET BETREKKING TOT HET COMMODITY DISCOVERY FUND EEN FONDS VOOR GEMENE REKENING NAAR NEDERLANDS RECHT 3 SEPTEMBER 2018

ADDENDUM BIJ PROSPECTUS MET BETREKKING TOT HET COMMODITY DISCOVERY FUND EEN FONDS VOOR GEMENE REKENING NAAR NEDERLANDS RECHT 3 SEPTEMBER 2018 ADDENDUM BIJ PROSPECTUS MET BETREKKING TOT HET COMMODITY DISCOVERY FUND EEN FONDS VOOR GEMENE REKENING NAAR NEDERLANDS RECHT 3 SEPTEMBER 2018 Addendum Prospectus Pag. 1/3 INHOUDSOPGAVE 1. Wijziging hoofdstuk

Nadere informatie

Afdeling 1. Algemene bepalingen, definities en toepassingsgebied

Afdeling 1. Algemene bepalingen, definities en toepassingsgebied 1. FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN XX-XX-2013. Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Nationale Bank van België op het eigen vermogen van de instellingen voor elektronisch geld

Nadere informatie

ACHTERSTELLINGSAKTE. Triodos Bank N.V. en Triodos Groenfonds N.V., ieder afzonderlijk en ook gezamenlijk tevens aangeduid als de Kredietgever.

ACHTERSTELLINGSAKTE. Triodos Bank N.V. en Triodos Groenfonds N.V., ieder afzonderlijk en ook gezamenlijk tevens aangeduid als de Kredietgever. ACHTERSTELLINGSAKTE DEZE ACHTERSTELLINGSAKTE WORDT AANGEGAAN DOOR: (1) Solarvation B.V., een besloten vennootschap statutair gevestigd te Lelystad, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van

Nadere informatie

Slim Vermogensbeheer B.V. Slimmer Vermogensbeheerovereenkomst

Slim Vermogensbeheer B.V. Slimmer Vermogensbeheerovereenkomst Slim Vermogensbeheer B.V. Slimmer Vermogensbeheerovereenkomst DE ONDERGETEKENDEN: Deelnemer Na(a)m(en): Adres: Postcode en plaats: Land: Nederland hierna te noemen "Cliënt"; en 2. Slim Vermogensbeheer

Nadere informatie