Aandachtspunten voor Word

Transcriptie

1 Aandachtspunten voor Word Lesblok 1: Let op het verschil tussen: Opslaan (geopend document onder dezelfde naam en op dezelfde locatie opnieuw opslaan) en Opslaan Als (Kies zelf een nieuwe naam en nieuwe locatie). Zorg dat je de termen en begrippen kent zoals o.a.: taakbalk, menubalk, tabblad, lint, Officeknop, statusbalk, enzovoort. 1.4: Werken met tekst Ctrl+ Home Ctrl+ End Home End PgDn PgUp Ctrl+PgDn Ctrl+PgUp : Ga naar het begin van document : Einde van het document : begin van de regel : Einde van de regel : Volgend scherm : Vorige scherm : begin van volgende bladzijde : begin van vorige bladzijde Gebruik Ctrl+pijltjestoetsen om naar volgend woord, vorig woord, volgende alinea, vorige alinea te gaan. Ctrl+Enter = Nieuwe pagina invoegen Deze pagina weer verwijderen door onderaan de oude bladzijde op Del te drukken, of op de nieuwe bladzijde bovenaan op Backspace te drukken. Meerdere documenten op je scherm: Tabblad Beeld -> Venster -> Alle vensters. Je kunt ook kiezen voor Alles weergeven. Lesblok 2: Symbolen invoegen: Tabblad Invoegen -> Symbolen -> Symbool. Kies een deelverzameling -> klik op het symbool en klik Invoegen. Accenten: Druk Ctrl+ gewenste teken en typ vervolgens de letter. Tekens die bovenaan de toets staan activeer je door ook de Shifttoets in te drukken. 1

2 N.B. Soms zijn er meerdere manieren om accenten in te voegen. Je kunt dat natuurlijk ook doen met Symbolen invoegen. Datum en tijd invoegen: Tabblad Invoegen -> Tekst -> Knopje Datum en Tijd. Kies de gewenste notatie en eventueel Automatisch aanpassen. Tekst selecteren: Klik op het begin van de te selecteren tekst -> druk de Shifttoets in -> klik op het einde van de te selecteren tekst. Houd de Shifttoets hierbij ingedrukt. Woord selecteren: dubbelklik op het woord. Zin selecteren: druk op Ctrl en klik ergens in de zin. Regel selecteren: Cursor in de linkermarge en klik. Alinea selecteren: Cursor in de linkermarge en dubbelklik. Document selecteren: Cursor in de linkermarge en 3 keer klikken of Ctrl+ klik. Tekst verplaatsen: Knippen -> Plakken Tekst kopiëren: Kopiëren -> Plakken of Tekst selecteren Klembord tevoorschijn halen: tabblad Start -> Klembord -> Klembord Lesblok 3 Tekst opmaken Onthoud de functie van de rechtermuisknop voor alle selecties waarmee je iets wilt doen. Je hebt nu heel veel mogelijkheden om tekst op te maken. Let op: Wel eerst tekst selecteren. De knoppen op de balk spreken voor zich. Lettergrootte veranderen: kies het aantal punten in het rolmenu achter lettertype. Staat de gewenste afmeting er niet bij, dan kun je die zelf intypen. Bij het tabblad Lettertype kun je ook kiezen voor een aantal teksteffecten. Opmaakkenmerken: Selecteer tekst -> Tabblad Start -> Stijlen -> Pijltje naast Stijlen klikken. Het venster komt nu op je scherm te staan. Opmaakkenmerken kopiëren doe je met de knop met het kwastje. Dubbelklik op het kwastje om de knop ingeschakeld te laten. Uitzetten door Esc te drukken of nog een keer op het kwastje klikken. Zorg dat je de begrippen subscript en superscript niet door elkaar haalt. Subscript = laag; superscript is hoog. Teksten markeren met een kleur. Eerst tekst selecteren en dan een tekstkleur kiezen. Je kunt ook de markeerstift gebruiken. Hiermee accentueer je een deel van de tekst. 2

3 Tekstkaders: Tabblad Start -> linea -> Kies de knop Kader. Er volgt dan een rolmenu met alle mogelijke kaders en lijnen. Om een kader later aan te passen kies je het pijltje achter de knop Kader. In het rolmenu kun je nu kiezen voor Randen, Paginaranden, Arcering. Kleuren van de kaders kun je hier ook aanpassen. Met arcering geef je een kader een kleur of patroon Automatische opmaak Dit kun je doen met Stijlen: klik ergens in de regel die je wilt opmaken. Klik op het pijltje achter stijlen. (Start -> Stijlen). Let op: om alle stijlen te zien, ga je naar Opties en kies je voor: Alle opmaakprofielen. Op deze manier kun je gebruik maken van opmaakprofielen zodat je later gemakkelijk een genummerde inhoudsopgave kunt maken. Je geeft bepaalde regels het opmaakprofiel Kop1, kop2, kop3, enzovoort. Aan de hand van deze profielen wordt dan een inhoudsopgave gemaakt. Eerst laat je de koppen en subkoppen nummeren door naar de groep Alinea te gaan en daar het derde knopje te kiezen van de opsommingstekens en nummering. Je kiest dan voor de indeling waar gewerkt is met koppen. De koppen en subkoppen worden automatisch genummerd. Klik daarna op de plaats waar je de inhoudsopgave wilt invoegen. Klik op het tabblad verwijzingen. Klik vervolgens op inhoudsopgave. Kies het model waarbij van koppen gebruik gemaakt is. Dat is doorgaans de bovenste optie. Mocht je later een paragraaf of subkop of kop toevoegen, dan hoef je de inhoudsopgave alleen maar bij te werken met het knopje: Tabel bijwerken. Lesblok 4 Tekst indelen Met de knopjes in tabblad Start -> Alinea, kun je tekst links, rechts, gecentreerd of uitgevuld uitlijnen. Als je met je muis over een lege regel beweegt van links naar rechts, dan zie je dat naast de muisaanwijzer ook de uitlijning verandert. Klik je bijvoorbeeld op het moment dat de muisaanwijzer verandert in gecentreerd, dan wordt op die plek de tekst gecentreerd. Dit geldt overigens niet voor al bestaande tekst. Alleen voor nieuw te typen tekst. Soms is het nuttig om woordafbreking aan te zetten: Tabblad Pagina-indeling -> Groep Paginainstelling -> Afbreken. Hard koppelteken: Ctrl + Shift + koppelteken. Harde spatie: Ctrl+Shift+spatie Tabinstellingen: Standaardtabs kies je door te drukken op de Tabtoets. 3

4 Handmatige tabs plaats ze zelf op de liniaal. Je haalt ze weer weg door ze van de liniaal af te slepen. Dit geldt alleen voor de regel waarbij je ze weghaalt. Ook kun je tekst uitlijnen door de tabinstellingen op de liniaal te verschuiven. Het bovenste driehoekje: Eerste regel inspringen Het driehoekje daaronder: Verkeerd-om inspringen Het kleine blokje daaronder: hele geselecteerde tekst naar een nieuwe tabpositie brengen. Nummering en opsommingstekens Automatisch nummer die je met de knopjes in de groep Alinea. De eerste mogelijkheid heeft allerlei opsommingstekens waaruit je kunt kiezen Het tweede knopje geeft nummers voor de opsomming Sterretje (*) en spatie geeft opsommingsteken: Stip Streepje (-) en spatie geeft gewoon een streepje Zachte alineamarkering: Shift+Enter. In tabblad Start -> Alinea -> kleine pijltje kun je de alinea-instelling aanpassen. Je komt dan in een dialoogvenster waarin je de afstanden kunt instellen. Lesblok 5 Documenten opmaken Papierformaat aanpassen Tabblad Pagina-indeling -> Pagina-instelling -> knop Formaat Hier zie je een rijtje voorgedefinieerde formaten. Bij Meer Formaten kun je zelf maten ingeven. Klik je op een bepaald formaat, dan wordt je tekst aangepast aan dan nieuwe formaat Afdrukstand aanpassen Tabblad Pagina-indeling -> Pagina-instelling - > Afdrukstand. (Staand of Liggend) Verticaal uitlijnen Je kunt via de knopjes in Start al links uitlijnen, rechts uitlijnen, centreren en uitvullen. Deze knoppen werken alleen horizontaal. Je kunt ook Verticaal uitlijnen. Tabblad Pagina-indeling -> Pagina-instelling -> klik op het kleine pijltje rechts en kies tabblad Indeling. Met de zoomknop kun je heel gemakkelijk even je pagina in zijn geheel bekijken Marge-instellingen 4

5 Tabblad Pagina-indeling -> Pagina-instelling -> Marges. Met Aangepaste Marges kun je weer je eigen marges definiëren. Als je snel aan de bovenkant van de horizontale liniaal dubbelklikt, verschijnt het venster Paginainstelling ook. Je kunt de marges ook instellen door deze te verslepen op de linialen. Druk je tijdens het slepen op de Alt-toets, dan zie je ook een maatverdeling. Marges spiegelen Venster Pagina-instelling -> Marges -> Marges spiegelen. Je kunt hier ook een rugmarge instellen voor het inbinden van boekjes. Pagina-einden en sectie-einden Tabblad Pagina-indeling -> Pagina-instelling -> Eindemarkering. Bekijk het rolmenu voor de mogelijkheden. Er staat ook een korte toelichting bij. Kop- en voetteksten Tabblad Invoegen -> Kop- en voettekst Kies kop- of voettekst. Voor het invoegen van een paginanummer kies je voor Paginanummer. Klik bijvoorbeeld Voettekst bewerken. Als je typt komt links uitgelijnd je voettekst te staan. Druk je nu 2 keer op de tabtoets, dan springt de cursor helemaal naar rechts voor de voettekst aan de rechterkant. Deze wordt rechts uitgelijnd. De lay-out kun je net als gewone tekst aanpassen Afwijkende kop- en voettekst op 1 e pagina. Dubbelklik op de 1 e pagina op je kop- of voettekst. Tabblad Ontwerpen -> Opties -> Eerste paagina afwijkend -> klik kop- of voettekst sluiten Verschillende kop- en voetteksten op even en oneven bladzijden. Tabblad Invoegen -> Koptekst/voettekst -> voettekst -> bewerken Vink Even en oneven verschillend aan. (Opties) -> volgende sectie -> koptekst even pagina Paginanummers Tabblad Invoegen -> Kop- en voettekst -> Paginanummers. Kies bijvoorbeeld paginanummer onderaan, gecentreerd -> Eerste pagina afwijkend aanvinken. Klik Paginanummer -> Opmaak paginanummers -> Kies Beginnen bij 0. 5

6 5.4. Kolommen Tabblad Pagina-indeling -> Pagina-instelling -> Kolommen. Kies het aantal gewenste kolommen. Hier kun je de breedte per kolom instellen. Vinkje bij: Gelijke breedte eerst weghalen. Je kunt ook kiezen voor een verticale lijn tussen de kolommen. Kolomeinden: Tabblad Pagina-indeling -> Pagina-instelling -> Eindemarkeringen. Selecteer Opties -> kolom Tekst gelijkmatig over kolommen verdelen Zet de cursor aan het einde van je tekst. Klik Pagina-indeling -> Pagina-instelling -> eindemarkering -> Onder sectie-einden kiezen voor Doorlopend. Lesblok Vormen invoegen Tabblad Invoegen -> Illustraties -> Vormen Kies een vorm. Vergroot of verklein de vorm door op een van de hoekpunten te gaan staan. Versleep met ingedrukte linkermuisknop. DENK STEEDS AAN JE RECHTERMUISKNOP. JE KUNT ER AL VEEL MEE DOEN. JE KUNT ER OOK EEN GEACTIVEERDE VORM VERDER MEE OPMAKEN! Bij Vorm opmaken kun je bijvoorbeeld de kleur veranderen. Ook de opvulkleur. Wil je tekst kunnen lezen achter je vorm, kies dan voor Geen opvulling. Als je je tekst om de illustratie wilt laten lopen kies dan voor: Om kader. Lesblok 7 Tabellen Tabblad Invoegen -> tabellen -> Tabel invoegen. Ga met de cursor over het raster om het aantal rijen en kolommen te selecteren. Daarna de muisknop loslaten. Tabel kun je verplaatsen door op het kleine vierkantje linksboven te gaan staan. Met het vierkantje rechtsonder kun je de tabel vergroten en verkleinen. 6

7 Kolommen of rijen selecteren Cel: wijs de cel aan, aan de voorkant met de muis. Klik met de muis. Rij: Muisaanwijzer voor de rij zetten en klikken. Kolom: Muisaanwijzer boven de kolom en klikken. Als je de Shift-toets indrukt kun je meer rijen of kolommen in één keer selecteren. Klik eerst de eerste rij of kolom, daarna de laatste te selecteren rij of kolom. Je kunt ook meerdere kolommen of rijen selecteren door met ingedrukte muisknop over de rijen of kolommen te slepen. Kolommen en rijen kun je ook knippen/ kopiëren en pakken. Een geselecteerde kolom of rij kun je ook met ingedrukte linkermuisknop verslepen naar een andere plaats. Je kunt kolommen of rijen toevoegen: Tabblad Indeling -> Rijen en kolommen Cellen splitsen en samenvoegen Tabblad Ontwerpen -> Randen tekenen -> Tabel tekenen. Indeling -> Samenvoegen -> Cellen splitsen. Kijk ook steeds onder je rechtermuisknop als je cellen of rijen en kolommen hebt geselecteerd. Je kunt dan al heel veel doen, zonder naar het lint te moeten. Met het tabblad Tekenen kun je ook zelf lijnen tekenen of weggummen Tekst uitlijnen in een tabel. Tabblad Indeling -> Uitlijning -> Uitlijnen Hier zie je 9 knopjes. Kies de gewenste. Je krijgt deze ook als je de tabel selecteert en dan weer de rechtermuisknop indrukt Gelijkmatig verdelen Indeling -> Celformaat -> Kolommen/Rijen verdelen Tekstrichting Tabblad Indeling -> Uitlijning -> Tekstrichting 7.3. Sorteren Klik in de tabel Tabblad Indeling -> Gegevens -> Sorteren 7

8 Lesblok 8 Samenvoegbestanden maken Nodig: Gegevensbestand Hoofddocument Uiteindelijke samenvoegbestand. Deze allemaal op je stick opslaan! Let in het gegevensbestand op Voorvoegsel en Voorvoegsel Aanhef. Bij Voorvoegsel gebruik een kleine letter in bijvoorbeeld: van den Berg. Bij voorvoegsel aanhef gebruik je een hoofdletter: Van den Berg. Klik op Verzendlijsten -> Klik op Afdruk Samenvoegen starten -> Kies Stapsgewijze Wizard. Kies hier voor Brieven. Klik: Stap 1 van 6. Kies: het huidige document gebruiken als je een nieuwe brief wilt maken. Als je al een begindocument hebt kun je kiezen voor: Bestaand document gebruiken. Klik: Stap 2 van 6. Klik op Een nieuwe lijst typen om een gegevensbestand te maken. Haal eerst alle veldnamen weg. Typ daarna de velden die je nodig hebt opnieuw in de lijst. Kies dus voor Kolommen aanpassen. Voeg je velden toe en klik OK. Als de lijst klaar is kun je de gegevens invullen van geadresseerden. Sla het gegevensbestand op op je stick. Klik: Stap 3 van 6. Uw brief schrijven. Dit wordt je hoofddocument. Klik op de plaats waar een gegeven moet worden ingevuld en klik op Meer Items. Voeg de velden achter elkaar in. Denk om de spaties. Deze kun je achteraf invoegen. Let er op dat de komma achter Geachte, hier niet moet staan, maar achter de aanhef. Klik: Stap 4 van 6. Briefvoorbeeld. Je ziet nu de ingevulde brief. Met de pijltjes kun je naar je volgende brief. Klik: Stap 5 van 6. Samenvoegen voltooien. Klik: Stap 6 van 6. Kies hier voor Afzonderlijke brieven bewerken en sla dit bestand op op je stick. Alle brieven worden dan samen in 1 bestand bewaard. Als je een selectie moet maken uit een adressenbestand, dan kies je voor: Adressenlijst bewerken en vink je alleen de adressen aan die je nodig hebt. 8