Commissie van Beroep HBO
|
|
- Christa Adam
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 SAMENVATTING Werknemer is op staande voet ontslagen wegens diefstal van geld. De werkgever heeft deze conclusie gebaseerd op camerabeelden en op verklaringen van andere werknemers. De aan het ontslag ten grondslag gelegde feiten zijn voldoende aannemelijk geworden en gezien de ernst van deze feiten is sprake van een dringende reden ten gevolge waarvan van de werkgever redelijkerwijze niet meer verlangd kon worden het dienstverband met de werknemer te laten voortduren. Het ontslag is voorts onverwijld verleend. Beroep ongegrond. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te C, appellant, hierna te noemen A gemachtigde: mr. J.L. Aarts en het College van Bestuur van B, gevestigd te C, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. R.J. Wiebosch 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij beroepschrift met bijlagen van 15 april 2011, ingekomen op 18 april 2011, heeft A beroep ingesteld tegen twee beslissingen van de werkgever d.d. 10 maart 2011 en 18 maart 2011, inhoudende schorsing van A bij wijze van ordemaatregel voor de duur van een maand respectievelijk ontslag met onmiddellijke ingang wegens een dringende reden. Bij verzoekschrift van 15 april 2011 heeft A tevens een verzoek om een voorlopige voorziening bij de Voorzitter van de Commissie ingediend, strekkende tot doorbetaling van zijn salaris door de werkgever tot het moment waarop de Commissie in de hoofdzaak zal hebben beslist. De mondelinge behandeling van het verzoek voorlopige voorziening vond plaats op 12 mei Op 1 juni 2011 heeft de Voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen (zaaknummer ). De werkgever heeft op 9 mei 2011 in het beroep in de hoofdzaak een verweerschrift met bijlagen ingediend. De mondelinge behandeling van het beroep vond plaats op 30 juni 2011 te Utrecht. A verscheen in persoon en werd bijgestaan door zijn gemachtigde. De werkgever werd vertegenwoordigd door mevrouw D, hoofd Facilitaire Zaken, en de heer E, hoofd HRM, bijgestaan door de gemachtigde. Beide partijen hebben een pleitnotitie overgelegd. 2. DE FEITEN A is sinds 31 augustus 2001 als conciërge werkzaam bij B in een vast dienstverband met een volledige betrekkingsomvang. Op de arbeidsverhouding is van toepassing de CAO. Op 10 maart 2011 heeft de werkgever geconstateerd dat een geldbedrag van 120,- was verdwenen uit een portemonnee die in een kelder van het gebouw van B lag. Deze portemonnee diende voor betaling van aankopen voor de houtwerkplaats. De werkgever heeft A op genoemde datum schriftelijk bericht dat er redenen waren om hem te verdenken van het wegnemen van het geld. In verband 1
2 hiermee en om nader onderzoek te kunnen uitvoeren is A met onmiddellijke ingang voor de duur van een maand geschorst bij wijze van ordemaatregel. Op 17 maart 2011 heeft de werkgever A geconfronteerd met de uitkomsten van het onderzoek en aan het einde van het gesprek heeft de werkgever hem op staande voet ontslagen. Per brief van 18 maart 2011 heeft de werkgever het ontslag schriftelijk aan A bevestigd. Tegen de schorsing van 10 maart 2011 en het ontslag op staande voet van 17 maart 2011, zoals bevestigd bij brief van 18 maart 2011, is het onderhavige beroep gericht. 3. STANDPUNTEN VAN PARTIJEN A voert aan dat hij geen geld heeft weggenomen uit de portemonnee. A was op 9 maart 2011 op zoek in de kelder naar een wieltje voor een kar. Tijdens het zoeken trof hij een portemonnee aan. Hij heeft erin gekeken, zag dat hij aan de houtwerkplaats toebehoorde en heeft de portemonnee weer teruggelegd zonder er iets uit te hebben genomen. De werkgever heeft weliswaar gesteld, maar niet aangetoond dat er geld is verdwenen. Als er al geld is gestolen, dan is niet aangetoond dat A daarvoor verantwoordelijk is. De werkgever heeft A op 17 maart 2011 camerabeelden laten zien, maar op deze beelden kan niet worden gezien dat A geld uit de portemonnee heeft genomen. Daarenboven heeft de werkgever slechts een selectie van de beelden laten zien zodat niet te controleren is of er ook anderen op of rond 9 maart 2011 in de kelder zijn geweest die de portemonnee in handen kunnen hebben gehad. A heeft voorts de indruk dat de verklaringen van zijn collega s door de werkgever zijn gestuurd, gezien de overeenkomsten tussen deze verklaringen. Het is A niet duidelijk waarom in het kader van een zo breed mogelijk onderzoek niet ook aan andere personeelsleden om een verklaring is gevraagd. Ook heeft de werkgever andere oorzaken voor de vermissing van het geld onvoldoende uitgesloten. Werkplaatsbeheerder mevrouw F heeft in haar verklaring aangegeven dat zij op dinsdagavond 8 maart 2011 een bedrag van 685,- heeft geteld en vervolgens de portemonnee heeft opgeborgen. Deze verklaring strookt echter niet met de werkplaatsagenda, waarin dit bedrag vermeld staat bij 9 maart Al met al stelt A dat de werkgever op geen enkele wijze heeft aangetoond dat hij schuldig is aan het wegnemen van geld en dat derhalve de feiten die aan het ontslag ten grondslag liggen niet zijn komen vast te staan. De werkgever voert aan dat hij onderzoek heeft gepleegd naar aanleiding van een melding dat er geld uit de portemonnee van de houtwerkplaats verdwenen zou zijn. Het gaat om 4 biljetten van 10,- en 4 biljetten van 20,-, een totaalbedrag van 120,-. Volgens de procedure wordt het geld in de portemonnee tot op de coupure nauwkeurig nageteld voordat hij in de kelder wordt opgeborgen en wordt die handeling herhaald wanneer de portemonnee weer wordt opgehaald. De werkgever stelt dat conciërges, zoals A, in beginsel in de kelder niets te zoeken hebben. De werkgever heeft alle camerabeelden bekeken van de periode 8 tot en met 10 maart 2011, zijnde de periode waarin het geld verdwenen is. Deze beelden zijn afkomstig van een onzichtbare, in een kast gemonteerde camera die reageert op beweging en licht. Voordien beschikte de kelder over een zichtbare camera. Daarnaast heeft de werkgever enkele collega s van A bevraagd. Het gaat om de dames F en G (beiden werkplaatsbeheerder) en de heren H (werkplaatsbeheerder) en J (hoofdconciërge). Bij de behandeling van de voorlopige voorziening is gebleken dat over de feitelijke toedracht misverstand kon ontstaan, hetgeen vooral was terug te voeren op een feitelijke onjuistheid in de verklaring van de heer H. Daarom zijn de eerder afgelegde verklaringen thans waar nodig gecorrigeerd en/of verduidelijkt. Volgens de werkgever kan er geen andere conclusie worden getrokken dan dat A degene is geweest die het geld uit de portemonnee heeft weggenomen. De camerabeelden wijzen uit dat A als enige in de kelder is geweest in de periode tussen het moment van het opbergen van de 2
3 portemonnee door mevrouw F op dinsdagavond 8 maart 2011 en het moment van het ophalen van de portemonnee door mevrouw G en de heer H op 10 maart Overigens heeft de werkgever ook A inzage gegeven in het aanwezige beeldmateriaal. Op de camerabeelden is te zien dat A naar de portemonnee reikt, erin kijkt, er iets uithaalt en een beweging maakt die suggereert dat hij datgene wat hij uit de portemonnee heeft gehaald in zijn eigen achterzak steekt. Indien mevrouw F of mevrouw G het geld zouden hebben weggenomen, zouden zij logischerwijs een lager respectievelijk hoger bedrag hebben genoteerd in de werkplaatsagenda (die tevens als kasboek fungeert) om een eventuele verdenking van zich weg te nemen. De heer H heeft de portemonnee bij het ophalen meteen aan mevrouw G gegeven, zodat hij eenvoudigweg niet de mogelijkheid heeft gehad om nog snel geld uit de portemonnee te halen. Dat mevrouw F de telresultaten van 8 maart bij 9 maart heeft neergeschreven, moet als een vergissing worden beschouwd. De werkgever heeft A mondeling geconfronteerd met de uitkomsten van het onderzoek en heeft geconcludeerd dat het verweer van A ongeloofwaardig is en dat hij het vertrouwen in hem in ernstige mate heeft beschaamd. Het ontslag is voorts onverwijld verleend. Het onderzoek naar de gang van zaken heeft zich over enkele dagen uitgestrekt, omdat bijna alle personeelsleden parttime werken. De bevoegdheid personeel te ontslaan komt slechts de voorzitter van het College van Bestuur toe en deze was niet eerder dan dinsdag 15 maart 2011 op de hoogte van het handelen van A. Uit het oogpunt van zorgvuldigheid heeft de werkgever A de mogelijkheid geboden zijn visie te geven op de conclusies van het onderzoek. Dit is gebeurd in een gesprek op 17 maart Aan het einde van dit gesprek is A mondeling ontslag op staande voet aangezegd, aldus de werkgever. 4. OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE De bevoegdheid en de ontvankelijkheid Aangezien de instelling is aangesloten bij deze Commissie en het beroep is gericht tegen twee van de beslissingen, genoemd in artikel 4.7 lid 1 WHW en binnen de daartoe geldende termijn is ingesteld, is de Commissie bevoegd van het beroep kennis te nemen en is het beroep ontvankelijk. De schorsing als ordemaatregel De werkgever heeft de schorsing gebaseerd op het bepaalde in artikel H-39 CAO-BVE. Op grond van deze bepaling kan de werkgever de werknemer voor ten hoogste vier weken als ordemaatregel schorsen wanneer het belang van de instelling dit naar het oordeel van de werkgever dringend vereist. De schorsing is aanvankelijk voor de duur van een maand opgelegd en de beslissing vermeldt als reden dat de werkgever naar aanleiding van de gerezen verdenking nader onderzoek wilde verrichten. Naar het oordeel van de Commissie was er op grond van de camerabeelden voldoende reden om een onderzoek in te stellen in verband met een verdenking van diefstal door A. Het was in het belang van de instelling dat dit onderzoek rustig kon plaatsvinden zonder dat A op de werkvloer aanwezig zou zijn. Gezien de concrete verdenking die de werkgever had, en gezien de ernst van het gepleegde feit, heeft de werkgever in redelijkheid tot het oordeel kunnen komen dat het belang van de instelling ermee gediend was dat A in deze omstandigheden tijdelijk zijn werkzaamheden niet zou uitvoeren. Het beroep tegen de schorsing als ordemaatregel is derhalve ongegrond. Het ontslag De Commissie beoordeelt of de door de werkgever aan het ontslag ten grondslag gelegde feiten voldoende vaststaan en, indien dit het geval is, of deze, gelet op alle omstandigheden van het geval, een dringende reden vormen die een ontslag op staande voet rechtvaardigen. 3
4 De werkgever heeft blijkens de bestreden ontslagbeslissing d.d. 17 maart 2011 aan het ontslag ten grondslag gelegd dat uit onderzoek is gebleken dat A een geldbedrag heeft weggenomen uit een portemonnee die in een kelder van het gebouw van B lag. De werkgever heeft deze conclusie gebaseerd op camerabeelden en op verklaringen van collega s van A. Uit de door de werkgever overgelegde en ter zitting vertoonde camerabeelden is naar het oordeel van de Commissie een wegneemhandeling niet op te maken. Te zien is dat A de portemonnee blindelings, reikend boven zijn hoofd, van een plank in een open kast pakt, de portemonnee inkijkt, en weer teruglegt. Bij het inkijken van de portemonnee houdt A deze voor zijn buik, hetgeen net buiten het bereik van de camera valt. Wat betreft de verklaringen van de collega s van A stelt de Commissie vast dat de verklaringen zoals die door de Voorzitter zijn meegewogen bij het oordeel in de voorlopige voorziening, na de uitspraak van de Voorzitter zijn aangevuld. De Commissie heeft, in tegenstelling tot de Voorzitter in voorlopige voorziening, kennis kunnen nemen van de door mevrouw F ingevulde werkplaatsagenda, tevens fungerend als kasboek, waaruit blijkt dat het geld toen wel aanwezig was. Uit de aangevulde verklaringen blijkt thans dat de heer H en mevrouw G de portemonnee op 10 maart 2011 samen hebben opgehaald uit de kelder, waarbij mevrouw G meteen de inhoud van de portemonnee heeft nageteld en de vermissing van 120,- heeft geconstateerd, waarna de heer H meteen de hoofdconciërge, de heer J, heeft ingelicht. Op grond van deze informatie komt het de Commissie onaannemelijk voor dat de genoemde collega s verantwoordelijk zouden zijn voor de verdwijning van het geldbedrag. Aldus kunnen deze werknemers redelijkerwijze uitgesloten worden van verdenking van de diefstal en concludeert de Commissie dat tussen 8 en 10 maart buiten de hiervoor van verdenking uitgesloten collega s alleen A de bewuste portemonnee in handen heeft gehad. Voorts is niet gebleken dat er tussen de periode van het opmaken van het kasboek op 8 maart 2011 en het constateren van de vermissing op 10 maart 2011 andere personen dan A in de kelder zijn geweest. Overige oorzaken voor de vermissing van het geld, zoals een foutieve telling, acht de Commissie onwaarschijnlijk, vooral vanwege het feit dat zowel mevrouw F als mevrouw G het geldbedrag tot op coupures nauwkeurig hebben genoteerd. Ter zitting heeft de Commissie A gevraagd of hij wist dat de zichtbare camera in de kelder was vervangen door een onzichtbare camera. Ook is A gevraagd of hij ermee bekend was dat het geld uit de portemonnee op gezette tijden werd geteld. A heeft beide vragen ontkennend beantwoord. Het voorgaande brengt de Commissie tot het oordeel dat de werkgever voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat niemand anders dan A het geld heeft weggenomen. De Commissie is van oordeel dat de aan het ontslag ten grondslag gelegde feiten voldoende aannemelijk zijn geworden en dat gezien de ernst van deze feiten deze op zichzelf een dringende reden opleveren voor een ontslag op staande voet. Ten aanzien van de vraag of van de werkgever, gelet op alle omstandigheden van het geval, redelijkerwijze niet gevergd kon worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren overweegt de Commissie dat zij diefstal van geld van de instelling als zodanig ernstig beschouwt, dat slechts in zeer bijzondere omstandigheden van de werkgever gevergd kan worden het dienstverband te laten voortduren. Dergelijke uitzonderlijke omstandigheden zijn in casu gesteld noch gebleken. Op grond van het bovenstaande is de Commissie van oordeel dat sprake is van een dringende reden als bedoeld in artikel 7:678 lid 1 BW ten gevolge waarvan van de werkgever redelijkerwijze niet meer verlangd kon worden het dienstverband met A te laten voortduren. Gezien de aard en de ernst van de verweten gedragingen komt de Commissie tot het oordeel dat de werkgever A ter zake in redelijkheid op staande voet ontslag heeft kunnen verlenen. Ten slotte beoordeelt de Commissie of het ontslag onverwijld is verleend, hoewel de onverwijldheid door A ter zitting werd erkend. Dienaangaande overweegt de Commissie dat in een geval als het onderhavige, waarbij sprake is van ernstige verdenkingen, zorgvuldig onderzoek zal moeten worden gedaan naar de precieze gang van zaken en dat ontslag pas aan de orde kan zijn als het onderzoek 4
5 voldoende duidelijkheid heeft gegeven. De snelheid waarmee een dergelijk onderzoek kan worden verricht hangt in de regel af van diverse factoren, zoals in dit geval de beschikbaarheid van collega s voor het afleggen van (getuigen)verklaringen. Gebleken is dat in casu nader onderzoek moest worden gepleegd, bestaande uit het bekijken van camerabeelden en het horen van collega s. De conclusies van dit onderzoek konden pas op 15 maart 2011 aan de voorzitter van het College van Bestuur worden voorgelegd. De werkgever heeft onweersproken gesteld dat de bevoegdheid personeel te ontslaan slechts de voorzitter van het College van Bestuur toekomt en dat deze niet eerder dan dinsdag 15 maart 2011 op de hoogte had kunnen zijn van het handelen van A. Niet gebleken is dat de voorzitter daarvan al eerder op de hoogte had kunnen zijn. Na bekendwording met de conclusies van het onderzoek heeft de voorzitter A op 15 maart 2011 uitgenodigd voor een gesprek op 17 maart Aan het einde van dit gesprek is A op staande voet ontslagen. Onder deze omstandigheden acht de Commissie het ontslag onverwijld verleend. Alles overziend zal de Commissie het beroep ongegrond verklaren. 5. OORDEEL Op grond van bovenstaande overwegingen verklaart de Commissie het beroep ongegrond. Aldus gedaan te Utrecht op 6 september 2011 door mr. W.H.B. den Hartog Jager, voorzitter, mr. E.M.W.P. Hermans, mr. K.P. Piena, mr. D.A.M. Schilperoord en mr. drs. B.H. van Velzen, leden, in aanwezigheid van mr. J.J. van Beek, secretaris. mr. W.H.B. den Hartog Jager voorzitter mr. J.J. van Beek secretaris 5
106593 - Docente terecht op staande voet ontslagen omdat zij stagebezoeken heeft gefingeerd en hiervoor reiskostendeclaraties heeft ingediend.
106593 - Docente terecht op staande voet ontslagen omdat zij stagebezoeken heeft gefingeerd en hiervoor reiskostendeclaraties heeft ingediend. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te B, appellante,
Nadere informatie105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo
105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; De werknemer is geschorst vanwege het opnemen van gesprekken met leidinggevenden en het delen van deze opnamen.
Nadere informatieCommissie van Beroep BVE
SAMENVATTING 105083 De werknemer is op staande voet ontslagen omdat hij zich niet op correcte wijze had ziek gemeld, omdat hij ondanks deze ziekmelding en zonder toestemming op studiereis naar Londen is
Nadere informatiehet College van Bestuur van C, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. dr. J.H. van Gelderen
104967 - Beroep tegen ontslag wegens arbeidsongeschiktheid; De werknemer is 50% arbeidsongeschikt en de werkgever ontslaat hem voor 0,5 fte. De werkgever heeft ter zitting gesteld dat de ontslagbeslissing
Nadere informatiehet College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever
Samenvatting 02073 Commissie voor geschillen Geschil omtrent inschaling van de functie. De werknemer treedt in tijdelijke dienst van de werkgever en ontvangt eerst een salarisstrook met vermelding van
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.
SAMENVATTING 105464 - Beroep tegen beëindiging verlengd tijdelijk dienstverband; De werknemer heeft bij de werkgever vier tijdelijke dienstverbanden gehad. Tussen het tweede en derde dienstverband zat
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van het D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.
SAMENVATTING 105492 - Beroep tegen ontslag op staande voet; De werknemer, docent, is op staande voet ontslagen wegens fraude bij het centraal examen. Hij zou in de examens wijzigingen hebben aangebracht
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK
SAMENVATTING 106285/106286/106287 Beroepen (3) tegen ontslag wegens opheffing van de betrekking;. Werkneemster is ontslagen op grond van opheffing van de betrekking als bedoeld in artikel 3.8 lid 3 cao
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.
SAMENVATTING 105421 - Beroep tegen beëindiging dienstverband; De werkgever stelt dat geen sprake is van ontslag maar van het van rechtswege eindigen van een verlengd tijdelijk dienstverband wegens onbevoegdheid.
Nadere informatieSAMENVATTING. 105871/105939 - Beroep (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing; BVE
SAMENVATTING 105871/105939 - Beroep (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing; Gelet op de mogelijke onregelmatigheden in leerlingdossiers bestond er op zichzelf voldoende reden voor
Nadere informatieCommissie van Beroep VO
105924 - Beroep tegen schriftelijke berisping; SAMENVATTING De gymleraar heeft bezittingen van leerlingen in bewaring genomen. Na de les ontbreekt een ipod. De werkgever stelt dat de werknemer in strijd
Nadere informatiehet College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. G. Ham
104618 - Beroep tegen ontslag op staande voet; Werknemer is op staande voet ontslagen vanwege een strafrechtelijke veroordeling voor het downloaden en in bezit hebben van kinderporno. De werkgever heeft
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC B te C, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. G
SAMENVATTING 106442 - Verzoek voorlopige voorziening ontslag op staande voet; De werkgever heeft de werknemer op staande voet ontslagen vanwege het plegen van valsheid in geschrifte. Hij zou twee documenten,
Nadere informatieVerzoek voorlopige voorziening tot wedertewerkstelling, vacant houden functie en loondoorbetaling; HBO SAMENVATTING
106426 - Verzoek voorlopige voorziening tot wedertewerkstelling, vacant houden functie en loondoorbetaling; SAMENVATTING De werkgever heeft de werknemer meegedeeld dat de (verlengde) arbeidsovereenkomst
Nadere informatieSAMENVATTING U I T S P R A AK
SAMENVATTING 105014 - Beroep tegen ontslag wegens dringende reden; Werknemer, docent, is wegens een dringende reden ontslagen op grond van fraude bij de schoolexamens. De aan het ontslag ten grondslag
Nadere informatieCommissie van Beroep PO
106226 - Beroepen tegen vermindering betrekkingsomvang; SAMENVATTING Werknemers zijn bij de werkgever in vaste dienst met een betrekkingsomvang boven de normbetrekking van 1 wtf. Omdat de werkgever vele
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.
107540 - De berisping wegens het niet naleven van het programma van toetsing en afsluiting is terecht; het beroep tegen schorsing is niet-ontvankelijk. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende
Nadere informatieBeroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen
108216 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen in het geding tussen: UITSPRAAK [appellant], wonende te [woonplaats],
Nadere informatieUITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita
107818 - Beroep tegen schriftelijke berisping. De werkgever heeft een te groot verschil gemaakt in sanctionering van de werknemer en diens collega, terwijl sprake was van gelijke omstandigheden. in het
Nadere informatie105050 - Verzoek voorlopige voorziening, doorbetaling salaris; VO.
105050 - Verzoek voorlopige voorziening, doorbetaling salaris;. De werknemer is op staande voet ontslagen wegens beweerde fraude bij het digitale eindexamen van de school, bestaande uit het vroegtijdig
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK
105209 - Beroep tegen onthouden promotie; SAMENVATTING Getoetst wordt of de procedure in het door de werkgever opgestelde implementatieplan salarismix zorgvuldig en correct is gevolgd en of de werkgever
Nadere informatieSAMENVATTING / Beroepen (2) tegen rddf-plaatsingen; PO
SAMENVATTING 105366 / 105383 Beroepen (2) tegen rddf-plaatsingen; PO De werkgever heeft de in de CAO PO voorgeschreven procedure om tot een rddf plaatsing te besluiten op een juiste wijze gevolgd. Op grond
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van B, gevestigd te G, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. G.M.
106879 - Uitspraak voor zover er nog een ontslagbesluit zou zijn: het ontslag wegens arbeidsongeschiktheid kan niet in stand blijven, omdat herstel binnen 26 weken na het ontslagbesluit niet uitgesloten
Nadere informatiehet College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever
106484 - Door werkneemster niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is haar ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te B,
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.
107289 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, verzoeker, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. S.L. Knols en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen
Nadere informatieSAMENVATTING U I T S P R A AK
SAMENVATTING 104265 - Geschil over de toepassing van artikel I-12b lid 2 De werkgever kent de werkneemster geen bindingstoelage toe omdat zij niet op alle beoordelingscriteria van de functie positief beoordeeld
Nadere informatiehet College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. S.A. van Lammeren
SAMENVATTING 104767 Werkneemster is wegens plichtsverzuim ontslagen omdat zij weigerde in gesprek te gaan over de aard van haar problemen, over mediation, over werkhervatting en over de aangeboden passende
Nadere informatieSAMENVATTING U I T S P R A AK
SAMENVATTING 105044 - Beroep tegen ontslag wegens arbeidsongeschiktheid; De arbeidsongeschiktheid van werkneemster heeft langer dan twee jaar geduurd en herstel binnen zes maanden is niet te verwachten.
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever
105181 - Beroep tegen schriftelijke berisping; SAMENVATTING De werknemer wordt verweten dat hij disfunctioneert en hierin bewust geen verbetering brengt. Het complex aan feiten in onderlinge samenhang,
Nadere informatieSAMENVATTING. 106233 - Beroep ontslag wegens arbeidsongeschiktheid, subsidiair wegens gewichtige redenen; BVE
SAMENVATTING 106233 - Beroep ontslag wegens arbeidsongeschiktheid, subsidiair wegens gewichtige redenen; De werkgever heeft de arbeidsovereenkomst wegens blijvende arbeidsongeschiktheid opgezegd op het
Nadere informatieBeroep tegen onthouden promotie ongegrond omdat er geen aanspraak op een benoeming in een LD-functie.
108067 Beroep tegen onthouden promotie ongegrond omdat er geen aanspraak op een benoeming in een LD-functie. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw [appellant], wonende te [plaatsnaam], appellante, hierna
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. J.J.
106846-106966 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, appellant, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. T.G.J. Horlings en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna
Nadere informatieCommissie van Beroep BVE
105933 - Beroep tegen ontslag wegens dringende reden, subsidiair wegens andere redenen van gewichtige aard; SAMENVATTING De werkgever kocht stageplaatsen in bij de fietsenwinkel van werknemer, die de bij
Nadere informatieBeroep tegen berisping gegrond. De verzonden kritische levert geen plichtsverzuim op. UITSPRAAK
108343 - Beroep tegen berisping gegrond. De verzonden kritische e-mail levert geen plichtsverzuim op. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, gemachtigde: mevrouw
Nadere informatie107991/ Beroep tegen schorsingen als ordemaatregel ongegrond omdat daarvoor voldoende redenen waren. UITSPRAAK
107991/108080 Beroep tegen schorsingen als ordemaatregel ongegrond omdat daarvoor voldoende redenen waren. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te noemen
Nadere informatieSAMENVATTING U I T S P R A AK
SAMENVATTING 103720/103727 Twee Beroepen tegen ontslag wegens reorganisatie BVE Het dienstverband is opgezegd tijdens ziekte van de werknemer. De Commissie overweegt dat de werkgever ingevolge artikel
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK
SAMENVATTING 105600 - Ontslag op staande voet wegens werkweigering; Naast haar functie bij de werkgever is werkneemster werkzaam in haar eigen agrarisch bedrijf. In verband met oogstwerkzaamheden heeft
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.L.W.G.
107524 - Het bezwaar tegen de beschrijving en waardering van de functie van psychodiagnostisch assistent is ongegrond omdat de opgedragen werkzaamheden passen binnen de toegekende functie en de kenmerkscores
Nadere informatieSAMENVATTING U I T S P R A AK
SAMENVATTING 104017 Geschil toekenning ouderschapsverlof Een docent vraagt voor zijn drie geadopteerde kinderen ouderschapsverlof aan. Over de aard - betaald of onbetaald - van het verlof voor twee kinderen
Nadere informatieBeroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK
107912 - Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te C, appellante, hierna te noemen A, gemachtigde: mevrouw
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M.
103369 SAMENVATTING Verzoek voorlopige voorziening HBO De werkgever heeft de werkneemster meegedeeld dat haar tijdelijk dienstverband van rechtswege eindigt. De werkneemster stelt dat zij in vaste dienst
Nadere informatieUITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. E.A.C. Sietsma
107969 UITSPRAAK in het geding tussen: [appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. E.A.C. Sietsma en het College van Bestuur van [school], gevestigd
Nadere informatie106099 - Beroep tegen ontslag wegens gewichtige reden/plichtsverzuim/onbekwaamheid; BVE
106099 - Beroep tegen ontslag wegens gewichtige reden/plichtsverzuim/onbekwaamheid; SAMENVATTING De werknemer is docent en is primair ontslagen wegens gewichtige reden, bestaande uit een verlies aan vertrouwen,
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.
107773 - Beroep tegen onthouding van promotie. Terugplaatsing van docent LD naar docent LC mocht, omdat de werknemer niet voldeed aan de functievereisten docent LD UITSPRAAK in het geding tussen: de heer
Nadere informatie105077 - Beroep tegen ontslag op staande voet, subsidiair ontslag wegens gewichtige redenen; VO
105077 - Beroep tegen ontslag op staande voet, subsidiair ontslag wegens gewichtige redenen; Werknemer is op staande voet ontslagen omdat hij een langdurige vertrouwelijke relatie met een minderjarige
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr.
SAMENVATTING 105584 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing betrekking; Het dienstverband met de werknemer, werkzaam als Projectmanager B, is opgezegd wegens opheffing van de betrekking als gevolg van
Nadere informatiehet College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. K.A.P. Moonen
105081 - Beroep tegen schriftelijke berisping; De werkgever heeft aan de disciplinaire maatregel ten grondslag gelegd dat de docent in de lessen allerlei privézaken bespreekt en in de lessen en tijdens
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. F
105369 - Beroep tegen overplaatsing; SAMENVATTING De werknemer is overgeplaatst om drie redenen, namelijk een conflictsituatie, het advies van de bedrijfsarts en andere zwaarwichtige omstandigheden, zoals
Nadere informatiehet College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. B.J. van Hees
106796 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing van de betrekking gegrond omdat de werkgever een onjuiste afvloeiingssystematiek hanteert; BVE in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant,
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK
SAMENVATTING 104213 - Beroep tegen ontslag wegens reorganisatie; BVE Werknemer is ontslagen omdat zijn arbeidsplaats als gevolg van een reorganisatie is komen te vervallen. Werknemer heeft een functies
Nadere informatieSAMENVATTING. 106049/106052 - Beroep tegen ontslag wegens gewichtige reden en tegen vrijstelling van werkzaamheden; HBO
SAMENVATTING 106049/106052 - Beroep tegen ontslag wegens gewichtige reden en tegen vrijstelling van werkzaamheden; De aan het ontslag ten grondslag gelegde gewichtige reden houdt verband met het functioneren
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK
SAMENVATTING 105659 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing betrekking/gewichtige reden; De werknemer kan na een periode van detachering niet terugkeren in zijn oude functie van manager bedrijfsvoering.
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting ROC E, gevestigd te F, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.
SAMENVATTING 105470 - Beroep tegen ontslag op staande voet; De werknemer is op staande voet ontslagen, vanwege het op onjuiste c.q. oneigenlijke wijze opmaken van een praktijkexamen en het afleggen van
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.
106562 - Ontslag wegens gewichtige omstandigheden (verstoorde arbeidsrelatie) dan wel ongeschiktheid niet toegestaan omdat deze onvoldoende zijn gebleken. Beroep tegen de schorsing houdt evenmin stand
Nadere informatieBeroep tegen ontslag wegens plichtsverzuim/gewichtige omstandigheden en tegen schorsing als ordemaatregel; PO
106238- Beroep tegen ontslag wegens plichtsverzuim/gewichtige omstandigheden en tegen schorsing als ordemaatregel; SAMENVATTING Het dienstverband is primair opgezegd wegens plichtsverzuim, kortweg bestaande
Nadere informatieDe berisping houdt geen stand omdat niet vaststaat dat de werknemer de geheimhoudingsplicht heeft geschonden.
108160 - De berisping houdt geen stand omdat niet vaststaat dat de werknemer de geheimhoudingsplicht heeft geschonden. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer [appellant], wonende te [woonplaats], appellant,
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. drs. C.A.H.
104900 SAMENVATTING Ontslag is primair gebaseerd op plichtsverzuim, subsidiair op onbekwaamheid of ongeschiktheid en meer subsidiair op grond van andere redenen van gewichtige aard, zijnde een vertrouwensbreuk.
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.
107669 - De terugplaatsing in de oude LB-functie komt neer op de onthouden van promotie. Terugplaatsing mocht omdat de werkneemster niet voldeed aan de functievereisten docent LD. in het geding tussen:
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. J.M. Frons
SAMENVATTING Beroep tegen ontslag wegens andere redenen van gewichtige aard; De reden van gewichtige aard is het niet meewerken aan re-integratie als gevolg waarvan het vertrouwen in een verdere samenwerking
Nadere informatieDoor werknemer niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is hem ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden.
106478 - Door werknemer niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is hem ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant,
Nadere informatieDe werkgever heeft de werknemer nogmaals mogen schorsen om nader onderzoek te doen naar zijn mogelijk onrechtmatig handelen.
107674 - De werkgever heeft de werknemer nogmaals mogen schorsen om nader onderzoek te doen naar zijn mogelijk onrechtmatig handelen. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant,
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M.
107626 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, appellante, gemachtigde: de heer mr. J. Roose en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde:
Nadere informatieUITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen
107335 - Het bezwaar tegen de beschrijving en waardering van de functie van accountmanager schaal 10 is ongegrond omdat de opgedragen werkzaamheden voldoende in overeenstemming zijn met de functiebeschrijving
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever
107780 - De cao mbo is niet goed toegepast, omdat de werknemer ten onrechte is aangemerkt als betrokken bij het primaire proces en de werkgever de afwijzing van het (on)betaald verlof onvoldoende heeft
Nadere informatiein het geding tussen: de heer [appellant], wonende te [woonplaats], hierna te noemen [appellant]
108047 UITSPRAAK in het geding tussen: de heer [appellant], wonende te [woonplaats], hierna te noemen [appellant] en het College van Bestuur van [de werkgever], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder,
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van de D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw F
SAMENVATTING 106011 - Beroep tegen ontslag primair wegens plichtsverzuim, subsidiair wegens ongeschiktheid voor de functie en meer subsidiair om andere redenen van gewichtige aard, te weten verlies van
Nadere informatieCommissie van Beroep PO
106228 - Beroep tegen vermindering betrekkingsomvang; SAMENVATTING De werkgever heeft vele werknemers in dienst die, om verschillende redenen, een betrekkingsomvang van meer dan 1,0 wtf hebben. De werkgever
Nadere informatieUITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen
107336 UITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder,
Nadere informatie107502/ De twee schorsingen van de werknemer zijn onjuist; de eerste vanwege een vormfout en de tweede omdat daarvoor onvoldoende grond was.
107502/107581 - De twee schorsingen van de werknemer zijn onjuist; de eerste vanwege een vormfout en de tweede omdat daarvoor onvoldoende grond was. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.
SAMENVATTING 105514 - Verzoek voorlopige voorziening om opheffing schorsing; Verzoekster is geschorst voor de duur van de procedure tot ontbinding dan wel beëindiging van de Omdat de werkgever heeft nagelaten
Nadere informatieSAMENVATTING t/m , t/m en Beroepen tegen ontslag wegens opheffing van de school; VO
SAMENVATTING 104994 t/m 104997,104999 t/m 105002 en 105007 - Beroepen tegen ontslag wegens opheffing van de school; De werknemers voeren aan dat voortzetting van de school mogelijk is, dat de werkgever
Nadere informatieOntslag wegens reorganisatie houdt stand omdat de werkgever het Sociaal Plan correct heeft toegepast; HBO
106522 - Ontslag wegens reorganisatie houdt stand omdat de werkgever het Sociaal Plan correct heeft toegepast; in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant, hierna te noemen A gemachtigde:
Nadere informatieCommissie van Beroep VO SAMENVATTING
SAMENVATTING 106377 - Beroep tegen onthouden promotie (entreerecht); Het beroep is gericht tegen de beslissing van de werkgever met betrekking tot de urenverdeling voor het schooljaar 2014-2015 waaruit
Nadere informatie106384/106490/ Werknemer (3) heeft recht op promotie op basis van het entreerecht. UITSPRAAK
106384/106490/106506 - Werknemer (3) heeft recht op promotie op basis van het entreerecht. 106384 in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te C, appellant, hierna te noemen A gemachtigde: de
Nadere informatieUITSPRAAK. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, appellante, hierna te noemen A
107607 - De overplaatsing als gevolg van boventalligheid houdt geen stand omdat de werkgever de regels die hij hiervoor heeft opgesteld niet juist heeft toegepast. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw
Nadere informatieSAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO
SAMENVATTING 105154 - Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO Het taakbelastingsbeleid van de opleiding is van toepassing op de personeelsleden en heeft gevolgen voor
Nadere informatieBESLISSING OP ONTSLAGAANVRAAG. [de hogeschool], gevestigd te [vestigingsplaats], hierna te noemen de hogeschool gemachtigde: de heer mr. M.A.
108064 - Toestemming voor ontslag wegens bedrijfseconomische redenen niet verleend. De werkgever heeft onvoldoende aangetoond dat er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn. Inzake het verzoek van: BESLISSING
Nadere informatieBeroep tegen ontslag wegens plichtsverzuim en onvoldoende functioneren: BVE SAMENVATTING
106172 - Beroep tegen ontslag wegens plichtsverzuim en onvoldoende functioneren: SAMENVATTING De opzegging kan niet worden gegrond op plichtsverzuim omdat dit plichtsverzuim in de bestreden beslissing
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK
SAMENVATTING 105789 - Beroep tegen ontslag op staande voet; De werknemer heeft door het verstrekken van valse en onjuiste informatie het noodzakelijk vertrouwen van de werkgever zodanig geschonden dat
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK
SAMENVATTING 105309 - Geschil met betrekking tot de toepassing van artikel F-5 CAO BVE De werkgever kent een uitvoeringsregeling voor de werkverdeling 2011-2012 en heeft conform de daarin opgenomen procedure
Nadere informatieSAMENVATTING. 104280 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid; BVE
SAMENVATTING 104280 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid; De werknemer is ontslagen omdat hij de eigenschappen, mentaliteit en instelling zou
Nadere informatieSAMENVATTING. 105493 - Beroep tegen ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid/gewichtige redenen; HBO
SAMENVATTING 105493 - Beroep tegen ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid/gewichtige redenen; De werkgever heeft het dienstverband met de werknemer beëindigd, primair wegens ongeschiktheid voor de
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.
SAMENVATTING 105397 - Beroep tegen ontslag wegens plichtsverzuim; De werknemer is disciplinair ontslagen vanwege grensoverschrijdend gedrag tegen een minderjarige leerling. Voor de werkgever ligt deze
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever
106918 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, appellant, hierna te noemen A en het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Nadere informatieSAMENVATTING Beroep tegen ontslag wegens gewichtige reden/plichtsverzuim/onbekwaamheid en tegen schorsing; BVE
SAMENVATTING 106255 - Beroep tegen ontslag wegens gewichtige reden/plichtsverzuim/onbekwaamheid en tegen schorsing; De docent is primair ontslagen wegens gewichtige reden, bestaande uit een verlies aan
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van de D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. C.M.J.
103382 SAMENVATTING Verzoek voorlopige voorziening BVE Werknemer is ontslagen wegens plichtsverzuim. Vervolgens is hij op staande voet ontslagen wegens een dringende reden, bestaande uit het meerdere malen
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK
102737 SAMENVATTING Geschil toepassing tijdelijk art. I-12a 2001-2002 Werkgever heeft bij de beoordeling het door de Bve-Raad opgesteld servicedocument als leidraad gebruikt. Toepassing van dit servicedocument
Nadere informatieUITSPRAAK. [Bestuur], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder, hierna te noemen de werkgever
108101 - Het bezwaar tegen handhaving van de functie informatiemanager schaal 11 is gegrond omdat bepaalde structurele werkzaamheden niet in de functiebeschrijving zijn opgenomen. in het geding tussen:
Nadere informatieCommissie van beroep vo
107458 - Een zij-instromer die per eerste schooldag ná 1-8-2014 is benoemd en het hele schooljaar les gaf, heeft redelijkerwijze recht op het entreerecht. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende
Nadere informatieSAMENVATTING. 104206 - Beroep tegen mededeling beëindiging verlengd tijdelijk dienstverband; HBO
SAMENVATTING 104206 - Beroep tegen mededeling beëindiging verlengd tijdelijk dienstverband; Werknemer voert aan dat er sprake is geweest van een doorlopend dienstverband waardoor er na 36 maanden een dienstverband
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van het D C, gevestigd te C, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.
SAMENVATTING 105927 - Beroep tegen ontslag op staande voet; De werknemer is op staande voet ontslagen omdat hij e-mails met ongepaste inhoud heeft gestuurd aan zijn afdelingsdirecteur en aan de beide leden
Nadere informatieAdviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK
108079 18.06 Adviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK in het geding tussen: de medezeggenschapsraad van Openbare Scholengemeenschap [naam school]te [vestigingsplaats],
Nadere informatieUITSPRAAK IN VOORLOPIGE VOORZIENING
107547 - Verzoek voorlopige voorziening tot schorsing van een schorsing als ordemaatregel afgewezen omdat het gedrag van de werknemer heeft geleid tot onrust bij studenten en hij niet open stond voor overleg
Nadere informatieCommissie van Beroep HBO
106043 - Beroep tegen ontslag wegens ongeschiktheid/onbekwaamheid dan wel gewichtige reden; SAMENVATTING De werknemer is docent en is ontslagen omdat hij stelselmatig interne afspraken en regels niet heeft
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK. A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J
SAMENVATTING 106262 - Geschil over toepassing vakantieregeling werkgever; BVE Het geschil is in goed overleg tussen partijen aan de Commissie voorgelegd (N-7 cao bve). De werkgever heeft gaandeweg het
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr.
SAMENVATTING 105957 - Beroep tegen ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid; PO In geval van ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid is het, zeker bij een langdurig dienstverband, noodzakelijk dat
Nadere informatieNalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren.
108524 - Nalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren. UITSPRAAK in het geding tussen: de medezeggenschapsraad
Nadere informatieBeroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster.
108379 - Beroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellante], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen
Nadere informatieSAMENVATTING Beroep tegen ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid, subsidiair wegens gewichtige redenen; BVE
SAMENVATTING 105569 - Beroep tegen ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid, subsidiair wegens gewichtige redenen; Onvoldoende is vast komen te staan dat werkneemster disfunctioneerde of als ongeschikt
Nadere informatie108490/ Beroep tegen schorsingen als ordemaatregel gegrond vanwege niet volgen verweerprocedure respectievelijk gebrek aan noodzaak.
108490/108540 - Beroep tegen schorsingen als ordemaatregel gegrond vanwege niet volgen verweerprocedure respectievelijk gebrek aan noodzaak. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellante], wonende te [woonplaats],
Nadere informatie