Tweede Kamer der Staten-Generaal
|
|
- Cornelis Janssen
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (onder andere ter zake van inhoudingen op het inkomen en gelijke franchise voor de pensioenberekening) Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN Inleiding Het voorstel voor een Wet financiële voorzieningen privatisering ABP (Kamerstukken II 1993/94, , nrs. 1-2, hier verderte noemen: wetsvoorstel FVP/ABP) bevat een samenstel van maatregelen die ten dele direct ingrijpen in de materiële rechtspositie van het overheidspersoneel. Voor een uitvoerige beschrijving van de voormelde maatregelen moge worden verwezen naar de memorie van toelichting bij het vorenbedoelde wetsvoorstel. Hier wordt volstaan met een beknopte aanduiding van die maatregelen, voorzover van belang voor de doelstelling van dit wetsvoorstel. Deze doelstelling is, in overeenstemming met het bestendige beleid om ontwikkelingen in de materiële rechtspositie van het overheidspersoneel zo veel mogelijk overeenkomstig te laten doorwerken naar de materiële rechtspositie van de politieke ambtsdragers, om daarvoor in aanmerking komende maatregelen uit het wetsvoorstel FVP/ABP overeenkomstig in te voeren in de laatstbedoelde rechtspositie. De in dit wetsvoorstel opgenomen maatregelen hebben betrekking op het zogenoemde bruto-nettotraject en op de pensioenregeling. Hierbij wordt opgemerkt dat een maatregel overeenkomstig de zogenoemde reparatie invaliditeitspensioenen niet is opgenomen in dit wetsvoorstel, maar in een afzonderlijk voorstel van wet houdende wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers ter zake van de uitkering wegens invaliditeit alsmede regeling van de zogenoemde stimuleringsuitkering (Kamerstukken II 1993/94, , nrs. 1-2). Maatregelen, gericht op het bruto-nettotraject De materiële rechtspositie van de politieke ambtsdragers kent ook nu al een aantal inhoudingen die zijn afgeleid van inhoudingen op het loon of een loonvervangende geldelijke aanspraak van een overheidswerknemer of een gewezen overheidswerknemer. De Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) schrijft voor dat volgens bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels op het inkomen van de politieke ambtsdrager als zodanig een bedrag wordt F ISSN Sdu Uitgeverij Plantijnstraat 's-gravenhage 1994
2 ingehouden als pensioenpremie. Daartoe is, althans voor de hoogte van het in te houden bedrag, aansluiting gezocht bij de regeling van het verhaal van pensioenbijdrage - die door de overheids en de onderwijsin stellingen is verschuldigd aan het Mi ö?meen burgerlijk pensioenfonds - op de ambtenaar in de zin van de Algemene burgerlijke pensioenwet (Abp-wet). De Inhoudingswet overheidspersoneel 1982, die een inhouding regelt die - zij het niet direct, maar langs de weg van een inkomens beleidsmatige benadering - verband houdt met aanspraken van sociale zekerheid, is direct van toepassing op het inkomen van de meeste categorieën van (gewezen) politieke ambtdragers als zodanig. De wet is van overeenkomstige toepassing op het inkomen van de (gewezen) voorzitter van de Eerste Kamer en van de (gewezen) voorzitter en de leden van de Tweede Kamer als zodanig. Dit laatste is geregeld bij de Wet van 22 december 1983, Stb. 651, houdende wijziging van de inhoudingswet overheidspersoneel 1982 en regeling inhouding op het inkomen van leden en gewezen leden van de Staten-Generaal. Het wetsvoorstel FVP/ABP brengt veranderingen in het regiem van het pensioenbijdrageverhaal. In dat wetsvoorstel wordt voorgesteld om, anders dan in de huidige regeling, waarin de hoogte van het verhaal niet in een vaste verhouding staat tot de hoogte van de pensioenbijdrage, het verhaal een zeker «marktconform» percentage te doen belopen van de pensioenbijdrage die de overheids en onderwijsinstellingen aan het ABP afdragen. Daarbij geldt dat uit die bijdrage is geëcarteerd het deel dat is bestemd voor de financiering van de invaliditeitspensioenen tot aan het niveau van uitkeringen op grond van de Wet op de arbeidsongeschikt heidsverzekering (WAO). Voor dat deel wordt een gescheiden financiering, buiten het ABP, voorgesteld. Voorts wordt voorgesteld de Inhoudingswet overheidspersoneel 1982 in te trekken. In de plaats van de inhouding zoals geregeld bij die wet, introduceert het wetsvoorstel FVP/ABP een aantal inhoudingen die overeenkomen met de premies die ten laste komen van de werknemers in de zogenoemde marktsector ingevolge de wettelijke sociale werknemers verzekeringen. In verband met de mogelijke effecten daarvan op het netto-loon van de overheidswerknemer voorziet het wetsvoorstel in een eenmalige algemene loonsverhoging («brutering»). Het een en ander geeft aanleiding om in de Appa een wettelijke grondslag te creëren, in de plaats van de voormelde in te trekken wet, voor inhoudingen als vorenbedoeld alsmede om een overeenkomstige bruteringsmaatregel te treffen voor de politieke ambtsdragers. Wijziging van de pensioenregeling Het wetsvoorstel FVP/ABP bevat eveneens een aantal voorgestelde wijzigingen van overheidspensioenregelingen, zoals voor het burgerlijk overheids en het onderwijspersoneel neergelegd in de Abp-wet. Allereerst moet worden genoemd de invoering van een franchise bij de pensioenberekening die in alle gevallen van gelijke hoogte is, onafhan kelijk van de burgerlijke staat van de gepensioneerde. Vervolgens een andere norm voor de aanpassing van de pensioenen. In verband met de in 1993 aangevangen sectorgewijze arbeidsvoorwaarden ontwikkeling bij de overheid en het onderwijs, wordt als norm voorgesteld het gewogen gemiddelde van de wijziging van de bezoldiging die zich voordoet in de onderscheiden sectoren waarin zelfstandig wordt onderhandeld over de arbeidsvoorwaarden van het overheids en het onderwijspersoneel. Verder wordt voorgesteld de leeftijds-ondergrens van 25 jaar voor de opbouw van aanspraken op ouderdomspensioen te schrappen. Ten slotte bevat het wetsvoorstel FVP/ABP, in verband met de in het
3 vorenstaande vermelde algemene salarisverhoging, een regeling waarmee wordt bewerkstelligd dat die wijziging, gezien de ratio daarvan vanzelfsprekend, niet doorwerkt in opgebouwde pensioenaanspraken, noch in ingegane pensioenen. Financiële gevolgen van het wetsvoorstel voor het Rijk De overeenkomstige invoering in de materiële rechtspositie van de politieke ambtsdragers van de eerder beschreven maatregelen gericht op het bruto-nettotraject, zullen voor het merendeel van de inkomens categorieën waartoe die ambtsdragers behoren een positief effect hebben voor het netto-inkomen. In de toelichting op artikel II wordt dit nader uiteengezet. Omgekeerd zal daardoor voor het Rijk een nadelig effect optreden in de orde van grootte van fl De invoering van een gelijke franchise voor de pensioenberekening over voor pensioen geldende tijd vanaf 1 januari 1995 betekent een hoger aanvullend pensioen voor gehuwden, een lager voor ongehuwden. Per saldo zullen er in de toekomst naar verwachting hogere Appa-pensioenen zijn, voor zo ver berekend over tijd vanaf 1 januari Het financiële effect zal uiteraard pas volledig zijn over enige tientallen jaren, zodra alle dan ingaande pensioenen geheel zijn berekend over tijd vanaf de genoemde datum. Dit effect ligt dan voor het Rijk in de orde van grootte van fl ARTIKELSGEWf JZE TOELICHTING Artikel I De onderdelen A tot en met D De algemene salariswijziging in verband met de introductie van inhoudingen gebaseerd op de werknemerspremies ingevolge de wettelijke loondervingsverzekeringen (zie hiervoor onderdeel W) is een wijziging die wegens de aard ervan niet behoort doorte werken in pensioenaanspraken die zijn opgebouwd tot het tijdstip van die wijziging. Zonder nadere voorziening zou dat volgens een pensioenregeling als die van de Appa, waarin in beginsel alle voor pensioen geldige tijd wordt vergolden met pensioen naar het «eindloon», echter wel gebeuren. Onderdeel A strekt er daarom toe te bewerkstelligen dat over het tijdvak tot 1 januari 1995 en over het tijdvak vanaf die datum afzonderlijk pensioen wordt berekend. Mede doordat de Appa nu al een afzonderlijke pensioenberekening over de tijdvakken vóór 1 januari 1986 en na 31 december 1985 voorschrijft, ziet het gewijzigde artikel 13a (onderdeel A) er gecompliceerd uit. Dat is helaas niet te vermijden. Dit artikel houdt in relatie tot de artikelen 14, 14a en het voorgestelde nieuwe artikel 14aa (onderdeel E) het volgende in. Uitgangspunt is de pensioenberekening naar het eindloon. In het kader van hoofdstuk 4, dat behoort tot de tweede afdeling van de Appa (Ministers en Staatssecretarissen) luidt de invulling van het begrip eindloon: de laatstelijk als minister genoten wedde. Indien die wedde is genoten na 31 december 1994 wordt zij voor de pensioenberekening over het tijdvak tussen 31 december 1985 en 1 januari 1995 gecorrigeerd voor de verhoging per die datum door vermenigvuldiging met een zogenoemde debruteringsfactor. Voor de pensioenberekening over het tijdvak vóór 1 januari 1986 wordt het voor de periode tussen 31 december 1985 en 1 januari 1995 geldende (dus gedebruteerde) wedde-bedrag vermenigvuldigd met 100/110, overeenkomstig de al in de Appa geldende regeling (artikel 14, zesde lid in de tweede afdeling, nu opgenomen in artikel 13a, onderdeel C jo. A). Die regeling houdt verband met de
4 algemene salarisverhoging van 10% ter compensatie van de afschaffing in 1985 van de zogenoemde premie-overneming AOW/AWW. Indien de laatstelijk genoten wedde dateert uit de periode tussen 31 december 1985 en 1 januari 1995, wordt zij voor de pensioenberekening over het tijdvak vóór 1 januari 1986 vermenigvuldigd met 100/110, volgens de voormelde bestaande regeling. De onderdelen C en D bevatten redactionele aanpassingen in verband met het vorenstaande. De onderdelen E, F en G Onderdeel E betreft de invoering van een gelijke franchise ingaande 1 januari 1984, dat wil zeggen dat die franchise wordt gehanteerd voor de pensioenberekening over voor pensioen geldige tijd vanaf die datum. Voor een toelichting op de beweegredenen voor een gelijke franchise, wordt verwezen naar de toelichting op het wetsvoorstel FVP/ABP (paragraaf 4.2, Overige wijzigingen). Artikel 14b (onderdeel F) betreft het geval dat de echtgenoot van de gepensioneerde eveneens recht heeft op een pensioen waarbij rekening is gehouden met de AOW. Zolang de franchise voor de berekening van het Appa-pensioen mede is gebaseerd op de AOW van de echtgenoot is er reden voor een compensatieregeling. Die reden is er niet meer zodra dat niet meer het geval is. Artikel 14c (onderdeel G) legt de gepensioneerde een informatieplicht op over wijziging van de hem toekomende AOW in verband met persoon lijke omstandigheden (lees: de burgerlijke staat). Met de invoering van een van die staat onafhankelijke franchise kan die plicht beperkt worden tot de periode daarvoor. Onderdeel H Dit betreft de afschaffing van de minimumleeftijd van 25 jaar voor de opbouw van het eigen pensioen. Voor een toelichting daarop wordt hier wederom verwezen naar de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel FVP/ABP (paragraaf 4.2, Overige wijzigingen en paragraaf 13, Artikelsge wijze toelichting, artikel 54, onderdeel F). De onderhavige leeftijdsgrens is overigens feitelijk voor de politieke ambtsdragers van geen of hoogstens zeer geringe betekenis gebleven. Onderdeel I Dit is een redactionele aanpassing als in de onderdelen D en E. Onderdeel J Het gaat hier om een aanpassing, in verband met de voorgestelde wijziging van de franchise voor de pensioenberekening, van de berekeningswijze van de toeslag op het nabestaandenpensioen ten gunste van de nabestaande die geen recht heeft op AWW-pensioen of uitkering. De aangepaste berekeningswijze geldt voortijd na 31 december De onderdelen K tot en met T Deze onderdelen bevatten wijzigingen van artikelen van de derde afdeling van de Appa (Leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal) inhoudelijk gelijk aan de wijzigingen vervat in de onderdelen A tot en met J.
5 Onderdeel U Artikel 93, derde lid, geeft een grensbedrag dat geldt bij samenloop van rechten op, kort gezegd, overheidspensioenen. Het ligt voor de hand dit bedrag voortaan te berekenen met gebruik van de «nieuwe» franchise. Onderdeel V Dit onderdeel betreft de maatstaf voor de aanpassing van de pensioenen. Die maatstaf is nu in de Appa, overeenkomstig de andere overheidspensioenregelingen, een wijziging van de bezoldiging van het rijkspersoneel met een algemeen karakter. In het algemeen gedeelte van deze toelichting is al gezegd welke omstandigheden aanleiding geven tot wijziging van de onderhavige maatstaf in onder andere de Abp-wet en welke als nieuwe wordt voorgesteld in het wetsvoorstel FVP/ABP. Er is geen bezwaar tegen die nieuwe maatstaf ook voor de Appa-pensioenen te gaan hanteren. Om praktische redenen is het wenselijk dat te doen. In artikel 105, dat de onderhavige materie regelt voor de pensioenen op grond van de tweede en de derde afdeling van de Appa, is ook een nu ontbrekende grondslag opgenomen voor de toekenning van een eenmalige uitkering in voorkomend geval aan de gepensioneerden. Onderdeel W Zoals opgemerkt in het algemeen gedeelte van deze memorie van toelichting kent de materiële rechtpositie van de politieke ambtsdragers een aantal inhoudingen die zijn afgeleid van inhoudingen op het loon of een loonvervangende geldelijke aanspraak van een overheidswerknemer of een gewezen overheidswerknemer. Ten aanzien van de (gewezen) ministers en leden van de Tweede Kamer schrijft artikel 106 voor dat volgens bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels op hun inkomen als zodanig een bedrag wordt ingehouden als pensioenpremie. Daartoe is, althans voor de hoogte van het in te houden bedrag, aansluiting gezocht bij de regeling van het zogenoemde pensioenbijdrageverhaal. Naast de vorenbedoelde inhouding is er de (overeenkomstige) toepassing van de Inhoudingswet overheidspersoneel Het wetsvoorstel FVP/ABP brengt veranderingen in het regiem van het pensioenbijdrageverhaal. Voorts wordt voorgesteld in de plaats van de inhouding zoals geregeld bij de evengenoemde wet, een aantal inhou dingen in te voeren die overeenkomen met de premies die ten laste komen van de werknemers in de marktsector, ingevolge de wettelijke sociale wernemersverzekeringen. In verband daarmee wordt in dat wetsvoorstel voorgesteld de Inhoudingswet overheidspersoneel 1982 in te trekken. De in onderdeel W voorgestelde wijziging van artikel 106 houdt in dat de nu in dat artikel aanwezige grondslag voor nadere regeling bij algemene maatregel van bestuur van de inhouding van een bedrag als pensioenpremie, wordt verbreed tot een grondslag voor inhouding van bedragen ter zake van zowel pensioen als sociale zekerheidsaanspraken. Deze verbreding levert aldus de grondslag op voor nadere regeling bij of krachtens algemene maatregel van bestuur van de inhouding van een bedrag als pensioenpremie en van bedragen overeenkomstig de door het wetsvoorstel FVP/ABP in te voeren inhoudingen in de plaats van de inhouding op grond van de Inhoudingswet overheidspersoneel Met de gebezigde formulering: «... bedragen ingehouden overeen komstig de inhouding van bedragen op de bezoldiging van degene die behoort tot het overheidspersoneel, ter zake van aanspraken bij werkloosheid, ziekte, arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden»
6 wordt tot uitdrukking gebracht dat er geen rechtstreeks verband is tussen (de hoogte van) de inhoudingen en aanspraken als de genoemde in de materiële rechtspositie van de politieke ambtsdragers, maar dat als beginsel een uitgangspunt van inkomensbeleid wordt gehanteerd. Als beginsel - er is derhalve geen grondslag opgenomen voor een inhouding overeenkomstig de in het wetsvoorstel FVP/ABP opgenomen regeling van verhaal van vut-bijdrage. Een vut-aanspraak is immers volstrekt vreemd aan de materiële rechtspositie van de politieke ambtsdragers. Het is de bedoeling dat de nader te stellen regels het regiem van inhoudingen ter zake van pensioenen en sociale zekerheid zoals dat geldt of gaat gelden voor het overheidspersoneel volgen. De sub-delegatie «krachtens algemene maatregel van bestuur» is bedoeld om op het niveau van een ministeriële regeling bedragen en percentages die frequent aan wijziging onderhevig plegen te zijn te kunnen wijzigen, zoals te hanteren franchisebedragen en inhoudingspercentages. In verband met het doen vervallen van de leeftijdsondergrens voor de pensioenopbouw is de huidige inhoud van het tweede en het derde lid van artikel 106 vervallen. Deze artikelleden gaven de basis voor een aangepaste inhoudingspost voor onder-25-jarigen. De onderdelen X tot en met JJ Deze onderdelen bevatten wijzigingen van artikelen van de vijfde afdeling van de Appa (Leden van Gedeputeerde Staten, waaronder in dezen begrepen de wethouders). Deze wijzigingen zijn voorzover inhoudelijk van aard volledig en voorzover redactioneel van aard nagenoeg gelijk aan wijzigingen die in het vorenstaande zijn toegelicht. Artikel II Dit artikel betreft de in het algemeen gedeelte van de toelichting bedoelde «brutering». De gevolgen daarvan, in samenhang met het nieuwe regiem van inhoudingen, voor het netto-inkomen van belangheb benden komen overeen met de gevolgen die optreden voor ambtenaren. De memorie van toelichting op het wetsvoorstel FVP/ABP (paragraaf 8.5, De effecten van de lastenverdeling) bevat dienaangaande een tabel. Deze tabel heeft betrekking op 1 januari 1994, als oorspronkelijk beoogde datum van ingang. De tabel behoudt echter, ook indien een later tijdstip van inwerkingtreding wordt verondersteld, zijn betekenis als indicator van de effecten op het netto-inkomen van de categorieën van belangheb benden waarop het voorliggende wetsvoorstel tot wijziging van de Appa betrekking heeft. Effecten vanaf 1 januari 1995 voor de ambtenaren als gevolg van de verminderde mitigering van het vut-bijdrageverhaal, treden immers niet op voor de voormelde categorieën (zie de toelichting op onderdeel W). Voor de inkomensgroepen waartoe de politieke ambtsdragers in overgrote meerderheid behoren zullen effecten optreden van ongeveer 0,8 procent negatief tot ongeveer 2,5 procent positief. Het positieve effect voor de hogere bruto-inkomens wordt veroorzaakt door het gewijzigde uitgangspunt van het zogenoemde pensioenbijdrage-verhaal. Het is de bedoeling om deze wijziging eveneens door te laten werken in het systeem van de inhouding van een bedrag als pensioenpremie op het inkomen van een (gewezen) politieke ambtsdrager als zodanig (de artikelen 106 en 160 van de Appa). Dat systeem is, zoals eerder opgemerkt, ook nu gebaseerd op de regeling van het verhaal van pensioenbijdrage. De voormelde wijziging van uitgangspunt is, dat het aandeel van de ambtenaren in de pensioenfinanciering in een vaste verhouding (35-65) komt te staan tot de «werkgevers»-bijdrage. In het huidige systeem wordt het verhaal, onafhankelijk van de hoogte van de werkgevers-bijdrage.
7 berekend als een percentage van het ambtelijk inkomen boven een franchise. Feitelijk kan in dat systeem het aandeel van de hoger bezol digden oplopen tot ongeveer 50 procent van de werkgeversbijdrage. De onderhavige inkomenswijziging («brutering») behoort, zoals eerder gezegd, niet doorte werken in pensioenaanspraken die zijn opgebouwd tot het tijdstip van die wijziging (zie de toelichting op artikel I, onderdeel A) en evenmin op ingegane pensioenen. Dit laatste wordt bewerkstelligd door het derde lid van artikel II. De brutering moet daarentegen wel doorwerken in (de berekeningsgrondslag van) ingegane uitkeringen ter zake van aftreden als politiek ambtsdrager en overeenkomstige uitke ringen. Daartoe strekt het eerste lid, onderdeel b, van artikel II. Die uitkeringen immers worden evenals het «actieve» inkomen onderworpen aan het nieuwe inhoudingenregiem. Artikel III Dit wetsvoorstel bevat mede een wijziging van de maatstaf voor de aanpassing van de pensioenen. De huidige maatstaf dient nog te gelden voor een aanpassing vóór de inwerkingtreding van de voorgestelde wet. Artikel III geeft dit uitdrukkelijk aan. Dat is nodig omdat een wijziging van de bezoldiging van het rijkspersoneel met een algemeen karakter, de huidige maatstaf, veelal geruime tijd na de ingang ervan formeel wordt geregeld. Dat zal dus met zo'n wijziging ingaande voor de vorenbedoelde inwerkingtreding het geval kunnen zijn na die inwerkingtreding. Artikel IV Deze overgangsbepaling hangt samen met de invoering van een gelijke franchise voor de pensioenberekening, voorzover betreffende tijd na 31 december 1994 (zie onder andere artikel I, onderdeel E). Die invoering dient geen effect te hebben op reeds voor 1 januari 1995 toegekende nabestaanden en wezenpensioenen. Dit hoewel deze pensioenen, in verband met de mogelijke fictieve doortelling van tijd (tussen het overlijden en het tijdstip waarop de overledene de leeftijd van 65 zou hebben bereikt) voor de berekening van het pensioen waarvan zij zijn afgeleid, betrekking kunnen hebben op tijd na 31 december Artikel IV strekt ertoe de onderhavige pensioenen ongewijzigd te laten. Artikel V De strekking van dit wetsvoorstel is, zoals gezegd, om de gevolgen voor de materiële rechstpositie van het overheidspersoneel die voortkomen uit het wetsvoorstel FVP/ABP overeenkomstig neerslag te doen vinden in de materiële rechtspositie van de politieke ambtsdragers. Die gevolgen betreffen in belangrijke mate het zogenoemde bruto-nettotraject. De desbetreffende maatregelen moeten ten aanzien van de politieke ambtsdragers regeling vinden in de algemene maatregelen van bestuur op grond van de met dit wetsvoorstel te wijzigen artikelen 106 en 160. Die maatregelen moeten toegepast kunnen worden vanaf de inwerkingtreding van de voorgestelde wet; het tijdstip daarvan is naar beoogd gelijk aan dat van het wetsvoorstel FVP/ABP. De Minister van Binnenlandse Zaken, E. van Thijn
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 33 Besluit van 28 december 1994, houdende wijziging van het koninklijk besluit van 25 juni 1993, houdende vaststelling van regelen, bedoeld in
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 303 Besluit van 30 mei 1996, houdende wijziging van het koninklijk besluit van 25 juni 1993, houdende vaststelling van regelen, bedoeld in de
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 632 Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (de maatstaf voor de duur van het recht op uitkering en enige andere onderwerpen)
Nadere informatieCirculaire. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
de directeur-generaal voor de Algemene Bestuursdienst, het hoofd P&O van de Tweede Kamer der Staten- Generaal, de provinciebesturen, de gemeentebesturen en de waterschapsbesturen Circulaire Onderwerp Doelstelling
Nadere informatieNr. 62 Vermindering ouderdomspensioen bij eindigen deelneming door omzetting in partnerpensioen bij overlijden voor 65 jaar
Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels: Nr. 62 Vermindering ouderdomspensioen bij eindigen deelneming door omzetting in partnerpensioen bij overlijden voor 65 jaar Vermindering
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 692 Het stellen van nadere regels in verband met de introductie van een toeslagregeling ter compensatie van het gemis aan overhevelingstoeslag
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2016:755
ECLI:NL:CRVB:2016:755 Instantie Datum uitspraak 03-03-2016 Datum publicatie 10-03-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13/1513 APPA Ambtenarenrecht
Nadere informatiecirculaire 2. Voorzieningen voor pensioen en waardeoverdracht van Appagerechtigden
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de directeur-generaal voor de Algemene Bestuursdienst, het hoofd P&O van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, het hoofd P&O van de Tweede Kamer
Nadere informatieouderdomspensioen heeft omgezet in partnerpensioen als 1 januari 2018 bedoeld in de overgangsbepaling 62.
Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels: Nr. 83 Partnerpensioen ex-partner bij overlijden voor 65 jaar Recht op bijzonder Bij overlijden van de gewezen deelnemer voor 65
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 221 Wijziging van een aantal sociale verzekeringswetten (Wet afschaffing malus en bevordering reïntegratie) Nr. 6 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 813 De gevolgen van de privatisering van het ABP voor de pensioenen en uitkeringen van het personeel van de Koninklijke Hofhouding (Wet gevolgen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 424 Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers, de Wet privatisering ABP, de Werkloosheidswet en de Ziektewet in verband met
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 120b 24 441 Aanpassing van een aantal wetten in verband met de privatisering van het Algemeen burgerlijk pensioenfonds (Aanpassingswet privatisering
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 581 Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers, de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer en enkele andere wetten in verband
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 320 Wet van 10 juli 2013 tot wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers in verband met de verhoging van de pensioengerechtigde
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 378 Besluit van 1 augustus 1995 tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren (aanvulling invaliditeitspensioen bij door
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 23440 Aanpassing van de vergoeding van verblijfkosten van leden van de Tweede Kamer en enige andere wijzigingen van de Wet schadeloosstelling leden
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 322 27 692 Het stellen van nadere regels in verband met de introductie van een toeslagregeling ter compensatie van het gemis aan overhevelingstoeslag
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Pensioenreglement wijzigingen Stichting Pensioenfonds ABP
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20035 15 december 2010 Pensioenreglement wijzigingen Stichting Pensioenfonds ABP De minister van Binnenlandse Zaken en
Nadere informatieAanpassing pensioenen en inhoudingen Appa
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de directeur-generaal van de Algemene Bestuursdienst, net hoofd P&O van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, het hoofd P&O van de Tweede Kamer der
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 073 Wet houdende een nieuwe regeling voor verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds (Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1985-1986 19 000 Wijziging van de Algemene burgerlijke pensioenwet en de Spoorwegpensioenwet Nr. 8 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 9 december 1985 In
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 711 Wijziging van de Pensioen- en spaarfondsenwet en enige andere wetten (recht van keuze voor ouderdomspensioen in plaats van nabestaandenpensioen
Nadere informatie1 Privatisering van het ABP
1 Privatisering van het ABP 1 Wat waren de consequenties van de privatisering van het ABP? De pensioenregeling voor het overheidspersoneel was geregeld in de Algemene burgerlijke pensioenwet. Omdat het
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 189 Regels inzake de openbaarmaking van beloningen bij rechtspersonen of organisaties die deel uit maken van rechtspersonen die volledig of
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 875 Wijziging van een aantal wetten in verband met de vereenvoudiging en vernieuwing van het militaire pensioenstelsel (Aanpassingswet kaderwet
Nadere informatiePENSIOENREGLEMENT. Stichting Pensioenfonds ABP. Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds (versiedatum: ) 1
PENSIOENREGLEMENT Stichting Pensioenfonds ABP Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds (versiedatum: 04-12-2005) 1 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op: a. de gewezen deelnemer die is
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1985-1986 19 308 Wijziging van de Algemene burgerlijke pensioenwet en de Spoorwegpensioenwet met betrekking tot aanspraken van deelgerechtigden die de leeftijd
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 363 Besluit van 12 juni 1995, houdende toekenning van een eenmalige uitkering in 1992 en een eindejaarsuitkering in 1993 aan LSOP-ambtenaren
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 227 Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers met betrekking tot de uitkering bij aftreden en het nabestaandenpensioen Nr.
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 258 Besluit van 3 juli 2007, houdende aanpassing van enige fiscale uitvoeringsbesluiten Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,
Nadere informatieAanvullingen en kortingen in verband met de privatisering van het Algemeen burgerlijk pensioenfonds
Was u in dienst voor 1 januari 1996? Dan gelden er voor u extra regels: Nr. 52 Berekening ouderdomspensioen Pensioenaanspraken opgebouwd ABP betrekt bij de berekening van het pensioen: vóór 1 januari 2006
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 221 Rijkswet van 8 mei 2003 tot wijziging van de rijkswet van 20 december 1989, houdende regeling van pensioenen en uitkeringen aan Gouverneurs
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 551 Besluit van 11 december 2013, houdende regels ter uitvoering van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Besluit pensioen politieke
Nadere informatievast te stellen de 4e wijziging van de Rechtspositieregeling Brandweer Brabant Noord als volgt:
AGP 19 (d) ABVRBN 20130403 Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord, - gelet op het bepaalde in de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord 2011; - gelet op het voorstel
Nadere informatieDe Minister van Binnenlandse Zaken
Pensioenovereenkomst (inclusief pensioenovereenkomst Defensie) (laatstelijk gewijzigd: 1 januari 2006; in de bijlage is vermeld welke wijzigingen in onderstaande tekst zijn verwerkt) De Minister van Binnenlandse
Nadere informatieeen circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de aanpassingsregeling Appa-pensioenen 201 1.
Ingekomen stukken aan Provinciale Staten provincie ZUID HOLLAND Vergadering Januari 201 1 Nummer 6301 onderwerp Ingekomen stukken 1 De voorzitter van Provinciale Staten van Zuid-Holland deelt u mede, dat
Nadere informatieBIZ Wet privatisering Abp, Wet kaderregeling vut Bekendmaking wijzigingen pensioenen fpu-regeling overheidspersoneel
BIZ Wet privatisering Abp, Wet kaderregeling vut Bekendmaking wijzigingen pensioenen fpu-regeling overheidspersoneel 11 augustus 1997/Nr. AB97/917 DGMP/AO/U Gelet op artikel 4, zesde lid, van de Wet privatisering
Nadere informatieAanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon "
Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon " STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG voor de werknemers geboren op of na 1 januari 1950 ORSIMA April 2018 1 Voorwoord
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 565 Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers in verband met de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd en de pensioenrichtleeftijd
Nadere informatie1. Algemene bepalingen. Begripsbepalingen
1. Algemene bepalingen Begripsbepalingen Artikel 1.1 Voor de toepassing van het bij of krachtens dit reglement bepaalde wordt verstaan onder: a. aangesloten werkgever: een werkgever als bedoeld in artikel
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 2 Besluit van 13 november 1999, houdende wijziging van het Besluit bijzondere voorzieningen militair nabestaandenpensioen Wij Beatrix, bij de
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 330 Wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 en van enige andere wetten (Wet aanvullend overgangsrecht fiscale behandeling pensioen) Nr.
Nadere informatieOvergangsbepalingen. Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels:
Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels: Nr. 131 Pensioengevend inkomen bij werkloosheidsuitkering of ontslaguitkering Werknemer met een lopend recht ABP betaalt het ABP
Nadere informatieAanpassing pensioenen en inhoudingen Appa Informatie. Artikelen 105, 106, 157 en 160 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers
de directeur-generaal van de Algemene Bestuursdienst, het hoofd P&O van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, het hoofd P&O van de Tweede Kamer der Staten- Generaal, de provinciebesturen, de gemeentebesturen
Nadere informatie========= ===== * Recht op suppletie 13:2 t/m 13:5. * Suppletie 13:6 t/m 13:11. * Betaling van de suppletie 13:12 en 13:13
13 SUPPLETIE Inhoudsopgave Onderwerp Artikel ========= ===== * Begripsomschrijvingen 13:1 * Recht op suppletie 13:2 t/m 13:5 * Suppletie 13:6 t/m 13:11 * Betaling van de suppletie 13:12 en 13:13 * Scholing,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 832 Wijziging van de Wet privatisering ABP in verband met de wijziging van de aanwijzingsvoorwaarden voor deelneming in het ABP Nr. 3 Het advies
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 217 Vaststelling van een kader voor regeling van rechten en verplichtingen van overheidspersoneel, onderwijspersoneel en daarmee gelijk te stellen
Nadere informatiePensioenreglement Stichting Pensioenfonds (versiedatum: ) 25
2016 Overgangsbepaling B bij artikel 7.5 Opbouw aanspraak op ouderdomspensioen vanaf 1 januari 2006 voor deelnemer geboren vóór 1 januari 1950, die: a. recht heeft gehad op een bijzondere uitkering als
Nadere informatieWijziging pensioenreglement Stichting Pensioenfonds ABP
BZK Wijziging pensioenreglement Stichting Pensioenfonds ABP 19 december 2007/Nr. 2007-0000550234 DGMOS/DAOS/Afd. A&A De Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties, gelet op artikel 4, zesde
Nadere informatie1. Algemene bepalingen. Begripsbepalingen
1. Algemene bepalingen Begripsbepalingen Artikel 1.1 Voor de toepassing van het bij of krachtens dit reglement bepaalde wordt verstaan onder: a. aangesloten werkgever: een werkgever als bedoeld in artikel
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 711 Wijziging van de Pensioen- en spaarfondsenwet en enige andere wetten (recht van keuze voor ouderdomspensioen in plaats van nabestaandenpensioen
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2006 2007 30 937 Wijziging van de Toeslagenwet en intrekking van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid in verband met het verbeteren en vereenvoudigen
Nadere informatiePENSIOENREGLEMENT 2 Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino
1 PENSIOENREGLEMENT 2 Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino Artikel 1. Definities In dit reglement wordt verstaan onder: het fonds : Stichting Pensioenfonds Holland Casino; het bestuur : het bestuur
Nadere informatieSTICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>
STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van gevestigd te Legenda Blauw = invullen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 314 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet financiering sociale verzekeringen en de Wet op de huurtoeslag en enige andere wetten in
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 30 425 Wijziging van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer, de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer, de Wet schadeloosstelling, uitkering
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 14515 20 mei 2014 Regeling van de minister voor Wonen en Rijksdienst van 15 mei 2014, nr. 2014-0000264200, inzake de gratificatie
Nadere informatieNr /14 Middelburg, 18 augustus Aan de Provinciale Staten van Zeeland,
Wijziging uitkerings- en pensioenverordening Zeeuwse waterschapsbestuurders Commissie: Algemeen Bestuur Nr. WEB-632 Vergadering 16 oktober 1998 Agenda nr......... Gedeputeerde met de verdediging belast:
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 946 Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers en van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer in verband met een verkorting
Nadere informatieGEMEENTE SCHERPENZEEL
GEMEENTE SCHERPENZEEL Aan de leden van de raad Scherpenzeel, 9 september 1997 Kenmerk : POC/RK Voorstelnr. : 01-XI- Commissie : ABZ Portefeuille : burgemeester J.J.H. Colijn-de Raat Onderwerp : Uitkerings-
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1978-1979 15 339 Wijziging van de inkomstenbelasting en de loonbelasting in het kader van het belastingplan 1979 Nr. 4 BIJLAGEN BIJ DE MEMORIE VAN TOELICHTING
Nadere informatieAanvullend reglement
Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) 2019 Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van gevestigd te Pensioenopbouw boven de Salarisgrens
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 47 Besluit van 22 januari 1998, houdende wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden werknemersverzekeringen 1990 Wij
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 667 Wijziging van de Algemene nabestaandenwet en enige andere wetten in verband met de verlening van een tegemoetkoming aan personen die een
Nadere informatieREGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN
REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN Februari 2011 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Inleidende bepalingen 1.
Nadere informatieWijziging pensioenregeling overheidspersoneel
BZK Wijziging pensioenregeling overheidspersoneel 12 januari 2000/Nr. AB1999/U100391 DGMP/AO De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Gelet op artikel 4, zesde lid, van de Wet privatisering
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 69 Wet van 20 december 2001 tot wijziging van een aantal wetten in verband met de vereenvoudiging en vernieuwing van het militaire pensioenstelsel
Nadere informatieUitkerings- en pensioenverordening Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
Provinciaal Blad 1995-17 Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 31 januari 1995, nr. 95-160038, tot afkondiging van de Uitkerings- en pensioenverordening Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 565 Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers in verband met de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd en de pensioenrichtleeftijd
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 21 184 Nr. 4 Wijziging van de Wet vereenvoudiging tariefstructuur en aftrekposten in de loon en inkomstenbelasting, de Wet invoering en aanvulling
Nadere informatieUitkerings- en pensioenverordening wethouders
Uitkerings- en pensioenverordening wethouders van de gemeente Dordrecht Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie
Nadere informatiePENSIOENREGLEMENT Stichting Pensioenfonds ABP
PENSIOENREGLEMENT Stichting Pensioenfonds ABP Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds 1 1. Algemene bepalingen Begripsbepalingen Artikel 1.1 Voor de toepassing van het bij of krachtens dit reglement
Nadere informatieUitkeringen bij wijze van pensioen
Uitkeringen bij wijze van pensioen Uitvoeringsregels voor de toekenning en berekening van de hoogte van de uitkering. Ministerie van Algemene Zaken afdeling P&O St. Maarten, juni 2012 Inhoudsopgave Inhoudsopgave
Nadere informatieGelet op artikel 97, zevende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;
Regeling uitkering substantieel bezwarende functies 2006 [Regeling vervalt per 01-04-2015.] Zichtdatum 07-02-2018 Geldend van 01-01-2010 t/m 31-03-2015 Regeling uitkering substantieel bezwarende functies
Nadere informatieUitkerings- en pensioenverordening wethouders van de gemeente Den Haag.
CVDR Officiële uitgave van 's-gravenhage. Nr. CVDR11169_1 27 maart 2018 Uitkerings- en pensioenverordening wethouders van de gemeente Den Haag. AFDELING I DE UITKERING Artikel 1 Het recht op uitkering
Nadere informatieAanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog)
Aanvullend reglement 2017 Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog) Aanvullend reglement 2 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1. Definities 4 2. Algemeen 5 3. Deelname 5 4. Vaststelling Aanvullende pensioengrondslag
Nadere informatieWijziging CAR-LAR als gevolg van circulaire CVA/U201100883 en CVA/U201100308 per 1 april 2012
11
Nadere informatieAanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015
Aanvullend reglement 1 Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015 20150324 Reglement Pensioenopbouw Extra pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015 Aanvullend reglement 2 Voorwoord
Nadere informatieVoorstel tot wijziging Overgangsbepaling kan vervallen. Deze doelgroep kan niet meer voorkomen.
Wijzigingen Hoofdstuk 17 Tekstuele wijzigingen algemeen Artikel 17.7.9 overgangsbepaling B Overgangsbepaling B bij artikel 17.7.9 Recht op compensatie voor degene die vóór 1 juli 1996 met dezelfde persoon
Nadere informatiePensioenovereenkomst (inclusief pensioenovereenkomst voor beroepsmilitairen)
Pensioenovereenkomst (inclusief pensioenovereenkomst voor beroepsmilitairen) De overheidswerkgevers verenigd in de Stichting Verbond Sectorwerkgevers Overheid (VSO), te weten de werkgevers van het personeel
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 941 Wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Coördinatiewet
Nadere informatieVennootschapsbelasting. Pensioen; knip in de opbouw van pensioenrechten
Vennootschapsbelasting. Pensioen; knip in de opbouw van Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein winstbelastingen Besluit van 26 juni 2003, nr. CPP2003/1406M De directeur-generaal
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 625 Wet van 21 december 2000, houdende wijziging van de Pensioen- en spaarfondsenwet en enige andere wetten (recht van keuze voor ouderdomspensioen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1984-1985 18 867 Wijziging van de Tijdelijke Wet Arbeidsvoorwaarden collectieve sector MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Karakter van de wijziging De voorziening
Nadere informatieWET VEREVENING PENSIOENRECHTEN BIJ SCHEIDING
WET VEREVENING PENSIOENRECHTEN BIJ SCHEIDING Artikel 1 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder: a. scheiding: echtscheiding of scheiding van tafel en bed dan
Nadere informatieUitkering- en pensioenverordening gewezen wethouders Oss. UITKERINGS- EN PENSIOENVERORDENING WETHOUDERS OSS 1994 Afdeling I De uitkering
CVDR Officiële uitgave van Oss. Nr. CVDR107341_1 20 maart 2018 Uitkering- en pensioenverordening gewezen wethouders Oss UITKERINGS- EN PENSIOENVERORDENING WETHOUDERS OSS 1994 Afdeling I De uitkering ARTIKEL
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 526 Besluit van 10 december 2007 tot wijziging van het Inkomensbesluit IOAW en het Inkomensbesluit Toeslagenwet in verband met enige wijzigingen
Nadere informatieAanvulling 3 op het Pensioenreglement 2011
Aanvulling 3 op het Pensioenreglement 2011 Het Pensioenreglement 2011 geldend voor werknemers voor wie op 31 juli 2011 het pensioenreglement 2008 van toepassing is dan wel in dienst getreden op of na 1
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 122 Wet van 15 maart 2010 tot harmonisatie van uitkeringsrechten van leden van de Tweede Kamer, wijzigingen in verband met de openbaarmaking
Nadere informatieWij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
(Tekst geldend op: 01-01-2011) Besluit van 18 december 2000, houdende vaststelling van het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie, alsmede houdende wijziging van onder meer het Besluit
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 321 Wijziging van de Wet privatisering ABP in verband met enkele technische wijzigingen, een mogelijkheid om voor het nettopensioen af te wijken
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1985-1986 19383 Intrekking van de Werkloosheidswet, invoering van een nieuwe Werkloosheidswet en een aantal andere wetten, alsmede de in het kader van die
Nadere informatieGemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2002 / 28. Naam Uitkerings- en Pensioenverordening Wethouders (1970)
Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2002 / 28 Naam Uitkerings- en Pensioenverordening Wethouders (1970) Publicatiedatum 19 december 2001 (Voorlopige publicatie: na verkrijging goedkeuring van Gedeputeerde
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 205 Privatisering van het Algemeen burgerlijk pensioenfonds (Wet privatisering ABP) Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 17 oktober 1995 In het
Nadere informatieReglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics
Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics Inhoud REGLEMENT ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN STICHTING VOORZIENINGSFONDS GETRONICS Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 1
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 933 Wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met de implementatie van Richtlijn 2014/50/EU van het
Nadere informatie