SAMENWERKING ZUIVERINGSBEHEER HOOGHEEMRAASCHAP VAN DELFLAND - HOOGHEEMRAADSCHAP VAN RIJNLAND

Transcriptie

1 agendapunt 4.a Aan Delfland Management Team SAMENWERKING ZUIVERINGSBEHEER HOOGHEEMRAASCHAP VAN DELFLAND - HOOGHEEMRAADSCHAP VAN RIJNLAND Verantwoordelijk DMT Bos, J.L. Datum 9 juli 2014 Aard bespreking Besluitvormend Naam steller Bos, J.L. Afstemming SEI/MSEI Bijlagen 1 Zaaknummer Gremia Datum Aard Advies/ Parafering besluit PFO Olphen B Conform Geparafeerd door: Bos, J.L. D&H H Conform Geparafeerd door: Bos, J.L. DMT Gevraagd besluit Delfland Management Team I. Kennis nemen van de uitkomsten van het vervolgonderzoek op samenwerking zoals vastgelegd in de rapportage "Samenwerking in het zuiveringsbeheer - een inhoudelijke verkenning" van maart 2014; II. Kennis te nemen van voorgestelde vervolgaanpak om te komen tot een bestuurlijke koers op de samenwerking binnen zuiveringsbeheer in het laatste kwartaal van Besluit Delfland Management Team Gevraagd besluit College van Dijkgraaf en Hoogheemraden Kennis nemen van de uitkomsten van het vervolgonderzoek op samenwerking zoals vastgelegd in de rapportage "Samenwerking in het zuiveringsbeheer - een inhoudelijke verkenning" van maart 2014; 2. De onderstaande voorgestelde vervolgaanpak om te komen tot een bestuurlijke koers op de samenwerking binnen zuiveringsbeheer in het laatste kwartaal van 2014 vast te stellen.. De zomerperiode gebruiken de twee waterschappen om de eigen interne studies naar de toekomst van het zuiveringsbeheer af te ronden;. Na afronding van interne studies naar het zuiveringsbeheer wordt in het najaar van 2014 vastgesteld of er mogelijkheden zijn voor een gezamenlijke bestuurlijke koers op samenwerking in het zuiveringsbeheer. Het gaat hierbij over de vraagstukken van bestuurlijke opportuniteit en wenselijkheid om het totaal van het zuiveringsbeheer van de twee waterschappen te integreren;. Indien er een gezamenlijk beeld en gedragen bestuurlijke koers op het zuiveringsbeheer

2 kan worden uitgezet wordt dit in de eerste maanden van 2015 in een notitie vastgelegd. Uitvoering hiervan kan plaatsvinden na de waterschapsverkiezingen en coalitievorming in maart/april 2015;. Het uitwerken van een gezamenlijke onderhoudsdienst voor het zuiveringsbeheer is een terugvaloptie. Deze optie is aan de orde als blijkt dat samenwerking op het totaal van het zuiveringsbeheer op onvoldoende draagvlak kan rekenen;. Op projectmatige basis zal er na de zomer gestart worden met samenwerking op de volgende twee onderwerpen: Onderzoek naar het effect van nieuwe zuiveringsnormen voor het zuiveringsbeheer. Hierbij worden strategieën ontwikkeld en op hoofdlijnen uitgewerkt wat dit betekent voor toekomstige investeringen;. Uitwerken van een gezamenlijk project voor asset management zuiveringsbeheer. Besluit College van Dijkgraaf en Hoogheemraden Voorstel PFO Han van Olphen in te stemmen met het gezamenlijk met Rijnland opgesteld D&H-voorstel voor samenwerking in het zuiveringsbeheer Advies PFO Han van Olphen

3 Samenwerking zuiveringsbeheer Hoogheemraadschap van Delfland - Hoogheemraadschap van Rijnland 1. Probleemstelling - context De Hoogheemraadschappen van Delfland (HHD), Rijnland (HHR) en Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) hebben afgelopen jaren twee onderzoeken uitgevoerd naar de mogelijkheden om intensiever samen te werken in het zuiveringsbeheer. De samenwerking op het zuiveringsbeheer is ingegeven vanuit de noties van het Bestuursakkoord water en de verwachting dat er kansen zijn om op het gebied van kosten, kwaliteit van dienstverlening en kwetsbaarheid het zuiveringsbeheer te kunnen verbeteren. Na de succesvolle oplevering van een gezamenlijk uitgevoerde quick scan in 2012 is er in 2013 een vervolgonderzoek gestart. Een vervolgonderzoek dat de volgende vier samenwerkingsmogelijkheden heeft verkend: 1. Beleid, Planvorming en Innovatie; naar een gemeenschappelijke afdeling beleid en technologie; 2. Gezamenlijke Procesvoering; naar een centrale regiekamer; 3. Gezamenlijk Onderhoud; naar een gezamenlijke onderhoudsdienst voor de afvalwaterzuivering en het transportsysteem; 4. Samenwerking in het zuiveringsbeheer conform het model Waterschapsbedrijf Limburg; Maart 2014 is de eindrapportage van dit vervolgonderzoek opgeleverd. Deze rapportage is als bijlage bijgevoegd. De uitkomsten van dat vervolgonderzoek zijn vervolgens op directieniveau besproken en op bestuurlijk niveau met de portefeuillehouders zuiveringsbeheer. Op basis van directie- en bestuurlijke bespreking van de rapportage Samenwerken in het zuiveringsbeheer een inhoudelijke verkenning van de kansen zijn de volgende conclusies getrokken: De uitkomsten van het vervolgonderzoek op samenwerking geven een goed beeld op de mogelijkheden (voor- en nadelen) voor intensievere samenwerking; Voor HHSK liggen de uitdagingen op het zuiveringsbeheer in de regio Rotterdam en zij zien de mogelijkheden voor samenwerking meer in de richting van WSHD en WSRL. HHSK zal niet verder deelnemen aan een vervolgproces op samenwerking met HHD en HHR; HHD en HHR zien in de uitkomsten van het onderzoek en hun perspectief op de toekomst van het zuiveringsbeheer voldoende kansen om een gezamenlijk vervolgproces op samenwerking te initiëren; Er lopen bij HHD en HHR parallel aan het onderzoek naar samenwerking ook andere studies naar toekomst van het zuiveringsbeheer. Extra en nieuw onderzoek initiëren is in dit stadium niet nodig. Voordat er verder gestudeerd wordt is bestuurlijk koers nodig op de samenwerking tussen de twee waterschappen. In een gezamenlijk overleg hebben de portefeuillehouders zuiveringsbeheer van HHD en HHR afgesproken dat de uitkomsten van het onderzoek inclusief het vervolgproces op samenwerking tussen de twee waterschappen wordt voorgelegd aan de colleges van D&H. 2. Beoogd effect Voorliggend voorstel is in gezamenlijkheid door HHD en HHR opgesteld en wordt gelijktijdig (8 juli 2014) aan beide colleges van D&H voorgelegd. Het voorstel kent de volgende twee beslispunten: 1. Kennis nemen van de uitkomsten van het vervolgonderzoek op samenwerking zoals vastgelegd in de rapportage Samenwerking in het zuiveringsbeheer een inhoudelijke verkenning van maart 2014; 2. In te stemmen met de voorgestelde vervolgaanpak op samenwerking tussen de Hoogheemraadschappen van Delfland en Rijnland op het zuiveringsbeheer.

4 De vervolgaanpak voorziet in een proces waarbij in het laatste kwartaal van 2014 een bestuurlijke koers op samenwerking wordt uitgezet. Hiertoe wordt de zomerperiode benut om de bij HHD en HHR lopende interne onderzoeken verder af te ronden. Alle studies worden in het najaar van 2014 samengebracht. De verwachting is dat er op dat moment voldoende informatie en inzicht is om een bestuurlijke koers te bepalen op de samenwerking in het zuiveringsbeheer. Nieuw onderzoek voor deze gezamenlijke koersbepaling is niet nodig. Hiermee trekken de twee waterschappen in gezamenlijkheid op als het gaat om het trekken van conclusies op de toekomstige ontwikkeling van het zuiveringsbeheer en de samenwerking. 3. Kernboodschap HHD, HHR en HHSK hebben in het eerste kwartaal van 2014 een verkenning afgerond naar mogelijkheden voor samenwerking in het zuiveringsbeheer. De resultaten van deze verkenning zijn besproken op directieniveau en met de portefeuillehouders zuiveringsbeheer. Dit heeft geresulteerd in conclusies en de aanpak voor een vervolgproces. HHSK ziet de uitdagingen voor het zuiveringsbeheer liggen in de regio Rotterdam en concentreert zich op samenwerking met waterschappen Hollandse Delta en Rivierenland. HHD en HHR delen eenzelfde breed perspectief op de toekomst van het zuiveringsbeheer en zien in de verkenning voldoende aanknopingspunten om gezamenlijk een vervolgaanpak uit te werken. De voorgestelde vervolgaanpak ziet er als volgt uit: De zomerperiode gebruiken de twee waterschappen om de eigen interne studies naar de toekomst van het zuiveringsbeheer af te ronden; Na afronding van interne studies naar het zuiveringsbeheer wordt in het najaar van 2014 vastgesteld of er mogelijkheden zijn voor een gezamenlijke bestuurlijke koers op samenwerking in het zuiveringsbeheer. Het gaat hierbij over de vraagstukken van bestuurlijke opportuniteit en wenselijkheid om het totaal van het zuiveringsbeheer van de twee waterschappen te integreren; Indien er een gezamenlijk beeld en gedragen bestuurlijke koers op het zuiveringsbeheer kan worden uitgezet wordt dit in de eerste maanden van 2015 in een notitie vastgelegd. Uitvoering hiervan kan plaatsvinden na de waterschapsverkiezingen en coalitievorming in maart/april 2015; Het uitwerken van een gezamenlijke onderhoudsdienst voor het zuiveringsbeheer is een terugvaloptie. Deze optie is aan de orde als blijkt dat samenwerking op het totaal van het zuiveringsbeheer op onvoldoende draagvlak kan rekenen; Op projectmatige basis zal er na de zomer gestart worden met samenwerking op de volgende twee onderwerpen: o Onderzoek naar het effect van nieuwe zuiveringsnormen voor het zuiveringsbeheer. Hierbij worden strategieën ontwikkeld en op hoofdlijnen uitgewerkt wat dit betekent voor toekomstige investeringen; o Uitwerken van een gezamenlijk project voor asset management zuiveringsbeheer. 4. Historie - eerdere besluitvorming Structurele samenwerking HHD-HHR-HHSK In maart 2010 hebben de colleges van HHD, HHR en HHSK de intentie uitgesproken om meer gezamenlijk op te trekken. Daartoe zijn de secretarisdirecteuren gevraagd om te onderzoeken op welke terreinen samenwerking kan leiden tot eventueel kostenvoordeel en/of kwaliteitsborging. Op verschillende terreinen en niveaus worden al stappen gezet voor verdergaande samenwerking tussen de drie waterschappen. In 2012 is hiertoe een visiedocument opgesteld en daarin is de samenwerking in het zuiveringsbeheer als kansrijk onderwerp op de samenwerkingsagenda gekomen. In 2012 hebben de secretarisdirecteuren opdracht gegeven tot het uitvoeren van een quick scan naar samenwerkingskansen in het zuiveringsbeheer; In 2013 hebben secretarisdirecteuren en de portefeuillehouders zuiveringsbeheer, op basis van de quick scan, ingestemd met het uitvoeren van een verkenning naar vier specifieke samenwerkingsmodellen; Begin 2014 is de verkenning van de vier samenwerkingsmodellen als rapportage opgeleverd. 2

5 5. Regelgeving en Beleid Bestuursakkoord water Unie van Waterschappen heeft in 2011 met andere koepelorganisaties en het Rijk afspraken gemaakt over intensievere samenwerking in de waterketen en het verminderen van kosten. Dit is vastgelegd in het Bestuursakkoord water. Waterschappen hebben naast afspraken over kostenvermindering door samenwerking met gemeenten, ook afspraken gemaakt om autonoom kosten te besparen. In totaal staan waterschappen in Nederland aan de lat om 140 miljoen euro kosten te besparen door samenwerking met gemeenten en voor 100 miljoen aan de lat door het nemen van autonome maatregelen om de kosten te besparen. Daarnaast benoemt het Bestuursakkoord water twee opgaven die gaan over het verbeteren van de kwaliteit van dienstverlening en het verminderen van de kwetsbaarheid (systeem en personeel). Met de samenwerking en het beoogde vervolgproces tussen HHD en HHR wordt invulling gegeven aan de afspraken uit het Bestuursakkoord water. 6. Financiën Voorliggend voorstel heeft geen financiële implicaties. 7. Duurzaamheid Niet van toepassing 8. Organisatorische en personele consequenties Na de zomer zal gewerkt worden aan een proces van koersbepaling in het zuiveringsbeheer voor HHD en HHR. Hier is ambtelijk inzet en capaciteit nodig die voorzien is in de jaarplanning van Delfland. In de jaarplannen 2015 en 2016 zal de capaciteitsbehoefte en inzet worden geborgd op het moment dat de colleges van D&H van HHD en HHR besluiten om een gezamenlijke koers op het zuiveringsbeheer uit te laten werken. 9. OR/GO Na behandeling van dit voorstel door de colleges van D&H van HHD en HHR en de behandeling van het vervolgproces met de secretarisdirecteuren wordt dit onderwerp ter kennisname teruggekoppeld aan het gezamenlijke overleg dat de Secretarisdirecteuren hebben met de gezamenlijke ondernemingsraden van de waterschappen. 10. Risico- en beheersmaatregelen Niet van toepassing 11. Communicatie (in- en extern) Er zijn vaste afspraken gemaakt over de communicatie van de projecten die vallen onder de samenwerking tussen de drie waterschappen. Communicatie over de samenwerking in het zuiveringsbeheer is hierin een vast onderdeel en zal daarin meelopen. 12. Bekendmaking en vervolgprocedure Zie paragraaf toelichting 13. Bevoegd orgaan Het college van D&H is, op basis van art. 84 van de Waterschapswet, bevoegd om de vervolgaanpak op vervolg samenwerking tussen HHD en HHR vast te stellen. 14. Toelichting 1. Rapportage verkenning samenwerking zuiveringsbeheer De drie waterschappen hebben, ondersteund door de combinatie Royal Haskoning - DHV en Twynstra Gudde, de verkenning naar samenwerking in het zuiveringsbeheer uitgevoerd. Hierbij is aan de slag gegaan met de volgende vraagstelling: 3

6 Maak, van de vier geïdentificeerde samenwerkingsmogelijkheden, door middel van een nadere verkenning, inzichtelijk hoe de samenwerking tussen de waterschappen in het zuiveringsbeheer eruit kan zien, of er voldoende draagvlak is voor vervolgstappen op samenwerking en wat de voor- en nadelen van de vier mogelijkheden zijn ten opzichte van de huidige situatie en in het licht van de toekomstige ontwikkelingen in de afvalwaterketen. Aanpak De verkenning is uitgevoerd onder regie van een managementgroep met daarin de verantwoordelijke managers zuiveringsbeheer. De verkenning is ingestoken als een interactief proces, met inbreng van medewerkers van de drie hoogheemraadschappen. In een eerste ronde workshops zijn de huidige situatie en de invulling van de samenwerkingsvarianten besproken. In de tweede ronde zijn de consequenties van samenwerking in de betreffende varianten in beeld gebracht. Tussen de twee rondes workshops heeft afstemming plaatsgevonden met respectievelijk de projectgroep, managementgroep, secretarisdirecteuren en afdelingshoofden en teamleiders. De resultaten zijn uiteindelijk vastgelegd in een eindrapportage (zie bijgevoegde bijlage). Inhoud In de rapportage zijn vier samenwerkingsvarianten nader verkend. Het betreft de volgende vier mogelijkheden: 1. Een gemeenschappelijke afdeling beleid en technologie; 2. Een centrale regiekamer; 3. Een gezamenlijke onderhoudsdienst; 4. Samenwerking conform het model Waterschapsbedrijf Limburg. Voor iedere samenwerkingsvariant is in beeld gebracht welke inhoudelijke aspecten van het zuiveringsbeheer daar worden ondergebracht. Welke voor- en nadelen daaraan verbonden zijn en hoe er moet worden omgegaan in een transitiefase. Ook is per variant in beeld gebracht hoe een specifieke samenwerkingsvariant zich verhoudt tot andere samenwerkingsvarianten maar ook voor de samenwerking met gemeenten en impact op inwoners en de bestuurlijke aansturing van het zuiveringsbeheer. De adviesbureaus hebben op basis van de analyse van de vier samenwerkingsvarianten een zestal overwegingen in de rapportage opgenomen voor het vervolgproces. Dit zijn relevante en zeer leesbare overweging die in de vorm van vragen aan de orde komen. Deze overwegingen werken toe naar een advies voor het vervolgproces. Advies Het rapport geeft een viertal adviezen ten aanzien van het vervolgproces: 1. Pas een Scenariobenadering toe voor het vervolg van de samenwerking. De toekomst is immers dynamisch en deze benadering voorkomt dat er oplossingen worden bedacht die vanuit de huidige context logisch lijken maar voor de toekomst weinig flexibel zijn. 2. Bepaal de Randvoorwaarden voor verdergaande samenwerking, voordat de opdracht wordt gegeven voor nadere uitwerking van kansrijke varianten in concrete businesscases. 3. Werk twee varianten uit in twee aparte businesscases om de kosten, baten en de transitiefase zoveel als mogelijk te kwantificeren: a. de Onderhoudsvariant betreft samenvoegen van de onderhoudswerkzaamheden op de awzi s en het transportsysteem. Via contractafspraken (service level agreement; SLA) wordt het onderhoud aan alle zuiveringen uitgevoerd. b. de WBL-variant integreert de drie andere varianten waarbij er synergie ontstaat door beleid, procesvoering en onderhoud samen te voegen in een bovenregionaal verband. 4. Het onderzoek heeft ook mogelijkheden geïdentificeerd voor versterkte samenwerking op beleidstaken en harmonisatie werkprocessen die gekarakteriseerd zijn als het plukken van het Laaghangend fruit. 2. Conclusies n.a.v. rapportage De rapportage is in een finale bespreking met de managementgroep aan de orde geweest ter voorbereiding op bespreking met de drie secretarisdirecteuren en de portefeuillehouders zuiveringsbeheer. De managementgroep trekt de volgende conclusies uit de rapportage: 4

7 Conclusies managementgroep Specifiek voor de uitvoering van het vervolgonderzoek op de samenwerking in het zuiveringsbeheer is een managementgroep geformeerd die de inhoudelijke kwaliteitsborging van het onderzoek voor haar rekening nam. In deze managementgroep zaten het Sectorhoofd ZTO van HHD en de directeuren met de zuivering in portefeuille van HHR en HHSK. A. De waterschappen hebben het zuiveringsbeheer verschillend georganiseerd. Een organisatorische samenwerking (integratie) vraagt ontvlechting van onderdelen van het zuiveringsbeheer. De vraag hierbij hoe erg dit is en wat ervoor nodig is om op het gebied van werkprocessen, systemen en zuiveringsfilosofie naar elkaar toe te groeien? Een antwoord is op dit moment nog niet te geven. B. Er is in het onderzoek aandacht geschonken aan het effect op de samenwerkingstrajecten met de gemeenten. De inschatting die op dit moment wordt gemaakt is dat intensievere samenwerking tussen de drie waterschappen een positieve bijdrage kan leveren aan de uitvoering van de afspraken uit het Bestuurakkoord water met gemeenten. C. Hoe het toekomstperspectief van het zuiveringsbeheer en de samenwerking eruit ziet wordt door de drie waterschappen anders gepercipieerd. In ieder geval is de toekomst van het zuiveringsbeheer onzeker gezien maatschappelijke, technologische en governance gedreven veranderingen. Het is niet erg dat die toekomst op dit moment nog verschillend wordt beleefd en ingestoken. Er is naar mening van de managementgroep meer bestuurlijk rugdekking en een gezamenlijke koers nodig om de volgende stappen richting het advies van het eindrapport te kunnen maken. Conclusies n.a.v. bespreking portefeuillehouders De rapportage en de conclusies van de managementgroep zijn aan de orde geweest in het overleg tussen de drie secretarisdirecteuren. In dat overleg is de rapportage vastgesteld en zijn de vervolgstappen in beeld gebracht. De portefeuillehouders zuiveringsbeheer hebben vervolgens met elkaar de rapportage en de vervolgstappen besproken. Op basis van die besprekingen zijn de volgende conclusies getrokken: A. De uitkomsten van het vervolgonderzoek op samenwerking geven een goed beeld op de mogelijkheden (voor- en nadelen) voor intensievere samenwerking; B. Voor HHSK liggen de uitdagingen op het zuiveringsbeheer in de regio Rotterdam en zij zien de mogelijkheden voor samenwerking meer in de richting van Waterschap Hollandse Delta en Waterschap Rivierenland. HHSK zal niet verder deelnemen aan een vervolgproces op samenwerking in het zuiveringsbeheer met HHD en HHR; C. HHD en HHR zien in de uitkomsten van het onderzoek voldoende potentie om gezamenlijk een vervolgproces op samenwerking te initiëren. Beide waterschappen onderkennen een brede scope op samenwerkingsmogelijkheden en in potentie liggen de beelden op samenwerking dicht bij elkaar. Hiertoe is allereerst bestuurlijke behandeling noodzakelijk met een gedegen vervolgaanpak. D. Er lopen bij HHD en HHR parallel ook andere studies naar de organisatie en de toekomst van het zuiveringsbeheer. Het gaat hier om de volgende studietrajecten: HHR heeft op dit moment een (door de VV geïnitieerd) onderzoek lopen samen met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier naar de organisatie van het zuiveringsbeheer. Het doel van dat onderzoek is het in beeld brengen van diverse alternatieven voor het zuiveringsbeheer waarmee er input geleverd kan worden voor een debat over de toekomst van het zuiveringsbeheer. HHD geeft uitvoering aan het project AHR-T&T (vervolgproject op het onderzoek van de VV op de toekomstbestendigheid van het DBFO-contract met Delfluent) waarin koers en richting wordt bepaald op de toekomstige organisatie en aansturing van de zuiveringen van Delfland. De in 2012 uitgevoerde quick scan en de recent afgeronde verkenning op samenwerking, in combinatie met de interne studietrajecten, bieden voldoende kennis en informatie over het zuiveringsbeheer. Extra nieuw onderzoek initiëren is in dit stadium niet nodig. Voordat er verder gestudeerd wordt is bestuurlijk koers nodig op de samenwerking tussen de twee waterschappen. De portefeuillehouders zuiveringsbeheer en de SD s van HHD en HHR hebben afgesproken dat de uitkomsten van het onderzoek inclusief de vervolgaanpak op samenwerking tussen de twee waterschappen, in een gezamenlijke notitie, wordt voorgelegd aan de colleges van D&H. 5

8 3. Vervolgaanpak Op basis van het advies van de verkenning naar samenwerking en de ambtelijke en bestuurlijke conclusies is de vervolgaanpak opgesteld. In onderstaande drie paragrafen is de vervolgaanpak opgenomen. Najaar 2014 bestuurlijke koers bepalen Allereerst lijkt een gefaseerde aanpak, waarbij stap voor stap toegewerkt wordt, naar intensievere samenwerking op het zuiveringsbeheer een sleutel tot gedragen besluiten. Bestuurlijk draagvlak voor iedere fase, of tussenstap, is nodig waarbij voldoende ruimte is voor bijsturen en koersbepaling. Een volgende bestuurlijke stap in een gefaseerde aanpak dient zich nu aan. Er is in het najaar voldoende informatie en kennis voorhanden om een bestuurlijke koerst uit te kunnen zetten. Nu nieuw onderzoek uitzetten zal weinig extra kennis genereren die een bijdrage levert aan de totstandkoming van een bestuurlijke koers. De quick scan en het vervolgonderzoek geven een perspectief op samenwerkingsmogelijkheden. Daarnaast voert HHR samen met HHNK een onderzoek uit naar toekomstperspectieven op het zuiveringsbeheer dat na de zomer gereed is. HHD is bezig met de uitvoering van de aanbevelingen van de VV over het DBFO-contract waarmee eveneens voor het waterschap zicht komt op toekomstige perspectieven. Deze informatie zal voldoende basis geven om een koers uit te kunnen zetten op verdere samenwerking. In eerste instantie zal het hierbij gaan om intensievere samenwerking op het totaal van het zuiveringsbeheer. De verkenning laat zien dat hier de meeste winst te behalen is op de drie k s uit het Bestuursakkoord water. HHD en HHR zien het vervolgproces op de samenwerking dan ook vanuit het haasje-overprincipe. Hiermee wordt bedoelt: HHD en HHR ronden hun eigen interne studies af. Verwachting concept gereed eind september/begin oktober 2014; Op het moment dat die studies en processen in een conclusie/besluitvormingsfase komen (oktober 2014) wordt de informatie bij elkaar gebracht in een discussienotitie. HHD en HHR maken deze notitie gezamenlijk waarbij conclusie en koersbepaling in gezamenlijkheid op directie- en op bestuurlijk niveau kan plaatsvinden (D&H en VV); De colleges van D&H bespreken of de perspectieven op het zuiveringbeheer dicht genoeg bij elkaar liggen om een gezamenlijke koers op het zuiveringsbeheer overeen te komen (periode oktober november 2014); Op basis hiervan wordt een bestuurlijke notitie opgesteld over de gezamenlijke koers en richting op het zuiveringsbeheer (januari-februari 2015). Deze bestuurlijke notitie kan vervolgens, na de waterschapsverkiezingen en collegevorming, in het tweede kwartaal van 2015 tot uitvoering worden gebracht. Onderhoudsdienst als terugval optie In de rapportage van het vervolgonderzoek is opgenomen dat naast een WBL-variant het nuttig is om een businesscase uit te laten werken voor samenwerking op het gebied van onderhoud. Dit onder de noemer van een gezamenlijke onderhoudsdienst. HHD en HHR zien deze variant als een terugval optie op het moment dat samenwerking op het totaal van het zuiveringsbeheer vanuit bestuurlijk perspectief toch geen reële optie blijkt te zijn. Daarom wordt geadviseerd om niet op dit moment een businesscase voor een onderhoudsdienst voor HHD en HHR uit te werken maar hier pas mee te starten nadat blijkt dat volledige samenwerking op zuiveringsbeheer niet verder wordt verkend. Op projectmatige basis nu al verder Het onderzoek naar de samenwerking heeft ook op projectmatige basis mogelijkheden in beeld gebracht. Gekoppeld aan de reeds lopende trajecten gaan HHD en HHR in ieder geval op kort termijn starten met het samenwerking op onderstaande twee projecten. HHD start na de zomer van 2014 samen met de PPS-partner Delfluent met het in beeld brengen van de potentiële consequenties van de zuiveringen op het moment dat er vanuit Rijk en EU nieuwe normen komen voor de verwijdering van de zogenaamde nieuwe stoffen uit het afvalwater. Dit onderzoek zal naar verwachting een meerjarig karakter hebben. HHR zal vanaf het begin aansluiten zodat dit onderzoek met de drieën partijen wordt uitgevoerd. Hierbij wordt op strategisch en bovenregionaal niveau gekeken naar de 6

9 afvalwaterstromen en de langetermijn kosten van het zuiveren van afvalwater. Dit onderzoek zal resulteren in een globaal investeringsoverzicht en strategieën om te anticiperen op nieuwe opgaven in het zuiveringsbeheer. Dit alles om ook voor de toekomst meest kostenefficiënte manier van zuivering van afvalwater te kunnen blijven bieden. HHD en HHR zijn beide aan de slag met het uitwerken van en inspelen op de systematiek van asset management. Ook specifiek voor de zuiveringen. De twee waterschappen hebben de ambitie om de komende jaren voor het zuiveringsbeheer gelijk op te trekken en hier een gezamenlijk zuiveringsproject van te maken. Eind derde kwartaal 2014 zullen HHD en HHR in beeld hebben gebracht wat ervoor nodig is om beide asset management trajecten gelijk te trekken. De SD s kunnen dan, op basis van die analyse, beslissen of de trajecten ook daadwerkelijk gelijk worden getrokken en hier een gezamenlijk project van wordt gemaakt. 15. Bijlagen 1. Eindrapport vervolgonderzoek; Samenwerken in het zuiveringsbeheer een inhoudelijke verkenning van maart

10 Alleen in te vullen indien het een VV-voorstel betreft ** = in te vullen door team Bestuur Kenmerk VV : ** Vergaderdatum : Beleidsveld : Agendapunt : ** De Verenigde Vergadering van Delfland, op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van (datum collegevergadering), kenmerk (BIS-zaaknummer D&H besluit); gelezen het positieve/negatieve (bij ondertekening doorstrepen wat niet van toepassing is) advies van de commissie(s) (commissie noemen); overwegende dat: - (motiveer het besluit, waarom wordt dit besluit genomen). Gelet op: - artikel 84 van de Waterschapswet (bij D&H-voostellen); - artikel 77 van de Waterschapswet (bij VV-voorstellen); - alle andere wetgeving (zoals KRW, NBW, verordening Zuid-Holland, delegatiebesluit etc.; Besluit: Dit moet in overeenstemming zijn met het ontwerpbesluit (ontwerpbesluit kopiëren). Aldus besloten in de openbare vergadering van (datum) De Verenigde Vergadering voornoemd, de Secretaris, de Voorzitter, mr. drs. P.I.M. van den Wijngaart mr. M.A.P. van Haersma Buma