a) afspraak: I = Inkoopprijs v = verlies (V) = Verhouding V = Verkoopprijs w = winst (W) = Werkelijkheid

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "a) afspraak: I = Inkoopprijs v = verlies (V) = Verhouding V = Verkoopprijs w = winst (W) = Werkelijkheid"

Ferdinand Groen
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 1. Kopen en verkopen a) afspraak: I = Inkoopprijs v = verlies (V) = Verhouding V = Verkoopprijs w = winst (W) = Werkelijkheid b) onthoud: De inkoopprijs is altijd 100 %. Wanneer de inkoopprijs groter is dan de verkoopprijs, is er verlies. I - V = v Wanneer de inkoopprijs kleiner is dan de verkoopprijs, is er winst. V - I = w Controleer dus steeds wat het grootste is: de verkoopprijs of de inkoopprijs! Pas dan weet je of er winst of verlies is! 1) Zoek de winst als de inkoopprijs 174,50 en de verkoopprijs 375,00 bedraagt. 2) Hoeveel procent verlies is er als de inkoopprijs 375,00 en de verkoopprijs 37,50 bedraagt. I V v (V) (W) % 3) Zoek de inkoopprijs als je weet dat de winst 20 % bedraagt en de verkoopprijs 600,00 is. V w I (V) (W) VCS-M : Wiskunde - toepassingen 1 -

V - I = w Controleer dus steeds wat het grootste is: de verkoopprijs of de inkoopprijs! Pas dan weet je of er winst of verlies is!

2 2. Mengsels onthoud: Zet de hoeveelheid altijd in dezelfde maateenheid. Elk soort produkt dat in het mengsel zit, heeft een prijs/eenheid vb.: blauwe verf aan 6,80 / l Wanneer je de prijs van het mengsel/eenheid controleert, dan moet die liggen tussen de laagste en hoogste prijs van de afzonderlijke produkten. Opgelet: vergelijk altijd met dezelfde maateenheid! vb: blauwe verf aan 6,80 /l en rode verf aan 3,96 / 0,5 l mengselprijs 7,11 /l De mengselprijs kan juist zijn want hij ligt tussen 6,80 en 7,92 (= 2 x 3,96) /l. 1) Ik meng 6 liter gele verf van 6,59 /l met 3 liter witte verf van 6,02 /l. Wat is de prijs van 1 liter mengsel? hoeveelheid prijs/eenheid prijs geel 6 l aan 6,59 /l kost(en) wit 3 l aan 6,02 /l kost(en) 9 l 1 l De prijs van 1 liter verfmengsel is = 2) Snoepjes van 9,67 /kg worden gemengd met snoepjes van 10,44 /kg en van 8,43 /kg. Het mengsel bestaat uit 500 g van de eerste soort, 1 kg van de tweede soort en anderhalve kg van de derde soort. Wat kosten 100 g gemengde snoepjes? hoeveelheid prijs/eenheid prijs soort 1 kg aan /kg kost(en) soort 2 kg aan /kg kost(en) soort 3 kg aan /kg kost(en) kg 1 kg 100 g De prijs van 100 g gemengde snoepjes is = VCS-M : Wiskunde - toepassingen 2 -

Opgelet: vergelijk altijd met dezelfde maateenheid!

3 3. Verdeling afspraak: (V) (W) = Verhouding = Werkelijkheid 1) Ongelijke verdeling:... heeft / is (x) meer of minder dan... Zoek eerst wie het minste heeft of wat het kleinste is 1.1) Verdeel 300 noten zo dat Ewout er 60 minder heeft dan An. Hoeveel krijgt Ewout? Ewout An + 2 delen = = 1 deel = = Ewout krijgt = noten. 1.2) Karima heeft 41,00 meer dan haar zus. Samen bezitten ze 87,00. Hoeveel bezit Karima eigenlijk? zus Karima + 2 delen = = 1 deel = = Karima bezit =. 2) Recht-evenredige verdeling:... heeft / is (x keer) meer of minder dan... Gebruik een verhoudingsschema 2.1) Je kent de hoeveelheid van één van beide! } } Pol en Mia bezitten een hoeveelheid geld in een verhouding van 6 tot 15. Pol heeft 4,20. Hoeveel bezit Mia? Pol Mia (V) (W) Mia bezit: = VCS-M : Wiskunde - toepassingen 3 -

Samen bezitten ze 87,00. Hoeveel bezit Karima eigenlijk? zus Karima + 2 delen = = 1 deel = = Karima bezit =. 2) Recht-evenredige verdeling:... heeft / is (x keer) meer of minder dan.

4 2.2) Je weet hoeveel alles samen is! Lies en Bert bezitten samen 245 knikkers. Hun bezit verhoudt zich als: Lies : Bert = 3 : 4. Hoeveel knikkers hebben ze elk? Lies Bert samen (V) (W) knikkers Lies heeft = knikkers; Bert bezit = knikkers. 2.3) Je kent het verschil tussen beide! Twee stukken touw verschillen 3 meter. Het ene is 2/3 van het andere. Bereken de lengte van beide stukken touw. kortste langste verschil (V) (W) m Het langste stuk touw meet = Het kortste stuk touw meet = VCS-M : Wiskunde - toepassingen 4 -

3) Je kent het verschil tussen beide! Twee stukken touw verschillen 3 meter. Het ene is 2/3 van het andere.

5 4. Enkelvoudige intrest a) afspraak: K = Kapitaal een som geld r = rentevoet de huur voor geleend geld, uitgedrukt in % per jaar i = intrest de huur voor geleend geld, uitgedrukt in franken t = tijd de duur van de lening b) onthoud: In de bankwereld wordt de tijdsduur anders gebruikt dan wij gewend zijn. 1 d. (dag) 1 mnd. (maand) = 30 d. 1 j. (jaar) = 12 mnd. = 360 d. 1) Een kapitaal van 207,00 wordt op de bank gezet. De klant krijgt een rentevoet van 4 %. Wat zal de intrest zijn: na 1 jaar, na 4 jaar, na 7 maanden, na 1 jaar en 4 maanden, na 40 dagen? na 1 j. K i (V) % (W) De intrest na 1 j. bedraagt = de intrest na 4 jaar is de intrest na 7 maanden is t (j.) t (mnd.) = = de intrest na 1 jaar 4 maanden is de intrest na 40 dagen is t (mnd.) t (d.) = = VCS-M : Wiskunde - toepassingen 5 -

= 360 d. 1) Een kapitaal van 207,00 wordt op de bank gezet. De klant krijgt een rentevoet van 4 %. Wat zal de intrest zijn: na 1 jaar, na 4 jaar, na 7 maanden, na 1 jaar en 4 maanden, na 40 dagen?

6 5. Tijd, afstand, snelheid onthoud: snelheid = afstand tijd De snelheid wordt uitgedrukt in m/s of km/h vb.: 60 km/h betekent: 60 km afleggen in 1 h tijd Let op bij het omzetten! vb.: 10 m/s =? km/h van s naar h tijd (s) afstand van m naar km afstand (m) afstand (km) (V) 1 10 (V) (W) 3 600? (W) ? 10 x = m/h 1 x 36 = 36 km/h 10 m/s = 36 km/h 1) Weetjes Een voetganger stapt gemiddeld km/h. Rustig fietsend haal je zo n km/h. Denk aan donder en bliksem: - de snelheid van het geluid (de donder) bedraagt - de snelheid van het licht (de bliksem) bedraagt 2) Uit het hoofd afstand snelheid tijd start aankomst 200 km 80 km/h 12 km 15 min 50 km/h 08:00 08:12 3.1) Hoelang fiets je om 18 km af te leggen tegen 27 km/h? afstand ( ) tijd ( ) (V) (W) VCS-M : Wiskunde - toepassingen 6 -

(W) 36 000? 10 x 3 600 = 36 000 m/h 1 x 36 = 36 km/h 10 m/s = 36 km/h 1) Weetjes Een voetganger stapt gemiddeld km/h. Rustig fietsend haal je zo n km/h.

7 3.2) Een race-wagen legt een afstand van 24 km af in 8 min. Hoeveel km zal die wagen dan afleggen in een halfuur? tijd ( ) afstand ( ) (V) (W) 3.3) Een boottocht op de Maas van Dinant naar Anseremme duurt 45 min. De afstand bedraagt 6 km. Bereken de gemiddelde snelheid. tijd ( ) afstand ( ) (V) (W) VCS-M : Wiskunde - toepassingen 7 -

8 6. Bruto, tarra, netto a) afspraak: B = Bruto alles = verpakking + inhoud T= Tarra de verpakking N = Netto de inhoud b) onthoud: Bruto = alles, dus 100 %. N + T = B B - N = T B - T = N 1) Uit het hoofd bruto tarra netto (kg) (%) (kg) (%) (kg) (%) ) Zoek de netto als je weet dat de tarra 3 % of 9 kg is. T B N (V) % (W) kg _ 2.2) Zoek het bruto als je weet dat de netto 85 % is en de tarra 75 kg. T N B (V) % (W) kg _ 2.3) Zoek de tarra als de netto 80 % is en het brutogewicht 600 kg bedraagt. B N T (V) % (W) kg VCS-M : Wiskunde - toepassingen 8 -

N + T = B B - N = T B - T = N 1) Uit het hoofd bruto tarra netto (kg) (%) (kg) (%) (kg) (%) 48 2 200 180 90 1 000 100 2.

Vergelijkbare documenten

BEWERKINGEN HOOFDREKENEN 40 NATUURLIJKE GETALLEN OPTELLEN

BEWERKINGEN HOOFDREKENEN 40 NATUURLIJKE GETALLEN OPTELLEN a De standaardprocedure: getallen splitsen Zo lukt het altijd: 98 + 476 = 98 + 400 + 70 + 6 = 698 + 70 + 6 = 768 + 6 = 774 b Van plaats wisselen