gemeente Eindhoven Raadsvoorstel tot het vaststellen van de rechtspositie griffiepersoneel en de

Transcriptie

1 gemeente Eindhoven Concernstaf Raadsnummer 03.R375.OOI Inboeknummer oskoooyxa Beslisdatum Baxw x8 februari sooa Dossiernummer BoS.SSx Raadsvoorstel tot het vaststellen van de rechtspositie griffiepersoneel en de toedeling van verantwoordelijkheden voor de uitvoering van rechtspositionele voorschriften in verband met de gevolgen van dualisering 1 Inleiding De Wet dualisering gemeentebestuur die vorig jaar in maart in werking is getreden, heeft het oogmerk meer onderscheid te maken in de verantwoordelijkheidsverdeling tussen raad en college. Het college beschikt over een aantal nieuwe bestuursbevoegdheden en de raad is belast met vertegenwoordigen, kaderstelling en controleren. Het onderscheid in de rol van enerzijds het college en anderzijds de raad heeft gevolgen voor de gemeente als werkgever; het college is bevoegd gezag over de ambtenaren (waaronder de gemeentesecretaris) en stelt de ambtelijke rechtspositie vast (artikel 160 van de Gemeentewet); de raad is bevoegd gezag over de griffier en de op de griffie werkzame ambtenaren (artikel 107 t/m 107 van de Gemeentewet). Nu de raad het bevoegd gezag is voor de griffier en het griffiepersoneel dienen de rechtspositionele consequenties hiervan formeel geregeld te worden. 2 Probleemstelling Het ingevolge de Wet dualisering verkregen werkgeverschap van de gemeenteraad impliceert allereerst dat de voor de gemeenteambtenaar geldende rechtspositie, zoals vastgelegd in de binnen de sector gemeenten vigerende collectieve arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) van toepassing moet worden verklaard op de raadsgriffier en het griffiepersoneel. In het verlengde daarvan dient ook de overige lokaal geldende rechtspositie van toepassing te worden verklaard voor het griffiepersoneel. Voor alle duidelijkheid wordt hier vermeld dat de werkgeversrol van de raad niet met zich meebrengt dat een eigen rechtspositie kan worden gehanteerd; weliswaar is de raad bevoegd gezag voor het griffiepersoneel en de raadsgriffier, maar de ambtenaarrechtelijke status van het griffiepersoneel is niet veranderd c.q. het griffie personeel is en blijft gemeenteambtenaar.

2 r+p Raadsnummer 03.R375.OOI Naast de vaststelling van de rechtspositionele voorschriften voor de raadsgriffier en het griffiepersoneel zal vastgesteld moeten worden wie verantwoordelijk is voor de uitvoering van de rechtspositie. Vervolgens zal formeel moeten worden vastgelegd wie namens de raad een aantal rechtspositionele bevoegdheden, zoals aanstelling ontslag en schorsing, welke zich in het kader van het dualisme niet lenen voor uitvoering door het college, gaat uitoefenen. 3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes Het werkgeverschap van de raad en het uit dien hoofde zelfstandig kunnen uitoefenen van rechtspositionele bevoegdheden ten aanzien van het ondersteunend griffiepersoneel versterkt de onafhankelijkheid van de raad en draagt bij aan meer dualisme en daarmee aan de rol die de raad als controlerend, vertegenwoordigend en kaderstellend orgaan in het belang van de burgers heeft. 3a Milieutoets Niet van toepassing. 4 Wijze van aanpak/oplossingsrichting Met betrekking tot het van toepassing verklaren voor het griffiepersoneel van de voor het gemeentepersoneel vigerende rechtspositie/arbeidsvoorwaarden is al onder de probleemstelling vermeld dat op dit punt geen keuzemogelijkheid voorligt. Voor het personeel dat als ambtenaar in dienst is van de gemeente (waaronder het griffiepersoneel) kan niet worden afgeweken van de in het landelijk arbeidsvoorwaardenoverleg overeengekomen afspraken. De rechtspositionele/arbeidsvoorwaardelijke voorschriften, zoals neergelegd in de CAR/ARV en de lokale rechtspositie (als uitwerking van kaderartikelen in de CAR), zijn gewoon van toepassing. Overigens impliceert de toepasselijkheid van de CAR/ARV en de lokale rechtspositie niet meer dan formalisering van sinds medio vorig jaar uit praktische overwegingen gekozen praktijk. Met betrekking tot de uitvoering van de rechtspositie/arbeidsvoorwaarden wordt voorgesteld dat deze door de raad wordt gedelegeerd aan het college. Uitvoering is in deze te verstaan als: 1 de verantwoordelijkheid van het college voor de aanpassing en onderhoud van de regelgeving voor het totale gemeentepersoneel, incluis de griffie, welke voortvloeit uit op landelijk en lokaal niveau gemaakte afspraken; 2 uitvoering impliceert ook dat de portefeuillehouder personeel namens het college op lokaal niveau het arbeidsvoorwaardenoverleg voert met de vakorganisaties binnen de commissie voor het Georganiseerd Overleg.

3 Een aantal rechtspositionele zaken lenen zich vanwege het dualisme niet of minder goed voor delegatie aan het college omdat deze bijvoorbeeld in verband staan met de aansturing van de griffie. Het betreft: 1 het nemen van besluiten met betrekking tot aanstelling, overplaatsing, schorsing of ontslag van de griffier en de medewerkers van de griffie; 2 het vaststellen van instructies en dienstopdrachten ten aanzien van de griffier en de medewerkers van de griffie; 3 het verlenen van vakantie en verlof aan de griffier en de medewerkers van de griffie; 4 besluiten met betrekking tot de ontwikkeling, beoordeling en beloning van de griffier en de medewerkers van de griffie; 5 het nemen van disciplinaire maatregelen ten aanzien van de griffier en de medewerkers van de griffie; 6 besluiten met betrekking tot het vaststellen van een persoonlijk ontwikkelingsplan en het (verplicht) volgen van een opleiding; 7 het verstrekken van een opdracht tot overwerk. Voorgesteld wordt om de onder punt 1 t/m 7 genoemde zaken ten aanzien van de griffier namens de raad te laten uitvoeren door het presidium. Voorgesteld wordt de onder punt 1 t/m 7 genoemde zaken ten aanzien van het griffiepersoneel namens de raad te laten uitvoeren door de raadsgriffier. Voor wat betreft de uitvoering van rechtspositionele bevoegdheden ten aanzien van de griffier die wel gedelegeerd kunnen worden (bijvoorbeeld besluiten aangaande het vaststellen van de feitelijke arbeidsduur of besluiten inzake vergoedingen woonwerkverkeer), wordt uit oogpunt van eenduidigheid en zuiverheid voorgesteld deze bevoegdheden niet te delegeren aan het college en deze namens de raad te laten uitoefenen door het presidium dan wel de raadsgriffier. 5 Financiele gevolgen en risico s Er zijn geen budgettaire consequenties. 5a Bestuurlijke kaders Wet dualisering. 6 Overige gevolgen van de aanpak Bij de uitvoering van de rechtspositionele bevoegdheden is in ondersteuning voorzien. De serviceverlening zal geschieden door de dienst Algemene en Publiekszaken, afdeling Personeel en Organisatie. In verband met het dualisme zijn/worden enkele bepalingen in de CAR aangepast verband houdende met een verschuiving van bevoegdheden van de raad naar het college. Het betreft onder meer de bevoegdheid van de raad bij ontslag op andere

4 gronden (artikel 8:8 CAR), de vertegenwoordiging van de raad in het Georganiseerd Overleg (hoofdstuk 12 CAR), de bevoegdheid van de raad tot schadeloosstelling, zowel ten aanzien van ambtenaren als de vrijwillige brandweer en de bevoegdheid tot het vaststellen van een klokkenluidersregeling (hoofdstuk 15 en 19 CAR). 7 Resultaten van overleg I inspraak Het voorliggend voorstel is totstandgekomen na overleg en afstemming met de raadsgriffier. 8 Communicatie Niet van toepassing. 9 Ter inzage gelegde stukken 1 Logabrief, d.d. 19 december Concept-delegatiebesluit, d.d. 18 februari Referendabiliteit Het voorstel is niet referendabel in het kader van de Tijdelijke Referendumwet. Een ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, R. Welschen, burgemeester. C. Tetteroo, secretaris.

5 Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 februari 2003; besluit: 1 de in de gemeente Eindhoven geldende rechtspositie formeel van toepassing te verklaren op het griffiepersoneel en de raadsgriffier; 2 de onder punt 1 t/m 7 onder het kopje "wijze van aanpak/oplossingsrichting" genoemde rechtspositionele zaken voor wat betreft de raadsgriffier namens de raad te laten uitvoeren door het presidium; 3 de onder punt 1 t/m 7 onder het kopje "wijze van aanpak/oplossingsrichting" genoemde rechtspositionele zaken voor wat betreft het griffiepersoneel namens de raad te laten uitvoeren door de raadsgriffier; 4 de uitvoering van de rechtspositie voor wat betreft de aanpassing en het onderhoud van de regelgeving enerzijds en de vertegenwoordiging in het overleg met de vakorganisaties anderzijds te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders; 5 de uitoefening van de overige rechtspositionele bevoegdheden waar uit hoofde van het dualisme geen bezwaar bestaat tegen delegatie uit oogpunt van zuiverheid en eenduidigheid niet te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders, maar namens de raad te laten uitvoeren door het presidium dan wel de raadsgriffier waar het respectievelijk de raadsgriffier en het griffiepersoneel betreft; 6 in te stemmen met het delegatiebesluit Uitvoering arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Eindhoven ten behoeve van de griffie. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 10 maart R. Welschen, voorzitter. J. Verheugt, griffier. EE