Bestuurlijk Overleg Zoetwaterregio West-Nederland

Transcriptie

1 Verslag Datum bespreking Bestuurlijk Overleg Zoetwaterregio West-Nederland 9 april :30-11:00 uur Aanwezig Leden van het BO H. Weber (PZH, voorzitter), P. Poelmann (HDSR, BPZ vertegenwoordiger), D. Slangen (I&M), J. Kromwijk (HDSR), A. Straathof (Rijnland), G. de Jonge (HHSK), R de Vries (Utrecht), J. Geluk (Hollandse Delta), A. van den Berg (Delfland), Y. Heisman (Rijkswaterstaat), I. Konterman (DP Rijnmond Drechtsteden) Sectoren P. Mollema (Havenbedrijf Rotterdam), K.J. Provoost (Natuurmonumenten), A. Verhorst (LTO), H. Timmer (Oasen) Ambtelijk F. van Woerden (Delfland), J. Willemsen (HHSK), P. Beerling (prov. Utrecht), J. Smits (Hollandse Delta), D. Kern (Rijnland), A. Houdijk (prov. Noord-Holland), L. Absil (Prov. Zuid-Holland, verslag) Afgemeld J. Geldhof (PNH), G. van den Top (AGV/Waternet) Agendapunt 1. Opening en mededelingen Poelmann vraagt Slangen om toelichting over vertegenwoordiging I&M. Slangen geeft aan dat hij de I&M vertegenwoordiger is in regionale overleggen, maar dat het DT collegiaal opereert. In het BPZ wordt het ministerie daarom vertegenwoordigd door Jan Busstra. De bedoeling is dat bij alle regionale bestuurlijke overleggen een vertegenwoordiging van I&M aanwezig is en wanneer hij verhinderd is kan hij worden vervangen door collega Van der Laan. 2. Deltaplan Zoetwater a) Spelregels Toelichting: in BPZ van 22 januari 2015 is afgesproken om spelregels voor de jaarlijkse programmering op te stellen. Het doel van de spelregels is projecten van het Deltaplan Zoetwater te realiseren binnen tijd, scope en budget ( 150 mln tot 2021). De spelregels bevatten procesafspraken over onder andere onderbouwing van kostenberekening en hoe om te gaan met mee- en tegenvallers waarbij wordt aangesloten aan de HWBP lijn. Het BPZ wordt jaarlijks om instemming gevraagd met de programmering, fasering, omgaan met mee- en tegenvallers en eventuele amendementen. Heisman kan zich vinden in spelregels, maar wil geen aanbestedings-risico lopen. Straathof stelt dat redeneerlijn (financiering maatregelen in het hoofdwatersysteem zoals Irenesluis en KWA 100% Deltafonds) voorop staat. Poelmann bevestigt dat en brengt in herinnering hoe afspraken tot stand zijn gekomen: regionaal bod onder stoom en kokend water opgesteld, dus in uitwerking kunnen zaken anders uitpakken. 1

2 De Vries: eens met spelregels, tegenvallers niet doorschuiven naar regionale partijen, maar opvangen met andere projecten in Deltaprogramma. Slangen concludeert dat spelregels bespreking vragen in BPZ. Risico s worden nu eenmaal het best beheerd door partijen die het voelen en kunnen beheersen. Er is een gedeelde verantwoordelijkheid om risico s zo veel mogelijk te voorkomen en beheersen en er zijn juiste keuzes nodig in de financiële cyclus. Belangrijk om dat nu aan de voorkant goed te regelen. We kiezen voor gezamenlijke sturing waarbij we elkaar op tijd aanspreken en op tijd bijsturen. De spelregels laten de ruimte om tegenvallers, waarbij ook expliciet aanbestedingsrisico s worden genoemd, via een amendement alsnog bij Deltafonds op te voeren. Weber vat samen dat de vergadering kan instemmen met spelregels, met in achtneming dat KWA en Irenesluis honderd procent uit Deltafonds worden gefinancierd, waarbij we de plicht hebben om risico s zo goed mogelijk te beheersen en elkaar daarover tijdig te informeren / aan te spreken. b) Amendementen Beslispunt: - In te stemmen met het procesvoorstel om eventuele amendering van de programmering jaarlijks te doen in het BPZ van oktober, tenzij dit een betekenisvolle start in de weg staat. - Akkoord te gaan met amendement: bijdrage van 0,7 mln ten behoeve van Proeftuin IJsselmeergebied om in de Noordelijke zoetwaterregio s een betekenisvolle start mogelijk te maken. Toelichting: procesvoorstel is conform spelregels (zie 1a). Amendement is belangrijk voor betekenisvolle start in Noordelijke regio s in Uiteindelijk is voor de zoetwateregio West-Nederland ook van belang ook dat er een positief besluit komt over aanpassing van het budget voor de Irenesluis (randvoorwaarde voor uitbreiding KWA) en Slim Watermanagement. Uitstel van besluitvorming tot oktober is geen bezwaar omdat beide trajecten wel nu reeds van start kunnen gaan. Poelmann vraagt waarom overschrijding bij Irenesluis zo groot is. Heisman verklaart dat werkgetal tot waarheid is verheven. Exacte onderbouwing volgt. De vergadering stemt in met procesvoorstel en amendement. c) Concept bestuursovereenkomst Beslispunt: vrijgeven concept overeenkomst West-Nederland ter kennisname in BPZ 16 april en voor overdracht aan nieuw gekozen bestuurders, met het oog op ondertekening vóór prinsjesdag. Toelichting: bestuursovereenkomst is opgesteld om commitment van alle partijen te borgen en om afspraken te maken over de financieringsgrondslag waarmee middelen uit Deltafonds naar regio gaan. De bestuursovereenkomst gaat niet alleen over maatregelen met financiering uit het Deltafonds, maar beschrijft ook de inspanning die door regionale partijen (inclusief landbouwsector) wordt geleverd zonder bijdrage uit het Deltafonds. De Vries vraagt toelichting op het commitment van LTO. Verhorst geeft aan dat LTO slechts belangenvertegenwoordiger is en daarom alleen een procesverantwoordelijkheid kan aangaan en de concrete invulling bij de ondernemers zelf ligt. De LTO achterban vraagt zich af waarom andere gebruikers niet in de 2

3 bestuursovereenkomst staan, waarom andere partijen zich niet conformeren aan deze opdracht. Ander punt is dat coördinatie DAW nog niet gefinancierd is. Poelmann en De Jonge vragen waarom natuur niet meedoet. Provoost vindt natuur geen gebruiker, maar partij die afhankelijk is van peilbeheer. Wel ziet hij een rol voor de natuur in het verzilveren van meekoppelkansen en daar wil hij wel degelijk commitment voor aangaan. De regionale drinkwaterbedrijven ondertekenen niet omdat ze geen geld krijgen uit DP, maar ze gaan wel investeren en rapporteren, ook via de regionale voortgangsrapportage, over maatregelen. Weber doet suggestie voor adhesiebetuiging. Timmer zegt deze toe. Weber waardeert inzet LTO op DAW en beschouwt deelname meer als eer dan als straf. Weber concludeert dat iedereen belang hecht aan en waardering heeft voor betrokkenheid landbouw. Adhesie van andere sectoren is welkom. Geluk beschouwt het geheel als een draagvlakdiscussie. Mollema beschouwt commitment haven geregeld via de bijdrage aan de optimalisatie van Bernisse-Brielsemeersysteem waarvoor Waterschap Hollandse Delta als trekker genoemd staat. De Weber besluit met oproep aan alle partijen om steun te geven aan deze bestuursovereenkomst. Oasen heeft namens de drinkwaterbedrijven een adhesiebetuiging toegezegd. De natuurorganisaties moeten daarvoor nog een vorm vinden. d) Concept voortgangsrapportage Toelichting: - De rapportage geeft inzicht in de voortgang van de uitvoering van zoetwatermaatregelen en de financiën op programmaniveau. Onderdeel van de rapportage is de voortgang tav het voorzieningenniveau, inclusief de diverse pilots die zijn opgestart en de deelname aan de nationale coördinatie. De voortgangsrapportage levert tevens een bijdrage aan lerend werken door het delen van successen en leerervaringen. Het biedt ook een basis voor partijen om met elkaar in gesprek te gaan over ieders inzet. - De voortgangsrapportage van de zoetwaterregio West-Nederland dient als input voor een bestuurlijke voortgangsrapportage die DP Zoetwater maakt over het hele Deltaplan Zoetwater. Die rapportage dient weer als input voor het Deltaprogramma De voortgangsrapportage West-Nederland laat zien dat er een voortvarende start is gemaakt, door onder ander afspraken te maken over financiering vanaf 2015 en projectorganisaties in te richten. Ook zijn de pilots voorzieningenniveau en de onderzoeken naar Slim watermanagement gestart - West-Nederland legt het verzilveren van de meekoppel kansen vooral bij de uitvoerende projectorganisaties (zoals KWA). Voor de komende periode wordt verbinding gezocht met KRW voor o.a. DAW en wellicht ook met de MIRT gebiedsagenda (zoals aangegeven in NWP2). Provoost vraagt meekoppelkansen in vroeg stadium te verkennen en daarbij ook natuurorganisaties te betrekken. Timmer mist voortgang van maatregelen drinkwatersector. Dit zal ambtelijk gerepareerd worden. 3

4 Mollema beschouwt verdieping Nwe Waterweg als meekoppelkans in plaats van als bedreiging en wil dat de vergadering dat bevestigt. De Jong vindt het op lange termijn wel degelijk een bedreiging. Geluk wil zoetwaterbelang centraal stellen en vanuit die optiek klopt rapportage. Kern benadrukt dat ontwikkelingen zoals de verdieping Nw waterweg, Zeesluis en zout Volkerk-Zoommeer eenmaal onzekerheden met zich meebrengen en daarom in risicoparagraaf staan. Dat staat los van meekoppelen en samenwerking. Weber stelt voor om bij onzekerheden toe te voegen dat dit ook kansen en mogelijkheden biedt. Slangen stelt voor om bij risico s aan te geven hoe je hiermee om wilt gaan en dan kun je tegemoet komen aan standpunt van havenbedrijf. Mollema vraagt ook om verbinding. Verdieping een externe ontwikkeling noemen stelt verdieping op afstand. De Vries vraagt om andere nuancering in de risicoparagraaf: verkiezingen zijn niet lastig! Konterman geeft aan dat de voortgangsrapportage ook is geagendeerd in het gebiedsoverleg Rijnmond-Drechtsteden van 10 april, dus dat er mogelijk nog opmerkingen volgen. Instemming, met wijzigingen als opgemerkt. 3. Bestuurlijke rapportage a) Bestuurlijke rapportage zoetwater In het BPZ is instemmen met geannoteerde inhoudsopgave van de bestuurlijke rapportage een apart agendapunt. De bijdrage vanuit West-Nederland is aan de orde geweest onder 1d. b) Samenhangende aanpak Waterkwaliteit en Zoetwater Beslispunt: - reflecteren op voorgestelde samenhangende aanpak naar aanleiding van de motie Jacobi over waterkwaliteit en zoetwater (17 nov 2014). - aandragen van suggesties voor meekoppelen en de wijze van regie. Toelichting: De motie zet aan op samenhangende aanpak en onafhankelijke regie voor voldoende zoet water en waterkwaliteit, aan te bieden of in te voegen bij het geplande Nationaal Waterplan De minister heeft aangegeven zich integraal systeem verantwoordelijke te voelen. Het is niet haar intentie het dossier waterkwaliteit over te dragen aan de Deltacommissaris. Ook staat verantwoordelijkheid van de Stas EZ (o.a. nitraat) en Stas I&M (geneesmiddelen en gewasbescherming) niet ter discussie. Verhorst onderstreept het belang van koppeling waterkwaliteit en zoetwater erg belangrijk en geeft aan dat dit werkt in de praktijk zoals bij DAW. Geluk stelt dat waterschappen niet anders doen dan waterkwaliteit en zoetwater aan elkaar knopen. Instemming met genoemde punten 4. Stuurgroep Deltaprogramma 16 april 2015 Beslispunt: - bespreken inbreng in Stuurgroep Deltaprogramma (via BPZ) op basis van conceptagenda (mondeling ter vergadering). Straathof waarschuwt dat planning voorzieningenniveau niet te rigide mag zijn. Weber deelt die mening. We willen immers zoveel mogelijk aansluiten gebiedsprocessen. Straathof verhaalt ervaring met pilot Haarlemmermeer: zoetwatervoorziening wordt nog vaak als vanzelfsprekendheid gezien. 5. Kennis 4

5 a) kennisagenda zoetwater Beslispunt: - kennis nemen van en reflecteren op kennisagenda zoetwater. Toelichting: Het programma bureau heeft bij regio s en gebruikers kennisvragen in beeld gebracht. Daarbij is een gedeelde behoefte naar voren gekomen aan integrale systeemanalyse en modellering en economische effectbeoordeling van tekort van water van voldoende kwaliteit. De vragen zijn pas in zeer beperkte mate vertaald en belegd naar een programmering. Ook ontbreekt een goede verbinding met kennissporen als NKWK en STOWA. Timmer heeft zorgen over hoe bij de kennisontwikkeling de belangen worden meegenomen van gebruikers van het hoofdwatersysteem. Hij heeft behoefte aan prognoses van RWS omtrent de verziltingsrisico s bij de inlaatpunten en hoe lang een dergelijke periode duurt. Weber geeft aan dat dit thuishoort bij het voorzieningenniveau. Timmer behoudt zorgen, omdat het tot nu toe erg gaat over procesafspraken en zijn beeld is dat bijvoorbeeld de modelinstrumenten nog niet voldoen. Weber herkent het beeld niet. Heisman neemt het signaal mee en zegt toe het gesprek aan te gaan met Oasen. Geluk maakt zich zorgen over wie de kennisvragen gaat beantwoorden, gelet op vergrijzing van medewerkersbestanden. Heisman herkent deze zorg en stelt voor dit punt mee te nemen naar de stuurgroep Deltaprogramma. Poelmann geeft aan dat we daarom investeren in jeugddijkgraven. Van den Berg en Straathof geven nog aan dat trainees voldoende ruimte moeten krijgen Verhorst mist betrokkenheid bedrijfsleven in kennisagenda. b) stresstest Beslispunt: - aandachtspunten meegeven t.b.v. presentatie stresstest in BPZ Toelichting: Het BPZ wordt op 16 april geïnformeerd over de stand van zaken van de stresstest. De stresstest is door de minister van I&M toegezegd n.a.v. vragen in de Tweede Kamer of er voldoende water is voor de optelsom van alle voorkeursstrategieën en ontwikkelingen zoals verdieping van de Nwe Waterweg en nieuwe klimaatscenario s. De stresstest moet antwoord geven op de kamervragen over de robuustheid van de zoetwatervoorziening. De voorkeursstrategieën staan niet ter discussie. 7. Verslag BO 12 januari Vastgesteld Van den Berg vindt dat we duidelijkheid moeten geven over wat we met elkaar hebben afgesproken. Er ontstaat verwarring door nieuwe plannen van natuurorganisaties over hoe om te gaan met de Kier. Weber geeft aan dat de voorkeursstrategie daarover helder is. 8. Rondvraag en sluiting Weber constateert dat een aantal mensen de vergadering gaat verlaten. Hij dankt de verlaters voor de grote inzet en betrokkenheid: De Jonge, Straathof, Kromwijk, Van den Berg, De Vries en mogelijk ook Weber. De Vries wil nog terugkomen op meekoppelkansen. De uitnodiging van HDSR en Rijnland om mee te denken over meekoppelkansen rond KWA is zeer welkom ontvangen. 5