Raadsvoorstel. Bevoegdheid Raad. Vergaderdatum: 24 september 2013 Registratienummer: 2013/44 Agendapunt nummer: 12

Transcriptie

1 Raadsvoorstel Bevoegdheid Raad Vergadering Gemeenteraad Oirschot Vergaderdatum: 24 september 2013 Registratienummer: 2013/44 Agendapunt nummer: 12 Onderwerp Regionalisering brandweerzorg en aanpassing Gemeenschappelijke Regeling Inleiding/aanleiding De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel aanpassing Wet veiligheidsregio s op 14 februari 2012 aangenomen. De Eerste Kamer heeft daaropvolgend op 25 september 2012 ingestemd met de wijziging van de Wet veiligheidsregio s. Dit leidt ertoe dat alle aan brandweerzorg gerelateerde taken per 1 januari 2014 van gemeenten moeten worden overgedragen aan de veiligheidsregio s. Dit proces wordt ook wel regionalisering brandweerzorg genoemd. In dit perspectief bereiden de 21 gemeenten in Zuidoost-Brabant en de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO) zich voor op 1 januari Als gevolg van de regionalisering wordt een omvangrijk pakket aan taken, mensen en middelen uit de gemeentelijke organisaties ontvlochten en ingebed binnen VRBZO. De voorbereidingen op de besluitvorming tot regionalisering, zijn getroffen vanuit de projectorganisatie regionalisering brandweerzorg. In deze projectorganisatie zitten medewerkers van de gemeenten en van VRBZO. Een aantal bestuurders, gemeentesecretarissen, concerncontrollers, vrijwilligers en coördinatoren integrale veiligheid van deelnemende gemeenten zijn in het proces betrokken. Van VRBZO-zijde werken het management, de hoofden brandweerzorg en medewerkers van bedrijfsvoering mee aan de regionalisering. De ondernemingsraden van de gemeenten en VRBZO hebben een Bijzondere Ondernemingsraad (BOR) gevormd om te adviseren over de uitvoering van de regionalisering. Op 14 juni 2013 heeft het Algemeen Bestuur VRBZO het voorgenomen besluit genomen in te stemmen met het per 1 januari 2014 overnemen van de brandweertaken en bevoegdheden van de gemeenten in Zuidoost- Brabant. Dit op de wijze en onder de voorwaarden zoals beschreven in het Organisatieplan regionalisering; VRBZO 2014: Efficiënt, robuust en nabij, het daartoe behorende bijlagenboek, de aangepaste Gemeenschappelijke Regeling en een financiële regeling voor het (in financiële zin) overgangsjaar Het beoogd effect is het regionaliseren van de brandweerzorg in de regio Zuidoost-Brabant waarbij de uitvoering van de gemeentelijke brandweerzorg per 1 januari 2014 overgaat naar de VRBZO. Dit heeft op diverse terreinen gevolgen voor de gemeente Oirschot. Hiermee zal rekening gehouden moeten worden en zullen voorbereidingen getroffen moeten worden. Voor de gemeente Oirschot gaan de volgende zaken veranderen: 12.Raadsvoorstel Regionalisering brandweerzorg en aanpassing gemeenschappelijke regeling.doc/blz. 4

2 Het brandweerkorps Oirschot-De Beerzen wordt opgeheven, de brandweer gerelateerde taken worden ontvlochten uit de gemeentelijke begroting, overeenkomsten, verordeningen en regelingen worden aangepast op de nieuwe situatie en ook ontstaan er desintegratiekosten bij de gemeente Oirschot door het beëindigen van de gemeentelijke uitvoering van de brandweerzorg. Hierover is tussen de gemeente en VRBZO al veel overleg gevoerd en zijn voorbereidingen in gang gezet. Na intensief onderzoek door het landelijk onderzoeksbureau Cebeon en een aantal voorstellen vanuit de stuurgroep is binnen het Algemeen Bestuur gesproken over de omvang van de begroting, de financieringssystematiek en de overgangsbepalingen. Het Algemeen Bestuur heeft op 14 juni 2013 een voorgenomen besluit genomen over de financiering voor het jaar Dit jaar kan worden gezien als een overgangsjaar waarbij de financiële consequenties zoveel als mogelijk in verhouding liggen met wat een gemeente nu uitgeeft. De financieringsmethodiek voor het overgangsjaar 2014 betreft in de kern: De bijdragen van de (al geregionaliseerde) gemeenten Eindhoven en Helmond blijven voor 2014 gebaseerd op de dienstverleningovereenkomsten die in 2013 van toepassing zijn; De omvang van de begroting Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost voor het overgangsjaar 2014 wordt gebaseerd op de gemeentelijke netto lasten voor brandweerzorg in 2010; Budgetten voor de achterblijvende taken zoals bevolkingszorg (rampenbestrijding), first responder en bluswatervoorziening blijven bij de gemeente. In het Algemeen Bestuur is besproken dat de verdeling van de omvang van de begroting gebaseerd wordt op de bijdrage die de gemeente ontvangt uit het gemeentefonds, onderdeel brandweerzorg en rampenbestrijding. Ook is besproken dat eventuele meerkosten worden gecompenseerd vanuit de algemene reserve van de Veiligheidsregio. Dit geldt alleen voor het onderdeel basis brandweerzorg in het jaar De bijdrage van de gemeente Oirschot aan de Veiligheidsregio voor 2014 is volgens het voorgenomen besluit van 14 juni jl ,-. Begin 2014 levert een bestuurlijke werkgroep de Toekomstvisie Brandweerzorg op. Afhankelijk van het resultaat wordt de begrotingsomvang en de financieringssystematiek voor de jaren 2015 en verder vastgesteld. In de conceptbegroting is Oirschot, omdat er nog geen duidelijkheid is over de structurele kosten nà regionalisering, uitgegaan van de begroting zoals die door de Veiligheidsregio aan de gemeente eerder is aangeboden. Ook hierin zijn de gevolgen van de regionalisering nog niet verwerkt. In de raadsvergadering van 29 mei 2013 is de zienswijze van Oirschot op de begroting van de Veiligheidsregio behandeld. 12.Raadsvoorstel Regionalisering brandweerzorg en aanpassing gemeenschappelijke regeling.doc/blz. 5

3 Voorstel 1. Een zienswijze geven over van het Organisatieplan regionalisering en de voorgestelde verdeelsleutel; VRBZO 2014: Efficiënt, robuust en nabij. Organisatieplan Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost in het perspectief van de regionalisering van de uitvoering van de brandweerzorg en het daarbij behorende bijlagenboek. Hierin ondubbelzinnig het standpunt van de gemeente Oirschot, dat zij het niet eens is met de verdeelsleutel, op te nemen. 2. Kennisnemen van het voorgenomen besluit van het Algemeen Bestuur VRBZO, het collegebesluit en het advies van de BOR regionalisering op dit organisatieplan en het bijlagenboek; 3. Het college toestemming geven om de gewijzigde Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost aan te gaan, volgens bijgevoegd voorstel; 4. De gemeentelijke brandweer met ingang van 1 januari 2014, de datum waarop de regionalisering van de uitvoering van de brandweerzorg feitelijk wordt vorm gegeven, opheffen. Argumenten 1.1. Inbedding van taken, mensen en middelen in VRBZO vraagt om een vooraf vastgesteld organisatieplan. Aan de basis van de regionalisering liggen tien bestuurlijk vastgestelde kaders en uitgangspunten, vastgelegd tijdens de bestuursconferentie van het Algemeen Bestuur (AB) in augustus 2012 in Tegelen: 1. De regionalisering moet op 1 januari 2014 afgerond zijn; 2. Binnen de regio is sprake van een gelijk brandveiligheidniveau voor elke inwoner, met de mogelijkheid voor een pluspakket voor rekening van de afzonderlijke gemeente; 3. De basis brandweerzorg is daartoe adequaat ingericht; 4. Daartoe is een uniforme financiering van VRBZO noodzakelijk; 5. Streven naar één onafhankelijke financiering (één begroting c.q. verantwoordingslijn naar het AB); 6. De omvang van de begroting van VRBZO wordt bepaald op basis van een goede referentiemethode; 7. Er wordt een voorstel voor de bepaling van de gemeentelijke bijdrage voorgelegd; 8. Eén gemeenschappelijke begroting voor VRBZO is een randvoorwaarde voor de uitvoering van de inverdienopgave van het spreidingsplan. Deze inverdienopgave zal worden uitgevoerd binnen een vast te stellen tijdpad van maximaal drie jaar na moment van volledige regionalisering; 9. Er wordt een keuzematrix opgesteld voor kazernes met betrekking tot huren en kopen. Uitgangspunt hierbij is de beste oplossing voor wat betreft kosten en risico's. Waarbij wel de lusten en lasten bij elkaar georganiseerd zullen blijven; 10. De conferentie pleit voor het afschaffen van de hybride financiering van Veiligheidsregio's. In lijn met de hiervoor genoemde kaders en uitgangspunten leidt regionalisering tot één gelijk brandveiligheidniveau voor alle ruim inwoners. Het gelijke niveau heeft dan zowel betrekking op de repressieve brandweerzorg (incidentbestrijding) als de risicobeheersingstaken. Gemeenten hebben de 12.Raadsvoorstel Regionalisering brandweerzorg en aanpassing gemeenschappelijke regeling.doc/blz. 6

4 mogelijkheid om tegen vergoeding te kiezen voor een aanvullend niveau van dienstverlening. Zo heeft de gemeente Oirschot First Responder teams wat een plustaak is. Op grond van discussie over de omvang van de taken van de geregionaliseerde organisatie heeft het Algemeen Bestuur VRBZO een werkgroep Toekomstvisie Brandweerzorg ingesteld. Deze werkgroep heeft de opdracht medio 2014 een voorstel aan het Algemeen Bestuur voor te leggen over een integrale toekomstvisie brandweerzorg. In deze visie is het gedachtegoed van de Brandweer over Morgen vertaald naar de wijze waarop Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost invulling gaat geven aan brandweerzorg (zowel op het gebied van incidentbestrijding als risicobeheersing). In het eindbeeld dat voor ogen staat, zal de repressieve dekking kunnen variëren per gemeente doordat deze gerelateerd wordt aan huidige risico's en de op historische gegevens gebaseerde kans dat zich een incident voordoet. In de geregionaliseerde situatie geldt het uitgangspunt: 'Lokaal wat lokaal kan, regionaal wat regionaal moet'. De lokale activiteiten van, voor en door vrijwilligers blijven voortbestaan en de 'couleur locale' blijft zo veel mogelijk behouden. De vrijwilligers blijven uitrukken vanuit eigen kazernes en korpsen behouden hun herkenbaarheid. 1.2 Het vormgeven van een stevige relatie tussen de 21 gemeenten en VRBZO is essentieel voor een kwalitatief hoogwaardige en efficiënte uitvoering van de brandweerzorg. De regiogemeenten treden hierbij op als eigenaar, opdrachtgever en klant. De burgemeester blijft ook na regionalisering de verbindende schakel; enerzijds in bestuurlijke zin via deelname in het Algemeen Bestuur en/of Dagelijks Bestuur van VRBZO. Anderzijds door blijvende betrokkenheid bij de vrijwilligers binnen de eigen gemeente, door aanwezig te zijn bij bijvoorbeeld korpsactiviteiten, brandweerwedstrijden en oefenavonden. In het kader van de stevige relatie tussen gemeente en VRBZO, zijn de Hoofden Brandweerzorg voor de gemeenten het eerste aanspreekpunt van VRBZO. 1.3 Met het besluit tot het aangaan van de aangepaste gemeenschappelijke regeling en daarmee het besluit tot het overhevelen van de brandweerzorg naar VRBZO verandert niets aan de bevoegdheden van de gemeenteraad in de toekomst. De gemeenteraad houdt een kaderstellende en controlerende rol ten aanzien van de brandweerzorg in Oirschot. Wat wel verandert is dat de uitvoering brandweerzorg door een andere organisatie wordt gedaan. De gemeenteraad blijft samen met het college van burgemeester en wethouders primair gericht op het formuleren van de eigen kaders rondom het gewenste veiligheidsniveau in de gemeente Oirschot. Dit betekent dat er verschillen kunnen zijn en blijven tussen de kaders van de individuele regiogemeenten. Verschillen ontstaan door de politieke voorkeuren, de ambities en de bestuurlijke opgaven van gemeenten. In de praktijk betekent dit dat de gemeenteraad ook na de regionalisering van de brandweerzorg bevoegd blijft tot het geven van een zienswijze op de begroting van VRBZO (dit op grond van de GR artikel 25), op 12.Raadsvoorstel Regionalisering brandweerzorg en aanpassing gemeenschappelijke regeling.doc/blz. 7

5 het risicoprofiel en beleidsplan (Wet VR artikel 14 respectievelijk artikel 5) en het vaststellen van gemeentelijke doelen betreffende de brandveiligheid (Wet VR artikel 3a). 1.4 De regionalisering heeft voor iedere gemeente consequenties en ook voor VRBZO als 'ontvangende partij' zijn er grote gevolgen. VRBZO is zich ervan bewust dat dit vraagt om een herbezinning op haar visie, haar taken, haar werkwijze/dienstverleningsconcept en de daaruit volgende opbouw en inrichting van haar organisatie. In het organisatieplan en de bijbehorende bijlagen staat beschreven wat er in de VRBZO-organisatie gaat veranderen. Daarnaast is ook een visie beschreven op het werk in de geregionaliseerde situatie voor ieder werkveld waarin iets veranderd. Denk hierbij onder andere aan de impact van regionalisering op de personele regelingen voor vrijwilligers, kazernes, materieel & materiaal, informatie & automatisering, communicatie en de juridische omgeving. 1.5 Oirschot heeft vanaf het begin stelling genomen tegen de voorgestelde verdeelsleutel. De gemeenteraad van Oirschot heeft in zijn vergadering van 29 mei 2013 hierover unaniem een motie aangenomen dat de kosten ten opzichte van 2013 niet mogen stijgen. De gemeenteraad vindt het onaanvaardbaar dat door het hanteren van een andere verdeelsystematiek substantiële extra kosten ontstaan voor de gemeente Oirschot. Het standpunt van de gemeenteraad is als volgt. 1. Het begrotingsaandeel van de individuele gemeenten moet de basis zijn voor de verdeelsystematiek, het budget voor de basis brandweerzorg mag zeker geen optelsom zijn van de budgetten uit het gemeentefonds van de 21 regiogemeenten voor Openbare Orde en Veiligheid. 2. De gemeenteraad heeft de veiligheidsregio een taakstellende bezuiniging geadviseerd in relatie met het onderzoeksresultaat van het spreidingsplan. 3. Uitgangspunt voor Oirschot is dat de structurele kosten na regionalisering, incl. de gevolgen van het spreidingsplan en mogelijk met een bezuinigingsopdracht, zoveel als mogelijk beperkt blijven tot de geraamde kosten voor Burgemeester Severijns heeft in de vergadering van het Algemeen Bestuur van 14 juni 2013 nadrukkelijk niet ingestemd met de financieringsvoorstellen. Ook burgemeester Ederveen van de gemeente Valkenswaard heeft tegengestemd. Ederveen vindt besluitvorming over het verdeelmodel prematuur en wil de conclusies van de werkgroep afwachten. Echter deze twee tegenstemmen houden de regionalisering niet tegen. Burgemeester Severijns heeft de volgende voorstellen gedaan. Wacht de evaluatie van de Wet veiligheidsregio s en de herijking van het gemeentefonds 2014 af voordat je de toekomstige verdeelsleutel vaststelt. Dit advies heeft men ter harte genomen en wordt meegenomen in de besluitvorming over de langere termijn financiering van de Veiligheidsregio. Fixeer de huidige bijdrage per gemeente. In de vergadering van 23 mei heeft het Algemeen Bestuur besloten om voor 2014 zo min mogelijk te veranderen. In de vergadering van 14 juni 2013 heeft het 12.Raadsvoorstel Regionalisering brandweerzorg en aanpassing gemeenschappelijke regeling.doc/blz. 8

6 Algemeen Bestuur besloten dat de tekorten voor het jaar 2014 ten laste van de reserve van de veiligheidsregio zijn. Voorts is gesproken over een ingroeimodel volgens een staffelmethodiek in de periode 2014 tot 2017 om te komen tot de uiteindelijke gemeentelijke bijdrage. Hierover moet nog besluitvorming plaatsvinden. Onderzoek een redelijke bandbreedte voor voor- en nadeelgemeente. Dit onderzoek kan uitgevoerd worden en wanneer dit in het derde kwartaal van 2013 wordt gedaan, kunnen de resultaten worden betrokken in de discussie over de financiering op lange termijn. Breng de verdeelsystematieken van alle Veiligheidsregio s in beeld. Medio 2012 is een onderzoek bij achttien veiligheidsregio s gehouden door de Veiligheidsregio Utrecht. De resultaten ervan zijn betrokken bij het regionaliseringtraject Brabant Zuidoost. 2.1 Door het van kracht zijn van de Wet veiligheidsregio's moet de Gemeenschappelijke Regeling VRBZO worden aangepast. Voor dit moment is gekozen voor een 'technische' aanpassing, zodat de gemeenschappelijke regeling past op de geregionaliseerde situatie van 2014 en aansluit met de gewijzigde wetgeving. 3.1 De raad beslist over het aangaan van de gewijzigde Gemeenschappelijke Regeling VRBZO. De gemeenteraad is op basis van de wet Gemeenschappelijke Regeling bevoegd tot het aangaan van de gewijzigde Gemeenschappleijk Regeling.VRBZO. 4.1 Het advies van de BOR regionalisering op het organisatieplan en het bijlagenboek wordt zo spoedig als mogelijk, tenminste voorafgaand aan het moment van 20 september 2013, nagezonden. Risico s Regionalisering is vanaf 2014 bij wet bepaald. Op basis van de huidige uitgangspunten van de Veiligheidsregio, waarmee Oirschot niet heeft ingestemd, moet rekening gehouden worden met meerkosten vanaf In welke orde van grootte is op dit moment niet aan te geven. Zoals aangegeven is hiermee in de conceptbegroting ook nog geen rekening gehouden. Wel is dit benoemd als risico in de paragraaf Weerstandsvermogen. Wat de bijdragen na 2014 worden is afhankelijk van de conclusies van de bestuurlijke werkgroep die hierover begin 2014 in de Toekomstvisie Brandweerzorg rapporteert. Vanuit de Veiligheidsregio is aangegeven dat de bijdrage, op basis van de voorgestelde systematiek, in de jaren erna naar verwachting stijgt tot Uitgangspunt voor Oirschot is dat deze stijging door ombuigingen, bezuinigingen en implementatie van het spreidingsplan zoveel als mogelijk wordt beperkt tot het niveau van Raadsvoorstel Regionalisering brandweerzorg en aanpassing gemeenschappelijke regeling.doc/blz. 9

7 De periode tussen bestuurlijke besluitvorming en het tijdstip van de regionalisering per 1 januari 2014 is kort. Het is een uitdaging een en ander tijdig te regelen. Het is van belang een aantal cruciale zaken voor deze datum te regelen, zodat personeel/vrijwilligers goed kunnen worden ontvangen en afspraken rondom de huur van gebouwen/kazernes kunnen worden gemaakt. De gemeenten en de Veiligheidsregio zijn zich daarvan bewust en zullen het tijdpad kritisch volgen en sturen op het voorkomen van ongewenste effecten. Kosten en dekking De bijdrage voor Oirschot voor 2014 is bepaald op We hebben dit afgezet tegen de ramingen die we op dit moment in de begroting hebben opgenomen. Op onderdelen moeten we hierbij uitgaan van aannames. Zo hebben we bijvoorbeeld nog geen duidelijkheid over de te ontvangen huur voor de kazernes. Rekening houdend met het gegeven dat de taken (en kosten) van rampenbestrijding, bluswatervoorziening en first responder bij de gemeente blijven betekent dit voor 2014 e.v. (afgerond) meerkosten. Vanaf 2015 komen hierbij de meerkosten die voortvloeien uit de nog vast te stellen begroting van de Veiligheidsregio na regionalisering en de verdeelsleutel voor de komende jaren. Als de bijdrage aan de Veiligheidsregio vanaf wordt betekent dit dat Oirschot op termijn nog met (afgerond) meerkosten rekening moet houden. Ook hiermee is in de conceptbegroting geen rekening gehouden omdat hierover nog besluitvorming binnen de Veiligheidsregio moet plaatsvinden. Een punt dat onze bijzondere aandacht heeft zijn de achterblijvende desintegratiekosten voor de gemeenten. Deze kosten (doorberekening interne uren en overheadkosten) blijven ook achter bij de afzonderlijke gemeenten. In onze indicatieve berekeningen hebben we hiermee rekening gehouden. Het verschijnsel dat desintegratiekosten achterblijven bij de gemeenten is geen nieuw fenomeen: ook bij andere taken die de gemeente afstoot doet zich dit voor. We willen hierover op korte termijn de discussie voeren om te bezien op welke wijze we de negatieve gevolgen hiervan kunnen terugdringen. Voor brandweerzorg zijn de desintegratiekosten (afgerond) ( interne uren doorberekende kosten automatisering). Draagvlak en Communicatie VRBZO organiseert regionale bijeenkomsten om de raadsleden in algemene zin te informeren. Communicatie met vrijwilligers verloopt vanuit VRBZO via de brandweerkanalen zoals het regionaal personeelsblad De Koppeling, via hoofden brandweerzorg en via het intranet van VRBZO. Het organisatieplan, het daartoe behorende bijlagenboek en de Gemeenschappelijke Regeling zijn - direct aansluitend op het voorgenomen besluit van het Algemeen Bestuur VRBZO d.d. 14 juni jl. - voor advies voorgelegd aan de BOR regionalisering. Het advies van de BOR wordt u zo spoedig mogelijk, tenminste voorafgaand aan het moment van 20 september 2013, nagezonden. Daarnaast is er een periodiek informeel overleg tussen een deputatie uit de beide korpsen Oirschot en De Beerzen met de burgemeester. 12.Raadsvoorstel Regionalisering brandweerzorg en aanpassing gemeenschappelijke regeling.doc/blz. 10

8 Relatie met Toekomstvisie Inwoners en ondernemers voelen zich mede verantwoordelijk voor een veilig Oirschot en spreken elkaar daarop aan. De gemeente Oirschot zorgt samen met haar veiligheidspartners voor een adequaat handelen bij incidenten. Daarmee is de gemeente Oirschot zowel fysiek als sociaal een veilige gemeente waar het aangenaam is om te wonen, te werken en te verblijven. Burgerparticipatie Niet van toepassing Procedures, Planning en Uitvoering De gemeenten zijn door VRBZO verzocht uiterlijk 20 september 2013 hun genomen besluiten en eventuele zienswijzen van de gemeenteraad kenbaar te maken aan het Dagelijks Bestuur. De gemeenteraad van Oirschot behandelt deze materie op 24 september en kan dus pas direct daarna VRBZO berichten. VRBZO ijvert voor definitieve vaststelling van de voorstellen door het Algemeen Bestuur op 26 september Het collegebesluit kan voor 20 september kenbaar gemaakt worden aan VRBZO. Evaluatie Niet van toepassing Bijlagen ter inzage a. Begeleidende brief, Gemeenschappelijke Regeling, Organisatieplan met Bijlagenboek. b. Regionalisering brandweer en aangepaste Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost, versie 31 juli c. Concept verslag van de vergadering van het Algemene Bestuur van 14 juni d. Notitie van burgemeester Severijns over de verdeelsleutel van 9 mei 2013 met memo van de Veiligheidsregio. e. Concept brief aan Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost met besluit en zienswijze van de gemeente Oirschot (te versturen nadat de raad een besluit heeft genomen). Oirschot, 27 augustus 2013 burgemeester en wethouders, Theo van Waes, secretaris Ruud Severijns, burgemeester 12.Raadsvoorstel Regionalisering brandweerzorg en aanpassing gemeenschappelijke regeling.doc/blz. 11

9 Raadsbesluit Vergadering: Gemeenteraad Oirschot Vergaderdatum: 24 september 2013 Registratienummer: 2013/44 De raad der gemeente Oirschot; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 27 augustus 2013; gegeven de agendering door het Presidium d.d. 3 september 2013; besluit: 1. Een zienswijze geven over van het Organisatieplan regionalisering en de voorgestelde verdeelsleutel; VRBZO 2014: Efficiënt, robuust en nabij. Organisatieplan Veiligheidsregio Brabant- Zuidoost in het perspectief van de regionalisering van de uitvoering van de brandweerzorg en het daarbij behorende bijlagenboek. Hierin ondubbelzinnig het standpunt van de gemeente Oirschot, dat zij het niet eens is met de verdeelsleutel, op te nemen. 2. Kennisnemen van het voorgenomen besluit van het Algemeen Bestuur VRBZO, het collegebesluit en het advies van de BOR regionalisering op dit organisatieplan en het bijlagenboek; 3. Het college toestemming geven om de gewijzigde Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost aan te gaan, volgens bijgevoegd voorstel; 4. De gemeentelijke brandweer met ingang van 1 januari 2014, de datum waarop de regionalisering van de uitvoering van de brandweerzorg feitelijk wordt vorm gegeven, opheffen. Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Oirschot van 24 september 2013, De gemeenteraad, Han Struijs, griffier Ruud Severijns, voorzitter 12.Raadsvoorstel Regionalisering brandweerzorg en aanpassing gemeenschappelijke regeling.doc/blz. 12

10 Retouradres, Postbus 242, 5600 AE Eindhoven Deelnemende gemeenten van Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost T.a.v. het college van B&W Communicatie en Directieondersteuning Onderwerp regionalisering brandweerzorg Geacht college, Op 14 juni jl. heeft het Algemeen Bestuur een voorgenomen besluit genomen ten aanzien van het regionaliseren van de brandweerzorg in de regio Zuidoost-Brabant per 1 januari Met dit voorgenomen besluit staat de weg open om u en uw raad te verzoeken in te stemmen met de voorgenomen plannen respectievelijk een zienswijze hierover te geven. Het bestuur van VRBZO biedt u hierbij een organisatieplan aan waarin is uiteengezet op welke wijze de geregionaliseerde organisatie vorm zal worden gegeven en de wijze waarop wordt voorgesteld deze organisatie te financieren. Tevens ontvangt u een voorgenomen wijziging van de gemeenschappelijke regeling. Deze informatie wordt ook rechtstreeks aan de griffie van uw raad aangeboden. Om praktische redenen ontvangt u de documenten digitaal. Datum 17 juni 2013 Uw brief van Uw kenmerk Behandeld door dhr. A.H. Emmen Telefoon (040) Ons kenmerk 13.U Aantal bijlagen In afschrift aan In de overgang naar deze nieuwe organisatie staat ons allen, VRBZO én gemeenten, nog veel te doen. Centraal hierbij staat de zorgvuldige overgang van het werkgeverschap van vrijwilligers. Beoogd wordt daarom te komen tot tijdige definitieve besluitvorming door het bestuur van VRBZO, en wel op 26 september a.s. Dit impliceert dat het bestuur tijdig, doch uiterlijk 20 september 2013 de besluiten en zienswijzen van u en uw raad hoopt te kunnen vernemen. P P Aan de Bijzondere Ondernemingsraad Regionalisering is verzocht een advies uit te brengen over de voorgenomen besluiten van het bestuur. Zodra het advies door de BOR is uitgebracht zal dit aan u worden toegestuurd zodat ook deze informatie in uw afwegingen kunnen worden meegenomen. Het bestuur hoopt dat u en uw raad alles in het werk zullen stellen om voorafgaand aan deze datum uw besluitvorming en overwegingen te kunnen maken. Ter ondersteuning hiertoe worden vanuit VRBZO op 19, 20 en 26 augustus a.s. informatieavonden belegd voor collegeleden en raadsleden op nog nader bekend te maken locaties in de regio. Voor zover dit agendatechnisch is te organiseren zal desgewenst ook in uw gemeente ondersteuning kunnen worden verleend bij commissievergaderingen of raadsvergaderingen. U kunt hierover eventueel contact opnemen met het directiesecretariaat via of 524. Bezoekadres Deken van Somerenstraat KX Eindhoven Telefoon (040) info@vrbzo.nl Postadres Postbus AE Eindhoven

11 Het bestuur VRBZO hoopt u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en wacht uw reactie af. Hoogachtend, het Dagelijks Bestuur Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost, namens deze, Communicatie en Directieondersteuning Onderwerp regionalisering brandweerzorg Ons kenmerk 13.U A.H. Emmen Directiesecretaris 2

12 GR VRBZO Datum 31 juli 2013 Status voorgenomen besluit AB Versie 2.1 Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost Van toepassing met ingang van 01 januari 2014 in de geregionaliseerde situatie

13 Gemeenschappelijke Regeling VRBZO Voorwoord Eindhoven, juni 2013 Gezien de aanpassing van de Wet veiligheidsregio s per 1 januari 2013 en de vorming van de Nationale Politie is het van belang de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant Zuidoost, versie 27 januari 2011, hierop technisch aan te passen. Omtrent het daadwerkelijk realiseren van de regionalisering heeft de Gemeenschappelijke regeling slechts een technische aanpassing nodig. Immers was de regeling voorbereid op geleidelijke overgang van de uitvoering van brandweerzorg van gemeenten naar regio en was de brandweerzorg van Eindhoven en Helmond ten tijde van vaststelling al geregionaliseerd. Ten aanzien van aanpassing vanwege het instellen van een Nationale Politie zijn vooral aanpassingen nodig ten aanzien van naamgeving van functionarissen en benoeming van voorzitter en plaatsvervangend voorzitter. Om deze redenen bied ik u een gewijzigde versie aan van de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost waarin deze technische aanpassingen zijn doorgevoerd. Er spelen echter nog enkele andere bredere discussie rondom governance, de betrokkenheid van gemeentesecretarissen en crisispartners, en het strategisch karakter van de Veiligheidsregio. Het bestuur van Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost heeft in het verleden altijd de intentie gehad om met en in de Gemeenschappelijke regeling zo helder mogelijk vast te leggen wat de taakstellingen van de Veiligheidsregio zijn en op welke wijze de Veiligheidsregio hiertoe wordt ingericht. Daarbij is ook altijd zorgvuldig gekeken naar de relatie van de Veiligheidsregio met de deelnemende gemeenten en naar de juiste invulling van begrippen als verlengd lokaal bestuur, ketenverantwoordelijkheid en bestuurlijke verantwoording. Maar ook naar een organisatievorm waarbij bestuur en directie van de Veiligheidsregio met voldoende doorzettingsmacht en ruimte de belangen van de deelnemende gemeenten kon behartigen. Hierbij spelen begrippen als efficiency, snelheid en werkbaarheid een rol. Het streven is om hierin ook voor de toekomst het juiste evenwicht te vinden. Vanwege de volledige regionalisering, veranderende wetgeving, prioriteiten en verantwoordelijkheden zal hierin een nieuw evenwicht gevonden moeten worden. Omdat het niet mogelijk is om in een kort tijdsbestek met alle betrokkenen te komen tot een allesomvattend beeld waarin recht wordt gedaan aan ieders belangen rond de taakstellingen van het Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur, gemeentesecretarissen, ketenpartners etc. Parallel aan het vaststellen van deze gewijzigde Gemeenschappelijke regeling wordt daarom een brede discussie over deze onderwerpen opgestart. Te verwachten is dat dit alles in 2014 zal resulteren in een volgende wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost. R. van Gijzel, voorzitter Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost 2

14 Gemeenschappelijke Regeling VRBZO Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant- Zuidoost Het college van Burgemeester en Wethouders en de burgemeester van de gemeenten Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-de Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre, ieder voor zover betreft zijn bevoegdheden; overwegende, dat op grond van de Wet veiligheidsregio s artikel 8 tot vaststelling van de regio-indeling van gemeenten met betrekking tot taken in het kader van de Wet Veiligheidsregio s de gemeenten Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-de Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre zijn aangewezen tezamen een regio te vormen als bedoeld in artikel 9 van de Wet veiligheidsregio s; dat de gemeenteraad, zoals vereist op grond van artikel 1, tweede en derde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen, het college toestemming heeft gegeven om een regeling te treffen c.q. te wijzigen; dat de korpschef van het landelijk politiekorps, voor zover het de integrale afstemming van de politietaken ten aanzien van de voorbereiding op rampenbestrijding en crisisbeheersing, het veiligheidsbeleid in de gemeenten en de gemeenschappelijke meldkamer betreft, met instemming kennis genomen heeft van deze gemeenschappelijke regeling; dat voornoemde gemeenten, respectievelijk hun bestuursorganen, verplicht zijn gemeenschappelijke regelingen te treffen op grond van artikel 9 van de Wet veiligheidsregio s; dat deze gemeenschappelijke regeling belast wordt met de wettelijke taken genoemd in artikel 10, juncto de artikelen 25, 32, 35 en 36 van de Wet veiligheidsregio s dat de gemeenschappelijke regeling wordt belast met het beheer en instandhouding van een gemeenschappelijke meldkamer Brabant-Zuidoost, waarin tenminste is opgenomen een geïntegreerd meldkamersysteem ten behoeve van de meldkamer politie, de meldkamer brandweer en meldkamer ambulancezorg en het radionetwerk C2000; gelet op de Wet veiligheidsregio s, de Wet ambulancezorg, de Wet publieke gezondheid, de Politiewet 2012 de Gemeentewet en de Wet gemeenschappelijke regelingen; Besluiten: de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost per 1 januari 2014 te wijzigen, zodat deze komt te luiden als volgt: 3

15 Gemeenschappelijke Regeling VRBZO HOOFDSTUK I (Algemene bepalingen) Instelling en plaats van vestiging. Artikel Er is een rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam, genaamd Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost. 2. De Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost is een regionaal samenwerkingsverband van de gemeenten Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen c.a., Oirschot, Reusel-de Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre. 3. De Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost is gevestigd in Eindhoven. Begripsbepalingen. Artikel In deze gemeenschappelijke regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. de Wet: De Wet veiligheidsregio s; b. de gemeenschappelijke regeling: de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost; c. het openbaar lichaam: het openbaar lichaam bedoeld in artikel 1, eerste lid; d. de gemeente: één van de in artikel 1, tweede lid, genoemde gemeenten; e. het samenwerkingsgebied: het gezamenlijk grondgebied van de in artikel 1, tweede lid, genoemde gemeenten; f. de Veiligheidsregio: de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost als bedoeld in artikel 1, eerste lid van deze gemeenschappelijke regeling; g. het Algemeen Bestuur: het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio; h. het Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio; i. de voorzitter: de voorzitter van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio; j. de korpschef: de korpschef als bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012, deze krachtens mandaat vertegenwoordigd door de politiechef van de eenheid Oost-Braban; k. de hoofdofficier van justitie: de hoofdofficier van justitie als bedoeld in artikel 12, eerste lid van de Wet; l. de directeur Veiligheidsregio: het hoofd van de ambtelijke organisatie van het openbaar lichaam; m. de directeur Publieke Gezondheid: de functionaris als bedoeld in artikel 32, eerste lid van de Wet; n. de coördinerend gemeentesecretaris: de functionaris als bedoeld in artikel 36 van de Wet; o. het directeurenberaad: het beraad als bedoeld in artikel 22 van de Wet. p. de GHOR: de geneeskundige hulpverleningsorganisatie bij rampen als bedoeld in artikel 32, eerste lid van de Wet. 4

16 Gemeenschappelijke Regeling VRBZO 2. Daar waar in de gemeenschappelijke regeling artikelen van de Gemeentewet of van enige andere wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, komen in die artikelen in de plaats van de gemeente, de raad, het college en de burgemeester, onderscheidenlijk: de Veiligheidsregio, het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de voorzitter. 5

17 Gemeenschappelijke Regeling VRBZO HOOFDSTUK II (Doel, taken en bevoegdheden) Doel. Artikel De Veiligheidsregio behartigt de belangen van de gemeenten in het samenwerkingsgebied op de terreinen van: a. Brandweerzorg b. Ambulancezorg c. Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen d. Rampenbestrijding en crisisbeheersing e. Gemeenschappelijke meldkamer. Taken en bevoegdheden. Artikel de Veiligheidsregio draagt zorg voor de wettelijke taken en beschikt daarbij over de bevoegdheden: a. genoemd in artikel 10 juncto de artikelen 25, 32, 35 en 36 van de Wet veiligheidsregio s; b. genoemd in artikel 3 Wet ambulancezorg; c. overige taken die bij of krachtens wet aan de Veiligheidsregio worden opgedragen. 2. de Veiligheidsregio draagt zorg voor de taken genoemd in bijlage 1. Integrale afstemming Artikel 5 Ten aanzien van het bevorderen van een eenduidig veiligheidsbeleid binnen de gemeenten, het beheer van de gemeenschappelijke meldkamer en de multidisciplinaire rampen- en crisisbeheersing is voorbereiding, afstemming en besluitvorming van het bestuur van de Veiligheidsregio en de korpschef vereist. Deze integrale afstemming en besluitvorming wordt vastgelegd in een convenant. 6

18 Gemeenschappelijke Regeling VRBZO HOOFDSTUK III (Organen) Organen. Artikel 6. De Veiligheidsregio kent de volgende organen: a. het Algemeen Bestuur b. het Dagelijks Bestuur c. de voorzitter d. commissies. 7

19 Gemeenschappelijke Regeling VRBZO HOOFDSTUK IV (Algemeen Bestuur) Samenstelling Algemeen Bestuur. Artikel 7. 1 Het Algemeen Bestuur bestaat uit de burgemeesters van de deelnemende gemeenten. 2 De burgemeester wordt bij verhindering vertegenwoordigd overeenkomstig artikel 77 van de Gemeentewet. 3 Het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur eindigt van rechtswege zodra men ophoudt burgemeester te zijn van de vertegenwoordigde gemeente. Werkwijze Algemeen Bestuur. Artikel Het Algemeen Bestuur vergadert jaarlijks ten minste driemaal en voorts zo dikwijls de voorzitter of het Dagelijks Bestuur het nodig oordelen, of indien het door ten minste drie leden schriftelijk met opgave van redenen wordt gevraagd. 2. De vergaderingen van het Algemeen Bestuur zijn openbaar. Door het Algemeen Bestuur zal met gesloten deuren worden vergaderd indien ten minste een vijfde gedeelte van de aanwezige leden of indien de voorzitter dit nodig acht. 3. In een besloten vergadering van het Algemeen Bestuur kan niet worden beraadslaagd of worden besloten over: a de vaststelling en wijziging van de begroting; b de vaststelling van de rekening; c de wijziging van de gemeenschappelijke regeling; d de vaststelling van het liquidatieplan; e de vaststelling of wijziging van regelingen; f de vaststelling of wijziging van rechtspositieregelingen voor het personeel van het openbaar lichaam; g de vaststelling of wijziging van een gemeenschappelijke regeling tussen het openbaar lichaam en andere openbare lichamen, alsmede het toetreden tot en het uittreden uit een dergelijke regeling; h de oprichting van of deelname in stichtingen, maatschappen, vennootschappen en coöperatieve en andere verenigingen, dan wel de ontbinding daarvan of beëindiging van deelneming daaraan. 4. Op verzoek van de voorzitter geschiedt de in artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht bedoelde openbare kennisgeving tevens door de burgemeester van de deelnemende gemeenten op de gebruikelijke wijze. 8

20 Gemeenschappelijke Regeling VRBZO 5. Het Algemeen Bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast. Dit reglement, en de daarin aangebrachte wijzigingen, worden aan de deelnemende gemeenten en de korpschef gezonden. De artikelen 16, 17, 19, 20, 22, 26 en 28 t/m 33 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing. 6. De commissaris van de Koning, de hoofdofficier van justitie en een vertegenwoordiger van de waterschappen, die door de voorzitters van de waterschappen, die binnen het grondgebied van de veiligheidsregio zijn gelegen, uit hun midden, is aangewezen, worden uitgenodigd deel te nemen aan de vergadering. De commissaris kan zich laten vertegenwoordigen. 7. De vaste leden van het directeurenberaad kunnen de vergadering van het Algemeen Bestuur bijwonen en hebben hierin, voor zover het hun taakveld betreft, een adviserende stem. 8. Anderen kunnen worden uitgenodigd als adviseur de vergaderingen van het Algemeen Bestuur bij te wonen. Besluitvorming Artikel Bij het nemen van besluiten door het algemeen bestuur tot vaststelling van de jaarrekening en tot vaststelling van de begroting en begrotingswijzigingen brengen de leden die een gemeente vertegenwoordigen tot inwoners één stem uit. De leden die een gemeente vertegenwoordigen met of meer inwoners brengen twee stemmen uit vermeerderd met een stem per volledig veelvoud van inwoners, waarmee het aantal van inwoners door die gemeente wordt overschreden. 2. Bij de overige besluitvorming door het algemeen bestuur vindt stemming plaats op basis van gewone stemwaardering (één stem per gemeente). 3. De besluitvorming vindt plaats bij meerderheid van stemmen. Bij het staken van de stemmen heeft de voorzitter een doorslaggevende stem. 9

21 Gemeenschappelijke Regeling VRBZO HOOFDSTUK V (Dagelijks Bestuur) Samenstelling Dagelijks Bestuur. Artikel Het Dagelijks Bestuur bestaat naast de voorzitter en plaatsvervangend-voorzitter uit maximaal 5 leden, aan te wijzen door en uit de leden van het Algemeen Bestuur. 2 Bij de samenstelling van het Dagelijks Bestuur geldt het uitgangspunt dat een evenredige geografische verdeling over de regio wordt aangehouden. Hierbij wordt de onderstaande verdeling gehanteerd: a 1 zetel in te vullen door Eindhoven; b 1 zetel in te vullen door Helmond; c 1 zetel namens de gemeenten Best, Geldrop-Mierlo, Nuenen c.a, Son en Breugel, Veldhoven en Waalre; d 1 zetel namens de gemeenten Bergeijk, Bladel, Cranendonck, Eersel, Heeze-Leende, Oirschot, Reusel-de Mierden en Valkenswaard; e 1 zetel namens de gemeenten Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Laarbeek en Someren. 3 Het Algemeen Bestuur kan van het uitgangspunt onder het eerste en tweede lid afwijken. 4 De zittingsperiode van de leden van het Dagelijks Bestuur is gelijk aan de zittingsperiode van de colleges van burgemeester en wethouders. De leden kunnen opnieuw worden benoemd. Zij blijven hun functie waarnemen totdat voorzien is in hun opvolging. 5 Het lidmaatschap eindigt zodra een lid ophoudt lid te zijn van het Algemeen Bestuur dan wel ontslag neemt als lid van het Dagelijks Bestuur. 6 Het lid van het Dagelijks Bestuur dat ontslag neemt blijft in functie tot de eerstvolgende vergadering van het Algemeen Bestuur. 7 Een lid, met uitzondering van de voorzitter, kan worden ontslagen, indien hij het vertrouwen niet meer bezit van het Algemeen Bestuur. 8 Indien tussentijds een plaats van een lid openvalt, wordt zo spoedig mogelijk een nieuw lid aangewezen. Taak en bevoegdheden Dagelijks Bestuur. Artikel Het Dagelijks Bestuur stelt in zijn eerste vergadering na zijn verkiezing een portefeuilleverdeling vast en deelt zijn besluit hierover mee aan het Algemeen Bestuur. 10

22 Gemeenschappelijke Regeling VRBZO 2. Het Dagelijks Bestuur stelt voor de uitvoering van zijn taken een reglement van orde vast. Op het houden en de orde van de vergadering van het Dagelijks Bestuur zijn de artikelen 52, 53 en 54 tot en met 60 van de Gemeentewet, voor zover daarvan niet bij of krachtens wet wordt afgeweken, van overeenkomstige toepassing. 3. Het Dagelijks Bestuur oefent, voor zover het Algemeen Bestuur daartoe besluit en dan naar door het Algemeen Bestuur te stellen regelen, de wettelijk toegekende of krachtens de gemeenschappelijke regeling aan het Algemeen Bestuur toevallende bevoegdheden uit, met uitzondering van: a. het vaststellen en wijzigen van de begroting; b. het vaststellen van de jaarrekening; c. het vaststellen van strategische regionale plannen; d. het vaststellen, wijzigen of intrekken van verordeningen; e. het toetreden tot, uittreden uit of wijzigen van de gemeenschappelijke regeling overeenkomstig het gestelde in hoofdstuk XIV; f. het treffen, wijzigen, verlengen of opheffen van een gemeenschappelijke regeling tussen de Veiligheidsregio en andere lichamen, alsmede het toetreden tot en het uittreden uit een dergelijke gemeenschappelijke regeling; g. het oprichten van of deelnemen in een stichting, maatschap, vennootschap, coöperatieve en andere vereniging dan wel het ontbinden daarvan of het beëindigen van de deelname daaraan. Artikel Het Dagelijks Bestuur oefent de taken en bevoegdheden die in deze gemeenschappelijke regeling aan het Dagelijks Bestuur zijn opgedragen uit. 2. Voorts is dit bestuur belast met: a. een voortdurend toezicht op al wat de Veiligheidsregio aangaat; b. het voorbereiden van al hetgeen aan het Algemeen Bestuur ter overweging en beslissing zal worden voorgelegd; c. het uitvoeren van de besluiten van het Algemeen Bestuur; d. het onverwijld mededeling doen van besluiten van het Algemeen Bestuur als bedoeld in artikel 11, derde lid aan de aan de gemeenschappelijke regeling deelnemende gemeenten; e. het voorstaan van de belangen van de Veiligheidsregio bij andere overheden, instellingen of personen, waarmee contact voor de Veiligheidsregio van belang is; f. de zorg voor het beheer van inkomsten en uitgaven van de Veiligheidsregio; g. de zorg, voor zover deze niet aan anderen toekomt, voor de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding; h. het nemen van alle conservatoire maatregelen zowel in als buiten rechte en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring en verlies van recht of bezit; i. de zorg voor en het houden van toezicht op de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden; j. het benoemen, schorsen en ontslaan van personeel voor zover niet aan het Algemeen Bestuur voorbehouden. 11

23 Gemeenschappelijke Regeling VRBZO Vergaderingen Dagelijks Bestuur. Artikel Het Dagelijks Bestuur vergadert minimaal vijfmaal per jaar of zo dikwijls de voorzitter het nodig oordeelt of tenminste twee leden de voorzitter schriftelijk en met redenen omkleed hierom verzoeken. In het laatste geval wordt de vergadering binnen veertien dagen na een zodanig verzoek gehouden. 2. Besluiten van het Dagelijks Bestuur vinden plaats op basis van gewone meerderheid van stemmen. Bij het staken der stemmen beslist de voorzitter. 3. De commissaris van de Koning, de hoofdofficier van justitie en een vertegenwoordiger van de waterschappen, die door de voorzitters van de waterschappen, die binnen het grondgebied van de veiligheidsregio zijn gelegen, uit hun midden, is aangewezen, kunnen worden uitgenodigd deel te nemen aan de vergadering. De commissaris kan zich laten vertegenwoordigen 4. De vaste leden van het directeurenberaad kunnen worden uitgenodigd deel te nemen aan de vergadering en hebben hierin, voor zover het hun taakveld betreft, een adviserende stem. 5. Andere personen kunnen worden uitgenodigd om als adviseur de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur bij te wonen. 12

24 Gemeenschappelijke Regeling VRBZO HOOFDSTUK VI (De voorzitter, plaatsvervangendvoorzitter, secretaris) Artikel De voorzitter wordt overeenkomstig artikel 11, tweede lid van de Wet, benoemd bij koninklijk besluit. 2. De voorzitter wordt bij zijn afwezigheid vervangen door een door het Algemeen bestuur aan te wijzen lid van het Algemeen Bestuur. 3. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur en draagt er zorg voor, dat de besluiten van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur naar behoren worden uitgevoerd. 4. De voorzitter vertegenwoordigt de Veiligheidsregio in rechtsgedingen en bij alle buitengerechtelijke rechtshandelingen. Hij kan de vertegenwoordiging na overleg met het Dagelijks Bestuur in rechtsgedingen en bij buitengerechtelijke rechtshandelingen opdragen aan een door hem aan te wijzen persoon. 5. De voorzitter tekent de stukken die van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur uitgaan. 6. De directeur Veiligheidsregio fungeert als ambtelijk secretaris van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur. 13

25 Gemeenschappelijke Regeling VRBZO HOOFDSTUK VII (Commissies, werkgroepen, overleg) Bestuurscommissies. Artikel Het Algemeen Bestuur kan, conform artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen commissies instellen met het oog op de behartiging van bepaalde belangen. 2. Een lid van het Dagelijks Bestuur is voorzitter van een commissie als bedoeld in het eerste lid. Commissies van advies Artikel Het Algemeen Bestuur alsmede het Dagelijks Bestuur kunnen besluiten ten behoeve van de uitvoering van de hen opgedragen taken commissies van advies in te stellen conform artikel 24 van de Wet gemeenschappelijke regelingen. 2. De instelling van commissies van advies aan het Dagelijks Bestuur en de regeling van haar bevoegdheden en samenstelling geschieden door het Algemeen Bestuur op voorstel van het Dagelijks Bestuur. 3. Tenminste wordt ingesteld een adviescommissie financiën. Werkgroepen, overleg Artikel 17. Het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de voorzitter kunnen werkgroepen en overlegvormen instellen. 14

26 Gemeenschappelijke Regeling VRBZO HOOFDSTUK VIII (Informatie en verantwoordingsplicht) Dagelijks Bestuur Artikel Het Algemeen Bestuur kan regelen van welke besluiten van het Dagelijks Bestuur kennisgeving wordt gedaan aan de leden van het Algemeen Bestuur. Daarbij kan het Algemeen Bestuur de gevallen bepalen waarin met ter inzage legging kan worden volstaan. Het Dagelijks Bestuur laat de kennisgeving of ter inzage legging achterwege voor zover deze in strijd is met het openbaar belang. 2 De leden van het Dagelijks Bestuur zijn tezamen en ieder afzonderlijk aan het Algemeen Bestuur verantwoording schuldig voor het door hen gevoerde bestuur en geven daarover alle door één of meer leden verlangde inlichtingen, een en ander voor zover dit niet strijdig is met het openbaar belang. Voorzitter Artikel 19. Het voorgaande artikel is van overeenkomstige toepassing op de voorzitter. Algemeen Bestuur Artikel Het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur verstrekken het college van een deelnemende gemeente de verlangde inlichtingen, waarvan het verstrekken niet in strijd is met het openbaar belang. 2 Een verzoek om inlichtingen kan schriftelijk of mondeling worden ingediend bij het Dagelijks Bestuur. 3 Het Dagelijks Bestuur verstrekt de gevraagde inlichtingen schriftelijk zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen acht weken na ontvangst van het verzoek. 4 Een lid van het Algemeen Bestuur voorziet het eigen college, van alle informatie die, in relatie tot het door het Algemeen Bestuur gevoerde en te voeren beleid en de daarbij door het aangewezen lid ingenomen c.q. in te nemen standpunt, noodzakelijk is. 5 Een lid van het Algemeen Bestuur geeft het eigen college mondeling of schriftelijk de door één of meer leden, overeenkomstig het reglement van orde van die raad, verlangde inlichtingen, waarvan het verstrekken niet in strijd is met het openbaar belang overeenkomstig artikel 16, zesde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen. 15