Predictoren van slachtofferschap van pesten. op school

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Predictoren van slachtofferschap van pesten. op school"

Transcriptie

1 Predictoren van slachtofferschap van pesten op school Bachelorthesis Klinische Gezondheidspsychologie Lianne Abeling, ANR Begeleider: Mr. drs. M. J. J. Kunst Intervict, Universiteit van Tilburg Uitgifte: juli 2008

2 Inhoudsopgave Samenvatting...3 Abstract Inleiding Methode Resultaten Gedragsstijl en sociometrische status als predictoren Sociaal teruggetrokken gedrag in de onderbouw: het longitudinale verband met sociometrische status en betrokkenheid bij pesten in de middenbouw 3.2 Persoonlijkheid en zelfwaardering als predictoren Problemen bij de betrokkenheid van pesten en de relatie met de persoonlijkheidsdimensies van Eysenck bij kinderen in de leeftijdscategorie van 8 tot 13 jaar Vergelijking studies 3.3 Depressie en sociale angst als predictoren Slachtofferschap van pesten en de relatie met depressie onder basisschoolkinderen in Australië De relatie tussen pesten, slachtofferschap, depressie, angst en agressie onder basisschoolkinderen Vergelijking studies 4. Conclusie Discussie...27 Literatuur...31 Bijlagen...36 Bijlage 1. Zoektermen en resultaten Bijlage 2. Belangrijkste kenmerken studies Bachelorthesis juli

3 Samenvatting Slachtoffers van pesten lijken te worden gekenmerkt door bepaalde persoonlijke eigenschappen. Ook andere predictoren lijken een rol te spelen. Vanwege de gevolgen die slachtofferschap van pesten kan hebben is het van groot belang dat hier meer duidelijkheid over komt. Door meer inzicht te hebben in de determinanten van pesten kunnen leerkrachten en verzorgers een preventieve functie vervullen. Het doel van deze studie was om met behulp van een systematische review te inventariseren welke predictoren van slachtofferschap van pesten op school momenteel in de literatuur worden onderscheiden. De studies werden onderverdeeld in studies over 1) gedragsstijl en sociometrische status, 2) persoonlijkheid en zelfwaardering en 3) depressie en sociale angst. Uit de onderzoeksresultaten van de studies kon worden afgeleid dat kinderen die kunnen worden aangemerkt als socially-active/aggressive vaker slachtoffer van pesten werden dan andere kinderen. Bovendien neigden slachtoffers van pesten naar introversie en scoorden zij lager op zelfwaardering. Ten slotte ging slachtofferschap samen met een laag psychosociaal welbevinden in termen van angst en depressie. Op basis van de onderzoeksresultaten kunnen, met enige voorzichtigheid, de volgende predictoren van slachtofferschap van pesten worden aangewezen: gedragsstijl, sociometrische status (populariteit), introversie, een lagere zelfwaardering en een lager psychosociaal welbevinden in termen van depressieve symptomen en sociale angst. Sleutelwoorden: Review, pesten, predictoren, gedrag, slachtofferschap, schoolkinderen Bachelorthesis juli

4 Abstract It seems victims of bullying are characterized by certain personal characteristics. Furthermore, several other factors appear to be predictive of being bullied. From a prevention perspective, it is important to identify additional predictors of bullying. Knowledge of determinants enables teachers and caregivers to succesfully prevent bullying victimization. The aim of this study was to identify additional predictors of bulling victimization by performance of a systematic literature review. The studies were subdivided in studies on 1) style of behavior and sociometric status, 2) personality and self-esteem and 3) depression and social anxiety. From the research outcomes it appeared that children who can be considered socially-active/aggressive were more often victimized than other children. Besides, victims of bullying tend to introversion and scored lower on self-esteem. Finally, victimization was accompanied by low psychosocial wellbeing in terms of anxiety and depression. Based on the research outcomes, with a little caution, the following predictors of victimization by bullying can be distinguished: style of behaviour, sociometric status (popularity), introversion, a lower self-esteem and a lower psychosocial wellbeing in terms of depressive symptoms and social anxiety. Key words: Review, bullying, predictors, behaviour, victimization, schoolchildren Bachelorthesis juli

5 1. Inleiding Het aantal meldingen over pesten op school is in 2007 in Nederland met 11 procent gestegen ten opzichte van het jaar daarvoor. In 2006 kreeg Pestweb, een hulplijn voor kinderen, ouders en leerkrachten die met pesten te maken hebben, 5816 meldingen over pesten op school binnen. Blijkens een artikel in De Telegraaf van 5 april 2008 is dat aantal in 2007 gestegen naar Recent is onderzoek naar de betrokkenheid van kinderen bij pesten op school steeds meer in de belangstelling komen te staan (Bokhorst, Goossens, Bokhorst, Dekker, & De Ruyter, 2002). Volgens Olweus, één van de meest vooraanstaande onderzoekers op het gebied van pesten, wordt pesten door drie factoren gekenmerkt: (i) een onevenwichtigheid in kracht, fysiek en/of mentaal, tussen de pester en het slachtoffer; (ii) het herhaaldelijk uitoefenen van negatieve acties door de pester jegens het slachtoffer; en (iii) een opzettelijke intentie om de ander pijn te doen zonder enige aanleiding (Olweus, 1989a). Voorbeelden van gedragingen die onder pesten vallen, zijn: schelden, lichamelijke mishandeling, bedreiging, stelen, vandalisme, laster, uitsluiting en hekelen (Beale, 2001). Slachtoffers van pesten lijken te worden gekenmerkt door bepaalde persoonlijke eigenschappen. Olweus (1991) omschrijft het slachtoffer als een individu met een angstig persoonlijkheidspatroon gecombineerd met fysieke zwakheid. Dit beeld van slachtoffers van pesten wordt door meerdere studies bevestigd. Robins (1966), Olweus (1978) en Perry, Williard, & Perry (1990) stellen dat slachtoffers van pesten zeer angstige individuen zijn. Brockenbrough, Cornell, & Loper (2002) en Kaltiala-Heino, Rimpela, & Pampela (2000) suggereren dat slachtofferschap een significante positieve correlatie heeft met verschillende internaliserende stoornissen, zoals angst en depressie. Bachelorthesis juli

6 McNamara & McNamara (1997) stellen vast dat het slachtoffer fysiek smal gebouwd is en zwak en tenger in vergelijking met degene die pest. Zij concluderen hieruit dat slachtoffers vaak niet in staat zijn zichzelf te beschermen tegen misbruik. Ook uit onderzoeksresultaten van de studies van Batsche & Knoff (1994), Olweus (1993a), Schwartz, Dodge & Coie (1993) en Slee (1995) blijkt dat slachtoffers vaker angstig en fysiek zwakker zijn dan anderen. Bovendien stellen O Moore & Kirkham (2001) dat slachtoffers neigen te lijden onder een lage zelfwaardering. Perry, Kusel, & Perry (1988) ten slotte, stellen dat slachtoffers minder vrienden en sociale steun hebben waardoor zij het risico lopen afgewezen te worden door leeftijdgenoten. Naast het aanwijzen van bepaalde persoonlijke eigenschappen waar slachtoffers van pesten door gekenmerkt lijken te worden, zijn ook andere predictoren aan te wijzen voor het slachtoffer worden van pesten. Egan & Perry (1998) stellen dat een negatief zelfbeeld een centrale rol speelt bij het slachtoffer worden en blijven. Uit onderzoek van Olweus (1994) blijkt dat het de relatief jongste kinderen zijn die vaker slachtoffer zijn van pesten. Dit kan duiden op hun relatief kwetsbare positie in de groep, mogelijk veroorzaakt doordat zij wellicht ook fysiek zwakker zijn dan de andere kinderen. Boivin, Hymel, & Bukowski (1995), Olweus (1993b) en Schwartz et al. (1993) stellen dat kinderen die regelmatig onderdanig of sociaal teruggetrokken gedrag vertonen, een grote kans lopen om door leeftijdsgenootjes gepest te worden. De meerderheid (ongeveer tweederde) van de slachtoffers van pesten vertoont passief of onderdanig gedrag (Olweus, 1978). De overige eenderde van de slachtoffers van pesten wordt gekarakteriseerd door een agressief en opvliegend gedragspatroon (Schwartz, Dodge, Pettit, & Bates, 1997). Schwartz, McFadyen-Ketchum, Dodge, Pettit, & Bates (1999) stellen dat voor deze laatste groep slachtoffers vroege Bachelorthesis juli

7 verstoorde, agressieve en hyperactief-impulsieve gedragsproblemen aangewezen kunnen worden als predictor van slachtofferschap. Vanwege de enorme gevolgen die pesten in de ontwikkeling en het latere leven van het kind kan hebben (e.g., Stassen-Berger, 2007) is het van groot belang dat er meer duidelijkheid komt over predictoren die aangewezen kunnen worden voor slachtofferschap van pesten op school. Dit geeft leerkrachten en hulpverleners meer mogelijkheden om preventief hulp te bieden aan kinderen die een vergroot risico lopen slachtoffer te worden van pesten. Door een vroeg ingrijpen kan een negatieve sociometrische status van het kind mogelijk worden voorkomen, waardoor het zich op een gezonde manier sociaal kan ontwikkelen (Bokhorst, Goossens, Bruinsma, & Van Boxtel, 2001). Sociometrische status heeft betrekking op de populariteit van een leerling onder klasgenoten (Asher & Dodge, 1986). Het doel van deze studie is het overzichtelijk weergeven van de belangrijkste onderzoeksresultaten van studies die onderzoek hebben gedaan naar predictoren die aangewezen kunnen worden voor slachtofferschap van pesten op school. 2. Methode Met behulp van een systematische review is een literatuurstudie uitgevoerd naar mogelijke predictoren van slachtofferschap van pesten op school. Een systematische review betreft een procedure waarbij resultaten van verschillende studies worden gecombineerd, getest en beschreven (Heiman, 2002). Meer in het bijzonder gaat het om het formuleren van een onderzoeksvraag, het zoeken van relevante literatuur aan de hand van een aantal methodologische criteria en het systematisch weergeven van de belangrijkste onderzoeksresultaten van de gevonden studies. Bachelorthesis juli

8 In de volgende databases, gerangschikt op alfabetische volgorde, is gezocht naar literatuur die van toepassing is op dit onderwerp: ERIC (gelijktijdig zoeken in meerdere bestanden), Google Scholar, IBSS (International Bibliography of the Social Sciences), Online Contents Tijdschriftartikelen UvT (Universiteit van Tilburg), Online Contents Landelijk, PsychINFO, PubMed, Social Services Abstracts en Sociological Abstracts. De zoektermen die voor dit zoekproces zijn gebruikt zijn: pesten, bully, bully* and victim*, predict* and victim* and bully* en predictors and bullying and victimization and children. In bijlage 1 wordt het zoekproces in detail weergegeven. In deze tabel worden de bron, de zoekterm(en), de treffer / treffers totaal en de referentie behorend bij het desbetreffende artikel weergegeven. De onderzoeken waarop de artikelen betrekking hebben zijn beoordeeld aan de hand van de volgende methodologische criteria: het onderzoeksdesign, kenmerken van de onderzoekspopulatie zoals de grootte, de manier waarop de respondenten verkregen zijn, het significantieniveau van de gevonden effecten, de grootte van deze effecten (proportie verklaarde variantie) en de psychometrische kwaliteiten van de meetinstrumenten die de onderzoekers hebben gebruikt. 3. Resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten van de belangrijkste studies uitgewerkt. De studies zijn onderverdeeld in predictoren die aangewezen kunnen worden voor slachtofferschap van pesten op school. Dit zijn 1) gedragsstijl en sociometrische status, 2) persoonlijkheid en zelfwaardering en 3) depressie en sociale angst. Een samenvatting van de belangrijkste resultaten is opgenomen in bijlage 2. Bachelorthesis juli

9 Voorafgaand aan de bespreking van de studies wordt een korte inleiding gegeven. Vervolgens worden de studies kritisch besproken waarbij ook enkele kanttekeningen worden geplaatst. Ten slotte worden enkele studies met elkaar vergeleken. 3.1 Gedragsstijl en sociometrische status als predictoren De onderlinge relaties van leerlingen op school zijn van belang voor het verwerven van status in de groep. Populaire kinderen genieten meer aanzien dan de zondebok van de klas en kinderen die een ondergeschikte positie aannemen zullen weinig tot geen inbreng hebben op het schoolplein. Gedragsstijl lijkt een belangrijke rol te spelen bij het tot stand komen van de sociometrische status van de leerlingen. De uitkomsten van een longitudinaal onderzoek uitgevoerd door Bokhorst,Goossens, Dekker, & De Ruyter (2000) laten zien dat gedragsstijl en sociometrische status belangrijke predictoren kunnen vormen voor slachtofferschap van pesten op school. Bokhorst et al. (2000) hebben onderzoek gedaan naar de relatie tussen gedragsstijl en populariteit in de onderbouw van het basisonderwijs en betrokkenheid bij pesten in de middenbouw. Samengevat zijn de belangrijkste resultaten die Bokhorst et al. (2000) hebben gevonden dat een teruggetrokken gedragsstijl negatief samenhangt met later slachtofferschap en internaliserend gedrag en dominant gedrag bij voornamelijk jonge kinderen het risico op later slachtofferschap verhoogt. In 2002 heeft Bokhorst samen met Goossens, Bokhorst, Dekker, & De Ruyter de relatie tussen gedragsstijl, sociometrische status en betrokkenheid bij pesten op school nogmaals onderzocht. Bachelorthesis juli

10 3.1.1 Sociaal teruggetrokken gedrag in de onderbouw: het longitudinale verband met sociometrische status en betrokkenheid bij pesten in de middenbouw Bokhorst, Goossens, Bokhorst, Dekker, & De Ruyter hebben in 2002 een longitudinaal onderzoek verricht naar het verband tussen enerzijds sociaal teruggetrokken gedrag in de onderbouw en sociometrische status en anderzijds betrokkenheid bij pesten in de middenbouw. Zij hebben hiervoor deels dezelfde steekproef en meetinstrumenten gebruikt als in het onderzoek van Bokhorst et al. uit De drie doelen die Bokhorst et al. (2002) met hun onderzoek voor ogen hadden waren 1) het bevestigen van het onderscheid in drie subtypen van sociaal teruggetrokken gedrag, namelijk active-isolates, passive-anxious en unsociable, 2a) het onderzoeken van de samenhang tussen de drie subtypen van sociaal teruggetrokken gedrag en sociometrische status, 2b) nagaan of kinderen die sociaal teruggetrokken gedrag vertonen een grotere kans lopen om slachtoffer te worden van pesten, 3a) onderzoeken of er ook een onderscheid in subgroepen gemaakt kan worden van kinderen die wel sociaal betrokken zijn, namelijk average, sociallyactive/timid en socially-active/aggressive en 3b) het onderzoeken van het verband tussen sociometrische status en daderschap en slachtofferschap bij pesten. Bokhorst et al. (2002) hebben voor hun studie gekozen voor een multiinformant benadering. Dit wil zeggen dat de onderzoekers gebruik hebben gemaakt van meerdere bronnen om aan hun informatie te komen. Naast vragenlijsten hebben zij gebruik gemaakt van observaties, rating- en nominatieprocedures en zelfrapportage. In totaal zijn er drie vragenlijsten tweemaal aan de leerkrachten voorgelegd om de gedragsstijl van de kinderen in kaart te brengen. Dit zijn: de Vragenlijst voor Sociaal Functioneren (VSF; factor dominantie meetmoment 1 =. 80, meetmoment Bachelorthesis juli

11 2 =.77; factor teruggetrokken gedrag meetmoment 1 =.69, meetmoment 2 =.83), de onderbouwversie van de Leerkracht Beoordelingen voor Sociale Angst (LBSA-O; Bokhorst, Goossens, & De Ruyter, 1998; =.90) en de Gedrags Vragenlijst voor Peuters en Kleuters (GVPK; Goossens, Dekker, Bruinsma, & De Ruyter, 2000; factor 1 agressief/storend meetmoment 1 =.94, meetmoment 2 =.91; factor 2 angstig/teruggetrokken meetmoment 1 =.83, meetmoment 2 =.87). Daarnaast hebben de leerkrachten de Child Behavior Check List (CBCL; Achenbach & Edelbrock, 1986) ingevuld. De CBCL is uitgebreid onderzocht en is een betrouwbaar en valide instrument gebleken (Verhulst, Koot, Akkerhuis, & Veerman, 1990; = niet gegeven). Voor het meten van de sociometrische status (populariteit) van de leerlingen is gebruik gemaakt van een rating- en nominatieprocedure. Een ratingprocedure houdt in dat elk kind zijn of haar medeleerlingen een positieve, neutrale of negatieve score geeft. Bij een nominatieprocedure nomineren de kinderen hun medeleerlingen positief of negatief. Voor elke leerling worden de gekregen nominaties bij elkaar opgeteld met als eindresultaat een somscore. Hoe hoger de somscore, hoe groter de populariteit. Aan de hand van deze somscore zijn de leerlingen ingedeeld in de volgende vijf sociometrische statusgroepen: populair, verworpen, genegeerd, controversieel en gemiddeld. Door middel van zelfrapportage is bij de kinderen gemeten in hoeverre zij zichzelf als slachtoffer van pesten zien. Hiervoor is gebruik gemaakt van de Klasgenoten Relatie Vragen Lijst Junior (KRVL-J; Liebrand, Van IJzendoorn, & Van Lieshout, 1991). Deze vragenlijst meet de volgende drie factoren: geïsoleerd (veel gemeden worden of zich alleen voelen; deze factor heeft men niet meer Bachelorthesis juli

12 meegenomen in het onderzoek vanwege een te lage alpha), slachtoffer (veel gepest worden; =.51) en dader (veel pesten; =.65). Oordelen van medeleerlingen over de betrokkenheid bij pesten is gemeten aan de hand van KRVL-J-nominaties. De samenhang tussen de rating- en nominatieprocedure en de nominaties van de KRVL-J zijn matig (r =.15 en r =.26; p <.01). De kinderen werden in een periode van vier maanden vijf keer gedurende één minuut geobserveerd op het schoolplein. Voor de observaties is gebruikt gemaakt van de schaal van Parten (1932; = niet gegeven). Deze schaal onderscheidt zes niveaus van sociale participatie. Bokhorst et al. (2002) hebben daar nog drie categorieën aan toegevoegd, namelijk stoeien, agressief gedrag en naar of bij de leerkracht. De observatiescores zijn over de volgende categorieën gemiddeld: 1) omstander, 2) solitair spel, 3) parallel spel, 4) associatief spel en 5) coöperatief spel. De onderzoekers hebben de scores van de categorieën omstander en solitair spel opgeteld en als algemene maat voor teruggetrokken gedrag gebruikt. Kinderen die op deze maat boven het gemiddelde scoorden werden als sociaal teruggetrokken beschouwd. Deze groep bestond uit 81 kinderen. De andere 92 kinderen werden als sociaal betrokken beschouwd. Beide groepen konden na clusteranalyse worden ingedeeld in één van de zes gedragsclusters die in de tabel op de volgende pagina zijn opgenomen (Tabel 1). Bachelorthesis juli

13 Tabel 1. Indeling en kenmerken gedragsclusters Gedragscluster N Kenmerken 1. active-isolate 20 agressief, dominant gedrag, weinig interactie 2. passive-anxious 21 sociaal angstig, trekken zich terug uit contacten 3. unsociable 40 spelen het liefst alleen 4. average 50 leggen normaal contact met anderen 5. socially-active/timid 28 verlegen, sociaal betrokken 10 agressief, sociaal betrokken 6. sociallyactive/aggressive Bokhorst et al. (2002) hebben een verband gevonden tussen de gedragsclusters, sociometrische status en betrokkenheid bij pesten in de middenbouw. Het belangrijkste resultaat wat de onderzoekers gevonden hebben is dat kinderen die ingedeeld kunnen worden in gedragsclusters 1 active-isolate en 6 sociallyactive/aggressive het grootste risico liepen om in de middenbouw betrokken te zijn bij pesten en/of afgewezen te worden door hun medeleerlingen. Samenvattend wijzen de data niet op een risicostatus voor kinderen die zich uit vrije wil onttrekken aan sociale contacten met leeftijdgenoten, maar wel voor de active-isolates die door de anderen uit de groep gestoten zijn en blijven (Bokhorst et al., 2002). Er zijn een aantal belangrijke kanttekeningen bij het onderzoek van Bokhorst et al. (2002) te plaatsen. Ten eerste zijn de analyses die de onderzoekers hebben uitgevoerd enkel gebaseerd op de onafhankelijke observaties van de leerlingen. Indien deze observaties, ondanks de hoge mate van betrouwbaarheid (alle s >.80), niet juist blijken te zijn is het gehele onderzoek hierdoor vertekend. Bachelorthesis juli

14 Ten tweede bestond de groep kinderen die ingedeeld kon worden in gedragscluster 6 socially-active/aggressive slechts uit 10 kinderen. Dit zijn erg weinig respondenten waardoor men voorzichtig moet zijn met het verbinden van conclusies aan de onderzoeksresultaten. Ten slotte bevatte de steekproef net als in het onderzoek van Bokhorst et al. (2000) leerlingen van slechts twee protestants-christelijke basisscholen in respectievelijk Badhoevedorp en Hoofddorp. Het gevolg van deze keuze is dat de steekproef niet geheel representatief is voor de algemene populatie van schoolgaande kinderen. Dit betekent dat voorzichtigheid is geboden bij de generalisatie van de onderzoeksresultaten. 3.2 Persoonlijkheid en zelfwaardering als predictoren Rigby & Slee hebben in 1991 een studie uitgevoerd onder studenten in de leeftijdscategorie van 12 tot 18 jaar, waarbij zij significante negatieve correlaties hebben gevonden tussen zelfwaardering en slachtofferschap. Voor dit onderzoek hebben zij gebruik gemaakt van de Rosenberg s Self-Esteem Scale (Rosenberg, 1986). In 1994 heeft Byrne gevonden dat slachtoffers van pesten hoog scoren op het persoonlijkheidskenmerk neuroticisme en bovendien zich meer teruggetrokken opstellen dan andere kinderen. Uit een internationaal onderzoek onder kinderen die gedurende de leeftijd van 3 tot 23 jaar intensief zijn gevolgd, blijkt dat de persoonlijkheid van jonge kinderen een belangrijke indicator is voor hun latere karakter en maatschappelijk functioneren (Dennissen, Asendorph, & Van Aken, 2008). Deze onderzoeksresultaten impliceren Bachelorthesis juli

15 dat de vroege persoonskenmerken van kinderen een belangrijke rol spelen in hun verdere ontwikkeling. Mynard & Joseph (1997) zijn van mening dat Eysenck s persoonlijkheidsdimensies een bruikbaar conceptueel raamwerk vormen om de relatie tussen persoonlijkheid en pesten te onderzoeken. Slee & Rigby (1993) en Mynard & Joseph (1997) hebben beide de relatie tussen introversie, neuroticisme en slachtofferschap onderzocht De relatie van de persoonlijkheidsfactoren van Eysenck en zelfwaardering in pestgedrag onder basisschooljongens in Australië Slee & Rigby (1993) onderzochten de persoonlijkheidskenmerken van jongens die pesten en jongens die slachtoffer zijn van pesten in relatie tot de factoren extraversie (E), neuroticisme (N) en psychoticisme (P) (Eysenck & Eysenck, 1975) en de psychologische welzijnsfactor zelfwaardering. De onderzoekers verwachtten dat slachtoffers van pesten relatief gezien meer introvert zijn, hoog scoren op N en een lage zelfwaardering hebben. Onder introverte individuen verstaan Eysenck & Eysenck (1975) en Corcoran (1981) personen die zich rustig en teruggetrokken opstellen, die de voorkeur geven aan alleen zijn in plaats van samen met anderen en die zelden signalen van agressief gedrag uitstralen. Personen die hoog scoren op N zijn angstige individuen met een lage zelfwaardering die worden gekenmerkt door obsessief gedrag, een gebrek aan autonomie en bezorgdheid over hun gezondheid en schuldgevoelens. Voor deze studie hebben Slee & Rigby (1993) gebruik gemaakt van 214 jongens in de leeftijdscategorie van 7 tot 13 jaar met een gemiddelde leeftijd van Bachelorthesis juli

16 10,90 jaar. De jongens zijn afkomstig van drie basisscholen uit de lage tot middenklasse van de stad Adelaide in Australië. De jongens hebben de volgende vragenlijsten ingevuld: de Junior Eysenck Personality Questionnaire (EPQ Junior; Eysenck & Eysenck, 1975) en de Coopersmith Self-Esteem Inventory (SEI; Coopersmith, 1987). Beide vragenlijsten beschikken over een goede interne betrouwbaarheid (EPQ Junior: E ( =.82), P ( =.78), N ( =.81) en de liegschaal ( =.83); SEI: algemeen ( =.83); sociaal ( =.58); school ( =.31); thuis ( =.72); liegen ( =.34) en totaal ( =.88)). Het onderscheid tussen kinderen die pesten, kinderen die slachtoffer zijn van pesten en kinderen die niet betrokken zijn bij pesten is gemaakt met behulp van nominaties van leerkrachten en een vragenlijst van Rigby & Slee (1991) met een voldoende interne betrouwbaarheid ( = niet gegeven). Hieruit volgde een selectie van 87 kinderen, van wie 29 kinderen uit elk van bovengenoemde subgroep. Samengevat zijn de belangrijkste resultaten van de studie van Slee & Rigby (1993) dat slachtoffers van pesten neigden naar introversie en zij significant lager scoorden op algemene en totale zelfwaardering dan andere kinderen (p < 0.05). De onderzoekers vonden echter geen significante verschillen op de N schaal, terwijl individuen die hoog scoren op N angstige individuen zijn met een lage zelfwaardering. Bovendien scoorden slachtoffers van pesten significant hoger op de liegschaal van de EPQ Junior dan kinderen die pesten (p < 0.05). Slee & Rigby (1993) geven hier geen verklaring voor. De resultaten van Slee & Rigby (1993) komen niet overeen met de uitkomsten van onderzoek van Robins (1966), Olweus (1978) en Perry et al. (1990). Deze onderzoekers concludeerden eerder dat slachtoffers van pesten zeer angstige individuen waren. Slee & Rigby (1993) suggereren dat niet neuroticisme de Bachelorthesis juli

17 persoonlijkheidsfactor is waarin slachtoffers van pesten van andere kinderen verschillen, maar dat introversie dit is. Er zijn een aantal onderzoeksbeperkingen aan te wijzen bij het onderzoek van Slee & Rigby (1993). Ten eerste hebben slechts 87 jongens deelgenomen aan het onderzoek. Dit is een kleine groep participanten. Daarnaast hebben de onderzoekers geen meisjes in hun steekproef opgenomen met als gevolg dat de onderzoeksresultaten niet generaliseerbaar zijn naar de algemene populatie schoolgaande kinderen. Ten tweede mogen Slee & Rigby (1993) geen uitspraak doen over eventuele causale verbanden tussen introversie, neuroticisme, zelfwaardering en slachtofferschap, omdat zij hebben gekozen voor een correlationeel onderzoek Problemen bij de betrokkenheid van pesten en de relatie met de persoonlijkheidsdimensies van Eysenck bij kinderen in de leeftijdscategorie van 8 tot 13 jaar Het doel van de studie van Mynard & Joseph (1997) was het repliceren van de onderzoeksresultaten van de studie van Slee & Rigby (1993) in combinatie met een toegevoegde subgroep, namelijk die van kinderen die zowel slachtoffer zijn van pesten als zelf pesten. De steekproef van de studie van Mynard & Joseph (1997) bestond uit 179 basisschoolkinderen (104 meisjes en 75 jongens) van twee scholen in Warwickshire, in Engeland. De kinderen kwamen uit de leeftijdscategorie van 8 tot 13 jaar en hadden een gemiddelde leeftijd van 10,70 jaar met een standaarddeviatie van 1,50 jaar. Bachelorthesis juli

18 De vragenlijsten waar de onderzoekers gebruik van hebben gemaakt zijn: de Bullying-Behaviour Scale, de Peer-Victimization Scale (Austin & Joseph, 1996), de Self-Perception Profile Children (SPPC; Harter, 1985) en de Junior Eysenck Personality Questionnaire (EPQ Junior; Eysenck & Eysenck, 1975). Er wordt geen uitspraak gedaan over de interne betrouwbaarheid van deze vragenlijsten. Uit de resultaten van de Bullying-Behaviour Scale en de Peer-Victimization Scale bleek dat 49% van de 179 kinderen betrokken was bij pesten. Deze 49% kon opgesplitst worden in de subgroepen 1) kinderen die pestten (11%), 2) kinderen die slachtoffer waren van pesten (20%) en 3) kinderen die zowel slachtoffer waren van pesten als zelf pestten (18%). Mynard & Joseph (1997) hebben een associatie gevonden tussen introversie en slachtofferschap. Kinderen met een hoge score op de Peer-Victimization Scale bleken een lage score te hebben op de extraversie schaal (r = -.23, p <.01). Mynard & Joseph (1997) hebben geen verschillen gevonden tussen jongens en meisjes in pestgedrag en slachtofferschap van pesten. Daarnaast hebben de onderzoekers geen significante verschillen gevonden in neuroticisme. Ten slotte hebben zij geen associatie gevonden tussen scores op de Peer-Victimization Scale en de liegschaal (r = -.15, NS). Er zijn een aantal kanttekeningen te plaatsen bij het onderzoek van Mynard & Joseph (1997). Ten eerste geven de onderzoekers geen toelichting bij de Bullying- Behaviour Scale en de Peer-Victimization Scale. Ten tweede doen Mynard & Joseph (1997) geen uitspraak over de interne betrouwbaarheid van de gebruikte vragenlijsten, waardoor het niet duidelijk wordt of de gegeven antwoorden als consistent mogen worden beschouwd. Ten slotte hebben Mynard & Joseph (1997) gekozen voor een correlationeel onderzoek. Het gevolg van deze keuze is dat er geen uitspraken mogen worden Bachelorthesis juli

19 gedaan over eventuele causale verbanden tussen introversie, neuroticisme en slachtofferschap Vergelijking studies De resultaten van beide studies komen grotendeels overeen. Zowel Slee & Rigby (1993) als Mynard & Joseph (1997) hebben een associatie gevonden tussen slachtofferschap en introversie en beide studies konden de verwachte associatie tussen slachtofferschap en neuroticisme niet bevestigen. In tegenstelling tot Slee & Rigby (1993) hebben Mynard & Joseph (1997) geen associatie gevonden tussen slachtofferschap en een hogere score op de liegschaal van de EPQ Junior. Slee & Rigby (1993) hebben aan de hand van nominaties van leerkrachten en een vragenlijst van Rigby & Slee (1991) de steekproef van hun studie onderverdeeld in de volgende subgroepen: 1) kinderen die pesten, 2) kinderen die slachtoffer zijn van pesten en 3) kinderen die niet betrokken zijn bij pesten. Mynard & Joseph (1997) hebben deze onderverdeling gemaakt aan de hand van de uitkomsten van de Bullying- Behaviour Scale en de Peer-Victimization Scale. Bovendien hebben Mynard & Joseph (1997) een vierde subgroep aan hun onderzoek toegevoegd, namelijk kinderen die zowel slachtoffer zijn van pesten als zelf pesten. De steekproef van beide studies is grotendeels vergelijkbaar, met als grote verschil dat Slee & Rigby (1993) alleen jongens in hun onderzoek hebben opgenomen. De onderzoeksresultaten van de studie van Slee & Rigby (1993) mogen dus niet zonder meer worden gegeneraliseerd naar meisjes. De resultaten van Mynard & Joseph (1997) duiden echter niet op verschillen tussen jongens en meisjes in pestgedrag en slachtofferschap van pesten. Bachelorthesis juli

20 Ten slotte moet worden opgemerkt dat beide studies een cross-sectioneel design hebben. Er mogen geen causale verbanden worden gelegd tussen introversie, neuroticisme, zelfwaardering en pesten. Noch mag er een uitspraak worden gedaan over de richting van deze correlationele verbanden. 3.3 Depressie en sociale angst als predictoren Er bestaat een relatie tussen kinderen die slachtoffer zijn van pesten en het niveau van psychologisch welbevinden. Uit onderzoek van Rigby (1996) bleek dat kinderen die slachtoffer zijn van pesten meer gezondheidsproblemen rapporteerden dan kinderen die geen slachtoffer zijn van pesten. Onder deze gezondheidsproblemen vielen onder andere ziekte in zijn algemeenheid, somatische klachten, angst, depressie en suïcidale gedachten. Besag (1989) suggereert dat depressie geassocieerd kan zijn met slachtofferschap op school. Neary & Joseph (1994) vonden dat slachtoffers van pesten hogere niveaus van angst ervaren dan andere kinderen. Depressie en sociale angst zouden wellicht aangewezen kunnen worden als predictoren van slachtofferschap van pesten op school. Zo is de kans om buitengesloten te worden voor depressieve kinderen groter en stralen kinderen met een sociale angst een bepaalde kwetsbaarheid uit waardoor zij bij anderen het beeld oproepen van een gemakkelijk slachtoffer, dat niet terugslaat, maar zich de problemen erg aantrekt (Bokhorst et al., 2000). Ook Slee (1995) en Craig (1998) hebben onderzoek gedaan naar de relatie tussen slachtofferschap van pesten op school en het niveau van psychologisch welbevinden. Bachelorthesis juli

21 3.3.1 Slachtofferschap van pesten en de relatie met depressie onder basisschoolkinderen in Australië. Slee (1995) heeft onderzoek gedaan naar de relatie tussen de neiging om gepest te worden, de neiging om te pesten en de neiging om prosociaal gedrag te vertonen enerzijds en depressie anderzijds. Onder 353 basisschoolkinderen (165 meisjes en 188 jongens met een gemiddelde leeftijd van 10,30 jaar) zijn diverse vragenlijsten afgenomen om de mate van psychologisch welbevinden van de kinderen te kunnen bepalen. De kinderen waren afkomstig uit de lage tot middenklasse van de stad Adelaide in Australië. Om de onderlinge relaties van de leerlingen vast te stellen is gebruik gemaakt van de Peer Relations Questionnaire (PRQ), samengesteld door Rigby & Slee (1992). De interne betrouwbaarheid van deze vragenlijst is voldoende ( = niet gegeven). De Depression Self Rating Scale (DSRS) is door Birleson (1981) speciaal ontwikkeld om depressie te meten bij kinderen in de leeftijdscategorie van 7 tot 13 jaar. De interne betrouwbaarheid van de DSRS bedraagt.86, de test-hertest betrouwbaarheid bedraagt.80 en de validiteit met de Children s Depression Inventory (Birleson, 1981) bedraagt.81. Het welbevinden van de kinderen op school is gemeten aan de hand van zeven gezichten (Andrews & Withey, 1976), waarbij een brede glimlach gelijk stond aan de score 7 en een zware frons gelijk stond aan de score 1. Er wordt geen uitspraak gedaan over de interne betrouwbaarheid van deze methode. Of de kinderen het leuk vonden op school is gemeten met een schaal uiteenlopend van score 1 helemaal niet tot score 5 helemaal wel. Door aan de kinderen een serie vragen voor te leggen is de frequentie en de duur van pesten op school gemeten. Ten slotte lazen de leerkrachten de leerlingen de door Olweus (1989a) gegeven definitie van pesten voor. Bachelorthesis juli

22 Uit de resultaten van de studie van Slee (1995) is af te lezen dat 26% van de kinderen uit de steekproef gepest werd. Het merendeel van deze pesterijen duurde een paar dagen, 25.9% van deze pesterijen duurde 6 maanden of langer. Voor meer dan 16% van de leerlingen bleek dit laatste het geval te zijn. Leerlingen die bijna alle dagen of vaker werden gepest (6.8%) scoorden op de DSRS hoger op depressieve symptomen dan leerlingen die minder vaak werden gepest. Slee (1995) heeft een significante relatie gevonden tussen de neiging om gepest te worden enerzijds en depressie en ongelukkig zijn op school anderzijds, voor zowel jongens als meisjes (p <.001). De bevindingen suggereren dat slechtere uitkomsten in termen van psychosociaal welbevinden samengaan met slachtofferschap. Meer onderzoek is nodig om vast te kunnen stellen in welke richting dit effect wijst. Een onderzoeksbeperking bij het onderzoek van Slee (1995) is dat er weinig informatie wordt gegeven over de interne betrouwbaarheid van de gebruikte vragenlijsten. Hierdoor kan niet worden vastgesteld hoe betrouwbaar de metingen waren. Bovendien is het niet duidelijk welke vragen aan de kinderen zijn voorgelegd om te meten of zij het leuk vinden op school en welke vragen gebruikt zijn om vast te stellen wat de frequentie en duur van het pesten is. Ten slotte mogen aan de hand van de onderzoekresultaten van Slee (1995) geen uitspraken worden gedaan over (de richting van) causale relaties, omdat het een correlationeel onderzoek betreft. Bachelorthesis juli

23 3.3.2 De relatie tussen pesten, slachtofferschap, depressie, angst en agressie onder basisschoolkinderen Craig (1998) heeft in haar studie de relatie tussen pesten, slachtofferschap, depressie, angst en agressie onderzocht. Doel van de studie was het onderzoeken van 1) sekse- en schoolklasverschillen in fysieke, verbale, indirecte agressie en slachtofferschap, 2) sekse- en schoolklasverschillen in depressie en angst en 3) de relatie tussen fysieke, verbale, indirecte agressie, slachtofferschap, depressie en angst. Er zal alleen op de tweede doelstelling van de studie worden ingegaan. De steekproef van de studie bestond uit 546 kinderen (292 meisjes en 254 jongens met een gemiddelde leeftijd van 11,24 jaar en een standaarddeviatie van 1,60 jaar) van vijf basisscholen uit de middenklasse van een kleine stad. De steekproef bestond grotendeels uit blanke kinderen (67%), maar andere etnische achtergronden zoals Aziatische (16%) en zwarte (11%) waren ook vertegenwoordigd. Met behulp van een verkorte versie van de Bully/Victim Questionnaire (Olweus, 1989b) heeft Craig de kinderen onderverdeeld in vier subgroepen: 1) kinderen die pesten, 2) kinderen die slachtoffer zijn van pesten, 3) kinderen die zowel slachtoffer zijn van pesten als zelf pesten en 4) kinderen die niet betrokken zijn bij pesten, de controlegroep. De interne betrouwbaarheid van de Bully/Victim Questionnaire is.76. Sociale angst is gemeten met de Social Anxiety Scale (SAS) van Franke & Hymel (1984) en depressie is gemeten met de Children s Depression Inventory (CDI) van Kovacs (1985). De interne betrouwbaarheid voor beide schalen is respectievelijk.93 en.73. Bachelorthesis juli

24 Craig (1998) heeft gevonden dat meisjes in de lagere schoolklassen significant hoger scoorden op sociale angst dan jongens in de lagere schoolklassen. In de hogere schoolklassen zijn er geen verschillen gevonden in angstscore tussen jongens en meisjes. Slachtoffers van pesten gaven aan significant hogere niveaus van sociale angst te ervaren dan kinderen die pesten en dan de controlegroep. Bovendien gaven slachtoffers van pesten aan meer depressieve symptomen te ervaren dan de controlegroep. Meisjes en oudere kinderen rapporteerden meer depressie dan jongens en jongere kinderen. Craig (1998) speculeert dat de depressieve symptomen van slachtoffers van pesten ofwel een gevolg kan zijn van eerder slachtofferschap, dan wel een gevolg is van algemeen welbevinden, niet speciaal gerelateerd aan pesten en slachtofferschap en daardoor ook kan worden bepaald door andere factoren. Een belangrijke kanttekening bij het onderzoek van Craig (1998) is het gebruik van zelfrapportage. Het meten van externe problemen zoals indirecte agressie door middel van zelfrapportage geeft een vertekend beeld, doordat het niet sociaal wenselijk is agressie te gebruiken, agressie vaak niet herkend wordt door degene die het gebruikt en in sommige gevallen zelfs onbewust plaatsvindt. Door dit alles kan indirecte agressie in zelfrapportages ondergerapporteerd worden (Bjorkqvist, Osterman, & Kaukiainen, 1992). Het meten van de tendens sociaal wenselijke antwoorden te geven zou in dit geval een mogelijke oplossing zijn geweest. Een tweede kanttekening bij het onderzoek van Craig (1998) is dat er geen conclusie mag worden getrokken over eventuele causale verbanden tussen slachtofferschap en sociale angst en depressie, omdat het een correlationeel onderzoek betreft. Er mag daarom niet worden geconcludeerd dat sociale angst en/of depressie een predictor is van slachtofferschap van pesten op school. Bachelorthesis juli

25 3.3.3 Vergelijking studies Zowel Craig (1998) als Slee (1995) hebben een relatie gevonden tussen slachtofferschap van pesten en een lager psychosociaal welbevinden voor zowel jongens als meisjes. Het onderzoek van Slee (1995) beperkt zich tot de relatie tussen pesten en depressie, waar Craig (1998) naast deze twee factoren ook angst en agressie in haar onderzoek betrekt. Beide studies beschikken over een grote steekproef, een gelijke verdeling van geslacht en een gemiddelde leeftijd van de participanten van rond de 11 jaar. Hetgeen waar de steekproeven van de studie van Slee (1995) en de studie van Craig (1998) in verschillen, is dat Craig (1998) kinderen afkomstig van verschillende etnische achtergronden in haar studie heeft meegenomen. De uitkomsten van de studie van Craig (1998) zouden om deze reden een hogere generaliseerbaarheid hebben naar andere populaties dan de uitkomsten van de studie van Slee (1995). Een belangrijke kanttekening voor beide studies is het gebruik van zelfrapportage met behulp van vragenlijsten. Beide onderzoekers hebben de tendens om sociaal wenselijke antwoorden te geven bij de leerlingen niet onderzocht. Dit betekent dat de uitkomsten van de vragenlijsten wellicht een vertekend beeld van de werkelijkheid kunnen geven. 4. Conclusie In dit hoofdstuk wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvraag Welke predictoren zijn aan te wijzen voor slachtofferschap van pesten op school?. Dit gebeurt aan de hand van de conclusies die getrokken mogen worden uit de onderzoeksresultaten van de besproken studies. Bachelorthesis juli

26 Bokhorst et al. (2000) concluderen dat de gedragsstijl en populariteit van kinderen in de onderbouw van het basisonderwijs van invloed zijn op een betrokkenheid bij pesten in de middenbouw. Een teruggetrokken gedragsstijl hangt negatief samen met later slachtofferschap en internaliserend gedrag en dominant gedrag bij voornamelijk jonge kinderen verhoogt het risico op later slachtofferschap. Hiermee bevestigen Bokhorst et al. dat al op jonge leeftijd predictoren zijn aan te wijzen voor een latere betrokkenheid bij pesten. Bokhorst et al. (2002) concluderen dat het onderscheid in zes gedragsclusters uitwijst dat verschillen in gedragsstijl en populariteit samenhangen met een verschillende sociale ontwikkeling. Zo lopen kinderen die ingedeeld kunnen worden in de gedragsclusters active-isolate en socially-active/aggressive het grootste risico om in de middenbouw betrokken te zijn bij pesten en/of afgewezen te worden door hun medeleerlingen. De data wijzen niet op een risicostatus voor kinderen die zich uit vrije wil onttrekken aan sociale contacten met leeftijdgenoten, maar wel voor de active-isolates die door de anderen uit de groep gestoten zijn en blijven. Slee & Rigby (1993) en Mynard & Joseph (1997) stellen beide vast dat slachtoffers van pesten neigen naar introversie en Slee & Rigby (1993) constateren dat slachtoffers van pesten significant lager scoren op algemene en totale zelfwaardering dan andere kinderen. Zowel Slee (1995) als Craig (1998) merken op dat slachtoffers van pesten hoger scoren op depressieve symptomen dan andere kinderen. Craig (1998) ten slotte concludeert dat slachtoffers van pesten significant hogere niveaus van sociale angst ervaren dan andere kinderen. Deze bevindingen suggereren dat slechtere uitkomsten in termen van psychosociaal welbevinden samengaan met slachtofferschap. Bachelorthesis juli

27 Op basis van de onderzoeksresultaten kunnen, met enige voorzichtigheid, de volgende predictoren van slachtofferschap van pesten worden aangewezen: gedragsstijl, sociometrische status (populariteit), introversie, een lagere zelfwaardering en een lager psychosociaal welbevinden in termen van depressieve symptomen en sociale angst. 5. Discussie In dit hoofdstuk zullen de onderzoeksresultaten worden bediscussieerd. Begonnen zal worden met een bespreking van de voor- en nadelen van een systematische review. Vervolgens zullen de beperkingen van de gebruikte studies nogmaals worden belicht. Daarnaast zullen ook de sterke punten van de gebruikte studies worden besproken. Ten slotte zullen er suggesties voor vervolgonderzoek worden aangereikt. Het doel van deze studie was om met behulp van een systematische review te inventariseren welke predictoren van slachtofferschap van pesten op school momenteel in de literatuur worden onderscheiden. In een systematische review worden resultaten van verschillende studies gecombineerd, getest en beschreven met als doel een betrouwbaar overzicht van onderzoeksresultaten op te stellen om een antwoord te kunnen geven op een vooraf opgestelde onderzoeksvraag (Heiman, 2002). Over de onderzoeksresultaten van een systematische review mag alleen in algemene termen worden gesproken, omdat deze zich baseert op een grote diversiteit aan studies (Heiman, 2002). Bachelorthesis juli

28 Een systematische review heeft een aantal voordelen boven een gewone review. Ten eerste zijn de onderzoeksresultaten van een systematische review beter generaliseerbaar naar de populatie dan de onderzoeksresultaten van een gewone review. Dit is het gevolg van het grote aantal en de grote diversiteit van respondenten waarover je in een systematische review uitspraken doet (Heiman, 2002). Ten tweede beschik je bij een systematische review over een hoge mate van betrouwbaarheid van de onderzoeksresultaten. Een systematische review heeft meer statistische power dan een gewone review. Het antwoord op de onderzoeksvraag wordt immers gebaseerd op de resultaten van meerdere studies die met behulp van gevarieerde methoden zijn uitgevoerd (Heiman, 2002). Een onderzoeksbeperking van de longitudinale studie van Bokhorst et al. (2002) is dat de onderzoeksresultaten vertekend kunnen zijn door externe gebeurtenissen die tijdens de duur van de studie plaats hebben gevonden en die niet generaliseerbaar zijn over tijd (Heiman, 2002). Een voordeel van de longitudinale studie van Bokhorst et al. (2002) is dat het effect van het verloop van de tijd op gedragsstijl, sociometrische status en betrokkenheid bij pesten is geobserveerd (Heiman, 2002). De studies van Slee & Rigby (1993), Mynard & Joseph (1997), Slee (1995) en Craig (1998) hebben een cross-sectioneel design. Een nadeel van een cross-sectioneel design is dat er vaak slechts één meetmoment plaatsvindt, waardoor je onderzoeksresultaten een vertekend beeld kunnen geven. Het is immers niet gezegd dat je gevonden effect stabiel blijft over de tijd (Heiman, 2002). Een tweede nadeel van een cross-sectioneel design is dat de onderzoekers aan de hand van de onderzoeksresultaten alleen correlationele verbanden mogen Bachelorthesis juli

29 beschrijven tussen de onderzochte factoren; er mogen geen causale verbanden worden gelegd en/of uitspraken worden gedaan over de richting van de gevonden verbanden. Er zijn een aantal opmerkingen te plaatsen bij de representativiteit en de grootte van de steekproeven van de gebruikte studies. Bokhorst et al. (2002) leidden uit hun onderzoeksresultaten af dat kinderen die kunnen worden aangemerkt als socially-active/aggressive vaker slachtoffer van pesten werden dan andere kinderen. Echter, in het onderzoek bestond deze groep slechts uit 10 kinderen. Daarnaast bevatte de steekproef leerlingen van slechts twee protestants-christelijke basisscholen. Dit betekent dat de steekproef niet geheel representatief was voor de algemene populatie van schoolgaande kinderen en voorzichtigheid is geboden bij de generalisatie van de onderzoeksresultaten van de studie van Bokhorst et al. (2002). Ook de steekproef van de studie van Slee & Rigby (1993) was niet geheel representatief voor de algemene populatie van schoolgaande kinderen. Slechts 87 respondenten hebben deelgenomen aan het onderzoek. Bovendien hadden de onderzoekers alleen jongens in hun steekproef opgenomen. De resultaten van een replicatiestudie van Mynard & Joseph (1997) waarbij zowel jongens als meisjes in het onderzoek zijn meegenomen, duiden echter niet op verschillen tussen jongens en meisjes in pestgedrag en slachtofferschap van pesten. In de studies van Mynard & Joseph (1997), Slee (1995) en Craig (1998) is gebruik gemaakt van een grote steekproef en een gelijke verdeling van jongens en meisjes. Craig (1998) heeft bovendien kinderen van verschillende etniciteiten in haar steekproef opgenomen. Het gevolg van een grote en representatieve steekproef is dat de onderzoeksresultaten beter generaliseerbaar zijn naar de algemene populatie van schoolgaande kinderen. Bachelorthesis juli

30 Een belangrijke kanttekening voor de studies van Bokhorst et al. (2002), Slee & Rigby (1993), Slee (1995) en Craig (1998) is het gebruik van zelfrapportage door middel van vragenlijsten. De onderzoekers hebben de tendens om sociaal wenselijke antwoorden te geven ter controle van de betrouwbaarheid niet onderzocht. Dit heeft als gevolg dat de uitkomsten van de vragenlijsten wellicht een vertekend beeld van de werkelijkheid geven. De samenhang tussen de rating- en nominatieprocedure en de nominaties van de KRVL-J in het onderzoek van Bokhorst et al. (2002) bleek bovendien matig te zijn (r =.15 en r =.26; p <.01). Een sterk punt van de studie van Bokhorst et al. (2002) is de keuze voor een multi-informant benadering. De onderzoekers hebben naast vragenlijsten gebruik gemaakt van observaties, rating- en nominatieprocedures en zelfrapportage. Een zwak punt van de studie van Mynard & Joseph (1997) en Slee (1995) is dat zij weinig uitspraken doen over de interne betrouwbaarheid van de gebruikte vragenlijsten. Hierdoor is het niet vast te stellen of de metingen betrouwbaar waren. De vragenlijsten uit de studies van Bokhorst et al. (2002), Slee & Rigby (1993) en Craig (1998) beschikken over een goede interne betrouwbaarheid. Slee (1995) heeft voor zijn studie gebruik gemaakt van een speciaal door Birleson (1981) ontwikkelde vragenlijst om depressie te meten bij kinderen in de leeftijdscategorie van 7 tot 13 jaar. Vanwege de gevolgen die slachtofferschap van pesten kan hebben is het zeer belangrijk dat er meer onderzoek wordt gedaan naar eventuele predictoren die aangewezen kunnen worden voor slachtofferschap van pesten op school. Indien er meer inzicht is in deze predictoren geeft dit meer mogelijkheden om tijdig in te grijpen en kunnen leerkrachten en verzorgers een preventieve functie vervullen. Op school-, groeps- en individueel niveau kunnen maatregelen worden getroffen gericht op de preventie van pesten (Bokhorst et al., 2001). Bachelorthesis juli

31 Voor vervolgonderzoek op het gebied van slachtofferschap van pesten op school is het van belang te achterhalen of slachtoffers van pesten voordat zij gepest werden ook al significant verschilden van andere kinderen, zodat er een uitspraak kan worden gedaan over de richting van het gevonden verband. Het is nu bijvoorbeeld niet duidelijk of slachtoffers van pesten voordat zij gepest werden significant hogere niveaus van angst hebben ervaren dan andere kinderen. Er mag dus geen uitspraak worden gedaan over de causale relatie tussen slachtofferschap van pesten en hogere niveaus van angst. Ten slotte zal in vervolgonderzoek niet alleen moeten worden gekeken naar het gedrag en de relaties van kinderen op school, ook zal er de nodige aandacht besteed moeten worden aan sociale- en omgevingsfactoren. Sociale- en omgevingsfactoren kunnen namelijk van grote invloed zijn op het gedrag van de kinderen die later slachtoffer worden van pesten (Bokhorst et al., 2002). Literatuur Achenbach, T. M., & Edelbrock, C. S. (1986). Manual for the Teacher Report Form and Teacher Version of the Child Behavior Profile. Burlington, VT: University of Vermont Department of Psychiatry. Andrews, F. M., & Withey, S. B. (1976). Social indicators of well-being. New York: Plenum. Asher, S. R., & Dodge, K. A. (1986). Identifying children who are rejected by their peers. Developmental Psychology, 22, Austin, S., & Joseph, S. (1996). Assessment of bully/victim problems in 8- to 11-year-olds. British Journal of Educational Psychology, 66, Batsche, G. M., & Knoff, H. M. (1994). Bullies and their victims: Understanding a pervasive problem in the schools. School Psychology Review, 23, Bachelorthesis juli

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Sarkova, M. (2010). Psychological well-being and self-esteem in Slovak adolescents. Groningen: s.n.

Citation for published version (APA): Sarkova, M. (2010). Psychological well-being and self-esteem in Slovak adolescents. Groningen: s.n. University of Groningen Psychological well-being and self-esteem in Slovak adolescents Sarkova, Maria IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to

Nadere informatie

Betrokkenheid bij pesten op de basisschool en het sociaal functioneren in het voortgezet onderwijs. Een longitudinale studie.

Betrokkenheid bij pesten op de basisschool en het sociaal functioneren in het voortgezet onderwijs. Een longitudinale studie. Betrokkenheid bij pesten op de basisschool en het sociaal functioneren in het voortgezet onderwijs. Een longitudinale studie. Gerbert Haselager Lezing op het VU-ACK-Symposium: Pesten; over leven in een

Nadere informatie

Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners?

Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners? Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners? Are Premorbid Neuroticism-related Personality Traits a

Nadere informatie

Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar:

Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar: Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar: is er een relatie met een verkorte versie van de NVP-J? Personality Characteristics and Cyberbullying among youngsters of 11

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

Pesten (op school) bij kinderen met een autismespectrum stoornis 6/12/2017

Pesten (op school) bij kinderen met een autismespectrum stoornis 6/12/2017 Pesten (op school) bij kinderen met een autismespectrum stoornis KATRIEN HERMANS 6/12/2017 Overzicht Wie ben ik? Voorstelling artikel Autismespectrumstoornis en pesten Methode Resultaten Aanbevelingen

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders?

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Pesten in het Buitengewoon Secundair Onderwijs: Wie Zijn de verdedigers? Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Remy Gregoor Eerste begeleider: Tweede begeleider: mw. dr. Nicole

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F. Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie

Nadere informatie

Inhoudsopgave Samenvatting Summary Inleiding Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Samenvatting Summary Inleiding Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Evaluatieonderzoek naar de Effectiviteit van de Zomercursus Plezier op School bij Kinderen met Verschillende Mate van Angstig en Stemmingsverstoord Gedrag en/of Autistische Gedragskenmerken Effect Evaluation

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond van het onderzoek. Doel en vraagstelling van het onderzoek

Samenvatting. Achtergrond van het onderzoek. Doel en vraagstelling van het onderzoek Samenvatting Achtergrond van het onderzoek Tot op heden zijn er in Nederland geen cijfers beschikbaar over de omvang van kindermishandeling. Deze cijfers zijn hard nodig; kennis over de aard en omvang

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Relatie tussen Attitude, Sociale Invloed en Self-efficacy en Intentie tot Contact tussen Ouders en Leerkrachten bij Signalen van Pesten

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

samenvatting Opzet van het onderzoek

samenvatting Opzet van het onderzoek 167 Angst en depressie komen vaak voor bij kinderen. Angst en depressie beïnvloeden niet alleen het huidige welbevinden van kinderen, maar kunnen ook een negatieve invloed hebben op hun verdere leven.

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het modererend effect van coping Cyberbullying: the implications

Nadere informatie

SAMENHANG TUSSEN ZINGEVING, RESILIENCY EN PSYCHOSOCIALE PROBLEMATIEK BIJ ADOLESCENTEN

SAMENHANG TUSSEN ZINGEVING, RESILIENCY EN PSYCHOSOCIALE PROBLEMATIEK BIJ ADOLESCENTEN De Samenhang tussen Zingeving, Resiliency en Psychosociale Problematiek bij Adolescenten The Relationship between Meaning, Resiliency and Psychosocial Problems in Adolescents Jan C. Oosterwijk Arjan Oosterwijk

Nadere informatie

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede

Nadere informatie

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners van Somatische en Psychogeriatrische Afdelingen Validation of the Depression List (DL) and the Geriatric

Nadere informatie

Pesten. Ouderavond Basisschool Brakkenstein Prof. dr. Ron Scholte (Radboud Universiteit Nijmegen, Praktikon)

Pesten. Ouderavond Basisschool Brakkenstein Prof. dr. Ron Scholte (Radboud Universiteit Nijmegen, Praktikon) Pesten Ouderavond Basisschool Brakkenstein 25-10-2018 Prof. dr. Ron Scholte (Radboud Universiteit Nijmegen, Praktikon) 1 Pesten en gepest worden Thema s: - definitie, prevalentie, en betrokkenheid - effecten

Nadere informatie

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen REACTIEVE AGRESSIE Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve Agressie Pien S. Martens Open Universiteit Heerlen Naam student: Pien Sophie Martens Studentnummer: 850945172

Nadere informatie

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 (SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 207 208 Deel I Het wordt steeds belangrijker gevonden om kinderen een stem te geven. Hierdoor kunnen kinderen beter begrepen worden en kan hun ontwikkeling worden geoptimaliseerd.

Nadere informatie

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven.

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven. * Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven In dit proefschrift worden de resultaten van de PERRIN CP 9-16 jaar studie (Longitudinale

Nadere informatie

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

De Invloed van Familie op

De Invloed van Familie op De Invloed van Familie op Depressie- en Angstklachten van Verpleeghuisbewoners met Dementie The Influence of Family on Depression and Anxiety of Nursing Home Residents with Dementia Elina Hoogendoorn Eerste

Nadere informatie

6 Psychische problemen

6 Psychische problemen psychische problemen 6 Psychische problemen Gonneke Stevens In onderzoek naar de gezondheid en het welzijn van jongeren is het relevant aandacht te besteden aan psychische problematiek, waarbij vaak een

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. University of Groningen Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. Verbakel, N. J. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Opvoeding op school en in het gezin. Onderzoek naar de samenhang tussen opvoeding en de houding van jongeren ten opzichte van sociale grenzen

Opvoeding op school en in het gezin. Onderzoek naar de samenhang tussen opvoeding en de houding van jongeren ten opzichte van sociale grenzen Opvoeding op school en in het gezin. Onderzoek naar de samenhang tussen opvoeding en de houding van jongeren ten opzichte van sociale grenzen Mooren, Francisca Catharina Theodora van der IMPORTANT NOTE:

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/38701 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Visschedijk, Johannes Hermanus Maria (Jan) Title: Fear of falling in older patients

Nadere informatie

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Ziekteverzuim Moderation of the Big Five Personality Factors on

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch)

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Ontwikkeling van Persoonlijkheid en Probleemgedrag tijdens de Adolescentie Ieder individu is uniek. Echter, niemand is uniek genoeg om een persoonlijkheidstype te vormen

Nadere informatie

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Bisexuality: the Invisible Social Identity with Visible Health Consequences Maria Verbeek Eerste begeleidster: dr. N.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20683 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Griffith-Lendering, Merel Frederique Heleen Title: Cannabis use, cognitive functioning

Nadere informatie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie Wereldwijd komt een schrikbarend aantal kinderen in aanraking met kindermishandeling, in de vorm van lichamelijke mishandeling of seksueel misbruik, verwaarlozing, of gebrek aan toezicht. Soms zijn kinderen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie

Nadere informatie

Preventie van pesten op basisscholen volgens de PRIMA antipestmethode

Preventie van pesten op basisscholen volgens de PRIMA antipestmethode Preventie van pesten op basisscholen volgens de PRIMA antipestmethode Auteurs: A. van Dorst, K. Wiefferink, E. Dusseldorp, F. Galindo Garre, M. Crone, Th. Paulussen; TNO, Leiden. Uit het in 2008 afgesloten

Nadere informatie

Samenvatting. Summary in Dutch

Samenvatting. Summary in Dutch 6 Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Emotionele en sociale processen bij pesten, gepest worden en verdedigen Pesten op school is een wereldwijd probleem met negatieve korte- en langetermijngevolgen

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID Jeugd 2010 4 K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland

Nadere informatie

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten The relationship between depression symptoms, anxiety symptoms,

Nadere informatie

Facts & Figures: Slachtofferschap van (cyber)pesten

Facts & Figures: Slachtofferschap van (cyber)pesten Facts & Figures: Slachtofferschap van (cyber)pesten 1. Inleiding Erbij horen is een diepgewortelde menselijke behoefte. Opgroeiende tieners richten zich daarvoor doorgaans tot leeftijdsgenoten in hun onmiddellijke

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

Stress, neuroticism, bias towards negative emotions, positive and. negatief affect als voorspellers van (sub)klinische depressie

Stress, neuroticism, bias towards negative emotions, positive and. negatief affect als voorspellers van (sub)klinische depressie Stress, neuroticisme, bias towards negative emotions, positief en negatief affect als voorspellers van (sub)klinische depressie Stress, neuroticism, bias towards negative emotions, positive and negative

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Genderdysforie in kinderen: Oorzaken en Gevolgen Chapter ELEVEN De studies, beschreven in dit proefschrift, richten zich op vier thema s. De eerste hoofdstukken beschrijven twee

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere vrouwen: Onderzoek naar de relatie tussen angst, depressieve

Nadere informatie

Sociaal teruggetrokken gedrag in de onderbouw: het longitudinale verband met sociometrische status en betrokkenheid bij pesten in de middenbouw

Sociaal teruggetrokken gedrag in de onderbouw: het longitudinale verband met sociometrische status en betrokkenheid bij pesten in de middenbouw Sociaal teruggetrokken gedrag in de onderbouw: het longitudinale verband met sociometrische status en betrokkenheid bij pesten in de middenbouw J. Bokhorst, F.A. Goossens, C.L. Bokhorst, P.A. Dekker &

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method

Nadere informatie

Stabiliteit in pesten en gepest worden: associaties met sociaal functioneren op de basisschool en middelbare school

Stabiliteit in pesten en gepest worden: associaties met sociaal functioneren op de basisschool en middelbare school Stabiliteit in pesten en gepest worden: associaties met sociaal functioneren op de basisschool en middelbare school Ron Scholte, Rutger Engels, Gerbert Haselager & Raymond de Kemp Abstract This longitudinal

Nadere informatie

Richtlijn JGZ-richtlijn Pesten

Richtlijn JGZ-richtlijn Pesten Richtlijn JGZ-richtlijn Pesten Onderbouwing Uitgangsvragen Wat zijn de risicofactoren voor het ontstaan van pestgedrag (pesten en gepest worden) op het niveau van het kind, de ouder(s) en de omgeving,

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Een goede hand functie is van belang voor interactie met onze omgeving. Vanaf het moment dat we opstaan, tot we s avonds weer naar bed gaan,

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van 9 Samenvatting 173 174 9 Samenvatting Kanker is een veel voorkomende ziekte. In 2003 werd in Nederland bij meer dan 72.000 mensen kanker vastgesteld. Geschat wordt dat het hier in 9.000 gevallen om mensen

Nadere informatie

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting Proefschrift Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems Merel Griffith - Lendering Samenvatting Het gebruik van cannabis is gerelateerd aan een breed scala van psychische problemen, waaronder

Nadere informatie

Samenvatting. (Dutch Summary)

Samenvatting. (Dutch Summary) (Dutch Summary) In dit proefschrift is de ontwikkeling van gedrags- en emotionele problemen van tweelingen en eenlingen in de leeftijd van 3 tot 12 jaar onderzocht. In hoofdstuk 1 wordt een introductie

Nadere informatie

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving Relationships between Attachment and Well-being among the Elderly: The mediational Roles of Mindfulness

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

Op welke manier wordt Online Pestgedrag beïnvloed door de Zelfwaardering van de Pester?

Op welke manier wordt Online Pestgedrag beïnvloed door de Zelfwaardering van de Pester? Op welke manier wordt Online Pestgedrag beïnvloed door de Zelfwaardering van de Pester? GIJSBERS, D. ABSTRACT Online pesten kan een enorme impact hebben op de pester, de gepeste en hun omgeving. Dit alledaagse

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting Roelof Schellingerhout Clarie Ramakers Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting

Nadere informatie

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD Samenvatting 10 tot 40% van de kinderen en adolescenten met ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) ontwikkelen symptomen van

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Sociometrische status en populariteit; de sleutels naar het sociaal en geestelijk welbevinden van sociaal teruggetrokken kinderen?

Sociometrische status en populariteit; de sleutels naar het sociaal en geestelijk welbevinden van sociaal teruggetrokken kinderen? Universiteit Utrecht Master psychologie, Kind en Jeugd MASTERTHESIS Sociometrische status en populariteit; de sleutels naar het sociaal en geestelijk welbevinden van sociaal teruggetrokken kinderen? L.M.

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

De zelfwaardering van teruggetrokken kinderen; de invloed van gepest worden

De zelfwaardering van teruggetrokken kinderen; de invloed van gepest worden Universiteit Utrecht Master kinder- en jeugdpsychologie MASTERTHESIS De zelfwaardering van teruggetrokken kinderen; de invloed van gepest worden Wendy Strikkers 0446904 i.s.m. Maaike van Spijk Muurling

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve en angst symptomen in chronische dialyse patiënten en andere patiënten. Het proefschrift bestaat uit twee delen (deel A en deel

Nadere informatie

Running Head EXECUTIEVE FUNCTIES EN EXTERNALISEREND GEDRAG BIJ ADOLESCENTEN

Running Head EXECUTIEVE FUNCTIES EN EXTERNALISEREND GEDRAG BIJ ADOLESCENTEN 1 Zelf Gerapporteerde Alledaagse Executieve Functies en Externaliserende Gedragsproblemen bij Adolescenten in en buiten de Jeugdhulpverlening Self-reported Everyday Executive Functioning and Externalising

Nadere informatie

Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult

Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult Participatie in vrijetijdsactiviteiten van kinderen en adolescenten met een lichamelijke beperking

Nadere informatie

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs TECHNISCH RAPPORT 30 augustus 2018 Dit document is een technisch rapport van het onderzoek naar het verband tussen kenmerken van de jeugdjaren

Nadere informatie