Inspectierapport Het (B)engeltje (BSO) Amentstraat 6c 6039RA Stramproy

Transcriptie

1 Inspectierapport Het (B)engeltje (BSO) Amentstraat 6c 6039RA Stramproy Toezichthouder: GGD Limburg-Noord In opdracht van gemeente: Weert Datum inspectie: Type onderzoek: Onderzoek voor registratie Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport:

2 Inhoudsopgave Het onderzoek...3 Observaties en bevindingen...4 Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang...4 Pedagogisch klimaat...5 Personeel en groepen...7 Veiligheid en gezondheid...8 Accommodatie en inrichting Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum van 15

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd onderzoek voor registratie. In dit onderzoek zijn alleen de items getoetst die noodzakelijk zijn om geregistreerd te kunnen worden in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP). Beschouwing Dit rapport betreft een onderzoek voor opname register voor buitenschoolse opvang (BSO) Het (B)engeltje, Amentstraat 6c in Stramproy, gemeente Weert. Op deze locatie heeft de houder reeds een kinderdagverblijf in exploitatie en wilt de huidige opvang uitbreiden met voor-en naschoolse opvang. De aanvraag is ingediend voor buitenschoolse opvang (BSO) voor de opvang van maximaal 9 kinderen in de leeftijd 4 tot 13 jaar. De BSO gaat gebruik maken van een gedeelte van de groepsruimte in het kinderdagverblijf. Voor dit onderzoek zijn de nodige documenten overlegd en heeft een inspectie op locatie plaats gevonden. De houder is voornemens om direct na de zomervakantie (start schooljaar 2015/2016) met de exploitatie aan te vangen. Gebleken is dat de houder voldoende aan de voorwaarden voldoet om de buitenschoolse opvang in exploitatie te laten gaan. Een aantal documenten zijn inhoudelijk nog niet volledig: het pedagogisch beleidsplan; de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid. Daarnaast heeeft de houder een verouderde versie van de meldcode in gebruik. Zie de toelichting bij de diverse onderwerpen in dit rapport. Tijdens het eerstvolgende onderzoek na registratie worden deze beoordeeld op inhoud en volledigheid. Advies aan College van B&W Opnemen in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen. 3 van 15

4 Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang In dit hoofdstuk is beoordeeld of er sprake is van kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang. Ook wordt er getoetst of er handhaving loopt tegen de onderneming van de houder. Kinderopvang in de zin van de wet Bij buitenschoolse opvang (BSO) Het (B)engeltje zal opvang worden geboden aan kinderen die de basisschool bezoeken. Er zal tijdens de opvang sprake zijn van verzorging en opvoeding, dit alles met het oog op de ontwikkeling van de kinderen. Voor deze opvang wordt door de ouders betaald. Conclusie: De opvang op deze locatie voldoet aan de definitie uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving Er loopt momenteel op deze locatie geen handhaving tegen het kinderdagverblijf 'Het (B)engeltje', waar de BSO in exploitatie wil gaan. Echter zijn er tijdens de inspectie in juli 2014 wel tekortkomingen geconstateerd, waarbij handhaving is geadviseerd. Bij het nader onderzoek, uitgevoerd in november 2014, is gebleken dat de tekortkomingen zijn opgeheven en dat de houder maatregelen heeft getroffen om recidive te voorkomen. Conclusie: de wet- en regelgeving zal door de houder naar verwachting worden nageleefd. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (locatieverantwoordelijke) Website ( LRKP Gemeente Weert 4 van 15

5 Pedagogisch klimaat Ten tijde van dit onderzoek voor registratie zijn er nog geen kinderen voor deze opvangvorm. Kinderdagverblijf Het (B)engeltje heeft een algemeen pedagogisch beleid, wat is terug te vinden op de website. Pedagogisch beleid Pedagogische visie Kinderopvang Het (B)engeltje heeft als uitgangspunt dat het kind centraal staat. Er wordt aansluiting gezocht bij het kind en zijn mogelijkheden. Er wordt gekeken naar het punt van ontwikkeling waarop het kind zich bevindt en het aanbod wordt hierop aangepast. Vanuit deze visie worden de kinderen gestimuleerd in hun ontwikkeling. Vier pedagogische basisdoelen In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft verder in duidelijke en observeerbare termen: de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep; hoe bij activiteiten in groepen groter dan dertig kinderen aantoonbaar extra aandacht wordt besteed aan de omgang met de basisgroep; de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen; het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. De volgende onderdelen dienen in het pedagogisch plan opgenomen te worden: beschrijving in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten; hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen (stagiaires, vrijwilligers, andere volwassenen); hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is; hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio; Conclusie: Bovenstaande punten dienen voor het eerstvolgende onderzoek na exploitatie in het beleidsplan zijn opgenomen. Tijdens het eerstvolgende onderzoek na exploitatie wordt het plan op volledigheid onderzocht en getoetst aan de praktijk. Op basis hiervan is geconstateerd dat de exploitatie redelijkerwijs niet zal plaatsvinden in overeenstemming met de volgende voorwaarde(n): Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 5 van 15

6 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (locatieverantwoordelijke) Website ( Pedagogisch beleidsplan (Kinderopvang Het Bengeltje juni 2015) 6 van 15

7 Personeel en groepen In dit hoofdstuk wordt de verklaring omtrent gedrag (VOG) van de houder en de op de locatie werkende beroepskracht(en) beoordeeld. Verklaring omtrent het gedrag De houder beschikt over een geldig verklaring omtrent gedrag (VOG), gescreend op de juiste functie-aspecten en vallend onder het continue toezicht. De VOG`s van de beroepskrachten die op de BSO groep geplaatst gaan worden zijn eveneens ingezien en voldoen. Conclusie: De VOG's van de beroepskrachten en de houder voldoen aan de gestelde voorwaarden. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (locatieverantwoordelijke) Verklaringen omtrent het gedrag (1x houder, 1x beroepskracht BSO) 7 van 15

8 Veiligheid en gezondheid In dit hoofdstuk is de bij de aanvraag meegestuurde risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid alsmede het plan van aanpak beoordeeld op volledigheid. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid opgesteld ( ) met een bijbehorend plan van aanpak. Deze is echter niet volledig: de risico-inventarisatie veiligheid van de groepsruimte (BSO/Bengels) ontbreekt. Ook worden er nog aanpassingen gedaan m.b.t. de toiletruimte BSO, deze dienen voor in gebruik name opgenomen te worden in de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid. Conclusie: De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid is niet compleet: tijdens het eerstvolgend onderzoek na registratie zal worden getoetst op volledigheid en of het de actuele situatie betreft. Op basis hiervan is geconstateerd dat de exploitatie redelijkerwijs niet zal plaatsvinden in overeenstemming met de volgende voorwaarde(n): De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) Meldcode kindermishandeling De meldcode die de houder op de website heeft geplaatst is een verouderde versie; versie december 2011 in plaats van juli De nieuwe versie is fundamenteel veranderd door de invoering van de meldplicht. Conclusie: De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke niet voldoet aan de beschreven eisen. Op basis hiervan is geconstateerd dat de exploitatie redelijkerwijs niet zal plaatsvinden in overeenstemming met de volgende voorwaarde(n): De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Gebruikte bronnen: Website ( Risico-inventarisatie veiligheid ( ) Risico-inventarisatie gezondheid ( ) 8 van 15

9 Actieplan veiligheid ( ) Actieplan gezondheid ( ) Meldcode kindermishandeling (versie december 2011) Pedagogisch beleidsplan (Kinderopvang Het Bengeltje juni 2015) 9 van 15

10 Accommodatie en inrichting De houder van een kindercentrum moet zorg dragen voor passend ingerichte binnen-en buitenruimten voor spelen en rusten die in overeenstemming zijn met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Binnenruimte De gehele binnenlocatie (KDV) is opgedeeld in meerdere ruimten, waarvan één gedeelte gebruikt gaat worden voor buitenschoolse opvang. Deze ruimte bevindt zich in de groepsruimte van de Bengels en is fysiek afgescheiden. Voor de BSO opvang van in totaal 9 kinderen dient er minimaal 31,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar te zijn. Conclusie: Er is voldoende binnenspeelruimte beschikbaar voor de BSO opvang van 9 kinderen. De binnenruimte is passend ingericht voor 4-12 jarige kinderen. Buitenspeelruimte Er kan gebruik worden gemaakt van de buitenspeelruimte van het kinderdagverblijf, deze voor de kinderen direct toegankelijk. De buitenruimte is opgesplitst in een gedeelte voor de kinderdagopvang en een gedeelte voor de BSO. De buitenruimte is nog niet passend ingericht; er worden nog aanpassingen gedaan en extra materiaal aangeschaft (o.a. trampoline). Conclusie: Per aanwezig kind bij BSO is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. Of de buitenspeelruimte passend is ingericht wordt tijdens het eerstvolgende onderzoek na registratie beoordeeld. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (locatieverantwoordelijke) Observaties (binnen-en buitenruimte) Website ( Pedagogisch beleidsplan (Kinderopvang Het Bengeltje juni 2015) 10 van 15

11 Inspectie-items Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd dat ze naar het basisonderwijs kunnen gaan. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 1 sub c Besluit kwaliteit kinderopvang peuterspeelzalen) Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en)van de houder. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestiging(en) te voorkomen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. kinderopvang en peuterspeelzalen) In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Bij activiteiten in groepen groter dan dertig kinderen besteedt de houder in het pedagogisch beleidsplan aantoonbaar extra aandacht aan de omgang met de basisgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 en 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 7 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 11 van 15

12 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de veiligheidsrisico s op de thema s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 12 van 15

13 Accommodatie en inrichting Binnenruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 13 van 15

14 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Het (B)engeltje Website : Aantal kindplaatsen : 9 Gegevens houder Naam houder : SMG Nelissen-Henkens KvK nummer : Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Limburg-Noord Adres : Postbus 1150 Postcode en plaats : 5900BD VENLO Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : A. de Graaf Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Weert Adres : Postbus 950 Postcode en plaats : 6000AZ WEERT Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Zienswijze houder : Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : van 15

15 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze inspectierapport BSO Beste lezer, Naar aanleiding van uw rapport kan ik u melden dat de punten welke nog niet volledig waren op de volgende wijze zijn opgelost: - omschrijving wanneer kinderen van de BSO de stamgroep mogen verlaten - de ondersteuning van beroepskrachten in de 3 aangegeven situaties Beide aandachtspunten zijn in duidelijke termen opgenomen in het pedagogisch beleidsplan. Deze nieuwe versie is aan de inspecteur toegezonden d.d Indien deze wijziging wordt goedgekeurd zal de versie ook definitief aan de oudercommissie ter beoordeling worden voorgelegd. - risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De ruimte van de BSO is inmiddels apart opgenomen in de inventarisatie, in plaats van het opnemen in de inventarisatie van de ruimte van de Bengels. Deze inventarisatie is ook toegezonden aan de inspecteur op Ook is er een aparte aftekenlijst op het volwassen/bso toilet gekomen om hier de hygiëne extra te waarborgen. Deze lijsten zullen ter controle worden aangeboden tijdens de inspectie op meldcode kindermishandeling Zowel op het KDV alsook op de BSO wordt wel gewerkt met de juiste meldcode (juli 2013). Deze wijziging is d.d al aan GGD doorgegeven en in een werkoverleg van is deze versie voor het eerst met het personeel besproken. In het inspectierapport betreffende de kinderopvang komt ook naar voren dat uit gesprekken met de beroepskrachten blijkt dat de meldcode kindermishandeling een terugkerend onderwerp is binnen het bedrijf en dat de meldcode ook voldoet aan de beschreven eisen. Waar ik niet van op de hoogte was is dat de update niet doorgevoerd is geworden op de website. Inmiddels is de juiste versie ook doorgegeven aan het bedrijf dat de site beheert en zal deze update ook hier binnenkort worden doorgevoerd. Met vriendelijke groet, Simone Nelissen Henkens Eigenaresse Kinderopvang Het (B)engeltje Kinderdagverblijf Peuteropvang BSO 15 van 15