Vulvacarcinoom. PROTOCOL Centrum Gynaecologische Oncologie Amsterdam RICHTLIJNEN VOOR ONDERZOEK EN BEHANDELING VAN MALIGNE TUMOREN VAN DE VULVA

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vulvacarcinoom. PROTOCOL Centrum Gynaecologische Oncologie Amsterdam RICHTLIJNEN VOOR ONDERZOEK EN BEHANDELING VAN MALIGNE TUMOREN VAN DE VULVA"

Transcriptie

1 PROTOCOL Centrum Gynaecologische Oncologie Amsterdam Vulvacarcinoom RICHTLIJNEN VOOR ONDERZOEK EN BEHANDELING VAN MALIGNE TUMOREN VAN DE VULVA CGOA protocol vulvacarcinoom Pagina 1

2 Inhoud Inleiding...3 Hoofdstuk 1 Histologische classificatie (WHO)...4 Hoofdstuk 2 Stadiumindeling volgens FIGO-classificatie (2009)...5 Hoofdstuk 3 Diagnostiek...6 Hoofdstuk 3.1 Klinische diagnostiek...6 Hoofdstuk 3.2 Histologische diagnostiek...6 Hoofdstuk 3.3 Beeldvormende diagnostiek...6 Hoofdstuk 3.4 Laboratoriumdiagnostiek...7 Hoofdstuk 4 Therapie...8 Hoofdstuk 4.1 Operatieve therapie...8 Hoofdstuk 4.2 Radiotherapie...9 Hoofdstuk Postoperatieve radiotherapie...9 Hoofdstuk Primaire in opzet curatieve radiotherapie...10 Hoofdstuk 5 Follow-up...11 Hoofdstuk 6 Recidieven...12 Hoofdstuk 7 Bijzondere histologische entiteiten...13 Hoofdstuk 7.1 Maligne melanoom...13 Hoofdstuk 7.2 Verruceus carcinoom...14 Hoofdstuk 7.3 Basocellulair carcinoom...14 Hoofdstuk 7.4 Adenocarcinoom...15 Hoofdstuk 7.5 Sarcoom...15 Hoofdstuk 8 Metastatische tumoren van de vulva...16 CGOA protocol vulvacarcinoom Pagina 2

3 Inleiding In Nederland wordt jaarlijks bij circa 250 vrouwen een maligniteit van de vulva vastgesteld en ongeveer 70 vrouwen overlijden hieraan. Maligne tumoren van de vulva maken 5% uit van de maligne tumoren van de genitalia. Deze inleiding beperkt zich tot het meest frequent voorkomende type, het plaveiselcelcarcinoom. Deze carcinomen komen het meest voor aan het labium majus en aan het labium minus. In ±30% van de gevallen bevindt de tumor zich in het gebied van de clitoris. De tumor is multicentrisch bij circa 15% van de patiënten. In het naastliggende epitheel vindt men vaak huidafwijkingen zoals lichen sclerosus, HPV geassocieerde ongedifferentieerde (usual) VIN en niet HPV geassocieerde gedifferentieerde VIN. De belangrijkste prognostische factor is de aanwezigheid van inguinale lymfkliermetastasen. De kans hierop bij carcinomen die zijn beperkt tot de vulva (T1 en T2 tumoren) is ongeveer 25%. Ondanks het bestaan van een uitgebreid netwerk van lymfevaten in de mons pubis komen uitsluitend contralaterale lymfkliermetastasen bij strikt unilaterale tumoren in hooguit 5% van de gevallen voor. Bilaterale lymfkliermetastasen komen bij ongeveer 10% van de patiënten met een unilaterale tumor voor. Bij inguinale lymfkliermetastasen bestaat een kans van 20% op pelviene lymfkliermetastasen. Lymfkliermetastasen worden hoogst zelden gevonden bij carcinomen met < 1 mm invasie. De vijfjaarsoverleving is 91% bij afwezigheid van lymfkliermetastasen en 52% bij aanwezigheid daarvan. Recidieven (i.e. progressief residu of recidief carcinoom) komen bij 20% van de patiënten voor. De prognose van de patiënt met een vroeg recidief is slecht. Late recidieven (tenminste 2 jaar na diagnose) zijn voornamelijk aan de vulva gelokaliseerd. De patiënt met een laat recidief heeft een redelijke prognose (zoals bij een primaire tumor). CGOA protocol vulvacarcinoom Pagina 3

4 Hoofdstuk 1 Histologische classificatie (WHO) Histopathologisch worden de maligne tumoren van de vulva als volgt ingedeeld: 1. Primaire tumoren Epitheliaal o plaveiselcel carcinoom o verruceus carcinoom o basocellulair carcinoom o adenocarcinoom o adenoid cystic carcinoom Niet-epitheliaal o sarcoom Maligne melanoom 2. Secundaire tumoren (metastasen) carcinomen sarcomen Het plaveiselcelcarcinoom komt het meest voor (75%); daarna volgen het basaalcelcarcinoom (15%) en het melanoom (5%). Andere primaire en secundaire maligne vulva-afwijkingen komen sporadisch voor (5%). CGOA protocol vulvacarcinoom Pagina 4

5 Hoofdstuk 2 Stadiumindeling volgens FIGO-classificatie (2009) Stadiumindeling volgens FIGO classificatie 2009 (sinds 1990 wordt het vulvacarcinoom chirurgisch pathologisch gestadieerd) Stadium I Stadium IA: pt1a N0 M0: tumordiameter 2 cm en stromale invasie <= 1 mm, beperkt tot vulva en/of perineum, geen lymfekliermetastasen. Stadium IB: pt1b N0 M0: tumordiameter > 2 cm of stromale invasie > 1 mm, beperkt tot vulva en/of perineum, geen lymfekliermetastasen. Stadium II pt2 N0 M0: tumor ongeacht diameter welke reikt tot in onderste 1/3 deel urethra, vagina en of anus, geen lymfekliermetastasen Stadium III Stadium IIIA: pt1,2 N1a,b M0: T1 of T2 tumor met 1 positieve klier ongeacht diameter metastase of 2 positieve klieren met elk een metastase < 5 mm. Stadium IIIB: pt1,2 N2a,b M0: T1 of T2 tumor met positieve klieren anders dan beschrijving onder stadium IIIA. Stadium IIIC: pt1,2 N2c M0: T1 of T2 tumor met positieve klieren en extranodale groei. Stadium IV Stadium IVA: p,ct1,2 N3 M0: T1 of T2 tumor met gefixeerde en/of ulcererende inguinofemorale lymfekliermetastasen p,ct4 N1,2,3 M0: tumor welke invadeert in proximale 2/3 deel urethra en/of 2/3 deel vagina en of ingroei in blaasmucosa, rectummucosa of benige bekken, ongeacht lymfekliermetastasen. Stadium IVB: p,ct1,2,3,4 N1,2,3 M1: metastasen op afstand en/of pelviene lymfekliermetastasen. CGOA protocol vulvacarcinoom Pagina 5

6 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 3.1 Diagnostiek Klinische diagnostiek Klachten zijn: jeuk, pijn (m.n. ook bij de mictie), een branderig gevoel of bloederige afscheiding. Bij fysisch diagnostisch onderzoek is men verdacht op een carcinoom bij een witte verdikking, erosie, ulceratie en zwelling met irregulair oppervlak. Aanbevolen wordt een foto van de primaire tumor te maken gecombineerd met een meetlat. Bij het fysisch diagnostisch onderzoek worden van de primaire tumor geregistreerd: grootste diameter lokalisatie (unilateraal of centraal): exact aangeven op tekening (voor laterale tumoren): afstand tot mediaanlijn afstand tot clitoris, urethra, vagina en/of anus. Van de inguinofemorale lymfklierstations worden geregistreerd: plaats (links/rechts/bilateraal) grootte fixatie ulceratie Hoofdstuk 3.2 Histologische diagnostiek De histologische diagnostiek bestaat uit: Incisiebiopsie (stansbiopsie) uit de rand van de afwijking. N.B. 1 Indien maligniteit: overleg met centrum. N.B. 2 Een incisie-biopsie (en niet een excisie-biopsie) heeft de voorkeur zodat de uiteindelijke behandelaar de gelegenheid heeft de oorspronkelijke toestand te beoordelen. Een excisiebiopt kan worden overwogen als bijvoorbeeld uit het incisiebiopt de invasiediepte niet duidelijk is of indien deze 1 mm of minder bedraagt (zie voor definitie infiltratiediepte histologische beoordeling operatiepreparaat ). Zo nodig histologisch in kaart brengen (mapping) van afwijkende gebieden op de vulva en het beoogde sneevlak met multiple biopten (indien klinisch abnormaal). Doel daarvan is het opsporen van premaligne afwijkingen en macroscopisch occulte invasie elders op de vulva en het voorkómen van secundaire re-excisies wegens tumorpositieve sneevlakken. N.B: deze stap kan worden overgeslagen als bij voorbaat vaststaat dat de verkregen informatie geen invloed zal hebben op de omvang van de excisie van de primaire tumor. Hoofdstuk 3.3 Beeldvormende diagnostiek Disseminatie-onderzoek is beperkt tot standaard een X-thorax. In principe zal bij het uitvoeren van de sentinel node techniek vooraf beeldvorming van de liezen moeten worden uitgevoerd om suspecte liesklieren uit te sluiten. Dit kan zijn echo of CT/MRI, zo nodig aangevuld met fijne naald aspiratie voor cytologisch onderzoek van lies en/of bekkenklieren. CGOA protocol vulvacarcinoom Pagina 6

7 Op indicatie (suspecte liesklieren) wordt CT/MRI-onderzoek van het bekken en endoscopisch onderzoek van urethra, blaas, anus en rectum uitgevoerd. Het maken van een cervixuitstrijkje wordt aanbevolen. Hoofdstuk 3.4 Laboratoriumdiagnostiek Bij het algemeen oriënterende laboratoriumonderzoek wordt aanbevolen: Hb, Ht, bloedbeeld Lever- en nierfunctieonderzoek Bloedsuikerbepaling SCC is optioneel CGOA protocol vulvacarcinoom Pagina 7

8 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 4.1 Therapie Operatieve therapie Pre-operatief wordt een steunkous aangemeten voor het been aan de zijde van de complete lymfklierdissectie. T1,2 N0 M0: Radicale lokale excisie van de maligniteit. Van belang is dat minimaal een tumorvrije marge van 1 cm wordt aangehouden. Bij bekende infiltratiediepte van meer dan 1 mm wordt deze stap gecombineerd met een sentinel node procedure indien de tumor 4 cm of minder bedraagt en unifocaal is. De sentinel node procedure geeft een betrouwbare voorspelling van de afwezigheid van lieskliermetastasen bij tumoren die voldoen aan bovenstaande criteria. In een prospectieve studie met een follow-up van minimaal 24 maanden werd bij patiënten met een negatieve sentinel node bij 2,3% van de patiënten een liesrecidief gevonden. Het achterwege laten van een volledige inguino femorale liesklierdissectie na een negatieve sentinel node wordt dan ook veilig geacht indien de patiënten voldoen aan bovenstaande criteria. Geadviseerd wordt om een volledige inguino femorale liesklierdissectie uit te voeren als, om wat voor reden, de sentinel node niet wordt gevonden. Het is belangrijk bij paramediane tumoren (< 1 cm van de midline) afhankelijk van de plaats van inspuiten van de radioactieve tracer te bepalen of enkelzijdig danwel dubbelzijdige sentinel nodes dienen op te komen. Wordt aan deze verwachting niet voldaan dan dient aan de kant van de niet opgekomen sentinel node een volledige inguino femorale klierdissectie te worden uitgevoerd. Het wordt ten sterkste aanbevolen deze procedure alleen uit te voeren in een centrum waar voldoende expertise bestaat en waar de individuele behandelaar ten minste 10 procedures succesvol heeft uitgevoerd. Indien de tumordiameter meer is dan 4 cm dan volgt een dubbelzijdige inguinofemorale liesklierdissectie via gescheiden incisies. Bij strikt laterale tumoren, waar geen sentinel node wordt overwogen, kan volstaan worden met een ipsilaterale inguinofemorale liesklierdissectie. Wij spreken van een centrale tumor als er tumorgroei bestaat binnen een marge van 1 cm rond de mediaanlijn. Wij spreken van een laterale tumor als de mediale rand van de tumor 1 cm of meer van de mediaanlijn blijft. De mediaanlijn is een imaginaire lijn lopend van de clitoris tot de anus. T1,2 N1 M0: Bij suspecte (op grond van palpatie en/of beeldvorming en bevestigd middels cytologische punctie) liesklieren wordt een klierdebulking gevolgd door radiotherapie geadviseerd. Indien peroperatief een voor metastatische groei verdachte lymfklier wordt gevonden, wordt vriescoupe onderzoek verricht. Bij een tumorpositieve vriescoupe volgt: Indien een enkelzijdige liesklierdissectie (debulking) was gepland, ook een contralaterale liesklierdissectie (debulking) extraperitoneale exploratie van de pelviene klierloges en verwijdering van lymfomen (debulking). CGOA protocol vulvacarcinoom Pagina 8

9 Indien postoperatief lieskliermetastasen worden gevonden volgt: indien een enkelzijdige liesklierdissectie was uitgevoerd, ook een contralaterale liesklierdissectie. CT-scan, indien hierbij vergrote bekkenklieren (2 cm of groter) dan moet bekkenklierdebulking worden overwogen. T3 N0,1 M0: In principe zal hier sterk worden geïndividualiseerd. Afhankelijk van plaats en uitbreiding van de tumor kan een radicale vulvectomie met "en bloc" meenemen van de bilaterale inguinofemorale klieren (of klierdebulking) worden uitgevoerd of lokale radicale excisie met inguino femorale liesklierdissectie of debulking. Afhankelijk van de lokale uitbreiding van de tumor kan het nodig zijn (een deel van) de urethra, blaas, anus of rectum te verwijderen. Echter soms zal, teneinde de anus of de proximale urethra te sparen een combinatiebehandeling van preoperatieve chemoradiotherapie en minder ingrijpende (anus sparende of urethra sparende) operatie kunnen worden uitgevoerd. Eventueel kan gekozen worden voor definitieve chemoradiotherapie, dit bij voorkeur in studieverband. T4,N0,1,M0: Als bij T3, echter hier zal meer nog dan bij het T3 stadium individualisatie van belang zijn. M1 stadia (kunnen ook T1,2,3 tumoren zijn met bekkenmetastase): In principe zal hier alleen palliatie worden toegepast. Hierbij kan het zinvol zijn de primaire tumor toch operatief te verwijderen. Indien het een M1 stadium betreft op basis van positieve bekkenklieren, zal een poging tot debulking moeten worden gedaan (overlevingskans 10% tot 20%), waarna radiotherapie (in opzet dus nog steeds curatieve behandeling). Histologische beoordeling operatiepreparaat Bij de beoordeling van het operatiepreparaat wordt, voor de prognostiek en aanvullende behandeling, van de patholoog gevraagd: 1. beschrijving tumor, afstanden tot sneevlakken 2. tumordiameter en infiltratiediepte (meting volgens Wilkinson A, d.w.z. diepte gemeten vanaf naastliggende dermale papil. Als naastliggende dermale papil niet te beoordelen of onbetrouwbaar is dan tumordikte meting) 3. afwijkingen van bekledende huid buiten tumorgebied 4. onderzoek lymfklieren (aantal tumorpositieve klieren, extranodale groei, totaal aantal verwijderde klieren) 5. differentiatiegraad 6. ingroei tumorcellen in met endotheel beklede spleten Hoofdstuk 4.2 Radiotherapie Hoofdstuk Postoperatieve radiotherapie Voor postoperatieve radiotherapie bestaan de volgende indicaties: Tumor-positieve lymfeklieren (met uitzondering van één microscopisch intranodaal positieve lymfeklier). Krap radicale ( 1 mm) of irradicale resectie indien reresectie niet haalbaar is. Techniek: Bij tumorpositieve liesklieren het hele operatiegebied en kleine bekken tot 50 Gy. CGOA protocol vulvacarcinoom Pagina 9

10 Boost op gebieden met microscopische rest tot 60 Gy, bij macroscopische tumor 70 Gy. Voor de juiste bepaling van het doelgebied is een CT-scan nodig om de positie van de femorale en iliacale vaten te weten. Indien een volledige dubbelzijdige inguinofemorale liesklierdissectie is uitgevoerd en enkelzijdig positieve klieren worden gevonden wordt aanbevolen alleen aan de aangedane kant de liezen, het bekken en de huidbrug te bestralen. Hiermee wordt het veld verkleind en de morbiditeit verminderd. Hoofdstuk Primaire in opzet curatieve radiotherapie Voor primaire in opzet curatieve radiotherapie bestaan de volgende indicaties: inoperabel stadium T3,4 N0,1,2 M0, vaak in combinatie met chemotherapie medisch inoperabele patiënt, T1,2 N0,1. Meestal zal worden gekozen voor beperkte chirurgie aangevuld met uitwendige radiotherapie. Techniek: uitwendige radiotherapie van vulva, liezen en klierstations in het kleine bekken (50 Gy) met boost op gebieden met macroscopische tumor (60-65 Gy). Bij kleine tumorrest aan de vulva kan boost met brachytherapie worden overwogen. Voor wat betreft de chemotherapie kan gekozen worden voor capecitabine (1000 mg/m2 2dd (dus 2000 mg/m2 per dag) op de dagen van de RT) met of zonder mitomycine. Voor gemetastaseerde ziekte of recidief kan zowel een cisplatin-5fu als een carboplatinpaclitaxel schema overwogen worden. CGOA protocol vulvacarcinoom Pagina 10

11 Hoofdstuk 5 Follow-up De aandacht is in het bijzonder gericht op het epitheel in het ano-vulvaire gebied en op de conditie van de inguinofemorale lymfklieren (m.n. ook aan de eventueel nietgeopereerde zijde). Bij twijfel volgt een biopsie van het epitheel c.q. excisie van de lymfklier. Routinematig verrichten van röntgenologisch onderzoek van de thorax en van laboratoriumonderzoek wordt niet aanbevolen. Tijdschema 1e jaar driemaandelijkse controle 2e jaar zesmaandelijkse controle vanaf 3e jaar jaarlijkse controle, echter halfjaarlijks als een chronische vulvaire huidafwijking bestaat (lichen sclerosus, VIN) PM: indien gecombineerde chirurgisch radiotherapeutische behandeling heeft plaatsgevonden kunnen de controles om en om door gynaecoloog en radiotherapeut worden verricht. CGOA protocol vulvacarcinoom Pagina 11

12 Hoofdstuk 6 Recidieven Bij het optreden van locregionale recidieven zal primair getracht worden om het recidief langs operatieve weg te verwijderen. De curatiekans bij een lokaal recidief is ongeveer 50%. Op indicatie (afhankelijk van de lokalisatie) kan men kiezen voor brachytherapie. Ook uitwendige radiotherapie zal in bepaalde gevallen palliatief van betekenis kunnen zijn. CGOA protocol vulvacarcinoom Pagina 12

13 Hoofdstuk 7 Hoofdstuk 7.1 Bijzondere histologische entiteiten Maligne melanoom Het maligne melanoom komt na het plaveiselcelcarcinoom het meest voor aan de vulva en wel in circa 10% van alle gevallen van vulvaire maligniteiten. Het melanoom van de vulva is meestal in de mucosa gelokaliseerd. In vergelijking met het cutaan melanoom komt het mucosaal melanoom van de vulva vooral post-menopauzaal voor met vaker ulceratie en een slechtere prognose mogelijk door late klinische presentatie en een agressiever biologisch gedrag. Stadiëring Stadiering volgens FIGO voorspelt onvoldoende de kans op recidief en overleving. Vooralsnog lijkt de stadiering zoals voor het cutaan melanoom volgens AJCC/TNM de overleving beter te voorspellen. Voor het gelokaliseerd vulvair melanoom is de Breslow dikte de belangrijkste prognostische factor. De Breslow dikte wordt in mm s gemeten vanaf de top van het stratum granulosum of ulcusbodem tot het diepste punt van invasie. De invasiediepte volgens Clark is alleen te meten in het melanoom van de behaarde huid en niet mucosaal. In de laatste (zevende) AJCC/TNM editie is de invasiediepte volgens Clark vervangen door de mitosenindex voor het bepalen van stadium T1a of T1b. Of de mitosen-index voor het vulvair melanoom dezelfde onafhankelijke prognostische waarde heeft als voor het cutaan melanoom is nog onvoldoende bekend. T1: breslow </= 1mm (T1a: zonder ulceratie en <1 deling/mm2; T1b: met ulceratie of >/=1 deling/mm2) T2: breslow 1,01-2,00 T3: breslow 2,01-4,00 T4: breslow >4,00 (Tis: melanoma in situ) Overige prognostische factoren zijn aan/afwezigheid van intra-lymfatische (satelliet en intransit) en lymfogene metastasen, en metastasen op afstand. Diagnostiek Indien men denkt aan een melanoom dient bij de diagnostische excisie een excisiemarge van 2 mm in acht te worden genomen. Primaire excisie met een ruimere marge om een tweede ingreep te besparen wordt afgeraden omdat de marge van de re-excisie afhankelijk is van de Breslow dikte en een sentinel node procedure in veel gevallen moet volgen. Vriescoupe voor zowel primaire excisie als SN is niet zinvol. Het disseminatie-onderzoek is alleen geïndiceerd bij aangetoonde lymfogene metastasering en bestaat uit PET/CT-scan en eventueel een MRI hersenen. De sentinel node diagnostiek heeft voor het melanoom van de huid toegevoegde prognostische waarde, voor wat betreft het mucosaal melanoom is dit nog onvoldoende bekend. In het algemeen wordt sentinel node onderzoek aanbevolen bij Breslow dikte van meer dan 1 mm, bij minder dan 1 mm dikte bespreken als er 1 of meer deling per 1mm2 is of ulceratie. Uit de multicentre selective lymfadenectomy trial (MSLT I) blijkt directe complete lymfklierdissectie na positieve SN een betere locale controle en minder lymfklierrecidieven te geven dan (uitgestelde) lymfklierdissectie na klinisch detecteerbare klieren. Of er evt sprake CGOA protocol vulvacarcinoom Pagina 13

14 zou zijn van een betere overleving zoals subgroep analyse suggereert, moet de MSLT II studie uitwijzen. Therapie Op basis van de diagnostische excisie dient eventueel een ruimere re-excisie te worden verricht: Breslow dikte </= 2,0 mm: excisie met een marge van 1 cm Breslow dikte > 2,0 mm: excisie met een marge van 2 cm Melanoma in situ: excisie met een marge van 0,5 cm Lymfadenectomie is geïndiceerd als er sprake is van lymfogene metastasering. De prognose is dan slecht en lymfadenectomie heeft een betere lokale controle en in geselecteerde gevallen een langere overleving tot doel. Follow-up De patiënt met een melanoom zal na behandeling in de regel gedurende 10 jaar gecontroleerd worden. Bij controle zijn inspectie en palpatie van het behandelde gebied en het regionale klierstation een eerste vereiste. Routinematig verrichten van röntgenologisch onderzoek van de thorax en van laboratoriumonderzoek wordt niet meer aanbevolen. De consequentie van het vinden van symptoomloze metastasen op afstand is immers gering zolang er geen curatieve algemene therapie is. Tijdschema 1e jaar driemaandelijkse controle 2e jaar zesmaandelijkse controle vanaf 3e jaar jaarlijkse controle Hoofdstuk 7.2 Verruceus carcinoom Verschijningsvorm Papillaire groei als reuzen-condylomata. Therapie Ruime lokale excisie, m.n. ook naar basaal toe. Hoofdstuk 7.3 Basocellulair carcinoom Verschijningsvormen Ruwe, donker gepigmenteerde, wat verheven korstige aandoeningen en het ulcus rodenstype (soms ook maculo-papillair of papillomateus). Therapie Ruime excisie (ook van sateliet-tumoren), recidiefneiging groot als tumor in sneeranden aanwezig blijkt. N.B.: Patholoog zal altijd gevraagd moeten worden of er geen sprake is van een basosqaumeus carcinoom, omdat daarbij wel een risico op lieskliermetastasen is. CGOA protocol vulvacarcinoom Pagina 14

15 Hoofdstuk 7.4 Adenocarcinoom Ontstaanswijze Uit glandula Bartholini, glandula vestibularis en uit zweetklieren. Lokalisatie Glandula Bartholini; hydro-adenocarcinoom in relatie tot morbus Paget. Therapie Als bij planocellulair carcinoma. Hoofdstuk 7.5 Sarcoom Verschijningsvormen Leiomyosarcoma, maligne fibreus histiocytoom, liposarcoma, maligne lymfoom, rhabdomyosarcoom etc. De genoemde sarcomen zijn allen zeer zeldzaam. Aanvullende diagnostiek en opstellen behandelingsplan in overleg. N.B.: met name rhabdomyosarcoom komt ook voor bij jeugdigen. CGOA protocol vulvacarcinoom Pagina 15

16 Hoofdstuk 8 Metastatische tumoren van de vulva In het bijzonder bij carcinoma colli uteri, carcinoma endometrii, carcinoma vaginae, retroperitoneale sarcomata en leucaemieën, adenocarcinoma renis. CGOA protocol vulvacarcinoom Pagina 16

Tumoren van het anaal kanaal

Tumoren van het anaal kanaal 7.1.8. Tumoren van het anaal kanaal 1. Inleiding 1.1. Incidentie Aparte entiteit! Incidentie uitzonderlijk (2% van de digestieve tumoren) Incidentie 3v - 2m Gem. 65 jaar 2. Klinische presentatie De meeste

Nadere informatie

Cervixcarcinoom. PROTOCOL Centrum Gynaecologische Oncologie Amsterdam RICHTLIJNEN VOOR ONDERZOEK EN BEHANDELING VAN MALIGNE TUMOREN VAN DE CERVIX

Cervixcarcinoom. PROTOCOL Centrum Gynaecologische Oncologie Amsterdam RICHTLIJNEN VOOR ONDERZOEK EN BEHANDELING VAN MALIGNE TUMOREN VAN DE CERVIX PROTOCOL Centrum Gynaecologische Oncologie Amsterdam Cervixcarcinoom RICHTLIJNEN VOOR ONDERZOEK EN BEHANDELING VAN MALIGNE TUMOREN VAN DE CERVIX CGOA protocol cervixcarcinoom Pagina 1 Inhoud Inleiding...3

Nadere informatie

Peniscarcinoom. Regionale richtlijn IKMN, Versie: 1.1

Peniscarcinoom. Regionale richtlijn IKMN, Versie: 1.1 Peniscarcinoom Regionale richtlijn IKMN, Versie: 1.1 Laatst gewijzigd : 02-05-2003 Methodiek: Consensus based Verantwoording: Reg. WG urologische tumoren Inhoudsopgave Algemeen...1 Diagnostiek...2 Medisch

Nadere informatie

Een melanoom, wat nu?

Een melanoom, wat nu? Een melanoom, wat nu? Aanvullende diagnostiek Is er op gericht om aan te tonen dat er sprake is van gelokaliseerde ziekte Gelokaliseerde ziekte = een primair melanoom met ten hoogste satelliet-, intransit-

Nadere informatie

Het effect van de behandeling van IMMUNOTHERAPIE op een ONCOLOGISCHE ULCUS ten gevolge van een MELANOOM Mathilde van der Eijk: Wondstoma Oncologie

Het effect van de behandeling van IMMUNOTHERAPIE op een ONCOLOGISCHE ULCUS ten gevolge van een MELANOOM Mathilde van der Eijk: Wondstoma Oncologie Het effect van de behandeling van IMMUNOTHERAPIE op een ONCOLOGISCHE ULCUS ten gevolge van een MELANOOM Mathilde van der Eijk: Wondstoma Oncologie verpleegkundige Disclosure belangen spreker Geen(potentiële)

Nadere informatie

Richtlijnen Gynaecologie

Richtlijnen Gynaecologie Laarbeeklaan 101 1090 Brussel Oncologisch Handboek Richtlijnen Gynaecologie Vulva-Vagina V2.2011 Inhoudstafel 1 Inleiding... 2 2 Evidentieniveau... 2 3 Epidemiologie... 2 4 Histologie en 5-jaars overleving...

Nadere informatie

Peniscarcinoom. Regionale richtlijn IKMN, Versie: 1.1

Peniscarcinoom. Regionale richtlijn IKMN, Versie: 1.1 Peniscarcinoom Regionale richtlijn IKMN, Versie: 1.1 Datum Goedkeuring: 02-05-2003 Methodiek: Consensus based Verantwoording: Reg. WG urologische tumoren Inhoudsopgave Algemeen...1 Diagnostiek...2 Medisch

Nadere informatie

Plaveiselcelcarcinoom

Plaveiselcelcarcinoom Plaveiselcelcarcinoom 19 197 Plaveiselcelcarcinoom Dr. G.A.M. Krekels, drs. R.J. Borgonjen De richtlijn dateert uit 2010. De tekst van de samenvatting is niet gewijzigd. Wel is een nieuwe flowchart toegevoegd.

Nadere informatie

Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie

Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie Annemie Rutten Medische Oncologie AZ St. Augustinus Maligne melanoma 10% van alle huidkankers, maar meest agressieve. Incidentie van maligne melanoma neemt

Nadere informatie

Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van een onbekende primaire tumor in het hoofd-halsgebied: Unknown Primary

Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van een onbekende primaire tumor in het hoofd-halsgebied: Unknown Primary VII Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van een onbekende primaire tumor in het hoofd-halsgebied: Unknown Primary naar Algemeen 538 Epidemiologie 538 1. Screening 538 2. Diagnostiek 538 2.1 Anamnese

Nadere informatie

7.3.2. Baarmoedercarcinoom

7.3.2. Baarmoedercarcinoom 7.3.2. Baarmoedercarcinoom 1 Stadiëring 1.1 TNM-classificatie (7 th edition, 2009) Tx T0 Tis T1 T1a T1b T2 T3a T3b T4 Nx N0 N1 N2 M0 M1 Primaire tumor kan niet beoordeeld worden Geen evidentie voor primaire

Nadere informatie

Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van het carcinoom van de neusholte, neusbijholten en het vestibulum nasi

Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van het carcinoom van de neusholte, neusbijholten en het vestibulum nasi XII Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van het carcinoom van de neusholte, neusbijholten en het vestibulum nasi naar Algemeen 568 Epidemiologie 568 1. Screening 568 2. Diagnostiek 568 2.1 Anamnese

Nadere informatie

VAGINACARCINOOM. Stadium IVb 1.STADIUMINDELING (FIGO 1995, TNM 2003) 2. HISTOLOGISCHE INDELING (WHO CLASSIFICATIE 2003)

VAGINACARCINOOM. Stadium IVb 1.STADIUMINDELING (FIGO 1995, TNM 2003) 2. HISTOLOGISCHE INDELING (WHO CLASSIFICATIE 2003) VAGINACARCINOOM 1.STADIUMINDELING (FIGO 1995, TNM 2003) De ctnm en de ptnm lopen volledig parallel. Stadium 0 Tis carcinoma in situ Stadium I T1 de tumor is beperkt tot de vagina Stadium II T2 de tumor

Nadere informatie

Anuscarcinoom. Landelijke richtlijn, Versie: 1.1. Datum Goedkeuring: 27-08-2003 Methodiek: Consensus based Verantwoording: LW GE-tumoren

Anuscarcinoom. Landelijke richtlijn, Versie: 1.1. Datum Goedkeuring: 27-08-2003 Methodiek: Consensus based Verantwoording: LW GE-tumoren Anuscarcinoom Landelijke richtlijn, Versie: 1.1 Datum Goedkeuring: 27-08-2003 Methodiek: Consensus based Verantwoording: LW GE-tumoren Inhoudsopgave Algemeen...1 Screening...2 Diagnostiek...3 Medisch technisch...3

Nadere informatie

Huidkanker. Melanoom. Plaveiselcelcarcinoom Basaalcelcarcinoom. Diagnostiek en behandeling

Huidkanker. Melanoom. Plaveiselcelcarcinoom Basaalcelcarcinoom. Diagnostiek en behandeling Huidkanker Melanoom Plaveiselcelcarcinoom Basaalcelcarcinoom Diagnostiek en behandeling Is het huidkanker? Welke huidkanker? Hoe wordt de diagnose gesteld? Verhaal Hoe lang bestaat de afwijking? Verandering?

Nadere informatie

BELEIDSLIJNEN MALIGNE TUMOREN VAN DE CERVIX

BELEIDSLIJNEN MALIGNE TUMOREN VAN DE CERVIX BELEIDSLIJNEN MALIGNE TUMOREN VAN DE CERVIX 1. INLEIDING Een persisterende Humaan Papilloma Virus (HPV) infectie is de meest belangrijke factor in het ontwikkelen van een cervixcarcinoom. Andere epidemiologische

Nadere informatie

TESTISCARCINOOM WORK UP. 1. Workup verdachte massa in testis

TESTISCARCINOOM WORK UP. 1. Workup verdachte massa in testis TESTISCARCINOOM WORK UP 1. Workup verdachte massa in testis Anamnese en klinisch onderzoek. AFP. Beta HCG. Labo inclusief LDH, syfilis, HIV en hepatitis B. RX thorax. Echo testes. 2. Steeds inguinale orchidectomie

Nadere informatie

VULVACARCINOOM. Stadium 0 Tis carcinoma in situ, intra-epitheliaal carcinoma

VULVACARCINOOM. Stadium 0 Tis carcinoma in situ, intra-epitheliaal carcinoma VULVACARCINOOM 1.STADIUMINDELING (FIGO 1995, TNM 2003) De ctnm en de ptnm lopen volledig parallel. Stadium 0 Tis carcinoma in situ, intra-epitheliaal carcinoma Stadium I Stadium Ia Stadium Ib Stadium II

Nadere informatie

Maligne melanoma

Maligne melanoma 7.6.1. Maligne melanoma 1. Screening (aanbeveling; onvoldoende evidentie) Om de 6-12 maanden controle van de gepigmenteerde laesies nuttig bij familiair verhoogd risico*/op grond van huidtype en UV-schade;

Nadere informatie

Maligne melanomen. Dr. N. Vancanneyt Prof. Dr. M. Stas Dienst Oncologische Heelkunde UZ Leuven

Maligne melanomen. Dr. N. Vancanneyt Prof. Dr. M. Stas Dienst Oncologische Heelkunde UZ Leuven Maligne melanomen Dr. N. Vancanneyt Prof. Dr. M. Stas Dienst Oncologische Heelkunde UZ Leuven Inhoud Introductie Diagnose & staging onderzoeken Classificatie Therapie Follow-up Introductie Maligne tumor

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies Chapter IX De schildwachtklier is de eerste lymfklier waarop een kwaadaardige tumor draineert. Deze lymfklier zal als eerste zijn aangedaan, wanneer de tumor via de lymfbanen

Nadere informatie

Maligne melanoma

Maligne melanoma 7.6.1. Maligne melanoma 1. Screening (aanbeveling; onvoldoende evidentie) Om de 6-12 maanden controle van de gepigmenteerde laesies nuttig bij familiair verhoogd risico*/op grond van huidtype en UV-schade;

Nadere informatie

longcarcinoom: stadiëring en behandeling

longcarcinoom: stadiëring en behandeling Hoe actueel is de CBO richtlijn? Niet-kleincellig longcarcinoom: stadiëring en behandeling Prof. dr. Harry J.M. Groen UMCG Groningen Wat moet er veranderen? TBNA? Plaats van EUS-FNA? Plaats van EBUS-FNA?

Nadere informatie

Melanoom. Poli Dermatologie Poli Chirurgie

Melanoom. Poli Dermatologie Poli Chirurgie 00 Melanoom Poli Dermatologie Poli Chirurgie Melanoom Melanoom betekent letterlijk: zwart gezwel. Een melanoom is een vorm van huidkanker die ontstaat vanuit pigmentcellen, die melanocyten worden genoemd.

Nadere informatie

Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van het plaveiselcelcarcinoom van de hypopharynx

Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van het plaveiselcelcarcinoom van de hypopharynx IX Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van het plaveiselcelcarcinoom van de hypopharynx naar Algemeen 552 Epidemiologie 552 1. Screening 552 2. Diagnostiek 552 2.1 Anamnese 552 2.2 Fysische diagnostiek

Nadere informatie

Landelijke PALGA Protocol: SWK Melanoom

Landelijke PALGA Protocol: SWK Melanoom Landelijke PALGA Protocol: SWK Melanoom Pagina 1 van 21 Inhoudsopgave Algemeen Overzicht van aanpassingen per uitgebrachte versie Handleiding Scherm 1 Microscopie Scherm 2 Microscopie schildwachtklier

Nadere informatie

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen KNO. Lip en mondholte

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen KNO. Lip en mondholte Laarbeeklaan 101 1090 Brussel Oncologisch Handboek Richtlijnen KNO Lip en mondholte V2.2011 Lip en mondholtecarcinoom ICD- O C00, C02-C06 Volgende regio s en subregio s worden beschreven: 1. De lip (C00):

Nadere informatie

Galblaascarcinoom. Landelijke richtlijn, Versie: 1.1

Galblaascarcinoom. Landelijke richtlijn, Versie: 1.1 Galblaascarcinoom Landelijke richtlijn, Versie: 1.1 Datum Goedkeuring: 10-05-2004 Methodiek: Consensus based Verantwoording: Landelijke werkgroep GI-tumoren Inhoudsopgave Algemeen...1 Screening...2 Diagnostiek...3

Nadere informatie

Indicator 1 Aanwezigheid van gynaecologisch oncoloog bij operatie ovariumcarcinoom -aanwezigheid bij stadiëringsoperatie -aanwezigheid bij debulking

Indicator 1 Aanwezigheid van gynaecologisch oncoloog bij operatie ovariumcarcinoom -aanwezigheid bij stadiëringsoperatie -aanwezigheid bij debulking Indicatoren epitheliaal ovariumcarcinoom Indicator 1 Aanwezigheid van gynaecologisch oncoloog bij operatie ovariumcarcinoom -aanwezigheid bij stadiëringsoperatie -aanwezigheid bij debulking Beperkingen/aandachtspunten

Nadere informatie

EFFECT studie. Formulier primaire registratie

EFFECT studie. Formulier primaire registratie EFFECT studie Formulier primaire registratie De variabelen met REQ in superscript zijn verplicht in te vullen variabelen. De variabelen met een zijn single-select variabelen; er kan slechts één antwoord

Nadere informatie

Evaluatie gebruik Landelijke richtlijn voor Weke Delen Tumoren

Evaluatie gebruik Landelijke richtlijn voor Weke Delen Tumoren Evaluatie gebruik Landelijke richtlijn voor Weke Delen Tumoren VIKC Projectgroep Dr. Yvonne Snel (WGTR, IKMN) Dr. Pieta Krijnen (IKW) Drs. Marjorie de Kok (IKO) Dr. Michael Schaapveld (WGdoc, IKN) Nederlandse

Nadere informatie

Lymfeknoop dissectie in borstcarcinoom, diagnostiek of therapie? Wim Demey, medische oncologie, Borstkliniek voorkempen

Lymfeknoop dissectie in borstcarcinoom, diagnostiek of therapie? Wim Demey, medische oncologie, Borstkliniek voorkempen Lymfeknoop dissectie in borstcarcinoom, diagnostiek of therapie? Wim Demey, medische oncologie, Borstkliniek voorkempen 85% via de axilla Mammaria interna alleen aantasting is zeldzaam

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016 Registratie gestart: 2009 Inclusie en exclusie criteria Inclusie Primaire mammacarcinomen waarbij de volgende tumorsoorten geïncludeerd worden: Alle tumorstadia,

Nadere informatie

Klinisch vroeg-stadium ovariumcarcinoom: belang van een adequate lymfkliersampling

Klinisch vroeg-stadium ovariumcarcinoom: belang van een adequate lymfkliersampling Klinisch vroeg-stadium ovariumcarcinoom: belang van een adequate lymfkliersampling Prof. dr. Roy Kruitwagen Symposium Het ovariumcarcinoom Oncologiecentrum Maastricht UMC + 10 november 2016 Disclosure

Nadere informatie

NABON Breast Cancer Audit (NBCA)

NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NABON Breast Cancer Audit (NBCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De ontsluiting

Nadere informatie

Afstemming meting Indicatoren richtlijn niet-kleincellig longcarcinoom gemeten in de IKO en IKN regio

Afstemming meting Indicatoren richtlijn niet-kleincellig longcarcinoom gemeten in de IKO en IKN regio Afstemming meting Indicatoren richtlijn niet-kleincellig longcarcinoom gemeten in de IKO en IKN regio Achtergrond Naar aanleiding van het gereedkomen van de richtlijn niet-kleincellig longcarcinoom: stadiëring

Nadere informatie

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen Urologie. Testis

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen Urologie. Testis Laarbeeklaan 101 1090 Brussel Oncologisch Handboek Richtlijnen Urologie Testis V3.2014 Testis ICD-O C62 1 Inleiding De richtlijnen hebben betrekking tot kiemceltumoren van de testis, die meer dan 90% van

Nadere informatie

SAMENVATTING. Cervixcarcinoom

SAMENVATTING. Cervixcarcinoom Samenvatting 148 Serum tumor merkstoffen of tumormarkers zijn uitgebreid onderzocht op hun toepasbaarheid voor diagnostiek, prognose en follow-up van kanker. In dit proefschrift bestuderen we het gebruik

Nadere informatie

LANDELIJK REGISTRATIEFORMULIER MAMMATUMOREN. Zkh reg.nr: SIG code zkh: pagina 1 van 5. Datum:. Paraaf:.

LANDELIJK REGISTRATIEFORMULIER MAMMATUMOREN. Zkh reg.nr: SIG code zkh: pagina 1 van 5. Datum:. Paraaf:. Zkh reg.nr: SIG code zkh: pagina 1 van 5 IDENTIFICATIE 1. Geboortenaam: Voorvoegsels: 2. Naam partner: Voorvoegsels: 3. Voorletters: 4. Geslacht (1=man, 2=vrouw, 3=overig) 5. Geboortedatum: 6. Geboorteplaats

Nadere informatie

Nederlandse introductie en samenvatting voor niet-ingewijden

Nederlandse introductie en samenvatting voor niet-ingewijden Nederlandse introductie en samenvatting voor niet-ingewijden 157 Introductie In de Westerse wereld is het aantal mensen dat slokdarmkanker krijgt de laatste jaren sterk toegenomen. In 1989 werd de diagnose

Nadere informatie

BASISPRINCIPES VAN KANKER

BASISPRINCIPES VAN KANKER BASISPRINCIPES VAN KANKER Prof.dr. D.J. Ruiter Afdeling Pathologie Cursus Introductie in de Fundamentele en Klinische Oncologie HET BEGRIP KANKER? a.alle gezwelgroei b.alle kwaadaardige gezwelgroei c.alle

Nadere informatie

Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van premaligne afwijkingen van de bovenste adem- en voedingsweg

Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van premaligne afwijkingen van de bovenste adem- en voedingsweg V Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van premaligne afwijkingen van de bovenste adem- en voedingsweg naar Algemeen 526 Epidemiologie 527 1. Screening 527 2. Diagnostiek 527 2.1 Anamnese 527 2.2

Nadere informatie

Cover Page. Author: Dikken, Johannes Leen Title: Gastric cancer : staging, treatment, and surgical quality assurance Issue Date:

Cover Page. Author: Dikken, Johannes Leen Title: Gastric cancer : staging, treatment, and surgical quality assurance Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19858 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Dikken, Johannes Leen Title: Gastric cancer : staging, treatment, and surgical

Nadere informatie

Larynxcarcinoma 10/03/2013. Heesheid en vroegdiagnostiek bij middel van narrow band imaging (NBI) en orgaansparende heelkunde bij larynxcarcinoma

Larynxcarcinoma 10/03/2013. Heesheid en vroegdiagnostiek bij middel van narrow band imaging (NBI) en orgaansparende heelkunde bij larynxcarcinoma 1 Heesheid en vroegdiagnostiek bij middel van narrow band imaging (NBI) en orgaansparende heelkunde bij larynxcarcinoma Prof. Dr. Olivier Vanderveken Dienst NKO, Hoofd en Halsheelkunde UZA Faculteit Geneeskunde

Nadere informatie

J. Mamma aandoeningen. Inhoudsopgave 01 J 02 J 03 J 04 J 05 J 06 J 07 J 08 J 09 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J

J. Mamma aandoeningen. Inhoudsopgave 01 J 02 J 03 J 04 J 05 J 06 J 07 J 08 J 09 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J J. Mamma aandoeningen nhoudsopgave 1 J 2 J 3 J 4 J 5 J 6 J 7 J 8 J 9 J 1 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J Screening: vrouwen jonger dan 4 jaar zonder genetisch risico... 1 Screening: vrouwen

Nadere informatie

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen KNO. Larynx

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen KNO. Larynx Laarbeeklaan 101 1090 Brussel Oncologisch Handboek Richtlijnen KNO Larynx V2.2011 Larynxcarcinoom ICD-O C32.0, 1, 2, C10.1 Volgende regio s en subregio s worden beschreven: 1. Supraglottis (C32.1): Suprahyoidale

Nadere informatie

Cervixcarcinoom. PROTOCOL Centrum Gynaecologische Oncologie Amsterdam RICHTLIJNEN VOOR ONDERZOEK EN BEHANDELING VAN MALIGNE TUMOREN VAN DE CERVIX

Cervixcarcinoom. PROTOCOL Centrum Gynaecologische Oncologie Amsterdam RICHTLIJNEN VOOR ONDERZOEK EN BEHANDELING VAN MALIGNE TUMOREN VAN DE CERVIX PROTOCOL Centrum Gynaecologische Oncologie Amsterdam Cervixcarcinoom RICHTLIJNEN VOOR ONDERZOEK EN BEHANDELING VAN MALIGNE TUMOREN VAN DE CERVIX CGOA protocol cervixcarcinoom 20180313 Pagina 1 Inhoud Inleiding...3

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 23-10-2017 2017.1 Vrijwillig/ verplicht toegevoegd DICA 27-11-2017 2017.2 Schrappen van indicatoren

Nadere informatie

Incidentie op topografie

Incidentie op topografie Kankerregistratie AZ Groeninge incidentiejaar 2004 Incidentie op topografie Incidentiejaar 2004 Incidentiejaar 2003 Incidentiejaar 2002 ORL: 62 54 Gastro-intestinaal: 270 245 Oesofagus 24 11 Maag 34 21

Nadere informatie

Factsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA)

Factsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA) Factsheet NABON Breast Cancer Audit () [1.0.; 15-09-] Registratie gestart: 2011 Als algemene voorwaarde voor het meenemen van een patiënt in de berekening van de kwaliteitsindicatoren is gesteld dat ten

Nadere informatie

NABON Breast Cancer Audit. Pathologie

NABON Breast Cancer Audit. Pathologie NABON Breast Cancer Audit Pathologie Dr. P.J. Westenend, patholoog, pathologisch laboratorium Dordrecht Drs. A.C.M. van Bommel, arts-onderzoeker, DICA DICA Congres 25 juni 2013 Pathologie Volledige verslaglegging

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting en toekomstperspectieven

Nederlandse samenvatting en toekomstperspectieven Nederlandse samenvatting en toekomstperspectieven Per jaar krijgen in Nederland tenminste 2150 patiënten een rectum tumor. Vijf jaar na behandeling leeft ongeveer de helft van die patiënten nog. Hierbij

Nadere informatie

Deel 2. Kanker van de vulva

Deel 2. Kanker van de vulva . Kanker van de vulva Inhoud Wat is kanker van de vulva? 1 Aantallen 2 Het ontstaan van kanker van de vulva 3 Uitzaaiingen 3 Onderzoek 4 Behandeling 4 Mogelijke bijwerkingen en complicaties van de behandelingen

Nadere informatie

SAMENVATTING RICHTLIJN MONDHOLTE- EN OROFARYNXCARCINOOM

SAMENVATTING RICHTLIJN MONDHOLTE- EN OROFARYNXCARCINOOM SAMENVATTING RICHTLIJN MONDHOLTE- EN OROFARYNXCARCINOOM N.B. De diagnostiek en behandeling van mondholte- en orofarynx-carcinomen is dusdanig complex, dat deze samenvatting zeer beknopt is en niet zonder

Nadere informatie

Samenvatting 1. Chapter Samenvatting. Samenvatting. Charlotte M.C. Oude Ophuis. Charlotte M.C.

Samenvatting 1. Chapter Samenvatting. Samenvatting. Charlotte M.C. Oude Ophuis. Charlotte M.C. Samenvatting 1 http://hdl.handle.net/1765/100861 Chapter 12 Samenvatting Samenvatting Charlotte M.C. Oude Ophuis Charlotte M.C. Oude Ophuis 2 Erasmus Medical Center Rotterdam Samenvatting 3 Samenvatting

Nadere informatie

Casus Keuzes in de behandeling van slokdarmkanker

Casus Keuzes in de behandeling van slokdarmkanker Casus Keuzes in de behandeling van slokdarmkanker Prof. dr. Mark van Berge Henegouwen, chirurg Dr. W.J. Eshuis, chirurg L. Noteboom, verpleegkundig specialist Amsterdam UMC, locatie AMC 8 e Inhoud Presentatie

Nadere informatie

BLAASCARCINOOM WORK-UP. 1. Workup hematurie. Anamnese en klinisch onderzoek. Cystoscopie met beschrijving van de tumor en diagram.

BLAASCARCINOOM WORK-UP. 1. Workup hematurie. Anamnese en klinisch onderzoek. Cystoscopie met beschrijving van de tumor en diagram. BLAASCARCINOOM WORK-UP 1. Workup hematurie Anamnese en klinisch onderzoek. Cystoscopie met beschrijving van de tumor en diagram. 2. Workup blaastumor Beeldvorming bovenste urinewegen (mogelijkheden: CT

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Factsheet en Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Inclusie en exclusie criteria DLCA-S Inclusie Alle chirurgische

Nadere informatie

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen Urologie. Blaas

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen Urologie. Blaas Laarbeeklaan 101 1090 Brussel Oncologisch Handboek Richtlijnen Urologie Blaas V3.2014 Blaas ICD-O C67 1 Inleiding De meerderheid van de patiënten (75-85%) vertoont oppervlakkige blaastumoren (stadium Tis,

Nadere informatie

Speekselklier carcinoom

Speekselklier carcinoom 7.5.6. Speekselklier carcinoom 1. Algemeen Work up Standaard klinisch onderzoek Volledige ziektegeschiedenis Gewicht en gewichtsverlies > 10 % Halsonderzoek Controle van craniale zenuwen n. V2, n. V3,

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Gynaecologische Oncologie (DGOA) Start registratie: 2014

Factsheet Indicatoren Gynaecologische Oncologie (DGOA) Start registratie: 2014 Factsheet en Gynaecologische Oncologie (DGOA) 2017 Start registratie: 2014 Inclusie & exclusie criteria DGOA Inclusie Exclusie Alle maligne tumoren van vulva, cervix, corpus uteri en ovarium. Er zijn bewust

Nadere informatie

Tx niet evalueerbaar T0 geen tumor

Tx niet evalueerbaar T0 geen tumor COLON 1. Tumor: 1.1. TNM classificatie: T: primaire tumor Tx niet evalueerbaar T0 geen tumor Tis T1 carcinoma in situ: intra-epitheliaal of invasie lamina propria (niet doorheen muscularis mucosa) subclassificatie

Nadere informatie

Kwaadaardige huidafwijkingen

Kwaadaardige huidafwijkingen Afdeling: Onderwerp: Chirurgie Inleiding Deze folder geeft u een globaal overzicht over de meest frequent voorkomende kwaadaardige huidafwijkingen. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de

Nadere informatie

Hoofd-hals kanker epidemiologie, etiologie, symptomatologie en diagnostiek

Hoofd-hals kanker epidemiologie, etiologie, symptomatologie en diagnostiek Hoofd-hals kanker epidemiologie, etiologie, symptomatologie en diagnostiek M. Lacko KNO-arts/Hoofd-hals oncoloog Oncologie symposium, Maastricht 21 mei 2015 Indeling presentatie 1. Incidentie en epidemiologie

Nadere informatie

Rectumcarcinoom. Landelijke richtlijn, Versie: 1.2

Rectumcarcinoom. Landelijke richtlijn, Versie: 1.2 Rectumcarcinoom Landelijke richtlijn, Versie: 1.2 Laatst gewijzigd: 01-10-2005 Methodiek: Consensus based Verantwoording: Landelijke Werkgroep Gastro-intestinale Tumoren Inhoudsopgave Diagnostiek...1...1...1

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NBCA 2015 [2015.3.ZIN besluit verwerkt; 05-11- 2015]

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NBCA 2015 [2015.3.ZIN besluit verwerkt; 05-11- 2015] Factsheet en NABON Breast Cancer Audit () 2015 [2015.3.ZIN besluit verwerkt; 05112015] Inclusiecriteria Nabon Breast Cancer Audit Inclusie Alle primaire invasieve mammacarcinomen volgens de WHO classificatie

Nadere informatie

De behandeling van vulvakanker

De behandeling van vulvakanker Gynaecologie/Dermatologie Patiënteninformatie De behandeling van vulvakanker U ontvangt deze informatie, omdat u (mogelijk) vulvakanker heeft. Kanker van de vulva is een zeldzame, kwaadaardige aandoening

Nadere informatie

Algemene opmerking: classificatie van toepassing op carcinomen met inbegrip van adenocarcinomen van de gastrooesofagale

Algemene opmerking: classificatie van toepassing op carcinomen met inbegrip van adenocarcinomen van de gastrooesofagale MAAG 1. Tumor: 1.1. TNM classificatie: Algemene opmerking: classificatie van toepassing op carcinomen met inbegrip van adenocarcinomen van de gastrooesofagale junctie. Tumor met epicentrum binnen 5 cm

Nadere informatie

Huidkanker Het basalioom of het basaalcelcarcinoom

Huidkanker Het basalioom of het basaalcelcarcinoom Huidkanker Inleiding Deze folder geeft u een globaal overzicht over de meest frequent voorkomende kwaadaardige huidafwijkingen. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Vulvakanker

Patiënteninformatie. Vulvakanker Vulvakanker Patiënteninformatie Vulvakanker Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Wat is kanker van de vulva 1.2 Bij wie komt kanker van de vulva voor 2 Hoe ontstaat kanker van de vulva 3 Uitzaaiingen 4 Wat zijn

Nadere informatie

Samenvatting CHAPTER 8

Samenvatting CHAPTER 8 Samenvatting CHAPTER 8 SAMENVATTING De hypothese van sequentiële tumor verspreiding lijkt aannemelijk volgens meerdere studies over de schildwachtklierbiopsie (Sentinel Lymph Node Biopsy; SLNB) met aanvullende

Nadere informatie

HOVON-Hematologie scholingsdag donderdag 1 okt 2015

HOVON-Hematologie scholingsdag donderdag 1 okt 2015 HOVON-Hematologie scholingsdag donderdag 1 okt 2015 Josée Zijlstra VUMC www.hematologie.nl/ j.zijlstra@vumc.nl Thomas Hodgkin 1798-1866 Hodgkin lymfoom Diagnostiek Pathologie Epidemiologie Symptomen Beeldvorming

Nadere informatie

endometrium carcinoom in Nederland

endometrium carcinoom in Nederland endometrium carcinoom in Nederland 2012-2016 voorwoord Door informatie over variatie in diagnostiek en behandelingen periodiek met elkaar te bespreken, kunnen we samen de kwaliteit van zorg voor vrouwen

Nadere informatie

1 Algemeen Wat is kanker van de vulva Bij wie komt kanker van de vulva voor 3. 2 Hoe ontstaat kanker van de vulva 3.

1 Algemeen Wat is kanker van de vulva Bij wie komt kanker van de vulva voor 3. 2 Hoe ontstaat kanker van de vulva 3. vulvakanker Inhoud 1 Algemeen 3 1.1 Wat is kanker van de vulva 3 1.2 Bij wie komt kanker van de vulva voor 3 2 Hoe ontstaat kanker van de vulva 3 3 Uitzaaiingen 4 4 Wat zijn de klachten bij kanker van

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 NBCA 2018.3 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 01-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen juli DICA 2016. Verwijderen

Nadere informatie

Integrale uitwerking van de verschillende DBCs Oncologie

Integrale uitwerking van de verschillende DBCs Oncologie Integrale uitwerking van de verschillende DBCs Oncologie In dit document worden de verschillende DBC s met normtijden uitgewerkt voor het specialisme Gynaecologie, diagnosegroep M; Oncologie. De DBC s

Nadere informatie

1 Algemeen Wat is kanker van de vulva Bij wie komt kanker van de vulva voor 4. 2 Hoe ontstaat kanker van de vulva 4.

1 Algemeen Wat is kanker van de vulva Bij wie komt kanker van de vulva voor 4. 2 Hoe ontstaat kanker van de vulva 4. vulvakanker 2 Inhoud 1 Algemeen 4 1.1 Wat is kanker van de vulva 4 1.2 Bij wie komt kanker van de vulva voor 4 2 Hoe ontstaat kanker van de vulva 4 3 Uitzaaiingen 5 4 Wat zijn de klachten bij kanker van

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLSA-DLRA) 2016

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLSA-DLRA) 2016 Factsheet en Longcarcinoom (DLSA-DLRA) 2016 Inclusie en exclusie criteria DLSA Inclusie Alle chirurgische thoracale (thoraxwand, pleurale, long en mediastinale) ingrepen, in te delen in: Resecties bij

Nadere informatie

Plaveiselcelcarcinoom

Plaveiselcelcarcinoom 134 13 Plaveiselcelcarcinoom Dr. G.A.M. Krekels, drs. R.J. Borgonjen De richtlijn dateert uit 2010. Inleiding De multidisciplinaire richtlijn plaveiselcelcarcinoom van de huid is tot stand gekomen in 2010.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING In dit proefschrift is de voorspellende waarde van magnetic resonance imaging (MRI)-parameters voor het optreden van een lokaal recidief larynxcarcinoom

Nadere informatie

H Melanoom

H Melanoom H.40073.0318 Melanoom Inleiding U heeft van uw arts gehoord dat u een melanoom heeft. Uw arts heeft met u de behandelmogelijkheden besproken. Gedurende de behandeling krijgt u veel informatie. Deze folder

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 NBCA 2018.2 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 01-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen juli DICA 2016. Verwijderen

Nadere informatie

longtumoren stadia therapie prognose Els De Droogh Pneumologie ZNA Middelheim

longtumoren stadia therapie prognose Els De Droogh Pneumologie ZNA Middelheim longtumoren stadia therapie prognose smoking is cool!??? longtumoren > na WO II > roken en longtumoren 90 % mannen, 78% vrouwen aantal pakjaren > carcinogene stoffen in rook > asbest > radon, metalen,

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Colorectaal carcinoom (DSCA) 2017 Versie: 2017 Registratie gestart: 2009

Factsheet Indicatoren Colorectaal carcinoom (DSCA) 2017 Versie: 2017 Registratie gestart: 2009 Factsheet en Colorectaal carcinoom (DSCA) 2017 Versie: 2017 Registratie gestart: 2009 Versie 2017 pagina 1 van 9 Inclusie en exclusie criteria Inclusie Alle primaire colorectale carcinomen, waarvoor een

Nadere informatie

Urogenitale maligniteiten. Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 27 september 2014

Urogenitale maligniteiten. Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 27 september 2014 Urogenitale maligniteiten Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 27 september 2014 Urogenitale maligniteiten Adenocarcinomen prostaatcarcinoom niercarcinoom ovariumcarcinoom endometriumcarcinoom

Nadere informatie

CHAPTER 8. Samenvatting

CHAPTER 8. Samenvatting CHAPTER 8 Samenvatting 108 Chapter 8 Samenvatting 109 Samenvatting Jaarlijks wordt wereldwijd bij 1,2 miljoen mensen de diagnose longkanker gesteld en overlijden 1,1 miljoen mensen aan deze ziekte. Hiermee

Nadere informatie

Inleiding Wat is een melanoom? Hoe vaak komt het voor? Hoe ontstaat een melanoom?

Inleiding Wat is een melanoom? Hoe vaak komt het voor? Hoe ontstaat een melanoom? MELANOOM 1179 Inleiding De dermatoloog heeft bij u een melanoom geconstateerd. Deze folder geeft u informatie over een melanoom en de behandelmogelijkheden. Daarnaast krijgt u meer informatie over zelfonderzoek

Nadere informatie

BELEIDSLIJNEN: MALIGNE TUMOREN VAN HET ENDOMETRIUM

BELEIDSLIJNEN: MALIGNE TUMOREN VAN HET ENDOMETRIUM BELEIDSLIJNEN: MALIGNE TUMOREN VAN HET ENDOMETRIUM 1. STAGING FIGO staging (2009) Stadium IA Stadium IB Stadium II Tumor beperkt tot het endometrium of < 50% doorgroei in het myometrium Invasie van tumor

Nadere informatie

Kwaadaardige Huidafwijking

Kwaadaardige Huidafwijking Chirurgie Kwaadaardige Huidafwijking operatieve behandeling Inleiding U heeft met uw behandelend specialist afgesproken dat u een behandeling krijgt voor een kwaadaardige huidafwijking. Uw arts heeft u

Nadere informatie

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86 1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker en ductaal carcinoma in situ

Nadere informatie

Melanoom wordt onderverdeeld in 4 stadia

Melanoom wordt onderverdeeld in 4 stadia Stadium III melanoom: lymfeklierresectie en adjuvante behandelingen Aljosja Rogiers Melanoom wordt onderverdeeld in 4 stadia Stadium I Stadium II Stadium III IIIA IIIB IIIC IIID Stadium IV meeste adjuvante

Nadere informatie