Procesevaluatie II Experimenten jeugdzorg dichtbij

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Procesevaluatie II Experimenten jeugdzorg dichtbij"

Transcriptie

1 Provincie Gelderland Regio Noord-Veluwe & Regio Nijmegen Procesevaluatie II Experimenten jeugdzorg dichtbij Ambulante jeugdzorg zonder indicatie van BJz Dock4& Organisatieadvies in Zorg Lotte Vermeer / Ewoud Jonker Definitieve versie, 27 april 2012

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Resultaten Visie & doelstellingen Samenwerking Veiligheid & kwaliteit Aanbod Deskundigheid uitvoerende medewerkers Werkprocessen Conclusies & aanbevelingen Visie & Doelstellingen Samenwerking Veiligheid & kwaliteit Aanbod Deskundigheid van uitvoerende medewerkers Werkprocessen 17 Bijlage 1 Definities en afkortingen 19 Bijlage 2 Respondenten 20 Bijlage 3 Conceptueel model 22

3 1. Inleiding In april 2011 zijn de regio Noord-Veluwe (RNV) en de gemeenten Nijmegen en Wijchen (regio Nijmegen) gestart met de inzet van ambulante jeugdzorg zonder indicatie van Bureau Jeugdzorg (BJz). Deze experimenten richten zich op het creëren van meer samenhang tussen de hulp- en zorgverlening vanuit het gemeentelijke voorliggend veld 1 en de ambulante jeugdzorg die wordt geboden door jeugdzorgaanbieders. Dock4 heeft in de zomermaanden van 2011 een eerste uitgebreide procesevaluatie uitgevoerd 2 die heeft geresulteerd in een groot aantal conclusies en aanbevelingen. In het eerste kwartaal van 2012 is door Dock4 de tweede (en laatste) evaluatie uitgevoerd. Doel van de tweede procesevaluatie is om in kaart te brengen wat er is veranderd, verbeterd en vernieuwd ten opzichte van de eerste evaluatie. De vraagstelling is gebaseerd op de resultaten uit de eerste rapportage. In de tweede procesevaluatie is hetzelfde conceptuele model gehanteerd als in de eerste ronde (zie figuur 1). Een uitgebreide beschrijving van het model is te vinden in bijlage 3. Figuur 1: conceptueel model procesevaluatie Het aantal respondenten is ten opzichte van de zomer van 2011 uitgebreid met vertegenwoordigers van de Provincie Gelderland en er zijn meer uitvoerende medewerkers 3 geïnterviewd. De interviewvragen zijn schriftelijk, telefonisch of face-to-face afgenomen. Een overzicht van respondenten staat in bijlage 2. Dit rapport beschrijft de resultaten en conclusies van de tweede evaluatie. In hoofdstuk 2 staan de resultaten van de tweede procesevaluatie. Hoofdstuk 3 bevat de conclusies en aanbevelingen, dit hoofdstuk kan worden gelezen als samenvatting van het rapport. 1 Onder voorliggend veld wordt verstaan: gemeentelijke Centra voor Jeugd en Gezin (inclusief instellingen voor jeugdgezondheidszorg en maatschappelijk werk), zorgadviesteams (ZATs), lokale wijkteams, scholen, kinderdagverblijven en peuterspeelzalen. 2 Rapport Procesevaluatie pilots jeugdzorg Dichtbij, oktober Met uitvoerende medewerkers worden medewerkers bedoeld van gemeentelijke Centra voor Jeugd en Gezin (inclusief instellingen voor jeugdgezondheidszorg en maatschappelijk werk), zorgadviesteams (ZATs), lokale wijkteams, scholen, kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, BJz en Jeugdzorgaanbieders werkzaam in het primaire proces (medewerkers die klantcontact hebben). 3

4 2. Resultaten 2.1 Visie & doelstellingen Doelstellingen Voor de experimenten zijn twee doelstellingen geformuleerd (zie kader). In beide regio s geeft de meerderheid van de respondenten aan dat er niets is veranderd in de doelstellingen van het experiment. Vrijwel alle respondenten vinden dat de grote voordelen van het experiment blijven dat onderlinge lijnen korter worden, gezinnen sneller worden aangemeld voor ambulante hulp en men elkaar beter weet te vinden. Wat betreft de tweede doelstelling het verlenen van ambulante jeugdhulp zonder indicatie is opvallend is dat er in beide regio s volgens cijfers van jeugdzorgaanbieders in het 4 e kwartaal van 2011 ook veel aanmeldingen voor ambulante hulp via BJz zijn gedaan na een indicatiebesluit. Doelen 1. Vermindering van instroom in de zwaardere vormen van jeugdzorg. 2. Het verlenen van ambulante jeugdhulp zonder voorafgaand indicatiebesluit. Uit: Afsprakenkader regio Noord-Veluwe, 3 december 2010 & Uitwerkingsafspraken Nijmegen, 21 juni 2011 Regio Noord Veluwe In de RNV ontstaat voortschrijdend inzicht doordat de transitie zich in de tussentijd verder heeft ontwikkeld. Vier respondenten geven aan dat er op managementniveau meer aandacht is ontstaan voor de operationele kant van het experiment. Zeven respondenten vinden dat de nieuwe manier van werken een lange aanlooptijd nodig heeft gehad, maar dat eind 2011 bleek dat men de wegen beter ging bewandelen en dat er meer verwijzing van cliënten ontstond door betere bekendheid. Regio Nijmegen Twee respondenten geven aan dat het subdoel om te komen tot nieuw/vernieuwend intersectoraal aanbod is losgelaten en is vervangen door het intensiveren van de samenwerking. Alle respondenten geven aan dat het eerste doel minder jeugdigen in zware vormen van zorg niet te meten is in het experiment. Men nuanceert deze doelstelling en benoemt dát de prikkel om de instroom in zware vormen van jeugdzorg te voorkomen ontstaat dankzij samenwerking in het experiment. Partijen geven aan dit hogere doel mondeling te communiceren. Ten opzichte van de zomer van 2011 vindt men dat de ambulante jeugdhulp beter bekend is onder scholen en schoolmaatschappelijk werkers Visievorming Beide regio s ontwikkelen een visie op de transitie jeugdzorg. De vraag is in hoeverre die visie ook van toepassing is op het lopende experiment. In de RNV weten alle respondenten dat gemeenten aan de slag zijn met het opstellen van een visie op de zorg voor jeugd. De respondenten zijn wisselend tevreden over de manier waarop dat gebeurt. De stuurgroep CJG heeft een globale inhoudelijke visie opgesteld, die dit voorjaar (2012) wordt besproken door de beleidsambtenaren van de zes gemeenten en wordt gekoppeld aan de beleidsvisie. Negen respondenten denken dat gemeenten nog steeds niet goed weten wat er op hen afkomt. 4

5 Gemeenten in de regio Nijmegen geven aan dat zij de transitie jeugdzorg gezamenlijk oppakken. Zij zijn bezig met een visiedocument met uitgangspunten voor de zorg voor jeugd. Voorbeelden van uitgangspunten zijn: herstel van het gewone leven, de vraag achter de vraag achterhalen en samen redzaam. Het experiment vormt volgens gemeenten één geheel met de visie en kan worden gezien als een bottom-up oefening met samenwerken in de praktijk. Drie respondenten vinden het lastig om te beoordelen hoe de visie van gemeenten op de transitie van de jeugdzorg zich verhoudt tot het experiment. Enkele respondenten geven aan dat het goed zou zijn voor de visievorming op de transitie als gemeentebestuurders zouden komen kijken of meelopen in de praktijk van de jeugdzorg Verbinding In beide regio s vinden de meeste managers/beleidsadviseurs (zeven respondenten in de RNV en vijf in de regio Nijmegen) dat het experiment op dit moment nog niet voldoende wordt verbonden met andere projecten en initiatieven in de regio. Twee respondenten in de regio Nijmegen noemen als voorbeeld dat het project sociale netwerkstrategieën wordt beschouwd als autonoom project, terwijl het volgens de respondent kan worden gezien als aanvulling op het experiment. Eén respondent in de regio Nijmegen pleit voor het markeren van de tijdelijke pilot en het benoemen van een moment om resultaten in te bedden in een structurele werkwijze. Een andere respondent geeft juist aan dat een markering in de tijd niet verstandig is; er is sprake van een ontwikkelproces richting 2015 en dat moet centraal moet staan. Zes respondenten in de RNV vinden dat het experiment wel wordt verbonden met andere projecten en initiatieven, of dat de intentie daartoe er is. Bijvoorbeeld door bespreking van het experiment in het portefeuillehoudersoverleg en in het regionale platform jeugdbeleid. Twee respondenten raden aan om te kijken naar andere projecten in de provincie. 2.2 Samenwerking Effectiviteit samenwerking In beide regio s geven respondenten aan dat de samenwerking steeds beter loopt, zowel in de projectgroep als op de werkvloer. Het feit dat er in tijden van crisis een sterk organisatiebelang speelt, vinden respondenten logisch en begrijpelijk. Dit blijft daarom een aandachtspunt. Een partij in de regio Nijmegen beschrijft de ontwikkeling in het experiment als volgt. Waar in de zomer van 2011 het elkaar vinden en de korte lijnen effecten waren van het experiment, is men nu toe aan de volgende stap: toewerken naar een gezamenlijke inhoudelijke visie, elkaar kritisch bevragen en ontwikkelen van een basisattitude als versterking van het voorliggend veld. In de regio Nijmegen is de CJG structuur volgens drie respondenten nog onvoldoende uit de verf gekomen Projectmanagement In de regio Nijmegen geven alle respondenten aan dat in de projectorganisatie de link met de praktijk meer vorm heeft gekregen. Medewerkers worden niet betrokken in projectgroep overleggen om deze klein en slagvaardig te houden. Maar worden wel veelvuldig geïnformeerd door de projectleider in bijvoorbeeld lokale CJG intervisiebijeenkomsten. Ook worden medewerkers van NIM, Entréa, BJZ en GGD intern geïnformeerd door hun afgevaardigde in de werkgroep. Door alle respondenten in de RNV is benoemd dat de link tussen de projectgroep en de praktijk nog beter vorm moet krijgen. Zeven respondenten weten dat een CJG coördinator is aangehaakt in de projectgroep. Vier respondenten vinden dat de positie van de CJG coördinatoren nog niet goed is vorm gegeven in het experiment. De CJG coördinatoren kunnen volgens hen een belangrijke rol spelen in de communicatie met uitvoerende medewerkers, in het signaleren van knelpunten en in de borging van het experiment. Dit pakken zij nu al wel op, maar ad-hoc en op eigen initiatief. Drie respondenten vinden dat de projectgroep onvoldoende monitort op de inzet en voortgang van acties. 5

6 In de RNV is door drie respondenten de hoeveelheid gemeenten en zorgaanbieders benoemd als beperkende factor in het slagen van het experiment. Ook vinden zij dat de projectgroepleden elkaar onderling niet aanspreken op afspraken, terwijl dat bijvoorbeeld in de stuurgroep CJG wel gebeurt Communicatie Tien respondenten (het merendeel) in de RNV denken dat er niets veranderd is in de communicatie over doelstellingen aan uitvoerende medewerkers. Drie respondenten vinden dat er te weinig gecommuniceerd wordt vanuit de projectgroep naar de uitvoerende medewerkers. De meeste managers (vijf respondenten) geven aan dat het experiment intern onderwerp van gesprek is en dat waar nodig werkprocessen worden aangepast. Het hogere doel (minder jeugdigen in zware vormen van jeugdzorg) lijkt niet te worden gecommuniceerd. De nadruk ligt vooral op snellere doorstroom. Twee respondenten benoemen het belang om overzichtelijk en gericht informatie te presenteren. Zij vinden dat er te breed of te weinig concreet wordt gecommuniceerd, waardoor mensen zich niet aangesproken voelen. Ook horen medewerkers veel in de wandelgangen waar zij hun eigen interpretatie aan toevoegen. Dat leidt volgens hen tot een passieve (in plaats van actieve) houding, mede vanuit vrees om dingen verkeerd te doen. Respondenten in de regio Nijmegen geven aan dat de communicatie in het project continu aandacht heeft. Men werkt aan ideeën om dit te bevorderen, bijvoorbeeld door schoolmaatschappelijk werkers die veel melden - als ambassadeur in te zetten. Daarnaast benoemen vrijwel alle respondenten het belang van de nieuwsbrief die vier keer per jaar uitkomt. De nieuwsbrief bevat bijvoorbeeld informatie over de voortgang van het experiment, vragen uit de praktijk en voorbeelden Samenwerkingspartners In de regio Nijmegen zijn er geen samenwerkingspartners bijgekomen of afgevallen. Het experiment is verbreed naar andere gemeenten in de regio Nijmegen. De belangrijkste overweging om geen partners aan de werkgroep toe te voegen is om deze niet te groot te maken en slagvaardig te houden. Eén respondent noemt dat CJG s lokaal eigen keuzes maken in het betrekken van samenwerkingspartners. Voorbeelden daarvan zijn het inzetten van de expertise van Dichterbij (jeugd- LVG), Pro-persona (GGZ) en het welzijnswerk. In de RNV zijn acht respondenten op de hoogte dat er verkennende gesprekken zijn met organisaties uit de Jeugd GGZ en Jeugd LVG om aan te haken in het experiment. Drie respondenten geven aan dat al een deel van de trajecten via de Jeugd GGZ wordt aangemeld. In beide regio s mist een aantal respondenten (zes in de RNV en drie in de regio Nijmegen) de huisartsen als partij in het experiment. Het blijkt lastig om vat te krijgen op deze groep. De kans acht men groot dat huisartsen gezinnen via BJz aanmelden voor ambulante hulp. Eén respondent in de regio Nijmegen geeft daarbij aan dat huisartsen een betere plek moeten krijgen in het voorliggend veld en de instellingen daar moeten weten te vinden. Volgens deze partij bestaat het gevaar dat huisartsen te snel aanmelden bij Entréa, omdat ze wellicht nog te weinig weten wat er in het voorliggend veld in te zetten is. Vijf respondenten in de RNV vinden dat het onderwijs nog niet voldoende is aangesloten in het experiment. De aansturing van de ZATs in het voortgezet onderwijs wordt belangrijk gevonden; nu wordt er bij casussen nog vaak naar BJz gekeken. In de RNV is het Leger des Heils bestuurlijk betrokken, maar participeert de organisatie niet in de uitvoering. Twee respondenten vinden het onduidelijk in welke mate SGJ en het Leger des Heils zijn betrokken. De jeugdartsen zijn in de RNV niet aangesloten in het experiment, terwijl zij een groot deel van de kinderen zien. De reden hiervoor is dat er gekozen is om aan te sluiten bij de CJG structuur: daarin zijn voornamelijk de jeugdverpleegkundigen betrokken. Daarnaast kunnen de jeugdartsen al rechtstreeks verwijzen naar een jeugdzorgaanbieder of de GGZ. Door een manager van de GGD is wel benoemd dat dit een thema is dat nog in gezamenlijkheid binnen de GGD opgepakt moet worden. 6

7 2.3 Veiligheid & kwaliteit Veiligheid In beide regio s geven respondenten aan dat er voor het checken van de veiligheid ten opzichte van de zomer van 2011 geen nieuw instrument wordt gebruikt. Men hanteert nog steeds de vragen uit het LIRIK die zijn opgenomen in het aanmeldformulier. De respondenten in de RNV zijn wisselend in hun mening over de noodzaak om het LIRIK in te vullen. De standaard verschilt per organisatie. Zeven respondenten vinden dat het LIRIK zwaar overkomt; het kan ouders afschrikken. Ook is het voor uitvoerende medewerkers niet duidelijk waar ze het volledige LIRIK kunnen vinden. Tevens is in de RNV aangegeven dat er soms dubbel een veiligheidsinstrument wordt toegepast, zowel in het aanmeldformulier als door de jeugdzorgaanbieder. In de regio Nijmegen geven alle respondenten aan dat er duidelijke afspraken zijn gemaakt over de inzet van BJz bij een niet-pluis gevoel, onveiligheid voor kinderen en twijfel over motivatie. Dit kan er volgens twee partijen toe leiden dat een casus na directe aanmelding bij Entréa alsnog bij BJz terecht komt. Partijen geven aan dat de escape naar BJz voor iedereen duidelijk moet zijn. Twee partijen noemen daarbij dat het imago van BJz ( haalt je kinderen uit huis ) ouders afschrikt. Voordeel van de nieuwe route is dat deze drempel wordt ontweken Cliënttevredenheid In beide regio s geven alle respondenten aan dat er voorbereidingen zijn getroffen voor het meten van de klanttevredenheid. In de regio Nijmegen is er een standaard vragenlijst ontwikkeld die wordt ingezet voor afgeronde trajecten ambulante jeugdhulp. Aan de vragenlijst zijn vijf specifieke vragen toegevoegd over directe toeleiding. Als er meer dan tien vragenlijsten zijn verstrekt, worden de resultaten besproken in de projectgroep. Vrijwel alle respondenten geven aan dat ouders tevreden zijn over de nieuwe werkwijze, omdat ze sneller terecht kunnen bij Entréa. Bovendien noemen twee partijen daarbij dat het niet betrokken zijn van BJz drempelverlagend werkt voor ouders. In de optiek van ouders is het imago van BJz nog steeds dat het kinderen uit huis plaatst. In de RNV wordt de klanttevredenheid door de jeugdzorgaanbieders standaard gedaan als outputmeting. Organisaties hanteren daarbij dezelfde procedure als normaal gebruikelijk is. 2.4 Aanbod Met het experiment wil de provincie stimuleren dat er meer samenhang komt tussen ambulante jeugdzorg en lichte vormen van pedagogische begeleiding. Zodat er een laagdrempelig, intersectoraal ambulant zorgaanbod ontstaat waarin opvoedondersteuning en jeugdzorg snel, dichtbij (lokaal) en zo licht mogelijk wordt ingezet Doel nieuw of vernieuwend aanbod Alle respondenten in de regio Nijmegen vinden dat het experiment niet leidt tot de ontwikkeling van nieuw of vernieuwend aanbod en dat dit ook niet een doel op zichzelf is. Verschillende respondenten noemen dat het niet zozeer gaat om aanbod van organisaties, maar om functies en inhoudelijk aanbod voor kinderen en gezinnen. Drie respondenten vinden dat het leren kennen van elkaars aanbod aan dienstverlening steeds beter gaat. Vier respondenten noemen dat het aansluiten bij de vraag van gezinnen leidt tot nieuwe inzichten en werkwijzen. Voorbeelden daarvan zijn de sociale netwerkstrategie (welzijn nieuwe stijl) die gaat worden ingezet door sociale wijkteams en de ronde tafel bijeenkomsten die door een sociaal verpleegkundige worden georganiseerd. Twee partijen geven aan dat dankzij ronde tafelbijeenkomsten in het voorliggend veld (onder andere met deelname van het onderwijs) concrete successen zijn behaald in het motiveren van ouders. 7

8 Zeven respondenten in de RNV denken dat het experiment wel kan leiden tot vernieuwend aanbod (door bijvoorbeeld gezamenlijk op te trekken in trajecten), maar dat dit op dit moment nog onvoldoende gebeurt. Vijf respondenten noemen dat samenwerking in aanbod tussen organisaties nu sporadisch plaats vindt op eigen initiatief van medewerkers. Elf respondenten geven aan dat er de afgelopen maanden inspanningen zijn geweest om elkaars aanbod (voorliggend veld en jeugdzorgaanbieders) beter te leren kennen. Drie respondenten benoemen dat de combinatie van de doorontwikkeling van het CJG, de transitie jeugdzorg en bezuinigingen bijdraagt aan het zoeken naar vernieuwend aanbod om overlap te verminderen. Zes respondenten in de RNV vinden de inzet van Triple P4 vernieuwend aanbod. Vijf respondenten vinden het jammer dat Triple P4 niet als traject binnen het experiment valt. De discussie is op dit moment gericht op welke organisatie de regie krijgt op Triple P4. Twee respondenten opperen dat er één subsidiepot moet zijn waar organisaties gezamenlijk aanbod uit moeten financieren, waarbij zij naderhand op resultaten worden afgerekend Analyse aanbod: hiaten en overlap Regio Noord Veluwe In de RNV zijn verschillende hiaten benoemd. Uit de interviews wordt niet duidelijk of men het aanbod niet kent, het aanbod niet toegankelijk is of het aanbod werkelijk ontbreekt. De volgende hiaten zijn genoemd: Wachtlijsten bij jeugdzorgaanbieders, waardoor niet direct hulp ingezet kan worden bij de gezinnen in het experiment (4 respondenten). Weinig digitale hulpverlening (2 respondenten). Onvoldoende programma s op maat en praktische hulp (5 respondenten); twee respondenten benoemen dat Triple P4 op dit moment nog niet breed beschikbaar is omdat er een wachtlijst is. De informatievoorziening voor uitvoerende medewerkers over Triple P4 (voor welke problematiek en wel/geen indicatie benodigd) is volgens hen nog niet voldoende. Onvoldoende trajecten thuisbegeleiding (3 respondenten). Twee respondenten geven aan dat er geen overlap bestaat in het aanbod. Door de meeste respondenten wordt herkend dat er beleidsmatig een risico bestaat dat overlap in aanbod gaat ontstaan. Dit heeft te maken met het mechanisme dat het voorliggend veld moet leren om als generalisten problematiek in een vroeger stadium te signaleren en daar iets mee te doen. Maar de specialisten (jeugdzorgaanbieders) geven aan dat zij ook verstand hebben van het generalistische deel. Daarmee verschuift het werkterrein van jeugdzorgaanbieders naar het voorliggend veld. Twaalf respondenten vinden thuisbegeleiding (thuiszorg) mogelijk overlappend aanbod met ambulante hulp van jeugdzorgaanbieders. De meeste uitvoerende medewerkers kiezen eerder voor thuisbegeleiding dan aanmelding in het experiment, omdat die hulp direct wordt ingezet en jeugdzorg door ouders vaak als bedreigend wordt ervaren. Drie respondenten vinden dat thuisbegeleiding bedoeld is voor een andere doelgroep dan ambulante hulpverlening vanuit jeugdzorgaanbieders. Ook is door twee respondenten integrale vroeghulp als belangrijke partner benoemd, omdat het minder bedreigend wordt ervaren dan jeugdzorg. Zeven respondenten vinden dat het aanbod meer op elkaar aan gaat sluiten en elkaar aanvult. Vier respondenten zeggen dat dit komt omdat door Triple P het aanbod overzichtelijker is geworden. De overlap tussen aanbod van maatschappelijk werk en van jeugdzorgaanbieders zoals in de eerste procesevaluatie meerdere malen is benoemd wordt in de tweede evaluatie niet door de respondenten herkend. Regio Nijmegen Volgens drie respondenten bestaan er hiaten in het huidige aanbod. Het kan bijvoorbeeld lang duren voor een kind/ouder hulp krijgt en er is weinig zicht op hoe de inzet van digitale hulpverlening vorm krijgt. Eén respondent geeft aan dat de coproductie tussen Entréa en het voorliggend veld nog weinig 8

9 vorm krijgt. Deze partij vindt het belangrijk hoe Entréa omgaat met de aanmelder: wordt een casus gewoon overgenomen of kijkt Entréa wat de aanmelder zelf nog kan? Veel partijen noemen de inzet van de deskundigheid van Entréa in het voorliggend veld een kans, mits Entréa bereid is om te investeren in tijd en geld. Vier partijen vinden het onduidelijk hoeveel uren er zijn voor profilering en zichtbaarheid van Entréa in voorliggend veld. De meeste respondenten noemen dat het maatschappelijk werk (NIM) en de jeugdzorgaanbieder (Entréa) elkaar steeds meer opzoeken. Beide partijen geven vorm aan een overzicht van hun aanbod, met als doel om hiaten en overlap uit te werken. Vijf respondenten geven aan dat er vermoedelijk overlap bestaat in het aanbod tussen NIM en Entréa: men vindt het onduidelijk hoe het ambulante hulpaanbod van Entréa zich verhoudt tot het aanbod van NIM. Pas als dat helder is, kan het op elkaar worden afgestemd. Als voorbeelden zijn de ontwikkeling van gezamenlijke trainingen en cursussen genoemd. Twee respondenten vinden dat langzaam maar zeker het inzicht ontstaat dat Entréa zich als specialist op stoornissen kan focussen en NIM of de jeugdgezondheidszorg algemene opvoedondersteuning bij multiproblem gezinnen kan doen. Entréa wordt in die optiek uitgenodigd om als specialist in een gezin aan de slag te gaan. Entréa geeft aan zich niet te willen positioneren als een eerstelijns instelling. Als tweedelijns organisatie wil Entréa zich profileren als meerwaarde voor het voorliggend veld. Aanvullende expertise bestaat bijvoorbeeld uit systemisch werken, de autist als doelgroep en de inzet van gedragswetenschappers voor specifieke problematiek. Eén respondent vindt dat NIM en Entréa voor een deel inwisselbaar zijn en dat NIM soms zwaardere casussen (in gezinscoaching) oppakt dan Entréa. Verschillende respondenten geven aan dat de afstemming tussen BJz en Entréa steeds beter gaat. Een voorbeeld hiervan zijn de gezamenlijke bijeenkomsten die BJz en Entréa organiseren Stimulans tot vroegtijdige en lichte interventie Vijf partijen in de RNV geven aan dat het stimuleren van medewerkers om zoveel mogelijk hulpvragen zo snel en licht mogelijk in het voorliggend veld af te handelen begint te ontstaan, vanuit het idee om mensen zelf hun problemen op te laten lossen in plaats van zaken te problematiseren. Benoemd is dat dit niet door het experiment komt, maar dat dit door partijen vanuit hun visie al was ingezet. Twee respondenten benoemen het tekort aan financiële middelen als belemmering. In de regio Nijmegen zijn respondenten in drie groepen in te delen. Drie partijen geven aan dat medewerkers niet actief worden gestimuleerd om zoveel mogelijk hulpvragen zo snel en licht mogelijk in het voorliggend veld af te handelen. Vier respondenten hebben daar weinig tot geen zicht op. Enkele respondenten vinden het stimuleren om vragen zo vroeg, zo licht mogelijk op te pakken de normale gang van zaken. 2.5 Deskundigheid uitvoerende medewerkers Verbeteren van het deskundigheidsniveau Regio Nijmegen De regio Nijmegen heeft ervoor gekozen een pragmatisch en eenvoudig scholingsplan op te stellen, aansluitend bij de behoeften van medewerkers uit het voorliggend veld. De deskundigheid van uitvoerende medewerkers in het voorliggend veld wordt volgens alle respondenten verbeterd door de inzet van consultatie, intervisiebijeenkomsten en door casuïstiek te bespreken. Men geeft aan dat BJz deze bijeenkomsten samen met Entréa organiseert onder leiding van de coördinator van het CJG. Thema s van de bijeenkomsten zijn bijvoorbeeld het inschatten van de ernst van de situatie of het screenen op veiligheid. Partijen zijn tevreden over deze wijze van deskundigheid bevorderen; ze leidt tot goede toerusting van het voorliggend veld in bijvoorbeeld het inschatten van de ernst van problematiek en het screenen van de veiligheid van kinderen. 9

10 Regio Noord-Veluwe In de RNV is een scholingsplan opgesteld door BJz om de deskundigheid van uitvoerende medewerkers in het voorliggende veld te verbeteren. Eén van de twee dagdelen van het plan is uitgevoerd. De medewerkers gaven er de voorkeur aan al werkende weg te leren van BJz: learning on the job met een concrete casus bij de hand. Zeven respondenten vinden dat er te weinig is gedaan aan deskundigheidsbevordering. Zeven respondenten geven aan behoefte te hebben aan de evaluatie van casussen, iets dat volgens hen sporadisch gebeurt. Vijf uitvoerende medewerkers willen graag voorbeelden zien van casussen die geschikt zijn voor het experiment, zodat het experiment meer gaat leven en de criteria duidelijker worden. Ook geven zij aan dat de houding van BJz ( kun je de risico s goed inschatten ) bij hen leidt tot onzekerheid om casussen in te brengen in het experiment. Vier respondenten denken dat bij CJG medewerkers te weinig besef is dat de rol en expertise die BJz had nu bij het CJG ligt. Die rol bestond uit signaleren, diagnose stellen, motiveren en veiligheid screenen. De nieuwe werkwijze vraagt om andere vormen van expertise in het CJG (gespreksvoering, omgaan met weerstand etc.), waarbij men denkt dat dit niet voldoende aanwezig is in het CJG. CJG medewerkers moeten vanuit een ander kader vragen leren stellen dan bij hun huidige functie past. Drie respondenten missen een evaluatiemoment, waarin concreet en praktisch met medewerkers besproken wordt waar ze tegenaan lopen in de praktijk. Ook geven zij aan dat er te weinig feedback vanuit de jeugdzorgaanbieders is over wat goed loopt en wat minder goed gaat Rol BJz In de regio Nijmegen geven vrijwel alle partijen uit het voorliggend veld en de jeugdzorgaanbieder aan dat de expertise van BJz in het voorliggend veld vooral wordt benut doordat BJz één van de partners is in het ZAT en omdat BJz zichtbaar en actief is in (intervisie)bijeenkomsten. Vrijwel alle respondenten noemen dat BJz zich door middel van intervisiebijeenkomsten en presentaties op een goede manier richt op het toerusten van het voorliggend veld. In de RNV vinden elf respondenten dat de expertise van BJz nog te weinig benut en overgedragen wordt in het voorliggend veld. Drie respondenten benoemen dat het goed zou zijn als BJz vaker in het CJG aanwezig is voor coaching. Bellen kost vaak veel tijd, omdat het via algemene nummers moet. BJz is er wel toe bereid, maar praktisch gezien zijn ze niet altijd even goed te benaderen. De dubbele rol die BJz heeft is door zes respondenten benoemd als lastig. Drie respondenten weten dat BJz zich per 1 juli 2012 terug moet trekken uit de CJG s en ZATs in de RNV voor deze trajecten ambulante jeugdhulp zonder veiligheidsrisico. Ook de kennisoverdracht moet dan gereed zijn. Er zijn twijfels over de haalbaarheid daarvan. De intentie is om uit te zoeken of ambulante medewerkers door gemeenten in het CJG kunnen worden aangesteld. 2.6 Werkprocessen Consultatiefunctie De afspraken rond consultatie (door een CJG collega die niet van de eigen organisatie is) zijn volgens alle respondenten in de regio Nijmegen duidelijk voor uitvoerende medewerkers. Hoewel twee respondenten aangeven niet in alle gevallen te consulteren (soms is de inzet van ambulante hulp snel duidelijk), benoemen de meeste partijen dat de werkafspraak is aangescherpt sinds de zomer van 2011: consultatie is verplicht gesteld. Vrijwel alle partijen geven aan zich aan deze afspraak te houden en maar beperkt BJz te consulteren. Volgens cijfers van Entréa 4 blijkt echter dat er in 36 van de 61 aanmeldingen (59%) een consultatie heeft plaatsgevonden, waarvan 6 keer (17%) bij BJz. Onduidelijk is of alle aanmeldingen zonder consultatie zijn teruggestuurd naar de aanmelder. 4 Overzicht aanmeldingen, 6 maart

11 Vrijwel alle respondenten menen dat deze route nog duidelijker kan worden gemaakt. Twee partijen geven aan dat consultatie ook regelmatig plaatsvindt door collega s binnen de eigen organisatie. Vijf respondenten in de RNV geven aan dat de consultatiefunctie bij hen niet bekend is. De meeste respondenten zijn op de hoogte dat het niet standaard BJz hoeft te zijn. De consultatiefunctie wordt door de respondenten verschillend ingevuld: Overleg met school (door schoolmaatschappelijk werker) Integrale vroeghulp Jeugdzorgaanbieder Jeugdarts Coördinator van Icare CJG coördinator. Uit interviews in de RNV met BJz en jeugdzorgaanbieders blijkt dat er de laatste maanden met regelmaat casussen zijn aangemeld bij de jeugdzorgaanbieder die te zwaar zijn voor het experiment en teruggestuurd worden naar BJz. Een ambulant werker van BJz geeft aan dat ze de laatste maanden weinig geconsulteerd is en dat daarmee veel informatie van BJz verloren gaat Aanmelding & intake Regio Nijmegen Vrijwel alle respondenten in de regio Nijmegen vinden de werkprocessen en de taakverdeling tussen uitvoerende medewerkers in het voorliggend veld en die van jeugdzorgaanbieders steeds duidelijker worden. Vrijwel alle respondenten vinden dat werkprocessen zijn aangescherpt. Zo is de afspraak dat de aanmelding wordt teruggestuurd als er geen goede consultatie heeft plaatsgevonden. Onduidelijk is of deze afspraak in alle gevallen wordt nageleefd. Alle partijen noemen dat de aanmelder standaard wordt uitgenodigd bij het startgesprek van een gezin in ambulante hulp. Twee respondenten geven aan dat ze wel worden uitgenodigd, maar dat ze niet ingaan op de uitnodiging van Entréa om aanwezig te zijn bij het startgesprek. De termijnen waarop aanmeldingen worden afgehandeld en hulp wordt ingezet zijn ten opzichte van de situatie in 2011 niet veranderd. Eén respondent geeft aan dat er onderzoek naar de termijnen heeft plaatsgevonden. Daaruit is duidelijk geworden dat Entréa deze termijnen daadwerkelijk realiseert. Twee respondenten noemen expliciet dat er goed wordt teruggekoppeld vanuit Entréa over de voortgang en afronding van trajecten. Regio Noord Veluwe Alle respondenten in de RNV geven aan dat de werkprocessen op hoofdlijnen duidelijk zijn en niet zijn veranderd de afgelopen maanden. De meeste respondenten vinden dat de aanmeldingscriteria niet voldoende duidelijk zijn. Vier respondenten die een aanmelding hebben verricht, geven aan dat ze door de ambulante werker van de jeugdzorgaanbieder benaderd zijn om aan te schuiven bij de intake en geïnformeerd zijn over de start van het hulpaanbod. Eén respondent zegt dat medewerkers alleen geïnformeerd worden dat een casus goed is aangemeld. Benoemd is dat het beter zou zijn als de jeugdzorgaanbieder de intake doet in het CJG in plaats van dat de CJG medewerker aanschuift bij een intake. Een ambulant medewerker van Lijn5 doet dit al door de intake bij cliënten thuis te doen. Vier respondenten geven aan dat er een inefficiëntie zit in de intake, doordat de intake die wordt gedaan in het CJG deels wordt herhaald door de jeugdzorgaanbieder. Drie respondenten vinden dat geen probleem zo lang daar onderling overleg over is. Negen respondenten benoemen dat door de weinige trajecten het experiment onvoldoende leeft bij uitvoerende medewerkers en het nog te veel wordt gezien als een extra werkwijze. Er is voor CJG medewerkers onvoldoende mogelijkheid om te oefenen met de nieuwe werkwijze en er is te weinig terugkoppeling. Dat werkt volgens hen niet om mensen gemotiveerd te houden. 11

12 2.6.3 Aanmeldformulier Door zes respondenten in de RNV is benoemd dat ze moeite hebben met het aanmeldformulier. Zij vinden dat het formulier gesplitst moet worden. De vragen gericht op vermoedens van kindermishandeling schrikt ouders af. Dat maakt een aanmelding gevoelsmatig zwaarder. Door het LIRIK van het aanmeldformulier te splitsen kan een medewerker het apart afhandelen. De respondenten vinden dat risicosignalering bij hun vak hoort, maar dat daar niet op voorhand het formulier voor nodig is. In de regio Nijmegen vinden vier partijen dat het aanmeldformulier is verbeterd ten opzichte van de zomer van In de huidige versie is aangegeven welke onderdelen verplicht zijn en welke niet. Ook is de lay-out rustiger gemaakt. Twee respondenten geven aan dat het werken met het aanmeldformulier soms op weerstand stuit in het voorliggend veld. Twee partijen geven aan dat het voor aanmelders niet altijd bekend is dat zij hun eigen registratie mogen invoegen Casusregie Aan de respondenten is gevraagd wie wanneer de casusregie op zich neemt in het experiment. De meeste respondenten in de RNV geven aan dit niet zeker te weten. De helft van de respondenten zegt dat dit bij de uitvoerende medewerkers of de coördinator van het CJG ligt en de andere helft dat dit bij de jeugdzorgaanbieder zou moeten liggen. Twee respondenten geven aan dat de volgende regionale afspraken gelden: als BJz betrokken is ligt de coördinatie bij BJz en in andere gevallen ligt het bij het maatschappelijk werk. Als het maatschappelijk werk niet betrokken is, heeft de jeugdgezondheidszorg de casusregie. In de regio Nijmegen bestaat er ook onduidelijkheid over de casusregie. Twee respondenten geven aan dat de CJG-coördinator regelt wie de casusregie op zich neemt. Twee respondenten denken dat casusregie als vanzelf overgaat naar Entréa bij een aanmelding. Een andere respondent geeft aan dat de CJG-coördinator betrokken blijft als procesbewaker. Weer een partij noemt dat de inzet van casusregie afhangt van wie het meest in een gezin komt. Deze respondent vindt het onduidelijk of er heldere criteria bestaan voor het toewijzen van casusregie. Aangegeven is dat het belangrijk is om in te zien dat de regie feitelijk bij ouders ligt (als uitgangspunt van de sociale netwerkstrategie) Aanmelden bij jeugdzorgaanbieders Regio Nijmegen In de regio Nijmegen zijn sinds de start van het experiment in het voorjaar van 2011 ruim 70 meldingen verzorgd. Men is tevreden over dit aantal; het geeft aan dat het experiment goed verloopt. Uit cijfers van Entréa 5 blijkt dat het leeuwendeel van de meldingen wordt gedaan door het algemeen maatschappelijk werk en het schoolmaatschappelijk werk in het PO (beide NIM) en schoolmaatschappelijk werk in het VO. Verschillende respondenten geven aan het merkwaardig te vinden dat in het vierde kwartaal van 2011 de meldingen in het experiment én de meldingen bij BJz zijn gestegen. Zij weten niet hoe beide stijgingen kunnen worden verklaard. Voor alle respondenten is het onduidelijk in hoeverre ambulante jeugdzorg in de afgelopen periode in de juiste gevallen is ingezet. Ze geven aan dat er behoefte is aan een steekproef die dat duidelijk maakt. Regio Noord Veluwe In de RNV zijn tot nu toe 25 van de 100 afgesproken trajecten ingezet 6. Deze zijn als volgt over de jeugdzorgaanbieders verdeeld: 5 Overzicht aanmeldingen, Peildatum

13 Jeugdzorgaanbieder Aantal gerealiseerde trajecten Gemeenten Pactum 13 Harderwijk, Nunspeet en Ermelo Lijn 5 2 Oldebroek en Elburg JOOZT 8 Putten SGJ 2 Leger des Heils 0 Het aantal trajecten dat vanuit het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) is aangemeld, is op dit moment niet bekend. Een ambulant werker geeft aan dat ze ook casussen binnen krijgt via de GGZ; het is voor haar niet duidelijk welke partijen wel of niet mogen aanmelden via het experiment. Respondenten benoemen verschillende redenen voor het lage aantal trajecten: Aanmelding kost tijd en er is al een hoge werkdruk (3 respondenten). Het experiment zit onvoldoende in het systeem van medewerkers; ik denk vaak wel achteraf, was dat misschien wat voor het experiment geweest (zes respondenten) Er is een drempel om naar een jeugdzorgaanbieder te verwijzen door onbekendheid (drie respondenten). Wachtlijsten bij jeugdzorgaanbieder stimuleren niet om gebruik te maken van het experiment (twee respondenten). Er zijn ondanks het experiment nog veel aanmeldingen bij BJz binnen gekomen en opgepakt (vier respondenten). De hulpvraag komt niet altijd bij personen terecht die deelnemen in het experiment. Jeugdartsen en huisartsen zijn nog niet actief betrokken in het experiment. Daardoor is het aantal trajecten ogenschijnlijk minder dan het is (één respondent) Bureau Jeugdzorg De meerderheid van de respondenten geven aan dat er ondanks de nieuwe werkwijze nog steeds aanmeldingen voor ambulante jeugdhulp worden gedaan bij BJz. Dit betreft aanmeldingen die wat betreft kenmerken (geen veiligheidsrisico of motivatieproblemen bij ouders) in aanmerking komen voor het experiment. Als mogelijke oorzaken noemen zij: De onbekendheid van een aanmelder met het experiment. Het invullen van het aanmeldformulier kost teveel moeite. De traditionele route (indicatiestelling) gaat net zo snel gaat als de nieuwe werkwijze. Binnen BJz is in de RNV een wekelijks intake-overleg opgestart, met de bedoeling om casussen die rechtstreeks binnen komen te beoordelen op geschiktheid voor het experiment en indien nodig te verwijzen naar het CJG. Aangegeven is dat er weinig eenduidige vragen binnen komen, waarvan bij aanmelding al ingeschat kan worden dat het ambulante hulpverlening betreft. Twee respondenten denken dat als een BJz-medewerker in zijn functie als CJG baliemedewerker een casus signaleert voor het experiment, deze niet zelf mag aanmelden in het experiment. Twee respondenten in de regio Nijmegen geven aan dat BJz vanwege het risico op bureaucratie een aanmelding niet terugstuurt naar het voorliggend veld. Zij menen dat BJz principieel geen aanmeldformulier invult, omdat het invullen meer tijd zou kosten dan een indicatie stellen. Drie respondenten geven aan dat er scherp naar de werkwijze wordt gekeken om deze sluiproute uit het experiment te verbannen. Twee respondenten geven aan dat de routes voor aanmeldingen en consultatie duidelijker kunnen worden gemaakt. 13

14 3. Conclusies & aanbevelingen Dit hoofdstuk presenteert per thema de conclusies en aanbevelingen. In beide regio s is op hoofdlijnen weinig veranderd in de experimenten. De maanden tussen de zomer van 2011 en het voorjaar van 2012 zijn vooral gebruikt om de samenwerking en werkafspraken aan te scherpen. Dankzij voortschrijdend inzicht en werkafspraken die steeds duidelijker worden, zit er voortgang in de experimenten. Beide regio s zijn op dit moment bezig met uitbreiding van het experiment; in de regio Nijmegen wordt het experiment uitgerold in andere gemeenten en in de RNV wordt het experiment uitgebreid met de doelgroepen Jeugd LVG en - GGZ. Uit de evaluatie blijkt dat de invoering van de nieuwe werkwijze tijd nodig heeft. Alle betrokkenen (gemeenten, projectmanagement, management en uitvoerende medewerkers) investeren tijd en moeite om de werkwijze ambulante jeugdzorg zonder indicatie vorm te geven. Een opvallend verschil tussen beide regio s is de omvang van het experiment: in de RNV zijn aanzienlijk meer partijen betrokken waardoor de implementatie meer tijd kost dan in de regio Nijmegen. Dit uit zich bijvoorbeeld in het aantal meldingen dat in het experiment is gedaan. 3.1 Visie & Doelstellingen In beide regio s is niets is veranderd in de doelstellingen van het experiment. Wel zijn er kleine verschuivingen te zien, zoals de uitbreiding van doelgroepen en het verleggen van de focus van komen tot nieuw aanbod naar samenwerking. In beide regio s lijken partijen zich meer bewust van de betrokkenheid van de experimenten in het kader van de transitie jeugdzorg. De ervaren voordelen van het experiment zijn nog steeds: korte lijnen tussen samenwerkingspartners, elkaar steeds beter weten te vinden en gezinnen sneller aanmelden voor ambulante hulp. Er is inzicht ontstaan dat het doel om de druk op de zware vormen van jeugdzorg te verminderen niet haalbaar is gezien de complexiteit en het lange termijn karakter van de doelstelling. In beide regio s zijn gemeenten bezig met de visievorming op de zorg voor jeugd, als kader voor de transitie jeugdzorg. Hiermee is opvolging gegeven aan een aanbeveling uit de eerste procesevaluatie. Feitelijk is de transitie jeugdzorg een ontwikkeling die buiten de evaluatie van het experiment moet worden beschouwd. In de interviews is echter door meerdere respondenten wel degelijk de link gelegd tussen transitie jeugdzorg en experiment. Een voorbeeld daarvan is het feit dat de resultaten van het experiment in de regio Nijmegen input vormen voor het regionale visietraject. De tevredenheid over de mate waarin het experiment in de praktijk wordt verbonden met andere projecten en initiatieven in de regio wisselt per regio. Dit duidt op een autonome benadering van het experiment die overeenkomt met de situatie in de zomer van Er blijken verschillende visies te zijn op de borging van resultaten van de experimenten in de praktijk. Aanbevelingen Gemeenten blijven de resultaten van het experiment gebruiken als input voor de vormgeving van de transitie jeugdzorg. Gemeenten en partijen linken het experiment aan andere projecten op het gebied van jeugdbeleid, zoals de decentralisatie van begeleiding en passend onderwijs. De projectleiding zoekt actief aansluiting bij andere provinciale en landelijke experimenten, voor het delen van kennis en expertise. De projectleiding maakt gebruik maken van interne ambassadeurs (zoals de schoolmaatschappelijk werkers in de regio Nijmegen). Zij kunnen vanuit hun ervaring aangeven waar de winst zit van het experiment. 14

15 De provincie waarborgt dat de experiment doorlopen tot de daadwerkelijke overheveling van de jeugdzorg aan gemeenten (2014 en verder). 3.2 Samenwerking In de regio Nijmegen verloopt de samenwerking in het voorliggend veld en tussen voorliggend veld en Entréa steeds beter. Vooral de rol en bijdrage van BJz in de regio Nijmegen ontwikkelt zich positief. In de samenwerking zijn geen nieuwe partijen betrokken. Ten opzichte van de eerste procesevaluatie blijft het instellingsbelang in de samenwerking in beide regio s een groot aandachtspunt voor gemeenten en projectleiding. In beide regio s wordt de betrokkenheid van huisartsen in het experiment gemist, niet zozeer als directe verwijzer maar wel als partij die de mogelijkheden in het voorliggend veld goed zou moeten kennen. Daarnaast zijn in de RNV het onderwijs en de jeugdartsen van de GGD nog niet voldoende betrokken. Er zijn verkennende gesprekken met Jeugd GGZ en Jeugd LVG organisaties in de RNV om deel te nemen in het experiment. In de RNV kan de link tussen de projectgroep en de praktijk nog beter vorm kan krijgen. Het is belangrijk om te blijven sturen op acties en verantwoordelijkheden in de projectgroep. De communicatie richting de werkvloer is door de managers intern opgepakt, maar er zijn nog mogelijkheden om de communicatie te verbeteren, conform de aanbevelingen uit de eerste procesevaluatie. Het aantal betrokken partijen is nog steeds een belangrijk verschil tussen de beide regio s. Omdat het aantal partijen in de RNV aanzienlijk groter is, is het experiment daar moeilijker tot succes te brengen dan in de regio Nijmegen waar het aantal partijen overzichtelijk is. Aanbevelingen De projectleiding en partijen bestendigen de samenwerking door te blijven benoemen en communiceren welke positieve effecten het experiment heeft. De projectleiding waarborgt dat de CJG s inzetten op het informeren van huisartsen over mogelijkheden in het voorliggend veld voor het inzetten van ondersteuning. De provincie faciliteert het (digitaal) delen van kennis tussen gemeenten. De regio s in de provincie die nog gaan starten (of al zijn gestart) kunnen veel leren van de opgedane ervaringen in de RNV en de regio Nijmegen. Regio Nijmegen Binnen de projectgroep worden duidelijke afspraken gemaakt over de inzet (tijd, geld, uren) van Entréa, zodat alle partijen weten waar ze aan toe zijn. Regio Noord Veluwe De projectleiding bepaalt samen met gemeenten de rol en positie van de CJG coördinatoren in het experiment. De projectleiding communiceert duidelijk richting de werkvloer; bijvoorbeeld met behulp van een nieuwsbrief zoals in de regio Nijmegen. De projectleiding presenteert informatie over werkprocessen in een handzaam boekje en verspreidt deze persoonlijk tijdens ZAT of casusoverleggen. Op die manier kan er face-to-face uitleg wordt gegeven over het experiment en kunnen mogelijke vooroordelen of onjuistheden worden weggenomen. De projectleiding verbetert de betrokkenheid van het onderwijs en de jeugdartsen van de GGD in het experiment. 15

16 3.3 Veiligheid & kwaliteit In de regio Nijmegen zijn duidelijke afspraken gemaakt over instrumenten om de veiligheid van kinderen te checken. Er bestaat voldoende helderheid over de inzet van BJz bij een niet-pluis gevoel, onveiligheid voor kinderen en twijfel over motivatie. BJz had een belangrijke rol en expertise in de indicatiefase voor ambulante hulp: signaleren, diagnose stellen, motiveren en veiligheid screenen. In de RNV lijkt deze expertise nog onvoldoende overgedragen aan partijen in het CJG of de jeugdzorgaanbieders. Daarnaast bestaat er in de RNV onduidelijkheid over het gebruik van het LIRIK. In beide regio s wordt op korte termijn gestart met het meten van cliënttevredenheid. De regio s pakken dit op verschillende manieren aan. In de RNV wordt de standaard procedure van de jeugdzorginstellingen gebruikt voor het meten van klanttevredenheid, terwijl in Nijmegen vijf specifieke worden gesteld over directe toeleiding naar ambulante jeugdhulp. Aanbevelingen Projectleiding en partijen gaan daadwerkelijk starten met het analyseren van de cliënttevredenheid en geven opvolging aan verbeterpunten. Hierin betrekken zij expliciet de opzet en functie van het gezamenlijke startgesprek voor ambulante hulp. De projectleiding in de RNV organiseert een klinische les voor uitvoerende medewerkers over het inschatten van veiligheidsrisico s waarbij onder andere gebruik wordt gemaakt van het LIRIK in het aanmeldformulier. 3.4 Aanbod De doelstelling om te komen tot nieuw/vernieuwd aanbod wordt in beide regio s als minder belangrijk gezien dan het intensiveren van de samenwerking. Vernieuwend aanbod (producten, diensten, werkwijzen) kan in beide regio s ontstaan door goede samenwerking. Binnen het experiment leven in de regio Nijmegen ideeën over de rolverdeling tussen het algemeen maatschappelijk werk en Entréa (bijvoorbeeld: maatschappelijk werk als generalist, Entréa als opvoeddeskundige), maar daar zijn nog geen concrete afspraken over gemaakt. Ondanks dat er nog weinig op wordt gestuurd, krijgt het stimuleren van medewerkers om zoveel mogelijk hulpvragen zo snel en licht mogelijk af te handelen steeds meer vorm. Een voorbeeld daarvan is het leggen van de relatie tussen minder instroom in zware vormen van jeugdzorg en sterke preventie in de visie van gemeenten. In beide regio s is het nodig om meer ruimte te creëren voor uitvoerende medewerkers bij inzet van hulp en ondersteuning. De afgelopen maanden zijn verschillende inspanningen geweest om elkaars aanbod beter te leren kennen. In de RNV wordt herkend dat er beleidsmatig een risico bestaat dat overlap in aanbod gaat ontstaan. De meeste uitvoerende medewerkers kiezen eerder voor thuisbegeleiding dan aanmelding in het experiment, omdat die hulp direct wordt ingezet en jeugdzorg door ouders als bedreigend kan worden ervaren. Dit is enerzijds een voorbeeld van vroegtijdig afhandelen in het voorliggend veld, mits het voor de juiste doelgroep en met de juiste motivatie wordt ingezet. Anderzijds kan het worden gezien als een drempel om te verwijzen. De overlap tussen aanbod van maatschappelijk werk en jeugdzorgaanbieders - zoals in de eerste procesevaluatie is benoemd - wordt in de RNV niet meer herkend. Aanbevelingen Vernieuwend aanbod en innovatieve werkwijzen kunnen ontstaan door te denken vanuit de vraag van gezinnen. Gemeenten en partijen leggen de focus op benodigde expertise in plaats van producten en organisaties, op die manier ontstaat inzicht in het aanbod dat ontbreekt. De projectleiding en partijen focussen op de inzet van tweedelijns expertise (inhoudelijke functies) in plaats van tweedelijns aanbod (organisaties). Dit leidt tot ontschotting en minder belang van het onderscheid tussen eerste- en tweedelijn. 16

17 De projectleiding en partijen geven meer vorm aan de ambitie om ondersteuning en hulp vroegtijdig, dichtbij en licht in te zetten. Dit vereist een prikkel en duidelijke communicatie van verwachtingen en mogelijkheden in het voorliggend veld om professionals te stimuleren daadwerkelijk zoveel mogelijk zelf op te pakken. De projectleiding en partijen experimenteren met de inzet van een combinatie van bestaande expertise, zoals intensieve orthopedagogische gezinsbehandeling (IOG/IAG) en thuisbegeleiding als gezamenlijk traject in één gezin. 3.5 Deskundigheid van uitvoerende medewerkers Deskundigheid van uitvoerende medewerkers in het voorliggend veld wordt in de regio Nijmegen verbeterd door de inzet van consultatie, intervisiebijeenkomsten en bespreking van casuïstiek. BJz en Entréa verzorgen samen intervisiebijeenkomsten (bijvoorbeeld over het inschatten van de ernst van de situatie en het screenen op veiligheid). Op die manier wordt het voorliggend veld in de regio Nijmegen goed toegerust. In de RNV is het scholingsplan deels uitgevoerd, omdat de medewerkers de voorkeur hebben voor learning on the job. Er is behoefte aan deskundigheidsbevordering, met name op het gebied van bespreking van casussen en evaluatie van de werkwijze. De aanbeveling uit de eerste evaluatie om trajecten retrospectief te analyseren, is nog niet opgepakt. De expertise van BJz in de RNV wordt nog niet voldoende benut en overgedragen. Het is voor het merendeel van de uitvoerende medewerkers niet duidelijk welke doelgroep passend is voor het experiment. Licht ambulant brengt men onder bij Icare thuisbegeleiding en voor zwaardere hulpvormen wordt BJz ingeschakeld. Het experiment leeft onvoldoende bij uitvoerende medewerkers in de RNV, ten eerste omdat er weinig ervaring is met de inzet van trajecten en ten tweede omdat de werkwijze van het experiment niet wordt gezien als integraal onderdeel van bestaande werkwijzen, maar als een extra iets. Aanbevelingen De projectleiding en partijen in de regio Nijmegen borgen de huidige succesvolle wijze van deskundigheidsbevordering. De projectleiding van de RNV onderzoekt wat zij kan leren van de regio Nijmegen en wat bruikbaar is de voor de RNV. De projectleiding in de RNV werkt het idee van co-coaching (per CJG een vast aanspreekpunt vanuit BJz) uit en zorgt ervoor dat hier in de praktijk gebruik van wordt gemaakt. De projectleiding in de RNV organiseert en faciliteert evaluatiemomenten met CJG coördinatoren en uitvoerende medewerkers. Op deze manier krijgt de projectleiding meer inzicht in wat goed en wat beter kan in de uitvoering. Zij kan hier vervolgens concrete acties voor uitzetten. In de RNV brengt de projectleiding voortdurend de vernieuwde aanmeldcriteria onder de aandacht. Zij maakt hierbij gebruik van voorbeeld casussen, zodat het voor uitvoerende medewerkers in het CJG duidelijker wordt welke casussen geschikt zijn voor het experiment. 3.6 Werkprocessen De werkprocessen zijn in de basis niet veranderd de afgelopen maanden, maar wel aangescherpt. De taakverdeling tussen uitvoerende medewerkers in het voorliggend veld en die van de jeugdzorgaanbieder is in de regio Nijmegen voldoende duidelijk. In de RNV kan de taakverdeling bij de intake scherper, er blijkt nog een aantal dubbelingen in te zitten. In beide regio s wordt intensief samengewerkt tussen het voorliggend veld en de jeugdzorgaanbieders bij de intake van cliënten. Dit blijkt door de inzet van gezamenlijke startgesprekken voor ambulante hulpverlening, een initiatief dat door beide partijen én door gezinnen als prettig wordt ervaren. 17

18 In de regio Nijmegen zijn de afgelopen periode verschillende werkprocessen aangescherpt, bijvoorbeeld als het gaat om consultatie. De gemaakte afspraken over consultatie worden nog onvoldoende nageleefd. Uit onderzoek blijkt dat de termijnen waarop aanmeldingen worden afgehandeld en hulp wordt ingezet daadwerkelijk worden gerealiseerd in de regio Nijmegen. In de RNV zijn de aanmeldingscriteria onvoldoende duidelijk of bekend bij uitvoerende medewerkers. Ook blijkt dat er onduidelijkheden zijn rondom de consultatiefunctie. Het gevaar bestaat dat uitvoerende medewerkers BJz helemaal niet meer consulteren, waardoor te zware casussen worden aangemeld (met alle risico s van dien) of informatie wordt gemist. Er komen aanmeldingen binnen via de Jeugd GGZ, maar het is voor medewerkers niet duidelijk of dit de bedoeling is. Tot nu toe zijn 25 van de 100 trajecten gerealiseerd in de RNV. Uitvoerende medewerkers hebben dus nog weinig geoefend met de nieuwe werkwijze. In de regio Nijmegen zijn aanzienlijk meer aanmeldingen gerealiseerd: 20 tijdens de vorige evaluatie (juli 2011) en ruim 70 begin april In de regio Nijmegen kan geconcludeerd worden dat aanmelders in het voorliggend veld de nieuwe route steeds beter weten te vinden. Het schoolmaatschappelijk werk blijkt nog steeds de grootste aanmelder te zijn. In beide regio s komen - ondanks de nieuwe werkwijze - nog steeds aanmeldingen voor ambulante jeugdhulp binnen bij BJz. Opvallend is dat BJz aanmeldingen voor ambulante hulp die binnenkomen niet afhandelt alsof het aanmeldingen zijn voor het experiment. In de RNV is hier nu aandacht voor bij BJz door een intake-overleg. In beide regio s is het nog onduidelijk in hoeverre ambulante jeugdzorg in de juiste gevallen is ingezet. Ook is er nog onduidelijkheid over criteria voor het toewijzen van casusregie. Aanbevelingen Projectleiding en partijen benoemen het belang van de aanwezigheid van een aanmelder bij het startgesprek in de ambulante jeugdhulp. Dit betekent bijvoorbeeld dat de jeugdzorgaanbieder en de aanmelder het startgesprek in overleg plannen. Projectleiding en partijen bekijken of het aanmeldformulier specifieker en eenvoudiger kan worden gemaakt dan het nu is. In eerste instantie was het experiment gericht op licht ambulante en enkelvoudige problematiek. In beide regio s is dit verbreed naar ambulante hulp zonder veiligheidsrisico s en motivatieproblemen bij ouders. Het verdient aanbeveling om dit expliciet en eenduidig te communiceren met uitvoerende medewerkers. De projectleiding ontwikkelt een plan voor de borging van de nieuwe werkwijze. In de RNV zien uitvoerende medewerkers het nog teveel als een extra werkproces. Projectleiding en partijen in het voorliggend veld brengen gemaakte werkafspraken voortdurend onder de aandacht van aanmelders. Aanmeldingen zonder consultatie worden consequent teruggelegd bij de aanmelder. Projectleiding en partijen waarborgen dat de beschreven sluiproute (alsnog aanmelden bij BJz die vervolgens een indicatie stelt) niet meer kan worden gevolgd, door in te zetten op voorlichting in het voorliggend veld en met BJz afspraken te maken over het afhandelen van aanmeldingen voor ambulante hulp die in aanmerking komen voor het experiment, maar toch bij BJz binnenkomen. 18

19 Bijlage 1 Definities en afkortingen Ambulante hulpverlening AMK BJz CJG MD Veluwe NIM JGZ GGZ LVG RNV SGJ Voorliggend veld ZAT Hulpverlening aan jeugdigen bij opgroei- en opvoedingsproblemen in hun eigen woonomgeving Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Bureau Jeugdzorg Centrum voor Jeugd en Gezin Stichting Maatschappelijke Dienstverlening NIM Maatschappelijk Werk Jeugdgezondheidszorg Geestelijke Gezondheidszorg Licht Verstandelijk Gehandicapten Regio Noord Veluwe Stichting Gereformeerd Jeugdwelzijn CJG, ZAT, wijkteam, JGZ, scholen, kinderdagverblijven etc. Zorgadviesteam 19

20 Bijlage 2 Respondenten Regio Noord-Veluwe Organisatie Naam Functie Regio Noord-Veluwe John Prein en Maria Lauran (Interim) Projectleider pilot Ambulante Jeugdzorg zonder indicatie Gemeente Oldebroek Teun van Noordeloos, Beleidsadviseur gem. Oldebroek, vertegenwoordiger regiogemeenten Provincie Gelderland Sijmen Schoeman Project-programmaleider Jeugd CJG Olderbroek en Elburg Wietse de Boer CJG coördinator CJG Harderwijk René Siderius CJG coördinator Pactum jeugdzorg Ellen Breddels Unitmanager MD Veluwe Daniëlle Rap Manager GGD Gelre Ijssel Henriëtte van Domselaar Jeugdarts GGD Gelre Ijssel Wietske Sikkes JGZ manager MD Veluwe Rico Smit Schoolmaatschappelijk werker College Nassau Veluwe Janna te Brake Voorzitter ZAT Lijn 5 Karin Straatman Ambulant werker BJZ Gelderland Rachel Kok Jeugdhulpverlener MEE Veluwe Ineke ter Horst Consulent Jeugd en gezin Bureau Jeugdzorg Gelderland Theo Dhuyvetter Manager BJz Oost en Noord Veluwe Pactum jeugdzorg Jan Brinkman Lid raad van bestuur JOOZT Erik Smit Clustermanager ambulante zorgvormen SGJ Herman Schreurs Stafmedewerker projecten MD Veluwe Cees Vlaming Directeur bestuurder Icare JGZ Maurice Damen Manager JGZ Leger des Heils Jannie Jonker Manager Casusoverleg CJG Elburg 5 deelnemers Casusoverleg CJG Oldebroek 5 deelnemers 20

21 Regio Nijmegen/Wijchen Organisatie Naam Functie Gemeente Nijmegen Rik Verdellen Beleidsadviseur gemeente Nijmegen Gemeente Wijchen Mirjam Derks Beleidsadviseur gemeente Wijchen CJG Nijmegen Bas Vosbeek CJG-coördinator Nijmegen CJG Nijmegen Trude Ariaans CJG-coördinator Nijmegen-Noord CJG Wijchen Weynand Rommens CJG-coördinator Wijchen GGD Regio Nijmegen Brigitte Vlaminkx Projectleider pilot Jeugdzorg Dichtbij GGD Regio Nijmegen Hannelore Hoogeveen Manager Jeugdgezondheidszorg NIM Annemiek Postma Programmamanager jeugd en gezin NIM Ineke Schoffelmeer Maatschappelijk Werker NIM Rutger van Kordelaar Maatschappelijk Werker Entréa Hans Tangena Afdelingsmanager Entréa Raoul Cremers Ambulant jeugdhulpverlener Entréa Esmée Karstanje Ambulant jeugdhulpverlener Entréa Carla Lintsen Coördinator cliëntenlogistiek Bureau Jeugdzorg Gelderland Rob Boon Regiomanager BJz Provincie Gelderland Mandy Arens Programma-adviseur Jeugd Alliantie VO Nijmegen Nance Baltussen Schoolmaatschappelijk werker 21

22 Bijlage 3 Conceptueel model Figuur 3: conceptueel model procesevaluatie Doel & Visie Dr. Patrick Kenis (2007) stelt dat effectiviteit van samenwerking afhangt van de mate waarin er sprake is van een gemeenschappelijk doel, een eenduidige visie en duidelijke focus. De kwaliteit van de samenwerking tussen partijen in het gemeentelijk voorliggend veld en de jeugdzorgaanbieders bepaalt de mate waarin de gestelde doelen worden behaald. Samenwerking Kenmerken van een effectieve samenwerking zijn volgens dr. Patrick Kenis (2007): gelijkwaardigheid en wederzijdse afhankelijkheid; vertrouwen, respect, bevlieging en energie; optimale facilitering van deelnemers; periodiek evaluatie of men nog goed bezig is. Kwaliteit & veiligheid De vraag staat centraal hoe een verantwoord kwaliteitsniveau en de veiligheid van jeugdigen zijn geborgd in de nieuwe situatie waarin ambulante jeugdzorg zonder indicatie wordt ingezet. BJz moet volgens haar wettelijke taakstelling worden betrokken bij situaties waarin sprake is van een complexe hulpvraag, motivatieproblemen of een onveilige opvoedsituatie. Intersectoraal aanbod aan pedagogische hulpverlening en jeugdzorg Het experiment moet leiden tot een vernieuwend en laagdrempelig intersectoraal aanbod waarin opvoedondersteuning en jeugdzorg snel, dichtbij (lokaal) en zo licht mogelijk wordt ingezet. Vernieuwend en laagdrempelig aanbod is geen doel op zichzelf, maar moet bijdragen aan het verlagen van de druk op zware vormen van jeugdzorg. Deskundigheid uitvoerende medewerkers Het is van belang dat uitvoerende medewerkers in het voorliggend veld en in de ambulante jeugdzorg voldoende bekwaam en deskundig zijn om de nieuwe werkwijze uit te kunnen voeren. Werkprocessen Het aansluiten van het gemeentelijke voorliggend veld op de ambulante jeugdzorg is in feite een logistieke transitie. De schakel van indicatiestelling door BJz wordt uit het primaire proces gehaald. 22

Jeugdzorg dichtbij? Evaluatie pilots ambulante jeugdzorg zonder indicatie. Provincie Gelderland. Provincie Gelderland

Jeugdzorg dichtbij? Evaluatie pilots ambulante jeugdzorg zonder indicatie. Provincie Gelderland. Provincie Gelderland Provincie Gelderland Regio Noord-Veluwe & Regio Nijmegen Jeugdzorg dichtbij? Evaluatie pilots ambulante jeugdzorg zonder indicatie Provincie Gelderland Dock4 & Organisatieadvies in Zorg Lotte Vermeer /

Nadere informatie

Procesevaluatie pilots jeugdzorg dichtbij

Procesevaluatie pilots jeugdzorg dichtbij Provincie Gelderland Regio Noord-Veluwe & Regio Nijmegen Procesevaluatie pilots jeugdzorg dichtbij Ambulante jeugdzorg zonder indicatie van BJz Dock4 & Organisatieadvies in Zorg Lotte Vermeer / Ewoud Jonker

Nadere informatie

Eerder en Dichtbij. Projectplan

Eerder en Dichtbij. Projectplan Eerder en Dichtbij Projectplan Bussum, augustus september 2012 1. Inleiding De pilot Eerder en Dichtbij is een verlening van de eerste pilot Meer preventie minder zorg. Het doel van de pilot was oorspronkelijk

Nadere informatie

Regio Noord-Veluwe Regio Nijmegen Food Valley Apeldoorn

Regio Noord-Veluwe Regio Nijmegen Food Valley Apeldoorn Bijlage 1: Inventarisatie Gelderse experimenten toeleiding ambulante jeugdzorg Regio Noord-Veluwe Regio Nijmegen Food Valley Apeldoorn UITGANGSPUNTEN (bestuurlijk en visie) Regionale bestuurlijke besluitvorming

Nadere informatie

Dossieronderzoek Jeugdzorg Dichtbij

Dossieronderzoek Jeugdzorg Dichtbij Provincie Gelderland Regio Noord-Veluwe & Regio Nijmegen Dossieronderzoek Jeugdzorg Dichtbij Onderzoeksrapport, definitief Dock4& Organisatieadvies in Zorg Lotte Vermeer / Ewoud Jonker 20 december 2012

Nadere informatie

Inhoud Resultaten enquête... 3

Inhoud Resultaten enquête... 3 Evaluatie Project Er Op Af Mei 2018 1 Inhoud Resultaten enquête... 3 Bekendheid van het project... 3 Aanmelden bij het project... 3 Bereikbaarheid Schoolmaatschappelijk werker Verzuim... 4 Tevredenheid...

Nadere informatie

CMWW. Evaluatie Jeugd Preventie Programma Brunssum

CMWW. Evaluatie Jeugd Preventie Programma Brunssum CMWW Evaluatie Jeugd Preventie Programma Brunssum 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding Blz. 3 2. Uitvoering Blz. 3 3. Aanpak Blz. 4 4. Ontwikkelingen van het JPP Blz. 5 5. Conclusies en Aanbevelingen Blz. 6

Nadere informatie

Aanpak: CJG-aanpak. Beschrijving

Aanpak: CJG-aanpak. Beschrijving Aanpak: CJG-aanpak De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: CJG Icare Deze

Nadere informatie

Onderzoekers: Dock4& Organisatieadvies in Zorg; Ewoud Jonker & Lotte Vermeer Status: Versie 2, 3 januari Inleiding 2.

Onderzoekers: Dock4& Organisatieadvies in Zorg; Ewoud Jonker & Lotte Vermeer Status: Versie 2, 3 januari Inleiding 2. REGIO NIJMEGEN, PROVINCIE GELDERLAND Quickscan EXPERIMENT JEUGDZORG DICHTBIJ Onderzoekers: Dock4& Organisatieadvies in Zorg; Ewoud Jonker & Lotte Vermeer Status: Versie 2, 3 januari 2014 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Welke kansen geeft decentralisatie van de Jeugdzorg voor Welzijn? Voorjaarsworkshop Verdiwel 7 april 2011 Inleiding Wiel Janssen

Welke kansen geeft decentralisatie van de Jeugdzorg voor Welzijn? Voorjaarsworkshop Verdiwel 7 april 2011 Inleiding Wiel Janssen www.pwc.com Welke kansen geeft decentralisatie van de Jeugdzorg voor Welzijn? Voorjaarsworkshop Verdiwel Inleiding Wiel Janssen Curriculum Wiel janssen: 35 jaar ervaring aan de voorkant van de Jeugdzorg

Nadere informatie

NOTITIE STAND VAN ZAKEN EXPERIMENTEN AMBULANTE JEUGDHULP ZONDER INDICATIE

NOTITIE STAND VAN ZAKEN EXPERIMENTEN AMBULANTE JEUGDHULP ZONDER INDICATIE NOTITIE STAND VAN ZAKEN EXPERIMENTEN AMBULANTE JEUGDHULP ZONDER INDICATIE Adviseurs: Ewoud Jonker & Lotte Vermeer, Dock4& Organisatieadvies in Zorg Opdrachtgever: Provincie Gelderland Datum: 25 maart 2013

Nadere informatie

Aanpak: GRIP-aanpak. Beschrijving

Aanpak: GRIP-aanpak. Beschrijving Aanpak: GRIP-aanpak De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Bureau Jeugdzorg

Nadere informatie

Bestuurlijke afspraken in het kader van de voorbereiding transitie Jeugdzorg

Bestuurlijke afspraken in het kader van de voorbereiding transitie Jeugdzorg Bestuurlijke afspraken in het kader van de voorbereiding transitie Jeugdzorg Ter voorbereiding op de transitie maken gemeenten, georganiseerd in zes regio s, en Gedeputeerde Staten van provincie Utrecht,

Nadere informatie

Monitor Experimenten Ambulante Jeugdzorg zonder indicatie

Monitor Experimenten Ambulante Jeugdzorg zonder indicatie Monitor Experimenten Ambulante Jeugdzorg zonder indicatie Prestatiemeting Experimenten In 2011 wordt in de regio Noordwest Veluwe en in Nijmegen/Wijchen een pilot gestart met de inzet van vormen van ambulante

Nadere informatie

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: BJZ Flevoland

Nadere informatie

Centrum Jeugd & Gezin Maasland

Centrum Jeugd & Gezin Maasland 1 Centrum Jeugd & Gezin Maasland Presentatie BJZ Centrum Jeugd & Gezin Maasland "Meer dan een gebouw alleen" 5 juni 2012 2 Het Centrum Jeugd & Gezin Maasland voor Kinderen en jongeren (0-23 jaar) Ouders

Nadere informatie

Einddocument Experimenteerruimte Jeugdzorg Provincie Gelderland

Einddocument Experimenteerruimte Jeugdzorg Provincie Gelderland Einddocument Experimenteerruimte Jeugdzorg 2010-2015 Provincie Gelderland Dock4& Organisatieadvies in Zorg Ewoud Jonker & Lotte Vermeer Samenvatting In 2011 zijn de regio s Nijmegen en Noord-Veluwe gestart

Nadere informatie

Jeugdzorg in Gelderland september 2011

Jeugdzorg in Gelderland september 2011 Jeugdzorg in Gelderland september 2011 Voor u ligt het derde infoblad 2011. In dit infoblad zijn de actuele cijfers over de ontwikkelingen en prestaties in de Gelderse jeugdzorg kort weergegeven. Tevens

Nadere informatie

Roadmap uitrol CJG Meppel Kostenindicatie jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Funding via: Prio

Roadmap uitrol CJG Meppel Kostenindicatie jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Funding via: Prio Roadmap uitrol CJG Meppel 2013 Activiteit 2013 Kostenindicatie jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Funding via: Prio Eindverantwoordelijke 1. Realisatie sluitend aanbod jeugd-en opvoedinformatie

Nadere informatie

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Evaluatie sociaal gebiedsteam juli 2015

Evaluatie sociaal gebiedsteam juli 2015 Evaluatie sociaal gebiedsteam juli 2015 Bestemd voor: Gevraagd besluit: Onderwerp: wethouder Jeugd Hans van der Velde Commissie Zorg, Welzijn en Onderwijs kennisnemen van de stand van zaken en ontwikkelingen

Nadere informatie

Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld

Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld Zorgroutes interne en externe zorgstructuur in basisscholen 23 juni 2014 1 Inhoud INLEIDING... 3 MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD... 3 CRITERIA

Nadere informatie

Evaluatie Zorg Advies Teams 0-12 jarigen Maassluis

Evaluatie Zorg Advies Teams 0-12 jarigen Maassluis Evaluatie Zorg Advies Teams 0-12 jarigen Maassluis 1/5 Inleiding Aanleiding voor het schrijven van deze evaluatie over de Zorg Advies Teams (ZAT) is de komst van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) in

Nadere informatie

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams Vangnet 0-99 Onafhankelijke regie Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Sociaal medische contractering Jeugd Organisatie wijkteams Lokaal beeld van de transities Wilt u wijkgericht

Nadere informatie

Plaats Kinderdagverblijf Peuterspeelzaal School

Plaats Kinderdagverblijf Peuterspeelzaal School De gemeente Halderberge heeft tot taak het maken van proces- en resultaatafspraken bij Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). Om deze afspraken te kunnen monitoren heeft de gemeente aan de GGD gevraagd

Nadere informatie

CJG4kracht: De krachten gebundeld! Centrum voor Jeugd en Gezin Apeldoorn

CJG4kracht: De krachten gebundeld! Centrum voor Jeugd en Gezin Apeldoorn CJG4kracht: De krachten gebundeld! Centrum voor Jeugd en Gezin Apeldoorn 1 Programma 1. Opening wethouder Paul Blokhuis 2. Transitie en transformatie, Monique te Wierik 3. CJG4kracht, Saskia Blom 4. De

Nadere informatie

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Aanpak: Reset Thuisbegeleiding. Beschrijving

Aanpak: Reset Thuisbegeleiding. Beschrijving Aanpak: Reset Thuisbegeleiding De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Careyn

Nadere informatie

Het organiseren van een Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK)

Het organiseren van een Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK) Vragenlijst Inhoud: 1. In hoeverre is er een gedeelde visie in de regio over wat er op lokaal, regionaal en bovenregionaal niveau dient te worden ingekocht en georganiseerd? Er vindt al goede samenwerking

Nadere informatie

Een verkenning van de toeleiding van vluchtelingen naar de reguliere zorg Praktijkervaringen uit 5 gemeenten

Een verkenning van de toeleiding van vluchtelingen naar de reguliere zorg Praktijkervaringen uit 5 gemeenten Een verkenning van de toeleiding van vluchtelingen naar de reguliere zorg Praktijkervaringen uit 5 gemeenten Maud Eimers en Erick Vloeberghs 2 Een verkenning van de toeleiding van vluchtelingen naar de

Nadere informatie

Totaal in begeleiding 2015

Totaal in begeleiding 2015 IVH Jaarverslag Flevoland Almere Met de nieuw gestarte corporatie JGZ is er gesproken over de borging van Integrale Vroeghulp (IVH) binnen de gemeente Almere. Gezien de samenvoeging van de Zorgroep en

Nadere informatie

Totaal in begeleiding 2015

Totaal in begeleiding 2015 IVH Jaarverslag Flevoland Zeewolde Al in is IVH als methodiek geborgd in het Ondersteuningshuis. In is dit geëvalueerd met alle betrokkenen inclusief een medewerker van de gemeente. De samenwerking binnen

Nadere informatie

Aanmeldformulier vrij toegankelijke jeugdzorg

Aanmeldformulier vrij toegankelijke jeugdzorg Toelichting Sinds januari 2011 bieden BJ Brabant en Combinatie Jeugdzorg vrij toegankelijke zorg. Dit betekent dat voor deze zorg geen indicatie van Bureau Jeugdzorg nodig is. De cliënt wordt aangemeld

Nadere informatie

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Enquêteresultaten Lokaal Steunpunt Huiselijk Geweld (LSHG) met betrokkenheid regionale SVO s

Enquêteresultaten Lokaal Steunpunt Huiselijk Geweld (LSHG) met betrokkenheid regionale SVO s Enquêteresultaten Lokaal Steunpunt Huiselijk Geweld (LSHG) met betrokkenheid regionale SVO s De betrokkenen/ervaringsdeskundigen van het Lokaal Steunpunt Huiselijk Geweld zijn, net als vorig jaar, benaderd

Nadere informatie

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving Aanpak: Bijzondere Zorg Team Namens de gemeente Deventer hebben drie netwerkpartners de vragenlijst gezamenlijk ingevuld. Dit zijn Dimence GGZ, Tactus verslavingszorg, en Iriszorg maatschappelijke opvang.

Nadere informatie

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Dienst Gezondheid

Nadere informatie

Sportief. Hoogeveen. Sport JIJ ook? Wij zeggen: Het beste sportinitiatief van Nederland 2014-2015!

Sportief. Hoogeveen. Sport JIJ ook? Wij zeggen: Het beste sportinitiatief van Nederland 2014-2015! Sportief Hoogeveen Sport JIJ ook? Wij zeggen: Het beste sportinitiatief van Nederland 2014-2015! 1 De Hoogeveense sportfunctionarissen hebben in 2013 het project Sport JIJ ook? opgezet. Sport JIJ ook?

Nadere informatie

Uitwerking workshops 'Avond voor de Jeugdhulp ' 30 augustus in de Kunstmin.

Uitwerking workshops 'Avond voor de Jeugdhulp ' 30 augustus in de Kunstmin. Bijlage 6: Uitwerking workshops 'Avond voor de Jeugdhulp ' 30 augustus in de Kunstmin. Op 30 augustus gingen ouders, kinderen, raadsleden en wethouders, professionals en ambtenaren met elkaar in gesprek

Nadere informatie

Lezing Evaluatie Wijkteams en Jeugdhulp Ervaringen met vormen en aansturing van wijkteams

Lezing Evaluatie Wijkteams en Jeugdhulp Ervaringen met vormen en aansturing van wijkteams Lezing Evaluatie Wijkteams en Jeugdhulp 2017 Ervaringen met vormen en aansturing van wijkteams Annelies Kooiman Thijs van den Enden a.kooiman@movisie.nl t.vandenenden@movisie.nl Indeling Landelijke peiling

Nadere informatie

Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond. 22 januari /02/2013 1

Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond. 22 januari /02/2013 1 Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond 22 januari 2013 14/02/2013 1 Headlines/voorlopige conclusies Deel I: Tussenevaluatie Buurtteams Jeugd en Gezin Pilot Ondiep/Overvecht 14/02/2013 2 Facts en figures

Nadere informatie

Bestuurlijke afspraken in het kader van de voorbereiding transitie Jeugdzorg

Bestuurlijke afspraken in het kader van de voorbereiding transitie Jeugdzorg Bestuurlijke afspraken in het kader van de voorbereiding transitie Jeugdzorg Ter voorbereiding op de transitie maken gemeenten, georganiseerd in zes regio s, en Gedeputeerde Staten van provincie Utrecht,

Nadere informatie

Gezin aan Zet. Een onderzoek naar de Jeugd- (en Gezins)teams in Holland Rijnland en Den Haag. Janna Eilander Jeugd in Onderzoek 2018

Gezin aan Zet. Een onderzoek naar de Jeugd- (en Gezins)teams in Holland Rijnland en Den Haag. Janna Eilander Jeugd in Onderzoek 2018 Gezin aan Zet Een onderzoek naar de Jeugd- (en Gezins)teams in Holland Rijnland en Den Haag. Janna Eilander Jeugd in Onderzoek 2018 Vandaag Het project Gezin aan Zet Overzicht eerste bevindingen Interactief:

Nadere informatie

Aanmeldformulier Experiment Jeugdzorg Dichtbij Versie 9 januari 2014

Aanmeldformulier Experiment Jeugdzorg Dichtbij Versie 9 januari 2014 Aanmeldformulier Experiment Jeugdzorg Dichtbij Versie 9 januari 2014 november 2013 Dit aanmeldformulier is onderdeel van de toeleidingsroutes naar ambulante jeugdzorg van Entréa. Het is de bedoeling dat

Nadere informatie

Verzamelen gegevens: december 2013

Verzamelen gegevens: december 2013 Verzamelen gegevens: december 2013 Interpretatie gegevens: april/mei 2014 Organisatiebeschrijving Inzowijs richt zich op de begeleiding van kinderen en jongeren in de leeftijd van 2 t/m 23 jaar. De problematiek

Nadere informatie

Ervaringen met Netwerk tegen Armoede

Ervaringen met Netwerk tegen Armoede Ervaringen met Netwerk tegen Armoede Afdeling Onderzoek & Statistiek Oktober 2018 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 1. Inleiding... 4 2. Betrokkenheid... 5 3. Functie van het netwerk... 7 4. Activiteiten

Nadere informatie

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Dordrecht

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Dordrecht Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Dordrecht Aanpak: Sociale- en Jeugdteams en Reset (2013: Gezinscoaching en Reset Thuisbegeleiding) Juni 2015 Samenwerkend Toezicht Jeugd (STJ) verstaat onder

Nadere informatie

Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie. Beschrijving

Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie. Beschrijving Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Bergen op Zoom

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Bergen op Zoom Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Bergen op Zoom Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie Juni 2015 Samenwerkend Toezicht Jeugd (STJ) verstaat onder een gezin met geringe sociale redzaamheid een

Nadere informatie

STICHTING BASISVOORZIENING PEUTERSPEELZAALWERK ERMELO

STICHTING BASISVOORZIENING PEUTERSPEELZAALWERK ERMELO STICHTING BASISVOORZIENING PEUTERSPEELZAALWERK ERMELO INTERNE WERKWIJZE SBPE MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING juli 2014 Inhoud MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING... 3 1. ALGEMEEN...

Nadere informatie

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Inspectie Jeugdzorg Utrecht, april 2013 Samenvatting Eind december 2012 heeft de Inspectie Jeugdzorg via een digitale vragenlijst een inventariserend onderzoek

Nadere informatie

Toegang Sociaal Domein & Sociaal wijkteam Velsen

Toegang Sociaal Domein & Sociaal wijkteam Velsen Toegang Sociaal Domein & Sociaal wijkteam Velsen Toegang (Harry Verheul, senior beleidsadviseur Werk, Inkomen en Zorg) Sociaal wijkteams (Inger Poorta, projectleider) Toegang sociaal domein in de gemeente

Nadere informatie

de jeugd is onze toekomst

de jeugd is onze toekomst de jeugd is onze toekomst vereniging van groninger gemeenten Bestuursakkoord Jeugd 2008-2012 In veel Groninger gemeenten zijn er kinderen met problemen. En daarvan krijgen er te veel op dit moment niet

Nadere informatie

Aanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving

Aanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving Aanpak: WIJ Eindhoven De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Lumens Groep

Nadere informatie

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE drs. Frank Kriek drs. Luuk Mallee drs. Katrien de Vaan dr. Miranda Witvliet Amsterdam, januari 2016 Regioplan Jollemanhof 18 1019 GW Amsterdam Tel.:

Nadere informatie

Traject Tilburg. Aanvragers: Gemeente Tilburg. Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net

Traject Tilburg. Aanvragers: Gemeente Tilburg. Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net Traject Tilburg Aanvragers: Gemeente Tilburg Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net Opgave: Beantwoorde ondersteuningsvraag In Tilburg is het traject Welzijn Nieuwe Stijl onderdeel van een groter programma

Nadere informatie

Evaluatie convenanten met gemeenten inzake aansluiting jeugdzorg en jeugdbeleid

Evaluatie convenanten met gemeenten inzake aansluiting jeugdzorg en jeugdbeleid Provincie Noord-Brabant Evaluatie convenanten met gemeenten inzake aansluiting jeugdzorg en jeugdbeleid 1. Inleiding Het Beleidskader Jeugd 2005-2008 biedt de kaders voor het afsluiten van regionale convenanten

Nadere informatie

Handreiking. Randvoorwaarden voor de veiligheid van jeugdigen in de toegang tot jeugdhulp

Handreiking. Randvoorwaarden voor de veiligheid van jeugdigen in de toegang tot jeugdhulp Handreiking Randvoorwaarden voor de veiligheid van jeugdigen in de toegang tot jeugdhulp Woord vooraf Voor u ligt de handreiking randvoorwaarden voor de veiligheid van jeugdigen in de toegang tot jeugdhulp,

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen.

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen. tekst raadsvoorstel Inleiding Vanaf januari 2015 (met de invoering van de nieuwe jeugdwet) worden de gemeenten verantwoordelijk voor alle ondersteuning, hulp en zorg aan kinderen, jongeren en opvoeders.

Nadere informatie

Derde voortgangsrapportage Programma Veilig Thuis de basis op orde

Derde voortgangsrapportage Programma Veilig Thuis de basis op orde Derde voortgangsrapportage Programma Veilig Thuis de basis op orde 9 januari 2017 Inleiding In dit document wordt gerapporteerd over de bevindingen en resultaten van het Programma Veilig Thuis de basis

Nadere informatie

Transformatieagenda jeugdhulp in Zuid-Limburg Bouwstenen voor een gezamenlijke werkwijze voor jeugdhulp

Transformatieagenda jeugdhulp in Zuid-Limburg Bouwstenen voor een gezamenlijke werkwijze voor jeugdhulp BIJLAGE 5A Transformatieagenda jeugdhulp in Zuid-Limburg Bouwstenen voor een gezamenlijke werkwijze voor jeugdhulp Datum: 26 oktober 2016 Achtergrond In de afgelopen twee jaar lag de focus in de jeugdhulpverlening

Nadere informatie

Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda

Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda Workshop verzorgd door: Rob Gilsing (SCP) Hans Migchielsen (Jeugd en Onderwijs) Opzet: inhoudelijke karakterisering lokaal educatieve agenda: Landelijk (relatie

Nadere informatie

CliC t.a.v. Dhr. Grommen, Mercator 1. Sittard. Geachte heer Grommen,

CliC t.a.v. Dhr. Grommen, Mercator 1. Sittard. Geachte heer Grommen, CliC t.a.v. Dhr. Grommen, Mercator 1. Sittard. Geachte heer Grommen, Naar aanleiding van uw mail d.d. 15 december wil ik graag vanuit de gemeente Beesel reageren op uw vragen. Wij hebben elkaar donderdag

Nadere informatie

Prestatieafspraken CJG gemeente Veenendaal 2018

Prestatieafspraken CJG gemeente Veenendaal 2018 Prestatieafspraken CJG gemeente Veenendaal 2018 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Ontwikkeling van het CJG... 4 2.1 Afgelopen jaren... 4 2.2 Signaal: sterke toename ambulante jeugdhulpverlening door CJG... 4

Nadere informatie

Jaarverslag 2014. CJG Groesbeek en CJG Millingen aan de Rijn

Jaarverslag 2014. CJG Groesbeek en CJG Millingen aan de Rijn Jaarverslag 2014 CJG Groesbeek en CJG Millingen aan de Rijn Het CJG is iedereen in Groesbeek en Millingen aan de Rijn die te maken heeft met jeugd en gezinnen. Of je nu ouder, professional, mede-opvoeder

Nadere informatie

Werken in een winkel die verbouwd wordt

Werken in een winkel die verbouwd wordt Werken in een winkel die verbouwd wordt Samenvatting resultaten inventarisatie basisondersteuning jeugd Lucienne van Eijk, Eddy De Tiège, Pauke Mutsaers, Els Evenboer, Hans Grietens, Menno Reijneveld.

Nadere informatie

Centrum voor Jeugd en Gezin. Bouwstenen voor de groei

Centrum voor Jeugd en Gezin. Bouwstenen voor de groei Centrum voor Jeugd en Gezin Bouwstenen voor de groei Moduleaanbod Stade Advies Centrum voor Jeugd en Gezin; Bouwstenen voor de groei Hoe organiseert u het CJG? Plan en Ontwikkelmodulen: Module Verkenning

Nadere informatie

Lessons learned: pilot Dapper App

Lessons learned: pilot Dapper App Naam Afzender De ontwikkeling van een app ter ondersteuning van zelfmanagement van het kind met overgewicht en obesitas en zijn gezin Auteur: Inhoud 1 Inleiding 3 2 Wat is Dapper? 4 2.1 Waarom een app

Nadere informatie

Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp

Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp Vragenlijst voor professionals in de uitvoering Versie 5, augustus 2017 Samenwerkingsverbanden passend onderwijs en gemeenten in uw regio willen weten hoe de samenwerking

Nadere informatie

Nieuwsbrief Decentralisatie Jeugdzorg

Nieuwsbrief Decentralisatie Jeugdzorg Nieuwsbrief Decentralisatie Jeugdzorg Juli 2012 Het college van Reimerswaal vindt het belangrijk om de gemeenteraad mee te nemen in de transitie van de jeugdzorg. Het geven van goede informatie hoort hier

Nadere informatie

Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010

Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010 Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010 1. Aanleiding De BMWE-gemeenten willen zoveel mogelijk gezamenlijk het Centrum Jeugd en Gezin realiseren. Dit plan van aanpak is hierop

Nadere informatie

De keuze van Amersfoort: integraal opererende wijkteams. Interview met Monique Peltenburg, tot voor kort programmadirecteur Sociaal Domein

De keuze van Amersfoort: integraal opererende wijkteams. Interview met Monique Peltenburg, tot voor kort programmadirecteur Sociaal Domein De keuze van Amersfoort: integraal opererende wijkteams Interview met Monique Peltenburg, tot voor kort programmadirecteur Sociaal Domein 2015 Nederlands Jeugdinstituut Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

Procesevaluatie Experiment Zorg voor jeugd dichtbij

Procesevaluatie Experiment Zorg voor jeugd dichtbij Regio Achterhoek Provincie Gelderland Procesevaluatie Experiment Zorg voor jeugd dichtbij Ambulante jeugdhulp zonder indicatie van BJz Dock4& Organisatieadvies in Zorg Ewoud Jonker / Lotte Vermeer 14 januari

Nadere informatie

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving Aanpak: Bemoeizorg De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: GGD West-Brabant

Nadere informatie

KomPas Samen sterker op basisscholen

KomPas Samen sterker op basisscholen KomPas Samen sterker op basisscholen Informatie voor scholen en ouder(s)/verzorger(s) Samen sterker op basisscholen voor kinderen met gedragsproblemen door integrale samenwerking tussen onderwijs, toegangsteams

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de raad,

Aan de gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de raad, Directie Inwoners Ingekomen stuk D11 (PA 18 juni 2008) Beleid & Realisatie Beleidsontwikkeling Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 90 00 Telefax (024)

Nadere informatie

Presentatie. Kortdurende Pedagogische Hulpverlening in het Centrum voor Jeugd en Gezin te Apeldoorn. CJG structuur Interventie

Presentatie. Kortdurende Pedagogische Hulpverlening in het Centrum voor Jeugd en Gezin te Apeldoorn. CJG structuur Interventie Kortdurende Pedagogische Hulpverlening in het Centrum voor Jeugd en Gezin te Apeldoorn Drs.S. Blom Schakel Orthopedagoog Generalist (NVO) Coördinator Opvoedsteunpunt CJG structuur Interventie Presentatie

Nadere informatie

Procesevaluatie Experiment Jeugdzorg Dichtbij

Procesevaluatie Experiment Jeugdzorg Dichtbij Regio Rivierenland Provincie Gelderland Procesevaluatie Experiment Jeugdzorg Dichtbij Ambulante jeugdhulp zonder indicatie van BJz Dock4& Organisatieadvies in Zorg Lotte Vermeer & Nina Cohen Versie: Definitief,

Nadere informatie

Richtlijn Angst (2016)

Richtlijn Angst (2016) Richtlijn Angst (2016) Onderbouwing Uitgangsvragen Hoe kunnen rollen en taken optimaal worden verdeeld tussen betrokken zorgverleners bij jeugdigen (0-18 jaar) met angst, ter voorkoming van dubbelingen,

Nadere informatie

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015 Factsheet Jeugdarts en de Jeugdwet 2015 Gemeenten worden vanaf 2015 verantwoordelijk voor alle jeugdhulp: ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en opvoedproblemen, en geestelijke

Nadere informatie

Aanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving

Aanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving Aanpak: Praktische gezinsondersteuning De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door:

Nadere informatie

Monitor Aansluiting Onderwijs Jeugdhulp Vragenlijst op beleidsniveau

Monitor Aansluiting Onderwijs Jeugdhulp Vragenlijst op beleidsniveau Monitor Aansluiting Onderwijs Jeugdhulp Vragenlijst op beleidsniveau pagina 1 van 14 Pagina 1 Samenwerkingsverbanden passend onderwijs en gemeenten in uw regio willen weten hoe de samenwerking tussen het

Nadere informatie

Samenwerkingsafspraken crisisinterventie Jeugd in de Gelderse jeugdhulpregio s

Samenwerkingsafspraken crisisinterventie Jeugd in de Gelderse jeugdhulpregio s CONVENANT DEEL 1 ALGEMEEN 1. Aanleiding Door de decentralisatie van de jeugdzorg in 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk geworden voor de crisishulp aan jeugdigen en hun ouders. Voor het maken van een

Nadere informatie

Aanpak: Interventieteam Gezinnen. Beschrijving

Aanpak: Interventieteam Gezinnen. Beschrijving Aanpak: Interventieteam Gezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Fier

Nadere informatie

Samenwerking Bureau jeugdzorg Stadsregio Rotterdam en de William Schrikker Groep na 2015

Samenwerking Bureau jeugdzorg Stadsregio Rotterdam en de William Schrikker Groep na 2015 Samenwerking Bureau jeugdzorg Stadsregio Rotterdam en de William Schrikker Groep na 2015 Versie 14/11/2013 Inleiding De verantwoordelijkheid voor een positief opvoed- en opgroeiklimaat, preventie, vroegsignalering

Nadere informatie

Stappenplan Casuscoördinatie en Casusautoriteit

Stappenplan Casuscoördinatie en Casusautoriteit Stappenplan Casuscoördinatie en Casusautoriteit Inleiding Kinderen en jongeren in Lelystad laten opgroeien tot burgers die volwaardig meedoen! Dat is de ambitie van alle ouders/opvoeders en de partners

Nadere informatie

Uitkomsten toezichtonderzoek Spijkenisse

Uitkomsten toezichtonderzoek Spijkenisse Uitkomsten toezichtonderzoek Spijkenisse Toezichtonderzoek op beleidsniveau naar de verantwoorde zorg en ondersteuning van gezinnen met geringe sociale redzaamheid September 2013 Samenwerkend Toezicht

Nadere informatie

Factsheet jeugdhulp, algemene informatie over de (toegang tot) jeugdhulp voor asielzoekerskinderen en amv

Factsheet jeugdhulp, algemene informatie over de (toegang tot) jeugdhulp voor asielzoekerskinderen en amv Factsheet jeugdhulp, algemene informatie over de (toegang tot) jeugdhulp voor asielzoekerskinderen en amv Versie 2019 Doel van deze factsheet Deze factsheet dient als handleiding voor de samenwerking tussen

Nadere informatie

Een kinderbeschermingsmaatregel?

Een kinderbeschermingsmaatregel? Een kinderbeschermingsmaatregel? Stand van zaken naar aanleiding van het vervolgonderzoek naar de kwaliteit van de Bureaus Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming bij de besluiten over een kinderbeschermingsmaatregel

Nadere informatie

Transitie jeugdzorg. Ab Czech. programmamanager gemeente Eindhoven. januari 2013

Transitie jeugdzorg. Ab Czech. programmamanager gemeente Eindhoven. januari 2013 Transitie jeugdzorg Ab Czech programmamanager gemeente Eindhoven januari 2013 1. Samenhangende maatregelen Decentralisatie jeugdzorg Decentralisatie participatie Decentralisatie AWBZ begeleiding Passend

Nadere informatie

Partner-tevredenheidsmeting. Jongerenwerk. Tandem Welzijn 2016

Partner-tevredenheidsmeting. Jongerenwerk. Tandem Welzijn 2016 Partner-tevredenheidsmeting Jongerenwerk Tandem Welzijn 2016 Maart 2016 Jan Ottink Joël Rijnaard Pierre Puts Inhoud 1 Aanleiding.. 1 2 De opdracht en werkwijze 3 2.1 Opdracht en resultaten. 3 2.2 De onderzoeksmethode

Nadere informatie

Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen

Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen Informatiebijeenkomst Transitie jeugdzorg, SRA 19 juni 2011 Startfoto en kennisdeling. Het Planetarium Amsterdam Caroline Mobach Presentatie

Nadere informatie

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis Informatie voor professionals die werken volgens de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 1. In welke stap van de meldcode neem ik contact op met Veilig

Nadere informatie

drs. Ap Reinders, John Nederstigt, dr. Tom Horn, dr. Derk Reneman 1 december 2015 Annette Keates ( )

drs. Ap Reinders, John Nederstigt, dr. Tom Horn, dr. Derk Reneman 1 december 2015 Annette Keates ( ) gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W drs. Ap Reinders, John Nederstigt, dr. Tom Horn, dr. Derk Reneman 1 december 2015 Annette Keates (0650814004) 2015.005622Z- Inleiding Op 1 januari 2015 is, vanwege

Nadere informatie

Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim Hoddenbagh wim.hoddenbagh@vng.nl

Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim Hoddenbagh wim.hoddenbagh@vng.nl Datum 27 oktober 2010 Onderwerp Feiten en cijfers transitie jeugdzorg Telefoonnummer 070-3738602 Feiten en cijfers transitie jeugdzorg Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim

Nadere informatie

Bijlage Rapportage monitor en resultaten eerste meting juni 2014 pilot Huishoudelijke Verzorging

Bijlage Rapportage monitor en resultaten eerste meting juni 2014 pilot Huishoudelijke Verzorging Bijlage Rapportage monitor en resultaten eerste meting juni 2014 pilot Huishoudelijke Verzorging Opzet van de monitor Huishoudelijke Verzorging De nieuwe manier van werken heeft 3 hoofdrolspelers namelijk

Nadere informatie

Oplegnotitie verlenging beleidsplan Jeugdhulp

Oplegnotitie verlenging beleidsplan Jeugdhulp Oplegnotitie verlenging beleidsplan Jeugdhulp 2017-2019 Midden-Limburg West: Leudal, Nederweert, Weert Midden-Limburg Oost: Echt-Susteren, Maasgouw, Roerdalen, Roermond 1. Verlenging van beleid De gemeenten

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Organiseren van samenwerking in het jeugddomein

Organiseren van samenwerking in het jeugddomein Organiseren van samenwerking in het jeugddomein De overkoepelende resultaten van vier afstudeeronderzoeken Publiek Management In opdracht van Integraal Toezicht Jeugdzaken (ITJ) hebben vier studenten Bestuurs-

Nadere informatie