05. Ruud Vosbeek, rozenkweker uit Lottum... Het is van het grootste belang om feeling met de markt te houden...

Transcriptie

1 NUMMER 05 OKT Een uitgave van AB Limburg, bestemd voor de leden van de Coöperatieve Agrarische Bedrijfsverzorging Limburg. AB Limburg Coöperatie 05. IN DEZE UITGAVE ONDER ANDERE: Ruud Vosbeek, rozenkweker uit Lottum; AB Limburg verzorgt gastcollege tijdens zomercursus varkenshouden; Gesprek met 3 vestigingsmanagers AB Limburg; Grensoverschrijdend varkenshouden, Wim Teuwen uit Stramproy;... Ruud Vosbeek, rozenkweker uit Lottum... Spirit of emotion, noemt Ruud Vosbeek de oude kracht van de roos. Rozen zijn er altijd, zowel in goede als in slechte momenten. Een roos hoort immers bij het leven, en dat al eeuwen lang, zegt Ruud Vosbeek, boomkweker uit het Noord-Limburgse Lottum. De roos valt in feite onder de paraplu van de boomkwekerij, vandaar de bedrijfsnaam Boomkwekerij Ruud Vosbeek, vertelt hij. Je ziet bezoekers vaak verwonderd over onze velden kijken en vragen zich af waar de bomen staan? Zijn het enkel rozen die jullie kweken? Nee, 85% van de totale productie zijn rozen; in 200 verschillende soorten. De rest van de productie bestaat uit clematis, Hebe en overige klimplanten, vertelt de rozenkweker en ondernemer in hart en nieren. Een gedreven entrepreneur die met passie praat over zijn letterlijk geurende en kleurrijke rozen. Het is een 3 e generatie familiebedrijf. Al is het bedrijf enigszins veranderd in de loop der jaren. Het was vroeger een heel breed bedrijf dat bijna alles verbouwde waar maar handel in zat. Geëvolueerd van prei en granen tot statige rozen. Het is van het grootste belang om feeling met de markt te houden... Wanneer ben jij in het bedrijf gekomen? Na mijn studie (MAS) begin jaren negentig kwam ik uit militaire dienst en ben toen in de Maatschap gegaan met mijn ouders. In 2000 hebben mijn ouders het bedrijf aan ons overgedragen. Toen zijn we ook op deze locatie gestart. We hebben in overleg met gemeente en provincie destijds besloten om op de huidige locatie, in vestigingsgebied De Hanenberg, te starten. Op de oude locatie hadden we in 1993 en 1995 veel last van hoog water, waardoor we daar niet meer konden uitbreiden met teelten die de toekomst voor ons bedrijf moesten vormen. lees verder op pagina 4 >> 1

2 WerkenInBalans V O O R W O O R D De rode draad van alle artikelen in deze Werk in Woord is eigenlijk de toekomst. De drie vestigingsmanagers van AB vertellen wat AB in hun ogen succesvol maakt en hoe zij tegen de toekomst aankijken. Verder een interview met boomkweker Ruud Vosbeek, ondernemer die vele mogelijkheden voor de regio ziet. Last, maar zeker not least vertellen we over het filmpjesproject van AB samen met Citaverde College in Horst. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat er ook in de toekomst goede vakkrachten voor de sector zijn. Dat begint met een beter imago. Meer daarover in deze Werk in Woord. Christianne Kraan Avonden over Werk in Balans voor personeel U I T N O D I G I N G Eind september heeft AB Limburg een aantal informatieve bijeenkomsten georganiseerd voor het eigen personeel. Werk in Balans was de titel van deze avond die AB Limburg in samenwerking met preventiedienst Stigas/ Sazas heeft georganiseerd. Om iedereen in de gelegenheid te stellen aanwezig te zijn, werden drie avonden verspreid over de regio gehouden. Tijdens de bijeenkomst werd uitgebreid stilgestaan wat men zelf kan doen om gezond te zijn en te blijven. Een goede fysieke gezondheid, maar ook een goede sociale omgeving en zorgen voor een goede balans tussen werk en ontspanning dragen ertoe bij dat medewerkers langer fit aan het arbeidsproces kunnen deelnemen. Naast factoren die bijdragen aan een goede werkbalans, werd ook nader ingegaan op Q-koorst en teken en de ziekte van Lyme. Een interessante avond, vonden de aanwezigen. Na afloop was er gelegenheid om even bij te praten met de collega s en de mensen van AB. l l C O L U M N Betere tijden... Deze nieuwe Werk in Woord luidt betere tijden in. Na de eerste drie hectische kwartalen van 2010, willen we de laatste graag aanbreken met goed nieuws en goed advies. Eerst het goede nieuws: we zien een voorzichtig economisch herstel in zowel de uitzendbranche als de agrarische sector. Deelsectoren die het vorig jaar heel moeilijk hadden, zoals de tuinbouw en rundveehouderij, doen het nu zichtbaar beter. De afzetmogelijkheden voor hun producten worden groter, mede dankzij de lage euro. Andere sectoren die vorig jaar nog redelijk draaiden, zoals de pluimvee- en varkenshouderij, zien zich nu echter geteisterd door extreem lage opbrengstprijzen. Het evenwicht tussen vraag en aanbod lijkt hier verstoord. We zien dat de agrarische bedrijven hun grip verliezen op hun winsten door de grillen van de vrije markt. Dat is niet alleen een kwestie van vraag en aanbod, ook valutaschommelingen en mislukte oogsten op een ander werelddeel kan uw rendement op korte termijn om zeep helpen. Periodes van hoge winsten en grote verliezen zullen elkaar afwisselen. Tijd dus voor goed advies: neem het ondernemen serieus. We zijn de tijd voorbij dat je met alleen hard werken en vakmanschap een florerend bedrijf kan runnen. Ondernemen doe je immers niet alleen in goede tijden. Zeker tijdens slechte tijden wordt het verschil gemaakt. Een goede financiële buffer is dus essentieel. Het helpt enorm als u een scherp inzicht heeft in uw bedrijf en over een goede relatie beschikt met relevante partners, zoals de bank en belangrijke leveranciers en afnemers. Veel ondernemers in de agrarische sector begrijpen dat al, anderen zullen grote stappen moeten zetten om de komende tien jaar door te komen. AB Limburg helpt daarbij graag een handje. Niet alleen door uw arbeidsvraag in te vullen, maar ook door u te helpen uw personeelsbeleid vorm te geven. Daarom ontwikkelen we nu nieuwe diensten op HR-gebied. De precieze invulling daarvan is onze verrassing voor u voor Moge het laatste kwartaal van 2010 een goede worden. Jack Janssen 2

3 AB Limburg verzorgt gastcollege tijdens zomercursus varkenshouden Afgelopen zomer vond, op initiatief van het HBO en universitair onderwijs, een tiendaagse zomercursus Varkens houden in 2020 plaats. In nauwe samenspraak met het varkenshouderij bedrijfsleven werd een HBO-cursus verzorgd, met de bedoeling het thema te benaderen vanuit zeer diverse invalshoeken en in een combinatie van theoretische en praktische kennis. Enkele voorbeelden van de behandelde onderwerpen: vermindering van medicijngebruik, automatische diermonitoring, varkensgedrag en dierenwelzijn, bedrijfsanalyse en personeelsmanagement. Diverse onderzoekers en professionals uit het bedrijfsleven traden aan als gastdocent. Ook AB Limburg was, vanuit de aanwezige kennis van de sector in combinatie met haar expertise en deskundigheid op het gebied van personeel, uitgenodigd om een bijdrage te leveren. Namens AB Limburg waren Esther Timmermans (accountmanager dierlijk) en Daniëlle Royakkers (HR-Manager) als gastdocent aanwezig. Tijdens het college Personeelsmanagement 2020: van kosten naar rendement bewandelden zij samen met de cursisten de route naar Startend vanuit een focus op personeelskosten brachten zij het proces in kaart om tot een zódanige omgang met personeel te komen, dat deze een daadwerkelijke bijdrage aan het bedrijfsresultaat kan leveren. Wat betekent personeel voor de varkendshouderij? Esther Timmermans begon hiertoe met een schets van de huidige situatie én te verwachten ontwikkelingen op het gebied van arbeidskosten en arbeidsproductiviteit binnen de varkenshouderij. Daniëlle Royakkers vervolgde dit verhaal met de stelling dat personeel dan wel duur is, maar niet zomaar als kostenpost gezien moet worden. Zij onderbouwde deze gedachte door te wijzen op de relatie tussen (betere) prestaties van medewerkers en (betere) prestaties van het bedrijf én de mogelijkheden vanuit de ondernemer om de resultaten van medewerkers ook daadwerkelijk te beïnvloeden. Om de studenten te helpen de slag naar de praktijk te maken, behandelde Daniëlle Royakkers vervolgens enkele handvatten en praktische voorbeelden om dit proces concreet in te vullen. Telkens vanuit de achterliggende gedachte: het koppelen van de omgang met personeel met de ontwikkelingsfase en bijbehorende doelen van het eigen bedrijf. Om in de verdere toekomst (2020) toegevoegde waarde te blijven creëren, moeten bovendien de ontwikkelingen in de omgeving meegenomen worden. Denk aan mogelijke consequenties van bijv. vernieuwende stalconcepten, de invloed van ICT en technologie, wijzigingen in wet- en regelgeving, ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Stel telkens de vraag: wat betekent dat voor mijn bedrijf op het gebied van personeel?. Esther Timmermans maakte vervolgens alvast een begin met een dergelijke toekomstgerichte manier van denken, door samen met de groep studenten een aantal ontwikkelingen en omstandigheden binnen de varkenshouderij in kaart te brengen en mogelijke consequenties te bespreken. Conclusie Het gastcollege vanuit AB Limburg werd afgerond met de conclusie dat er geen eenduidig antwoord bestaat op de vraag hoe moeten we met personeels(management) omgaan om in 2020 TW te creëren?. Dit zal per bedrijf specifiek bekeken moeten worden, waarbij de besproken manier van denken de toekomstige ondernemers een kader biedt om de route richting 2020 zélf te kunnen maken: van personeelskosten naar bedrijfsrendement! Een geslaagde cursus Zowel de initiatiefnemers als de deelnemers waren na afloop erg enthousiast over de zomercursus (bron reakties: Groene Oogst augustus 2010). Door de gemêleerde groep studenten en met inbreng van experts op verschillende vakgebieden is de stoomcursus meer dan geslaagd, stelde Piet Verhoeven van HAS Den Bosch tevreden vast. Reacties van de studenten waren onder andere: De verschillende docenten en diversiteit aan manieren van informatie en kennis overdragen maakten elk moment boeiend. En: Ik ben vleesvarkenspecialist, maar door deze cursus is mijn blikveld flink verruimd en zie ik veel meer samenhang. Weer een andere student gaf aan dat de variatie aan gastdocenten ervoor zorgde dat je vanuit zeer verrassende invalshoeken tegen varkenszaken aan gaat kijken. 3

4 >> vervolg van pagina 1 De Hanenberg biedt die mogelijkheden volop. Bovendien zijn er meer dan uitstekende voorzieningen aanwezig. Waarom (stam)rozen in potten? Rozen hebben een historische band met het dorp hier; denk maar eens aan het twee-jaarlijkse rozenfestival. Ik observeer de consument: waar kijken ze naar, wat willen ze. Daar anticipeer ik op en stel hierop vervolgens mijn hele productontwikkeling in, samen met de breeders (telers, red) van de rozensoorten in onder andere Denemarken, Duitsland en uiteraard Engeland; het land van de roos, volgens Ruud. Consumenten gaan nu voor duurzaamheid, gezondheid en geur. Ze willen een donker glanzend blad en de roos moet harde bijna felle kleuren hebben. In 2000 startten wij onze productie hier en begonnen met m2 productieveld. Elk jaar zijn we een stapje verder gegaan. Heden ten dage hebben wij hier 8 ha in gebruik en daarnaast bewerken wij nog 3 ha onder glas in de buurt van Venlo. Hoe worden deze handelslijnen uitgezet? Vaak een kwestie van gunnen, meent Ruud. Bepaalde lijnen lopen goed en hebben hun eigen pakket rozen. Een provider zie ik als een verlengstuk van mijn bedrijf, we moeten op elkaar ingespeeld zijn. Dat geldt zeer zeker ook voor het begin van onze bedrijfskolom; de teler. Een van de bekendste breeders is David Austin, wij werken innig samen met deze firma uit het Engelse Wolverhampton. Austin is al ruim 50 jaar bezig met het telen van rozen, ooit begonnen als bevlogen amateur, geïnspireerd door een boek over rozen. Nu kweken wij zijn soorten tot volwaardige rozen, ze worden onder zijn licentie en naam in de markt gezet. Alle informatie dient strikt volgens de regels op het etiket vermeld te zijn, inclusief licentiezegel. Wij zijn als het ware zijn uithangbord! Natuurlijk moeten wij ook licentiegelden aan hem afstaan. Hoe groot is de rozenmarkt? Zeer groot, zegt Ruud. Maar het aantal spelers neemt sterk af. Opmerkelijk is het feit dat in deze regio het complete assortiment staat dat Europa nodig heeft. Dat zou je beter moeten benutten door bijvoorbeeld een betere samenwerking onder de kwekers. Over samenwerking gesproken; door een toevallig contact op de IPM beurs in Duitsland (grootste van Europa) ontmoette ik een Serviër die rozen wilde kweken in Ruud Vosbeek in gesprek met AB Limburg 4

5 Rijen met planten, een indrukwekkend gezicht... Servië. Hij stelde een samenwerkingsverband met ons voor. Servië? dacht ik: een land in oorlog? Vijf maanden later was ik in Belgrado en leerde een heel ander land kennen dan de beeldvorming die wij in Nederland voor ogen hebben. Ik deed marktonderzoek, keek naar het klimaat en nu zijn we al zes jaar samen onderweg. Inmiddels is het de grootste rozenkwekerij van Servië. Hij kent de Westerse denkwijze en begrijpt de Servische mentaliteit. Ook dat is ondernemen, zegt Ruud. Ter plaatse worden struiken geteeld en deze worden in Servië zelf en in de omringende landen afgezet. Het imago van de roos is onmiskenbaar, maar wie bepaalt dat eigenlijk? De consument, heel duidelijk. Daarom is het van het grootste belang om feeling met de markt te houden. Kijken, luisteren en aanvoelen wat de consument wil en zijn keuze of wens is. Net zoals bomen, bloemen, buxus en sierstruiken inspireert ook de roos het creërend vermogen van de tuin. Juist naar die mensen moet je goed luisteren, zij zijn het slotconcept in de hele lijn. Hoe ziet het personeelsbestand van deze kwekerij eruit? Wij hebben 19 vaste krachten in dienst, vooral Nederlandse medewerkers, zij zorgen voor de teelt, de orderverwerking, administratie en andere werkzaamheden. Daarnaast hebben wij gemiddeld 25 Poolse medewerkers in huis die zorgen voor het snoeien, potten, enzovoorts. Zij werken via ons eigen uitzendbureau en een samenwerking met AB Limburg. Tijdens het seizoen, dat loopt van januari tot medio juli, nemen wij nog 65 extra Poolse uitzendkrachten aan. zegt Ruud. Dat eigen uitzendbureau ben ik begonnen, vertelt Ruud, omdat het bewerken van rozen een specialiteit is die specifieke kennis vraagt, zulke mensen zijn moeilijk te vinden. De samenwerking met AB loopt heel erg goed en ik kan me voorstellen dat wij over en weer steeds meer medewerkers aan elkaar gaan leveren. Werknemers van AB zijn ook goed opgeleid en hebben de juiste mentaliteit. Zij worden daarop geselecteerd. Ze kunnen dan ook op dit bedrijf de verdere rozenspecialisatie krijgen. AB houdt zich dan bezig met de administratieve zaken, de werving en selectie en ik met de dingen waar ik goed in ben en mijn hart ligt: ondernemen in deze regio waar nog zoveel mogelijkheden zijn! 5

6 Passie voor het vak, Sinds de opening van het regiokantoor in Beek begin 2009 is AB Limburg in alle Limburgse regio s vertegenwoordigd. Werk In Woord sprak met de drie enthousiaste vestigingsmanagers over de toekomst en wat AB Limburg nu zo succesvol maakt. Expertise ter plekke Remco van Sambeek is het langste bij AB werkzaam en daarmee de veteraan van het stel. Na mijn opleiding Intensieve Veehouderij heb ik eerst vier jaar in de particuliere mengvoederbranche gewerkt. Eind 1999 ben ik als coördinator bij AB Limburg gestart. Al heel snel ben ik op de planning van de bedrijfsvoering terecht gekomen. Dat heb ik een jaar of vier, vijf gedaan. In die periode groeide ook de organisatie verder, o.a. op het vlak van detacheren en uitzenden in de dierlijke sector. Mijn achtergrond zorgde ervoor dat ik verantwoordelijk werd voor alles wat met dieren te maken had. Uiteindelijk ben ik productmanager geworden, een functie die ik combineer met die van vestigingsmanager in Herten. Collega Eric Muijsers heeft eveneens een agrarische achtergrond: Ik ben opgegroeid op een glastuinbouwbedrijf. Daarnaast had ik een oom die een varkenshouderij had, waar ik veel te vinden was. Daar heb ik heel veel geholpen. Omdat mijn vader midden jaren 90 besloot om zijn bedrijf niet te willen voortzetten, ben ik gaan werken als bedrijfsadviseur bij de Boerenbond in Helden. Mijn praktische ervaring kwam daar ontzettend goed van pas omdat het in het agrarische wereldje toch wel belangrijk is dat je de taal van klanten spreekt. De laatste jaren, voordat ik in 2009 bij AB Limburg kwam werken, heb ik het verkoopteam aangestuurd. Nu ben ik vestigingsmanager in Sevenum en productmanager plantaardig. Bram Knoups maakt het trio compleet; mede door zijn inspanningen kon AB Limburg in 2009 een vestiging in Zuid-Limburg openen. Ik ben geboren en getogen in Sittard. Na een studie HBO Facility Management en een tijd in het buitenland gewerkt te hebben, wilde ik toch graag terugkomen naar het Zuiden. Ik heb toen een baan gevonden in de uitzendbranche, als vestigingsmanager bij een klein uitzendbureau in Sittard. Dat heb ik twee jaar gedaan. Daarna ben ik met Jack Janssen in contact gekomen en ben ik per 1 september 2005 bij AB in dienst gekomen als senior account manager in Herten, ik richtte mij op groei in de bedrijvenmarkt. Maar al snel bleek het vanuit Herten moeilijk te zijn voet aan de grond te krijgen in het Zuiden. Het resultaat: een vestiging in Beek waar Bram, naast productmanager bedrijvenmarkt, ook vestigingsmanager is. De vestigingsmanagers hebben een team van mensen om zich heen, die samen zorgen voor het reilen en zeilen van de vestiging: de commerciële vestigingsmedewerkers die contact hebben met potentiële kandidaten. Daarnaast de account managers/ coördinatoren, elk met hun eigen expertise, verantwoordelijke zijn voor het relatiebeheer. Zij hebben nauw contact met opdrachtgevers en zorgen voor de goede match tussen hen en de medewerkers. 6

7 oog voor de toekomst v.l.n.r.: Bram Knoups Vestigingsmanager Beek Productmanager Bedrijvenmarkt T (046) Remco van Sambeek Vestigingsmanager Herten-Roermond Productmanager Dierlijk T (0475) Eric Muijsers Vestigingsmanager Sevenum Productmanager Plantaardig T (077) De kansen liggen op straat Naast de verantwoordelijkheid als vestigingsmanager, zijn de drie heren ook nog eens productmanagers. Eric: De verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van nieuwe producten ligt bij de productmanager. Iedereen zorgt ervoor dat er input is: ideeën en nieuwe ontwikkelingen binnen het productenpakket, provinciebreed. Voor Remco is dat dierlijk, voor Bram de bedrijvenmarkt, voor mij is dat plantaardig. Je moet zelf betrokken zijn bij je marktsegment en elke dag contact hebben met de markt om zo te zorgen voor vernieuwing binnen dat marktsegment. Juist dan zijn we in staat om echt toegevoegde waarde te leveren Eric: Het is natuurlijk heel belangrijk dat wij degenen zijn die de eerste zwengel aan het wiel geven, geredeneerd vanuit jouw branche. Je moet je accountmanagers een stukje verantwoordelijkheid geven voor het mee-ontwikkelen van nieuwe producten. Bram: Delen gebeurt natuurlijk elke dag, maar tijdens het sectoroverleg is er een formeel moment waarop we zeggen: dit zijn de kansen die we in deze sector zien in heel Limburg. Hoe gaan we dit oppakken en wie gaat dit doen? En dan kun je jouw accountmanagers inlichten en aansturen om zulke zaken op te pakken. Remco: Het werk en de kansen liggen op straat, die doe je onderweg op. Door goed te luisteren, door regelmatig gesprekken met klanten te voeren, door samen eens een keer vooruit te kijken en te proberen te beseffen wat dit precies kan betekenen voor het bedrijf. Ondernemerschap van onze klanten groeit. Onze uitdaging is om hier in mee te ontwikkelen. Zo creëert schaalvergroting meer behoefte aan flex-werk. Eric Ik denk dat deze werkwijze er ook voor gezorgd heeft, dat we altijd diensten hebben ontwikkeld die voorzien in een behoefte. Door dat samen met een klant te doen, kan er eigenlijk ook niets misgaan. Er zijn ook bedrijven die allerlei producten ontwikkelen waarvan later blijkt dat er geen vraag naar is. Klanten weten dat wij dat goed aanpakken: het is echt een sterk punt van AB dat wij samen met de klant naar de toekomst kijken en vervolgens daarop anticiperen. En door dat samen te doen, creëer je ook draagvlak. Een risico met resultaat Een goed voorbeeld hiervan zijn de BBL-opleidingen die AB Limburg gestart heeft. Deze opleidingen worden samen met de klant samengesteld. De bedrijvenmarkt is in 2007 als een van de eersten gestart met de BBL-trajecten. Bram: Wij hadden toen net een grote klant binnen, maar ik had behoorlijk wat stress om goede hoveniers te vinden. Het was een risico, maar AB Limburg heeft er de vruchten van geplukt. Bram: Wij hebben het samen met de klant besloten: wij hebben nu een probleem en waarschijnlijk hebben we over een aantal jaren een nog groter probleem. Wat kunnen we daar nú aan doen? Als je de lees verder op pagina 8 >> 7

8 Het laatste nieuwe kantoor van AB Limburg gelegen in Beek... >> vervolg van pagina 7 juiste mensen niet hebt, dan moet je ze gaan opleiden. Eric: AB Limburg besteedt veel tijd en energie om mensen te stimuleren. Door enthousiasme uit te stralen, mensen een dag mee laten draaien met bijvoorbeeld een bedrijfsverzorger. Zo krijgt men een goed beeld wat het werk inhoudt. Collega Remco sluit zich aan: In onze optiek behoort dit tot de kern van de coöperatieve gedachte. Een particulier bureau zou dergelijke BBL-trajecten nooit doen. Wij zien het mede als onze verantwoordelijkheid om te zorgen voor goed en adequaat personeel. Samen met onze klant. Het opstarten van BBL-opleidingen illustreert de actieve houding die de drie vestigingsmanagers hebben wanneer het aankomt op het personeelsbeleid van AB Limburg. De agrarische sector schreeuwt om vakbekwame krachten, maar die zijn regiobreed moeilijk te vinden. Door gemotiveerde krachten de kans te geven zich te ontwikkelen, creëer je binding met AB Limburg. Bram: Bij de BBL-trajecten zie je veel mensen die oorspronkelijk anders zijn opgeleid, daar zitten bakkers en automonteurs tussen. We hebben ook een samenwerking met TNT Post gehad. Die postbezorgers werken ook buiten, die moeten ook heel hard werken. Daarom passen die mensen wel bij ons. We zien regelmatig mensen van TNT Post die een opleiding bij ons gaan doen. Daarnaast is AB Limburg zich ervan bewust dat jongeren de reguliere weg naar het groene onderwijs vinden. Eric dit is meteen de reden waarom wij nauwe contacten opbouwen én initiatieven ontwikkelen samen met het groene onderwijs. Focus op toegevoegde waarde De bedrijvenmarkt - het inzetten van extern personeel - daar zien alle drie de heren de meeste kansen voor de toekomst liggen. Bram: Op dierlijk en plantaardig hebben we nu een behoorlijk marktaandeel, maar we zijn pas in 2000 met de bedrijvenmarkt begonnen. Daarin zijn we nu nog een heel kleine speler, maar dat biedt ook de meeste mogelijkheden voor ontwikkeling. Dat geldt voor alle drie de regio s. Remco: Er zijn geen andere bureaus die echt die groene mentaliteit hebben en uitstralen. We kunnen daarom in de bedrijvenmarkt heel duidelijk naar voren brengen: wij zijn uniek. Dat maakt het onderscheidend vermogen makkelijker. Maar in de bedrijvenmarkt, waar de meeste winst te behalen valt, is ook de druk het grootst omdat je daar te maken hebt met de meeste verschillende spelers. Bram: We willen door regionalisatie nóg dichter bij de arbeidsmarkt en de potentiële klanten in de regio gaan zitten. Een volgend voordeel van regionalisatie is dat je het wiel dat je in één gebied hebt uitgevonden naar andere sectoren kan transporteren. Wij focussen ons op sectoren die dicht bij ons liggen, op sectoren waar we toegevoegde waarde kunnen ontwikkelen. En dat zijn toevallig de sectoren die iets minder recessie gevoelig zijn, zoals hoveniers, vleesverwerking en groenteverwerking. Daar gaat het werk gewoon door. Dat is een heel goede keus geweest, dat horen we van klanten en dat zie je ook terug in de groeicijfers. Daar kunnen we nog toegevoegde waarde leveren. Scherp de toekomst tegemoet Succesvol als AB Limburg mag zijn, de heren blijven met de voeten op aarde. Remco: Ik vind het heel belangrijk dat we succes uitstralen, zonder arrogant te zijn. Ik denk dat we heel succesvol zijn door de manier waarop we gewerkt hebben, maar we moeten ons ook realiseren dat we scherp moeten blijven om ons ook in de toekomst te kunnen ontwikkelen. Successen in het verleden geven geen garanties voor successen in de toekomst. Eric: De slogan groen is onze herkomst, groei is onze passie past perfect in dit verhaal. We werken bij AB Limburg met gezonde en ambitieuze doelstellingen. 8

9 9 [artikel uit De Limburger van 10 september jl.]

10 Op een warme voorjaarsdag schuiven wij aan voor de koffie op het terras bij Wim Teuwen. Samen met zijn vrouw Petra runt hij een varkenshouderij, met zowel zeugen als vleesvarkens. Wim is geboren en getogen in Stramproy, Petra in het iets verderop gelegen Tungelroy. Samen wonen ze in het ouderlijk huis van Wim. Grensoverschrijdend AB spreekt met Wim Teuwen... Wat is de geschiedenis van jullie bedrijf? Petra en Wim hebben de maatschap overgenomen van vader en moeder Teuwen. Aanvankelijk was het een gecombineerd bedrijf met kippen, koeien, varkens en akkerbouw. Teuwen senior heeft er toentertijd noodgedwongen - voor gekozen alleen door te gaan met varkens. We kregen een slechte kavel aan de andere kant van het dorp, hierdoor was een uitbreiding met koeien niet mogelijk, verklaart Wim de keuze. Vader Teuwen heeft het grote succes van het familiebedrijf nooit mogen meemaken: hij is in 1985 gestorven. We zijn elke tien jaar verdubbeld, aldus Teuwen. De maatschap van Wim en Petra telt inmiddels op de thuislocatie 700 zeugen, 150 opfokzeugen en 600 vleesvarkens. Op een tweede locatie in Stramproy zijn 1250 vleesvarkens gevestigd. Sinds enkele jaren hebben ze bovendien een bedrijf in Duitsland met 4750 vleesvarkens. Tussen Aken en Keulen, dus dat is vanuit Stramproy goed te doen, aldus Wim. Zo n vestiging in het buitenland zal wel wat voeten in de aarde hebben? Het klinkt eenvoudiger dan het is, een bedrijf in het buitenland. Het bedrijf dat we daar hebben gekocht, moest helemaal gemoderniseerd worden. Het heeft meer dan een jaar geduurd voordat de aankoop rond was. De vorige eigenaar woont overigens nog steeds in het huis. Ook cultuurverschillen bemoeilijken de bedrijfsvoering: In Nederland is meer vraag naar constante kwaliteit, in Duitsland wil men meer vlees bij varkens. Kijk ook maar naar het voer. Bij de oosterburen is de prijs van het voer afhankelijk van de graanprijs: is het graan duur, dan is het voer ook duurder. Bij ons, in Nederland, worden er veel restproducten gebruikt, waaronder bierborstel. Daardoor is het voer bij ons minder duur. Qua cultuur is Wim nog iets anders opgevallen: In Nederland is de varkenshouderij een echte mannenwereld. In Duitsland zie je veel meer vrouwen, in het bijzonder in de kraamkamer. Hoe vindt productie plaats? Wij kopen zeugen van tien weken (25 kg) bij een opfokker in Nederland. Na ca. 260 dagen worden zij de eerste keer gedekt. Een zeug werpt gemiddeld 4½ keer met gemiddeld veertien biggen per worp. Een zeug draagt ongeveer 115 dagen; ca. vier weken na de geboorte gaan de biggen bij de moeder weg en wordt de zeug na enkele dagen weer geïnsemineerd. Elke twee weken gaan er zeshonderd biggen naar Duitsland waar ze gedurende vier maanden afgemest worden. En elke week gaan er twee- à driehonderd varkens naar de slachterij. Overigens worden de varkens die in Duitsland worden afgemest, ook in Duitsland afgezet. 10

11 varkenshouden Dit kun je niet alleen realiseren. Hoeveel personeel hebben jullie? We hebben één vaste medewerker die al ruim zeventien jaar bij ons in dienst is. Hij is bedrijfsleider en vervangt mij als ik afwezig ben, vertelt Teuwen. Via AB hebben wij daarnaast een fulltime medewerker bij ons werken, Wilfried Pieters. Hij verricht alle voorkomende werkzaamheden. Verder hebben we nog een parttime medewerker, ook via AB. Hij komt oorspronkelijk van Philips en heeft onlangs een BBL-traject varkenshouderij afgerond. Hij werkt nu twee dagen bij ons, en drie dagen via AB bij een ander bedrijf. En mijn vrouw verzorgt de hele administratie. En in Duitsland? In ons Duitse bedrijf werkt Heico Schiffer, ook via AB. Het heeft heel lang geduurd voordat we daar een geschikte medewerker hadden gevonden, dat was een hele zoektocht. AB heeft daar heel veel moeite voor gedaan, aldus Wim. Het gaat heel goed. Die medewerker draait ook elk weekend; ik neem één keer per drie weken een weekend van hem over. Maak je gebruik van de bedrijfsverzorging? Niet als wij met vakantie gaan. Dan nemen Dre en Wilfried de boel over. Toen Wilfried ziek was, hebben we wel een bedrijfsverzorger hier gehad. Tot volle tevredenheid. Ze kunnen niet alles weten, maar voor een paar weken is het prima. Wat is de toegevoegde waarde van AB voor je? Het vinden van mensen, antwoordt Wim beslist. Ga maar eens zelf zoeken, dat is niet gemakkelijk. Dat heb ik ook wel in Duitsland gezien. Daarnaast gaat de verloning via AB. Je betaalt per uur, en niet bij ziekte en vakantie. En de beoordelingsgesprekken voer ik samen met Esther Timmermans, de coördinator van AB. Zo weet ik precies waar ik aan toe ben. Inmiddels is Wim Teuwen toegetreden tot de Raad van Commissarissen van AB Limburg. Ten tijde van dit interview was dit nog niet bekend. 11

12 COLOFON WERKINWOORD is een uitgave van AB Limburg, bestemd voor de leden van de Coöperatieve Agrarische Bedrijfsverzorging Limburg. Heeft u tips of ideeën voor WERKINWOORD, laat ons dat dan gerust weten via: werkinwoord@ablimburg.nl Eindredactie: Christianne Kraan Vormgeving: i-dee Dewi Thomassen Druk: Ars Grafisch WERKINWOORD OKT NR. 05 Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder toestemming van AB Limburg. WERKINWOORD wordt gedrukt op houtvrij papier. Met dank aan: Ruud Vosbeek, Bram Knoups, Remco van Sambeek, Eric Muijsers, Wim Teuwen. A G E N D A AB Limburg organiseert deze winter wederom een aantal avonden exclusief voor haar leden. De eerste reeks zal bij het verschijnen van deze Werk in Woord al zijn geweest. De andere data zijn als volgt: THEMA: ALGEMENE LEDENBIJEENKOMST Donderdag 9 december: Midden- en Zuid-Limburg Donderdag 16 december: Noord- en Midden-Limburg THEMA-BIJEENKOMST Maandag 24 januari: Noord-Limburg Woensdag 26 januari: Midden-Limburg Dinsdag 1 februari: Zuid-Limburg EXCLUSIEF VOOR LEDEN AB Limburg is ook aanwezig op de Tuinbouwrelatiedagen die van 7 t/m 9 december worden gehouden in Venray. Wij hopen u dan ook te mogen begroeten. Karpos ESF erkend door Colland Colland is een Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de agrarische en groene sectoren. Via het ESF project biedt Colland werkgevers de mogelijkheid om subsidie te krijgen voor de opleidingskosten van hun werknemers. Karpos Kenniscentrum is door Colland-ESF als opleider geselecteerd en bedrijven kunnen voor een aantal opleidingen 40% ESF subsidie krijgen. Hierdoor krijgen bedrijven een flink stuk tegemoetkoming in de cursuskosten. Vrienden van de Floriade De Pyrus Alexander Lucas, zo heet de boom die AB Limburg heeft geadopteerd op de Floriade. Daarmee zijn we nu officieel Vriend van de Floriade, een club van ondernemers die niet alleen de Floriade 2012 een warm hart toedragen, maar er ook toe willen bijdragen dat de duurzame innovatieontwikkelingen ook na 2012 in de regio blijven bestaan. Daar voelen wij ons als AB Limburg natuurlijk zeer mee verbonden. Wij zullen u de komende jaren vast nog meer hierover berichten. Uiteraard ook hoe het met onze perenboom gaat. 12