VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Transcriptie

1 STUK 585 ( ) Nr.1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING JUNI 2015 VRAGEN Commissie voor Onderwijs en Vorming van woensdag 24 juni 2015 INTEGRAAL VERSLAG Hebben aan de werkzaamheden deelgenomen: Vaste leden: de heer Bruno De Lille, voorzitter, mevrouw Liesbet Dhaene, mevrouw Khadija Zamouri Plaatsvervanger: de heer Jef Van Damme Ander lid: mevrouw Carla Dejonghe 1359

2 2 INHOUD 1. Regeling van de werkzaamheden 2. Vragen (R.v.O., art.59) - Vraag van de heer Jef Van Damme aan de heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter bevoegd voor Begroting, Onderwijs, Vorming en Studentenzaken, betreffende de study spaces - Vraag van de heer Jef Van Damme aan de heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter bevoegd voor Begroting, Onderwijs, Vorming en Studentenzaken, betreffende het personeel van het Onderwijscentrum Brussel

3 3 1. Regeling van de werkzaamheden Commissievoorzitter Bruno De Lille (Groen): Collega s, ik heb een mededeling in verband met de regeling van de werkzaamheden. De geplande bezoeken aan Kasterlinden (nog geen datum vastgelegd) en OCB (voorzien op 8 juli 2015) kunnen niet meer plaatsvinden voor het zomerreces en dienen te worden uitgesteld. Het bouwproject van Kasterlinden is nog niet bezoekklaar en de werken aan het OCB-huis raakten wat achterop. We verschuiven deze bezoeken naar september Vragen (R.v.O., art.59) Vraag van de heer Jef Van Damme aan de heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter bevoegd voor Begroting, Onderwijs, Vorming en Studentenzaken, betreffende de study spaces De heer Jef Van Damme (sp.a): Voor mij is de blokperiode een tijd geleden, ook al spreekt men van levenslang leren. Mijn medewerkster legde zopas met succes haar laatste examen af. Het studeren leeft nog wel, zij het van iets verder af. Sinds een aantal jaren zien we een nieuwe trend opduiken: samen studeren in de leeszaal van de bibliotheek, universiteiten, hogescholen, openbare bibliotheken en alle andere plekken die mogelijk zijn. Veel studenten hebben nood aan stille ruimtes om te studeren. Enerzijds willen ze ontsnappen aan hun PC of laptop met Facebook, games en andere verlokkingen. Anderzijds zoeken ze de positieve stimulans van het samen studeren: zien studeren, doet studeren. Dat geldt zowel voor de middelbare school student die klein behuisd is, als bijvoorbeeld de werkstudent met kleine kinderen in huis. Jammer genoeg zijn de geschikte plaatsen nog te schaars in Brussel, terwijl Brussel de grootste universiteitsstad van ons land is. We vergeten dat al te vaak. De lange rijen die zich vormen voor Muntpunt kennen we allemaal, maar het is ook het geval op minder zichtbare plekken. s Morgens is het dan ook een gedrum van jewelste als student een plek te veroveren. U erkende deze nood in uw beleidsnota en kondigde aan het aantal study spaces te willen verhogen. Sp.a moedigt dit aan en vindt dat dit perfect past in het concept van de Brede School. Het zou kunnen gepromoot worden bij lagere en middelbare scholen waar s avonds en in het weekend veel klasruimtes leeg staan. Eigenlijk zouden die klasruimtes polyvalent kunnen worden gebruikt voor studenten die een rustige plek zoeken. Ik vind dat we verder moeten kijken dan enkel de VGC-infrastructuur en het zouden moeten openbreken naar alle scholen.

4 4 De Hogescholen, VUB, Muntpunt, gemeenschapscentra en Br(ik stellen al studeerruimtes ter beschikking. Maar het mag een beetje meer zijn. Welke study spaces heeft u bij gecreëerd binnen uw bevoegdheidsdomein? Zijn er al lagere en middelbare scholen die hun klasruimtes ter beschikking stellen tijdens de blok- en examenperiodes? Zo ja, welke? Welke stappen worden er ondernomen om het aantal study spaces uit te breiden? Op welke manier zal u scholen motiveren om studeerruimtes te creëren? Collegevoorzitter Guy Vanhengel: Om tegemoet te komen aan de nood aan studieruimtes organiseert Br(ik met de steun van de Vlaamse Gemeenschapscommissie sinds 2013 Study Spaces. De eerste edities werden georganiseerd in 7 gemeenschapscentra in de buurt van campussen en in Muntpunt. Vanaf de winter van 2014 kwam hier ook de Study Space Central bij, een pop-up studeerruimte vlakbij het Centraal Station. De tijd dat studenten zich op hun kot of slaapkamer opsloten om helemaal afgezonderd van de wereld te blokken, is voorbij. Studenten geven aan dat ze ook tijdens de blok nood hebben aan sociaal contact. De sociale controle en het groepsgevoel helpen voor sommigen om goede resultaten te behalen. Deze ontwikkeling heeft als gevolg dat bibliotheken en campussen overvol zitten. Br(ik zorgt voor extra locaties waar studenten gezamenlijk in alle rust zich kunnen voorbereiden op de examens. Zelf zag ik maandagavond nog een aantal studenten blokken in Muntpunt. Ik kan me inbeelden dat er bij Muntpunt veel vraag is en dat er wordt aangeschoven. Het is een megamooie, fijne locatie, centraal gelegen, met computerfaciliteiten, alles er op en er aan. Het is één van de mooiere realisaties van de Vlaamse Gemeenschap in Brussel. Mocht ik zelf nog student zijn, ik zou geneigd zijn om daar te blokken. Het is er tof. Met de centrale blokplek wordt ingespeeld op de grote nood die bij pendel- en andere studenten bestaat om in het centrum van de stad kwalitatieve en comfortabele blokplekken te vinden. Ook Brusselse jongeren die thuis te weinig ruimte of rust hebben om te studeren, hebben baat bij neutrale en rustige studieruimtes. De grote toeloop van studenten en scholieren in Muntpunt, waar u naar verwijst, getuigt hiervan. Naast de verschillende studieruimtes op de campussen van hogescholen en universiteiten voor studenten hoger onderwijs, zijn er ook secundaire scholen die er nu reeds voor zorgen dat leerlingen op school kunnen blijven om te studeren. Ook een project als Time-Out Brussel biedt jongeren een rustige studeerplek tijdens de examenperiode. Dat we overtuigd zijn van de meerwaarde van de Study Spaces, staat te lezen in de Beleidsnota Bouwen met talent. Op dit ogenblik onderzoeken we samen met Br(ik de specifieke noden en mogelijkheden voor een uitbreiding van de studeerruimtes. Enkel het openstellen van een ruimte is daarin echter niet voldoende. Was het dat alleen, dan was het eenvoudig. Er moet voorzien worden in een aantal basisfaciliteiten vooraleer het interessant wordt voor studenten om naar een bepaalde plek te komen om er te studeren. Br(ik heeft hier intussen al heel wat expertise over opgebouwd en is daarom ook onze partner.

5 5 In eerste instantie wordt gekeken naar uitbreidingsmogelijkheden binnen de eigen VGCinfrastructuur. De gemeenschapscentra, de eigen scholen, maar ook de administratiehuizen zijn een optie. Vervolgens willen we ook andere schoolbesturen aanmoedigen om dergelijke plekken in te richten en zal men eveneens nagaan welke de mogelijkheden zijn binnen de welzijnssector. Naar volgend academiejaar toe is Br(ik ook op zoek naar een nieuwe ruimte om een Study Space Central te organiseren. Om dit alles te realiseren zullen in de nabije toekomst de nodige acties worden ontwikkeld. Br(ik heeft in het kader van de overeenkomst met de VGC voor 2015 dan ook extra middelen gekregen om deze doelstelling gestalte te geven. Scholen betrekken en een link leggen tussen studenten en middelbare scholieren kan helpen om de doorstroom naar het Brussels hoger onderwijs te vergroten en de band te versterken tussen student en stad. Br(ik geeft echter aan dat de kracht en het succes van het project van de Study Space schuilt in enkele belangrijke factoren die op een schoollocatie niet vanzelfsprekend te realiseren zijn. Het gaat dan om de voorwaarden dat studenten te allen tijde terecht kunnen in hun Study Space, hun deze plek eigen kunnen maken, de studenten zelf zonder surveillant voor de nodige rust en stilte kunnen zorgen, enz. Een samenwerking met scholen en bij uitbreiding brede scholen, om studenten er een plek te geven is niet onmogelijk, maar geen vanzelfsprekende optie. Als men al geen surveillance in schoolse termen wil, zal de grootste moeilijkheid zijn dat er personeel moet zijn om dit mogelijk te maken. De faciliteiten die Muntpunt biedt zijn natuurlijk niet min. Dat is in feite van nature uit al een study space. Boeken, elektronische media, kopieermachines, alles is voorhanden. Van nature uit heerst er een rustige sfeer. Dit zijn alle elementen van de meest ideale study space. Die ideale study space is minder gemakkelijk te realiseren op plaatsen die niet zo n goede basisstructuur hebben als Muntpunt zelf. Maar we werken er aan. De heer Jef Van Damme (sp.a): Dat er aan wordt gewerkt, daar ben ik zeker van. Ik dank u voor uw antwoord. Ik heb nog enkele vragen ter verduidelijking. Br(ik heeft een 90-tal plaatsen. U zegt dat er gewerkt wordt aan de uitbreiding van het aantal Br(ik-plaatsen. Wat is de timing voor deze uitbreiding en over hoeveel plaatsen gaat het dan? U antwoordde dat er een aantal scholen zijn die study spaces organiseren. Staan de study spaces van de scholen enkel open voor de eigen studenten of ook voor de wijk? Ik had graag een overzicht gekregen van deze scholen. Het is interessant om over dit overzicht te beschikken, al was het maar ter communicatie naar de studenten toe. We moeten er naar streven om de bestaande studeermogelijkheden in kaart te brengen, zowel binnen als buiten de blok. Mijn derde vraag heeft betrekking op het feit dat u meldt dat er bepaalde randvoorwaarden zijn om klasruimtes in scholen om te vormen tot study spaces en het is niet evident om dit uit te breiden naar scholen. Ik begrijp dit ten zeerste. Hetzelfde geldt waarschijnlijk ook voor de welzijnssector. U zei dat u er mee bezig bent. Kan u er wat concreter over zijn? Wil u 20, minder of meer scholen tegen volgend jaar aan dit netwerk toevoegen? Heeft u concrete doelstellingen en plannen hieromtrent? Of is dit eerder een proces dat langzamer gaat dan dat u zou willen? Collegevoorzitter Guy Vanhengel: Ik noteer de vragen die we met veel enthousiasme en inzet zullen overmaken.

6 6 Ik zal vragen dat men op uw verzoek een cartografie maakt van de study spaces. Desnoods moet men dit uitbesteden, want u kan zich inbeelden dat de vraag die u stelt enige manuren werk vergt en een zeker werkvolume vertegenwoordigt. De heer Jef Van Damme (sp.a): Zeker en vast. Collegevoorzitter Guy Vanhengel: Ik vraag om een cartografie te maken, met alle mogelijke cijferdetails van plaatsen, oppervlakte, beschikbare basisinfrastructuur. In tweede orde zal ik opdracht geven dat men een prospectie doet van toekomstige, in te richten study spaces, met alle mogelijke elementen die nuttig zijn om dat te kunnen beoordelen. Bv. kostprijs, personeel dat moet worden ingezet, eventueel bijkomende randinfrastructuur die moet worden voorzien om die ruimte beschikbaar te kunnen stellen, openingstijden, e.d. Dus eerst een cartografie van het bestaande, in tweede orde een prospectieve analyse van wat we zouden kunnen in stelling brengen, en ten laatste zal ik vragen dat men mij becijferde doelstellingen bezorgt om de gedane prospectie te kunnen omzetten in realisaties. Liefst met een tijdslijn. De heer Jef Van Damme (sp.a): Dat is zeer verregaand. Dank u wel daarvoor. Collegevoorzitter Guy Vanhengel: Ik antwoord op wat u mij vraagt. We zullen ook de prijs laten bepalen van deze oefening. De heer Jef Van Damme (sp.a) : Niet onbelangrijk. Ik ben heel blij met uw antwoord. De huidige en toekomstige studenten zullen u heel dankbaar zijn. *** Vraag van de heer Jef Van Damme aan de heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter bevoegd voor Begroting, Onderwijs, Vorming en Studentenzaken, betreffende het personeel van het Onderwijscentrum Brussel De heer Jef Van Damme (sp.a): Mijn volgende vraag gaat over uw troetelkind. Terecht uw troetelkind. Collegevoorzitter Guy Vanhengel: ONS troetelkind! (Glimlachjes) De heer Jef Van Damme (sp.a): Ok. Ons troetelkind, maar toch ook zeker uw troetelkind. Het Onderwijscentrum Brussel heeft een grote opdracht ten aanzien van de Brusselse Nederlandstalige scholen. Op vraag van het schoolteam kan er een ondersteuningstraject opgezet worden. Daarnaast organiseert OCB ook vormingen en uitwisselingsmomenten voor leerkrachten, directies en Brede Schoolcoördinatoren. Ook visieontwikkeling, ondersteuning

7 7 naar ouders toe, samen naar school in de buurt en de pas bijgekomen speelpleinwerking, behoren tot de opdrachten van het OCB. Het takenpakket is de laatste jaren uitgebreid en gekoppeld daaraan is ook het personeelsbestand enorm gegroeid. Ondertussen is een team van 70 mensen werkzaam, waarvan het grootste deel onderwijsondersteuners. Een aantal van deze onderwijsondersteuners zijn halftijds tewerkgesteld binnen het OCB. Naast hun job oefenen zij in sommige gevallen een zelfstandig bijberoep of een andere professionele activiteit uit, al dan niet onderwijs gerelateerd. Ik heb hier een vraag over omdat er opmerkingen zijn rond een wisselwerking die er zou zijn tussen de taak voor het OCB en de taak als zelfstandige. Eén van de onderwijsondersteuners zou tijdens haar functie als onderwijsondersteuner een specifieke actie in het begeleidingsplan geschreven hebben, namelijk: een workshop gegeven door zichzelf binnen een zelfstandig bijberoep. Dat lijkt ons een merkwaardige werkwijze. Ik hoop ook dat dit eenmalig was. Hoeveel personeelsleden van het OCB oefenen naast hun job bij het OCB, ook een bijberoep uit of hebben een andere professionele activiteit hebben die onderwijs gerelateerd is? Kan u mij duiden welke activiteiten of bijberoepen dat zijn? Wat is de procedure in dergelijke gevallen? Onder welke voorwaarden gebeurt dit en op welke manier wordt de naleving van die voorwaarden gecontroleerd om te vermijden dat er een perceptie ontstaat van zelfbediening, zal ik maar zeggen? Collegevoorzitter Guy Vanhengel: Het Onderwijscentrum Brussel realiseert zijn doelstellingen via de inzet van onderwijsexperten. Deze onderwijsondersteuners hebben een vooropleiding of voorgeschiedenis als leraar, pedagoog, logopedist, lerarenopleider, onderzoeker, nascholer,... Sommige onderwijsondersteuners hebben geen voltijdse opdracht bij het OCB en hebben aanvullend een job bij een andere werkgever of als zelfstandige in bijberoep, soms vanuit dezelfde expertise als de expertise die ze inzetten bij OCB. Zo zijn er bijvoorbeeld enkele medewerkers die een zelfstandige praktijk hebben als logopedist, is er een medewerker die taalstimulerende danslessen voor kinderen geeft,... Momenteel zijn er 77 medewerkers actief in de VGC, waarvan 6 halftijds met een bijberoep: 3 zelfstandige logopedisten, 1 zelfstandige creatief therapeut, 1 dansinstructeur en 1 occasioneel zelfstandig kunstenaar. Het beleid van de VGC en van het OCB is op dit vlak duidelijk en gebaseerd op de bepalingen binnen het personeelsstatuut. Cumulatie van activiteiten binnen de diensturen is aan strikte regels gebonden en kan enkel als hier toestemming voor verleend wordt. Activiteiten buiten de diensturen worden gemeld aan de leidinggevende, waarbij enkel de onverenigbaarheid met de hoedanigheid van personeelslid getoetst kan worden, wat ook steeds gebeurt.

8 8 Concreet vertaald betekent dit dat onderwijsondersteuners binnen de diensturen geen activiteiten kunnen cumuleren. Buiten hun diensturen kunnen zij een andere job uitoefenen, op voorwaarde dat de aard en/of de inhoud van de activiteiten niet in conflict komt met hun opdracht bij OCB. Er heeft zich op dit vlak nog nooit een probleem gesteld. In geen enkel actieplan van het OCB staat een workshop of actie vermeld die gelinkt is aan een andere beroepsactiviteit van een onderwijsondersteuner. Scholen zijn echter autonoom in het bepalen van hun samenwerkingsverbanden en kunnen in hun begeleidingsplannen workshops of initiatieven opnemen van om het even welke organisatie of partner. In dergelijke begeleidingsplannen staan namelijk alle professionaliseringsactiviteiten opgenomen, ook die in samenwerking met de pedagogische begeleidingsdiensten en derden. De heer Jef Van Damme (sp.a): Dank u wel voor uw antwoord. Ik neem akte van uw bevestiging dat er nergens een verwijzing staat in de begeleidingsplannen naar een concrete aanbieder van dat soort activiteiten. Ik denk dat het een verstandige maatregel is. Ik ga checken van waar het gerucht komt want ik had nochtans vrij duidelijke signalen daarover gekregen. (Opmerkingen collegevoorzitter Guy Vanhengel) We hadden het op voorhand gecheckt, maar ik ga het dubbel checken. Ik ben blij dat het zo goed wordt opgevolgd en dat u in uw antwoord zo formeel bent. Maar ik geloof u. Het is goed dat het van nabij gevolgd wordt. Het is natuurlijk logisch dat mensen die halftijds werken ook een andere job doen. Het is natuurlijk ook zo dat die scheidingslijn strikt bewaakt moet worden. Het is ook een feit dat een zekere expertise gedeeld wordt. Het mag er alleen niet toe leiden dat men zichzelf werk geeft en dat is een beetje mijn schrik. Dit moet absoluut vermeden worden. Collegevoorzitter Guy Vanhengel: Ik heb topdown bevraagd over deze aangelegenheid. Dit is wat ik verneem. Als er ergens een punctueel probleem is wat waarschijnlijk de aanleiding is van de vraag die u mij stelt laat men dat best ook bottom-up gaan. De heer Jef Van Damme (sp.a): Ik wou gewoon een algemene vraag stellen. Commissievoorzitter Bruno De Lille (Groen): Specifieke gevallen behandelen we sowieso niet in openbare bespreking.