Teledyne PDS. Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding. Versie Juli 2015

Transcriptie

1 Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Teledyne PDS Versie Juli 2015 Teledyne RESON B.V. Stuttgartstraat AS Rotterdam The Netherlands Tel.: +31 (0)

2 Modificatie Registratieblad Rev. Datum Modificatie /06/2015 Tekst aangepast /05/2015 Tekst aangepast /05/2015 Tekst aangepast /05/2015 Versie na review HBR & HST /05/2015 Versie na review ALV /05/2015 Eerste versie

3 Inhoud 1 Inleiding Graafmachine Beginnen met Teledyne PDS Algemeen Start Teledyne PDS Het Control Center Algemeen Project, Applicatie en Configuratie Selectie PDS Explorer PDS in het Nederlands Start Realtime Realtime afsluiten Screen (scherm) Layout Views Algemeen Plan View Dredge/Construct Operation Layers (lagen) in een plan view Active Grid Model Volume Layer Numerics (Numerieke) layer Profile Realtime Design View Up down indicator Aanzicht van de view wijzigen Raw Data Standard View Device Control View CAN Sensor Scherm layout opmerkingen Een kopie van een scherm layout maken Een scherm layout openen Een scherm layout wijzigen Views toevoegen of verwijderen Views en hun locatie Modellen Algemeen Grid model Het laden van een Grid model in PDS Selecteren van een Grid model (Het actieve Grid model) Design (ontwerp) model Het laden van een Design model Het kiezen van een design model Design model settings Grid model difference (grid verschil model) Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Inhoud i

4 3.5 Dredge tolerance model (Bagger tolerantie) Tonen van een model in de plan view Kleurentabel Inleiding Het kiezen van een kleurentabel Een nieuwe kleurentabel genereren Openen van een kleurentabel Kleurentabel waarden verfijnen Kraan configuratie veranderen Inleiding Tool veranderen Boom / Stick veranderen Kalibratie Inleiding Starten van de kalibratie module Boom kalibratie Stick kalibratie Tool kalibratie Grijper (Grab) kalibratie Bak kalibratie Pomp kalibratie Loggen (Opnemen) Inleiding Dredge Logging Settings (Bagger logging settings) Algemene instelling voor excavators (graafmachines) Digging (bagger) Diking (Dump) Data Loggen aan / uit zetten Log Conditie maken Gebruik Inleiding Flow diagram Wat zien we op het Scherm Fout zoeken Inleiding Helpdesk view GPS problemen Positie check Boom, Stick en Tool Remote inloggen ii Inhoud Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

5 Figuren Figuur 2-1 Snel koppeling PDS... 3 Figuur 2-2 PDS Control Center... 4 Figuur 2-3 Project, applicatie en configuratie... 5 Figuur 2-4 View... 5 Figuur 2-5 PDS Explorer... 6 Figuur 2-6 Nederlands... 7 Figuur 2-7 Realtime... 8 Figuur 2-8 Afsluiten Realtime... 8 Figuur 2-9 Screen (scherm) layout (opmaak)... 9 Figuur 2-10 Plan view dredge/construct operation Figuur 2-11 Active Grid Model Volume Layer Figuur 2-12 Layer properties Figuur 2-13 Route Figuur 2-14 Grid Model Volume Layer Figuur 2-15 Numerics Layer Figuur 2-16 Numerics layer properties Figuur 2-17 Numerics properties Free name string Figuur 2-18 Numerics Annotation position Figuur 2-19 Numerics in plan view Figuur 2-20 Profile Realtime Design Figuur 2-21 Up/Down indicator Figuur 2-22 Raw Data Standard View Figuur 2-23 Device control view can sensor Figuur 2-24 Modes view Figuur 2-25 Scherm layout met docked en MDI views Figuur 3-1 Grid model van een haven Figuur 3-2 Een design model Figuur 3-3 Offset Figuur 3-4 Z-shift Figuur 3-5 Z-lower limit Figuur 3-6 Dredge limiet Figuur 3-7 bagger limieten Figuur 3-8 Dredge tolerantie kleuren Figuur 3-9 Dredge tolerance in plan view Figuur 4-1 Kleurentabel selectie Figuur 6-1 Boom kalibratie Figuur 6-2 Stick kalibratie Figuur 6-3 Tool kalibratie Figuur 7-1 Dredge Logging Settings Figuur 7-2 Logging settings digging (bagger) Figuur 7-3 Logging settings Diking Figuur 7-4 Logging Figuur 8-1 Flow diagram Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Figuren iii

6 Figuur 8-2 Scherm Figuur 9-1 Helpdesk view Figuur 9-2 Device data GPS Figuur 9-3 Absolute Interm Figuur 9-4 Drag head Absolute Position Figuur 9-5 Start PDS Remote Assistance Figuur 9-6 Reson Support ID nummer iv Figuren Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

7 1 Inleiding 1.1 Graafmachine Dit is de Nederlandse handleiding voor de Teledyne PDS Graafmachine (Excavator) toepassing. Deze handleiding bevat nog zeven hoofdstukken: Beginnen met Teledyne PDS; beschrijft hoe PDS te starten, het PDS Control Center en hoe belangrijke instellingen zoals de scherm opmaak (layout) te configureren. Modellen; beschrijft de verschillende modellen die gebruikt of gecreëerd worden. Kleurentabel; beschrijft hoe een kleurentabel te maken of een bestaande te veranderen. Kraan configuratie veranderen; beschrijft hoe een andere tool zoals een bak en / of stick en boom gekozen kan worden in PDS als deze veranderd wordt op de kraan. Kalibratie; beschrijft het kalibreren van een tool, stick en boom. Loggen(opnemen); beschrijft het loggen van data waardoor de modellen bijgewerkt worden en de bijbehorende instellingen. Gebruik, beschrijft waarop gelet moet worden als PDS gebruikt wordt en de gegevens die op het scherm verschijnen. Fout zoeken; beschrijft het helpdesk view en het remote assistance view welke gebruikt kunnen worden voor het zoeken van fouten. Deze handleiding behandeld alleen onderwerpen die betrekking hebben op de Graafmachine (Excavator) toepassing. Voor gedetailleerde informatie over PDS moet de PDS gebruikers handleiding (PDS User Manual) geraadpleegd worden. (De file PDS User Manual.pdf in de folder manuals ) Teledyne PDS. Handleidingen zijn beschikbaar via het Teledyne PDS Control Center Help menu Help>Open Manuals folder. Deze handleiding is ook beschikbaar als HTML Help file. HTML Help files kunnen geopend worden door op functie toets F1 te drukken of via het menu Help > Help Topics. Teledyne PDS instructie films zijn beschikbaar op het Teledyne PDS YouTube kanaal. Bekijk de Teledyne PDS instructie movies. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Inleiding 1

8

9 2 Beginnen met Teledyne PDS 2.1 Algemeen Als PDS gestart wordt dan opent eerst het PDS Control Center. Vanuit het Control Center kan de Realtime mode gestart worden. In Realtime mode kan het bagger proces gemonitord worden m.b.v. een gedefinieerd scherm layout. 2.2 Start Teledyne PDS Op het scherm is na installatie van Teledyne PDS een snelkoppeling gecreëerd. Figuur 2-1 Snel koppeling PDS Dubbel klik op deze snelkoppeling om Teledyne PDS te starten. 2.3 Het Control Center Algemeen PDS opent altijd met het Control Center. Het Control Center wordt gebruikt voor: Opzetten van een project en/of kraan; Starten van verschillende PDS modules; Bevat de PDS Explorer van waaruit files geladen en gekopieerd kunnen worden en verschillende editors gestart; Project selectie; Applicatie selectie. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Beginnen met Teledyne PDS 3

10 Figuur 2-2 PDS Control Center Project, Applicatie en Configuratie Selectie Er wordt in PDS onderscheiden: Project; Een project kan zijn: het maken van een haven, het baggeren van een rivier, het storten van stenen enzovoorts. Een project in Teledyne PDS omvat de methode en informatie nodig voor de werkzaamheden zoals bijvoorbeeld het gebruikte coördinaten systeem, de gebruikte achtergrond kaarten (grid model, CAD tekeningen enzovoorts). Applicatie; De applicatie kan zijn de graafmachine, de draadkraan, de survey boot enzovoorts. De gekozen applicatie bepaalt het gedrag van PDS en moet niet veranderd worden. De gebruikte applicatie voor een graafmachine is Excavator. Configuratie; De configuratie bevat de scherm layout(s), events, alarmen en de vessel configuartie(s) (Bijvoorbeeld de kraan configuratie). In de vessel configuratie is o.a. de kraan gedefinieerd met de gebruikte sensoren (GPS, boom sensor, stick sensor, bak sensor enz.), offsets, afmetingen, tekeningen, alarmen enz. 4 Beginnen met Teledyne PDS Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

11 Wees voorzichtig met de keuze van een andere configuratie. Dit kan de metingen/resultaten beïnvloeden. Druk in de Control Center op de keuzelijsten voor een keuze van beschikbare projecten, applicaties of configuraties. Figuur 2-3 Project, applicatie en configuratie PDS Explorer In het PDS Control Center kan de PDS Explorer getoond worden. De PDS Explorer wordt gebruikt als een file management systeem en verschillende PDS editors kunnen er gestart worden. Achtergrond kaarten, kleuren tabellen en allerlei andere gegevens zijn makkelijk m.b.v. de Explorer in te voeren of te wijzigen. Ook o.a. de gelogde data is in de PDS Explorer beschikbaar. De Explorer view is aan en uit te zetten d.m.v. het View menu. Klik Explorer om deze wel of niet te tonen in het Control Center. Figuur 2-4 View Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Beginnen met Teledyne PDS 5

12 Figuur 2-5 PDS Explorer 2.4 PDS in het Nederlands Het is mogelijk om de taal van PDS te veranderen in het Nederlands met het Tools>Options menu. Zie Figuur Beginnen met Teledyne PDS Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

13 Figuur 2-6 Nederlands In deze handleiding wordt de Engelse taal gebruikt voor PDS. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Beginnen met Teledyne PDS 7

14 2.5 Start Realtime In Realtime mode worden de bagger werkzaamheden gemonitord. Druk in het Control Center op de Realtime knop om de Excavator (Graafmachine) toepassing te starten. Figuur 2-7 Realtime 2.6 Realtime afsluiten Sluit Realtime af door nogmaals in het Control Center op de Realtime knop te drukken. Het is ook mogelijk om Realtime af te sluiten door het Realtime Acquisitie scherm te sluiten. Figuur 2-8 Afsluiten Realtime 2.7 Screen (scherm) Layout De Realtime mode start met een screen layout (scherm opmaak). Een scherm layout bestaat uit een of meerdere views. Deze views kunnen toegevoegd worden aan een scherm layout en de eigenschappen ingesteld door de gebruiker. In het volgende figuur is een scherm layout weergegeven met drie views. Zie hoofdstuk 2.8 voor een beschrijving. 8 Beginnen met Teledyne PDS Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

15 Figuur 2-9 Screen (scherm) layout (opmaak) Indien er één beeldscherm gebruikt wordt dan is het Realtime Acquisition (acquisitie) scherm zichtbaar. Bij meerdere beeldschermen is er naast een Acquisitie scherm ook een presentatie scherm. In deze handleiding wordt alleen het Acquisitie scherm besproken. 2.8 Views Algemeen Een scherm layout is opgebouwd uit meerdere views. In Teledyne PDS kunnen verschillende soorten views toegevoegd worden aan een scherm layout. Zie het PDS User manual voor meer details. Voor een standaard Graafmachine (Excavator) toepassing bevat een scherm layout: Plan view Dredge/Construct Operation. Profile Realtime Design (Meestal twee maal. Een profile view die de gehele kraan weergeeft en een profile view ingezoomd op de tool (bijvoorbeeld een bak). Optioneel: Raw Data standard view. Device Control View voor de CAN sensors (CAN sensors worden gebruikt om o.a. de posities van de boom/stick en bak te meten). Numerics view. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Beginnen met Teledyne PDS 9

16 2.8.2 Plan View Dredge/Construct Operation Een plan view Dredge/Construction Operation is een bovenaanzicht van de kraan en indien geconfigureerd het schip of ponton. In deze view wordt ook een model getoond: Een grid model. Een grid model geeft de huidige hoogte weer van het bagger gebied in hoogte kleuren. Of een grid model difference (verschil). Dit model toont het verschil m.b.v. kleuren tussen het ontwerp (design) hoogte en de huidige (grid) hoogte. Of een dredge tolerance model. Dit model toont de toleranties t.o.v. het design (ontwerp) model in kleur. In de toolbar van de view kan gekozen worden welke model getoond moet worden. Zie voor informatie over de verschillende Modellen pagina 33. De gebruikte kleuren in de modellen zijn gedefinieerd in een kleurentabel. Zie het hoofdstuk Kleurentabel op pagina 51. Figuur 2-10 Plan view dredge/construct operation Met de knoppen in de toolbar zijn functies te bedienen. Indien een knop van de toolbar aktief is dan wordt deze als ingedrukt weergegeven: Ingedrukt, mode is actief: Uitgedrukt, mode is niet actief: Om een functie te deactiveren moet nogmaals op de geselecteerde knop van de toolbar geklikt worden. 10 Beginnen met Teledyne PDS Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

17 De volgende tabel geeft een overzicht van de toolbar knoppen. Zie voor volledige details het PDS User manual. Icoon functie Inzoomen. Er kan ook ingezoomd worden door de scrollwiel van de muis te verdraaien. Uitzoomen. Er kan ook ingezoomd worden door de scrollwiel van de muis te verdraaien. Zoom window. Indien deze knop actief gemaakt wordt dan veranderd de cursor in een pijl met een vakje. Houdt de linker muis knop ingedrukt en teken een gebiedje. Dit gebiedje wordt ingezoomd zo gauw de muisknop wordt losgelaten. Deactiveer de mode door nogmaals op de knop te klikken. Pan mode. Indien actief dan verandert de cursor in een handje. Houdt de linker muisknop ingedrukt en beweeg over het scherm om de weergave te verplaatsen. Measure. Met deze functie kan een afstand en een hoek tussen twee punten gemeten worden. Klik in de view en beweeg de muis naar het volgende punt. De afstand en hoek tussen deze twee punten wordt weergegeven. Measure Rel vessel. Zelfde functionaliteit als Measure alleen nu t.o.v. het vessel reference point. (Kraan referentie punt) Interactive Selection. Hiermee kan o.a. de kleurentabel gewijzigd worden. Zie hoofdstuk kleurentabel op pagina 51. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Beginnen met Teledyne PDS 11

18 Icoon functie Follow vessel. Indien actief wordt altijd het vaartuig gevolgd en dus weergegeven op het scherm. Maak Follow vessel actief want als deze mode niet actief is vaart het vaartuig dus uit het scherm! Orientation mode. Keuze hoe de kraan weergegeven wordt op het scherm: Noorden omhoog, koers van het schip omhoog, of een bepaalde offset waarde. (Fixed skew.) Norh up: Heading up: De Orientation mode werkt alleen indien de follow vessel mode actief is. Set fixed skew from heading Zet de boom in de gewenste richting. Indien nu op deze knop gedrukt wordt en als Orientation mode is Fixed Skew gekozen, dan wordt dit de richting van de weergave zoals de boom van de kraan op dat moment stond. Edit mode. Deze mode is niet van toepassing voor deze applicatie. Undo en Redo. Ongedaan of juist weer gedaan maken van een handeling. Show color table. Indien aktief, dan wordt de gebruikte kleuren tabel als bar weergegeven in de rechterkant van de view. Zie hoofdstuk kleurentabel op pagina Beginnen met Teledyne PDS Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

19 Icoon functie Grid model color mode. Hiermee kan ingesteld worden wat er weergegeven moet worden in de view met bijbehorende kleuren. Zie hoofdstuk Tonen van models op pagina 48. Coverage settings. Druk op deze knop om instellingen te wijzigen van de modellen: grid model, design model of dredge tolerance model. Zie voor informatie over de modellen pagina 33. Edit Alarm. Alarmen kunnen ingesteld worden indien er een zogenaamde numerieke layer gedefinieerd is in de view. Een numerieke layer bevat een informatie item; bijvoorbeeld de GPS mode. Zie hoofdstuk Layer Control en Layer Properties. (Zie hoofdstuk ) Zie ook het PDS User manual voor meer informatie over layers Layers (lagen) in een plan view De views worden in PDS opgebouwd uit layers (lagen). Een layer voor de kaart, een layer voor het grid model, een layer voor de kraan enzovoorts. Dit vormt de totale view. De volgende tabel beschrijft de stappen om een layer toe te voegen aan een plan view. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Beginnen met Teledyne PDS 13

20 Stap Aktie 1 Klik van de plan view toolbar op de layer control knop. 2 Het Layers scherm opent. Klik op Add om een layer toe te voegen. 3 De layer lijst opent. Kies de layer en klik OK. 4 Stel de properties van de layer in en druk op OK. De layer is toegevoegd. 5 Druk in de toolbar op de Layer properties knop om eigenschappen (properties) van een bepaalde layer te veranderen. 14 Beginnen met Teledyne PDS Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

21 Active Grid Model Volume Layer Voor sommige projecten of werkzaamheden is een Grid Model Volume layer gewenst. Deze layer geeft het volume verschil aan tussen het grid model en het design model. (Zie Modellen op pagina 33.) Zie hoofdstuk voor het toevoegen van de layer. Kies Active Grid Model Volume Layer. Figuur 2-11 Active Grid Model Volume Layer Het Layer properties (eigenschappen) scherm opent. Figuur 2-12 Layer properties In dit scherm is de volume grid size in te stellen. Wordt deze op bijvoorbeeld 10 gezet dan wordt per 10X10 vak het volume berekend tussen het design (ontwerp) en grid model. Indien Grid along route is aangevinkt, dan wordt het volume getoond indien een route gekozen is. De grids (met volume) worden nu t.o.v. deze route getoond. Een route wordt gekozen in het guidance menu. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Beginnen met Teledyne PDS 15

22 Figuur 2-13 Route De Volume verschillen tussen grid en design worden numeriek (als annotatie) zichtbaar gemaakt. In de volgende figuur is de grid model volume layer toegevoegd aan de plan view, en worden de volumes in de richting van de gekozen route (zwarte lijn) getoond. Figuur 2-14 Grid Model Volume Layer 16 Beginnen met Teledyne PDS Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

23 Numerics (Numerieke) layer Met het toevoegen van een numerieke layer aan de view is het mogelijk om numeriek waarden te tonen in de view. (Bijvoorbeeld de GPS status of het aantal satellieten enzovoorts). Zie hoofdstuk voor het toevoegen van de layer. Kies Numerics Layer van de keuzelijst. Figuur 2-15 Numerics Layer Het numeric layer properties scherm opent. Zie Figuur Klik op Source item. 2. Selecteer in de lijst van het betreffende apparaat driver de variabele die getoond moet worden. In dit voorbeeld van het positionering systeem device data, het aantal satellieten. (Number of SV.) Figuur 2-16 Numerics layer properties Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Beginnen met Teledyne PDS 17

24 Zie de volgende figuur. 1. Klik op Data Name Format. 2. Kies Free name string van de keuzelijst. 3. Klik Free name string in de properties. 4. Geef de benaming voor in de view. In dit voorbeeld Aantal Sat. Figuur 2-17 Numerics properties Free name string Zie de volgende figuur. Figuur 2-18 Numerics Annotation position 1. Klik op Annotation Position. 2. Selecteer de gewenste positie van de numerieke waarde. 3. Kies het gewenst font. In dit voorbeeld is de numerieke waarde met de naam Aantal sat. toegevoegd links boven in de plan view. Zie Figuur Beginnen met Teledyne PDS Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

25 Figuur 2-19 Numerics in plan view Meerdere numerics layers kunnen toegevoegd worden in een view. Het is ook mogelijk om numeric layers in andere views toe te voegen zoals de profile realtime design view. Zie hoofdstuk Als alternatief kan er ook een numerics view toegevoegd worden aan de scherm layout. Zie het PDS User manual voor meer details Profile Realtime Design View In deze view wordt de kraan als zijaanzicht of vooraanzicht met het grid model en design model weergegeven. Zie voor informatie over de verschillende Modellen pagina 33. Aan een scherm layout worden vaak meerder profile real time design views toegevoegd met de gewenste weergave. Bijvoorbeeld een profile view die de gehele kraan weergeeft en een profile view die ingezoomd is op de tool. Figuur 2-20 Profile Realtime Design Met de knoppen van de toolbar zijn functies in de view te bedienen. Indien een knop van de toolbar actief is dan wordt deze als ingedrukt weergegeven: Ingedrukt, mode is actief: Uitgedrukt, mode is niet actief: Om een functie te deactiveren moet nogmaals op de geselecteerde knop van de Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Beginnen met Teledyne PDS 19

26 toolbar geklikt worden. De volgende tabel beschrijft de functies van de toolbar knoppen. Zie voor volledige details het PDS User manual. Icoon Functie Zoom in en zoom uit. Er kan ook in de view gezoomd worden door de scrollwiel van de muis te verdraaien Zoom window. Indien deze knop actief gemaakt wordt dan veranderd de cursor in een selectie symbool (pijl met een vakje). Houdt de linker muis knop ingedrukt en teken een gebiedje. Dit gebiedje wordt ingezoomd zo gauw de muisknop wordt losgelaten. Deactiveer de mode door nogmaals op deze knop te drukken. Zoom extents. Klik op deze knop om de kraan weer snel zichtbaar te maken. Bijvoorbeeld als er teveel gezoomd is. Horizontaal in of uitzoomen. Deze functie is alleen beschikbaar indien in de properties van de view de scale mode op Fixed Vertically of Scale Freely staat. Verticaal in of uitzoomen. Deze functie is alleen beschikbaar indien in de properties van de view de scale mode op Fixed Horizontally of Scale Freely staat. Pan mode. Indien pan mode actief is dan verandert de cursor in een hand. Houdt de linker muisknop ingedrukt en beweeg over het scherm om de weergave te verplaatsen. Vertical auto Ranging. Automatische vertical zoom. Follow vessel. Indien actief wordt altijd het vaartuig gevolgd en dus weergegeven op het scherm. Maak Follow vessel actief want als deze mode niet actief is vaart het vaartuig dus uit het scherm! Edit Alarm. Alarmen van een zogenaamde numerieke layer kunnen ingesteld worden indien deze layer gedefinieerd is. Een numerieke layer bevat een of meerdere informatie items. (Bijvoorbeeld GPS mode.) 20 Beginnen met Teledyne PDS Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

27 Icoon Functie Layer Control en Layer Properties. PDS bouwt de views op aan de hand van Layers (lagen). Er is dus een laag waar de kraan getoond wordt, een laag waar de kaart getoond wordt, een laag waar het ontwerp getoond wordt enz. Al deze lagen worden op elkaar gelegd en vormen de view (het plaatje).met deze knoppen kunnen layers toegevoegd worden en/of aangepast. Zie ook het PDS user manual. Zie hoofdstuk voor de procedure om een layer toe te voegen, Up down indicator In een Realtime design view kan een up down indicator toegevoegd worden. Met deze indicator kan een waarde aangegeven worden. Bijvoorbeeld de hoogte van het mes. De indicator bevat de numerieke waarde en met behulp van de kleur rood en groen wordt aangegeven of de meting boven of onder de referentie is. Zie Figuur Figuur 2-21 Up/Down indicator De volgende tabel beschrijft de stappen om een up/down indicator aan te maken of te wijzigen. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Beginnen met Teledyne PDS 21

28 Stap Aktie 1 Zie de volgende figuur. Rechts klik in het gebied waar de up/down indicator getoond wordt. Het layer control menu item wordt weergegeven. Klik Layer Control om deze te openen. 2 Het Layers scherm opent. Klik op Design Difference of een ander getoonde Up-down Indicator layer. (De balk wordt blauw.) Klik Edit om de up/down indicator eigenschappen te wijzigen. (Klik Add om een tweede up/down indicator toe te voegen aan de view.) 22 Beginnen met Teledyne PDS Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

29 Stap Aktie 3 De Up-Down Indicator Layer Properties box opent. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Beginnen met Teledyne PDS 23

30 Stap Aktie 4 Zie de volgende figuur. 1. Klik op Source Item. 2. Kies van de equipment list het apparaat (device) waarvan een waarde getoond moet worden. In dit voorbeeld Dredge Positioning system. 3. Kies Device data, relatief of absolute. In dit voorbeeld Absolute Z dredge head(1). De waarden zijn nu absoluut, d.w.z. dat de waarden als referentie het coördinaten systeem (bijvoorbeeld RD in Nederland) gebruiken. 4. Kies de parameter In dit voorbeeld Design difference om het verschil te tonen tussen de werkelijke hoogte en ontwerp hoogte. 5. Klik OK om de wijzigingen door te voeren. 24 Beginnen met Teledyne PDS Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

31 Aanzicht van de view wijzigen Het aanzicht (links, rechts, voor of achter) kan gewijzigd worden d.m.v. de layer properties (eigenschappen). De volgende tabel beschrijft de stappen om het aanzicht te wijzigen. Stap Aktie 1 Klik in de tool bar van de view op de layer properties knop. 2 Het properties scherm opent. Zie de volgende figuur. 1. Selecteer Profile view side (balk wordt blauw) 2. En kies het gewenste aanzicht 3. Klik OK. 3 Het aanzicht is gewijzigd. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Beginnen met Teledyne PDS 25

32 2.8.4 Raw Data Standard View Het Raw data standard view wordt gebruikt voor fout zoeken en kalibraties. Dit scherm wordt meestal niet getoond maar is wel gedefinieerd in de scherm layout. Het Raw data standard view komt overeen met het Helpdesk view. Zie hoofdstuk Fout zoeken op pagina 93. Figuur 2-22 Raw Data Standard View 26 Beginnen met Teledyne PDS Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

33 2.8.5 Device Control View CAN Sensor Voor het berekenen en tonen van de tool (bijvoorbeeld bak of grijper) positie wordt er gebruik gemaakt van sensors. Deze sensors kunnen van het type CAN zijn. Met behulp van een device control view kunnen deze sensoren geconfigureerd worden. Deze view wordt normaal gesproken niet getoond in een scherm layout maar kan nodig zijn wanneer een sensor vervangen moet worden of voor fout analyse. Figuur 2-23 Device control view can sensor Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Beginnen met Teledyne PDS 27

34 2.9 Scherm layout opmerkingen Een kopie van een scherm layout maken Wijzigingen in een scherm layout worden automatisch opgeslagen in de geopende scherm layout. Omdat elke wijziging in de scherm layout automatisch bewaard wordt kan het raadzaam zijn om een kopie van de scherm layout te maken. Deze kan dan in geval van nood geopend worden. De volgende tabel beschrijft de stappen om een kopie te maken van de scherm layout. Stap Aktie 1 Open het menu File in het Acquisition scherm. 2 Klik Save layout as Geef een naam; 2. En klik op Save. 28 Beginnen met Teledyne PDS Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

35 2.9.2 Een scherm layout openen De volgende tabel beschrijft de stappen om een bestaand scherm layout te openen. Stap Aktie 1 Open het menu File van het Acquisition scherm. 2 Klik Open Layout Selecteer de gewenste layout; 2. En klik Open. De layout verschijnt op het beeldscherm Een scherm layout wijzigen Een scherm layout kan gewijzigd worden. Views kunnen verwijderd of toegevoegd worden De eigenschappen van de views kunnen gewijzigd worden De locatie van de views in een scherm layout kunnen gewijzigd worden. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Beginnen met Teledyne PDS 29

36 Views toevoegen of verwijderen Aan de scherm layout kunnen views toegevoegd of verwijderd worden. De volgende tabel beschrijft de stappen voor het toevoegen of verwijderen van views aan een scherm layout. Stap Aktie 1 Open het menu View van het Acquistion scherm. 2 Klik Displays 3 Een box verschijnt op het scherm met een overzicht van de views in de scherm layout. Via deze box zijn views te tonen, toe te voegen of te verwijderen. Door in het keuze boxje te klikken van een view, kan een view getoond of niet getoond worden. Indien er een vink in de keuze box staat dan wordt de view getoond in de scherm layout. Kies een view (wordt blauw) en klik Remove om een view te verwijderen. Klik Add om een view toe te voegen. Een folder scherm opent. Kies de 30 Beginnen met Teledyne PDS Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

37 Stap Aktie gewenste view en klik OK Views en hun locatie Bij de installatie en configuratie van PDS hebben de views (schermen) een bepaalde plek in de scherm layout gekregen. Deze views hebben een bepaalde mode: Docked. De view is gepind op een bepaalde positie in de scherm layout. Door views te docken kan een mooie layout gemaakt worden omdat de views scherm vullend zijn zonder elkaar te overlappen. Floating. De view kan bewogen worden over de gehele scherm layout. De view kan over andere views heen vallen. MDI Child. De view kan bewogen worden over het gehele scherm. De view valt achter andere views. Klik rechts in de titelbalk van de view om te zien welke mode de view heeft en om deze te veranderen. Figuur 2-24 Modes view Een view is te verplaatsen door links te klikken in de titelbalk van de view, deze vast te houden en vervolgens te verslepen. In docking mode komt de view altijd in de dock locatie (top, links, rechts enzovoorts). Een view is groter of kleiner te maken door de grenzen (kader lijnen) te verslepen. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Beginnen met Teledyne PDS 31

38 Meestal is bij een scherm layout een van de views in de MDI child mode. Dit view is dan gemaximaliseerd voor een nette opvulling van het gehele scherm. In de MDI child mode kunnen meerdere schermen over elkaar liggen. Indien dit zo geconfigureerd is kan geschakeld worden tussen de MDI views door het menu Window te selecteren en een andere view te kiezen. Zie Figuur Figuur 2-25 Scherm layout met docked en MDI views 32 Beginnen met Teledyne PDS Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

39 3 Modellen 3.1 Algemeen Om de bagger werkzaamheden te monitoren worden modellen gebruikt. Indien de logging (opname) aan staat dan worden deze modellen bijgewerkt. De volgende modellen worden gebruikt: Grid Model. Dit is een model die o.a. de huidige bodem hoogte aangeeft. Dit model is gemeten met een diepte sensor zoals een echolood of een multibeam sensor. Design (ontwerp) Model. Dit model is gemaakt m.b.v. een teken programma of met behulp van PDS. Het is het ontwerp van hoe hoog (diep) het moet gaan worden. Grid Model Difference (verschil); dit is een model dat het verschil toont tussen het grid model en het design model. (Het toont alleen het verschil, er wordt dus niet een difference model gecreëerd en bewaard.) Dredge Tolerance; dit model is een grid model difference maar met daarbij gedefinieerde overdredge (over bagger) en underdrege (onder bagger) toleranties. Er moet altijd een grid model geselecteerd zijn als actief grid model. Anders kunnen de modellen niet getoond worden. (Zie hoofdstuk 3.2.2) 3.2 Grid model Een grid model: Toont de huidige hoogte van de bodem. Het grid model wordt bijgewerkt gedurende de bagger werkzaamheden indien de logging aan staat. Hiermee wordt bijgehouden wat de huidige hoogte is. Wordt gebruikt voor het tonen van een verschil model (grid model difference) Een verschil model toont verschil tussen het design (ontwerp) en de huidige hoogte (grid) Hiermee valt te monitoren wat er nog gedaan moet worden. (Hoeveel er nog gebaggerd moet worden om op het ontwerp te komen) Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Modellen 33

40 Figuur 3-1 Grid model van een haven. 34 Modellen Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

41 3.2.1 Het laden van een Grid model in PDS De volgende tabel beschrijft de stappen om een grid model te laden in het PDS project. Stap Aktie 1 Doe het medium waarop het grid model staat, zoals een USB stick in de computer. 2 Rechts klik in het PDS Control Center Explorer view (zie pagina 5 ) van de Project tab op Grid Models. Selecteer in het context menu Add files. (Zie de volgende figuur.) 3 Zie de volgende figuur. a. Selecteer de drive van het medium zoals de USB stick waar het grid model op staat. b. Selecteer het grid model. c. Klik Open. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Modellen 35

42 Stap Aktie 4 Het grid model is toegevoegd. Het grid model is toegevoegd aan PDS. Maar het grid model moet nog wel gekozen worden als actief grid model (indien deze gebruikt wordt). Zie hoofdstuk Het grid model moet gecreëerd zijn in het zelfde coördinaten systeem als waar de kraan in werkt. (Bijvoorbeeld RD) 36 Modellen Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

43 3.2.2 Selecteren van een Grid model (Het actieve Grid model) Het grid model dat gekozen wordt voor logging is het actieve grid model. De volgende tabel beschrijft de stappen om een (in PDS geladen) grid model te selecteren als actief grid model. Stap Aktie 1 Start Realtime acquisitie mode. (Zie hoofdstuk Start Realtime op pagina 8.) 2 Klik het menu Tools en vervolgens Tools Settings. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Modellen 37

44 Stap Aktie 3 Zie de volgende figuur. 1. Selecteer de Dredge Logging Settings tab. 2. Klik op het keuze menu. 3. Selecteer het te gebruiken grid model. Dit wordt het actieve grid model. 4. Klik OK. 38 Modellen Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

45 Stap Aktie 4 Het grid model is zichtbaar in de views als de kraan op de locatie van het grid model is. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Modellen 39

46 3.3 Design (ontwerp) model Het design model is het ontwerp van het project. (Met andere woorden, hoe het moet gaan worden.). Met het design model wordt ook het verschil model (grid model difference)het getoond. Op deze manier is er een referentie wat er nog gebaggerd moet worden. Het design model kan een CAD tekening zijn maar ook een grid model. Figuur 3-2 Een design model 40 Modellen Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

47 3.3.1 Het laden van een Design model De volgende tabel beschrijft de stappen om een design model in te laden in PDS. (Indien het design model een grid model is dan hoeft deze procedure niet uitgevoerd te worden. Volg dan de procedure zoals beschreven in hoofdstuk 3.2.1) Stap Aktie 1 Doe het medium waarop het design model staat, zoals een USB stick in de computer. 2 Rechts klik in de Project tab van het PDS Control Center, Explorer view (zie pagina 5 ) op 3D Models. Selecteer van het context menu Add Files. 3 Zie de volgende figuur. 1. Selecteer de drive van het medium, zoals de USB stick waar het design model op staat. 2. Selecteer het design model. 3. Klik Open. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Modellen 41

48 Stap Aktie 4 Het design model is toegevoegd Het kiezen van een design model De volgende tabel beschrijft de stappen om een design model te kiezen. Een design model kan een 3D model zijn (zie hoofdstuk 3.3.1) of een grid model (zie hoofdstuk 3.2.2). Stap Aktie 1 Start Realtime Acquisition mode. (Zie hoofdstuk Start Realtime op pagina 8. 2 Selecteer het menu Guidance>Guidance Settings. 3 Het guidance settings window verschijnt. Zie de volgende figuur: 1. Klik Design Model. 2. Selecteer het type design model (3D of grid model). 3. Kies het model. 4. Klik OK. 42 Modellen Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

49 Stap Aktie 4 Het design model is gekozen Design model settings Het design model (ontwerp) kan aangepast worden: er kan een offset, een verschuiving in hoogte (Z-shift) of een nieuwe hoogte (Z lower limit) op toegepast worden. Een offset is een waarde die opgeteld wordt loodrecht op het ontwerp. Een offset kan alleen een positief getal zijn. Zie Figuur 3-3. OFFSET OFFSET Figuur 3-3 Offset Bij een Z-shift (Z-verschuiving) wordt het gehele design (ontwerp) model met de ingestelde waarde omhoog of omlaag verschoven. Zie Figuur 3-4. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Modellen 43

50 Z-shift Z-shift Figuur 3-4 Z-shift Bij een Z-lower limit krijgt het gehele design de ingestelde Z (hoogte) als laagste waarde. Wordt er bijvoorbeeld -18 ingevuld dan krijgt het gehele design een minimale hoogte van -18. Heeft het oorspronkelijke design een waarde van -20 dan wordt deze dus -18. Waarden hoger dan -18 veranderen niet. Zie Figuur Design Lower limit Design met lower limit Z Figuur 3-5 Z-lower limit Design zonder lower limit -20 Een overdredge (over bagger) tolerantie en underdredge (onder bagger) tolerantie kan opgegeven worden. Een underdredge tolerantie is de tolerantie grens boven het design, een overdredge tolerantie is de tolerantie grens onder het design. Underdredge Design Overdredge Figuur 3-6 Dredge limiet In het Profile Realtime Design view (zie pagina 19) worden deze toleranties ook zichtbaar gemaakt.zie Figuur 3-7. De onder limiet (underdredge limit) wordt weergegeven als een groene lijn. De over limiet (overdredge limit) wordt weergeven als een rode lijn. De ingegeven waarden zijn t.o.v. het design model. Dus bijvoorbeeld een waarde van 1 betekend 1 meter boven het design. Op deze manier weet de machinist wat zijn toleranties zijn gedurende de bagger werkzaamheden. (Of deze teveel of te weinig baggert.) 44 Modellen Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

51 Figuur 3-7 bagger limieten De volgende tabel beschrijft de stappen om de design settings in te stellen. Stap Aktie 1 Open het guidance settings menu. (Zie hoofdstuk3.3.2 Het kiezen van een design model.) Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Modellen 45

52 Stap Aktie 2 Zie de volgende figuur. 1. Indien een offset moet worden toegepast; vink de offset keuze box en vul de offset in (alleen positief). 2. Indien een Z shift moet worden toegepast; vink de Z-offset keuze box en vul de waarde in. 3. Indien Z lower limit moet worden toegepast; vink de Z lower limit keuze box en vul de waarde in. 4. Indien een underdredge limit moet worden getoond, vul de waarde in. 5. Indien een overdredge limit moet worden getoond, vul de waarde in. 3.4 Grid model difference (grid verschil model) Het grid model difference toont het verschil tussen het gekozen design en actieve grid model.(n.b.: Het grid model difference wordt nergens bewaard.) Voor het tonen van een grid model difference moet een actief grid model en een design model geselecteerd zijn en elkaar overlappen (zelfde gebied) Op deze manier wordt er getoond wat er nog gebaggerd moet worden. Voor het grid model difference wordt automatisch een kleurentabel gegenereerd. Tijdens de bagger werkzaamheden wordt het model bijgewerkt. Zie hoofdstuk 3.6 met informatie over het tonen van dit model. 46 Modellen Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

53 3.5 Dredge tolerance model (Bagger tolerantie) Het dredge tolerance model is hetzelfde als het grid model difference maar daarbij worden de dredge toleranties, overdredge en underdredge getoond. Zie hoofdstuk Voor dit model wordt automatisch een kleurentabel gegenereerd. M.b.v.deze kleuren wordt aangegeven of de machinist binnen de toleranties van het project werkt en er niet teveel of te weinig gebaggerd wordt. Zie Figuur 3-8 In de kleur grijs is aangegeven dat het model boven de underdredge grens is. Dit betekend dat er nog gebaggerd moet worden. In de kleur groen / geel is aangegeven dat het model binnen de toleranties valt. In dit gebied hoeft niet meer gebaggerd te worden. In rood is aangegeven dat het model onder de overdredge grens is. Er is teveel gebaggerd. Underdredge 1 Design Overdredge -1 Figuur 3-8 Dredge tolerantie kleuren Figuur 3-9 Dredge tolerance in plan view Zie hoofdstuk 3.6 voor het tonen van dit model. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Modellen 47

54 3.6 Tonen van een model in de plan view De machinist kan online kiezen welk model te tonen in de plan view Z average. Dit is het actieve grid model. (Zie pagina 33) Hit count. Dit kan gebruikt worden als teller om bij te houden waar bijvoorbeeld gedumpt is. Z differential. Dit is het grid model difference. (Zie pagina 46) Dredge tolerance model. (Zie pagina 47) Met de Grid Model Color Mode knop in de plan view toolbar kan een keuze gemaakt worden. De volgende tabel beschrijft de stappen om een model te tonen in de plan view. Stap Aktie 1 klik op de Grid Model Color Mode knop, in de Realtime Acquisition plan view tool bar. 2 Zie de volgende figuur; Kies: 1. Z average om een grid model te tonen met hoogte 2. Hit count om een grid model te tonen met het aantal hits. 3. Z differential om een verschil model te tonen. (Grid model difference) 4. Dredge tolerance om een verschil model te tonen met de bagger tolerantie. Van het gekozen model kunnen instellingen zoals de gebruikte kleurentabel veranderd worden. Deze instellingen staan in de coverage settings. De volgende tabel beschrijft de stappen om instellingen van de coverage settings te veranderen. 48 Modellen Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

55 Stap Aktie 1 Klik in de toolbar van het plan view op de Coverage Settings knop. 2 Het coverage settings window opent. 3 Zie de volgende figuur met een verklaring van de keuze mogelijkheden. 1. Indien als model een grid model gekozen was, om te tonen in de plan view (m.b.v. grid model color mode knop), dan is deze knop aangevinkt. 2. Klik om een andere kleurentabel voor het grid model te kiezen. 3. De Z values (hoogten) kunnen weergegeven worden t.o.v. een Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Modellen 49

56 Stap Aktie chart datum. (Chart datum is het referentie vlak van het coördinaten systeem. Bijvoorbeeld NAP in Nederland.) 4. De Z-values kunnen i.p.v. chart datum ook weergegeven worden t.o.v. het sealevel. Sealevel is de waterstand. 5. Indien als model een grid model difference gekozen was, om te tonen in de plan view (m.b.v. grid model color mode knop), dan is deze knop aangevinkt. 6. Klik om een andere kleurentabel te kiezen voor het grid model difference. 7. Indien dredge tolerance gekozen was, om te tonen in de plan view (m.b.v. grid model color mode knop) dan is deze box aangevinkt. 8. De bijbehorende dredge tolerance kleurentabel is hier getoond. 9. Het gekozen design (ontwerp) model wordt hier getoond met de bijbehorende design model settings zoals gekozen in hoofdstuk Door dit aan te klikken wordt het gebied in het grid model getoond waar geen design (ontwerp) van is. 11. Kies de kleur om dit gebied weer te geven. De volgende figuur geeft een grid model difference weer met het gebied waar geen design van is (wit gekleurd). 50 Modellen Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

57 4 Kleurentabel 4.1 Inleiding De modellen (grid model, grid model difference, dredge tolerance) getoond in de plan view, hebben kleuren volgens een gedefinieerde kleurentabel.. Het is mogelijk deze kleurentabellen te maken en / of te wijzigen in PDS. De kleurentabel voor het Dredge Tolerance (Bagger tolerantie) model wordt automatisch gemaakt en gekozen. 4.2 Het kiezen van een kleurentabel Voor een gekozen model in de plan view kan een andere kleurentabel gekozen worden. Een kleurentabel wordt gekozen in de coverage settings. Zie hoofdstuk Tonen van een model in de plan view op pagina 48. Figuur 4-1 Kleurentabel selectie Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Kleurentabel 51

58 4.3 Een nieuwe kleurentabel genereren De volgende tabel beschrijft de stappen hoe een geheel nieuwe kleurentabel aan te maken. Zie voor volledige details het PDS user manual. Stap Aktie 1 Zie de volgende figuur. In de PDS Explorer Project tab van het Control Center. (Zie pagina 5). 1. Klik Rechts op Color table. 2. Selecteer in het context menu: New File. 2 Een file naam dialoog scherm opent. Zie de volgende figuur. a. Geef een naam. b. Klik op Save. 52 Kleurentabel Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

59 Stap Aktie 3 De kleurentabel generator (color table generator) opent. Zie de volgende figuur. 1. Kies de kleur voor de maximale hoogte (of waarde) van het model. 2. Vul de maximale waarde (hoogte) in van het model. 3. Kies de kleur voor de minimale hoogte (of waarde) van het model. 4. Vul de minimale hoogte (of waarde) in van het model. 5a. Kies Number of colors, om het aantal kleuren aan te geven. 5b. Of kies Step size, om het aantal stappen aan te geven. 6a. Vul het aantal gewenste kleuren in tussen de minimale en maximale waarde zoals ingevuld bij stap 2 en 4. 6b. Indien Step size gekozen was (stap 5b) geef dan de stap grootte op. (Deze stap grootte bepaald dan het aantal kleuren dat voor de kleurentabel gebruikt wordt). 7. Klik dit boxje om het gehele kleuren spectrum te gebruiken. Wanneer gekozen wordt dan wordt alleen het spectrum tussen de twee kleuren gebruikt zoals ingesteld bij stap 1 en stap Klik Replace om de kleurentabel te genereren. 9. Klik OK om de tabel te bewaren. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Kleurentabel 53

60 4.4 Openen van een kleurentabel Een tabel kan geopend worden: Vanuit de Control Center Explorer view. Kies in de project tab de Color Tables folder en dubbel klik op de kleurentabel. In Realtime, vanuit de planview met de interactive selection knop. De volgende tabel beschrijft de stappen om een kleurentabel te openen vanuit Realtime met de interactive selection knop. Stap Aktie 1 Zie de volgende figuur. Klik in de planview toolbar op de knoppen: 1. Interactive Selection. 2. Show Color Table (De kleurentabel bar wordt getoond aan de zijkant van plan view). 3. Dubbel klik op de kleurentabelbar aan de zijkant van de plan view. 2 De kleurentabel generator opent en de kleurentabel kan worden gewijzigd of een andere kleurentabel kan gekozen worden. 54 Kleurentabel Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

61 4.5 Kleurentabel waarden verfijnen Het is mogelijk bepaalde waarden of kleuren aan te passen in de kleurentabel of binnen een bepaald bereik van de kleurentabel een betere resolutie te krijgen. Indien er bijvoorbeeld een kleurentabel gebruikt wordt om het verschil aan te geven tussen design en werkelijke diepte, dan is een verschil van 0 meter dat wat de machinist wil, en zou een kleur groen een duidelijke indicatie zijn. Het kan bijvoorbeeld ook gewenst zijn om vanaf een halve meter verschil in plaats van 0.5 meter stappen 10 cm stappen te tonen in kleur. De volgende tabel beschrijft de stappen om een waarde een bepaalde kleur te geven. (Bijvoorbeeld 0 in groen). Zie hoofdstuk 4.4 voor het openen van een kleurentabel. Stap Aktie 1 Zie de volgende figuur. a. Dubbel klik op de waarde nul om deze kleur aan te passen. (Hier 0.) b. Klik om de gewenste kleur te selecteren. c. Klik OK. 2 De kleur in de tabel is in dit voorbeeld veranderd in de kleur groen voor de waarde 0. Volg de volgende stappen voor het maken van een verfijnde range resolutie binnen de kleurentabel: Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Kleurentabel 55

62 Stap Aktie 1 Zie de volgende figuur. In een bestaande kleurentabel: 1. Vul een maximale waarde in van het bereik waarin de waarde verfijnd moet worden.(bijvoorbeeld vanaf 0.5m) en klik op de kleur om een kleur te selecteren 2. Doe het zelfde voor de minimale waarde. 3. Selecteer de fijnere resolutie. (hier 10cm) 4. Klik op Add om het fijnere bereik toe te voegen aan de kleurentabel. 56 Kleurentabel Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

63 Stap Aktie 2 Een kleurentabel is aangepast met tussen de 0.5 en -0.5 meter een fijnere resolutie van 10 cm met bijhorende kleuren. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Kleurentabel 57

64

65 5 Kraan configuratie veranderen 5.1 Inleiding Wanneer een andere tool, boom of stick gebruikt wordt op de kraan, dan moet deze geselecteerd worden in PDS. Bij een verkeerde configuratie (tool, stick of boom) selectie ontstaan fouten in de meting. De verschillende tools en indien relevant een andere stick en boom worden ingemeten gedurende de installatie. Er wordt voor de betreffende tool, boom en stick een configuratie aangemaakt. Deze configuratie kan door de machinist gekozen worden. 5.2 Tool veranderen Een tool kan een bak, een grijper, een pomp enzovoorts zijn. De volgende tabel beschrijft de stappen om een bepaalde tool te kiezen. Er wordt vanuit gegaan dat de tool al geconfigureerd is in PDS. Stap Aktie 1 Start Realtime Acquisition mode. (Zie hoofdstuk Start Realtime op pagina 8. 2 Klik Tools en vervolgens Select Tool. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Kraan configuratie veranderen 59

66 Stap Aktie 3 Het Tool select dialog scherm opent. Zie de volgende figuur; 1. Selecteer uit de keuzelijst de tool. 2. Klik OK 4 De tool is veranderd. In de views wordt de gekozen tool nu getoond. 60 Kraan configuratie veranderen Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

67 5.3 Boom / Stick veranderen De volgende tabel beschrijft de stappen voor het veranderen van een stick of boom. Stap Aktie 1 Start Realtime Acquisition mode. (Zie hoofdstuk Start Realtime op pagina 8. 2 Klik Tools en vervolgens Tools settings. 3 Druk op de Crane Configuration tab. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Kraan configuratie veranderen 61

68 Stap Aktie 4 Zie de volgende figuur. 1. Kies Stcik of Boom 2. Selecteer in het keuze menu van de configuratie de juiste boom of stick. De afmetingen (offsets) van de betreffende tool worden weergegeven. Verander deze niet. 5 Klik OK 6 De boom of stick is veranderd. 62 Kraan configuratie veranderen Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

69 6 Kalibratie 6.1 Inleiding Voor een juiste meting moet de kraan gekalibreerd worden. Een kalibratie van een kraan bestaat uit een Boom; Stick; Tool kalibratie. Een kraan kalibratie moet in deze volgorde uitgevoerd worden. Voor elke kalibratie zijn verschillende methoden beschikbaar. Een kalibratie is alleen noodzakelijk bij een nieuwe configuratie of als een sensor vervangen wordt. Is de configuratie gekalibreerd dan is een kalibratie NIET meer nodig. Ook niet als van tool veranderd wordt en deze tool was al eerder gekalibreerd. (Kalibratie waarden worden automatisch bewaard in PDS.) 6.2 Starten van de kalibratie module De volgende tabel beschrijft de stappen voor het starten van de PDS kalibratie module. Stap Aktie 1 Start Realtime acquisitie mode. (Zie hoofdstuk Start Realtime op pagina 8) 2 Kies het menu Tools en vervolgens Tools Calibration. 3 Het kalibratie scherm opent. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Kalibratie 63

70 6.3 Boom kalibratie Zie hoofdstuk 6.2 voor het starten van het kalibratie scherm. Zie de volgende figuur. Selecteer Boom. Er zijn verschillende kalibratie methoden beschikbaar. Selecteer de gewenste methode uit de keuzelijst. Figuur 6-1 Boom kalibratie De volgende tabel geeft een overzicht van de beschikbare boom kalibratie methoden. Selecteer de gewenste methode, en voer deze uit. Methode Upper limit Beschrijving 1. Breng de boom in de hoogste stand zoals in de figuur aangegeven. 2. Meet de hoek zoals aangegeven en vul deze hoek in de method box. 3. Druk op Calibrate 4. Druk op OK. 64 Kalibratie Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

71 Methode Beschrijving Nadeel van deze methode is dat de hoek moeilijk te meten is. Boom/Stick pin on water line. 1. Breng de boom in de stand zoals aangegeven in de figuur. (boom/stick pin op de water lijn) 2. Meet de afstand tussen het kraan referentie punt (meestal onderkant kraan) en de water lijn. 3. Vul deze waarde in. 4. Druk op Calibrate. 5. Druk op OK. Stick/bucket pin on water line 1. Breng de boom en de stick in de stand zoals aangegeven in de figuur. (Stick/bucket pin op de water lijn. Het is belangrijk dat deze pin loodrecht onder de boom/stick pin is.) 2. Meet de afstand tussen het kraan referentie punt (meestal onderkant kraan) en de water lijn. 3. Vul deze waarde in. 4. Druk op Calibrate. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Kalibratie 65

72 Methode Beschrijving 5. Druk op OK. Boom/Stick pin on level 1. Breng de boom in de stand zoals aangegeven in de figuur. 2. Meet de waterstand. 3. Vul deze waarde in. 4. Druk op Calibrate. 5. Druk op OK. Opmerkingen: a. Als de waterstand gebruikt wordt dan moet deze dezelfde chart datum (referentie vlak) als het project. (bijvoorbeeld NAP) gebruiken. b. Het hoeft niet per se de waterlijn te zijn. Als er een punt is met een bekende hoogte dan kan dit ook gebruikt worden. (Of meet de pin met een GPS RTK station) 66 Kalibratie Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

73 Methode Stick/bucket pin on level Beschrijving 1. Breng de boom in de stand zoals aangegeven in de figuur. Het is belangrijk dat beide pinnen loodrecht onder elkaar zijn. 2. Meet de waterstand. 3. Vul deze waarde in. 4. Druk op Calibrate. 5. Druk op OK. Opmerkingen: a. Als de waterstand gebruikt wordt dan moet deze dezelfde chart datum (referentie vlak) als het project. (bijvoorbeeld NAP) gebruiken. b. Het hoeft niet perse de waterlijn te zijn. Als er een punt is met een bekende hoogte dan kan dit ook gebruikt worden. (Of meet de pin met een GPS RTK station) Boom bearing Deze meting is alleen belangrijk indien de boom zich ook in horizontale richting kan verplaatsen t.o.v. de kraan. 1. Breng de boom in de positie zoals aangegeven in de figuur. 2. Meet de hoek. 3. Vul deze in. 4. Druk op kalibratie. 5. Druk op OK. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Kalibratie 67

74 Methode Beschrijving Inclination 1. Breng de boom in de stand zoals aangeven in de figuur. 2. Meet de afstand zoals aangegeven in de figuur. (Positief is als de boom/stick pin boven de boom pin is.) 3. Vul deze waarde in. 4. Druk op calibrate. 5. Druk op OK. 68 Kalibratie Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

75 6.4 Stick kalibratie Zie hoofdstuk 6.2 voor het starten van het kalibratie scherm. Zie de volgende figuur. Selecteer Stick. Er zijn verschillende kalibratie methoden beschikbaar. Kies de gewenste methode uit de keuzelijst. Figuur 6-2 Stick kalibratie Voer de gekozen kalibratie methode uit. De volgende tabel geeft een overzicht van de beschikbare stick kalibratie methoden. Methode Upper limit Beschrijving 1. Breng de stick in de stand zoals aangegeven in de figuur. 2. Meet de hoek zoals aangegeven in de figuur. (Negatieve hoek in deze stand). 3. Vul de waarde in. 4. Klik calibrate. 5. Klik OK. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Kalibratie 69

76 Methode Beschrijving Stick/bucket pin on water line 1. Breng de stick in de positie zoals aangegeven in de figuur. 2. Meet de afstand tussen het kraan referentie punt en de waterlijn. 3. Vul de waarde in. 4. Klik op Calibrate. 5. Klik op OK. Stick/bucket pin on level 1. Breng de stick in de stand zoals aangegeven in de figuur. 2. Meet de waterstand. 3. Vul deze waarde in. 4. Druk op Calibrate. 5. Druk op OK. 70 Kalibratie Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

77 Methode Beschrijving Opmerkingen: a. Als de waterstand gebruikt wordt dan moet deze dezelfde chart datum (referentie vlak) als het project. (bijvoorbeeld NAP) gebruiken. b. Het hoeft niet per se de waterlijn te zijn. Als er een punt is met een bekende hoogte dan kan dit ook gebruikt worden. (Of meet de pin met een GPS RTK station) Inclination horizontal 1. Breng de stick in de stand zoals aangegeven in de figuur. 2. Meet de afstand zoals aangegeven in de figuur. (In deze stand negatief.) 3. Vul de waarde in. 4. Klik Calibrate. 5. Klik OK. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Kalibratie 71

78 Methode Inclination vertical Beschrijving 1. Breng de stick in de stand zoals aangegeven in de figuur. 2. Meet de afstand zoals aangegeven in de figuur (In deze stand positief.) 3. Vul de waarde in. 4. Druk op Calibrate. 5. Druk op OK. 72 Kalibratie Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

79 6.5 Tool kalibratie Het hangt af van de gekozen kraan configuratie welke tool kalibratie scherm opent. Zie hoofdstuk 6.2 voor het starten van het kalibratie scherm. Zie de volgende figuur. Selecteer Tool. Figuur 6-3 Tool kalibratie Grijper (Grab) kalibratie Voor een grijper wordt de roll, pitch en bearing gekalibreerd. De volgende tabel beschrijft de stappen voor een grijper kalibratie. Stap Aktie 1 Plaats de riser verticaal in een links <->rechts richting. (zoals in de volgende figuur getekend, gezien vanuit de cabine) Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Kalibratie 73

80 Stap Aktie 2 Klik Roll 3 Plaats de riser verticaal in een voor<->achter richting. (Zoals in de volgende figuur getekend, gezien vanaf zijkant kraan.) 4 Klik Pitch. 5 Plaats het mes van de grijper in lijn met de boom. (zoals in de volgende figuren schematich weergegeven) 6 Klik Bearing. 7 Klik OK. 74 Kalibratie Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

81 6.5.2 Bak kalibratie De bak stand wordt gekalibreerd. De volgende tabel beschrijft de stappen voor de bak kalibratie. Stap Aktie 1 1. Breng de bak in de positie zoals aangegeven in de volgende figuur. Er zijn twee manieren mogelijk:bucket (bak) open of bucket close. 2. Selecteer Bucket close of bucket open als methode afhankelijk hoe de bucket geplaatst is op de waterlijn. 3. Druk Calibrate 4. Druk OK. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Kalibratie 75

82 6.5.3 Pomp kalibratie De stand van de pomp wordt gekalibreerd. De volgende tabel beschrijft de stappen voor de pomp kalibratie. Stap Aktie 1 1. Breng het zuig gedeelte van de pomp horizontaal in een lijn met de waterlijn. (Zoals in de onderstaande figuur schematisch weergegeven). 2 Druk op Calibrate. 3 Druk op OK. 76 Kalibratie Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

83 7 Loggen (Opnemen) 7.1 Inleiding Met het aanzetten van de logging in PDS, wordt de data gelogd (opgenomen) en daarbij het actieve grid model bijgewerkt. Er zijn verschillende logging condities zoals bijvoorbeeld Digging voor bagger werkzaamheden en Diking voor dump werkzaamheden. Logging instellingen zijn bereikbaar via de Dredge Logging Settings tab van het Tool Settings menu in Realtime. 7.2 Dredge Logging Settings (Bagger logging settings) De volgende tabel beschrijft de stappen om het Dredge Logging Settings menu te openen. Stap Aktie 1 Start Realtime acquisition mode. (Zie hoofdstuk Start Realtime op pagina 8. 2 Kies van de menu bar het menu Tools en vervolgens Tools Settings. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Loggen (Opnemen) 77

84 Stap Aktie 3 Zie de volgende figuur. Klik de Dredge Logging Settings tab. De Dredge logging Settings tab opent. Figuur 7-1 Dredge Logging Settings De volgende tabel beschrijft de verschillende settings die ingesteld kunnen worden in de Dredge Loggings Settings tab. 78 Loggen (Opnemen) Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

85 Functie Enable grid model logging. Beschrijving Selecteer de checkbox (vink) om het grid model bij te werken gedurende de bagger werkzaamheden. Kies het grid model. Dit wordt het actieve grid model. Het actieve grid model wordt bijgewerkt gedurende de bagger werkzaamheden. (De logging moet dan aan staan. Zie hoofdstuk 7.3 Kies hier het type werk. Afhankelijk van de gekozen mode wordt de informatie (de modellen) op het scherm bijgewerkt. None. Geen keuze. Digging: graaf werkzaamheden Diking: Dump werkzaamheden External Digging/diking. Bagger werkzaamheden. D.m.v. een schakelaar geeft de machinist aan wat de status is (bagger of dumpen). Auto digging / diking. Indien het mes 0.5m boven het actieve grid model is dan schakelt PDS in diking (dump) mode. Indien het mes lager dan 0.5m boven het grid model is dan schakelt PDS naar digging (bagger) mode. Als deze checkbox aangevinkt is dan worden eventuele lege cellen (cellen zonder hoogte/diepte data) van het model (grid model) bijgewerkt. Indien deze checkbox aangevinkt is dan wordt het grid model bijgewerkt volgens een bepaald gradient (hoek) Met de tool Z Integration period wordt de tijd ingesteld hoe snel het model bijgewerkt wordt (Het bijwerken van het model wordt vertraagd, zodat bijvoorbeeld bij schommelingen in de bak het model niet meteen (fout) bijgewerkt wordt.) Het PDS device dat gebruikt wordt voor het bagger monitor proces. Het grid model wordt met de data van dit device bijgewerkt. Dit is het dredge positioning device. Er moet hier een device geselecteerd zijn. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Loggen (Opnemen) 79

86 Functie Beschrijving De logging condities en update (bijwerk) mode indien als conditie none gekozen was. Log condition: Always. Het model wordt altijd bijgewerkt. Status signal. Het model wordt bijgewerkt indien er op een status knop gedrukt wordt. Dit kan een knop op de joystick van de machinist zijn. Status dredging. Indien de status dredging ontvangen wordt van een device. (Bijvoorbeeld via een schakelaar.) Clam shell closing. Als een grijper gebruikt wordt en deze dicht is. Een sensor is nodig om de stand van de grijper te meten. Update mode: De update mode geeft aan wat er bijgewerkt wordt in het model. Increment Hit count: Een grid model kan naast hoogtes ook hit counts bevatten. Indien increment hit count gekozen is wordt de hit count van het model verhoogd. Add Value. Deze setting wordt voornamelijk gebruik bij dumpen (diking) De grid model hoogte wordt verhoogd met de ingestelde waarde. Set value: Het model krijgt de ingestelde waarde. Set tool Z value. Het model krijgt de waarde van de Z tool (mes van de bak, mes van de grijper etc.). Volume update. Update van volume. Deze instelling wordt voornamelijk gebruikt door hopper zuigers waar er een grote grid cell size gebruikt wordt maar een betrekkelijk kleine tool. De gehele grid cell wordt bijgewerkt met alleen het volume van het vlak wat weggehaald wordt. Fixed volume grab. Het volume is een waarde die gedefinieerd is bij de tools settings en komt overeen met het volume van de grijper. Dit houdt dus in dat als de grijper dieper gaat (dus meer volume dan werkelijk in de bak gaat) het grid model alleen bijgewerkt wordt met het werkelijke bak volume. Zie de volgende figuur: 80 Loggen (Opnemen) Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

87 Functie Beschrijving Rood=bak inhoud. Dit wordt werkelijk gebaggerd. Blauw=Zit wel boven de bak maar zal er uit vallen (bak is vol). Voor juiste update moet het grid model dus alleen met volume rood bijgewerkt worden. Volume dispersion. Dit is een dump (diking) setting. Het volume van de tool verspreid volgens de opgegeven breedte/hoogte verhouding. Deze factor moet een waarde kleiner dan 50m geven!. (Dus niet van te grote hoogte dumpen) Condition digging. De logging condities en update mode indien als conditie digging gekozen was. Zie voor een verklaring van parameters bovenstaande kolom. Condition diking De logging condities en update mode indien als conditie diking gekozen was. Zie voor een verklaring van parameters bovenstaande kolom. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Loggen (Opnemen) 81

88 7.2.1 Algemene instelling voor excavators (graafmachines) De volgende figuren geven de algemene dredge logging settings weer die gebruikt worden voor graafmachines (excavators) Digging (bagger) Voor digging wordt de conditie digging gekozen met de bijbehorende instellingen. Figuur 7-2 Logging settings digging (bagger) 82 Loggen (Opnemen) Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

89 Diking (Dump) Voor diking wordt de conditie diking gekozen met de bijbehorende instellingen. Figuur 7-3 Logging settings Diking Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Loggen (Opnemen) 83

90 7.3 Data Loggen aan / uit zetten Alleen als data loggen aan staat worden de modellen bijgewerkt. Er zijn verschillende methoden om logging aan / uit te zetten. De makkelijkste methode is om op de LOG knop te drukken in Realtime. Figuur 7-4 Logging De kleur van LOG knop geeft aan wat de status is van de logging. ROOD: Logging UIT. GROEN: Logging AAN. GEEL: Logging tijdelijk gestopt t.g.v. een alarm conditie. 84 Loggen (Opnemen) Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

91 7.4 Log Conditie maken Om te voorkomen dat onder bepaalde (foute) condities de modellen bijgewerkt (gelogd) worden kan er een log conditie gemaakt worden. Bijvoorbeeld indien GPS uit RTK Fixed mode gaat met positie en hoogte fouten als gevolg. De volgende tabel beschrijft de stappen om een log conditie te maken. Stap Aktie 1 Open in Realtime het Logging>Logging Settings menu. Dit menu is alleen toegankelijk als de logging uit staat! 2 Het Logging settings scherm opent. Zie de volgende figuur. 1. Selecteer Condition check. 2. Selecteer User Conditions. 3. Druk op Define. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Loggen (Opnemen) 85

92 Stap Aktie 3 Druk in het volgende scherm op Add om een log conditie te maken (Of Edit om een bestaande conditie te wijzigen.) De data wordt alleen gelogd indien de conditie WAAR is. 4 In het volgende scherm kan de conditie gedefinieerd worden. Zie de volgende figuur. 1. Kies uit de equipment lijst de waarde waarop de conditie gemaakt moet worden. Bijvoorbeeld van het positionering systeem de GPS mode. 2. Kies de conditie. Bijvoorbeeld geldig (=) 3. Kies de waarde. Bijvoorbeeld RTK fixed. In dit voorbeeld is dus een conditie gemaakt: GPS mode is gelijk aan RTK fixed. 4. Druk op OK. 86 Loggen (Opnemen) Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

93 Stap Aktie 5 De gemaakte conditie is nu toegevoegd aan het conditie scherm. Klik op OK. 6 Klik OK in het logging settings scherm om af te sluiten. 7 Doe de logging weer aan (zie hoofdstuk 7.3). 8 Er is nu een conditie gemaakt dat het loggen van data stopt (dus het bijwerken van de modellen), indien de GPS geen mode RTK Fixed heeft. De LOG knop wordt geel van kleur. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Loggen (Opnemen) 87

94

95 8 Gebruik 8.1 Inleiding 8.2 Flow diagram Als alles ingesteld is zoals beschreven in voorgaande hoofdstukken kan PDS gebruikt worden. In het volgende flow diagram worden stappen getoond die uitgevoerd worden in PDS voordat met het project gestart wordt. In het flow diagram staat vermeld in welk hoofdstuk van deze handleiding meer informatie gevonden kan worden. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Gebruik 89

96 Ja Start PDS Hoofdstuk: Beginnen met Teledyne PDS Start Realtime Is de juiste Tool gekozen? Nee Kies juiste tool Hoofdstuk: Kraan configuratie veranderen Ja Is het juiste grid model gekozen? Nee Kies of importeer het grid model Hoofdstuk: Modellen Is het juiste design model gekozen? Nee Kies of importeer het juiste design model Ja Kies het juiste grid model color mode. (Z, Z-diff of Dredge tolerance) Kies de juiste kleuren tabel en / of pas de kleurentabel aan Kies juiste grid model update logging conditie (baggeren of dumpen) Start de logging Hoofdstuk: Logging (opnemen) Begin de werkzaamheden Hoofdstuk: Gebruik Figuur 8-1 Flow diagram 90 Gebruik Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

97 8.3 Wat zien we op het Scherm In hoofdstuk Start PDS is beschreven hoe een scherm layout (opmaak) gemaakt is. In de volgende figuur is een voorbeeld van een scherm layout getoond. Figuur 8-2 Scherm Als de logging aan staat dan wordt het model bijgewerkt in de views. Het bijwerken is afhankelijk van de gekozen grid model update conditie (Menu Tools>Tools Settings>Dredge Logging Settings). Met de grid model color mode knop in de toolbar van de plan view is gekozen welk model getoond wordt in de plan view. In de profile realtime design views is zichtbaar waar het mes zicht begint t.o.v. het grid model en design model. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Gebruik 91

98

99 9 Fout zoeken 9.1 Inleiding Voor fout analyse kan in Realtime het Helpdesk view geopend worden. Daarnaast is in PDS remote support geïntegreerd. Door middel van remote support is het mogelijk om van een andere locatie het systeem over te nemen, bijvoorbeeld de PDS helpdesk. Een goede internet verbinding is vereist voor remote support. 9.2 Helpdesk view Een Helpdesk view is het zelfde als een Raw Data Standard view en toont de data bronnen, de berekende resultaten en de ruwe data van de sensors. De helpdesk view wordt in Realtime geopend door het menu Help>Helpdesk view te selecteren. Door dit menu nogmaals te selecteren wordt de helpdesk view weer afgesloten. Figuur 9-1 Helpdesk view Met behulp van symbolen wordt de status weergeven van de betreffende waarde of berekening. Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Fout zoeken 93

100 Symbool Beschrijving Data OK. (Data wordt juist ontvangen of berekend) Het resultaat kan nog steeds verkeerd zijn. (Bijvoorbeeld als de sensor een onjuiste waarde uitgeeft.) Geen data of berekening. Data wordt ontvangen, maar in een onjuist formaat. 9.3 GPS problemen Een voorkomend probleem is het wegvallen van de GPS RTK Fixed mode. RTK fix is een GPS mode. Om de positie inclusief de hoogte een hoge nauwkeurigheid te geven wordt de RTK (Real Time Kinematic) techniek gebruikt. Bij RTK ontvangt de GPS ontvanger van een extern station RTK correctie signalen. D.m.v. deze correctie signalen wordt de positie nauwkeurig gemaakt Het externe station kan een lokaal opgezet station zijn, de correcties worden dan ontvangen d.m.v. een radio verbinding. De correctie signalen kunnen ook via een netwerk (internet) ontvangen worden. Een netwerk verbinding is dan nodig. Dit wordt meestal met GSM, GPRS of UMTS opgezet. Voor het juist uitrekenen van een nauwkeurigere positie moeten de correcties en een genoeg aantal GPS (in het algemeen minimaal 5) satelliet signalen ontvangen worden. De correctie is uitgerekend per GPS satelliet dus het correctie station moet dezelfde satellieten ontvangen als de kraan. Het is daarom belangrijk dat de kraan GPS antenne een vrij zicht heeft. (rondom signaal kan ontvangen) Hoge gebouwen, bomen de boom van de kraan, enzovoorts kunnen verstorend werken. Een slecht werkend GPS systeem is geen PDS probleem maar een GPS ontvanger (instelling) probleem. Controleer bij GPS problemen: Of de correcties ontvangen worden. Age of Diff is een indicatie. Age of Diff geeft de tijd aan tussen het laatst ontvangen correctie signaal. Hoe lager dit getal hoe beter. (Het hangt van het ontvangen bericht in PDS en het type ontvanger af of deze waarde getoond wordt.) Er genoeg GPS signalen ontvangen worden. Number of SV is een indicatie hiervoor. Hoe hoger dit getal hoe beter. Deze waarden worden getoond in het positioning (positionering) systeem device data. 94 Fout zoeken Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

101 Figuur 9-2 Device data GPS 9.4 Positie check Boom, Stick en Tool De positie X,Y en hoogte Z wordt voor elke sensor of referentie punt uitgerekend en getoond in de helpdesk view. Open in de helpdesk view de absolute positioning van het dredge positioning system voor de kraan referentie posities. Zie Figuur 9-4. Voor de CAN driver wordt onder andere getoond: (Voor andere drivers kunnen andere waarden getoond worden) 1. De absolute offset point (X,Y,Z) Dit is de positie van de boom pin. 2. Absolute Dredge head (X,Y,Z) Dit is de positie van het bagger punt. (Bijvoorbeeld het mes van de bak of grijper.) 3. Absolute Interm (X,Y,Z) dit zijn, in een driver afhankelijke segment volgorde: de positie van de boom, stick, tool en kraan referentie. Voor de CAN dredge position driver is de volgorde: Stick pin Bucket pin Mes (bagger punt) Kraan referentie. (Meestal onderkant draaipunt kraan) Segment 0 Segment 1 Segment 2 Segment 3 Figuur 9-3 Absolute Interm Absolute position (absolute positie) kan getoond worden. Dat wil zeggen dat de punten absolute coördinaten zijn en dus makkelijk te controleren met een GPS Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Fout zoeken 95

102 station. (Let wel op dat het zelfde coördinaten systeem gebruikt wordt.) De positie berekening begint bij de GPS antenne. Door offsets en de hoekmetingen (d.m.v. de sensoren) van al de armen (boom, stick en bucket) met ook hun offsets wordt uiteindelijk de bagger positie berekend. Bij positie fouten in het bagger punt moet dus in deze volgorde gecontroleerd worden GPS antenne>kraan referentie>boom pin>stick pin>bucket pin>bagger punt. Figuur 9-4 Drag head Absolute Position 9.5 Remote inloggen Indien een internet verbinding op de computer aanwezig is dan is het mogelijk voor de PDS helpdesk in te loggen Kies in het Control Center het menu Help>Remote assistance. 96 Fout zoeken Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding

103 Figuur 9-5 Start PDS Remote Assistance Het remote assistance scherm opent. In dit scherm staat een uniek ID nummer (zie Figuur 9-6 ). Geef dit nummer door aan de helpdesk medewerker om het scherm over te laten nemen. Figuur 9-6 Reson Support ID nummer Teledyne PDS - Graafmachine (Excavator) Gebruikers Handleiding Fout zoeken 97