Raadsbijlage Voorstel inzake financiering Sociaal Raadslieden Werk

Transcriptie

1 gemeente Eindhoven Dienst Maatsehappelij ke en Culturele Zaken Raadsbij lage nummer 82 Inboeknummer OOU Beslisdatum BaW4 april 2000 Dossiernummer Raadsbijlage Voorstel inzake financiering Sociaal Raadslieden Werk 1 Inleiding Het Maatschappelijk Werk Eindhoven (MWE) verzocht de gemeente om per januari in aanvulling op de reguliere subsidie van het MWE - twee formatieplaatsen Sociaal Raadslieden Werk (SRW) te financieren. Het SRW houdt zich bezig met sociaaljuridische hulpverlening aan maatschappelijk kwetsbare burgers. Het is in 1997 door het MWE opgericht als een uitvloeisel van de ornbuigingsoperatie punt 70. Daarbij werd het principe "nieuw werk voor oud" gehanteerd, Het SRW is tot nu toe gefinancierd uit middelen ten behoeve van het algemeen maatschappelijk werk en - tijdelijk - uit het eigen vermogen van het MWE. Indien per 2000 geen additionele financiering gevonden kan worden voor de functie SRW zal op dit werk sterk beknibbeld moeten worden. De raad heeft het college gevraagd in dit verband met voorstellen te komen (punt 2). 2 Probleemstelling Bij motie van 7 februari 2000 heeft de raad van de gemeente Eindhoven, onder meer van mening zijnde "dat de reorganisatie van het welzijnsveld op termijn van twee jaren voordelen kan leveren voor onder andere de advies- en informatiefunctie, zoals die nu door meerdere welzijnsorganisaties wordt uitgevoerd", burgemeester en wethouders uitgenodigd te komen met voorstellen om te bewerkstelligen "dat de subsidie aan MWE met f ,ÃćâĆňâĂİ (per jaar) voor de jaren 2000, 2001, 2002 verhoogd dient te worden bestemd voor het uitbreiden van het SRW met twee formatieplaatsen, te dekken voor 2000 uit de saldireserve en voor de jaren 2001 en 2002 mee te nemen in de afwegingen van de Voorjaarsnota ". Hierop dient het college een reactie te doen uitgaan. 3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes Het MWE heeft in het totaal 203 uren ingezet ten behoeve van de functie SRW. In 1999 zijn ongeveer klanten door de consulenten van het SRW geholpen. Het betreft merendeels maatschappelijk kwetsbare burgers, Ruim de helft van de klanten is allochtoon en 609o van de klanten heeft een minimuminkomen.

2 Raadabijlage nummer 82 De hulpverlening vindt plaats op een zeer breed terrein van sociaal-juridische vragen, maar in de praktijk hebben de vragen van de klanten overwegend betrekking op: diverse regelingen betrekking hebbend op de sociale zekerheid; (kwijtschelding) gemeentelijke belastingen; woonkostensubsidie; schuldhulpverlening; inkomsten- c.q. rijksbelastingen. Achtergrond hiervan is niet uitsluitend de ontoegankelijkheid van algemene instellingen. De klanten stellen ook in het algemeen prijs op het onafhankelijke advies van SRW. Gesteld kan worden dat de SRW bijdraagt aan de realisatie van het gemeentelijke beleid gericht op versterking van de sociale structuur en de bestrijding van armoede. Per januari 2000 is, omdat geen additionele middelen zijn gevonden om de eigen financiering vanuit de reserves van MWE te compenseren, de formatie van het SRW teruggebracht tot ongeveer 100 uren. De instelling kan hiermee maximaal klanten per jaar bedienen, Dit wordt bewerkstelligd door: minder "vindplaatsgericht" te werk te gaan en/of tegen alleen betaling samen te werken met buurtwinkels en maatschappelijke organisaties, zoals de Stichting Welzijn Oudere Eindhoven en Bureau Nieuwkomers; snellere doorverwijzing naar andere instanties, waaronder met name het Steunpunt Schuldhulpverlening; door meer gebruik te laten maken van het Bureau voor Rechtshulp waardoor een aantal bezwaarschriften niet meer hoeven te worden ingevuld; en het verminderen van spreekuren. De verminderde communicatie met klanten betekent dat minder actief invulling kan worden gegeven aan het bestrijden van niet-gebruik van voorzieningen. Andere instanties zijn in de praktijk vaak hierop niet alert. Het meetpunt voor succes in deze kan worden omschreven als het vinden van een adequate aanpak van de onderliggende, door het SRW gesignaleerde, maatschappelijke problematiek van kwetsbare burgers. 4 Wijze van aanpak I oplossingsrichting Hier wordt gesteld dat de functie SRW als een belangrijk voorziening wordt ervaren voor de kwetsbare burger in Eindhoven. Niettemin moet erkend worden dat het SRW tot op zekere hoogte een noodoplossing is voor personen die bij reguliere instituties kennelijk onvoldoende helder voorlichting en begeleiding krijgen. Voor de bestrijding van de behoefte aan informatie- en advies bij kwetsbare groepen in de samenleving wordt daarom voorgesteld een tweesporenbeleid te volgen: in de eerste plaats door voor de activiteiten van het SRW additioneel middelen beschikbaar te stellen voor een periode van maximaal twee jaar met ingang van

3 Raadsbijlage nummer 82 1 mei Dit onder voorwaarde en verwachting dat de nieuwe welzijnsorganisatie binnen deze periode een structurele oplossing weet te vinden voor de continuering van dit werk in samenhang met de voordelen van de bundeling van de verschillende instellingen. De periode van een jaar biedt ons inziens voor de nieuwe welzijnsinstelling, die in 2001 tot stand zal komen, voldoende ruimte om een adequate oplossing te vinden; r in de tweede plaats door (gemeentelijke) instanties aan te spreken om meer gericht in de specifieke behoeften van onderhavige doelgroep te voorzien. Hierdoor kan het ontstaan van vragen op het gebied van belastingen, schulden en bijstand meer structureel beperkt worden. Gedacht moet daarbij primair worden aan de toegankelijkheid van de informatie. Instellingen die een meer begeleidende rol (dienen te) vervullen, zoals het Steunpunt Schuldhulpverlening, dienen tevens alerter te zijn op het niet-gebruik van voorzieningen door klanten. Langs deze weg kan worden voorkomen dat een steeds groeiende vraag naar het SRW en aansluitende vraag van de instelling bij de gemeente voor subsidie om de capaciteit te versterken, ontstaat. Het een en ander betekent dat een aantal maatregelen van SRW om de vraag te beperken, gehandhaafd moet worden. Dit voorstel wijkt enigszins af van de motie terzake aangenomen door de raad op 7 februari Het college is krachtens het Reglement van orde van de bestuurlijke organisatie van gemeenten niet verplicht tot het uitvoeren van moties, omdat dit geen concreet besluit is dat op rechtsgevolgen is gericht. Wel heeft een motie een politieke betekenis (bijlage ligt voor u ter inzage). Dit voorstel past wel in de geest van de motie. 5 Financiele gevolgen en risico s Voorstel is een budget van maximaal f ,ÃćâĆňâĂİ (voor 2000 acht maanden = f ,ÃćâĆňâĂİ en voor 2001 f ,-) beschikbaar te stellen aan MWE voor de functie SRW. Het budget zal gebruikt worden voor twee formatieplaatsen. Voor wat betreft de dekking is het voorstel deze uitgave ten laste te brengen van de saldireserve Ter adstructie geldt dat deze maatregel: onvoorzienbaar was: het college was niet voornemens de vraag van MWE met betrekking tot SRW te honoreren; onuitstelbaar: de continuiteit van het werk van het SRW is in het geding. Indien klanten over een bepaalde periode niet bediend kunnen worden, wordt de naam van SRW als slagvaardige instantie (blijvend) aangetast; onvermijdbaar is: de dienst Maatschappelijke en Culturele Zaken heeft de mogelijkheden voor andere dekkingen reeds onderzocht en geen mogelijkheden tot (structurele) dekking gevonden om de financiele problemen bij het SRW op te lossen. Zo heeft de dienst voor een oplossing gekeken naar het Grote Stedenbe-

4 Raadsbijlage nummer 82 leid, het armoedebeleid, de lokale lastenverlichting, de schuldhulpverlening en de fase 4-klanten. Binnen de dienst Maatschappelijke en Culturele Zaken is de functie SRW gepositioneerd als een vraaggestuurde specialistische voorziening. Dit betekent dat de vraag/ de klantenstroom, richting SRW, afhankelijk is van het beleid en de vraag van andere organisaties, Voor aanvullende financien zou het SRW een beroep moeten doen op deze organisaties. Deze financieringsmogelijkheid wordt, na een eerste onderzoek, door de dienst Maatschappelijke en Culturele Zaken en de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid niet reeel geacht. De inzet ten behoeve van de gemeentelijke diensten (1.556 uren) kan immers alleen gefinancierd worden als de diensten hiervoor structurele gelden kunnen vrijmaken, De voor het SRW grootste "vraaggenererende" dienst, de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid, ziet hiertoe geen mogelijkheden binnen de huidige regelgeving. Het MWE heeft op een soortgelijke vraag richting dienst Bestuursondersteuning een zelfde antwoord ontvangen. Ten aanzien van de andere organisaties (806 uren) geldt dat het organisaties betreft waarover de gemeente geen zeggenschap heeft. Ook de toepassing van het profijtbeginsel lijkt geen substantiele bijdrage aan de oplossing van het gesignaleerde probleem te kunnen bieden. Enerzijds is de inkomenspositie van SRW klanten zodanig dat geen bijdrage verlangd kan worden, anderzijds zal het innen van een bescheiden eigen bijdrage bij klanten waar dat wel mogelijk is niet lucratief zijn omdat een dergelijke maatregel voor extra administratieve rompslomp en kosten zal zorgen, 6 Overige gevolgen van de aanpak Overig gevolg van deze werkwijze is dat de nieuwe welzijnsinstelling binnen de reguliere formatie een structurele oplossing zal moeten zoeken om het SRW te continueren na Resultaten van overleg / inspraak Naar aanleiding van de motie van 7 februari 2000 heeft een bestuurlijk overleg plaatsgevonden met het MWE en het SRW op 28 februari De hoofdlijnen van dit voorstel zijn daar besproken met de instelling. Zij kan met deze aanpak instemmen. 8 Communicatie Het MWE, Het SRW en de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid zullen door de dienst Maatschappelijke en Culturele Zaken worden geinformeerd over de uitkomsten van de bestuurlijke besluitvorming.

5 Raadsbx lage nummer 82 9 Advisering raadscommissie(s) De commissie voor maatschappelijke ontwikkeling hebben wij over dit voorstel gehoord. Haar advies ligt voor u ter inzage. Een meerderheid in de commissie gaat akkoord met het voorstel. Een minderheid gaat niet akkoord met het voorstel. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, R. Welschen, burgemeester, C. Tetteroo, secretaris.

6 Raadsbijlage nummer 82 Bes1uit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 april 2000, nr. 82; gelet op het advies van de commissie voor maatschappelijke ontwikkeling; besluit: 1. een bedrag van maximaal f ,ÃćâĆňâĂİ eenmalig beschikbaar te stellen aan Maatschappelijk Werk Eindhoven voor de functie Sociaal Raadslieden Werk onder voorwaarde dat binnen de context van de nieuwe welzijnsinstelling een structurele oplossing wordt gevonden voor de continuiteit van dit werk met ingang van 2002; 2. de kosten ten laste te laten brengen van de saldireserve 2000; 3. de begroting dienovereenkomstig te wijzigen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 18 april 2000, R. Welschen, voorzitter. C. Tetteroo, secretaris. wz 5189.def