EINDRAPPORT. Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders. Dossiernummer :

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EINDRAPPORT. Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders. Dossiernummer :"

Transcriptie

1 EINDRAPPORT Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Dienst : SOZAWE Dossiernummer : Klacht Verzoekster beklaagt zich over de aanpak van de minnelijke schuldsanering door haar consulent schuldhulpverlening van de GKB waardoor zij ten onrechte in de WSNP is gekomen. Bevoegdheid Verzoekster heeft op 11 juli 2013 een klacht ingediend. Op 27 augustus 2013 heeft de dienst gereageerd op de interne klacht. Met de afhandeling was betrokkene niet tevreden. Ik ben nu bevoegd de klacht in onderzoek te nemen. Eindoordeel 1. staken van de minnelijke schuldregeling De Ombudsman stelt vast dat de motivering van de GKB, waarom de minnelijke schuldregeling werd beëindigd, gebrekkig was. Tijdens het onderzoek van de Ombudsman heeft de GKB alsnog een duidelijke uitleg gegeven. Dit onderdeel van de klacht is derhalve gegrond maar gecorrigeerd. 2a de behandeltermijn van verzoeksters aanvraag Uit het onderzoek van de Ombudsman blijkt dat het budgetbeheer wellicht wat sneller geregeld had kunnen worden, maar dat het traject van minnelijke schuldsanering met voldoende voortvarendheid is behandeld. Dit onderdeel van de klacht is grotendeels ongegrond. 2b. de behandeling van verzoeksters aanvraag De door verzoekster gestelde nalatigheid door een consulent van de GKB heeft de Ombudsman niet geconstateerd. Er was geen sprake van schending van de behoorlijkheidsnorm goede organisatie. Dit onderdeel van de klacht is ongegrond. Groningen, 6 maart 2014 mevrouw M.H.H. Hermans gemeentelijke Ombudsman 1

2 Overwegingen dossier gemeentelijke Ombudsman: Verzoekster heeft zich op 20 april 2012 bij de GKB aangemeld voor een minnelijke schuldregeling. Op 7 januari 2013 heeft de GKB dit beëindigd omdat één of meer schuldeisers niet wilden meewerken aan de totstandkoming van de schuldregeling. Verzoekster werd toen verwezen naar de wettelijke schuldsaneringsregeling (de WSNP). 0. de procedure schuldregeling in het algemeen Tijdens een intakegesprek bij de GKB doet iemand een aanvraag schuldregeling. Als betrokkene daarna alle benodigde gegevens heeft ingediend, kan een plan van aanpak worden opgesteld. Pas dan kan het budgetbeheer worden geregeld. Zoals zorgen dat alle inkomsten bij de GKB binnenkomen. Zodra dat is gebeurd, kan de GKB het budget beheren, zoals vaste lasten inventariseren en betalen, leefgeld overmaken en reserveren voor de aflossing van schulden. Pas als het budgetbeheer is geregeld, kan de GKB bezig met de schuldbemiddeling. Er wordt een schuldregelingsovereenkomst opgesteld en getekend. En de door betrokkene opgevoerde schuldeisers worden gevraagd naar de schuld. Op basis van hun reactie wordt door de GKB een schuldoverzicht opgesteld. Betrokkene wordt uitdrukkelijk gevraagd of alle schulden in het overzicht worden genoemd en dan verzocht om het overzicht voor akkoord te tekenen. Op basis van dit overzicht, waar alle schulden en de hoogte daarvan zijn genoemd, wordt een schuldbemiddelingsvoorstel gedaan. Daarbij worden dus alleen de in het schuldoverzicht genoemde schuldeisers betrokken. Als het schuldoverzicht is ondertekend dan wordt het schuldbemiddelingsvoorstel opgesteld en naar de schuldeisers gestuurd met het verzoek hierop te reageren. Als ze allemaal positief reageren, kan de minnelijke schuldregeling worden uitgevoerd. Als enkele weigeren dan kan afhankelijk van de hoogte van de schuld een dwangakkoord via de rechter worden bedongen. Als er meer dan twee weigeren dan is de minnelijke schuldregeling mislukt en is de WSNP nog de enige mogelijkheid. 1. staken van de minnelijke schuldregeling Verzoekster is het niet eens met het feit dat de minnelijke schuldregeling is gestaakt. De reden hiervoor, zoals die is verwoord in de reactie van SOZAWE van 27 augustus 2013 op haar interne klacht, blijkt in deze niet adequaat. Naast dat de aantallen akkoordverklaringen, weigeringen en uitblijven van reacties niet correct zijn, wordt niet inzichtelijk waarom op 7 januari 2013 is besloten de minnelijke schuldregeling te staken terwijl de reactietermijn nog niet is verstreken. Tijdens het gesprek bij de GKB is die duidelijkheid er wel gekomen. De GKB legt uit dat op 7 januari 2013 al enkele schuldeisers op het schuldbemiddelingsvoorstel van 21 december 2012 hadden gereageerd. Drie schuldeisers hadden aangegeven niet mee te willen werken. Dat volgens verzoekster één van de schulden eind januari 2013 alsnog werd voldaan, doet daaraan niets af. Uitgegaan moet worden van de datum 7 januari 2013 en toen was er sprake van een weigerachtige schuldeiser. Dat door het uitblijven van een betaling van een lopende nota een andere schuldeiser, die wel akkoord ging met het voorstel van 6 december 2012, nu medewerking weigerde, is begrijpelijkerwijs teleurstellend. Door verzoeksters krappe budgetsituatie (door inhoudingen en beslag op de inkomsten) heeft de GKB de lopende nota niet kunnen betalen. Dat is de GKB niet te verwijten. 2

3 Een opleidingsinstituut wilde al naar aanleiding van het eerste voorstel geen medewerking verlenen en herhaalde dat opnieuw na het tweede voorstel. Nu ook SOZAWE al in een eerder stadium had aangegeven vanwege de fraudeschuld niet mee te willen doen en voor de GKB duidelijk was dat die bij zijn standpunt zou blijven, zag de GKB op 7 januari 2014 geen mogelijkheid (ook niet via dwangakkoord) om nog tot een minnelijke schuldsanering te komen. De Ombudsman constateert dat de GKB het besluit om het traject van de minnelijke schuldsanering te beëindigen niet inzichtelijk had onderbouwd. Volgens de behoorlijkheidsnorm goede motivering legt de gemeente haar handelen en haar besluiten namelijk duidelijk uit aan de burgers en dat was niet het geval. Tijdens het onderzoek van de Ombudsman heeft de GKB dat inzicht alsnog gegeven en heeft daarmee de gebrekkige motivering van haar handelen alsnog gecorrigeerd. De onderzochte gedraging is dan ook niet behoorlijk, maar gecorrigeerd. 2a. de behandeltermijn van verzoeksters aanvraag Verzoekster stelt dat haar consulent gedurende de behandeling van haar aanvraag schuldregeling niet adequaat heeft gehandeld, waardoor zij ten onrechte in de WSNP is gekomen. Geconstateerd moet worden dat de consulent zich vanaf 16 oktober 2012 (het moment van ondertekening van de schuldregelingsovereenkomst) daadwerkelijk met de schuldregeling heeft bezig gehouden. Nu verzoekster zich al op 20 april 2012 bij de GKB had gemeld voor een schuldregeling, kan de Ombudsman gelet op verzoeksters financiële problemen haar gevoel wel voorstellen dat de zaak niet voortvarend is aangepakt. Dat de schulden niet direct kunnen worden opgepakt, is echter begrijpelijk. Eerst dient het budgetbeheer (ontvangst van alle inkomsten, inventarisering en betaling van de vaste lasten en leefgeld en reservering voor de aflossing van schulden), een voorwaarde voor een minnelijke schuldregeling, te worden geregeld. Uit onderzoek blijkt echter ook dat ziekte bij de GKB, een grote werkvoorraad en de vakantieperiode bij de GKB debet waren dat de schuldregeling niet eerder kon worden opgepakt. Hoewel dit een verklaring is, rechtvaardigt die niet de vertraging. De Ombudsman merkt op dat de consulent de uiteindelijke schuldregeling (de vervolgfase) wel voortvarend lijkt te hebben opgepakt. Na ondertekening van de schuldregelingsovereenkomst zijn de schuldeisers direct benaderd. En bij uitblijven van reacties werd, zelfs meerdere malen, gerappelleerd. Toen uiteindelijk bericht van slechts één schuldeiser uitbleef, heeft de consulent daarmee persoonlijk contact opgenomen. De informatie die zij toen kreeg, bleek achteraf niet correct. Wat leidde tot een onvolledig schuldoverzicht op 29 november Dat kan de consulent niet verweten worden, omdat die mocht vertrouwen op de informatie van de woningbouwvereniging. Gevolg is dat het bemiddelingsvoorstel van 6 december 2012 niet compleet was en dus na bericht van de schuldeiser (14 december 2012) dat er toch sprake was van een vordering, moest worden aangepast. Hierdoor is helaas tijd verloren gegaan. Op basis van de reacties op het tweede voorstel van 21 december 2012 besloot de consulent op 7 januari 2013 de minnelijke schuldregeling te staken. Op 9 januari 2013 ontving betrokkene hierover een besluit. Volgens de behoorlijkheidsnorm voortvarendheid dient de gemeente zo snel en slagvaardig mogelijk te handelen. De Ombudsman stelt vast dat het budgetbeheer wellicht wat sneller geregeld had kunnen worden, maar dat het traject van minnelijke schuldsanering met voldoende voortvarendheid is behandeld. In deze handelde de GKB grotendeels behoorlijk. 3

4 2b. de behandeling van verzoeksters aanvraag Verzoekster stelt dat haar consulent bij de GKB in een paar zaken heeft nagelaten actie te ondernemen. Verzoekster stelt dat Vodafone zijn vordering op haar had willen kwijtschelden als de consulent maar contact met Vodafone had opgenomen. De GKB stelt dat de consulent toen nog niet in beeld was. Het bewuste aanbod van Vodafone in mei 2012 is voor de Ombudsman door het tijdsverloop niet te achterhalen. Verzoekster heeft het niet kunnen aantonen en de GKB stelt het niet te kennen. Daarbij blijkt Vodafone in augustus 2012 de GKB nog te hebben verzocht om de vordering binnen 30 dagen te betalen en in oktober 2012 desgevraagd te hebben bevestigd nog een vordering op verzoekster te hebben. Verder ging Vodafone akkoord met beide bemiddelingsvoorstellen van de GKB. In het licht van het door verzoekster gestelde aanbod (volledige kwijtschelding) is dat wel opmerkelijk. Ten tijde van de bemiddelingsvoorstellen werden van twee schuldeisers de lopende nota s niet betaald. Volgens de GKB doordat verzoeksters krappe budgetsituatie dat niet toeliet. En schuldeisers stoppen pas met hun incassomaatregelen (aanmaningen, dwanbevelen of beslag) als er een minnelijk of wettelijk akkoord is bereikt. De GKB heeft namelijk geen bevoegdheid om incassomaatregelen te laten beëindigen. Door het krappe budget hebben helaas nieuwe schulden kunnen ontstaan. De consulent stelde dat zij deze schulden niet tussentijds kon aflossen, omdat zij daarmee de andere schuldeisers zou benadelen. Dit is redelijk, maar voor verzoekster begrijpelijkerwijs frustrerend. De energieleverancier ging akkoord met het bemiddelingsvoorstel van 6 december, maar volgens verzoekster door toedoen van de consulent niet met het voorstel van 21 december Dit omdat de GKB niet uitging van het correcte bedrag. Aangezien in de beide voorstellen hetzelfde bedrag wordt genoemd en de energieleverancier met het eerdere voorstel wel akkoord ging, kan de Ombudsman de weigering op zich niet volgen. Verzoeksters schuld was op 20 april ,49. Op 21 december 2012 was de schuld echter ,97. Met verzoekster verbaast de Ombudsman zich dat de schuld meer dan verdubbeld is. Er blijken hier echter allerlei gerechtvaardigde verklaringen voor te zijn. Allereerst was de door verzoekster aangemelde schuld niet de daadwerkelijke schuld. Er was sprake van een hogere schuld dan betrokkene -te goeder trouw- heeft opgegeven. Tijdens het proces informeert de GKB uiteindelijk zelf bij de schuldeisers hoe hoog de feitelijke vorderingen zijn. En toen bleken er meer schuldeisers te zijn en de schuld bleek hoger. Daarnaast stelt de GKB dat de schuld tijdens het proces altijd oploopt. Incassomaatregelen worden namelijk pas gestopt als uiteindelijk de minnelijke schuldregeling een feit is. Tot die tijd loopt bijvoorbeeld de rente door of blijven deurwaarders met bijkomende kosten in beeld. Verder was er dus de krappe budgetsituatie waardoor er toch weer (nieuwe) schulden konden ontstaan. En zoals hierboven al is vastgesteld handelde de GKB in de zomer van 2012 ook niet altijd even voortvarend. Volgens de behoorlijkheidsnorm goede organisatie werkt de gemeente secuur en vermijdt slordigheden. Gelet op het bovenstaande stelt de Ombudsman vast dat de consulent schuldhulpverlening zorgvuldig heeft gehandeld. Van de door verzoekster gestelde nalatigheid is geen sprake. De Ombudsman constateert dan ook dat (de consulent van) de GKB zich jegens verzoekster behoorlijk heeft gedragen. 4

5 Bijlage bij het eindrapport, dossiernr VERSLAG VAN BEVINDINGEN Klacht Verzoekster beklaagt zich over de aanpak van de minnelijke schuldsanering door haar consulent schuldhulpverlening van de GKB waardoor zij ten onrechte in de WSNP is gekomen. Toelichting op de klacht Verzoekster stelt dat door toedoen van haar consulent schuldhulpverlening (hierna consulent) haar minnelijke schuldsanering is mislukt. De schuldhulpbemiddeling heeft zij volgens betrokkene niet voortvarend opgepakt en zij heeft tijdens het proces verschillende steken laten vallen. Verzoekster zet haar ervaring als volgt uiteen. Op onderdelen aangevuld met kanttekeningen van de Ombudsman. 1. Verzoekster had dringend hulp nodig voor haar schulden en is daarvoor op 7 december 2011 bij de GKB geweest. Zij kreeg toen echter te horen dat die vanwege een recente schuld niets voor haar kon doen. Ze moest over drie maanden maar weer terugkomen. Naar de reden en omstandigheden van het ontstaan van die schuld wilde de GKB niet luisteren. 2. Op 20 april 2012 is verzoekster weer naar de GKB gegaan. De GKB heeft daarop zijn vooronderzoek schuldhulpbemiddeling gestart. 3. Eén van verzoeksters schuldeisers was Vodafone. Toen verzoekster begin mei 2012 met Vodafone contact had over haar schuld en de schuldbemiddeling door GKB, kreeg zij te horen dat als de GKB even met hen belt, de schuld ( 550,13) zou worden kwijtgescholden. Dat heeft verzoekster haar consulent direct gemeld, maar die wilde hierin geen actie ondernemen. De schuld zou toch meegenomen worden in de schuldsanering, aldus de consulent. Dus laat maar klappen. Betrokkene begrijpt niet dat haar consulent hier zo luchtig over deed. Haar schuld bij Vodafone had met één enkel telefoontje opgelost kunnen worden. 4. Op 7 juni 2012 is door de consulent een plan van aanpak opgesteld. Daarop is op 13 juni 2012 het budgetbeheer opgestart en is op 15 juni de aanvraag schuldregeling officieel in behandeling genomen. 5. Op 16 oktober 2012 heeft verzoekster een schuldregelingsovereenkomst ondertekend. Door ziekte van betrokkene kon een eerdere afspraak op 26 september 2012 hiervoor niet doorgaan. Desondanks blijft het onduidelijk waarom het toch meer dan drie maanden heeft moeten duren, voordat de consulent met de overeenkomst kwam. 6. Na ondertekening van de overeenkomst stuurde de consulent op 16 oktober 2012 alle schuldeisers een brief om aan te geven wat hun vorderingen op verzoekster zijn. Op 28 november 2012 heeft de consulent naar aanleiding van de reacties een schuldenoverzicht opgesteld. Dat heeft verzoekster op 29 november 2012 ondertekend. 7. De aangemelde schuld van 7.577,49 (20 april 2012) was door het tijdsverloop inmiddels opgelopen tot ,60. En dit laatste bedrag is nog exclusief de schuld bij haar woningbouwvereniging. Deze vordering wordt in een later stadium nog bij de schuld opgeteld. 8. Verzoekster constateert dat het schuldenoverzicht ook een lopende nota ad 128 van haar energieleverancier betreft. Op zich was er ook een vordering ( 405,67) maar die was aan een deurwaarder uitbesteed. De nota van 128 diende via het budgetbeheer bij de GKB te worden betaald en dat blijkt niet te zijn gebeurd. Om die reden ging de energieleverancier niet akkoord met het schuldbemiddelingsvoorstel van 21 december Alleen als het bedrag van 128 alsnog werd betaald, wilde die medewerking verlenen. Volgens verzoekster heeft de consulent in deze steken laten vallen. 1

6 9. Op 6 december 2012 heeft de consulent, op de woningbouwvereniging na, alle schuldeisers (totale schuld inmiddels ,82) een schuldbemiddelingsvoorstel gedaan met het verzoek hiermee akkoord te gaan. 10. Naar aanleiding van deze brief schreef verzoeksters provider de consulent op 13 december 2012 dat een recente factuur niet was voldaan en daardoor een nieuwe vordering is ontstaan. De provider ging daarom niet akkoord met het voorstel van 6 december Verzoekster stelt wederom dat als de GKB in het kader van budgetbeheer gewoon de factuur had betaald, haar provider had ingestemd met het voorstel. Die meldde in zijn brief dat als de factuur alsnog op korte termijn zou worden voldaan, die nogmaals naar het voorstel zou kijken. De consulent heeft ook daar niet meer op gereageerd. Verzoekster stelt door het handelen van de GKB ten onrechte met een weigerachtige schuldeiser te zitten. 11. De consulent heeft op 21 december 2012 wederom alle schuldeisers (nu inclusief de woningbouwvereniging) een schuldbemiddelingsvoorstel gedaan (totale schuld nu ,97). 12. Op verzoeksters vraag naar de reden van dit nieuwe voorstel, meldde de consulent dat de berekening van het eerdere voorstel verkeerd was. Dat had volgens de consulent te maken met de schuld bij SOZAWE. Verzoekster begrijpt dit niet omdat de bewuste schuld in beide schuldbemiddelingsvoorstellen is betrokken. 13. Wat de Ombudsman niet begrijpt is waarom de consulent bij het voorstel van 6 december 2012 de schuld van de woningbouwvereniging niet heeft betrokken. Zij wist dat betrokkene een huurschuld had, alleen nog niet hoe hoog. Die informatie ontving zij (pas) op 14 december Het schuldbemiddelingsvoorstel van 6 december 2012 was dan ook niet volledig en lijkt daardoor niet correct. 14. De schuldeisers kregen van de consulent in het voorstel van vrijdag 21 december 2012 tot maandag 7 januari 2013 de tijd om te reageren. Dus in de periode van Kerst en Oud en Nieuw, waarin veel instanties dicht zijn of met minimale bezetting werken. Dat de meeste schuldeisers niet vóór de 7 de januari hebben gereageerd, was ook naar oordeel van de Ombudsman niet verwonderlijk. Zij constateert dat op die datum zelfs van de gemeente Groningen (SOZAWE en de afdeling Belastingen) geen reactie binnen was. Met verzoekster begrijpt de Ombudsman dan ook niet waarom de consulent deze termijn in deze periode heeft gesteld. Het voorstel leek daardoor namelijk gedoemd te mislukken. 15. Van de 21 schuldeisers hebben vóór 7 januari 2013 enkele schuldeisers gereageerd op het voorstel van 21 december 2013: 3 gingen niet akkoord en 5 gingen akkoord. De rest (13) had niet gereageerd. Naderhand kwam op 14 januari en 4 februari 2013 nog een akkoordverklaring van het CJIB en van de afdeling Belastingen binnen. Volgens de consulent te laat. 16. Op 7 januari 2013 stuurde de consulent verzoekster een brief dat de minnelijke schuldsanering niet doorging omdat niet alle schuldeisers hadden gereageerd. De consulent heeft daarop op 9 januari 2013 alle schuldeisers aangeschreven dat de GKB zijn schuldbemiddelingsactiviteiten heeft beëindigd. Met als gevolg dat het voor de schuldeisers, die vóór de 7 de januari nog niets van zich hadden laten horen, geen reden meer was om te reageren. Ook niet voor degenen die eerder wel akkoord waren gegaan met het voorstel van 6 december Volgens de GKB worden schuldeisers die niet reageren op een schuldbemiddelingsvoorstel beschouwd als weigerachtige schuldeisers. Verzoekster vindt dat niet terecht, zeker gelet op de onredelijke termijn die zij hebben gekregen om te reageren. 18. De GKB stelt verder dat als meer dan twee schuldeisers niet akkoord gaan een minnelijke schuldsanering niet mogelijk is. Op 7 januari gingen drie schuldeisers niet akkoord. Eén van die schulden betrof (zoals hierboven al geschetst) echter een lopende nota van verzoeksters energieleverancier en was dus geen schuld. Daarbij merkt verzoekster op dat de schuld van de andere schuldeiser die niet akkoord ging op 24 januari 2013 is afgelost. In feite was er maar één schuldeiser die niet akkoord ging, namelijk een opleidingsinstituut. 2

7 Verzoekster stelt door toedoen van de consulent en zeer tegen haar zin te zijn gedwongen om een WSNP-procedure te starten. In het begin nam de consulent alle tijd met het opstellen van de schuldregelingsovereenkomst, maar daarna moest het opeens erg snel. Met als gevolg dat schuldeisers vanwege de kerstvakantie geen kans hebben gekregen om te reageren op het tweede schuldbemiddelingsvoorstel. Verder stelt verzoekster dat de consulent niet de kansen heeft benut om de schulden van betrokkene te verminderen dan wel nieuwe schulden te voorkomen. Verzoekster stelt door de houding van de consulent uiteindelijk een veel hogere schuld te hebben gekregen. Op 28 november 2013 heeft de Ombudsman verzoeksters klacht en de uitgebreide toelichting daarop voorgelegd aan de GKB. Reactie van de dienst op 8 januari 2014 Naar aanleiding van de brief van 28 november 2013 heeft de Ombudsman op 8 januari 2014 een gesprek gehad met de teamleider, de consulent en de beleidsmedewerker van de GKB. Tijdens het gesprek gaf de GKB uitleg hoe een aanvraagprocedure schuldregeling in het algemeen verloopt. Daarnaast is verzoeksters klacht in grote lijnen besproken. Daarbij kwam het volgende aan de orde. Indien er sprake is van een recente schuld kan er geen aanvraag schuldregeling worden ingediend. In beginsel dienen schulden ouder te zijn dan een jaar. Daarom is verzoekster in december 2011 door de frontoffice gemeld te wachten met haar aanvraag. Hoewel de consulent op 15 juni 2012 (plan van aanpak) de aanvraag schuldregeling op naam heeft gekregen, is zij pas met de behandeling begonnen nadat verzoekster de schuldregelingsovereenkomst heeft ondertekend. En dat was op 16 oktober Eerder kon niet, omdat eerst het budgetbeheer geregeld moest zijn. Dit is namelijk een voorwaarde voor een minnelijke schuldregeling. Met betrekking tot Vodafone stelt de consulent verzoekster daarover niet te hebben gesproken. Zij was in mei 2012 nog niet in beeld. De GKB was toen nog druk doende het budgetbeheer op te starten. Van het bewuste verzoek is binnen de GKB echter ook niets bekend. Wat betreft de periode tussen 15 juni 2012 (plan van aanpak) en 16 oktober 2012 (ondertekening overeenkomst) stelt de GKB het volgende. Het regelen van het budgetbeheer had even tijd nodig. Gezorgd moest worden dat al verzoeksters inkomsten bij de GKB binnenkwamen. Eerder was reservering voor de aflossing van schulden namelijk niet mogelijk. Wel werd dit proces vertraagd door ziekte, de grote werkvoorraad en de vakantieperiode. Over de reden waarom de schuld van de woningbouwvereniging niet in het schuldoverzicht van 29 november 2012 werd genoemd stelt de consulent dat zij hierover telefonisch contact heeft gehad met de woningbouwvereniging. Die was namelijk de enige schuldeiser die maar niet reageerde op haar verzoeken om informatie over verzoekers schuld. Van de woningbouwvereniging kreeg de consulent toen te horen dat er geen schuld was. Er was voor de consulent geen reden om te twijfelen aan de informatie van de woningbouwvereniging en daarom ontbrak die als schuldeiser in het schuldenoverzicht. Het bemiddelingsvoorstel van 6 december 2012 moest dus worden aangepast toen de woningbouwvereniging alsnog meldde dat verzoekster een schuld had. De consulent ontkent verzoekster te hebben gemeld dat het voorstel door een fout in de berekening moest worden aangepast. Op de vraag hoe het zit met de korte termijn (21 december 7 januari) stelt de consulent dat de schuldeisers op 21 december 2012 zijn gevraagd binnen 21 dagen te reageren. Dus niet vóór 7 januari De GKB toonde daarop de bewuste brieven. 3

8 De vraag is dan echter waarom de consulent toch op 7 januari 2013 heeft besloten de minnelijke schuldregeling te beëindigen en niet die 21 dagen af te wachten. De consulent stelde dat op dat moment voor haar duidelijk was dat een minnelijke schuldregeling niet meer zou lukken. Er hadden al drie schuldeisers aangegeven niet te willen meewerken. En ook SOZAWE had al in een eerder stadium gemeld niet te willen meedoen omdat de schuld door fraude (niet voldoen aan de inlichtingenplicht) is ontstaan. En vanwege het aantal weigerachtige schuldeisers behoorde een dwangakkoord via de rechter ook niet meer tot de mogelijkheden. De consulent concludeerde op basis hiervan dat het geen zin had om de termijn nog af te wachten. Omdat alleen nog een schuldregeling via de WSNP mogelijk was, heeft de consulent in verzoeksters belang per direct de minnelijke schuldbemiddeling gestaakt om zo snel mogelijk de WSNP-procedure te starten. De Ombudsman merkt op dat in de reactie op de interne klachtafhandeling deze afweging niet wordt vermeld. Er wordt daarin enkel gesproken over het aantal weigerachtige schuldeisers (5) en dat schuldeisers die niet reageren ook worden gezien als weigerachtige schuldeisers (9). Deze motivering lijkt dan niet correct. De GKB geeft daarbij aan dat de onderbouwing inderdaad inzichtelijker had gemoeten. Verder vroeg de Ombudsman dat als een fraudeschuld bij SOZAWE een belemmering is en de fraudeschuld van begin af aan al bekend is, waarom de minnelijke schuldregeling toch is gestart. De consulent meldde dat om betrokkenen tegemoet te komen altijd wordt gekeken of SOZAWE toch niet bereid is tot medewerking. En daar leek het in eerste instantie wel op. SOZAWE meldde de GKB namelijk als preferente schuldeiser een dubbel percentage te willen ontvangen. Pas naar aanleiding van het voorstel van 6 december 2012 gaf SOZAWE aan niet mee te willen werken. Ondanks deze weigering is er toch een tweede voorstel op 21 december 2012 uitgegaan. De reden daarvoor is volgens de GKB dat als SOZAWE de enige weigerachtige schuldeiser zou zijn die eventueel via een dwangakkoord alsnog gedwongen zou kunnen worden. Uiteindelijk bleken er meerdere weigerachtige schuldeisers. Wat betreft de lopende rekeningen die door het budgetbeheer niet werden betaald, stelt de GKB dat het budget van verzoekster door beslag en verrekeningen op haar inkomsten dermate krap was dat vaste lasten soms niet konden worden betaald. Uiteindelijk kan de GKB niet meer uitgeven dan er aan inkomsten binnenkomt. Een lopende rekening die niet kan worden betaald, wordt dan feitelijk een schuld. Ten slotte meldt de GKB dat verzoekster in die periode ook haar budgetbeheer had beeindigd. En dat is wel de voorwaarde voor een minnelijke schuldbemiddeling. Omdat verzoekster zich niet meer aan de voorwaarden hield, had de aanvraag schuldregeling ook om die reden stopgezet moeten worden. De GKB heeft verder een memo overlegd waarin die puntsgewijs ingaat op verzoeksters klacht en haar toelichting. Gelet op het gesprek diende de memo op een paar punten te worden aangepast. Op 20 januari 2014 heeft de Ombudsman de aangepaste versie ontvangen (zie bijlage). Nadere bevindingen van de Ombudsman de procedure schuldregeling in het algemeen Tijdens een intakegesprek bij de GKB doet iemand een aanvraag schuldregeling. Als betrokkene daarna alle benodigde gegevens heeft ingediend, kan een plan van aanpak worden opgesteld. Pas dan kan het budgetbeheer worden geregeld. Zoals zorgen dat alle inkomsten bij de GKB binnenkomen. Zodra dat is gebeurd, kan de GKB het budget beheren, zoals vaste lasten betalen, leefgeld overmaken en reserveren voor de aflossing van schulden. Pas als het budgetbeheer is geregeld, kan de GKB bezig met de schuldbemiddeling. Er wordt een schuldregelingsovereenkomst opgesteld en getekend. En de door betrokkene opgevoerde schuldeisers worden gevraagd naar de schuld. Op basis van hun reactie wordt door de GKB een schuldoverzicht opgesteld. 4

9 Betrokkene wordt uitdrukkelijk gevraagd of alle schulden in het overzicht worden genoemd en dan verzocht om het overzicht voor akkoord te tekenen. Op basis van dit overzicht, waar alle schulden en de hoogte daarvan zijn genoemd, wordt een schuldbemiddelingsvoorstel gedaan. Daarbij worden dus alleen de in het schuldoverzicht genoemde schuldeisers bij betrokken. Als het schuldoverzicht is ondertekend dan wordt het schuldbemiddelingsvoorstel opgesteld en naar de schuldeisers gestuurd met het verzoek hierop te reageren. Als ze allemaal positief reageren, kan de minnelijke schuldregeling worden uitgevoerd. Als enkele weigeren dan kan afhankelijk van de hoogte van de schuld een dwangakkoord via de rechter worden bedongen. Als er meer dan twee weigeren dan is de minnelijke schuldregeling mislukt en is de WSNP nog de enige mogelijkheid. staken van de minnelijke schuldregeling Verzoekster is het niet eens met het feit dat de minnelijke schuldregeling is gestaakt. De reden hiervoor, zoals die is verwoord in de reactie van SOZAWE van 27 augustus 2013 op haar interne klacht, lijkt in deze niet adequaat. Naast dat de aantallen akkoordverklaringen, weigeringen en uitblijven van reacties niet correct zijn, wordt niet inzichtelijk waarom op 7 januari 2013 is besloten de minnelijke schuldregeling te staken terwijl de reactietermijn nog niet is verstreken. Tijdens het gesprek bij de GKB lijkt die duidelijkheid er wel te komen. Op 7 januari 2013 hadden inmiddels al enkele schuldeisers op het schuldbemiddelingsvoorstel van 21 december 2012 gereageerd. Drie schuldeisers hadden aangegeven niet mee te willen werken. Dat één van de schulden eind januari 2013 alsnog werd voldaan, doet daaraan niets af. Op 7 januari 2013 was er sprake van een weigerachtige schuldeiser. Dat door het uitblijven van een betaling van een lopende nota een andere schuldeiser, die wel akkoord ging met het voorstel van 6 december 2012, nu medewerking weigerde, is begrijpelijkerwijs teleurstellend. De GKB stelt in dat kader dat verzoeksters krappe budgetsituatie de reden is dat de lopende nota niet kon worden betaald. Een opleidingsinstituut wilde al naar aanleiding van het eerste voorstel geen medewerking verlenen en herhaalde dat opnieuw na het tweede voorstel. Nu ook SOZAWE al in een eerder stadium had aangegeven vanwege de fraudeschuld niet mee te willen doen en voor de GKB duidelijk was dat die bij zijn standpunt zou blijven, zag de GKB geen mogelijkheid (ook niet via dwangakkoord) om nog tot een minnelijke schuldsanering te komen. Met deze toelichting lijkt de GKB de gebrekkige motivering van zijn handelen alsnog te corrigeren. de behandeling van verzoeksters aanvraag Verzoekster stelt dat haar consulent gedurende de behandeling van haar aanvraag schuldregeling niet adequaat heeft gehandeld, waardoor zij ten onrechte in de WSNP is gekomen. Geconstateerd moet worden dat de consulent zich vanaf 16 oktober 2012 (het moment van ondertekening van de schuldregelingsovereenkomst) daadwerkelijk met de schuldregeling heeft bezig gehouden. Nu verzoekster zich al op 20 april 2012 bij de GKB had gemeld voor een schuldregeling, kan de Ombudsman gelet op verzoeksters financiële problemen haar gevoel wel voorstellen dat de zaak niet voortvarend is aangepakt. Dat de schulden niet direct kunnen worden opgepakt, is echter begrijpelijk. Eerst dient het budgetbeheer, een voorwaarde voor een minnelijke schuldregeling, te worden geregeld. Zonder budget is er namelijk geen mogelijkheid om te reserveren voor eventuele aflossing van schulden. En voor de schuldregeling is dat noodzakelijk. 5

10 Uit onderzoek blijkt echter ook dat ziekte, een grote werkvoorraad en de vakantieperiode bij de GKB debet waren dat de schuldregeling niet eerder kon worden opgepakt. Hoewel dit een verklaring is, rechtvaardigt die niet de vertraging. De Ombudsman merkt op dat de consulent de uiteindelijke schuldregeling (de vervolgfase) wel voortvarend lijkt te hebben opgepakt. Na ondertekening van de schuldregelingsovereenkomst zijn de schuldeisers direct benaderd. En bij uitblijven van reacties werd, zelfs meerdere malen, gerappelleerd. Toen uiteindelijk bericht van slechts één schuldeiser uitbleef, heeft de consulent daarmee persoonlijk contact opgenomen. De informatie die zij toen kreeg, bleek achteraf niet correct. Wat leidde tot een onvolledig schuldoverzicht op 29 november Dat kan de consulent niet verweten worden, omdat die mocht vertrouwen op de informatie van de woningbouwvereniging. Gevolg is dat het bemiddelingsvoorstel van 6 december 2012 niet compleet was en dus na bericht van de schuldeiser (14 december 2012) dat er toch sprake was van een vordering, moest worden aangepast. Hierdoor is helaas tijd verloren gegaan. Op basis van de reacties op het tweede voorstel van 21 december 2012 besloot de consulent op 7 januari 2013 de minnelijke schuldregeling te staken. Op 9 januari 2013 ontving betrokkene hierover een besluit. Volgens verzoekster heeft de consulent in een paar zaken nagelaten actie te ondernemen. Wat betreft de kwestie met Vodafone was de consulent nog niet in beeld. Het bewuste aanbod van Vodafone in mei 2012 is voor de Ombudsman door het tijdsverloop niet te achterhalen. De GKB stelt die in elk geval niet te kennen. Verder moet worden geconstateerd dat Vodafone de GKB in het najaar van 2012 desgevraagd heeft gemeld nog een vordering op verzoekster te hebben. En ging Vodafone akkoord met beide bemiddelingsvoorstellen. In het licht van het door verzoekster gestelde aanbod (volledige kwijtschelding) is dat wel opmerkelijk. Ten tijde van de bemiddelingsvoorstellen werden van twee schuldeisers de lopende nota s niet betaald. Volgens de GKB doordat verzoeksters krappe budgetsituatie dat niet toeliet. Dit had wel tot gevolg dat er nieuwe schulden ontstonden. De consulent stelde dat zij deze schulden niet tussentijds kon aflossen, omdat zij daarmee de andere schuldeisers zou benadelen. Dit lijkt redelijk, maar voor verzoekster begrijpelijkerwijs frustrerend. De energieleverancier ging akkoord met het bemiddelingsvoorstel van 6 december, maar volgens verzoekster door toedoen van de consulent niet met het voorstel van 21 december Dit omdat de GKB niet uitging van het correcte bedrag. Aangezien in de beide voorstellen hetzelfde bedrag wordt genoemd en de energieleverancier met het eerdere voorstel wel akkoord ging, kan de Ombudsman de weigering op zich niet volgen. Verzoeksters schuld was op 20 april ,49. Op 21 december 2012 was de schuld echter ,97. Vooropgesteld zij dat de door verzoekster aangemelde schuld niet de daadwerkelijke schuld hoeft te zijn. Er kan altijd sprake zijn van een hogere schuld dan dat betrokkene -zelfs te goeder trouw- heeft opgegeven. Uiteindelijk zal de GKB altijd zelf nagaan hoe hoog de feitelijke vorderingen zijn. In casu gebeurde dat op 16 oktober Daarnaast stelt de GKB dat de schuld tijdens het proces altijd oploopt. Incassomaatregelen worden namelijk pas gestopt als uiteindelijk de minnelijke schuldregeling een feit is. Tot die tijd loopt bijvoorbeeld de rente door of blijven deurwaarders met bijkomende kosten in beeld. Verder was er dus de krappe budgetsituatie waardoor er toch weer (nieuwe) schulden konden ontstaan. En zoals hierboven al is vastgesteld handelde de GKB in de zomer van 2012 ook niet altijd even voortvarend. Al met al zijn er meerdere redenen waarom de schuld kan zijn opgelopen. Met verzoekster verbaast de Ombudsman zich echter dat de schuld in haar geval meer dan verdubbeld is. 6

11 Bijlage verslag van bevindingen Memo SOZAWE/GKB De reactie volgt de punten zoals uiteengezet in de toelichting op de klacht. 1. Vanwege een recente bestelling bij postorderbedrijf kon er geen aanvraag schuldregeling worden ingediend. De reden van het ontstaan van de schulden is niet van belang. Wij weten uit ervaring dat het postorderbedrijf niet akkoord gaat met een schuldregeling als het om een recente aankoop gaat. Schuld moet minimaal 1 jaar oud zijn Bij een schuldregeling worden alle schuldeisers gelijk behandeld en het heeft geen zin om te bellen met Vodafone zodat die een schuld zou kwijtschelden. In mei was de consulent nog niet met de aanvraag schuldregeling bezig. Zij is begonnen met de aanvraag op 16 oktober 2012 toen de schuldregelingsovereenkomst is getekend door verzoekster. 4. Na het plan van aanpak gaat een aanvraag budgetbeheer/schuldregeling naar het team budgetbeheer. Pas als het eerste inkomen binnenkomt bij de GKB kan een schuldregeling gestart worden. Op 15 juni heeft de consulent de aanvraag op naam gekregen. Vanwege de vakantieperiode en ziekte van klant kon de schuldregelingsovereenkomst pas op 16 oktober getekend worden en toen ging de schuldregeling dan ook van start. 5. Zie boven Dat schuldbedragen oplopen tijdens een aanvraag is normaal. De schuldeisers stoppen pas met hun incassomaatregelen als een schuldregeling tot stand is gekomen. Dus als alle schuldeisers akkoord zijn met het voorstel. Bij de aanmelding gaf klant aan 17 vorderingen te hebben. Tijdens de inventarisatieperiode bleken dit er 21 te zijn. 8. De nota van energieleverancier bleek een lopende last te zijn die niet betaald kon worden vanuit het budget vanwege beslag en verrekening. Door de leverancier is bij de inventarisatie deze vordering doorgegeven als een schuld. 9. De woningbouwvereniging had bij de inventarisatie drie keer niet gereageerd op een brief. Eerst had de woningbouwvereniging telefonisch aangegeven dat er geen vordering was. Later meldde de woningbouwvereniging wel een vordering te hebben op klant. 10. De provider: het budget was dermate krap door loonbeslag en een inhouding op de uitkering door SOZAWE dat de factuur niet betaald kon worden. Daarom is deze schuld meegegaan in de schuldregelingsaanvraag. 11. Nieuw voorstel: Omdat de woningbouwvereniging toch een vordering bleek te hebben, moest er een nieuw voorstel komen. 12. Zie boven 13. Zie boven 14. Er waren 21 schuldeisers. Er lag beslag op het inkomen en er werd ingehouden op de uitkering door SOZAWE waardoor het budget dermate krap was. Er waren 5 akkoorden en al 3 niet akkoord. Bij een geslaagde minnelijke regeling moeten alle schuldeisers akkoord gaan. De vordering van SOZAWE betrof een fraudevordering. In de eerste reactie van SOZAWE liet men weten een dubbel percentage te willen ontvangen. Op 6 december heeft SOZAWE aangegeven niet akkoord te gaan met ons voorstel. Er waren op 7 januari 2013 al genoeg weigerachtige schuldeisers om de aanvraag schuldregeling te beëindigen. Een dwangakkoord behoorde niet tot de mogelijkheden omdat er teveel weigerachtige schuldeisers waren, meer dan twee. 15. Zie boven Zie boven Inmiddels had verzoekster op haar verzoek het budgetbeheer beëindigd. Vanuit de GKB een voorwaarde voor een lopende aanvraag schuldregeling en schuldbemiddeling. Hierdoor zou de behandeling van de aanvraag schuldregeling ook al stopgezet moeten worden omdat verzoekster zich niet meer aan de voorwaarden hield. (deze stelling blijkt niet juist te zijn, zie verderop) Op 29 mei 2013 heeft verzoekster een klacht ingediend en op 13 augustus heeft de GKB een gesprek met klant gehad, of in elk geval geprobeerd. Betrokkene wilde alleen schadeloos gesteld worden. 7

12 Reactie van verzoekster van op het verslag van bevindingen Verzoekster heeft de volgende reactie gegeven, die op sommige punten al is voorzien van een reactie van de Ombudsman. Ik begin bij punt 5 van de toelichting op de klacht. Ik had een afspraak op 25 september 2012 met de consulent. Ik heb die dag afgebeld, omdat ik erge griep had. Vervolgens kon ik pas 16 oktober van haar kant uit weer een nieuwe afspraak krijgen. Als het aan mij had gelegen, kon ik gewoon 2 dagen later ook wel. Dat wil ik even uit de weg hebben, omdat er staat: door ziekte. Ik wil nu verder gaan over Vodafone: Er wordt verklaard dat niemand iets weet van een telefoontje waarmee de schuld kon worden opgelost. Ik heb een paar kopieën meegestuurd, waarin ik al eerder dit heb aangegeven. Er is gewoonweg niet op gereageerd, behalve met de opmerking: ach, laat maar klappen, het komt toch wel bij de schuld op. De GKB beweerd dat ze hier niets van af weten, daarom kopieën die bewijzen dat ik het hier al vaker met ze over heb gehad. Na bestudering van de bijgevoegde stukken stelt de Ombudsman het volgende vast. Op 17 augustus 2012 heeft Vodafone de GKB geschreven. Echter niet over kwijtschelding van haar vordering op verzoekster, maar om betaling binnen 30 dagen van de nog openstaande vordering. De overige stukken over dit onderwerp betreffen s uit Nadat de minnelijke schuldregeling is beëindigd. Met deze stukken is het kwijtscheldingsaanbod van Vodafone en de contacten in 2012 hierover van verzoekster met de GKB niet aangetoond. Ik heb op 20 april voor het eerst een gesprek gehad met de consulent frontoffice. Daarin heb ik het ook al over Vodafone gehad, dus de opmerking/constatering van de GKB dat ik in mei nog niet in beeld was is niet correct. De Ombudsman merkt op dat de GKB stelt dat de consulent schuldhulpverlening in mei 2012 nog niet in beeld was. Nu wil ik het hebben over: de reactie van de dienst met betrekking tot budgetbeheer. Zij geven aan dat ik te weinig inkomen had en dat het even geduurd heeft om het budgetbeheer op gang te krijgen. Ik ben sinds eind juni 2012 in het budgetbeheer gekomen. Ik ga er vanuit dat zij weten wat ze doen. Het enige wat ik krijg te horen is dat er te weinig inkomen binnen komt, want er ligt te veel beslag op mijn inkomen. Ik wist niet van het bestaan van de beslagvrije voet en vrij te laten bedrag. Nu weet ik dat wel. Het verbaast mij dan ook met terugwerkende kracht, waarom er nooit iemand actie heeft ondernomen om al die inhoudingen/beslag op uitkering te laten stoppen. Ik vind dit toch echt een verantwoordelijkheid van de GKB. Nu wil ik het graag hebben over de reactie van de dienst met betrekking tot mijn huurschuld van de woningbouwvereniging. Ik ben erg verbaasd over de vreemde absolute onwaarheid van de uitspraak dat de consulent telefonisch contact heeft gehad met de woningbouwvereniging, waarin ze te horen zou hebben gekregen dat er geen schuld was. Sorry hoor, dit was al lang bekend bij de GKB. Vanaf dag één, de intake met de consulent frontoffice op 20 april. Ook hier heb ik een kopie van meegestuurd. En ik heb er nog veel meer mee gestuurd, omdat ik niet weet welk bewijs u het beste vindt. Ik vind dit echt bespottelijk: Bij de intake hebben we direct al gebeld met de woningbouwvereniging en er is direct afgesproken om in ieder geval 20 euro per maand extra af te lossen, totdat bekend zou worden of ik in de schuldenregeling o.i.d. terecht zou komen. Iedereen kan en had dit moeten weten, Ook de schuld direct opgegeven op 20 april. Waarom zou ik dat doen als het niet bestaat? Maar u kunt uw eigen bevindingen doen aan de hand van de kopieën die ik heb meegestuurd. In reactie hierop merkt de Ombudsman op dat de kwestie niet is dat verzoekster haar schuld bij de woningbouwvereniging bij de intake zou hebben opgegeven. Dat heeft verzoekster netjes gedaan, stelt ook de GKB. Probleem is echter dat toen de GKB in het najaar van 2012 bij de woningbouwvereniging informeerde naar de hoogte van de schuld, die meldde dat er geen schuld meer was. Er is geen reden waarom de GKB niet op de informatie van de woningbouwvereniging mocht vertrouwen en daarnaar mocht handelen. Dat de informatie van de woningbouwvereniging achteraf niet juist was, is de GKB dus niet te verwijten. 8

13 Mijn bevindingen: Al met al met terugwerkende kracht, vind ik het een grote puinhoop geweest als ik het heb over de dienstverlening van de GKB naar mij toe. Ik ben van mening dat zij de inhoudingen, die op mijn uitkering werden gehouden, hadden kunnen stoppen. Ook de energieleverancier was geen schuld! Ik kreeg zelfs 11 euro terug. Zoals ik al aangaf: ook met terugwerkende kracht ben ik niet schuldig bevonden aan fraude bij de dienst. Door ondoorzichtigheid van de GKB is het een vaag verhaal gebleven. Ik kan aan de gang blijven, maar als je alles eerlijk bij langs gaat, blijven er 2 schuldeisers over: SOZAWE en een opleidingsinstituut. Oh ja, ook vind ik het niet uitbetalen van weekgeld, omdat de maandag op 28 augustus viel zeer ernstig. Ik kreeg maar 35 euro in de week in die tijd. Het uitbetalen van het weekgeld door de GKB is geen onderwerp van dit klachtenonderzoek, maar de opmerking van verzoekster is in de ogen van de Ombudsman terecht. Naar aanleiding van de bijlage bij het verslag van bevindingen (bij punt 17) Ik ben pas eind februari 2013 uit het budgetbeheer gegaan, nadat ik geen hulp meer kreeg van de GKB. Om nu te zeggen dat de lopende aanvraag alleen hierom stopgezet had moeten worden, raakt kant noch wal. Niet van toepassing. We waren klaar met elkaar. Ook deze opmerking van verzoekster is terecht, zie hieronder bij de reactie van de dienst. Reactie van de dienst van op het verslag van bevindingen De reactie van de dienst is als volgt. In de laatste zin van het verslag geeft u aan dat u zich erover verbaast dat de schuld van verzoekster meer dan verdubbeld is. Wij kunnen dat als volgt verklaren. Schuldeisers stoppen pas met hun incassomaatregelen als er een minnelijk dan wel wettelijk akkoord is bereikt. Zolang er geen akkoord is gaan zij door met hun incassomaatregelen en kan het voorkomen dat schuldbedragen dus erg oplopen vanwege alle incassokosten. Schuldbedragen kunnen verdubbelen ten opzichte van het oorspronkelijke schuldbedrag, De schuldhulpverlening let erop dat de beslagvrije voet juist wordt gehanteerd. De incassomaatregelen stopzetten vanuit de schuldhulpverlening behoort niet tot de mogelijkheden. Omdat verzoekster in tegenstelling tot de GKB stelde op 7 januari 2014, toen de GKB de minnelijke schuldhulpregeling eindigde, nog steeds in budgetbeheer te zijn, heeft de Ombudsman de GKB op dit punt om een reactie gevraagd. In reactie daarop meldde de GKB de Ombudsman op 19 februari 2014 dat verzoekster op dit punt gelijk heeft. Het budgetbeheer is pas later op haar verzoek beëindigd. 9

RAPPORT. Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Onderdeel : directie Werk Dossiernummer :

RAPPORT. Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Onderdeel : directie Werk Dossiernummer : RAPPORT Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Onderdeel : directie Werk Dossiernummer : 14.1.015 Klacht 1. Verzoeker stelt dat zijn klantmanager hem tijdens het evaluatiegesprek op

Nadere informatie

Het ondertekende verzoek tot onderzoek van 20 november 2009 is op 24 november 2009 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Het ondertekende verzoek tot onderzoek van 20 november 2009 is op 24 november 2009 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman. Dossiernummer 73-2009 Oordeel Verzoekster Mevrouw V.R. te Zwolle. Datum verzoekschrift Het ondertekende verzoek tot onderzoek van 20 november 2009 is op 24 november 2009 binnengekomen bij het secretariaat

Nadere informatie

Budgetbeheer/schuldhulpverlening Gemeente Almere Dienst Sociale Zaken Budget Bureau Almere Stadsbank Midden Nederland

Budgetbeheer/schuldhulpverlening Gemeente Almere Dienst Sociale Zaken Budget Bureau Almere Stadsbank Midden Nederland Rapport Gemeentelijke Ombudsman Budgetbeheer/schuldhulpverlening Gemeente Almere Dienst Sociale Zaken Budget Bureau Almere Stadsbank Midden Nederland 7 november 2008 RA0831232 Samenvatting Een inwoner

Nadere informatie

Trage afwikkeling schuldregeling Gemeente Zaanstad Dienst Publiek Gemeentelijke Kredietbank Zaanstreek

Trage afwikkeling schuldregeling Gemeente Zaanstad Dienst Publiek Gemeentelijke Kredietbank Zaanstreek Rapport Gemeentelijke Ombudsman Trage afwikkeling schuldregeling Gemeente Zaanstad Dienst Publiek Gemeentelijke Kredietbank Zaanstreek 23 augustus 2011 RA111137 Samenvatting Een man en een vrouw hebben

Nadere informatie

Datum verzoekschrift Het verzoek tot onderzoek is op 28 december 2012 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Datum verzoekschrift Het verzoek tot onderzoek is op 28 december 2012 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman. Dossiernummer 2012 091 Rapport Verzoeker De heer M. G. Almelo. Datum verzoekschrift Het verzoek tot onderzoek is op 28 december 2012 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman. Betreft

Nadere informatie

Rapport. Rapport over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te Leeuwarden. Rapportnummer: 2011/304

Rapport. Rapport over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te Leeuwarden. Rapportnummer: 2011/304 Rapport Rapport over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te Leeuwarden. Rapportnummer: 2011/304 2 Datum: 11 oktober 2011 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Nadere informatie

EINDRAPPORT. Bestuursorgaan : College van burgemeester en wethouders Onderdeel : directie inkomensdienstverlening Dossiernummer :

EINDRAPPORT. Bestuursorgaan : College van burgemeester en wethouders Onderdeel : directie inkomensdienstverlening Dossiernummer : EINDRAPPORT Bestuursorgaan : College van burgemeester en wethouders Onderdeel : directie inkomensdienstverlening Dossiernummer : 14.1.037 Klacht Er is verzoeker, in tegenstelling tot wat de sociale dienst

Nadere informatie

RAPPORT. Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Onderdeel : OCSW Dossiernummer :

RAPPORT. Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Onderdeel : OCSW Dossiernummer : RAPPORT Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Onderdeel : OCSW Dossiernummer : 14.1.001 Klacht Verzoekers stellen dat zij als direct-belanghebbenden door de gemeente niet zijn betrokken

Nadere informatie

Zij klaagt er voorts over dat de SVB de schade en kosten die het gevolg waren van de werkwijze van de SVB niet aan haar wil vergoeden.

Zij klaagt er voorts over dat de SVB de schade en kosten die het gevolg waren van de werkwijze van de SVB niet aan haar wil vergoeden. Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat de Sociale Verzekeringsbank (SVB), vestiging Breda het over 2006 van haar teruggevorderde en door haar in 2006 ook terugbetaalde bedrag aan Anw-uitkering

Nadere informatie

EINDRAPPORT. Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Onderdeel : GGD Dossiernummer :

EINDRAPPORT. Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Onderdeel : GGD Dossiernummer : EINDRAPPORT Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Onderdeel : GGD Dossiernummer : 14.1.052 Klacht Verzoekers zijn het er niet mee eens dat er geen rekening is gehouden met hun persoonlijke

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de gemeente Nijmegen hem niet (voldoende) financieel heeft gecompenseerd voor het feit dat de gemeente ten onrechte zijn schuldbemiddeling circa een jaar

Nadere informatie

Het college van de gemeente Geldermalsen;

Het college van de gemeente Geldermalsen; Het college van de gemeente Geldermalsen; gelet op de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, het raadsbesluit van 27 juni 2017 waarbij het Beleidsplan Schuldhulpverlening is vastgesteld en artikel 4:81

Nadere informatie

'Financiële nood door niet beslissen op verzoek om een persoonlijke betalingsregeling en op verzoek om toepassing van de beslagvrije voet'

'Financiële nood door niet beslissen op verzoek om een persoonlijke betalingsregeling en op verzoek om toepassing van de beslagvrije voet' Rapport 'Financiële nood door niet beslissen op verzoek om een persoonlijke betalingsregeling en op verzoek om toepassing van de beslagvrije voet' Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over

Nadere informatie

Rapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083

Rapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083 Rapport Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen te Gouda vanaf november 2002 onvoldoende heeft getracht om de

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Centraal Administratie Kantoor uit Den Haag. Datum: 04 augustus Rapportnummer: 2011/229

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Centraal Administratie Kantoor uit Den Haag. Datum: 04 augustus Rapportnummer: 2011/229 Rapport Rapport betreffende een klacht over het Centraal Administratie Kantoor uit Den Haag. Datum: 04 augustus 2011 Rapportnummer: 2011/229 2 Klacht Verzoekster klaagt over de gang van zaken rondom de

Nadere informatie

Laksheid bij schuldhulp Gemeente Almere Dienst Sociale Zaken Stadsbank Midden Nederland

Laksheid bij schuldhulp Gemeente Almere Dienst Sociale Zaken Stadsbank Midden Nederland Rapport Gemeentelijke Ombudsman Laksheid bij schuldhulp Gemeente Almere Dienst Sociale Zaken Stadsbank Midden Nederland 18 maart 2008 RA0821391 Samenvatting Een gezin in Almere, man, vrouw en drie kinderen,

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht betreffende het CAK te Den Haag. Rapportnummer: 2012/018

Rapport. Rapport over een klacht betreffende het CAK te Den Haag. Rapportnummer: 2012/018 Rapport Rapport over een klacht betreffende het CAK te Den Haag. Rapportnummer: 2012/018 2 Datum: 9 februari 2012 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het CAK weigert om voor de betaling van een openstaand

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van het College voor zorgverzekeringen. Datum: 10 mei 2012. Rapportnummer: 2012/078

Rapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van het College voor zorgverzekeringen. Datum: 10 mei 2012. Rapportnummer: 2012/078 Rapport Rapport betreffende een klacht over een gedraging van het College voor zorgverzekeringen Datum: 10 mei 2012 Rapportnummer: 2012/078 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het College voor zorgverzekeringen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 september 2007 Rapportnummer: 2007/205

Rapport. Datum: 28 september 2007 Rapportnummer: 2007/205 Rapport Datum: 28 september 2007 Rapportnummer: 2007/205 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) te Groningen geen duidelijkheid verstrekt over haar

Nadere informatie

Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 27 januari 2009 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 27 januari 2009 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman. Dossiernummer 09-2009 OORDEEL Verzoekster Mevrouw V. te Raalte. Datum verzoek Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 27 januari 2009 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Nadere informatie

Rapport. Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347

Rapport. Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347 Rapport Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347 2 Klacht Verzoekster klaagt over de wijze waarop notaris X te Q bij gelegenheid van de afwikkeling van haar echtscheiding heeft gehandeld met een

Nadere informatie

Een onderzoek naar het rekening houden met de beslagvrije voet bij loonbeslag door de Belastingdienst en het UWV

Een onderzoek naar het rekening houden met de beslagvrije voet bij loonbeslag door de Belastingdienst en het UWV Rapport Kopje onder Een onderzoek naar het rekening houden met de beslagvrije voet bij loonbeslag door de Belastingdienst en het UWV Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over het UWV en de

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV): het uitkeringsrecht waar zij naar aanleiding van de beslissing op bezwaar gedateerd 28 september

Nadere informatie

Rapport. Rapport inzake een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 29 maart Rapportnummer: 2011/103

Rapport. Rapport inzake een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 29 maart Rapportnummer: 2011/103 Rapport Rapport inzake een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 29 maart 2011 Rapportnummer: 2011/103 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Huurcommissie hem onvoldoende

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257

Rapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257 Rapport Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Belastingdienst/Rivierenland/kantoor Gorinchem bij zijn beschikking van 7 juli 2005 geen ambtshalve vermindering

Nadere informatie

Rapport. Datum: 3 februari 2011 Rapportnummer: 2011/005

Rapport. Datum: 3 februari 2011 Rapportnummer: 2011/005 Rapport Datum: 3 februari 2011 Rapportnummer: 2011/005 2 Klacht Beoordeling Conclusie Onderzoek Bevindingen Klacht 1. Verzoekster klaagt erover dat CZ Zorgkantoor haar tot twee keer toe ten onrechte een

Nadere informatie

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 13 november 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 17 november 2008 onder nummer 80-2008.

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 13 november 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 17 november 2008 onder nummer 80-2008. Dossiernummer 80-2008 OORDEEL Verzoeker De heer en mevrouw B. te Almelo Datum verzoek Het klachtenformulier is gedateerd 13 november 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 17 november 2008 onder nummer

Nadere informatie

Verzoekster klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Rotterdam:

Verzoekster klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Rotterdam: Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Rotterdam: haar over het jaar 2005 een viertal jaaropgaven heeft verstrekt, die niet allemaal correct

Nadere informatie

Naar aanleiding van de beslissing van de gemeente van 16 maart 2007 wendde verzoekster zich opnieuw tot de Nationale ombudsman.

Naar aanleiding van de beslissing van de gemeente van 16 maart 2007 wendde verzoekster zich opnieuw tot de Nationale ombudsman. Rapport 2 h2>klacht Verzoekster had een aanvraag ingediend om een WVG-voorziening, die de gemeente Wageningen had afgewezen, en het bezwaar dat verzoekster hiertegen had ingesteld, had de gemeente ongegrond

Nadere informatie

Verzoekster klaagt erover dat de Informatie Beheer Groep (IB-Groep):

Verzoekster klaagt erover dat de Informatie Beheer Groep (IB-Groep): Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat de Informatie Beheer Groep (IB-Groep): 1. haar in 2007 per e-mailbericht onjuiste informatie heeft verstrekt over haar rechten met betrekking tot de OV-Studentenkaart;

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat haar dochter, vooral als gevolg van de onduidelijke informatieverstrekking door de Informatie Beheer Groep, niet tijdig over haar OV-studentenkaart heeft

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het CAK. Datum: 28 november 2012. Rapportnummer: 2012/190

Rapport. Rapport over een klacht over het CAK. Datum: 28 november 2012. Rapportnummer: 2012/190 Rapport Rapport over een klacht over het CAK. Datum: 28 november 2012 Rapportnummer: 2012/190 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het CAK hem in het kader van zijn eigen bijdrage Zorg met Verblijf lange

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het UWV te Amsterdam. Datum: 19 september Rapportnummer: 2013/0128

Rapport. Rapport over een klacht over het UWV te Amsterdam. Datum: 19 september Rapportnummer: 2013/0128 Rapport Rapport over een klacht over het UWV te Amsterdam. Datum: 19 september 2013 Rapportnummer: 2013/0128 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV)

Nadere informatie

Op 15 oktober 2007 belde hij met de Kredietbank om te informeren naar de stand van zaken.

Op 15 oktober 2007 belde hij met de Kredietbank om te informeren naar de stand van zaken. Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat de Kredietbank Limburg tot 22 mei 2008 nog niet had beslist op de aanvraag voor een schuldregeling die zij op 13 maart 2007 had ingediend. Beoordeling

Nadere informatie

Tijdens het gesprek komen de inkomsten, uitgaven, achterstanden en/of schulden aan bod en ook de reden voor aanmelding.

Tijdens het gesprek komen de inkomsten, uitgaven, achterstanden en/of schulden aan bod en ook de reden voor aanmelding. Budget Support 1. Aanmelding Uiteraard begint het bij de aanmelding van de klant bij Budget Support. Dit kan de klant doen door langs te komen op kantoor, telefonisch, per e-mail of via het contactformulier

Nadere informatie

Rapport. Datum: 9 december 2002 Rapportnummer: 2002/374

Rapport. Datum: 9 december 2002 Rapportnummer: 2002/374 Rapport Datum: 9 december 2002 Rapportnummer: 2002/374 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat UWV Cadans, kantoor Amsterdam: 1. hem nog steeds geen duidelijkheid heeft verschaft over de financiële afwikkeling

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Oost-Brabant te Oss. Datum: 2 oktober Rapportnummer: 2013/138

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Oost-Brabant te Oss. Datum: 2 oktober Rapportnummer: 2013/138 Rapport Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Oost-Brabant te Oss Datum: 2 oktober 2013 Rapportnummer: 2013/138 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Belastingdienst/Oost-Brabant zijn beslagvrije

Nadere informatie

Rapport. Vergoeding griffierecht na bijna één jaar uitbetaald. Oordeel

Rapport. Vergoeding griffierecht na bijna één jaar uitbetaald. Oordeel Rapport Vergoeding griffierecht na bijna één jaar uitbetaald Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over de Belastingdienst/Toeslagen gegrond. Datum: 16 maart 2015 Rapport: 2015/054 2 SAMENVATTING

Nadere informatie

Rapport. Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/049

Rapport. Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/049 Rapport Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/049 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV), kantoor Haarlem: tot op het moment waarop zij zich

Nadere informatie

Trage behandeling restitutieverzoek

Trage behandeling restitutieverzoek Rapport Gemeentelijke Ombudsman Trage behandeling restitutieverzoek Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam Stadsdeel Oud-West RA0612517 21 december 2006 Samenvatting Op 9 januari 2004 wijst verzoekster

Nadere informatie

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 11 december 2011 en bij het secretariaat ingeboekt op 12 december onder nummer

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 11 december 2011 en bij het secretariaat ingeboekt op 12 december onder nummer Dossiernummer 2011 075 OORDEEL Verzoekster Mevrouw S. C. namens haar ouders: de heer en mevrouw I. C. te Hengelo. Datum verzoek Het klachtenformulier is gedateerd 11 december 2011 en bij het secretariaat

Nadere informatie

RAPPORT. Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Onderdeel : Stadsontwikkeling Dossiernummer :

RAPPORT. Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Onderdeel : Stadsontwikkeling Dossiernummer : RAPPORT Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Onderdeel : Stadsontwikkeling Dossiernummer : 18.1.036 Klacht Verzoeker beklaagt zich erover dat hij geen onttrekkingsvergunning op grond

Nadere informatie

Aanvragen schuldhulpverlening in Almere Gemeente Almere Dienst Sociale Zaken Stadsbank Midden Nederland

Aanvragen schuldhulpverlening in Almere Gemeente Almere Dienst Sociale Zaken Stadsbank Midden Nederland Rapport Gemeentelijke Ombudsman Aanvragen schuldhulpverlening in Almere Gemeente Almere Dienst Sociale Zaken Stadsbank Midden Nederland 6 juni 2007 RA0713476 Samenvatting Een inwoner van Almere doet in

Nadere informatie

Rapport. Gegoochel met facturen

Rapport. Gegoochel met facturen Rapport Gegoochel met facturen Een onderzoek naar aanleiding van een klacht van een vrouw over de werkwijze van het CAK bij het innen van de door haar vader te betalen eigen bijdrage Oordeel Op basis van

Nadere informatie

Rapport. Datum: 3 augustus 2000 Rapportnummer: 2000/261

Rapport. Datum: 3 augustus 2000 Rapportnummer: 2000/261 Rapport Datum: 3 augustus 2000 Rapportnummer: 2000/261 2 Klacht Op 27 oktober 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw D. te Zeist, met een klacht over een gedraging van het Landelijk

Nadere informatie

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport. Rapport 2 h2>klacht Beoordeling Conclusie Aanbeveling Onderzoek Bevindingen Klacht Verzoeker klaagt over de wijze waarop Zorgkantoor Achmea is omgegaan met het terugvorderen van een PGB-voorschot van zijn

Nadere informatie

Dossiernummer RAPPORT. Verzoeker Mevrouw X, hierna genoemd: verzoekster. De klacht betreft de gemeente Oldebroek.

Dossiernummer RAPPORT. Verzoeker Mevrouw X, hierna genoemd: verzoekster. De klacht betreft de gemeente Oldebroek. Dossiernummer 2019 026 RAPPORT Verzoeker Mevrouw X, hierna genoemd: verzoekster. De klacht betreft de gemeente Oldebroek. Datum verzoek De Overijsselse Ombudsman (OO) ontving op 23 april 2019 een verzoekschrift

Nadere informatie

Rapport. "Gevecht tegen windmolens" Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over de

Rapport. Gevecht tegen windmolens Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over de Rapport "Gevecht tegen windmolens" Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over de Belastingdienst/Toeslagen gegrond. Publicatiedatum: 11 februari 2015 Rapportnummer:

Nadere informatie

Rapport. Datum: 3 december 2010 Rapportnummer: 2010/344

Rapport. Datum: 3 december 2010 Rapportnummer: 2010/344 Rapport Datum: 3 december 2010 Rapportnummer: 2010/344 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het regionale politiekorps Limburg-Zuid zijn meldingen van geluidsoverlast vanaf 22 oktober 2009 tot heden, welke

Nadere informatie

RAPPORT 2005/320, NATIONALE OMBUDSMAN, 21 OKTOBER 2005

RAPPORT 2005/320, NATIONALE OMBUDSMAN, 21 OKTOBER 2005 RAPPORT 2005/320, NATIONALE OMBUDSMAN, 21 OKTOBER 2005 Samenvatting Klacht Beoordeling Conclusie Aanbeveling Onderzoek Bevindingen Achtergrond SAMENVATTING Verzoeker klaagde erover dat het LBIO hem niet

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat het Landelijke Bureau Inning Onderhoudsbijdragen te Gouda in de periode van 2001 tot en met juni 2007 onvoldoende actie heeft ondernomen om tot inning

Nadere informatie

Rapport. Datum: 14 januari 2011 Rapportnummer: 2011/013

Rapport. Datum: 14 januari 2011 Rapportnummer: 2011/013 Rapport Datum: 14 januari 2011 Rapportnummer: 2011/013 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) naar aanleiding van de aanvraag deskundigenoordeel van

Nadere informatie

"Wat kan ik, wat zal ik, wat moet ik? Ik weet het dus echt niet meer."

Wat kan ik, wat zal ik, wat moet ik? Ik weet het dus echt niet meer. Stimulansz - Regelingen & Voorzieningen 3.4.1.72 Ombudsman veroordeelt behandelingsduur bezwaarschriften Belastingdienst/Toeslagen Rapport "Wat kan ik, wat zal ik, wat moet ik? Ik weet het dus echt niet

Nadere informatie

Informatie over een jaaropgave Gemeente Amsterdam Dienst Werk en Inkomen Marktplein Centrum

Informatie over een jaaropgave Gemeente Amsterdam Dienst Werk en Inkomen Marktplein Centrum Rapport Gemeentelijke Ombudsman Informatie over een jaaropgave Gemeente Amsterdam Dienst Werk en Inkomen Marktplein Centrum 12 september 2007 RA0713989 Samenvatting Een man krijgt van de Dienst Werk en

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 juli 2005 Rapportnummer: 2005/220

Rapport. Datum: 26 juli 2005 Rapportnummer: 2005/220 Rapport Datum: 26 juli 2005 Rapportnummer: 2005/220 2 Klacht Verzoeker klaagt over de reactie van 27 juli 2004 van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Nadere informatie

Controle op nakomen schuldregeling onder de maat Gemeente Almere Dienst Sociale Zaken Stadsbank Midden Nederland

Controle op nakomen schuldregeling onder de maat Gemeente Almere Dienst Sociale Zaken Stadsbank Midden Nederland Rapport Gemeentelijke Ombudsman Controle op nakomen schuldregeling onder de maat Gemeente Almere Dienst Sociale Zaken Stadsbank Midden Nederland 30 juni 2008 RA0826989 Samenvatting Een inwoonster van Almere

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 september 2005 Rapportnummer: 2005/266

Rapport. Datum: 15 september 2005 Rapportnummer: 2005/266 Rapport Datum: 15 september 2005 Rapportnummer: 2005/266 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de gemeente Tilburg medio mei 2005 zijn klacht van 7 januari 2005 nog niet had afgedaan. Beoordeling 1. Verzoeker

Nadere informatie

Rapport. Datum: 5 januari 2000 Rapportnummer: 2000/003

Rapport. Datum: 5 januari 2000 Rapportnummer: 2000/003 Rapport Datum: 5 januari 2000 Rapportnummer: 2000/003 2 Klacht Op 1 juli 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw S. te Nijverdal, ingediend door de heer S. te Nijverdal, met

Nadere informatie

Een onderzoek naar het door het Centraal Justitieel Incassobureau terugstorten op een verkeerde rekening van een ten onrechte geïnd geldbedrag.

Een onderzoek naar het door het Centraal Justitieel Incassobureau terugstorten op een verkeerde rekening van een ten onrechte geïnd geldbedrag. Rapport Een onderzoek naar het door het Centraal Justitieel Incassobureau terugstorten op een verkeerde rekening van een ten onrechte geïnd geldbedrag. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/086

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/086 Rapport Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/086 2 Klacht Op 5 juni 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer D. te Oss, ingediend door Buro voor Rechtshulp te Oss, met een

Nadere informatie

h2>klacht BEoordeling Algemeen

h2>klacht BEoordeling Algemeen Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) onduidelijke en tegenstrijdige informatie verstrekt over de terugvordering van teveel betaalde WAO-uitkering

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen. Datum: 14 mei Rapportnummer: 2012/082

Rapport. Rapport over een klacht over Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen. Datum: 14 mei Rapportnummer: 2012/082 Rapport Rapport over een klacht over Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen Datum: 14 mei 2012 Rapportnummer: 2012/082 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de Dienst Terugkeer en Vertrek.

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de Dienst Terugkeer en Vertrek. Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de Dienst Terugkeer en Vertrek. Datum: 8 juli 2015 Rapportnummer: 2015/114 2 Aanleiding Verzoeker zat in vreemdelingenbewaring

Nadere informatie

Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 3 november 2010 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 3 november 2010 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman. Dossiernummer 2010 093 Oordeel Verzoeker De heer M. C. te Zwolle Datum verzoekschrift Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 3 november 2010 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021

Rapport. Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021 Rapport Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Sociale Verzekeringsbank (SVB) is

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 februari 1999 Rapportnummer: 1999/065

Rapport. Datum: 23 februari 1999 Rapportnummer: 1999/065 Rapport Datum: 23 februari 1999 Rapportnummer: 1999/065 2 Klacht Op 25 augustus 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw V. te IJmuiden, met een klacht over een gedraging van

Nadere informatie

Tevens klaagt verzoekster erover dat zij op haar diverse brieven aan de Belastingdienst geen antwoord heeft gekregen.

Tevens klaagt verzoekster erover dat zij op haar diverse brieven aan de Belastingdienst geen antwoord heeft gekregen. Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat zij, hoewel daartoe na haar emigratie naar Spanje geen enkele aanleiding bestaat, nog regelmatig aangiftes en andere stukken van de Belastingdienst ontvangt.

Nadere informatie

Rapport. Datum: 5 april 2006 Rapportnummer: 2006/124

Rapport. Datum: 5 april 2006 Rapportnummer: 2006/124 Rapport Datum: 5 april 2006 Rapportnummer: 2006/124 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Centrale organisatie werk en inkomen Zaandam: 1. zijn gemachtigde een te korte termijn heeft gegeven om te reageren

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Randmeren uit Zwolle. Datum: 11 april Rapportnummer: 2011/105

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Randmeren uit Zwolle. Datum: 11 april Rapportnummer: 2011/105 Rapport Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Randmeren uit Zwolle. Datum: 11 april 2011 Rapportnummer: 2011/105 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Belastingdienst/Randmeren de aanslag inkomstenbelasting

Nadere informatie

Rapport. Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/175

Rapport. Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/175 Rapport Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/175 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat ambtenaren van het regionale politiekorps Limburg-Noord: - niet hebben gereageerd op een melding van verzoekers

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 juni 1998 Rapportnummer: 1998/243

Rapport. Datum: 23 juni 1998 Rapportnummer: 1998/243 Rapport Datum: 23 juni 1998 Rapportnummer: 1998/243 2 Klacht Op 23 december 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer H. te Amersfoort, met een klacht over een gedraging van Gak

Nadere informatie

Rapport. Datum: 21 oktober 2005 Rapportnummer: 2005/320

Rapport. Datum: 21 oktober 2005 Rapportnummer: 2005/320 Rapport Datum: 21 oktober 2005 Rapportnummer: 2005/320 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het LBIO hem in de brief van 25 mei 2004 niet gelijk heeft geïnformeerd over het opheffen van het beslag op zijn

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het gerechtsdeurwaarderskantoor S. te P. Datum: 17 oktober Rapportnummer: 2012/172

Rapport. Rapport over een klacht over het gerechtsdeurwaarderskantoor S. te P. Datum: 17 oktober Rapportnummer: 2012/172 Rapport Rapport over een klacht over het gerechtsdeurwaarderskantoor S. te P. Datum: 17 oktober 2012 Rapportnummer: 2012/172 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het gerechtsdeurwaarderskantoor S. uit

Nadere informatie

Herhaalde verkeerde overboeking persoonsgebonden budget Gemeente Amsterdam Dienst Wonen, Zorg en Samenleven

Herhaalde verkeerde overboeking persoonsgebonden budget Gemeente Amsterdam Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Rapport Gemeentelijke Ombudsman Herhaalde verkeerde overboeking persoonsgebonden budget Gemeente Amsterdam Dienst Wonen, Zorg en Samenleven 29 juli 2011 RA110984 Samenvatting Een vrouw krijgt vanwege haar

Nadere informatie

Samenvatting 1 Klacht 2 Beoordeling 2 Conclusie 4 Aanbeveling 5 Onderzoek 5 Bevindingen 5

Samenvatting 1 Klacht 2 Beoordeling 2 Conclusie 4 Aanbeveling 5 Onderzoek 5 Bevindingen 5 RAPPORT 2007/0087, NATIONALE OMBUDSMAN, 8 MEI 2007 Samenvatting 1 Klacht 2 Beoordeling 2 Conclusie 4 Aanbeveling 5 Onderzoek 5 Bevindingen 5 SAMENVATTING Verzoeker was in 1988 door de kantonrechter veroordeeld

Nadere informatie

Rapport. Datum: 31 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/255

Rapport. Datum: 31 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/255 Rapport Datum: 31 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/255 2 Klacht Verzoeker klaagt over de lange duur van de behandeling door de Directie Informatie, Beheer en Subsidieregelingen van het Ministerie van

Nadere informatie

Cijfers Schuldhulpverlening 2016

Cijfers Schuldhulpverlening 2016 Cijfers Schuldhulpverlening 2016 1. Aanmeldingen In 2016 zien we weer een lichte stijging van het aantal klanten dat voor een eerste gesprek aan onze balie is gekomen. We hebben in 2016 ingestoken op vindbaarheid,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 10 december 2007 Rapportnummer: 2007/301

Rapport. Datum: 10 december 2007 Rapportnummer: 2007/301 Rapport Datum: 10 december 2007 Rapportnummer: 2007/301 2 Klacht Verzoeker klaagt er namens de Buurtvereniging Bieberglaan over dat de gemeente Breda niet of niet adequaat heeft gereageerd op door de buurtvereniging

Nadere informatie

Schuldhulp komt niet op gang Gemeente Almere Dienst Sociale Zaken Stadsbank Midden Nederland

Schuldhulp komt niet op gang Gemeente Almere Dienst Sociale Zaken Stadsbank Midden Nederland Rapport Gemeentelijke Ombudsman Schuldhulp komt niet op gang Gemeente Almere Dienst Sociale Zaken Stadsbank Midden Nederland 19 maart 2008 RA0823353 Samenvatting Een man en een vrouw, woonachtig in Almere,

Nadere informatie

Rapport Gemeentelijke Ombudsman

Rapport Gemeentelijke Ombudsman Rapport Gemeentelijke Ombudsman Gebrekkige uitvoering én klachtbehandeling PC-voorziening Gemeente Amsterdam Dienst Werk en Inkomen Dienstencentrum, Team Voorzieningen en Juridische Zaken 16 mei 2012 RA120793

Nadere informatie

Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het CJIB gegrond.

Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het CJIB gegrond. Rapport Een onderzoek naar het toepassen van coulance door het CJIB Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het CJIB gegrond. Datum: 6 juni 2019 Rapportnummer: 2019/029

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 9 mei 2012. Rapportnummer: 2012/077

Rapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 9 mei 2012. Rapportnummer: 2012/077 Rapport Rapport betreffende een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag Datum: 9 mei 2012 Rapportnummer: 2012/077 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Huurcommissie: niet de juiste

Nadere informatie

Verzoekster klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV):

Verzoekster klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV): Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV): 1. vanaf januari 2007 diverse malen haar op 9 oktober 2005 overleden zoon heeft aangeschreven over

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248

Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248 Rapport Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in haar brief aan verzoekster van 25 februari 2000 heeft

Nadere informatie

Rapport 1993/646, Nationale ombudsman, 10 september 1993

Rapport 1993/646, Nationale ombudsman, 10 september 1993 Rapport 1993/646, Nationale ombudsman, 10 september 1993 Klacht 1 Achtergrond 2 Onderzoek 2 Bevindingen 3 Beoordeling en conclusie 6 KLACHT Op 14 april 1992 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift

Nadere informatie

Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 2 maart 2009 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 2 maart 2009 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman. Dossiernummer 13-2009 OORDEEL Verzoeker De heer R. te Zwolle. Datum verzoek Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 2 maart 2009 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman. Betreft

Nadere informatie

Rapport. Datum: 8 mei 2007 Rapportnummer: 2007/087

Rapport. Datum: 8 mei 2007 Rapportnummer: 2007/087 Rapport Datum: 8 mei 2007 Rapportnummer: 2007/087 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat gerechtsdeurwaarder X te Y de Groningse Kredietbank niet op de hoogte heeft gebracht van de rente die verzoeker over

Nadere informatie

Een onderzoek naar de wijze waarop het LBIO een alimentatiegerechtigde informeert over het (niet) innen van kinderalimentatie.

Een onderzoek naar de wijze waarop het LBIO een alimentatiegerechtigde informeert over het (niet) innen van kinderalimentatie. Rapport Een onderzoek naar de wijze waarop het LBIO een alimentatiegerechtigde informeert over het (niet) innen van kinderalimentatie. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over het Landelijk

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 21 mei 2015 in zaak nr. 14/10078 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 21 mei 2015 in zaak nr. 14/10078 in het geding tussen: ECLI:NL:RVS:2016:126 Instantie Raad van State Datum uitspraak 20-01-2016 Datum publicatie 20-01-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201504420/1/A2 Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Trage toelichting op onjuiste inhoudingen Gemeente Amsterdam Dienst Werk en Inkomen Werkplein Zuid/Oud-West Dienstencentrum, Juridische Zaken

Trage toelichting op onjuiste inhoudingen Gemeente Amsterdam Dienst Werk en Inkomen Werkplein Zuid/Oud-West Dienstencentrum, Juridische Zaken Rapport Gemeentelijke Ombudsman Trage toelichting op onjuiste inhoudingen Gemeente Amsterdam Dienst Werk en Inkomen Werkplein Zuid/Oud-West Dienstencentrum, Juridische Zaken 13 juli 2011 RA110929 Samenvatting

Nadere informatie

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/304

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/304 Rapport Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/304 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het college van burgemeester en wethouders van Veendam zijn beroep tegen de beslissing om hem geen kwijtschelding

Nadere informatie

Rapport. Datum: 17 februari 2003 Rapportnummer: 2003/034

Rapport. Datum: 17 februari 2003 Rapportnummer: 2003/034 Rapport Datum: 17 februari 2003 Rapportnummer: 2003/034 2 Klacht Verzoekers klagen erover dat hun (schoon)moeder, die in Argentinië woont, sinds april 2001 geen AOW-pensioen meer heeft ontvangen van de

Nadere informatie

Rapport. Datum: 27 maart 2007 Rapportnummer: 2007/055

Rapport. Datum: 27 maart 2007 Rapportnummer: 2007/055 Rapport Datum: 27 maart 2007 Rapportnummer: 2007/055 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Centrale organisatie werk en inkomen (CWI) Almere zijn herhaalde verzoeken, vanaf 5 december 2005, om een aanvraag

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 oktober 2005 Rapportnummer: 2005/316

Rapport. Datum: 13 oktober 2005 Rapportnummer: 2005/316 Rapport Datum: 13 oktober 2005 Rapportnummer: 2005/316 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Belastingdienst/Noord/kantoor Groningen haar klacht over de afwikkeling van haar op 24 oktober 2004 ingediende

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 januari 2006 Rapportnummer: 2006/005

Rapport. Datum: 13 januari 2006 Rapportnummer: 2006/005 Rapport Datum: 13 januari 2006 Rapportnummer: 2006/005 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Sociale verzekeringsbank Utrecht, kantoor PGB (SVB) ten aanzien van een persoonsgebonden budget, waarbij verzoeker

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht betreffende het CAK Bijzondere Zorgkosten b.v. uit Den Haag. Datum: 15 augustus 2011. Rapportnummer: 2011/250

Rapport. Rapport over een klacht betreffende het CAK Bijzondere Zorgkosten b.v. uit Den Haag. Datum: 15 augustus 2011. Rapportnummer: 2011/250 Rapport Rapport over een klacht betreffende het CAK Bijzondere Zorgkosten b.v. uit Den Haag. Datum: 15 augustus 2011 Rapportnummer: 2011/250 2 Klacht Verzoekster klaagt er over dat: 1. er een heel groot

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het CAK te Den Haag. Datum: 14 augustus 2013. Rapportnummer: 2013/099

Rapport. Rapport over een klacht over het CAK te Den Haag. Datum: 14 augustus 2013. Rapportnummer: 2013/099 Rapport Rapport over een klacht over het CAK te Den Haag. Datum: 14 augustus 2013 Rapportnummer: 2013/099 2 Klacht Verzoeker klaagt over de wijze waarop het CAK is omgegaan met zijn verzoek om tot nader

Nadere informatie

Verzoeker klaagt er over dat de Kamer van Koophandel Noord-Nederland (hierna KvK):

Verzoeker klaagt er over dat de Kamer van Koophandel Noord-Nederland (hierna KvK): Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt er over dat de Kamer van Koophandel Noord-Nederland (hierna KvK): de adresgegevens van het bedrijf van verzoeker niet tijdig heeft gewijzigd ondanks dat hij in een

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115 Rapport Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115 2 Klacht Op 8 oktober 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw K. te Sri Lanka, ingediend door mevrouw mr. I. Gerrand, advocaat

Nadere informatie

Rapport. Datum: 29 maart 2002 Rapportnummer: 2002/093

Rapport. Datum: 29 maart 2002 Rapportnummer: 2002/093 Rapport Datum: 29 maart 2002 Rapportnummer: 2002/093 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat tot op het moment dat hij zich tot de Nationale ombudsman wendde (10 december 2001) de Sociale dienst van de gemeente

Nadere informatie