Algemene toelichting AGP 12

Transcriptie

1 AGP 12 Aan : Algemeen Bestuur Datum : 24 juni 2015 Bijlage : 2. Steller : PBMJW de Vet Onderwerp : Staat van de Rampenbestrijding in Brabant-Noord Algemene toelichting In uw vergadering van 24 juni 2015 zal de Commissaris van de Koning in de Provincie Noord- Brabant aanwezig zijn om met u in gesprek te gaan over onder andere de Staat van de rampenbestrijding in Brabant-Noord. Ter voorbereiding hierop ontvangt u hierbij informatie ten aanzien van de actuele stand van zaken in Brabant-Noord. Inleiding In april 2013 is door de Inspectie Veiligheid en Justitie (IVenJ) uitgebracht de Staat van de Rampenbestrijding In de Staat heeft de inspectie destijds onderzocht in hoeverre de veiligheidsregio s de prestatie-eisen uit de Wet veiligheidsregio s hebben geïmplementeerd. Naast het algemene beeld in Nederland had de IVenJ ook regioprofielen opgesteld. In bijlage 1 treft u een samenvatting aan van de conclusies en aanbevelingen voor Brabant-Noord. Huidige stand van zaken De afgelopen jaren is er binnen de veiligheidsregio met haar partners intensief gewerkt aan het verbeteren en door ontwikkelen van de organisatie van de crisisbeheersing en rampenbestrijding. In bijlage 2 treft u het document aan Uitvoering op orde in Brabant-Noord. Van deze periodieke voortgangsrapportage hebt u eerdere versies ontvangen en hierin wordt aangegeven hoe de uitvoering in geregeld ten aanzien van de wettelijke bepalingen uit de Wet veiligheidsregio s. Hieronder zullen een aantal aspecten nader worden toegelicht. (Wettelijke) planvorming De planvorming, die wettelijk vereist is (regionaal risicoprofiel, regionaal beleidsplan, regionaal crisisplan en rampbestrijdingsplannen), is op orde. Voor het risicoprofiel en beleidsplan is in de procesgang dit jaar nadrukkelijk aandacht geweest voor de betrokkenheid en inbreng van de gemeenteraden. Onder andere door de informatie beter te ontsluiten door middel van samenvattingen ten behoeve van gemeenteraden. De werkgroep Woestenberg heeft daarnaast ten behoeve van de gemeenteraden, gemeentelijke kaders opgesteld waarmee gemeenteraden richting kunnen geven aan de beleidsuitgangspunten voor het nieuwe regionaal beleidsplan. Leren van incidenten Sinds 2013 worden alle incidenten waarbij sprake is geweest van een multidisciplinaire inzet (lees: waarbij opgeschaald is conform de grip-structuur) geëvalueerd door het ingestelde leeragentschap Brabant-Noord. Het leeragentschap verzamelt alle leer- en verbeterpunten en stimuleert, bij betrokken organisatie(onderdelen) dat deze actief worden opgepakt om tot verbeteringen te komen dan wel om er van te leren. Het leeragentschap brengt periodiek een nieuwsbrief uit waarin deze punten worden gedeeld met alle betrokken functionarissen. Multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen Binnen MOTO wordt voortdurend actief gezocht hoe, binnen de bestaande middelen, de effectiviteit en kwaliteit verder vergroot kan worden met als doel de vakbekwaamheidsverbetering van betrokken functionarissen te ondersteunen. In het nieuwe beleidsplan is nauw samengewerkt met de Nederlandse Defensie Academie om de ervaringen van defensie en het door hun gebruikte model van teamleren in Brabant-Noord te implementeren. Tevens wordt de komende jaren gewerkt aan het verder verbeteren van een functionarisvolgsysteem (van kwantiteit naar kwaliteit) en het meer en beter samenwerken met de buurregio s. Pagina 1 van 3

2 Programma bevolkingszorg en crisiscommunicatie Recentelijk hebt u ingestemd met de invoering van het programma bevolkingszorg waarmee nu het volledige huis van de regionaal afgestemde gemeentelijke bevolkingszorg in de steigers staat. Naast de verbeterslagen die de afgelopen jaren al (succesvol) waren gemaakt, wordt sinds de vaststelling van het programma nu structureel en voortvarend invulling gegeven aan het (verder) opleiden en trainen van alle functionarissen binnen de kolom bevolkingszorg en crisiscommunicatie. Vergroting transparantie en inzicht in de (operationele) prestaties Een van de belangrijke conclusies van de inspectie in 2013 was, dat Brabant-Noord onvoldoende inzicht kon geven in de eigen (operationele) prestaties. Onder andere door het ontbreken van de jaarlijks vereiste systeemtest. Inmiddels hebben we sinds 2013 driemaal een systeemtest gehouden. We hebben hierbij tevens gestreefd om met deze systeemtesten niet alleen de basis te testen maar ook specifieke andere elementen. In 2014 hebben we het nieuwe gripniveau Grip 5 (interregionaal) betrokken (in samenwerking met de Veiligheidsregio Midden- & West-Brabant) en in 2015 de samenwerking met het landelijke slachtofferinformatiesysteem (SIS). Daarnaast hanteren we sinds 2013 het voortgangsdocument Uitvoering op orde in Brabant- Noord waarin we permanent de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de wettelijke vereisten en bovenregionale afspraken monitoren. Tot slot werken we in nauwe samenwerking met de gemeenten en gemeentesecretarissen aan meer betrokkenheid van de gemeenteraden en proberen we de informatie over het beleid en de uitvoering ervan hierop af te stemmen. Proces Processtap Datum Algemeen Bestuur (kennisname) 24 juni 2015 Voorstel Het Algemeen Bestuur wordt voorgesteld kennis te nemen van de Rapportage Uitvoering op orde in Brabant-Noord (juni 2015). Akkoord Ja Nee Afwijkend besluit Secretaris: dr.ir. P. Verlaan MCDm Paraaf: Bijlage Staat van de rampenbestrijding in Brabant-Noord (juni 2015) Pagina 2 van 3

3 Bijlage 1 Samenvatting regiobeeld Brabant-Noord (Staat van de rampenbestrijding 2013) In het regioprofiel voor Brabant-Noord, behorend bij de Staat, wordt voor Brabant-Noord het volgende geconcludeerd: Algemeen Het ontbreekt de regio aan een samenhangend beeld van de eigen prestaties; De regio kan geen informatie verstrekken over het functioneren van de hoofdstructuur. Planvorming De planvorming voldoet op hoofdlijnen aan de wettelijke voorschriften. Het meerjaren oefenplan voldoet ten dele aan de eisen. Systeemoefeningen De afgelopen drie jaar is geen systeemoefening georganiseerd. Opschaling Niet alle opkomsttijden vallen binnen de norm. Kwaliteitszorgsysteem De regio heeft geen kwaliteitszorgsysteem. In het regioprofiel doet de inspectie de volgende aanbevelingen: Algemeen Tref voorzieningen waarlangs op een gestructureerde wijze inzicht kan worden verkregen over de eigen operationele slagkracht en de mate waarin kan worden voldaan aan wet- en regelgeving. Planvorming Zorg dat het meerjaren multidisciplinair oefenbeleidsplan aansluit op de wettelijke voorschriften. Systeemoefeningen Organiseer conform het Besluit Veiligheidsregio s jaarlijks een systeemoefening. Opschaling Draag zorg voor een oplossing met betrekking tot de opkomsttijden Kwaliteitszorgsysteem Implementeer op korte termijn een functionarisvolgsysteem en een evaluatiesysteem waardoor de regio een goed inzicht krijgt in de vakbekwaamheid van alle functionarissen en het functioneren van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding. Pagina 3 van 3

4 AGP 12, ABVRBN , bijlage 2 Uitvoering op orde in Brabant-Noord voortgangsdocument met betrekking tot de uitvoering van de wettelijke taken

5 Colofon Rapport : Uitvoering op orde in Brabant-Noord, Voortgangsdocument met betrekking tot de uitvoering van de wettelijke taken. Auteur : Veiligheidsregio Brabant-Noord, sector Crisisbeheersing en rampenbestrijding Versie : 1.6 Datum : juni 2015 Uitvoering op orde in Brabant-Noord (versie: 1.6; juni 2015) Pagina 2

6 Inhoudsopgave 1. WET VEILIGHEIDSREGIO S BESLUIT VEILIGHEIDSREGIO S HOOFDSTUK 2 EISEN RAMPENBESTRIJDING EN CRISISBEHEERSING HOOFDSTUK 6 RAMPBESTRIJDINGSPLANNEN VOOR INRICHTINGEN EN LUCHTHAVENS OVERIGE LANDELIJKE AFSPRAKEN EN VERPLICHTINGEN Uitvoering op orde in Brabant-Noord (versie: 1.6; juni 2015) Pagina 3

7 Inleiding In dit document wordt een actueel overzicht gegeven van de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de wettelijke taken door de Veiligheidsregio Brabant-Noord. Het betreft hier de wettelijke taken zoals deze voortkomen uit de Wet Veiligheidsregio s en het Besluit Veiligheidsregio s. Als ijkpunt is daarbij het Toetsingkader Rampenbestrijding op Orde 2013 versie 2.0 van de Inspectie Veiligheid en Justitie d.d. 10 december 2012 gebruikt. Naast de wettelijke taken is ook opgenomen de afspraken en verplichtingen die ontstaan uit landelijke afspraken en richtlijnen. Een aantal van deze verplichtingen zullen naar verwachting op termijn opgenomen worden in de Wet of het Besluit. Het document is niet statisch, maar zal periodiek geactualiseerd en aangevuld worden. Het document beperkt zich momenteel nog tot de multidisciplinaire artikelen uit de Wet en het Besluit. Of ook de overige paragrafen opgenomen worden in dit document zal nog besloten dienen te worden. Toelichting bij gebruikte kleuren: Groen : uitvoering op orde conform wettelijke bepalingen. Oranje : uitvoering niet of niet geheel op orde maar activiteiten om het op orde te krijgen lopen. Rood : uitvoering niet of onvoldoende op orde en uitvoering nog niet in gang gezet. Uitvoering op orde in Brabant-Noord (versie: 1.6; juni 2015) Pagina 4

8 1. Wet veiligheidsregio s 3 De veiligheidsregio Omschrijving: Artikelnummer: Voortgang: Toelichting/opmerking: Het bestuur van de veiligheidsregio stelt ten minste eenmaal in de vier jaar een beleidsplan vast, waarin het beleid is vastgelegd ten aanzien van de taken van de veiligheidsregio. 2. Het beleidsplan omvat in ieder geval: a. een beschrijving van de beoogde operationele prestaties van de diensten en organisaties van de veiligheidsregio, en van de politie, alsmede van de gemeenten in het kader van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing; b. een uitwerking, met inachtneming van de omstandigheden in de betrokken veiligheidsregio, van door Onze Minister vastgestelde landelijke doelstellingen als bedoeld in artikel 37; c. een informatieparagraaf waarin een beschrijving wordt gegeven van de informatievoorziening binnen en tussen de onder a bedoelde diensten en organisaties; d. een oefenbeleidsplan; e. een beschrijving van de niet-wettelijke adviesfunctie, bedoeld in artikel 10, onder b; f. de voor de brandweer geldende opkomsttijden en een beschrijving van de aanwezigheid van brandweerposten in de gemeenten alsmede de overige voorzieningen en maatregelen, noodzakelijk voor de brandweer om daaraan te voldoen. 2a. Voorafgaand aan de vaststelling van het beleidsplan overlegt de burgemeester van een gemeente in het gebied van de veiligheidsregio met de gemeenteraad over het ontwerpbeleidsplan. 3. Het bestuur stemt het beleidsplan af met de beleidsplannen van de aangrenzende veiligheidsregio s en van Bron: 1. Regionaal Beleidsplan 2. Meerjaren beleidsplan multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen Bestuurlijke vaststelling: Beleidsplan : AB 27 juni 2012 Beleidsplan : Concept gereed en wordt besproken in het AB 24 juni Definitieve besluitvorming voorzien voor AB november Meerjaren multidisciplinair opleidings- en oefenbeleidsplan : DB 10 december 2014 (Dit nieuwe beleidsplan zal in 2015 opgenomen worden in het nieuwe regionale beleidsplan.) Uitvoering op orde in Brabant-Noord (versie: 1.6; juni 2015) Pagina 5

9 de betrokken waterschappen, en met het beleidsplan, bedoeld in artikel 39 van de Politiewet 2012, van de betrokken regionale eenheid van de politie Het beleidsplan, bedoeld in artikel 14, is mede gebaseerd op een door het bestuur van de veiligheidsregio vastgesteld risicoprofiel. 2. Het risicoprofiel bestaat uit: a. een overzicht van de risicovolle situaties binnen de veiligheidsregio die tot een brand, ramp of crisis kunnen leiden, b. een overzicht van de soorten branden, rampen en crises die zich in de veiligheidsregio kunnen voordoen, en c. een analyse waarin de weging en inschatting van de gevolgen van de soorten branden, rampen en crises zijn opgenomen. 3. Het bestuur van de veiligheidsregio stelt het risicoprofiel vast na overleg met de raden van de deelnemende gemeenten, waarbij het bestuur de raden tevens verzoekt hun wensen kenbaar te maken omtrent het in het beleidsplan op te nemen beleid. 4. Het bestuur van de veiligheidsregio nodigt voor de vaststelling van het risicoprofiel in ieder geval de door de korpschef daartoe aangewezen ambtenaren van politie, de hoofdofficier van justitie, bedoeld in artikel 12, eerste lid, de besturen van de betrokken waterschappen en door Onze andere Ministers daartoe aangewezen functionarissen uit hun zienswijze ter zake kenbaar te maken. 5. Het bestuur van de veiligheidsregio nodigt ten minste eenmaal per jaar de bij mogelijke rampen en crises in de regio betrokken partijen uit voor een gezamenlijk overleg over de risico s in de regio. Bron: Regionaal risicoprofiel Brabant-Noord Bestuurlijke vaststelling Regionaal risicoprofiel BN: AB 29 juni 2011 Actualisatie in 2014: Concept risicoprofiel vastgesteld door DB 29 oktober Het risicoprofiel wordt ter besluitvorming in februari aangeboden aan gemeenteraden. Hiervoor is een raadsversie opgesteld met een gemeentelijke pagina per gemeente. Definitieve vaststelling door AB is gepland voor AB 24 juni Uitvoering op orde in Brabant-Noord (versie: 1.6; juni 2015) Pagina 6

10 16 1. Het bestuur van de veiligheidsregio stelt ten minste eenmaal in de vier jaar een crisisplan vast, waarin in ieder geval de organisatie, de verantwoordelijkheden, de taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing worden beschreven. 2. Het crisisplan omvat een beschrijving van de organisatie, de verantwoordelijkheden, de taken en de bevoegdheden met betrekking tot de maatregelen en voorzieningen die de gemeenten treffen inzake de rampenbestrijding en de crisisbeheersing, alsmede van de afspraken die zijn gemaakt met andere bij mogelijke rampen en crises betrokken partijen. 3. Het crisisplan is in ieder geval afgestemd met crisisplannen, vastgesteld voor het gebied van aangrenzende veiligheidsregio s en van aangrenzende staten. 4. Het bestuur van de veiligheidsregio zendt het vastgestelde crisisplan aan de commissaris van de Koning. Bron: Regionaal Crisisplan Brabant-Noord (RCP) 2014 Uitwerking lid 2 m.b.t. vaststelling in landelijk verband door Veiligheidsberaad ontwikkelde convenanten voor vitale sectoren. Bestuurlijke vaststelling RCP BN: RCP 2014 vastgesteld door het AB 12 november Bestuurlijke deelbesluiten: Regionale financiering CRIB: AB 6 april 2011 Crisiscommunicatie: AB 4 april Functiestructuur bevolkingszorg: AB 3 april Implementatieplan SIS en opheffen regionaal CRIB bij operationeel worden SIS. DB 4 december 2013 Door het Veiligheidsberaad zijn de volgende convenanten landelijk voorbereid. Deze zullen in 2014 ondertekend worden in Brabant-Noord: Convenanten: Waterkolom: AB 7 nov Defensie AB 9 april 2014 Energie: AB 6 november 2013 Drinkwater AB 25 juni 2014 Telecom / ICT Landelijk modelconvenant nog niet definitief Spoor Landelijk model convenant nog niet definitief. Uitvoering op orde in Brabant-Noord (versie: 1.6; juni 2015) Pagina 7

11 17 1. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen categorieën inrichtingen, categorieën rampen en luchtvaartterreinen worden aangewezen waarvoor het bestuur van de veiligheidsregio een rampbestrijdingsplan vaststelt. In dat plan worden de maatregelen opgenomen die bij een ramp in die categorieën dan wel op die luchtvaartterreinen moeten worden genomen. 2. Bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, worden regels gesteld over: a. de inhoud van het plan; b. het raadplegen van de bevolking bij het opstellen van het plan en van belangrijke wijzigingen van dat plan; c. het periodiek beproeven en actualiseren van het plan; d. de bekendmaking van een besluit als bedoeld in het derde lid. 3. Het bestuur van de veiligheidsregio kan op grond van de ingevolge artikel 48 verschafte informatie besluiten dat voor een krachtens het eerste lid aangewezen inrichting geen rampbestrijdingsplan behoeft te worden vastgesteld. Voor Brabant-Noord zijn voor de volgende objecten rampbestrijdingsplannen wettelijk verplicht: 1. Vliegbasis Volkel, geactualiseerd en vastgesteld op 27 juni 2012 (AB). (Actualisatie gepland voor 3 e /4 e kwartaal 2015.) 2. MSD Oss (2 locaties) geactualiseerd en bestuurlijk vastgesteld op 6 november 2013 (AB). 3. Unipol Oss, geactualiseerd en bestuurlijk vastgesteld op 12 november 2014 (AB). 4. Gasunie Oss geactualiseerd en bestuurlijk vastgesteld op 12 november 2014 (AB). 23 Het bestuur van de veiligheidsregio hanteert een kwaliteitszorgsysteem. Conform aanbevelingen van Inspectie VenJ zijn de door de IVenJ genoemde elementen geimplementeerd VR beschikt nog niet over een volledig kwaliteitszorgsysteem. Wel zijn ten aanzien van de voorbereiding op de rampenbestrijding de volgende onderdelen geïmplementeerd: - Uitvoeren van systeemoefening en alarmerings- en opkomstoefeningen om operationele prestaties in beeld te brengen; - Registratie van participatie aan multidisciplinaire opleidingen, trainingen en oefeningen per 1/1/ Evaluatie van alle multidisciplinaire inzetten van GRIP 1 en hoger per 1/1/2013. (Protocol Multidisciplinaire incidentevaluaties 2012; DB 27 maart 2013) - Borging van leerpunten uit evaluaties binnen het Uitvoering op orde in Brabant-Noord (versie: 1.6; juni 2015) Pagina 8

12 multidisciplinair leeragentschap BN per 1/1/2013 (vastgelegd in vastgesteld protocol evaluaties; DB 27 mrt 2013). - Evaluaties van multidisciplinaire oefeningen per 1/1/ Coördinerend functionaris 36 Het bestuur van de veiligheidsregio wijst een functionaris aan die is belast met de coördinatie van de maatregelen en voorzieningen die de gemeenten treffen met het oog op een ramp of crisis. Opmerking: Gemeentesecretaris van de gemeente Uden is aangewezen als coördinerend gemeentesecretaris en belast met de voorbereiding op de bevolkingszorgprocessen. 9 Bovenlokale rampen en crises In geval van een ramp of crisis van meer dan plaatselijke betekenis, of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, is de voorzitter van de veiligheidsregio ten behoeve van de rampenbestrijding en crisisbeheersing in de betrokken gemeenten bij uitsluiting bevoegd toepassing te geven aan: a. de artikelen 4 tot en met 7 van deze wet; b. de artikelen 172 tot en met 177 van de Gemeentewet, met uitzondering van artikel 176, derde tot en met zesde lid; c. de artikelen 11, 14, eerste lid, 56, eerste en vierde lid, en 62 van de Politiewet 2012; d. de artikelen 5 tot en met 9 van de Wet openbare manifestaties. Bron: RCP De voorzitter van de veiligheidsregio roept een regionaal beleidsteam bijeen, dat bestaat uit de burgemeesters van de gemeenten die betrokken zijn of dreigen te worden bij de ramp of crisis, alsmede uit de hoofdofficier van justitie, bedoeld in artikel 12, eerste lid. De voorzitter van elk direct betrokken waterschap wordt uitgenodigd deel uit te maken van het beleidsteam. Uitvoering op orde in Brabant-Noord (versie: 1.6; juni 2015) Pagina 9

13 3. De voorzitter van de veiligheidsregio wijst een regionaal operationeel leider aan, die is belast met de leiding van een regionaal operationeel team, dat bestaat uit leidinggevenden van de betrokken diensten. De regionaal operationeel leider neemt deel aan de vergaderingen van het regionaal beleidsteam. De voorzitter van de veiligheidsregio nodigt voorts de functionarissen wier aanwezigheid in verband met de omstandigheden van belang is, uit deel te nemen aan de vergaderingen. 4. Tenzij de vereiste spoed zich daartegen verzet, neemt de voorzitter van de veiligheidsregio geen besluiten met toepassing van de in het eerste lid genoemde artikelen dan nadat hij het regionaal beleidsteam daarover heeft geraadpleegd. Een burgemeester kan in het regionaal beleidsteam schriftelijk bezwaar doen aantekenen, indien hij van mening is dat een voorgenomen besluit het belang van zijn gemeente onevenredig schaadt. 5. De voorzitter van de veiligheidsregio geeft de regionaal operationeel leider de bevelen die hij nodig acht in verband met de uitvoering van de door hem genomen besluiten. 6. Zodra de omstandigheden het toelaten, ontbindt de voorzitter het regionaal beleidsteam. 10 Informatie en communicatie Het bestuur van de veiligheidsregio draagt er zorg voor dat Onze Minister, de commissaris van de Koning en de hoofdofficier van Justitie informatie wordt verschaft over de rampen en de crises die de regio kunnen treffen, en over de maatregelen die zijn getroffen ter voorkoming en bestrijding of beheersing hiervan. Het risicocommunicatiebeleidsplan is opgesteld door de drie Brabantse veiligheidsregio s. Vastgesteld in BN door DB 10 juni Uitvoering activiteiten op grond van beleidsplan starten naar verwachting in 4 e kwartaal Het bestuur van de veiligheidsregio draagt er zorg voor dat de bevolking informatie wordt verschaft over de rampen en de crises die de regio kunnen treffen, over de maatregelen die zijn getroffen ter Uitvoering op orde in Brabant-Noord (versie: 1.6; juni 2015) Pagina 10

14 voorkoming en bestrijding of beheersing hiervan en over de daarbij te volgen gedragslijn. 3. Het bestuur van de veiligheidsregio draagt er zorg voor dat de bij de rampenbestrijding en de crisisbeheersing in de regio betrokken personen informatie wordt verschaft over de rampen en de crises die de regio kunnen treffen, de risico s die hun inzet kan hebben voor hun gezondheid en de voorzorgsmaatregelen die in verband daarmee zijn of zullen worden getroffen. 4. Het bestuur stemt zijn informatievoorziening, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, af met de informatievoorziening door of onder verantwoordelijkheid van Onze bij rampen en crises betrokken Ministers. Uitvoering op orde in Brabant-Noord (versie: 1.6; juni 2015) Pagina 11

15 2. Besluit veiligheidsregio s Hoofdstuk 2 Eisen rampenbestrijding en crisisbeheersing 1 Organisatie Omschrijving: Artikelnummer: Voortgang: Toelichting/opmerking: Het bestuur van de veiligheidsregio draagt zorg voor de inrichting van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing die bestaat uit de volgende onderdelen: a. de meldkamer, b. één commando plaats incident of afhankelijk van de aard van de ramp of crisis en de wijze waarop deze zich ontwikkelt meerdere commando s incident, c. indien er meer dan één commando plaats incident is, het commando met coördinerende taak, d. één team bevolkingszorg of afhankelijk van de aard van de ramp of crisis en de wijze waarop deze zich ontwikkelt meerdere teams bevolkingszorg, e. een regionaal operationeel team, en f. een gemeentelijk beleidsteam bij een lokale ramp of crisis, of een regionaal beleidsteam bij een bovenlokale ramp of crisis. Bron: RCP 2014 (Norm tijdens systeemoefeningen 2013 en 2014 behaald.) Een commando plaats incident bestaat uit: a. een leider commando plaats incident; b. een officier van dienst van de brandweer; c. een officier van dienst geneeskundig; d. een officier van dienst van de politie of van de Koninklijke marechaussee; e. een informatiemanager commando plaats incident, en f. een voorlichtingsfunctionaris commando plaats incident. Bron: RCP 2014 (Norm tijdens systeemoefeningen 2013 en 2014 behaald.) 2. Een commando plaats incident is belast met de operationele leiding ter plaatse, de afstemming met andere betrokken partijen als bedoeld in artikel 16, tweede lid, van Uitvoering op orde in Brabant-Noord (versie: 1.6; juni 2015) Pagina 12

16 de wet, en het adviseren van het regionaal operationeel team Een team bevolkingszorg bestaat uit de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen functionarissen, van wie één functionaris is belast met de leiding van het team, één functionaris met het informatiemanagement, en één functionaris met de coördinatie van de voorlichting. 2. Een team bevolkingszorg zorgt dat de volgende taken worden uitgevoerd: a. het geven van voorlichting aan de bevolking; b. het voorzien in opvang en verzorging van de bevolking; c. het verzorgen van nazorg voor de bevolking; d. het registreren van de slachtoffers, e. het registreren van schadegevallen, en f. het adviseren van het regionaal operationeel team. Bron: RCP 2014 (Norm tijdens systeemoefening 2013 en 2014 behaald) Een regionaal operationeel team bestaat uit: a. een regionaal operationeel leider; b. een sectie brandweer; c. een sectie GHOR; d. een sectie politie; e. een sectie bevolkingszorg; f. een sectie informatiemanagement, en g. een voorlichtingsfunctionaris regionaal operationeel team. Bron: RCP 2014 (Norm tijdens systeemoefeningen 2013 en 2014 behaald.) 2. Een regionaal operationeel team is belast met de operationele leiding, de afstemming met andere bij de ramp of crisis betrokken partijen en het adviseren van het gemeentelijk of regionaal beleidsteam Een gemeentelijk beleidsteam bestaat uit leidinggevenden van de brandweer, de GHOR, de politie en de bevolkingszorg. 2. Een gemeentelijk beleidsteam ondersteunt de burgemeester bij de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Bron: RCP 2014 (Norm tijdens systeemoefeningen 2013 en 2014 behaald.) Uitvoering op orde in Brabant-Noord (versie: 1.6; juni 2015) Pagina 13

17 2 Alarmering Het bestuur van de veiligheidsregio stelt criteria vast voor de situaties waarin de meldkamer tot grootschalige alarmering overgaat. Bron: RCP Zodra is vastgesteld dat is voldaan aan de criteria voor grootschalige alarmering wordt de meldkamer door één leidinggevende aangestuurd. 2. Het bestuur van de veiligheidsregio stemt met de korpschef af op welke wijze de meldingen die geen verband houden met een ramp of crisis worden afgehandeld. Bron: RCP 2014 (Norm tijdens systeemoefeningen 2013 en 2014 behaald.) Binnen twee minuten nadat is vastgesteld dat is voldaan aan de criteria voor grootschalige alarmering, begint de meldkamer met de alarmering van de onderdelen van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing, bedoeld in artikel 2.1.1, onderdelen b tot en met e, en wordt de burgemeester of in het geval artikel 39 van de wet van toepassing is, de voorzitter van de veiligheidsregio en de betrokken burgemeesters geïnformeerd. (Norm tijdens systeemoefeningen 2013 en 2014 behaald.) 2. Afhankelijk van de aard en omstandigheden van de ramp of crisis, alarmeert de meldkamer andere functionarissen en eenheden die nodig zijn voor de rampenbestrijding en crisisbeheersing Binnen vijf minuten nadat is vastgesteld dat is voldaan aan de criteria voor grootschalige alarmering geeft de meldkamer, op grond van de beschikbare gegevens, een zo volledig mogelijke beschrijving van het incident aan de onderdelen van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing en aan andere functionarissen of eenheden als bedoelt in artikel 2.2.3, tweede lid. Tijdens systeemoefeningen 2013 en 2014 was beschrijving beschikbaar, echter niet altijd volledig en niet tijdig. Actie: Oplossing creëren voor het tijdig en volledig beschikbaar kunnen stellen van een meldkamerbeeld (actie loopt). Uitvoering op orde in Brabant-Noord (versie: 1.6; juni 2015) Pagina 14

18 2.2.5 Het bestuur van de veiligheidsregio draagt zorg voor een voorziening waardoor in het geval dat de meldkamer uitvalt, de functie en taken van de meldkamer worden gecontinueerd. Afspraken met VR Zuidoost Met komst van landelijke meldkamerorganisatie en het terugbrengen naar 10 locaties (samengaan meldkamers BN en ZO) zullen nieuwe afspraken noodzakelijk zijn. 3 Opschaling Vanaf het moment dat is vastgesteld dat is voldaan aan de criteria, bedoeld in beginnen de volgende onderdelen of functionarissen binnen de gestelde tijd met de uitvoering van hun taken: a. een eerste commando plaats incident binnen dertig minuten; b. de leidinggevenden binnen een regionaal operationeel team binnen vijfenveertig minuten, met uitzondering van de leidinggevende van de sectie informatiemanagement die binnen dertig minuten begint; c. de voorlichtingsfunctionaris regionaal operationeel team binnen dertig minuten; d. de sectie informatiemanagement van een regionaal operationeel team binnen veertig minuten; e. de overige secties van een regionaal operationeel team binnen zestig minuten; f. een team bevolkingszorg binnen negentig minuten met uitzondering van de functionaris die met de coördinatie van de voorlichting is belast en die binnen dertig minuten begint, en g. een gemeentelijk beleidsteam binnen zestig minuten vanaf het moment dat de burgemeester het beleidsteam bijeen heeft geroepen. Getoetst tijdens opkomstoef. juni 2012 en systeemoefeningen 2013 en CoPI ROT Voorlichter OT Sectie IM Overige secties ROT Team bevolkingszorg GBT Het bestuur van de veiligheidsregio draagt er zorg voor dat de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing in staat is gedurende een ramp of crisis onafgebroken te functioneren. Continuïteitsplan hoofdstructuur vastgesteld. AB 9 april 2014 Uitvoering op orde in Brabant-Noord (versie: 1.6; juni 2015) Pagina 15

19 4 Informatiemanagement Het bestuur van de veiligheidsregio draagt er zorg voor dat binnen de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing tijdens een ramp of crisis een totaalbeeld wordt bijgehouden. 2. Het totaalbeeld is opgebouwd uit de beschikbare gegevens over: a. het incident, waaronder wordt begrepen: de aard van het incident en de betrokken objecten, de actuele situatie met betrekking tot het incident, en de risico s en de effecten van het incidenttype en de bestrijdingsmogelijkheden; b. de hulpverlening, waaronder wordt begrepen: de bestrijdingsmogelijkheden, de bereikbaarheid voor de hulpverlening, en de risico s voor de hulpverleners en de daarmee samenhangende veiligheidsmaatregelen; c. de prognose en de aanpak, waaronder wordt begrepen: de verwachting met betrekking tot de ontwikkeling van het incident, de risico s en de effecten ervan ende bestrijdingsmogelijkheden, het slachtofferbeeld, de verwachte ontwikkeling ervan, de noodzakelijke maatregelen en de benodigde hulpverleners en middelen, de risico s voor de bevolking, de verwachte ontwikkeling van deze risico s en de benodigde hulpverleners en middelen, het beeld bij de bevolking van het incident en de risico s, het gedrag van de bevolking, de informatie die aan de bevolking is verstrekt en maatregelen die zijn of worden getroffen, en overige bedreigingen zoals die voor de vitale belangen, het milieu of de economie, de verwachte ontwikkeling ervan en de benodigde hulpverleners en Het proces IM alsmede het LCMS is ingericht om een totaalbeeld op te stellen en te delen met alle relevante organisatieonderdelen en partners. Getoetst tijdens systeemoefening 2014 en opschalingen in Heusden (GRIP 2 en GRIP 3; 2014). (Tijdens opschalingen in Heusden, resp. GRIP 3 en GRIP 2 is het totaal beeld bijgehouden.) Uitvoering op orde in Brabant-Noord (versie: 1.6; juni 2015) Pagina 16

20 middelen, en d. de getroffen maatregelen en de resultaten ervan, waaronder wordt begrepen: de actuele bestrijdingsorganisatie, de voorstellen en besluiten over de bestrijdingsstrategie, de inzetplannen en de benodigde hulpverleners en middelen, de feitelijke inzet en uitvoering van de bestrijding, en de voortgang van de inzet en de uitvoering, de bijstelling van besluiten of de uitvoering ervan en de bereikte resultaten. 3. Het totaalbeeld wordt langs geautomatiseerde weg zo spoedig mogelijk en voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is geverifieerd, beschikbaar gesteld aan: a. de onderdelen van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing; b. andere bij de ramp of crisis betrokken partijen, voor zover zij deze gegevens nodig hebben voor de uitvoering van hun taken en bevoegdheden, en c. Onze Minister De onderdelen van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing, bedoeld in, houden bij de rampenbestrijding en crisisbeheersing een eigen beeld bij. (Norm tijdens systeemoefeningen 2013 en 2014 behaald.) 2. Het eigen beeld bestaat uit de beschikbare gegevens over de ontwikkeling en effecten van een incident, de risico s voor de veiligheid van de hulpverleners en de personen in het getroffen gebied, de aanpak van het incident en de daarvoor benodigde mensen en middelen. 3. De gegevens worden nadat zij beschikbaar zijn binnen tien minuten verwerkt in het eigen beeld en voor zover mogelijk geverifieerd. 4. De gegevens worden langs geautomatiseerde weg beschikbaar gesteld aan: a. de onderdelen van de Uitvoering op orde in Brabant-Noord (versie: 1.6; juni 2015) Pagina 17

21 hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing; b. andere de bij de ramp of crisis betrokken partijen die deze gegevens nodig hebben voor de uitvoering van hun taken en bevoegdheden, en c. het onderdeel dat het totaalbeeld bijhoudt Een advies of opdracht van een onderdeel van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing is gebaseerd op het actuele eigen beeld van dat onderdeel en op het actuele totaalbeeld. (Norm tijdens systeemoefeningen 2013 en 2014 behaald.) In het geval dat een advies of een opdracht niet of niet volledig is opgevolgd of uitgevoerd, wordt het onderdeel van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing dat dit advies of deze opdracht heeft gegeven, daarvan op de hoogte gesteld. De opdracht wordt vervolgens in overeenstemming met artikel opnieuw geformuleerd. 5 Eisen voor oefening Het bestuur van de veiligheidsregio draagt er zorg voor dat de onderdelen van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing jaarlijks gezamenlijk een oefening houden met een fictieve ramp of crisis. Systeemoefening gehouden op 22 mei Uitvoering op orde in Brabant-Noord (versie: 1.6; juni 2015) Pagina 18

22 Hoofdstuk 6 Rampbestrijdingsplannen voor inrichtingen en luchthavens 1 Rampbestrijdingsplannen voor inrichtingen Omschrijving: Artikelnummer: Voortgang: Toelichting/opmerking: Het bestuur van de veiligheidsregio stelt een rampbestrijdingsplan vast voor een ramp in een inrichting als bedoeld in. 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van een calamiteit in een inrichting die in een andere staat is gelegen, welke calamiteit tot een ramp in Nederland kan leiden. De artikelen in deze paragraaf worden daarbij voor zover mogelijk toegepast Onverminderd, worden het rampbestrijdingsplan of wijzigingen daarvan vastgesteld uiterlijk een jaar na het tijdstip waarop het bestuur van de veiligheidsregio, op grond van artikel 6.15, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht, de delen van het veiligheidsrapport waarvan een aanvraag om een omgevingsvergunning vergezeld gaat, heeft ontvangen. Alle objecten waarvoor een plan wettelijke verplicht zijn, hebben een rampbestrijdingsplan Verplichte rampbestrijdingsplannen: Stichting vergunningen Moleneind en de Geer (SVMG) Oss: AB 6 november 2013 (operationeel vanaf 1 februari 2014) Opm. t.a.v. geoefendheid (par lid 1): - e-learningmodule beschikbaar gesteld voor alle operationele functionarissen in de hoofdstructuur - in feb is 4x een ROTtabletopoefening gehouden m.b.t. rampbestrijdingsplan SVMG i.s.m. bedrijf. - Brandweer oefent in 2 e kwartaal 2014 met bedrijfsbrandweer Het rampbestrijdingsplan bevat in ieder geval: a. de naam of functie van de aan de inrichting verbonden personen die bevoegd zijn om procedures van alarmering binnen en buiten de inrichting en van inwerkingstelling van bestrijdingsacties binnen de inrichting in werking te doen treden; b. de naam of functie van de personen die belast zijn met de operationele leiding van het geheel van de bestrijdingsacties; c. de maatregelen en voorzieningen die zijn getroffen opdat degene die is belast met het opperbevel en de Unipol Oss, vastgesteld AB 12 november Gasunie Oss, vastgesteld AB 12 november Uitvoering op orde in Brabant-Noord (versie: 1.6; juni 2015) Pagina 19

23 hulpverleningsdiensten snel worden geïnformeerd en de bij de bestrijding betrokken personen snel worden opgeroepen; d. het schema met betrekking tot de leiding over en de gecoördineerde inzet van diensten en organisaties die bij de bestrijding kunnen worden betrokken; e. de maatregelen en voorzieningen die zijn getroffen met het oog op de bestrijding op en buiten het terrein van de inrichting; f. de maatregelen en voorzieningen die zijn getroffen om de bevolking te informeren over de ramp of de dreiging van een ramp en over de door haar te volgen gedragslijn; g. de maatregelen en voorzieningen die zijn getroffen om de hulpverleningsdiensten van een andere staat te informeren, indien de bevolking of het milieu van die staat door de ramp kunnen worden getroffen of dreigen te worden getroffen Afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing op de vaststelling van het rampbestrijdingsplan. 2. Indien met betrekking tot de inrichting met toepassing van artikel 19.3 van de Wet milieubeheer van een document een tweede tekst is overgelegd waaruit vertrouwelijke gegevens als in dat artikel bedoeld zijn weggelaten, wordt alleen deze tekst ter inzage gelegd Indien de bevolking van een andere staat kan worden getroffen door de gevolgen van een ramp in de inrichting waarop het rampbestrijdingsplan betrekking heeft, verzoekt het bestuur van de veiligheidsregio waarin de inrichting geheel of gedeeltelijk is gelegen de bevoegde autoriteit van de andere staat de bevolking te informeren over de mogelijkheid haar zienswijze over het Uitvoering op orde in Brabant-Noord (versie: 1.6; juni 2015) Pagina 20

24 ontwerp naar voren te brengen Het bestuur van de veiligheidsregio verleent op verzoek van de bevoegde autoriteit van een andere staat medewerking aan de terinzagelegging van documenten die in de andere staat zijn opgesteld in het kader van de voorbereiding van een met een rampbestrijdingsplan gelijk te stellen plan voor een in die staat gelegen inrichting Het bestuur van de veiligheidsregio draagt er zorg voor dat met passende tussenpozen doch ten minste éénmaal per drie jaar gezamenlijk met de onderdelen van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing een oefening wordt houden waarbij het rampbestrijdingsplan op juistheid, volledigheid en bruikbaarheid wordt getoetst. 2. Het bestuur van de veiligheidsregio beziet met passende tussenpozen doch ten minste éénmaal per drie jaar of het rampbestrijdingsplan moet worden herzien en bijgewerkt. Het houdt daarbij rekening met veranderingen die zich in de inrichting of in de omgeving daarvan hebben voorgedaan, met veranderingen in de organisatie en taken van bij de bestrijding van rampen betrokken diensten en organisaties, met nieuwe technische kennis en met inzichten omtrent de bij rampen te nemen maatregelen Indien het bestuur van de veiligheidsregio besluit dat voor een inrichting geen rampbestrijdingsplan behoeft te worden vastgesteld, zendt het een afschrift van zijn besluit aan: a. degene die de inrichting drijft; b. de burgemeester van de gemeente waarin de inrichting is gelegen; c. het bestuursorgaan dat bevoegd is voor de inrichting een omgevingsvergunning te verlenen; d. de daartoe door Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangewezen Uitvoering op orde in Brabant-Noord (versie: 1.6; juni 2015) Pagina 21

25 toezichthouder, bedoeld in artikel 1, derde lid, onderdeel d, van de Arbeidsomstandighedenwet, en e. Onze Minister. 2. Indien het besluit van het bestuur van de veiligheidsregio een inrichting betreft die geheel of gedeeltelijk is gelegen in een aan een andere staat grenzende gemeente, zendt Onze Minister een afschrift van het besluit aan de andere staat. 1 Rampbestrijdingsplannen voor luchthavens Het bestuur van de veiligheidsregio stelt, na overleg met de exploitant van een burgerluchthaven, respectievelijk de basiscommandant van een militaire luchthaven, een rampbestrijdingsplan vast voor een vliegtuigongeval op een luchthaven binnen de veiligheidsregio, dat op grond van onderdeel en tabel 9-1 in bijlage 14, volume 1 van het op 7 december 1944 te Chicago tot stand gekomen Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Trb. 1973, 109) is ingedeeld in brandrisicoklasse 3 of hoger, of in geval van een militaire luchthaven, het terrein dat in overleg met Onze Minister van Defensie is aangewezen. 2. Het rampbestrijdingsplan ziet mede op de onmiddellijke omgeving van een luchthaven. Het bestuur van de veiligheidsregio stelt in overleg met de exploitant van een burgerluchthaven, respectievelijk de basiscommandant van een militaire luchthaven vast welk gebied tot de onmiddellijke omgeving wordt gerekend. 3. Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing op de vaststelling van het rampbestrijdingsplan. 4. Het bestuur van de veiligheidsregio zendt het rampbestrijdingsplan aan Onze Minister van Infrastructuur en Milieu. Aandachtspunt: Actualisatie dient plaats te vinden in Vliegbasis Volkel, geactualiseerd en vastgesteld op 27 juni 2012 (AB). (Actualisatie staat gepland in 2015) Opmerking lid 1: Namens de commandant van de vliegbasis hebben vertegenwoordigers van de vliegbasis zitting gehad in de werkgroep die het rampbestrijdingsplan hebben opgesteld. Opmerking lid 2: Beschreven in paragraaf 1.2 van het rampbestrijdingsplan. Opmerking lid 4: Op de verzendlijst is niet de Minister van Infrastructuur en Milieu opgenomen. De minister is een rampbestrijdingsplan toegezonden in augustus Uitvoering op orde in Brabant-Noord (versie: 1.6; juni 2015) Pagina 22

26 6.2.2 Het rampbestrijdingsplan bevat in ieder geval: a. de functies van de aan de luchthaven verbonden personen die bevoegd zijn om procedures van alarmering binnen en buiten de luchthaven en van bestrijdingsacties op de luchthaven in werking te doen treden; b. de functies van de personen die belast zijn met de operationele leiding van het geheel van de bestrijdingsacties; c. de maatregelen en de voorzieningen die zijn getroffen opdat degene die is belast met de operationele leiding, en de hulpverleningsdiensten snel worden geïnformeerd en de bij de bestrijding betrokken personen snel worden opgeroepen; d. het schema met betrekking tot de leiding over en de gecoördineerde inzet van diensten en organisaties die bij de bestrijding kunnen worden betrokken; e. de maatregelen en voorzieningen die zijn getroffen met het oog op de bestrijding van op en in de onmiddellijke omgeving van de luchthaven; f. een plan in hoofdlijnen met betrekking tot de geneeskundige organisatie, waaronder een plan op hoofdlijnen met betrekking tot de opvang en verzorging van de slachtoffers; g. de wijze waarop de bevolking wordt geïnformeerd en over de door haar te volgen gedragslijn; h. de maatregelen en voorzieningen die worden getroffen om de hulpverleningsdiensten van een andere staat te informeren, indien de bevolking of het milieu van die staat door het vliegtuigongeval worden getroffen of dreigen te worden getroffen; i. de wijze waarop slachtoffers, verwanten van slachtoffers, reizigers, medewerkers van de luchthaven en van Bron: Rampbestrijdingsplan Vliegbasis Volkel 2012 Opmerking: In bijlage 1 van het rampbestrijdingsplan is een verantwoording opgenomen m.b.t. de wijze waarop de wettelijke eisen uit dit artikel in het rampbestrijdingsplan zijn uitgevoerd zijn. Uitvoering op orde in Brabant-Noord (versie: 1.6; juni 2015) Pagina 23

27 vliegtuigmaatschappijen, binnenen buitenlandse overheden en de media worden geïnformeerd, en j. een overzichtskaart van de indeling van de luchthaven en de onmiddellijke omgeving daarvan Het bestuur van de veiligheidsregio draagt er zorg voor dat gezamenlijk met de onderdelen van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing met passende tussenpozen een oefening wordt gehouden waarbij het rampbestrijdingsplan op juistheid, volledigheid en bruikbaarheid wordt getoetst. 2. In ieder geval vindt één maal per twee jaar een multidisciplinaire stafoefening en één maal per vier jaar een multidisciplinaire oefening van staf en operationele eenheden plaats. 3. Bij de oefeningen, bedoeld in het tweede lid, wordt het calamiteitenplan van de luchthaven mede geoefend. 4. Het bestuur van de veiligheidsregio draagt zorg voor de evaluatie van de oefeningen, bedoeld in het tweede lid. Bij de uitvoering van de evaluatie worden de exploitant van een burgerluchthaven en de basiscommandant, bedoeld in artikel 6.2.1, betrokken. 5. Het bestuur van de veiligheidsregio draagt er zorg voor dat het rampbestrijdingsplan één maal per vier jaar wordt geactualiseerd. Opmerking t.a.v. oefenen: 1. Jaarlijks wordt een virtuele oefendag georganiseerd voor alle officieren van dienst van brandweer, politie/kmar, geneeskundig en de onscenecommanders van de luchthavenbrandweer (doel: kennis in stand houden t.a.v. taken en verantwoordelijkheden en samenwerking in het veld). 2. In sept 2012 heeft een CoPI oefening plaatsgevonden en in november 2012 een grote internationale oefening (eenheden, CoPI en RBT). 3. Op 22 mei 2013 heeft de systeemoefening als scenario gehad een vliegtuigcrash buiten de vliegbasis waarbij het rampbestrijdingsplan van toepassing was. Uitvoering op orde in Brabant-Noord (versie: 1.6; juni 2015) Pagina 24

28 3. Overige landelijke afspraken en verplichtingen Naast de wettelijke verplichtingen worden er naar aanleiding van onderzoeken en nieuwe inzichten regelmatig nieuwe eisen en verplichtingen aan de Veiligheidsregio gesteld. Om inzicht te kunnen geven in de manier waarop Veiligheidsregio Brabant-Noord omgaat met deze impliciete en veelal expliciete verplichtingen is dit hoofdstuk toegevoegd aan de rapportage Uitvoering op Orde in Brabant-Noord. Implementatie Eindrapport bovenregionale samenwerking Eenheid in Verscheidenheid Omschrijving: Algemeen Voortgang: Toelichting/opmerking: Aanpassingen Regionaal Crisisplan op GRIP 5 en GRIP Rijk Bijscholen sleutelfunctionarissen ten aanzien van GRIP 5 en GRIP Rijk Aanstellen van vraagregisseur in de veiligheidsregio tbv Crisis Expert Team (CET; opvolger van het landelijk BOTmi). Organiseren jaarlijks netwerkmoment Crisiscommunicatie Elke Veiligheidsregio organiseert de crisiscommunicatie regionaal Elke regio benoemt een aanspreekpunt dat verantwoordelijk is voor de organisatie, het beheer en de professionalisering van die crisiscommunicatiepool Binnen de regionale communicatiepool zijn tenminste de volgende functies op hard piket: COPI, voorlichter, adviseur ROT, adviseur BT, hoofd taakorganisatie Vaststelling Regionaal Crisisplan 2013 (Algemeen Bestuur 6 november 2013). Wel zal nog een check worden gedaan in hoeverre dit ook in andere planvormen wordt en is aangepast. In 2014 is aandacht besteed aan GRIP 5: - Systeemoefening 2014 (opschaling naar GRIP 5 ism VR MWB) - In kader van samenwerkingsweken met Defensie (Wake up 2014) zijn in november 2014 workshops gehouden voor communicatiefunctionarissen, OL en en voorzitters RBT van VR en BN, ZOB en MWB. Deze taak is vooralsnog neergelegd bij AGS/meetplanleider van de brandweer. Formeel dient hieronder nog regionaal een besluit te worden genomen. Er zijn meerdere themasessies, oefeningen en werkbezoeken waarbij de partners elkaar ontmoeten. Aandachtspunt is Rijkswaterstaat als partner van de waterkolom. Vastgelegd in Regionaal Crisisplan Aanspreekpunt is senior communicatieadviseur van de Brandweer Brabant-Noord Uitgezonderd adviseur ROT. Hiervoor is bewust gekozen omdat de coördinerende taak, zoals beoogd in het Besluit, niet primair ligt bij de adviseur ROT maar bij het hoofd Uitvoering op orde in Brabant-Noord (versie: 1.6; juni 2015) Pagina 25

29 communicatie In de regionale planvorming wordt voor crisiscommunicatie tenminste opgenomen een ontwikkel- en beheerplan van de regionale crisiscommunicatiepool, inclusief budget voor opleiden, trainen en oefenen. taakorganisatie communicatie. Dit is opgenomen in het programma bevolkingszorg binnen de veiligheidsregio (AB 25 april 2015). Uitvoering op orde in Brabant-Noord (versie: 1.6; juni 2015) Pagina 26