Kentekening van (land)bouwvoertuigen komt dichterbij

Transcriptie

1 13 mei 2016 Kentekening van (land)bouwvoertuigen komt dichterbij Vanaf 2017 kentekens én de maximumsnelheid naar 40 km/u De kentekening van (land)bouwvoertuigen op de openbare weg is voorzien vanaf In grote lijnen is inmiddels bekend op welke wijze dat gaat gebeuren. (Land)bouwvoertuigen met een kenteken mogen dan 40 km/u rijden. Invoering van de kentekenplicht hangt nog wel af van de goedkeuring van het wetsvoorstel door de Tweede en de Eerste Kamer. De invoering van kentekens voor (land)bouwvoertuigen komt steeds dichterbij. Wanneer de Tweede Kamer dit jaar tijdig akkoord gaat met het wetsvoorstel kan de kentekenplicht op 1 januari 2017 worden ingevoerd. Tegelijkertijd met het kenteken gaat ook de maximumsnelheid van 25 naar 40 km/u. Zonder kenteken is er geen sprake van een snelheidsverhoging. Met een kenteken mogen (land)bouwvoertuigen straks legaal met 40 km/u op de weg rijden. Daardoor wordt het voor wegbeheerders mogelijk om (land)bouwvoertuigen vaker op doorgaande wegen en rondwegen toe te laten, zodat ze niet meer door de bebouwde kom hoeven. Met een kenteken is er controle mogelijk op de technische uitvoering van (land)bouwvoertuigen, zoals de aanwezigheid van remmen. Een kenteken maakt een voertuig identificeerbaar en zorgt ervoor dat eenduidiger handhaving mogelijk is. Ook kan er worden gecontroleerd of het (land)bouwvoertuig is verzekerd voor wettelijke aansprakelijkheid. Het kenteken is nodig om vast te stellen of een landbouwtrekker al dan niet apk-plichtig is. Ook kan met een kenteken een systeem van gecentraliseerde ontheffingverlening voor (land)bouwvoertuigen wordt opgezet. Met een kenteken worden (land)bouwvoertuigen straks op dezelfde wijze gereguleerd als andere motorvoertuigen. Het kenteken geeft daardoor status aan het voertuig en maakt duidelijk dat (land)bouwvoertuigen gewoon op de openbare weg mogen rijden. Uiteindelijk is een goede en blijvende toegang tot de openbare weg voor de cumela- en landbouwsector essentieel. De invoering van het kenteken draagt hier in belangrijke mate aan bij. Kentekenplicht De kentekenplicht gaat gelden voor alle (land)bouwvoertuigen die op de openbare weg rijden en waarvoor de bestuurder een T-rijbewijs moet hebben. Ook historische trekkers of zelfrijdende werktuigen die op de openbare weg rijden, moeten een kenteken hebben. Landbouwvoertuigen die nooit op de openbare weg komen, zijn niet kentekenplichtig. Pagina 1 van 8

2 Er zijn straks vier voertuigcategorieën die kentekenplichtig zijn: Landbouw- of bosbouwtrekkers. Motorrijtuigen met beperkte snelheid. Mobiele machines. Aanhangwagens achter deze motorvoertuigen. Vanaf 2017 komt er de nieuwe categorie mobiele machines, die in de plaats komt van de categorie motorrijtuigen met beperkte snelheid. Zelfrijdende werktuigen die na 1 januari 2017 nieuw in gebruik zijn genomen, heten dan mobiele machines. Uitzonderingen Er zijn wel enkele uitzonderingen. De volgende voertuigen zijn niet kentekenplichtig: Voertuigen waarvoor de bestuurder geen T-rijbewijs nodig heeft. Motorrijtuigen met beperkte snelheid of mobiele machines: - met een maximumconstructiesnelheid van minder dan 6 km/u; - op één as; - als asfalteermachine, wals, asfaltfrees of hoogwerker zonder zitplaats voor werkzaamheden op of aan de weg. Aanhangwagens met een toegestane maximum massa van minder dan 750 kilogram. Aanhangwagens met een maximumconstructiesnelheid van niet meer dan 25 km/u (vanwege het niet kunnen voldoen aan technische eisen). Verwisselbare uitrustingsstukken in de driepuntshefinrichting met één of meerdere (steun)wielen. Voertuigen waarvoor de bestuurder geen T-rijbewijs nodig heeft, zijn motorrijtuigen met beperkte snelheid of mobiele machines die, inclusief verwisselbare uitrustingsstukken, niet breder zijn 1,30 meter en zijn voorzien van een: maai-installatie voor het maaien van oppervlakten; veeg-installatie voor het vegen van wegen; installatie om automatisch uitwerpselen op te zuigen; uitrustingsstuk aan de voorzijde voor verwijdering van sneeuw op het wegdek; installatie voor het strooien van wegen ter voorkoming of bestrijding van gladheid; installatie om onkruid te bestrijden met een tankinhoud van minimaal 100 liter; een hefinrichting aan de voorzijde. Verder mogen deze voertuigen aan de achterzijde geen koppeling (uitgezonderd de heftruck) of een driepuntshefinrichting hebben. Als het voertuig (smaller dan 1,30 meter) niet aan één van de genoemde voorwaarden voldoet, moet dat wel worden voorzien van een kenteken. Nieuwe voertuigen De invoering van de kentekenplicht is voorzien vanaf De kentekening van nieuwe (land)bouwvoertuigen sluit aan bij het de bestaande RDW-systematiek voor het toelaten, registeren en te naam stellen van voertuigen. Dit is het zogenaamde reguliere proces en voor nieuw verkochte (land)bouwvoertuigen gaat de kentekenplicht in op 1 januari Wanneer u vanaf 2017 een landbouwtrekker, mobiele graafmachine of aanhangwagen die harder dan 25 km/h kan rijden koopt, is deze door de leverancier van een kenteken voorzien en op uw naam gezet. Pagina 2 van 8

3 Bestaande voertuigen Verder moeten ook alle bestaande (land)bouwvoertuigen die op de openbare weg rijden een kenteken krijgen. De inschatting van de RDW is dat er landbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid, aanhangwagens, voertuigen met een GVkenteken en voertuigen in bedrijfsvoorraad moeten worden geregistreerd. Dat betekent dat er vanaf 1 februari 2017 binnen veertien maanden ongeveer (land)bouwvoertuigen moeten worden geregistreerd en op naam worden gezet. Uitgangspunt bij de kentekening is dat deze huidige (land)bouwvoertuigen nu ook al legaal op de weg rijden. Daarom is er geen goedkeuring van de bestaande voertuigen nodig voor toelating tot de weg. De bestaande voertuigen worden dan ook niet geschouwd of technisch gekeurd; de gegevens die de eigenaar over het voertuig verstrekt, zijn leidend bij de kentekenaanvraag. De kentekening van de bestaande (land)bouwvoertuigen loopt van 1 februari 2017 tot 20 mei 2018 en wordt het conversietraject genoemd. Om de inschrijving en de tenaamstelling tijdig te kunnen afronden, eindigt de conversieperiode op 1 april Dit om te garanderen dat vanaf 20 mei 2018 alle (land)bouwvoertuigen met een kenteken op de openbare weg rijden. Wanneer een bestaand voertuig niet binnen de conversieperiode wordt gekentekend, kan dat naderhand alleen via de reguliere procedures van de RDW. Dat betekent dat het voertuig individueel moet worden gekeurd door de RDW. Hieraan zijn aanzienlijk hogere kosten verbonden dan aan de kentekenaanvraag tijdens de conversieperiode. Voertuiggegevens Tijdens het conversietraject moet de aanvrager van het kenteken de volgende gegevens van het voertuig aanleveren: VIN (voertuigidentificatienummer). Merk. Type (indien bekend). Handelsbenaming. Nationale voertuigsoort. Europese voertuigcategorie. Bouwjaar (voor mogelijke afgifte van historische kentekenplaten). Maximumconstructiesnelheid. Technische maximummassa s. Brandstof. Vermelding of het voertuig ontheffingsplichtig is. Vermelding of het voertuig een GV-kenteken heeft. Het voertuigidentificatienummer is ingeslagen in het voertuig en bepaalde technische gegevens staan op de constructieplaat van het voertuig. Ook in de papieren van het voertuig of in het onderhoudsboekje staan technische gegevens. Bij de meeste (land)bouwvoertuigen zijn er geen voertuigpapieren, zodat de constructieplaat belangrijk is. Ook kan eventueel bij de fabrikant of leverancier navraag worden gedaan als de benodigde gegevens niet op het voertuig zijn te achterhalen. Verder hoeft er bij het conversieproces geen kopie van eventuele voertuigdocumenten of van een aankoopbewijs te worden verstrekt aan de RDW. Bij de huidige aanvraag voor een GVkenteken zijn deze documenten nu wel nodig. Pagina 3 van 8

4 Voertuigidentificatienummer Het voertuigidentificatienummer (VIN) is zeer belangrijk; zonder dat nummer geen registratie. Van de landbouwtrekkers en de meeste motorrijtuigen met beperkte snelheid is dat te achterhalen. De inschatting is dat met name bij aanhangwagens het VIN niet altijd is aangebracht of bekend is. Wanneer het VIN ontbreekt, moet dat alsnog worden aangebracht. Dat kan door contact op te nemen met het de fabrikant van het voertuig of door de RDW. Hou er rekening mee dat hieraan kosten zijn verbonden. Bouwjaar Het bouwjaar is nodig om vast te stellen of het gaat om een historisch voertuig. Voertuigen die in gebruik zijn genomen voor 1 januari 1978 mogen een donkerblauwe historische kentekenplaat voeren in plaats van de verplichte gele kentekenplaat. Met een donkerblauwe kentekenplaat behoudt het voertuig meer zijn historische karakter. Apk De maximumconstructiesnelheid is een zeer belangrijk registratie-item, vooral bij landbouwtrekkers. De maximumconstructiesnelheid bepaalt of een landbouwtrekker apk-plichtig wordt of tachograafplichtig. Op grond van de nieuwe Europese richtlijn 2014/45/EU zijn landbouwtrekkers met een maximumconstructiesnelheid van meer dan 40 km/u straks apk-plichtig. Deze apk-richtlijn wordt op 20 mei 2018 van kracht, vandaar dat dit ook de einddatum van het conversietraject is. Door de registratie en kentekening is dan van alle landbouwtrekkers de maximumconstructiesnelheid bekend en of deze al dan niet apk-plichtig zijn. De apk-plicht gaat alleen gelden voor snelle trekkers die harder kunnen dan 40 km/u en niet voor motorrijtuigen met beperkte snelheid, mobiele machines, aanhangwagens of verwisselbare getrokken uitrustingsstukken. Tachograaf Voertuigen met een toegestane massa van meer dan 3,5 ton waarmee goederen over de weg worden vervoerd, zijn tachograafplichtig. Uitgezonderd van deze tachograafplicht zijn voertuigen waarvan de toegestane maximumsnelheid niet meer dan 40 km/u bedraagt. Dit wordt bepaald door de maximumconstructiesnelheid van het voertuig. Daarnaast zijn landbouwtrekkers die binnen een straal van 100 kilometer rond de vestigingsplaats van het bedrijf worden gebruikt voor land- of bosbouwwerkzaamheden uitgezonderd van de tachograafplicht. Anders wordt het als met landbouwtrekkers vervoer wordt gedaan buiten de landbouw, zoals grond of zand rijden voor een aannemer. Als er grondtransporten worden verricht met een gekentekende landbouwtrekker met een maximumconstructiesnelheid van meer dan 40 km/h moet er vanaf 2017 een tachograaf zijn geïnstalleerd. Maximumconstructiesnelheid Bij het conversietraject is de opgave van de maximumconstructiesnelheid door de aanvrager bepalend. Als de aanvrager 40 km/u opgeeft, ook al blijkt uit bijvoorbeeld fabrieksgegevens die bij de RDW bekend zijn dat de landbouwtrekker maximaal 55 km/u kan rijden, wordt 40 km/u als maximumconstructiesnelheid vastgelegd. Het kan namelijk zijn dat het voertuig naderhand is begrensd op 40 km/u uit oogpunt van veiligheid, brandstofbesparing en minder bandenslijtage. Het voertuig wordt dus niet geschouwd of gekeurd en de aanvrager verklaart dat de gegevens naar waarheid zijn ingevuld. Voor nieuwe voertuigen wordt de maximumconstructiesnelheid die in de voertuigpapieren staan leidend. Koopt u na 2017 een landbouwtrekker die 50 km/u kan, dan wordt die 50 km/u als maximumconstructiesnelheid geregistreerd. Pagina 4 van 8

5 Ontheffingsplichtige voertuigen Voertuigen die de wettelijke toegestane afmetingen of massa s overschrijden, hebben een ontheffing nodig om op de openbare weg te mogen rijden. (Land)bouwvoertuigen die permanent de maximale afmetingen of massa s overschrijden, krijgen een speciaal kenteken, een ZZ- of een ZZZ-kenteken. Hiermee is direct te zien dat het gaat om een voertuig dat alleen met een ontheffing op de weg mag rijden. Tijdens het conversietraject moet de aanvrager aangeven of het voertuig ontheffingsplichtig is. Dat is het geval als het voertuig breder is dan 3,00 meter, hoger dan 4,00 meter of langer dan 12,00 meter of maximummassa s overschrijdt. Vooral bij motorrijtuigen met beperkte snelheid en mobiele machines komen ontheffingsplichtige voertuigen voor. Een losse landbouwtrekker op normale banden is niet breder dan 3,00 meter en heeft dus geen ontheffing nodig en krijgt geen ZZ- of ZZZ-kenteken. Wanneer de landbouwtrekker door dubbellucht of een breed verwisselbaar uitrustingsstuk in de hefinrichting breder is dan 3,00 meter moet er naderhand wel een ontheffing worden aangevraagd. In dat geval krijgt het voertuig geen ZZ- of ZZZkenteken, maar wordt er een voertuiggebonden ontheffing afgegeven op het kenteken van het voertuig. Door CUMELA Nederland, LTO Nederland, Bouwend Nederland, Fedecom en BMWT is bij minister Schultz van Haegen van het ministerie van Infrastructuur en Milieu gepleit voor gecentraliseerde ontheffingverlening voor (land)bouwvoertuigen voor alle wegbeheerders bij de RDW afdeling Ontheffingen. GV-kenteken Reeds afgegeven grensverkeerkentekens (GV-kentekens), nodig voor Nederlandse (land)bouwvoertuigen in het buitenland, blijven geldig. Wel worden er vanaf 2017 geen nieuwe GVkentekens meer afgegeven; de nieuwe kentekens zijn dan ook in andere landen geldig. Wel zal er tijdens het conversietraject voor een GV-kenteken een nieuwe tenaamstelling moeten worden aangevraagd. In het huidige GV-kentekenbestand heeft namelijk geen formele tenaamstelling plaatsgevonden. Wanneer het huidige voertuig met GV-kenteken permanent de wettelijk toegestane afmetingen of massa s overschrijdt, zal dat GV-kenteken worden omgezet in een zogenaamd ZZ- of een ZZZ-kenteken. Handelaarskenteken Landbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid of mobiele machines die geen kenteken hebben omdat ze nooit op de openbare weg komen, moeten soms toch naar de dealer of het mechanisatiebedrijf. Deze voertuigen mogen met een zogenaamd handelaarskenteken (groene kentekenplaat met de lettercombinatie LH) wel op de openbare weg rijden. Het handelaarskenteken kan bij het onderhoudsbedrijf worden gehaald en mag alleen worden gebruikt voor reparatie en onderhoud van het voertuig. Met een handelaarskenteken op het voertuig mogen er geen werkzaamheden worden uitgevoerd, zoals transport met een aanhangwagen. Er mag alleen met een los voertuig naar en van de dealer of het mechanisatiebedrijf worden gereden. Aanhangwagens Vanaf 2017 zijn er twee categorieën aanhangwagens; landbouw- of bosbouwaanhangwagens (voor transport) en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken (oftewel getrokken werktuigen). Wanneer er met een voertuigcombinatie harder dan 25 km/u wordt gereden, moet de aanhangwagen ook een zelfstandig kenteken hebben. Een eigen kenteken wordt alleen verstrekt wanneer de aanhangwagen met een technisch toegestane maximummassa van meer dan 750 kilogram is voorzien van een goed werkende reminrichting. Ook moet de aanhangwagen in dat geval zijn voorzien van een goed werkende losbreekreminrichting of een hulpkoppeling. Via de kentekening van de aanhangwagens moet de aanvrager deze gegevens verstrekken. Pagina 5 van 8

6 Witte kentekenplaat Voldoet de aanhangwagen niet aan deze eisen, dan wordt er geen zelfstandig kenteken verstrekt. Op de openbare weg moet de aanhangwagen dan een witte kentekenplaat voeren, vergelijkbaar met de witte kentekenplaat op een 750-kilogram-aanhangwagen achter een auto of een fietsendrager. Een witte kentekenplaat op een aanhangwagen betekent ook dat er met een dergelijke combinatie niet sneller dan 25 km/u mag worden gereden. Het kenteken op de witte plaat hoeft daarbij niet hetzelfde kenteken te zijn als het kenteken van het trekkende voertuig. Wel moet het kenteken op de witte plaat hetzelfde zijn als die van een ander trekkend voertuig dat dezelfde eigenaar heeft als de aanhangwagen. Het is dus mogelijk om meerdere witte kentekenplaten met hetzelfde kenteken op aanhangwagens te monteren. Voordeel is dat de witte kentekenplaten niet hoeft te worden verwisseld bij een ander trekkend voertuig. Digitale aanvraag De aanvraag van het kenteken kan zowel digitaal als op papier. Voor de digitale aanvraag dient de aanvrager te beschikken over een Berichtenbox bij Mijn Overheid. Het is mogelijk om meerdere voertuigen in één keer te registreren. Het kentekenproces bestaat uit twee onderdelen; eerst de kentekenaanvraag, waarbij het voertuig wordt geregistreerd bij de RDW, en vervolgens de tenaamstelling, waardoor er een eigenaar/houder aan het kenteken wordt gekoppeld. Hiermee komt het voertuig op uw naam te staan. Na betaling van de kosten van de kentekenaanvraag en van de tenaamstelling en na acceptie van het registratieaanvraag door de RDW wordt de kentekencard naar de aanvrager gestuurd. Met de kentekencard kan een gele GAIK-plaat worden besteld. Er is één kentekenplaat nodig, die aan de achterzijde van het voertuig moet worden gemonteerd. De bestaande (land)bouwvoertuigen hoeven niet te worden voorzien van kentekenplaatverlichting. Bij de aanvraag controleert de RDW de verstrekte gegevens. Wanneer er een dubbele aanvraag komt voor hetzelfde voertuig (twee aanvragen met een identiek VIN) wordt de tweede aanvrager gevraagd een foto van het VIN te maken. Uiteindelijk beslist de RDW over de identiteit van het voertuig. Wanneer het voertuig bij de RDW als een andere voertuigcategorie staat geregistreerd (bijvoorbeeld als personenauto of bedrijfsauto) wordt de aanvraag geweigerd. Ook (land)bouwvoertuigen die als gestolen bekend staan, worden niet ingeschreven in het kentekenregister. Kosten Vanaf 2017 bedragen de kosten van kentekenaanvraag en tenaamstelling voor een al vóór 2017 in gebruik genomen voertuig 18,-. Verder moet er een gele kentekenplaat worden aangeschaft van ongeveer 12,-. Daarmee komen de kosten van de kentekening op 30,- per (land)bouwvoertuig. Bij de invoering van de kentekenplicht is er zeer sterk gestuurd op zo laag mogelijke kosten. De mogelijkheid van een digitale tenaamstelling, zonder dat de eigenaar naar een postkantoor moet, wordt voor het eerst ingevoerd. Ook het niet schouwen of keuren van het voertuig door de RDW of een andere instantie en de beperking tot één kentekenplaat maken dat de kosten van kentekening zo laag mogelijk worden gehouden. Pagina 6 van 8

7 Onnodig GV-kenteken aanvragen Regelmatig wordt de vraag gesteld of het niet beter is om nu al een GV-kenteken kunt aanvragen, omdat het straks misschien lastiger wordt om een kenteken te krijgen. Dat is zeker niet het geval. Het hele proces van verplichte kentekening is erop gericht om dat zo eenvoudig en goedkoop mogelijk te doen. De huidige voertuigen worden tijdens het kentekenproces niet geschouwd of gekeurd. Dat gebeurt nu ook niet bij de aanvraag van het GV-kenteken. Vanaf 2017 hoeven er voor de aanvraag van een kenteken ook geen kopieën van typegoedkeuringsdocumenten, certificaten van overeenstemming (CvO s), buitenlandse kentekenbewijzen of individuele goedkeuringscertificaten (IGC s) te worden overlegd. Een dergelijke kopie is nu wel nodig als het een GV-kenteken betreft voor een voertuig met een datum van eerste toelating vanaf 1 juli 2009, oftewel die nieuw is verkocht vanaf deze datum. De vergelijkbare aanvraag van een GV-kenteken kost nu 39,-. In het geval van een GV-kenteken moeten er nu twee kentekenplaten worden aangeschaft van ongeveer 12,- per stuk, straks maar één. Vanaf 2017 moeten voertuigeigenaren met een GV-kenteken bovendien een tenaamstelling laten uitvoeren en die kost nog eens 9,83. Daarmee komen de kosten van het kenteken van een voertuig waarvoor nu onnodig een GVkenteken wordt aangevraagd en waarvoor in 2017 nog een tenaamstelling moet worden uitgevoerd op totaal 72,83 inclusief twee kentekenplaten. Wachten tot 2017 en dan een kentekenaanvraag doen, kost dan 30,-, inclusief één kentekenplaat. Door nu niets te doen, bespaar je dus meer dan 40,- per voertuig en het kenteken aanvragen is eenvoudiger dan nu bij het GV-kenteken. Belastingen Landbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid vallen nu buiten de heffing van de belasting van personenauto s en motorrijwielen (bpm) en de motorrijtuigenbelasting (mrb). Omdat er nu geen kentekenplicht voor deze voertuigen is, worden deze niet gezien als motorrijtuig voor de mrb. Tegelijkertijd met de invoering van de kentekenplicht wordt de belastingwetgeving zodanig aangepast dat landbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid en mobiele machines in 2017 niet belastingplichtig worden. Door de kentekenplicht komt er dus geen mrb of bpm voor (land)bouwvoertuigen. WAM-verzekering Aan de verplichte WAM-verzekering voor landbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid en mobiele machines verandert er door het kenteken niets. De (land)bouwvoertuigen moeten nu ook al verplicht verzekerd zijn op basis van de WAM. Wel zal na invoering van de kentekenplicht de verzekering op kenteken plaatsvinden. De verzekeringsgegevens worden dan opgenomen in het WAM-register en er zal een registercontrole worden ingevoerd. Hiermee kan administratief worden gecontroleerd of een (land)bouwvoertuig een verplichte WAM-verzekering heeft. Pagina 7 van 8

8 Tot slot De invoering van de kentekenplicht voor bestaande (land)bouwvoertuigen vanaf 2017 betreft uitsluitend een administratieve procedure. De eigenaar levert zelf de benodigde voertuiggegevens aan voor de kentekenaanvraag en de tenaamstelling. Er vindt tijdens de conversieperiode geen schouwing of technische keuring van het voertuig plaats. Voor de kentekenaanvraag zijn de verstrekte gegevens door de eigenaar leidend. De kosten van de kentekenaanvraag en de tenaamstelling bij de RDW bedragen 18,- per voertuig plus de kosten van de kentekenplaat van 12,-, totaal dus 30,- per voertuig. Het kenteken is de voorwaarde voor verhoging van de maximumsnelheid. Met een kenteken mogen (land)bouwvoertuigen straks legaal 40 km/u op de weg rijden. Dan zijn de wegbeheerders aan zet om ervoor te zorgen dat (land)bouwvoertuigen zo veel als mogelijk op wegen worden afgewikkeld die voor de verkeersveiligheid het beste zijn. Dus niet meer door de bebouwde kom, maar over de rondweg of de gebiedsontsluitingsweg. Tekst: Hero Dijkema, beleidsadviseur (land)bouwverkeer Lange historie Over de kentekening van landbouwvoertuigen wordt al vele jaren gesproken. In 2001 heeft LTO Nederland toenmalig minister van Verkeer en Waterstaat Tineke Netelenbos verzocht om kentekening van landbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid. De brief was een gezamenlijk initiatief van CUMELA Nederland, Federatie Agrotechniek, LTO Nederland, VHG, BMWT en VIANED (onderdeel van Bouwend Nederland) en ondersteund door EVO en IMAG. Bijna tien jaar geleden nam de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat, mevrouw Karla Peijs, daarop het initiatief tot invoering van een T-rijbewijs, kentekening van landbouwvoertuigen en snelheidsverhoging naar 40 km/u. Door toedoen van de Tweede Kamer is dat toen niet doorgegaan. Pas met de motie Kuiken van februari 2013 wilde de Tweede Kamer kentekening van te benoemen trekkers en landbouwvoertuigen. Daarbij kwam nog de motie De Rouwe van november 2013 om de maximumsnelheid voor landbouwvoertuigen te verhogen naar 40 km/h op gebiedsontsluitingswegen en rondwegen zonder fietsers. Door deze moties ging het ministerie van Infrastructuur en Milieu voortvarend aan de slag om de kentekening en snelheidsverhoging in te gaan voeren. Inmiddels heeft minister Melanie Schultz van Haegen het wetsvoorstel kentekenplicht (land)bouwvoertuigen naar de Tweede Kamer gestuurd en dat wordt naar verwachting nog voor het zomerreces behandeld. Pagina 8 van 8