SAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC X, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC X, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr."

Transcriptie

1 SAMENVATTING Geschil toepassing art. D-19 jo F-14 cao bve (inzetbaarheid deeltijder) De werknemer gaat uit van het dagen-criterium als gevolg waarvan hij zijns inziens inzetbaar is op 106 dagen per jaar. De werkgever hanteert daarentegen het weken-criterium waardoor werknemer 40 weken inzetbaar is op drie dagen per week waarmee wordt uitgekomen op een inzetbaarheid van 120 dagen. De cao bve voorziet niet in de keuze voor één van de twee opvattingen. De Commissie oordeelt dat de werkgever, als onderwijsorganisatie, naast een schoolbelang ook het belang van de leerlingen dient af te wegen. Gelet op de werkzaamheden die werknemer verricht als ondersteuner is de door de werkgever gemaakte afweging, dat hij drie dagen op school aanwezig moet zijn om alle leerlingen die behoefte hebben aan extra ondersteuning/bijles te bereiken, alleszins redelijk. Voorts is aannemelijk dat, gelet op het grote aantal deeltijders, het organisatorisch niet, of slechts onder zeer bezwaarlijke omstandigheden, mogelijk is om dit anders vorm te geven. Daarnaast bestaat er geen goede grond voor de aanspraak van werknemer om op meer vrije dagen dan zijn collega's die ook allemaal op 120 werkdagen kunnen worden ingezet. Zijn rekenkundige argumentatie volstaat niet. Daarenboven voorziet de cao bve met de in artikel F-14 opgenomen inzetbaarheidstabel in het aantal dagdelen en dagen waarop deeltijders maximaal per week kunnen worden ingezet. Met het inzetten van werknemer op maximaal drie dagen per week voldoet de werkgever aan deze bepaling. De cao-partners hebben deze inzet kennelijk redelijk en objectief gerechtvaardigd geoordeeld. De werkgever heeft de cao bve niet onjuist toegepast door werknemer in beginsel op 120 dagen per jaar in te zetten gedurende drie dagen in totaal 40 onderwijsweken. in het geding tussen: U I TSPRAAK de heer A, wonende te B, verzoeker, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. C en het College van Bestuur van het ROC X, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. F 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij verzoekschrift met bijlagen van 30 januari 2014, ingekomen op 31 januari 2014 en aangevuld bij brief van 7 april 2014, heeft A aan de Commissie een geschil voorgelegd met betrekking tot de toepassing van artikel D-19 juncto artikel F-14 cao bve. De werkgever heeft een verweerschrift met bijlagen ingediend, ingekomen op 19 februari 2014 en aangevuld bij brieven van 9 en 10 april De mondelinge behandeling van het geschil vond plaats op 14 april 2014 te Utrecht nadat een eerder op 5 maart 2014 vastgestelde zittingsdatum geen doorgang kon vinden vanwege verhindering aan de zijde van de werkgever. A verscheen in persoon en werd bijgestaan door zijn gemachtigde. Pagina 1 van 6

2 De werkgever werd vertegenwoordigd door mevrouw H, Sectormanager zorg en welzijn en mevrouw G, HR-manager, daartoe bijgestaan door de gemachtigde, die werd vergezeld door een kantoorgenoot. De werkgever werd bijgestaan door de gemachtigde. De werkgever heeft een pleitnotitie overgelegd. De inhoud van voornoemde stukken geldt als hier herhaald en ingelast. 2. DE FEITEN A, is sinds 1 juli 2002 werkzaam bij het ROC X in een vast dienstverband met een betrekkingsomvang van 0,5290 fte. Op de arbeidsverhouding is van toepassing de cao bve. A is benoemd als docent maar is feitelijk vanaf september 2012 werkzaam als ondersteuner Nederlands en rekenen in de mediatheek op de locatie I. Bij het ROC X zijn 860 personen in dienst waarvan 394 fulltime; de overige 466 zijn in deeltijd werkzaam. A heeft uitgaande van zijn deeltijdfactor (0,5290 fte) een normjaartaak van 0,5290 x 1659 = 867,61 uren. Daar gaat gezien de leeftijd van A 50,2 uur extra verlof af zodat een normjaartaak resteert van 817,41 uren per jaar, uit te voeren in de periode van 40 werkweken. Dit levert een gemiddelde werkweek op van 20,43 uur. A werkt drie dagen per week en wordt, in ieder geval sinds schooljaar , op 120 dagen per jaar ingeroosterd. A heeft de werkgever bij brief van 30 juni 2011 meegedeeld dat hij van mening is dat de werkgever de cao bve niet juist toepast door deeltijders verhoudingsgewijs op meer dagen te laten werken dan een fulltimer. In het technisch overleg tussen de vakbonden en de MBO Raad op 7 juli 2011 is gesproken over de 200 dagen regeling OP (onderwijzend personeel) en de inzetbaarheid van deeltijders. Afgesproken is om deze kwestie voor te leggen aan de cao-interpretatiecommissie, hetgeen bij brief van 6 december 2011 is gedaan door de vakorganisaties. Het oordeel van de interpretatiecommissie is op grond van artikel B-6 cao bve bindend voor cao-partijen. De interpretatiecommissie heeft geoordeeld dat de inzetbaarheid van deeltijders plaats vindt conform het gestelde in artikel F-14 lid 1 en 2 en dat er voor de werknemers in deeltijd geen sprake is van een naar rato equivalent van de in artikel F-1 lid 2 benoemde inzetbaarheid van 200 dagen. De interpretatiecommissie heeft cao-partijen geadviseerd de tekst van artikel D-19 cao bve zo aan te passen dat daarin ook de uitzondering van artikel F-1 lid 2 wordt opgenomen. Tevens heeft de interpretatiecommissie geconcludeerd dat de tabel uit artikel F-14 mogelijk kan leiden tot ongelijke behandeling bij werknemers met een kleinere werktijdfactor en heeft daarom cao-partijen geadviseerd de tabel aan te passen. Een werknemer met een betrekkingsomvang tussen de 0,5 en 0,6 fte kan op maximaal 6 dagdelen worden ingezet en op maximaal drie dagen worden ingeroosterd. Volgens het huidige rooster zou dit zes dagdelen en maximaal vier dagen zijn. De werkgever heeft A bij brief van 6 februari 2012 meegedeeld het advies van de cao-interpretatiecommissie te volgen en bij de toekomstige planning voor deeltijders rekening te houden met de kaders die in het advies gegeven zijn. Bij bericht van 11 oktober 2012 heeft de werkgever A meegedeeld dat de inzet van 120 dagen per jaar ruimschoots binnen het kader van de cao bve valt. Bij verzoekschrift van 13 maart 2013 heeft A het College voor de Rechten van de Mens gevraagd te onderzoeken of partijen bij de cao bve jegens hem onderscheid op grond van arbeidsduur maken door in de cao bve artikel F-14 lid 1 en de daarbij behorende beschikbaarheidsregeling op te nemen en de naar rato toepassing van artikel F-1 voor deeltijders uit te sluiten. Bij hetzelfde verzoekschrift heeft A het College gevraagd te onderzoeken of zijn werkgever jegens hem onderscheid op grond van arbeidsduur maakt door de beschikbaarheidsregeling van artikel F-14 van de cao bve op hem toe te passen. Beide verzoeken zijn gevoegd behandeld ter zitting van 18 juni Vervolgens heeft het College op 18 juli 2013 geoordeeld dat de cao-partijen jegens A verboden onderscheid maken op grond van arbeidsduur door de 200-dagen regeling van artikel F-1 cao bve niet naar rato toe te passen op deeltijdwerkers. Voorts Pagina 2 van 6

3 heeft het College per gelijke datum geoordeeld dat het ROC X jegens A verboden onderscheid maakt op grond van arbeidsduur door de wijze van inroostering. Naar het oordeel van het College is de inzet van 120 dagen per jaar in vergelijking met een voltijder niet naar verhouding met zijn betrekkingsomvang en heeft het ROC onvoldoende duidelijk gemaakt dat er voor de inzet boven rato geen mogelijkheid tot vervanging bestaat. Bij brief van 5 september 2013 heeft de werkgever A meegedeeld dat het ROC zich niet kan verenigen met het advies van het College en dat de inzetbaarheid dan ook niet zal worden aangepast. Vervolgens heeft A het onderhavige geschil aan de Commissie voorgelegd. 3. STANDPUNTEN VAN PARTIJEN A stelt dat zijn werkgever de cao bve niet juist toepast. De 200-dagen regeling van artikel F-1 cao bve moet conform het bepaalde in art. D-19 naar rato worden toegepast op deeltijders om te voorkomen dat een deeltijder op een onevenredig groot aantal dagen per week kan worden ingezet. Gezien de werktijdfactor van A kan hij op 106 dagen per jaar worden ingezet: 0,5290 x 200 = 106. Deze 106 dagen vormen vervolgens de basis voor de inzetbaarheid. In de uitleg van het ROC zou een deeltijder met ruim 1/3 baan het hele jaar door op 4 dagen per week kunnen worden ingezet. A is van mening dat verboden onderscheid en het niet nakomen van afspraken niet gerechtvaardigd worden vanwege vermeend organisatorisch belang. A heeft niet ingestemd met een afspraak dat hij zijn werkzaamheden op drie dagen mag uitvoeren, hetgeen blijkt uit het feit dat hij direct zijn bezwaar daartegen bij de werkgever kenbaar heeft gemaakt. De wens van A om verhoudingsgewijs op evenveel dagen per week te werken als een fulltimer is redelijk. De werkgever voert daartegen aan dat het ROC met de toepassing van de (aangepaste) beschikbaarheidstabel uit art. F-14 de cao bve juist toepast en geen verboden onderscheid maakt. Artikel F-14 strekt er juist toe om de inzet van deeltijders in dagdelen te beperken en beschermt aldus de belangen van de deeltijder. Met A is afgesproken dat hij drie dagen per week werkt: hij wordt daarom op 3 x 40 = 120 dagen ingeroosterd hetgeen ruimschoots binnen de kaders van artikel F-14 valt (uit artikel F-14 volgt dat een deeltijder op 6 dagdelen en 4 werkdagen ingeroosterd kan worden). De werkgever wordt hierin gesteund door de CAO-interpretatie-commissie die bij bindende uitspraak heeft bepaald dat artikel F-14 voorrang heeft boven artikel D-19. Zowel het ROC als A zijn lid van een cao-partij en daarom gebonden aan de uitspraak. De werkgever heeft de niet bindende uitspraak van het College voor de Rechten van de Mens niet opgevolgd vanwege de onacceptabele gevolgen; rooster-technisch is het vrijwel onmogelijk om alle deeltijders voor nagenoeg volledige werkdagen in te roosteren. De uitleg die A aan de cao bve geeft, is praktisch onwerkbaar. Naast het feit dat hij daardoor per week wisselend op twee en drie dagen moet worden ingezet, moet hij ook volledige werkdagen worden ingezet omdat hij anders zijn overeengekomen arbeidsduur niet haalt, hetgeen niet de bedoeling kan zijn. Voorts acht de werkgever het uit het oogpunt van kwalitatief goed onderwijs gewenst zoveel mogelijk leerlingen extra ondersteuning en/of bijles op het gebied van rekenvaardigheden te bieden. Het is daardoor van groot belang dat A gedurende het hele schooljaar drie vaste dagen per week aanwezig is in een periode dat ook de leerlingen op school zijn. Als A maar twee dagen per week aanwezig zou zijn, zal een deel van de leerlingen A tijdens de dagen dat zij op school zijn, niet kunnen treffen. De werkgever benadrukt dat het geschil getoetst dient te worden aan artikel 7:648 BW waarin bepaald wordt dat de werkgever geen onderscheid mag maken tussen werknemers op grond van een verschillende arbeidsduur, tenzij een dergelijk onderscheid objectief gerechtvaardigd is. Het is juist is dat het ROC een dergelijk onderscheid maakt al is het maar omdat deeltijders op grond van artikel F-14 op een relatief groot aantal dagdelen kunnen worden ingezet. De werkgever heeft A meerdere keren uitgenodigd voor een gesprek over het onderhavige geschil maar A wenst niet te praten over andere oplossingen, aldus de werkgever. Pagina 3 van 6

4 4. OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE De bevoegdheid en de ontvankelijkheid Aangezien de instelling is aangesloten bij deze Commissie en het geschil betrekking heeft op de toepassing van artikel D-1 juncto artikel F-14 cao bve is de Commissie op grond van artikel N-6 cao bve bevoegd van het geschil kennis te nemen en is A ontvankelijk in zijn verzoek. Het geschil De voor de beoordeling van het onderhavige geschil relevante bepalingen zijn de volgende: Artikel 7:648 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW): De werkgever mag geen onderscheid maken tussen werknemers op grond van een verschillende arbeidsduur in de voorwaarden waaronder een arbeidsovereenkomst wordt aangegaan, voortgezet dan wel opgezegd, tenzij een dergelijk onderscheid objectief gerechtvaardigd is (..). Artikel D-19 cao bve De cao is naar rato van toepassing op deeltijdwerkers behoudens het bepaalde in de navolgende artikelen: - artikel E-10: de deeltijdwerker heeft recht op 100% vergoeding van de studiekosten; - artikel E-11: de deeltijdwerker heeft recht op 100% vergoeding van de studiekosten; - artikel E-12: voor de deeltijdwerker gelden de in de eerste volzin genoemde percentages; - artikel F-21; - artikel F-23. Artikel F-1 cao bve 1. De normjaartaak bedraagt 1659 uur. 2. Voor de werknemer die direct betrokken is bij het primaire proces en die benoemd is in een functie met carrièrepatroon 9 of hoger bedraagt de werkweek bij een normbetrekking 40 uur. De werknemer kan op 200 dagen per jaar ingezet worden voor het verrichten van werkzaamheden. Hiervan kan in overleg tussen de werkgever en de werknemer worden afgeweken. Onder werkzaamheden bedoeld in de tweede volzin worden niet bedoeld werkzaamheden die de werknemer verricht in het kader van de 59 uur genoemd in art E-9a. 3. Voor de overige werknemers bedraagt de werkweek ten hoogste 40 uur. Artikel F-14 cao bve 1.Voor de werknemer geldt een beschikbaarheidsregel ing volgens de onderstaande tabel: Werktijdfactor Maximum aantal dagdelen per week Maximum aantal dagen per week 0,0000 tot 0, ,1579 tot 0, ,3421 tot 0, ,5526 tot 0, ,7895 of meer De kolom vrije dagdelen per jaar (OP) in deze tabel geldt alleen voor het OP. Vrije dagdelen per jaar voor OP Pagina 4 van 6

5 2.De werkgever kan van deze tabel afwijken: a. voor het gehele personeel of categorieën daarvan, na instemming van de OR. b. in een individueel geval, in overeenstemming met de werknemer. 3. De werknemer die behoort tot de categorie OBP kan de werkgever verzoeken de jaartaak op een door de werknemer gewenste manier vorm te geven. Mogelijke vormen kunnen zijn: 4 dagen van 9 uur; 4 dagen van 8 uur en 1 dag van 4 uur; afwisselend weken van 5 dagen van 8 uur en van 4 dagen van 8 uur; 5 dagen van 8 uur met 17 vrij opneembare compensatiedagen. 4. Bij het keuzerecht van de in het derde lid bedoelde werknemer gelden twee randvoorwaarden: De normjaartaak van 1659 uur dient gerealiseerd te worden. Dit kan betekenen dat een werknemer die een van de genoemde vormen kiest, meer weken moet werken. Ook kan het betekenen dat de gekozen vorm niet voor alle werkweken geldt, maar dat gedurende een aantal weken meer uren gewerkt moeten worden. Het is dus uitdrukkelijk niet zo, dat uit de genoemde vormen afgeleid kan worden dat er zonder meer sprake is van een 36-urige werkweek. De keuze mag niet in strijd zijn met het organisatorisch belang van de instelling. Indien zulks naar de mening van de werkgever het geval is, wordt overleg gevoerd tussen de werkgever en de werknemer met de intentie alsnog tot overeenstemming te komen over de vormgeving van de jaartaak. De werkgever stelt vervolgens de werktijden vast. Op het besluit van de werkgever is de geschillenregeling van artikel B-5 van toepassing. Voorop staat dat A thans in beginsel op maximaal 120 dagen per jaar kan worden ingezet, verdeeld over drie dagen per week. Gezien zijn normjaartaak van 817,41 uren zijn dat geen volledige dagen (120 maal 8 uren is 960 uren). Ter zitting heeft A aangegeven in het huidige schooljaar feitelijk op 113 dagen te zijn ingezet. De Commissie constateert dat partijen bij de berekening van de inzetbaarheid van A uitgaan van verschillende criteria. A gaat uit van het dagen-criterium als gevolg waarvan hij zijns inziens inzetbaar is op 106 dagen per jaar, te weten 0,5290 (zijn werktijdfactor) x 200 dagen (uit artikel F-1 lid 2 cao bve). Overigens geeft 106 dagen van elk 8 uren een uitkomst van 848 uren. Een normjaartaak van 817,41 uren verdeeld over 106 dagen geeft 7,71 uren gemiddeld per werkdag. De werkgever hanteert daarentegen het weken-criterium waardoor A 40 weken inzetbaar is op drie dagen per week waarmee wordt uitgekomen op een inzetbaarheid van 120 dagen. Dit komt overeen met (817,41/120 =) 6,81 uren gemiddeld per werkdag. Indien de zienswijze van A zou worden gevolgd en hij op 106 dagen per jaar worden ingezet, heeft dit, uitgaande van inzetbaarheid op drie dagen per week gedurende 40 weken, het gevolg dat A veertien dagen extra uitgeroosterd zou moeten worden ten opzichte van andere werknemers die wel op 120 dagen worden ingezet. Dit is het bezwaar van de werkgever. Op grond van artikel 7:648 lid 1 BW mag een werkgever geen onderscheid maken tussen werknemers op grond van een verschillende arbeidsduur in de voorwaarden waaronder een arbeidsovereenkomst wordt aangegaan. Dit is slechts anders indien een dergelijk onderscheid objectief gerechtvaardigd is. De Commissie stelt vast dat de cao bve niet voorziet in de keuze voor één van de twee opvattingen. Desgevraagd heeft A ter zitting verklaard dat hij van mening is dat er geen objectieve rechtvaardiging is voor de opvatting van de werkgever en dat de door hem gewenste inzetbaarheid op 106 dagen overeenkomt met zijn benoeming. Naar het oordeel van de Commissie heeft de werkgever, als onderwijsorganisatie, naast een schoolbelang ook het belang van de leerlingen af te wegen. Gelet op de werkzaamheden die A verricht als ondersteuner acht de Commissie de door de werkgever gemaakte afweging dat A drie dagen op school aanwezig moet zijn om alle leerlingen die behoefte hebben aan extra ondersteuning/bijles te Pagina 5 van 6

6 bereiken, alleszins redelijk. Hiervoor is de aanwezigheid van A op drie dagen per week vereist. Voorts acht de Commissie het aannemelijk dat, gelet op het grote aantal deeltijders, het organisatorisch niet, of slechts onder zeer bezwaarlijke omstandigheden, mogelijk is om dit anders vorm te geven. Daarnaast bestaat er geen goede grond voor de aanspraak van A op meer vrije dagen dan zijn collega s die ook allemaal op 120 werkdagen kunnen worden ingezet. Zijn rekenkundige argumentatie volstaat niet. Daarenboven voorziet de cao bve met de in artikel F-14 opgenomen inzetbaarheidstabel in het aantal dagdelen en dagen waarop deeltijders maximaal per week kunnen worden ingezet. Met het inzetten van A op maximaal drie dagen per week voldoet de werkgever aan deze bepaling. De caopartners hebben deze inzet kennelijk redelijk en objectief gerechtvaardigd geoordeeld. Naar het oordeel van de Commissie bestaan er geen gronden om aan te nemen dat de werkgever die een docent op 120 dagen (gemiddeld 6,81 uren per dag) inzet in strijd handelt met artikel 7:648 lid 1 BW of dat uit die bepaling het recht voor A kan worden ontleend om op 106 dagen te worden ingezet (gemiddeld 7,71 uren per werkdag). Het stond de cao-partners en de werkgever die voor de uitvoering zorg draagt, vrij om van A te verlangen dat hij 120 dagen (bij gemiddeld 6,81 uren) inzetbaar is. De Commissie deelt niet de opvatting van het College voor de Rechten van de Mens, als zou voor inzetbaarheid op 120 dagen een verboden onderscheid maken en/of dit objectief niet gerechtvaardigd zijn. Ook de motivering voor de opvatting van het College deelt de Commissie niet. De werkgever heeft immers toereikend voornoemd schoolbelang aangevoerd en betwist dat er goede gronden bestaan voor het feitelijk extra vakantieverlof van 14 dagen voor A. Aldus kan de Commissie niet vaststellen dat de werkgever de bepalingen uit de cao bve onjuist toepast door A in beginsel op 120 dagen per jaar in te zetten gedurende drie dagen in totaal 40 onderwijsweken. 5. OORDEEL Op grond van bovenstaande overwegingen verklaart de Commissie dat de werkgever de cao bve niet onjuist heeft toegepast. Aldus gedaan te Utrecht op 5 juni 2014 door mr. W.H.B. den Hartog Jager, voorzitter, drs. J.P.A. van den Berg en mr. Chr. H. Stokman-Prins, leden, in aanwezigheid van mr. R.M. de Bekker, secretaris. mr. W..B. den Hartog Jager voorzitter mr. R.M. de Bekker secretaris Pagina 6 van 6

SAMENVATTING U I T S P R A AK

SAMENVATTING U I T S P R A AK SAMENVATTING 104265 - Geschil over de toepassing van artikel I-12b lid 2 De werkgever kent de werkneemster geen bindingstoelage toe omdat zij niet op alle beoordelingscriteria van de functie positief beoordeeld

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK. A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J

SAMENVATTING UITSPRAAK. A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J SAMENVATTING 106262 - Geschil over toepassing vakantieregeling werkgever; BVE Het geschil is in goed overleg tussen partijen aan de Commissie voorgelegd (N-7 cao bve). De werkgever heeft gaandeweg het

Nadere informatie

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever Samenvatting 02073 Commissie voor geschillen Geschil omtrent inschaling van de functie. De werknemer treedt in tijdelijke dienst van de werkgever en ontvangt eerst een salarisstrook met vermelding van

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever 107780 - De cao mbo is niet goed toegepast, omdat de werknemer ten onrechte is aangemerkt als betrokken bij het primaire proces en de werkgever de afwijzing van het (on)betaald verlof onvoldoende heeft

Nadere informatie

Commissie van Beroep PO

Commissie van Beroep PO 106226 - Beroepen tegen vermindering betrekkingsomvang; SAMENVATTING Werknemers zijn bij de werkgever in vaste dienst met een betrekkingsomvang boven de normbetrekking van 1 wtf. Omdat de werkgever vele

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK SAMENVATTING 105309 - Geschil met betrekking tot de toepassing van artikel F-5 CAO BVE De werkgever kent een uitvoeringsregeling voor de werkverdeling 2011-2012 en heeft conform de daarin opgenomen procedure

Nadere informatie

SAMENVATTING U I T S P R A AK

SAMENVATTING U I T S P R A AK SAMENVATTING 104017 Geschil toekenning ouderschapsverlof Een docent vraagt voor zijn drie geadopteerde kinderen ouderschapsverlof aan. Over de aard - betaald of onbetaald - van het verlof voor twee kinderen

Nadere informatie

het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever 106484 - Door werkneemster niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is haar ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te B,

Nadere informatie

106384/106490/ Werknemer (3) heeft recht op promotie op basis van het entreerecht. UITSPRAAK

106384/106490/ Werknemer (3) heeft recht op promotie op basis van het entreerecht. UITSPRAAK 106384/106490/106506 - Werknemer (3) heeft recht op promotie op basis van het entreerecht. 106384 in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te C, appellant, hierna te noemen A gemachtigde: de

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M. 103369 SAMENVATTING Verzoek voorlopige voorziening HBO De werkgever heeft de werkneemster meegedeeld dat haar tijdelijk dienstverband van rechtswege eindigt. De werkneemster stelt dat zij in vaste dienst

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105421 - Beroep tegen beëindiging dienstverband; De werkgever stelt dat geen sprake is van ontslag maar van het van rechtswege eindigen van een verlengd tijdelijk dienstverband wegens onbevoegdheid.

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK 102737 SAMENVATTING Geschil toepassing tijdelijk art. I-12a 2001-2002 Werkgever heeft bij de beoordeling het door de Bve-Raad opgesteld servicedocument als leidraad gebruikt. Toepassing van dit servicedocument

Nadere informatie

het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. E.M. Kauffman

het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. E.M. Kauffman Werknemer, aanvankelijk benoemd als docent, kampt al vele jaren met hartproblemen als gevolg waarvan hij langdurig arbeidsongeschikt is geweest. Na volledig herstel is hij weer gaan werken als projectleider,

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A. 107773 - Beroep tegen onthouding van promotie. Terugplaatsing van docent LD naar docent LC mocht, omdat de werknemer niet voldeed aan de functievereisten docent LD UITSPRAAK in het geding tussen: de heer

Nadere informatie

Commissie van Beroep VO SAMENVATTING

Commissie van Beroep VO SAMENVATTING SAMENVATTING 106377 - Beroep tegen onthouden promotie (entreerecht); Het beroep is gericht tegen de beslissing van de werkgever met betrekking tot de urenverdeling voor het schooljaar 2014-2015 waaruit

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J. 107289 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, verzoeker, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. S.L. Knols en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer F

SAMENVATTING UITSPRAAK. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer F SAMENVATTING 105474 - Geschil over toepassing van art. H-60 CAO BVE Werknemer heeft jarenlang gewerkt als docent maar is, na een periode van arbeidsongeschiktheid, werkzaam als onderwijsassistent. De werkgever

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK SAMENVATTING 106285/106286/106287 Beroepen (3) tegen ontslag wegens opheffing van de betrekking;. Werkneemster is ontslagen op grond van opheffing van de betrekking als bedoeld in artikel 3.8 lid 3 cao

Nadere informatie

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van [de school], gevestigd te [plaatsnaam], verweerder, hierna te noemen de PMR.

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van [de school], gevestigd te [plaatsnaam], verweerder, hierna te noemen de PMR. 107987 UITSPRAAK in het geding tussen: het College van Bestuur van [naam stichting], gevestigd te [plaatsnaam], verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag, gemachtigde: mevrouw mr. S.A. Geerdink en

Nadere informatie

Beroep tegen onthouden promotie ongegrond omdat er geen aanspraak op een benoeming in een LD-functie.

Beroep tegen onthouden promotie ongegrond omdat er geen aanspraak op een benoeming in een LD-functie. 108067 Beroep tegen onthouden promotie ongegrond omdat er geen aanspraak op een benoeming in een LD-functie. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw [appellant], wonende te [plaatsnaam], appellante, hierna

Nadere informatie

SAMENVATTING U I T S P R A AK

SAMENVATTING U I T S P R A AK SAMENVATTING 103720/103727 Twee Beroepen tegen ontslag wegens reorganisatie BVE Het dienstverband is opgezegd tijdens ziekte van de werknemer. De Commissie overweegt dat de werkgever ingevolge artikel

Nadere informatie

SAMENVATTING. 105871/105939 - Beroep (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing; BVE

SAMENVATTING. 105871/105939 - Beroep (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing; BVE SAMENVATTING 105871/105939 - Beroep (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing; Gelet op de mogelijke onregelmatigheden in leerlingdossiers bestond er op zichzelf voldoende reden voor

Nadere informatie

Bezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond.

Bezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond. 108785 - Bezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond. in het geding tussen: ADVIES [bezwaarde], wonende te [woonplaats], hierna

Nadere informatie

Bezwarencommissie CAO-VO SAMENVATTING

Bezwarencommissie CAO-VO SAMENVATTING 103959 Interpretatiegeschil taakbeleid SAMENVATTING De A heeft een geschil aan de Commissie voorgelegd met betrekking tot het taakbeleid en navolging van de. De Commissie is niet bevoegd om zich uit te

Nadere informatie

Commissie van Beroep PO

Commissie van Beroep PO 106228 - Beroep tegen vermindering betrekkingsomvang; SAMENVATTING De werkgever heeft vele werknemers in dienst die, om verschillende redenen, een betrekkingsomvang van meer dan 1,0 wtf hebben. De werkgever

Nadere informatie

106593 - Docente terecht op staande voet ontslagen omdat zij stagebezoeken heeft gefingeerd en hiervoor reiskostendeclaraties heeft ingediend.

106593 - Docente terecht op staande voet ontslagen omdat zij stagebezoeken heeft gefingeerd en hiervoor reiskostendeclaraties heeft ingediend. 106593 - Docente terecht op staande voet ontslagen omdat zij stagebezoeken heeft gefingeerd en hiervoor reiskostendeclaraties heeft ingediend. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te B, appellante,

Nadere informatie

het College van Bestuur van de C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. W. Lindeboom

het College van Bestuur van de C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. W. Lindeboom 106605 - Door werkneemster bij volledige arbeidsgeschiktheid minder dan 50% van haar lessen in de bovenbouw toe te delen, is haar ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden; in het

Nadere informatie

SAMENVATTING. 106233 - Beroep ontslag wegens arbeidsongeschiktheid, subsidiair wegens gewichtige redenen; BVE

SAMENVATTING. 106233 - Beroep ontslag wegens arbeidsongeschiktheid, subsidiair wegens gewichtige redenen; BVE SAMENVATTING 106233 - Beroep ontslag wegens arbeidsongeschiktheid, subsidiair wegens gewichtige redenen; De werkgever heeft de arbeidsovereenkomst wegens blijvende arbeidsongeschiktheid opgezegd op het

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M. 107626 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, appellante, gemachtigde: de heer mr. J. Roose en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde:

Nadere informatie

het College van Bestuur van C, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. dr. J.H. van Gelderen

het College van Bestuur van C, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. dr. J.H. van Gelderen 104967 - Beroep tegen ontslag wegens arbeidsongeschiktheid; De werknemer is 50% arbeidsongeschikt en de werkgever ontslaat hem voor 0,5 fte. De werkgever heeft ter zitting gesteld dat de ontslagbeslissing

Nadere informatie

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO SAMENVATTING 105154 - Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO Het taakbelastingsbeleid van de opleiding is van toepassing op de personeelsleden en heeft gevolgen voor

Nadere informatie

105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo

105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo 105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; De werknemer is geschorst vanwege het opnemen van gesprekken met leidinggevenden en het delen van deze opnamen.

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105464 - Beroep tegen beëindiging verlengd tijdelijk dienstverband; De werknemer heeft bij de werkgever vier tijdelijke dienstverbanden gehad. Tussen het tweede en derde dienstverband zat

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:530

ECLI:NL:RBMNE:2016:530 ECLI:NL:RBMNE:2016:530 Instantie Datum uitspraak 02-02-2016 Datum publicatie 17-02-2016 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer 4656371 ME VERZ 15-310 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Door werknemer niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is hem ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden.

Door werknemer niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is hem ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden. 106478 - Door werknemer niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is hem ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant,

Nadere informatie

Commissie van beroep vo

Commissie van beroep vo 107458 - Een zij-instromer die per eerste schooldag ná 1-8-2014 is benoemd en het hele schooljaar les gaf, heeft redelijkerwijze recht op het entreerecht. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende

Nadere informatie

het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. B.J. van Hees

het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. B.J. van Hees 106796 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing van de betrekking gegrond omdat de werkgever een onjuiste afvloeiingssystematiek hanteert; BVE in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant,

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A. 107540 - De berisping wegens het niet naleven van het programma van toetsing en afsluiting is terecht; het beroep tegen schorsing is niet-ontvankelijk. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende

Nadere informatie

SAMENVATTING U I T S P R A AK. het College van Bestuur van het ROC C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING U I T S P R A AK. het College van Bestuur van het ROC C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever SAMENVATTING 104019 Geschil toepassing FPU-suppletieregeling BVE De werkneemster maakt aanspraak op de FPU-suppletieregeling op basis van het Sociaal Plan van de instelling. Werkneemster was werkzaam in

Nadere informatie

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita 107818 - Beroep tegen schriftelijke berisping. De werkgever heeft een te groot verschil gemaakt in sanctionering van de werknemer en diens collega, terwijl sprake was van gelijke omstandigheden. in het

Nadere informatie

SAMENVATTING / Beroepen (2) tegen rddf-plaatsingen; PO

SAMENVATTING / Beroepen (2) tegen rddf-plaatsingen; PO SAMENVATTING 105366 / 105383 Beroepen (2) tegen rddf-plaatsingen; PO De werkgever heeft de in de CAO PO voorgeschreven procedure om tot een rddf plaatsing te besluiten op een juiste wijze gevolgd. Op grond

Nadere informatie

de Centrale medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de CMR gemachtigde: mr. J.L.J.E. Koster

de Centrale medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de CMR gemachtigde: mr. J.L.J.E. Koster 103530 S AMENV ATTING Interpretatiegeschil functiebouwwerk art. 10-24 WHW. HBO Partijen verschillen van mening over de bevoegdheid van de CMR-P ten aanzien van het aanbrengen van wijzigingen aan het functiebouwwerk.

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC B te C, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. G

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC B te C, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. G SAMENVATTING 106442 - Verzoek voorlopige voorziening ontslag op staande voet; De werkgever heeft de werknemer op staande voet ontslagen vanwege het plegen van valsheid in geschrifte. Hij zou twee documenten,

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK 105209 - Beroep tegen onthouden promotie; SAMENVATTING Getoetst wordt of de procedure in het door de werkgever opgestelde implementatieplan salarismix zorgvuldig en correct is gevolgd en of de werkgever

Nadere informatie

Beroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster.

Beroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster. 108379 - Beroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellante], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen

Nadere informatie

Verzoek voorlopige voorziening tot wedertewerkstelling, vacant houden functie en loondoorbetaling; HBO SAMENVATTING

Verzoek voorlopige voorziening tot wedertewerkstelling, vacant houden functie en loondoorbetaling; HBO SAMENVATTING 106426 - Verzoek voorlopige voorziening tot wedertewerkstelling, vacant houden functie en loondoorbetaling; SAMENVATTING De werkgever heeft de werknemer meegedeeld dat de (verlengde) arbeidsovereenkomst

Nadere informatie

SAMENVATTING Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school)

SAMENVATTING Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school) SAMENVATTING 105648-13.03 Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school) De gemeente, waar de stichting het bevoegd gezag is van tien openbare basisscholen, wordt opgedeeld over

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK SAMENVATTING 104213 - Beroep tegen ontslag wegens reorganisatie; BVE Werknemer is ontslagen omdat zijn arbeidsplaats als gevolg van een reorganisatie is komen te vervallen. Werknemer heeft een functies

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever 107525 - De werkgever past de cao mbo niet goed toe door de werkverdeling vast te stellen zonder dat eerst het team in de gelegenheid is gesteld hiervoor een voorstel te doen en door onjuiste invulling

Nadere informatie

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen 108216 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen in het geding tussen: UITSPRAAK [appellant], wonende te [woonplaats],

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK SAMENVATTING 105600 - Ontslag op staande voet wegens werkweigering; Naast haar functie bij de werkgever is werkneemster werkzaam in haar eigen agrarisch bedrijf. In verband met oogstwerkzaamheden heeft

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A. 107669 - De terugplaatsing in de oude LB-functie komt neer op de onthouden van promotie. Terugplaatsing mocht omdat de werkneemster niet voldeed aan de functievereisten docent LD. in het geding tussen:

Nadere informatie

Commissie voor geschillen CAO BVE-MBO Jaarverslag 2014

Commissie voor geschillen CAO BVE-MBO Jaarverslag 2014 Commissie voor geschillen CAO BVE-MBO Voorwoord Hierbij treft u aan het jaarverslag 2014 aan van de Commissie voor geschillen CAO BVE- MBO. In het kader van de efficiency en in navolging van vele andere

Nadere informatie

UITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen

UITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen 107336 UITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder,

Nadere informatie

SAMENVATTING U I T S P R A AK. het College van Bestuur van het ROC C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING U I T S P R A AK. het College van Bestuur van het ROC C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever SAMENVATTING 104000 Geschil toepassing FPU-suppletieregeling BVE De werkneemster maakt aanspraak op de FPU-suppletieregeling op basis van het Sociaal Plan van de instelling. Werkneemster was werkzaam in

Nadere informatie

de Personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van C, te B, verweerder, hierna te noemen de PMR

de Personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van C, te B, verweerder, hierna te noemen de PMR Het bevoegd gezag deelde uren aan het personeel toe voor algemene schooltaken, zoals vergaderingen. Hierbij werd een vaste voet gehanteerd die het bevoegd gezag nu wil laten vallen. Het bevoegd gezag is

Nadere informatie

BESLISSING OP ONTSLAGAANVRAAG. [de hogeschool], gevestigd te [vestigingsplaats], hierna te noemen de hogeschool gemachtigde: de heer mr. M.A.

BESLISSING OP ONTSLAGAANVRAAG. [de hogeschool], gevestigd te [vestigingsplaats], hierna te noemen de hogeschool gemachtigde: de heer mr. M.A. 108064 - Toestemming voor ontslag wegens bedrijfseconomische redenen niet verleend. De werkgever heeft onvoldoende aangetoond dat er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn. Inzake het verzoek van: BESLISSING

Nadere informatie

De werkgever heeft de werknemer nogmaals mogen schorsen om nader onderzoek te doen naar zijn mogelijk onrechtmatig handelen.

De werkgever heeft de werknemer nogmaals mogen schorsen om nader onderzoek te doen naar zijn mogelijk onrechtmatig handelen. 107674 - De werkgever heeft de werknemer nogmaals mogen schorsen om nader onderzoek te doen naar zijn mogelijk onrechtmatig handelen. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant,

Nadere informatie

UITSPRAAK. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, appellante, hierna te noemen A

UITSPRAAK. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, appellante, hierna te noemen A 107607 - De overplaatsing als gevolg van boventalligheid houdt geen stand omdat de werkgever de regels die hij hiervoor heeft opgesteld niet juist heeft toegepast. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van B, gevestigd te G, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. G.M.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van B, gevestigd te G, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. G.M. 106879 - Uitspraak voor zover er nog een ontslagbesluit zou zijn: het ontslag wegens arbeidsongeschiktheid kan niet in stand blijven, omdat herstel binnen 26 weken na het ontslagbesluit niet uitgesloten

Nadere informatie

Ontslag wegens reorganisatie houdt stand omdat de werkgever het Sociaal Plan correct heeft toegepast; HBO

Ontslag wegens reorganisatie houdt stand omdat de werkgever het Sociaal Plan correct heeft toegepast; HBO 106522 - Ontslag wegens reorganisatie houdt stand omdat de werkgever het Sociaal Plan correct heeft toegepast; in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant, hierna te noemen A gemachtigde:

Nadere informatie

Commissie van Beroep PO

Commissie van Beroep PO 106978 - De plaatsing van de schoonmaker-functie in het rddf is juist omdat de functiegroep schoonmaak vanwege formatietekort wordt opgeheven. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te E, appellante,

Nadere informatie

UITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen

UITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen 107335 - Het bezwaar tegen de beschrijving en waardering van de functie van accountmanager schaal 10 is ongegrond omdat de opgedragen werkzaamheden voldoende in overeenstemming zijn met de functiebeschrijving

Nadere informatie

Commissie voor geschillen CAO-BVE Jaarverslag 2013

Commissie voor geschillen CAO-BVE Jaarverslag 2013 Commissie voor geschillen CAO-BVE Voorwoord Hierbij treft u aan het jaarverslag 2013 aan van de Commissie voor geschillen CAO-BVE. In het kader van de efficiency en in navolging van vele andere instanties

Nadere informatie

UITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. E.A.C. Sietsma

UITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. E.A.C. Sietsma 107969 UITSPRAAK in het geding tussen: [appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. E.A.C. Sietsma en het College van Bestuur van [school], gevestigd

Nadere informatie

107991/ Beroep tegen schorsingen als ordemaatregel ongegrond omdat daarvoor voldoende redenen waren. UITSPRAAK

107991/ Beroep tegen schorsingen als ordemaatregel ongegrond omdat daarvoor voldoende redenen waren. UITSPRAAK 107991/108080 Beroep tegen schorsingen als ordemaatregel ongegrond omdat daarvoor voldoende redenen waren. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te noemen

Nadere informatie

Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast.

Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast. 108461 - Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast. UITSPRAAK in het geding tussen: de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad

Nadere informatie

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de regionale scholengemeenschap A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de regionale scholengemeenschap A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR SAMENVATTING 105174 - Adviesgeschil VO - artikel 11 onder a WMS (wijzigen lessentabel) De MR heeft een adviesgeschil ingediend omdat het bevoegd gezag in afwijking van het advies van de MR twee projecturen

Nadere informatie

SAMENVATTING. het bestuur van de Stichting A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het bestuur van de Stichting A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105620-13.02 Instemmingsgeschil PO - artikel 12 lid 1 onder i WMS (vaststelling of wijziging beleid personeelsbeoordeling, functiebeloning en functiedifferentiatie) De PGMR heeft instemming

Nadere informatie

SAMENVATTING t/m , t/m en Beroepen tegen ontslag wegens opheffing van de school; VO

SAMENVATTING t/m , t/m en Beroepen tegen ontslag wegens opheffing van de school; VO SAMENVATTING 104994 t/m 104997,104999 t/m 105002 en 105007 - Beroepen tegen ontslag wegens opheffing van de school; De werknemers voeren aan dat voortzetting van de school mogelijk is, dat de werkgever

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK. het College van Bestuur van het ROC C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING UITSPRAAK. het College van Bestuur van het ROC C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever SAMENVATTING 106147 - Geschil over toepassing reparatiebeleid onbevoegde docenten; BVE De werknemer heeft met goedvinden van de werkgever een geschil aan de Commissie voorgelegd met betrekking tot de toepassing

Nadere informatie

UITSPRAAK. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: de heer F. Verschuren

UITSPRAAK. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: de heer F. Verschuren 107364 - Het bezwaar tegen de beschrijving en waardering van de functie van accountmanager schaal 10 is ongegrond omdat de opgedragen werkzaamheden voldoende in overeenstemming zijn met de functiebeschrijving

Nadere informatie

De berisping houdt geen stand omdat niet vaststaat dat de werknemer de geheimhoudingsplicht heeft geschonden.

De berisping houdt geen stand omdat niet vaststaat dat de werknemer de geheimhoudingsplicht heeft geschonden. 108160 - De berisping houdt geen stand omdat niet vaststaat dat de werknemer de geheimhoudingsplicht heeft geschonden. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer [appellant], wonende te [woonplaats], appellant,

Nadere informatie

SAMENVATTING. de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Onderwijsgroep A, verzoeker, hierna te noemen de GMR

SAMENVATTING. de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Onderwijsgroep A, verzoeker, hierna te noemen de GMR SAMENVATTING 104485 - Interpretatiegeschil VO - artikel 12 lid 1 en onder k WMS (regeling op gebied van arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim of reïntegratiebeleid) Het bevoegd gezag heeft het contract

Nadere informatie

geschil over toelating leerling. Het conflictueuze verleden met de moeder is nu geen grond om de leerling niet toe te laten tot de school.

geschil over toelating leerling. Het conflictueuze verleden met de moeder is nu geen grond om de leerling niet toe te laten tot de school. 108740 - geschil over toelating leerling. Het conflictueuze verleden met de moeder is nu geen grond om de leerling niet toe te laten tot de school. in het geding tussen: ADVIES de heer [naam], verzoeker

Nadere informatie

UITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te noemen [appellant]

UITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te noemen [appellant] 108054 - Beroepen tegen onthouding van promotie. De werkgever heeft de sollicitatieprocedure juist gevolgd en in redelijkheid kunnen beslissen om de werknemers niet te bevorderen naar een LC-functie. UITSPRAAK

Nadere informatie

UITSPRAAK. A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. G. Wind en voor deze de heer G. van Poppel

UITSPRAAK. A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. G. Wind en voor deze de heer G. van Poppel 107068 - De indeling van de functie in die van Adviseur/inhoudsdeskundige B is juist omdat de opgedragen werkzaamheden voldoende in overeenstemming zijn met de functiebeschrijving en de kenmerkscores correct

Nadere informatie

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de Hogeschool A te C, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. L.C.J.

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de Hogeschool A te C, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. L.C.J. SAMENVATTING 105053 - Geschil nakoming voorwaarde aan instemming; HBO De MR heeft een geschil voorgelegd met betrekking tot de nakoming door het instellingsbestuur van een voorwaarde verbonden aan de instemming

Nadere informatie

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK 107912 - Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te C, appellante, hierna te noemen A, gemachtigde: mevrouw

Nadere informatie

Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd.

Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd. 108508 - Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd. UITSPRAAK in het geding tussen: [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te

Nadere informatie

SAMENVATTING. 104206 - Beroep tegen mededeling beëindiging verlengd tijdelijk dienstverband; HBO

SAMENVATTING. 104206 - Beroep tegen mededeling beëindiging verlengd tijdelijk dienstverband; HBO SAMENVATTING 104206 - Beroep tegen mededeling beëindiging verlengd tijdelijk dienstverband; Werknemer voert aan dat er sprake is geweest van een doorlopend dienstverband waardoor er na 36 maanden een dienstverband

Nadere informatie

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR 108719 - Adviesgeschil over benoeming directeur. Het bevoegd gezag heeft de MR ten onrechte niet in de gelegenheid gesteld vooraf advies te geven; ook als MR-leden deelnemen in de BAC, moet het bevoegd

Nadere informatie

UITSPRAAK. het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag

UITSPRAAK. het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag 106912 UITSPRAAK in het geding tussen: het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag en de deelmedezeggenschapsraad van C te B, verweerder, hierna te noemen de DMR 1.

Nadere informatie

Bezwaarde benoemd in de functie van onderwijsassistent schaal 5: bezwaar gegrond

Bezwaarde benoemd in de functie van onderwijsassistent schaal 5: bezwaar gegrond LANDELIJKE BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIEWAARDERING CONFESSIONEEL BVE FUWA Confessioneel BVE 2014-01 18 november 2014 Bezwaarde benoemd in de functie van onderwijsassistent schaal 5: bezwaar gegrond Samenvatting

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.L.W.G.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.L.W.G. 107524 - Het bezwaar tegen de beschrijving en waardering van de functie van psychodiagnostisch assistent is ongegrond omdat de opgedragen werkzaamheden passen binnen de toegekende functie en de kenmerkscores

Nadere informatie

in het geding tussen: het College van Bestuur van A, gevestigd te B verzoeker, hierna te noemen het College van Bestuur gemachtigde: mr. W.E.

in het geding tussen: het College van Bestuur van A, gevestigd te B verzoeker, hierna te noemen het College van Bestuur gemachtigde: mr. W.E. 103134 S AMENV ATTING Interpretatiegeschil wijziging BBR en reorganisatie WO College van Bestuur en Universiteitsraad verschillen van mening over de vraag welke bevoegdheid de Universiteitsraad en de Dienstraad

Nadere informatie

SAMENVATTING. de Personeelsgeleding van de Medezeggenschapsraad van het B, hierna te noemen de PMR

SAMENVATTING. de Personeelsgeleding van de Medezeggenschapsraad van het B, hierna te noemen de PMR 103435 Interpretatiegeschil artikel 3.b.4 lid 1 SAMENVATTING Werkgever maakt voor werving personeel ter vervulling van reguliere functies gebruik van uitzendbureaus. De werkgever doet dit om de financiële

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. SAMENVATTING 105584 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing betrekking; Het dienstverband met de werknemer, werkzaam als Projectmanager B, is opgezegd wegens opheffing van de betrekking als gevolg van

Nadere informatie

Commissie van Beroep BVE

Commissie van Beroep BVE 105933 - Beroep tegen ontslag wegens dringende reden, subsidiair wegens andere redenen van gewichtige aard; SAMENVATTING De werkgever kocht stageplaatsen in bij de fietsenwinkel van werknemer, die de bij

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever SAMENVATTING 105250 - Geschil over toepassing artikel H-60 De werknemer is op grond van artikel H-60 CAO BVE (herplaatsing in lagere functie vanwege disfunctioneren) vanuit een schaal 14-functie zonder

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. drs. M.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. drs. M. 107486 - De ontheffing uit de taken wordt gelijkgesteld aan een schorsing. Omdat de voorgeschreven verweerprocedure niet is gevolgd, houdt deze schorsing geen stand. in het geding tussen: UITSPRAAK de

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. 106128 - Beroep tegen een berisping: SAMENVATTING Werknemer heeft ernstige fouten bij het opstellen van de roosters gemaakt en de werkgever stelt dat sprake is van disfunctioneren. De werknemer vertoont

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting voor D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting voor D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105932 - Beroep tegen indirecte onthouding promotie: Het beroep is gericht tegen de beslissing om de werknemer in het schooljaar 2013-2014 met 7 lessen in de bovenbouw en 7,5 lessen in de

Nadere informatie

SAMENVATTING. het bestuur van de A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING. het bestuur van de A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de werkgever SAMENVATTING 105234 - Geschil over werkgelegenheidsbeleid, artikel 10.1 CAO PO De werkgever wordt geconfronteerd met plotselinge terugloop van leerlingenaantal en wil met de centrales in overleg over de

Nadere informatie

Commissie van Beroep VO

Commissie van Beroep VO 105924 - Beroep tegen schriftelijke berisping; SAMENVATTING De gymleraar heeft bezittingen van leerlingen in bewaring genomen. Na de les ontbreekt een ipod. De werkgever stelt dat de werknemer in strijd

Nadere informatie

UITSPRAAK 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE. Samenvatting 102061, 102062 en 102064

UITSPRAAK 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE. Samenvatting 102061, 102062 en 102064 Samenvatting 102061, 102062 en 102064 Bezwaren van drie opleidingsmanagers tegen de gevolgde procedure, de functiebeschrijving en de functiewaardering. Werknemers stellen dat de procedure onzorgvuldig

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING. het College van bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever 103137 SAMENVATTING Bezwaar tegen indeling in profiel Docent 1 schaal 11 HBO Werknemer stelt een aantal van de kernactiviteiten van het profiel Hoofddocent 2 uit te voeren. Het organiseren van een workshop

Nadere informatie

SAMENVATTING U I T S P R A AK

SAMENVATTING U I T S P R A AK SAMENVATTING 105044 - Beroep tegen ontslag wegens arbeidsongeschiktheid; De arbeidsongeschiktheid van werkneemster heeft langer dan twee jaar geduurd en herstel binnen zes maanden is niet te verwachten.

Nadere informatie

Commissie als bedoeld in artikel 12.1 van de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor het primair onderwijs (CAO PO)

Commissie als bedoeld in artikel 12.1 van de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor het primair onderwijs (CAO PO) COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET KATHOLIEK PRIMAIR ONDERWIJS Beroep tegen RDDF-plaatsing. De Commissie van Beroep is bevoegd. Nu stellig te verwachten is dat in 2016 afgevloeid dient te worden met toepassing

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK 106167 - Geschil over toepassing van artikel 6 ZAR-BVE SAMENVATTING De werkgever heeft een korting op het salaris van 30% over het verleende ziekteverlof toegepast. De werknemer stelt op grond van artikel

Nadere informatie