Een shampoo voor Normaal Haar zegt u? Nee, die worden niet meer gemaakt. 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een shampoo voor Normaal Haar zegt u? Nee, die worden niet meer gemaakt. 1"

Transcriptie

1 Een shampoo voor Normaal Haar zegt u? Nee, die worden niet meer gemaakt. 1 1 Van Kooten en De Bie: ONS KENT ONS (Amsterdam, Uitgeverij De Harmonie, 1993). 1

2 VOORWOORD Het schrijven van een scriptie zoals die verwacht wordt in het kader van de commandeursopleiding was een nieuwe ervaring voor mij. Schrijven ben je als ambtenaar wel gewend, het op deze wijze vastleggen van gedachten binnen de criteria die geformuleerd worden voor een scriptie is toch iets anders. Als bestuurder van een zorginstelling (in mijn vrije tijd) heb ik iets met gezondheidszorg. Een onderwerp waarbij veiligheid in de zorg aan de orde komt lag daarmee voor de hand. Een andere dan de traditionele, bij de brandweer gebruikelijke, benadering van veiligheid kwam ik tegen in de opleiding toen Tripod het onderwerp was. Enige kennis van de zorgomgeving leert dat de technische benadering, gebaseerd op bescherming tegen risico s, in de zorg niet succesvol is. Een benadering vanuit de veranderende organisatie biedt daar meer kansen; de laatste jaren is men in de zorg met het veranderen van de organisatie zo het een en ander gewend. Met Tripod en enig inzicht in de zorg onder de arm een verhaal gaan schrijven deed me denken aan het maken van een wandeling in een onbekend gebied met een kaart die niet duidelijk is. Vele nieuwe gezichtspunten en uitkijkjes worden je geboden, je komt hindernissen tegen die je niet verwacht en het einddoel kan nog wel eens anders blijken als dat je bij de start dacht. Het is wel de moeite waard, al is het maar om te leren dat een goede kaart en kompas voor vertrek heel handig kan zijn, In de zorg heeft men een historie van budgettair knijpen van enige tientallen jaren achter de rug en dat heeft zijn sporen getrokken. Aandacht voor onderwerpen die niet direct in het verlengde liggen van het dagelijks werk wordt moeilijk verkregen; men heeft het immers druk genoeg met de uitvoering van de kerntaken zoals die in de organisatie ervaren worden. Ik heb in de scriptie geprobeerd zicht te krijgen op de (on)mogelijkheden om veiligheid in de zorg op een wat andere manier te bekijken. Ik had dit niet kunnen doen zonder de medewerking van de geïnterviewden; hun kritische kijk op hetgeen ik hen voorlegde en op hun eigen organisatie hielp mij zeer. Daarnaast dank ik Hans van der Kar voor zijn geduldige begeleiding; ik had daar heel veel aan. Mijn zoon Bas keek eveneens naar het verhaal; voor zijn open wijze van kritiek geven ben ik hem dankbaar. Ten slotte het thuisfront: zij gaven mij de ruimte om de uren achter de pc en boeken door te brengen en brachten koffie en zo meer. Zonder die steun was het zeker niet gelukt. 2

3 INHOUDSOPGAVE. 1 INLEIDING Aanleiding De probleemstelling De methode De opbouw van de scriptie. 7 2 RISICO EN VEILIGHEID Inleiding Risico Organisatie en veiligheid Het meten van veiligheid Een omschrijving van de verpleegomgeving in een algemeen ziekenhuis Conclusies DE TRIPODMETHODE ALS QUICK SCAN Inleiding De methode beschreven Keuzecriteria opname BRF s in quick scan De BRF s bekeken in de omgeving van de verpleegafdeling in de algemene gezondheidszorg Inleiding Ontwerp (OW) Materiaal en Middelen (MM) Onderhoud (OH) Orde en Netheid (ON) Omgevingsfactoren (OM) Procedures (PR) Training en Opleiding (TO) Communicatie (CO) Strijdige doelstellingen (DO) Organisatie (OR) Beschermingsmiddelen (BM) Meting van draagvlak en de sense of urgency? De componenten van de quick scan CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN. 30 3

4 5 SAMENVATTING 32 LITERATUURLIJST. 33 BIJLAGE

5 1 Inleiding. 1.1 Aanleiding. De gezondheidszorg is niet voldoende voorbereid op grootschalige incidenten en rampen, zo vindt menig brandweerman (M/V) in Nederland. 2. Zo begint de scriptie van A. van Daalen in het kader van haar commandeursopleiding. Het beeld van menig brandweerman deel ik. Ervaringen in ons land op dit gebied zijn tenminste niet overal positief. Onlangs vond er in een gemeente een brand plaats in een PAAZ-afdeling 3 van een ziekenhuis. In termen van techniek gesproken, zoals meldinstallatie, compartimentering van het gebouw etc. waren de zaken in orde, maar de voorbereiding op incidenten van de betreffende instelling bleek onvoldoende. Ondersteuning uit de instelling voor evacuatie kwam niet op gang, de doormelding van de meldinstallatie naar de brandweer bleek niet te functioneren, er was sprake van paniekerige reacties bij het personeel, kortom, de opvolging op het alarm was onvoldoende om een goede evacuatie van hulpbehoevende patiënten te realiseren. Gelukkig bleken externe factoren een dusdanig positieve invloed te hebben dat er geen slachtoffers gevallen zijn. Tijdens mijn binnenlandstage heb ik mij georiënteerd bij een algemeen ziekenhuis en een instelling voor psychiatrische zorg. Hoewel het beeld bij die twee instellingen verschillend lag bevestigde deze oriëntatie het beeld zoals Van Daalen dat schetste. 4 Dat betekent overigens niet dat er in het geheel geen aandacht is voor veiligheidszorg in de gezondheidszorg. Op verschillende terreinen wordt daar wel aandacht aan besteed maar de indruk bestaat dat het fragmentarisch wordt opgepakt. In de instellingen die ik bezocht bestaat een Rampen Opvang Plan (ROP, een plan hoe te reageren op externe rampen waarbij een grote aanvoer van patiënten verwacht wordt), er is een regeling hoe te handelen bij brand in de instelling, op het gebied van veiligheid in de zin van security 5 is het nodige geregeld maar een verband tussen deze zaken is niet gelegd. Procedures verschillen, verschillende personen worden in die plannen met vergelijkbare taken belast etc. De hoogte van de risico s in de gezondheidszorg wordt natuurlijk mede bepaald door de omgeving waarin ze gelopen worden. In de ziekenhuizen is sprake van relatief veel mensen die niet zelfstandig (kunnen) beslissen over hun eigen omgeving. Men wordt immers intramuraal verzorgd: besluiten over voedsel, medicijnen, behandeling en het mogelijk verlaten van de instelling worden vaak door de instelling (al dan niet met inspraak van de patiënt) genomen. De afhankelijkheid van de patiënt van de instelling is daarmee groot en legt een zware verantwoordelijkheid bij de instelling. De invulling van deze verantwoordelijkheid wordt vaak vorm gegeven door het opstellen van noodplannen en procedures voor bijzondere voorvallen. Er wordt daarvoor gebruik gemaakt van checklists die door derden worden aangedragen of die door bijvoorbeeld koepelorganisaties zijn opgesteld. De koppeling tussen deze checklists en de dagelijkse werkelijkheid in de organisatie dient dan vorm te krijgen door de bedrijfseigen problemen in 2 Zie: Prioriteitstelling van fysieke veiligheid bij de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Scriptie van A. van Daalen, september PAAZ: Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis. 4 Zie: Een kijk op veiligheidszorg in de gezondheidszorg, stageverslag van A. van der Vossen, maart Security: veiligheid in de zin van het voorkomen van criminaliteit. 5

6 kaart te brengen en de invloed van deze problemen, samen met de meer algemene risico s, te smeden tot een handzaam plan. Vaak leidt de hier beschreven werkwijze echter uiteindelijk tot een fragmentarische aanpak. Immers: op deze wijze blijft iedereen op zijn eigen vakgebied trachten verbeteringen aan te brengen binnen de eigen kolom zonder dat dwars door de organisatie gekeken wordt of er betere oplossingen denkbaar zijn. Kennelijk schort er wat aan het procesmanagement. Zorg om veiligheid verdient een betere plaats in de gezondheidszorg. De eerste vraag die dan bovenkomt is of fysieke veiligheid in den brede meetbaar is. Als dat zo is dan kan er een standaard geformuleerd worden en biedt dit de instelling zowel als de toezichthouders de mogelijkheid tot toetsen. Dat laatste lijkt mij ook van belang; de geconstateerde fragmentering in het beleid van de instelling is één, het toezicht op de instelling is minstens zo gefragmenteerd. Een wereld van overheidsinstellingen (inspectie gezondheidszorg, arbeidsinspectie, Arbo-dienst, keuringsdienst van waren, brandweer, politie, gemeente, etc.) kijkt naar zijn of haar deel van het ingewikkelde bedrijf dat ziekenhuis heet en naar de risico s die daar gelopen worden. Beide vormen van fragmentatie maken het lastig een geïntegreerd beeld van veiligheid te krijgen. Van diverse kanten worden onderwerpen met een veiligheidsaspect aangedragen maar zowel voor de instelling als voor de toezichthouders is het moeilijk om op basis hiervan een compleet beeld te krijgen. In hoeverre is de stand van zaken op het gebied van veiligheid meetbaar? Als meting mogelijk is kan het meetresultaat gebruikt worden om prioriteiten te stellen bij het verlenen van bijvoorbeeld gebruiksvergunningen, het houden van oefeningen etc. Daarbij mag je verwachten dat het meeste rendement van deze acties gehaald wordt op die plekken waar de aandacht voor veiligheid het minst scoort. Onderzoek naar stand van zaken zou het meeste opleveren als bij wijze van spreken in één oogopslag het veiligheidsniveau helder zou zijn. Naar mate de inspanning om het niveau te meten en daarna de prioriteiten te kunnen stellen groter wordt, is het rendement van een dergelijke actie kleiner. Als deze inspanning in tijd een groot deel van de capaciteit gaat opslorpen lijkt het verstandiger je direct met het verbeteren van de fysieke veiligheid bezig te houden dan met de prioriteitstelling. Het zou vanuit dat oogpunt handig zijn als er voor een bedrijfstak een quick scan kan worden bedacht waarbij zonder veel inspanning in uren een beeld gevormd kan worden van de veiligheid. Als instrument om veiligheid in een bedrijf of instelling te meten en te vergelijken met de rest van de branche is de Tripod-methode ontwikkeld. Deze methode gaat vooral uit van het ervaringsfeit dat de reden van onveiligheid gewoonlijk in de organisatie zit. Als er al menselijke fouten gemaakt worden dan vinden deze vaak een oorzaak in de organisatie waarin gewerkt wordt. Organisatieonderzoek is een tijdrovende aangelegenheid, dat geldt ook voor het onderzoek dat voor Tripod gedaan dient te worden. Met een quick scan methode zou het mogelijk kunnen zijn een versnelling in dat proces aan te brengen. 1.2 De probleemstelling. Op grond van het voorgaande kan de volgende probleemstelling worden geformuleerd. 6

7 Is de Tripod-methode geschikt om toe te passen als een quick scan methode om de veiligheid in de algemene gezondheidszorg te meten? Om bovenstaande probleemstelling te kunnen beantwoorden is het nodig de volgende deelvragen te beantwoorden. 1. Hoe zijn de begrippen risico en veiligheid te omschrijven? 2. Wat zijn relevante kenmerken van een instelling in de gezondheidszorg? 3. Wat is Tripod? 4. Welke onderdelen van deze methode zijn specifiek in de gezondheidszorg van belang? 5. Zijn de ideeën rondom procesmanagement nog van belang bij het verbeteren van de veiligheidszorg in de ziekenhuizen? 1.3 De methode. Als basis voor de zoektocht die ik onderneem is de oriëntatie in de twee instellingen gebruikt die ik deed in het kader van mijn opleiding. In deze twee instellingen heb ik diverse interviews gehouden en documenten verzameld en bestudeerd. Daarnaast zijn diverse websites bezocht. De theoretische achtergrond is verkregen uit literatuur en aantekeningen die gemaakt zijn in de leergang. 1.4 De opbouw van de scriptie. In hoofdstuk 2 wordt een theoretische beschouwing gegeven over het begrip risico en over het gebruikte begrip van veiligheid. Risico en veiligheid zijn twee aaneen gekoppelde begrippen en zijn basisbegrippen in de Tripod-methode. Daarnaast wordt een beschrijving gegeven van de omgeving van dat deel van de gezondheidszorg dat in de scriptie aan de orde komt. Deze omschrijving geef ik om de verschillende factoren die in de Tripod-methode een rol spelen in het perspectief van de gezondheidszorg te kunnen plaatsen. In dit hoofdstuk worden de eerste twee onderzoeksvragen beantwoord. In hoofdstuk 3 wordt een korte beschrijving gegeven van de Tripod-methode en de mogelijkheden deze toe te passen in de gezondheidszorg. Daarnaast wordt per onderdeel bezien wat het belang van dat onderdeel in het veld is. Aandacht voor procesmanagement en veiligheid komt eveneens in dit hoofdstuk aan de orde. Hier wordt daarmee aandacht geschonken aan de andere geformuleerde onderzoeksvragen. In hoofdstuk 4 worden conclusies en aanbevelingen geformuleerd. Tenslotte wordt in hoofdstuk 5 een samenvatting gegeven. 7

8 2 Risico en veiligheid. 2.1 Inleiding. In dit hoofdstuk wordt aandacht gegeven aan de begrippen risico en veiligheid. Deze begrippen dienen ingekaderd te worden omdat de meting natuurlijk slechts mogelijk is als helder is wat de begrippen inhouden. Enkele ideeën van P. Hudson en J. Groeneweg over het vergelijken van de stand van de veiligheid tussen bijvoorbeeld instellingen komen aan de orde. Het meten van veiligheid en problemen die daarbij bestaan worden behandeld. Enige organisatorische noties over veiligheid komen in de derde paragraaf aan de orde. In de laatste paragraaf wordt een poging gedaan om de omgeving van de gezondheidszorg, specifiek de verpleegafdeling in een algemeen ziekenhuis, te omschrijven. 2.2 Risico. Risico = kans maal effect stelt P. Hudson 6. Hierbij speelt de waarschijnlijkheid dat een voorval zich voordoet en de soort en wenselijkheid van de optredende effecten een rol. Om de waarschijnlijkheid te bepalen kunnen verschillende methoden worden gebruikt. Het feitelijk aantal gebeurtenissen dat zich voordoet in een bedrijfstak kan als maatstaf gebruikt worden. Vanuit een theoretische opstelling kan de waarschijnlijkheid van voorvallen worden geschat. Het geloof dat een uitkomst kan optreden kan voldoende zijn om het risico te willen bepalen en de gevolgen te willen inschatten. In het kader van de probleemstelling is over de soort en wenselijkheid van optredende effecten het volgende op te merken. De soort van de effecten is in dit kader te zien als ongewenste gebeurtenissen met schade aan mens, dier of materiaal. Wenselijke effecten zijn hier dus verder niet in het geding. Hudson stelt verder dat het berekenen van het risico gedaan kan worden door de waarschijnlijkheid van een uitkomst van een gebeurtenis te vermenigvuldigen met de waarde van die uitkomst. De methode geeft daarmee een mogelijkheid om risico s met elkaar te vergelijken. J. Groeneweg 7 geeft een overzicht van de belangrijkste risicoanalysetechnieken. Bij deze technieken wordt hoofdzakelijk het optreden van (en al dan niet de kans op) mogelijke incidenten onderzocht. De berekeningsmethodiek zoals Hudson die beschrijft wordt in die technieken niet toegepast. Twee van de beschreven technieken zijn bruikbaar in de ontwerpfase van een project, de andere vijf worden als bruikbaar beschouwd in zowel de ontwerpfase als de operationele fase van een project. 6 Patrick Hudson, lezing bij de 3 e opleiding MCDM, Jop Groeneweg, Controlling the controllable, (Leiden: DSWO Press, 1998) p 16 8

9 Als zwakste schakel van de beschreven technieken duidt Groeneweg aan dat de problemen op het gebied van veiligheid die in de operationele fase van een onderneming in de werkwijzen worden geïntroduceerd, door dergelijke technieken niet worden onderscheiden. Die constatering is belangrijk omdat ongevallen vaak worden ingeleid door menselijk handelen in een organisatie, waarbij dat handelen niet voldoet aan de regels van die organisatie maar vaak wel door de organisatie wordt of lijkt te worden afgedwongen. Als voorbeeld kan dan gelden de tegenstelling in doelen binnen organisaties: in een gegeven setting dient uit een oogpunt van veiligheid zorgvuldig en doordacht gehandeld te worden maar het tempo dient hoog te zijn om bijvoorbeeld productiedoelen te kunnen halen. Groeneweg zegt verder: The ultimate responsibility for system design and operation goes beyond any risk program and rests squarely on the shoulders of the system s top-managers. 8 Met deze constatering wordt de verantwoordelijkheid voor de veiligheid bij de topmanager van een bedrijf of instelling gelegd en daarmee gedefinieerd als een organisatorisch probleem. Daarmee wordt veiligheid een stuurbaar onderwerp; het management kan processen starten en sturen die ongevallen kunnen voorkomen of tenminste de waarschijnlijkheid van optreden van ongewenste incidenten kunnen verkleinen. 2.3 Organisatie en veiligheid. De Bruijn, Ten Heuvelhof en In t Veld beschrijven in het boek Procesmanagement 9 een aantal kenmerken en randvoorwaarden waaraan een proces moet voldoen wil het kans van slagen hebben. Eén kenmerk en één randvoorwaarde licht ik er hier uit. Als belangrijk kenmerk wordt draagvlak gedefinieerd. draagvlak is noodzakelijk omdat partijen een machtspositie innemen. Stemmen zij niet in met de inhoudelijke verandering, dan komt deze eenvoudigweg niet tot stand. 10 De constatering wordt gedaan dat dus niet alleen uit morele (democratische) principes het wenselijk is om draagvlak te organiseren maar dat dit een voorwaarde is om een proces te laten slagen. Als randvoorwaarde wordt onder andere de sense of urgency genoemd. 11 Gedoeld wordt hier op het feit dat voldoende partijen van oordeel dienen te zijn dat er sprake is van een probleem en dat dit probleem slechts door een of andere vorm van samenwerking is op te lossen. Is dit niet het geval dan zal niemand zich willen committeren aan een dergelijk proces. Ook lopende het proces dient dit gevoel van noodzakelijkheid levend te blijven. Zo niet, dan is het onvermijdelijk dat partners uit het proces stappen dan wel zich contraproductief gaan gedragen in het proces. In het boek Management in netwerken 12 beschrijven J.A. de Bruijn en E.F. ten Heuvelhof organisaties als netwerken en als tegenpool van hiërarchische structuren. Als een van de kenmerken van actoren in netwerken wordt geslotenheid genoemd, dat wil zeggen dat de actoren in netwerken niet per definitie gevoelig zijn voor externe stuursignalen. De geslotenheid is het resultaat van het referentiekader dat een organisatie heeft. Het referentiekader wordt bepaald door de kernwaarden van een organisatie. Daar waar fysieke 8 Idem, p Hans de Bruijn, Ernst te Heuvelhof, Roel in t Veld, Procesmanagement. Over procesmanagement en besluitvorming, (Schoonhoven, Academic Service, 1998) 10 Idem, p Idem, p J.A. de Bruijn, E.F. ten Heuvelhof, Management in netwerken, (Utrecht, LEMMA BV, 1999) 9

10 veiligheid niet tot de kernwaarden van de gezondheidszorg behoort ontstaat de kans op barrières op stuursignalen van buitenaf. De Bruijn en Ten Heuvelhof schrijven het volgende over de redenen waarom er niet op dergelijke signalen gereageerd wordt: - partijen nemen de interventie niet waar; - partijen nemen de interventie wel waar maar negeren deze - partijen nemen de interventie wel waar, kunnen haar niet negeren maar verzetten zich; - partijen nemen de interventie wel waar, kunnen haar niet negeren, conformeren er zich ogenschijnlijk aan maar weten zich er in werkelijkheid aan te onttrekken; - partijen nemen de interventie wel waar, kunnen haar niet negeren, conformeren er zich aan, maar weten haar te herinterpreteren en te vervormen; - partijen nemen de interventie wel waar, kunnen haar niet negeren, conformeren er zich aan, maar benutten iedere kans om zich eraan te onttrekken. 13 Het is dus mogelijk dat het probleem niet gezien wordt (de eerste reden), vaak zal het echter zo zijn dat het inzicht in het ontstaan van problemen bestaat, maar er wordt gefaald in het organisatorisch inbedden van het voorkómen van dit soort problemen. De Bruijn en Ten Heuvelhof merken verder op dat het een misverstand is te denken dat dit type problemen is te voorkomen door te kiezen voor een hiërarchische stijl.. 14 Vooral veiligheidsproblemen worden vaak opgelost door topdown voorwaarden en maatregelen te omschrijven waaraan in de organisatie voldaan dient te worden. Dit varieert van de opdracht tot het dragen van veiligheidsmiddelen in omgevingen waar risico gelopen wordt (in de perceptie van diegene die de voorschriften maakt) tot het vaststellen van een rampenplan waaraan in de organisatie verder geen behoefte gevoeld wordt of tenminste geen prioriteit wordt gegeven. Partijen in de organisatie kiezen dan een van de hiervoor beschreven wegen om zich aan het proces te onttrekken. Waar dit soort regelgeving wordt opgesteld zonder dat is voldaan aan (onder andere) de aanwezigheid van draagvlak en sense of urgency is het voorspelbaar dat de regelgeving of niet nageleefd wordt of ineffectief zal blijken te zijn. 2.4 Het meten van veiligheid. Het begrip veiligheid zoals dat in deze context wordt gebruikt is te definiëren als het ontbreken van risico s waarvan de effecten als ongewenst kunnen worden omschreven. Dit is een absolute wijze van definiëring waarbij veiligheid in een bedrijf of instelling nooit bereikt kan worden. Zoals Groeneweg in Controlling the controllable aangeeft: er resteert steeds Murphy s Margin, ongeacht de mate van inspanning die op dit gebied wordt verricht. Meting van veiligheid kan in dit kader gebeuren door het meten van de afwezigheid van het optreden van de verwerkelijking van risico s, het bezien dus van het al dan niet optreden van ongevallen. Het meten van veiligheid op deze wijze is echter niet overal toepasbaar. In de eerste plaats dient het al dan niet optreden van ongevallen een statistische waarde te hebben. Er moeten voldoende betrouwbare metingen gedaan kunnen worden om een goede uitspraak te kunnen doen. Daarenboven kan het optreden van meerdere ongevallen in een bepaalde tijdsspanne een maat lijken te zijn voor onveiligheid terwijl er sprake kan zijn van 13 Idem, p Idem, p

11 een random effect. Groeneweg zegt daarover dat bij een gegeven kans op een ongeval het optreden van clusters van ongevallen zowel als het optreden van een langdurige periodes zonder ongevallen beiden mogelijk is. 15 In de tweede plaats is er geen acceptabel niveau van ongevallen vastgelegd. Welk aantal ongevallen met welke gevolgen is acceptabel? Hoe beoordelen we de rest die onvermijdelijk overblijft? Het niet hebben van een aanvaardbare norm maakt het verrichten van een meting wel mogelijk maar geeft problemen met de interpretatie van de cijfers voortkomend uit die meting. Het is denkbaar dat op basis van de ideeën van Hudson veiligheid wordt gemeten. De mogelijkheid bestaat om de risico s zoals ze berekend kunnen worden met de gegeven formule, risico = kans maal effect, per bedrijf of instelling te inventariseren en de som van de risico s te gebruiken om een algemeen cijfer voor veiligheid te geven. Vanuit de risicobenadering zoals die omschreven wordt door de grootheden individueel risico en groepsrisico is er over processen (bijvoorbeeld verkeer op de snelweg, opwekken van kernenergie, het laten plaatsvinden van chemische productieprocessen) wel het een en ander gezegd in termen van kansen en effecten. 16 De kans bij dergelijke processen op (fatale) fouten is op basis van statistiek in te schatten en het effect wordt bepaald door en voor de omgeving waarin het bedoelde proces zich afspeelt. Het inschatten van een kans op (ongewenste) gebeurtenissen is voor dit soort processen ook goed mogelijk. Er vinden voldoende van dit soort processen herkenbaar plaats om statistisch relevante uitspraken te doen en er wordt voldoende over gepubliceerd om betrouwbaar uitspraken te kunnen doen. De methode wordt onder andere gebruikt om te plannen in de ruimtelijke ordening. De vraag of het verantwoord is om een nieuwbouwwijk te bouwen in de directe omgeving van een fabriek waar bijvoorbeeld ammoniak wordt gemaakt is te beantwoorden als het geaccepteerde risiconiveau is gedefinieerd. Het antwoord op de vraag is dan in een simpel ja-nee schema te beantwoorden. Voor deze methodieken is het noodzakelijk om over voldoende statistische gegevens te beschikken. Dit cijfermateriaal ontbreekt echter op instellingsniveau in de gezondheidszorg. Toepasbaarheid van deze methodiek wordt daarmee twijfelachtig. Op zich is dat jammer: een methodiek waarbij heldere risico s worden bepaald maken de meetbaarheid en daarmee de beoogde prioriteitstelling eenvoudig. Benadering van de vraagstelling vanuit de definitie van veiligheid zoals eerder gegeven -kort geformuleerd: het ontbreken van onveiligheid - lijkt onvoldoende op te leveren. Een andere benadering is wellicht kansrijker. Als er gekeken wordt naar de veiligheid in een werkplek bestaat vaak de neiging om te bezien of de veiligheidsmiddelen wel op orde zijn. Worden helmen gedragen, zijn er verbandmiddelen, zijn de blusmiddelen aanwezig, zijn er nooduitgangen, zijn er mogelijkheden om incidenten te melden? Dit soort vragen worden vaak als belangrijk gezien om te bezien of er aandacht voor veiligheid op een werkplek is. Het kenmerk van dit soort voorzieningen is dat zij allen bedacht zijn om de gevolgen van een ongewenste gebeurtenis zo gering mogelijk te laten zijn. De ongewenste gebeurtenis wordt daarbij als een onvermijdelijke grootheid gezien. 15 Idem, p Zie hierover o.a. Handleiding IPO RisicoBerekeningsMethodiek, AVIV,

12 Het ligt natuurlijk voor de hand om te trachten de ongewenste gebeurtenis te voorkomen. Immers, als een dergelijke gebeurtenis niet optreedt, zullen de gevolgen zich ook niet manifesteren. Het voorkomen van ongewenste gebeurtenissen is een vraagstuk met organisatorische kanten. Wil je het optreden van ongewenste gebeurtenissen kunnen sturen, dan zal er invloed moeten worden uitgeoefend op de wijze waarop werkprocessen vorm gegeven worden. Organisatorische aandacht voor het onderwerp veiligheid en de invloed daarvan op het gehele werkproces is dan noodzakelijk. De Tripod-methode benadert veiligheid vanuit de werkprocessen in organisaties via de Basis Risico Factoren (BRF s). Een andere definitie van veiligheid is daarmee mogelijk. Groeneweg zegt in Controlling the controllable: safety itself is not defined any more in terms of this derivative of lack of safety (accidents and incidents), but in terms of relative impact of the Basis Risk Factors that determine the safety state directly. 17 De toepassing van de Tripod-methode op een instelling met als doel snel een prioriteit te stellen kent wel als nadeel dat de meting de uitkomst zal zijn van een langdurig proces. Immers, voor elke BRF zal een uitvoerig onderzoek gedaan dienen te worden. Het gebruik van deze methode is in zijn volledige omvang als quick scan dus niet mogelijk. De vraag komt dan op of er per bedrijfstak wellicht enkele van de gedefinieerde risicofactoren als maatgevend kunnen worden beschouwd, zodanig dat ze samen in een quick scan - toch een redelijk betrouwbaar beeld geven van mate van veiligheid die er in een organisatie bestaat. Als er maatgevende risicofactoren zijn dan volgt uit de definitie van Groeneweg dat in instellingen waarop deze factoren goed gescoord wordt de veiligheid beter gediend zal zijn dan voor instellingen waar dat minder het geval is. Overigens zij hier nog het volgende vermeld. De toepassing van een quick scan kan nooit een volledige meting van veiligheid pretenderen. Immers: wil er een betrouwbare uitspraak gedaan worden over veiligheid dan zal niet een quick scan maar een volledig onderzoek gedaan dienen te worden. In hoofdstuk 3 kom ik hier nader op terug. Op deze plaats is een definitie van het woord ongeval op zijn plaats zoals dat verder in deze scriptie gebruikt zal worden. Als ik spreek over een ongeval dan gaat het om een ongewenste gebeurtenis waarbij door organisatorisch falen de fysieke veiligheid van een of meer personen bedreigd dan wel aangetast wordt. Het gaat daarbij dus uitdrukkelijk om meer dan in het normale spraakgebruik met een ongeval bedoeld wordt. In deze definitie past immers ook een besmetting met een M.R.S.A. bacterie, het verkeerd toegediend krijgen van medicijnen of voedsel etc. Het organisatorisch falen is in de definitie toegevoegd om aan te sluiten bij de definitie zoals Groeneweg die geeft en te voorkomen dat puur medische oorzaken die de fysieke veiligheid beïnvloeden als een ongeval in deze zin gezien worden. 17 Groeneweg, Controlling, p

13 2.5 Een omschrijving van de verpleegomgeving in een algemeen ziekenhuis. De omgeving waarvoor ik tracht te komen tot de hiervoor beschreven quick scan is de verpleegomgeving in een algemeen ziekenhuis, de plaats waar patiënten verblijven om te herstellen van een operatie of andere directe curatieve behandeling. Ik kies voor deze omgeving om daar de quick scan op te kunnen toepassen om twee redenen. - De verpleegafdeling is als het ware de basis van het ziekenhuis. Alle andere afdelingen kennen in principe tenminste dezelfde problemen als de verpleegafdeling. Die andere afdelingen verlenen immers ook huisvesting aan patiënten. De problemen van de andere afdelingen kunnen echter wel complexer zijn. De idee is echter dat als de problemen voor de verpleegafdeling niet opgelost zijn, deze in de andere afdelingen ook aanwezig zullen zijn en er dus sprake zal zijn van een onveiligheid in de gehele instelling. - Om een quick scan te kunnen toepassen is het voor de hand liggend een overzichtelijk onderdeel van de organisatie te bezien. Hoe complexer de omgeving, hoe meer factoren bezien moeten worden op hun invloed en dus hoe meer tijd er benodigd is om een beeld van de situatie te verkrijgen. Kenmerkend voor die omgeving in dit verband zijn een paar zaken. Te onderscheiden zijn de patiënt, de materialen die in de zorg voor die patiënt gebruikt worden en de organisatie van de instelling. Met betrekking tot de patiënt is het volgende op te merken. Mensen die in een ziekenhuis verblijven zijn ziek. Dat lijkt een schot voor open doel maar het feit dat ze ziek zijn levert in omstandigheden waar ongevallen plaatsvinden niet altijd reacties op die adequaat zijn onder dat soort omstandigheden. Er bestaat een grote afhankelijkheid van de patiënt van de organisatie waarin hij of zij te gast is. De indeling van de tijd, de maaltijden die genuttigd worden, de medicijnen die worden gebruikt, het moment van ontwaken en nog veel meer dagelijkse zaken worden voor en niet door de patiënt bepaald. De individuele afhankelijkheid van voedsel is groter dan buiten dit soort instellingen. Hiermee wil worden aangeduid dat er relatief veel sprake is van dieetgebruik. Daarenboven worden er grote hoeveelheden medicijnen verstrekt. Op individueel niveau betreft het hier veelal verschillende soorten voedsel en medicijnen. Vaak worden deze door de organisatie aangeboden zonder dat de consument kan zien of ervaren dat het voedsel of het medicijn ook werkelijk voor hem of haar is bedoeld. Controle door de gebruiker is daarmee meestal ook afwezig (zo deze al mogelijk is de fysieke conditie van de consument / patiënt in aanmerking nemend). Er is vaak sprake van het gebonden zijn aan bed. Zelfredzaamheid in termen van jezelf kunnen verzorgen, voorzien in levensbehoeften en het verplaatsen in de ruimte is zeer gering, zo al niet totaal afwezig. Voor deze zaken is de patiënt dus volstrekt afhankelijk van de organisatie van het ziekenhuis. Voor een deel van de patiënten is de gebondenheid aan het bed en aan de ruimte waarin dit zich bevindt soms letterlijk het geval. Men kan voor de beademing afhankelijk zijn van de apparatuur in de ruimte, bewaking van diverse andere (al dan niet vitale) functies van het lichaam kan gebeuren door apparatuur die direct aan de patiënt verbonden is. Het verplaatsen van patiënt en apparatuur gaat gewoonlijk niet zonder problemen. 13

14 Daarenboven bestaat de tendens dat patiënten eerder dan voorheen de verpleegomgeving in het algemene ziekenhuis verlaten. Mensen krijgen korter de tijd in het ziekenhuis om te herstellen. Enerzijds komt dat omdat de technieken van behandelen verbeteren en de benodigde hersteltijd daardoor bekort wordt, anderzijds is het zo dat besloten wordt dat mensen eerder naar huis kunnen omdat de specialistische verpleegkundige zorg die in het ziekenhuis geboden wordt, niet meer noodzakelijk is. Patiënten kunnen thuis (al dan niet met hulp) dan verder herstellen. Het totaal effect lijkt te tenderen naar een groep patiënten die minder zelfredzaam is dan in het verleden. De bekendheid van de patiënt met zijn omgeving is vaak gering. De weg naar zijn of haar kamer is bekend maar probleemloos van de ene plaats naar de andere gaan in een dergelijke, vaak grote, instelling is ingewikkeld zo dit al mogelijk is gezien de toestand van de patiënt. Deze factoren leiden er allemaal toe dat de afhankelijkheid van de patiënt van de organisatie groot is. De patiënt gaat zich als zodanig vaak ook gedragen. De organisatie is ingesteld op het feit dat de patiënt blijkbaar niet (meer) in staat is voor zichzelf te zorgen. Uiteindelijk zal dit bij een bedreigende situatie leiden tot een gedrag van de patiënt dat in een dergelijke situatie niet als het meest adequate mag worden beschouwd. Vaak zal er geen andere keuze zijn voor de patiënt om op hulp te wachten of, als die keuze er wel schijnt te zijn, zal de patiënt sterk geneigd zijn op actie van de organisatie te wachten; dat is immers de gebruikelijke gang van zaken in de zorg. Materiaalgebruik en toepassing geven aanleiding tot de volgende opmerkingen. In de verpleegomgeving is het materiaal dat gebruikt wordt qua aantal items overzichtelijk. Tot de standaarduitrusting van de afdeling behoren natuurlijk de bedden, de kasten en andere standaard inrichting. Voor de verzorging van de patiënten wordt voor het verbruiksmateriaal veel met eenmalig te gebruiken materialen gewerkt. In het kader van de zorg voor hygiëne wordt deze keus snel gemaakt. Kenmerkend is dat de materialen die gebruikt worden in de verpleegomgeving redelijk gestandaardiseerd zijn. De ziekenhuisbedden zijn in slechts een beperkt aantal types verkrijgbaar, de materialen voor eenmalig gebruik zijn massagoed en in vele verpleegomgevingen in gebruik. Als afwijkend ten opzichte van technologische omgevingen zou je kunnen zeggen dat met betrekking tot het gebruik van materialen de risico s van het gebruik van deze materialen zelden zullen leiden tot een ingrijpen in een proces dat gevolgen heeft voor het verloop van het gehele proces. Uitdrukkelijk zij hier nog eens gezegd dat de omschrijving een weergave poogt te zijn van een verpleegafdeling waar geen vorm van topzorg verleend wordt (intensive care, nierdialyse etc.). In een omgeving waar dergelijke topzorg geleverd wordt is de afhankelijkheid van materiaalgebruik vele malen groter en wordt in de gespecialiseerde omgeving ook vaak van apparatuur gebruik gemaakt voor de verzorging of bewaking van groepen patiënten. Uitval of disfunctioneren van een dergelijke voorziening kan wel leiden tot de volledige uitval van de zorgfunctie van een dergelijke afdeling. Over het punt organisatie kan hier tenslotte het volgende gezegd worden. De organisatie van het ziekenhuis kenmerkt zich door een hoge mate van complexiteit. Er wordt op verschillende niveaus verantwoordelijkheid gedragen door medisch en niet-medisch personeel. In de instellingen zijn mensen werkzaam die in loondienst zijn en daarnaast zijn er anderen die een zelfstandige status als ondernemer hebben. De financiering van de gehele instelling komt via meerdere kanalen tot stand en kent mede daardoor een ondoorzichtige structuur. 14

15 Kortom: de organisatie is zeker ingewikkeld te noemen en geeft aanleiding tot veel problemen in de sfeer van afstemming etc. De afstand tussen de verschillende disciplines lijkt ook groot. Veel overleg tussen de disciplines is daardoor noodzakelijk. Zeker in een dergelijk ingewikkelde organisatie ontstaat dan nogal eens de neiging om zaken die niet elke dag de aandacht vragen naar de achtergrond te schuiven. Veiligheid is zo n aangelegenheid; de beleving zoals ik die meemaakte in twee organisaties is dat fysieke veiligheid geen onderwerp is dat de dagelijkse aandacht verdient. Er is in de gezondheidszorg sprake van een grote druk op het verplegend personeel. Door de vele jaren van bezuinigingen in de zorg is er vooral op de hoeveelheid personeel bezuinigd. De werkdruk wordt door het achterblijvend personeel als groot ervaren. Het gevolg is dat het in crisisomstandigheden slechts beperkt mogelijk is personeel van andere afdelingen in een ziekenhuis direct beschikbaar te krijgen. Zeker buiten de gebruikelijke werktijden is dat het geval; de hoeveelheid personeel in het ziekenhuis is dan minimaal. Enige vorm van buffer zit er nauwelijks meer in het systeem. De bezuinigingen en de als hoog ervaren werkdruk hebben verder als gevolg dat het personeel een en ander maal uitspreekt er niets meer bij te kunnen hebben. Betrekkelijk nieuwe zaken veiligheidszorg lijkt dat te zijn in de gezondheidszorg, zie ook de uitspraken van Kingma verder in dit hoofdstuk zullen in een dergelijke omgeving moeilijk vaste grond onder de voeten krijgen. Ten slotte doet zich met het oog op individuele veiligheid nog een fenomeen voor in deze omgeving. Daar waar elders in de maatschappij het verslechteren van de fysieke toestand of het overlijden van mensen direct een uiting is van iets ongewoons in de dagelijkse gang van zaken, is dit in de gezondheidszorg onderdeel van het dagelijkse proces. Er wordt dan weliswaar niet het gewenste resultaat bereikt en men zal maatregelen (trachten te) nemen, maar ongewoon is het niet. Zoals overal is de kans op mislukken nu eenmaal aanwezig, alleen zijn in de zorg de consequenties voor individuen vaak verstrekkender dan dat dit op andere plaatsen het geval is. Een van de gevolgen van dit fenomeen is dat een signaal over het ontbreken van voldoende veiligheid op individueel niveau verzwakt, zo niet uitgeschakeld wordt. Bijvoorbeeld: bij een verkeerde medicijnenverstrekking is de verklaring voor de hand liggend dat er niet goed op de medicijnen is gereageerd. Er zal niet als eerste gedacht worden aan het verkeerd verstrekken van medicijnen. Als de verstrekking van medicijnen in dit voorbeeld niet structureel bij meerdere patiënten verkeerd gaat zal de fout (het ongeval) niet snel aan het licht komen. Het signaal zal dan leiden tot (in dit voorbeeld) aanpassing van de medicijnverstrekking voor het individu en niet tot een onderzoek naar het proces van de verstrekking van medicijnen. De vraag in hoeverre het verslechteren van de toestand van een patiënt het gevolg is van de ziekte of het onvoldoende voorhanden hebben van goede therapieën enerzijds, of dat dit het gevolg kan zijn van een fout anderzijds, wordt minder vlug gesteld. Helderheid over het optreden van ongevallen met slachtoffers is daarmee moeilijker te verkrijgen dan in een nietmedische omgeving. Bij het overlijden van een aanwezige in het werkproces in een niet medische omgeving zal de vraag naar veiligheid direct worden gesteld. Het is bijna paradoxaal te constateren dat het juist in een omgeving waar mensen worden verzorgd vanwege hun fysieke gesteldheid dat niet het geval is. Opvallend is het in dit verband te constateren dat het ontstaan van slachtoffers in de medische omgeving blijkbaar niet als alarmerend gezien wordt door het grote publiek of de politiek. 15

16 In de uitzending van Nova van 27 juli 2001 meldde de inspecteur-generaal voor de volksgezondheid, de heer H.J. Kingma, dat er naar inschatting van de Inspectie per jaar à onnodige 18 sterfgevallen plaatsvinden in ziekenhuizen door medisch handelen. Misschien zelfs wel meer meldde Kingma. Hij pleitte in dit kader voor de instelling van een instituut dat de veiligheid in de ziekenhuizen zou moeten garanderen en voor een Deltaplan voor veiligheid in ziekenhuizen. 19 De geschatte aantallen worden door hem gebaseerd op gegevens uit Amerika die zijn omgerekend naar Nederlandse omstandigheden. Als relativering van de cijfers geeft Kingma er het totaal aantal medische handelingen per jaar bij aan: 50 miljoen handelingen per jaar meldt hij hier. 20 Als Kingma met de aantallen gelijk heeft dan betekent dit dat er per dag onnodig meer dan 5 doden vallen in de ziekenhuizen in Nederland. Als daar de rest van de instellingen voor de gezondheidszorg bij opgeteld worden wordt het cijfer zeker nog verontrustender. Het aantal gewonden (of niet genezen patiënten) zal dan ook een groot aantal betreffen. Als de verhoudingen tussen doden en gewonden voor dit soort ongevallen vergelijkbaar is met andere ongevallen dan is het aantal niet overleden slachtoffers nog veel groter. 21 Merkwaardigerwijs wordt er naar aanleiding van dit gegeven geen vereniging voor veiligheid in de gezondheidszorg opgericht naar analogie van de verenigingen die bestaan in het kader van de verkeersveiligheid, hoewel in het verkeer in absolute cijfers minder slachtoffers vallen (2000: 1082) 22 dan in de zorg. Maatschappelijk is er naar aanleiding van het genoemde artikel en interview nauwelijks sprake geweest van enige aandacht, laat staan rumoer. Er zijn tenminste twee redenen te bedenken waarom dat zo is. In de eerste plaats vallen de slachtoffers niet zichtbaar tegelijkertijd zoals dat bij grootschalige ongevallen wel het geval is. Er ontstaat zo een vorm van maatschappelijke acceptatie die sterk verwant is aan de acceptatie van de verkeersslachtoffers: een en ander lijkt een gegeven grootheid in de maatschappij en de directe individuele dreiging op het ondergaan van een dergelijke gebeurtenis lijkt niet aanwezig. In de tweede plaats ontstaat er vermoedelijk een reactie zoals ik die omschrijf aan het begin van dit deel van deze paragraaf. In de gezondheidszorg gaan nu eenmaal zaken verkeerd die niet direct aan het handelen (of nalaten daarvan) van de instelling te wijten zijn of dat beweert Kingma impliciet lijken te zijn. In elk geval betekent het wel dat in een omgeving waarin zo veel sterfgevallen en nietdodelijke slachtoffers vallen als gevolg van de in het proces geaccepteerde gang van zaken de signaalwaarde van een slachtoffer, zoals hierboven bedoeld is, volledig wegvalt. 18 Het woord onnodig doet hier vermoeden dat alle gevallen voorkomen kunnen worden. Pech of Murphy s Margin blijft natuurlijk bestaan. 19 De Volkskrant, 26 juli Dit laatste lijkt overigens een hoge schatting om te relateren aan het ontstaan van slachtoffers: meer dan 3 medische handelingen per jaar per inwoner in Nederland is al hoog maar dat bij elk van deze handelingen een relatie gelegd kan worden naar de gemelde sterfgevallen lijkt mij uiterst onwaarschijnlijk. 21 Volgens de IJsbergtheorie van Bird geldt dat de verhouding doden of zwaar gewonden : licht gewonden : zakelijke schade : incidenten zonder zichtbare schade = 1 : 10 : 30 : 600 is. (Frank E. Bird Jr, George L. Germaine: Loss Control Leadership (Loganville, International Loss Control Institute, Inc, 1992)). Op basis van deze theorie is het aannemelijk dat er vele niet dodelijke slachtoffers vallen in ziekenhuizen. 22 Bulletin Verkeersveiligheid, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, juli Cijfer van de Adviesdienst Verkeer en Vervoer. 16

17 Het ziekenhuis is daarmee een onveiligere omgeving dan dat dit op het eerste gezicht lijkt. Dat er ongevallen gebeuren in een plek waar wordt gewerkt is impliciet; de omvang is gelet op de signalen uit het veld zelf- echter groter dan dat velen denken. In een omgeving waar en onveiligheid aanwezig is en de signalen slecht gezien worden is een meetinstrument waarmee een indicatie over de aanwezige veiligheid kan worden verkregen van belang. Een quick scan waarmee snel gezien kan worden waar inspanningen het meeste rendement opleveren is in een dergelijke omgeving zeer de moeite waard. 2.6 Conclusies. In dit hoofdstuk zijn de onderwerpen risico, veiligheid en enige organisatorische noties aan de orde gesteld. Er zijn weinig relevante gegevens over ongevallen in ziekenhuizen bekend; cijfermateriaal met betrekking tot ongevallen is nauwelijks gevonden. De idee is dat een quick scan mogelijkheden biedt tot het verkrijgen van een relatief inzicht in de veiligheidssituatie in een instelling. Een quick scan is nooit volledig in het verkrijgen van een beeld van de stand van de veiligheid. Voor dit laatste is een volledig onderzoek noodzakelijk. Het ziekenhuis is een onveiligere omgeving dan dat op het eerste gezicht het geval lijkt te zijn. Om een beeld te krijgen over de stand van zaken op het gebied van veiligheid wordt de verpleegafdeling als voorbeeldafdeling gebruikt. De stand van zaken is daar bezien met als onderwerp de patiënt, het materiaalgebruik en de organisatie van de instelling. Een van de belangrijkste signaalgevers die de stand van zaken op het gebied van veiligheid kan aangeven (het verslechteren van de fysieke toestand van de aanwezigen) wordt niet altijd als zodanig gezien en uit het eigen veld komen signalen dat veel slachtoffers vallen in de instellingen als gevolg van voorvallen die in dit verband als ongeval worden gedefinieerd. Vanwege deze twee zaken is het waardevol een instrument te hebben waarmee een indicatie verkregen kan worden over de stand van de veiligheidszorg in een dergelijke instelling. Vanwege het uitvallen van het signaal zoals hierboven bedoeld is het verzamelen van statistisch materiaal op basis van casuïstiek niet goed mogelijk. Cijfers omtrent slachtoffers zijn immers moeilijk te vinden als niet helder is wanneer er sprake is van een slachtoffer dan wel van een normale uit het ziekteproces voortkomende verslechtering van de toestand van de patiënt. 17

18 3 De Tripodmethode als quick scan. 3.1 Inleiding Zoals in het vorige hoofdstuk is aangegeven: de Tripod-methode is een instrument dat geschikt is om een meting te doen over veiligheid. De Tripodmethode staat beschreven in het boek van Jop Groeneweg Controlling the controllable 23. In dit boek wordt een volledige beschrijving gegeven van de methode, de historie, de filosofie en de verdere achtergronden van de methode. Voor een diepgaande omschrijving van de methode zij dan ook naar dit boek verwezen. In het kader van deze scriptie zal ik in zijn algemeenheid iets over de methode zeggen en gericht op het onderwerp trachten te komen tot een keuze uit de verschillende factoren zodat een quick scan tot de mogelijkheden behoort. 3.2 De methode beschreven. Als kern van de filosofie van Tripod is te stellen dat de vraag bij het vóórkomen van ongevallen niet zozeer is wie is schuldig dan wel de vraag hoe was het in de organisatie mogelijk dat een dergelijk ongeval gebeurd is. Met andere woorden: het is goed mogelijk dat een ongeval door een menselijke fout is ontstaan, maar de vraag blijft bestaan hoe het mogelijk was dat de fout feitelijk begaan werd. Natuurlijk blijft er een zekere mate van onveiligheid in elk systeem zitten; er zal altijd de mogelijkheid bestaan dat er iets fout gaat. Het blijft echter de vraag of er in de organisatie voldoende is gedaan om er voor te zorgen dat de menselijke fout niet kan optreden en of er voldoende voorwaarden geschapen zijn om veilig werken en een veilige omgeving mogelijk te maken. In de kern kun je stellen dat Tripod er van uit gaat dat veiligheid in een organisatie een organisatorisch, en dus stuurbaar, vraagstuk is. In de methode zijn er vanuit de casuïstiek van ongevallen organisatorische elementen geformuleerd die bij de onderzochte ongevallen steeds terug kwamen. Deze worden de Basis Risico Factoren (BRF s) genoemd. Er zijn elf van dergelijke factoren te onderscheiden. In de Nederlandse terminologie betreft het de zaken vermeld in tabel 1. Door in een organisatie onderzoek te doen naar de stand van zaken met betrekking tot deze onderwerpen blijkt het mogelijk te zijn latent aanwezige risicofactoren op te sporen. Het benoemen van die latent aanwezige risicofactoren is dan natuurlijk de eerste stap, het aanpakken van die factoren leidt vervolgens tot veiliger werken en functioneren van de organisatie. 23 Groeneweg, Controlling,

19 Nederlands Ontwerp (OW) Materiaal en Middelen (MM) Onderhoud (OH) Orde en Netheid (ON) Omgevingsfactoren (OM) Procedures (PR) Training en Opleiding (TO) Communicatie (CO) Strijdige Doelstellingen (DO) Organisatie (OR) Beschermingsmiddelen (BM) Tabel 1. Engelse term gebruikt in het geciteerde boek Design (DE) Tools and Equipment (TE) Maintenance Management (MM) Housekeeping (HK) Error Enforcing Conditions (EC) Procedures (PR) Training (TR) Communication (CO) Incompatible Goals (IG) Organisation (OR) Defences (DF) De BRF s zijn te verdelen in factoren die specifiek voor een type organisatie gelden en BRF s die algemeen van toepassing op organisaties zijn. De volgende tabel 24 is dan te genereren: Organisatiegericht Ontwerp (OW) Materiaal en Middelen (MM) Onderhoud (OH) Orde en Netheid (ON) Omgevingsfactoren (OM) Tabel 2. Algemeen Procedures (PR) Training en Opleiding (TO) Communicatie (CO) Strijdige doelstellingen (DO) Organisatie (OR). Het betreft hier allemaal factoren die een preventieve waarde hebben: de invloed van de factor doet zich gelden voordat er een ongeval gebeurd is. Er is een elfde BRF die aan die omschrijving niet voldoet: Beschermingsmiddelen (BM). Deze BRF doet de invloed pas voelen nadat een ongewenste situatie zich voordoet. Als de BRF een positieve invloed heeft, betekent dit dat een ongewenste gebeurtenis niet leidt tot een ongeval. Als voorbeeld kan het beschermingsmiddel helm gelden. Als er op een bouwplaats een hamer van een steiger op een persoon valt dan is dat een ongewenste gebeurtenis. Raakt de hamer een persoon op de helm, dan voorkomt het beschermingsmiddel de omzetting van de ongewenste gebeurtenis in een ongeval. Het voorbeeld maakt overigens duidelijk dat de BRF Beschermingsmiddelen een specifiek karakter draagt; beschermingsmiddelen zijn gebonden aan de specifieke omgeving waarin het proces zich afspeelt. Per BRF is de stand van zaken te scoren middels een gevalideerde vragenlijst. Deze score is vervolgens te vergelijken met de gemiddelde score van de branche waarin het bedrijf of de instelling actief is. Een dergelijke score kan vervolgens gebruikt worden om een waardeoordeel te geven over het veiligheidsgedrag van het bedrijf of de instelling op dit specifieke gebied. 24 Idem, p

20 Door de vergelijking per branche toe te passen, ontstaat de mogelijkheid op onderlinge vergelijking. De vergelijking niet-branchegericht toepassen geeft waarschijnlijk scheve verhoudingen. In de ene bedrijfssoort zal de aandacht voor bijvoorbeeld de BRF Ontwerp belangrijker kunnen zijn dan in de andere. Deze laatste observatie geeft aanleiding om de verschillende BRF s nog eens onder de loep te nemen tegen de achtergrond van het functioneren van een instelling in de gezondheidszorg en het opnemen van de BRF in de gezochte quick scan methodiek. 3.3 Keuzecriteria opname BRF s in quick scan. Zoals eerder gesteld: hoe minder BRF s er onder de loep genomen hoeven te worden, hoe sneller er gewerkt kan worden en eerder een resultaat bereikt kan worden. Echter: het niet bezien van één of meerdere BRF s leidt in een onderzoek onvermijdelijk tot een onvolledig beeld over de stand van de veiligheid in een organisatie. De BRF s zijn geformuleerd om de organisatorische oorzaken van het optreden van ongevallen bloot te leggen en elke BRF dekt als het ware zijn eigen deelgebied af. Bij het niet beoordelen van een bepaalde BRF zal de mogelijke oorzaak van een ongeval buiten beeld blijven. Binnen de Tripod-methode bestaat geen rangorde in de BRF s in mate van belangrijkheid of iets dergelijks. Dat ligt ook niet voor de hand: een risico dat gelopen wordt is niet meer of minder van belang omdat het tot het een of het andere falen van een organisatie kan worden herleid. Dit betekent dus dat als er een onderzoek gedaan wordt waarbij slechts een beperkt aantal BRF s worden bezien er niets definitief gezegd kan worden over de stand van de veiligheid binnen een instelling. Wel kan een eerste indruk worden gekregen van de stand van zaken op een aantal punten en een beeld worden gevormd van de inspanningen die een instelling zich getroost op de bekeken terreinen. In deze paragraaf geef ik aan welke criteria er gebruikt worden om een keuze tussen de verschillende BRF s te maken. De volgende criteria worden hierbij gebruikt. - De BRF dient een relatief groot belang in de afdeling te hebben. Als voorbeeld kan hier gelden dat de BRF Onderhoud in een hoog technologische omgeving een grotere impact zal hebben dan in een omgeving waarin weinig technologie is toegepast. - Er kunnen andere redenen dan veiligheid zijn die kenmerkend zijn voor de branche die kunnen leiden tot een hoge score op een onderwerp. Als voorbeeld kan het onderwerp opleiding dienen. In de zorg geldt de wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG) waarin o.a. het opleidingsniveau tot in detail geregeld is. De reden dat een dergelijk onderwerp goed geregeld is ligt dan niet in de organisatie zelf, maar is extern opgelegd. De reden geldt daardoor voor alle onderdelen in de zorg, geen van de organisaties is uitgesloten van die drive om te presteren op het bedoelde onderwerp. Daarmee blijft een hoge score op dat onderwerp waardevol maar het is het aannemelijk dat er weinig onderscheidend vermogen uitgaat van een dergelijke BRF ten opzichte van andere instellingen in hetzelfde veld. - Het moet mogelijk zijn om relatief snel een resultaat te behalen. Het biedt dus voordelen om de keuze mede te laten beïnvloeden door de eenvoud van het onderzoek naar een onderwerp. 20

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Introductie stage-scriptie combi. Orthopedagogiek G&G, 25 augustus 2011

Introductie stage-scriptie combi. Orthopedagogiek G&G, 25 augustus 2011 Introductie stage-scriptie combi Orthopedagogiek G&G, 25 augustus 2011 Welkom toekomstige Scientist-Practitioners Achtergrond Vanuit Orthopedagogiek:GenG steeds meer accent op scientist-practitioner model

Nadere informatie

Handleiding Veiligheidsrondes

Handleiding Veiligheidsrondes Utrecht, maart 2006 Handleiding Veiligheidsrondes Project Veiligheidsmanagement Bouwen aan Veiligheid in de Zorg Auteurs: drs. I. van der Veeken, drs B. Heemskerk, E. Nap Inleiding Niet alleen de Raad

Nadere informatie

GEDRAGSMANAGEMENT. Inleiding. Het model. Poppe Persoonlijk Bas Poppe: 06 250 30 221 www.baspoppe.nl info@baspoppe.nl

GEDRAGSMANAGEMENT. Inleiding. Het model. Poppe Persoonlijk Bas Poppe: 06 250 30 221 www.baspoppe.nl info@baspoppe.nl GEDRAGSMANAGEMENT Dit kennisitem gaat over gedrag en wat er komt kijken bij gedragsverandering. Bronnen: Gedragsmanagement, Prof.dr. Theo B. C. Poiesz, 1999; Samenvatting boek en college, A.H.S. Poppe,

Nadere informatie

1. Is de standaard duidelijk over de werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd.? Zo nee, graag toelichten waarom niet.

1. Is de standaard duidelijk over de werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd.? Zo nee, graag toelichten waarom niet. Reactie op Consultatiedocument Standaard 4400N Met belangstelling heb ik kennis genomen van het consultatiedocument Standaard 4400N. Ik maak graag gebruik van de mogelijkheid om te reageren op dit document.

Nadere informatie

Handleiding Veiligheidsrondes

Handleiding Veiligheidsrondes Utrecht, maart 2006 Handleiding Veiligheidsrondes Project Veiligheidsmanagement Bouwen aan Veiligheid in de Zorg Auteurs: drs. I. van der Veeken, drs B. Heemskerk, E. Nap Inleiding Niet alleen de Raad

Nadere informatie

De Businesscase Light

De Businesscase Light De Businesscase Light Instrument om de kansen voor verbeteringen en innovatie in de dagelijkse zorg thuis in te schatten en in te voeren De Businesscase Light is een instrument om de kansen en de sterke

Nadere informatie

QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK

QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK 1 (2007/28317) QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK 1. ONDERZOEKSVRAGEN 1. Kan de raad met de programmabegroting beoordelen of de voorgenomen beleidsmaatregelen doeltreffend

Nadere informatie

Hoe kan ik Inspectieview gebruiken in mijn toezichtproces?

Hoe kan ik Inspectieview gebruiken in mijn toezichtproces? Hoe kan ik Inspectieview gebruiken in mijn toezichtproces? Versie 1.0 Datum 2 april 2014 Status Definitief Colofon ILT Ministerie van Infrastructuur en Milieu Koningskade 4 Den Haag Auteur ir. R. van Dorp

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

Voorwoord: status model RI&E SW

Voorwoord: status model RI&E SW Voorwoord: status model RI&E SW De Model RI&E voor de SW-branche kan gebruikt worden als basis voor een RI&E in uw SW-organisatie. De model RI&E is nadrukkelijk geen goedgekeurde branche RI&E en de inhoud

Nadere informatie

Handreiking 1 Leren van klachten en praktijk

Handreiking 1 Leren van klachten en praktijk Handreiking 1 Leren van klachten en praktijk Onnodige en dysfunctionele bureaucratie voorkomen in passend onderwijs Handreiking 1: Leren van klachten en praktijk z n minst een verschil van mening. Dat

Nadere informatie

Kort verslag van de beleidsanalyse van het programma Valor in India

Kort verslag van de beleidsanalyse van het programma Valor in India Kort verslag van de beleidsanalyse van het programma Valor in India Inspectie jeugdzorg Utrecht, april 2008 2 Inhoudsopgave= Samenvatting...5 1. Inleiding...7 1.1. Aanleiding...7 1.2. Vraagstelling...7

Nadere informatie

DE INVLOED VAN GELUK, PECH, BIED- EN SPEELTECHNIEK OP DE SCORE BIJ BRIDGE

DE INVLOED VAN GELUK, PECH, BIED- EN SPEELTECHNIEK OP DE SCORE BIJ BRIDGE DE INVLOED VAN GELUK, PECH, BIED- EN SPEELTECHNIEK OP DE SCORE BIJ BRIDGE Versiedatum: 30-8-2008 Jan Blaas Blz. 1 van 7 Versiedatum: 30-8-08 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 Hoe groot is de invloed van pech

Nadere informatie

Leren van onverwacht ernstige gebeurtenissen in de zorg

Leren van onverwacht ernstige gebeurtenissen in de zorg Leren van onverwacht ernstige gebeurtenissen in de zorg Openbaar maken van (mogelijke) calamiteiten in de patiëntenzorg Alle zorgverleners van het Jeroen Bosch Ziekenhuis doen hun uiterste best om er voor

Nadere informatie

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen? Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Onderzoek naar de informatiehuishouding. Twee vragenlijsten vergeleken

Onderzoek naar de informatiehuishouding. Twee vragenlijsten vergeleken Onderzoek naar de informatiehuishouding Twee vragenlijsten vergeleken Wat zijn de verschillen tussen een informatie audit vragenlijst en een e-discovery checklist en maak je een keuze of kunnen ze elkaar

Nadere informatie

Melden van (bijna )ongevallen en gevaarlijke situaties

Melden van (bijna )ongevallen en gevaarlijke situaties Datum Kenmerk Melden van (bijna )ongevallen en gevaarlijke situaties Voor het invullen van dit formulier kunt u contact opnemen met de preventiemedewerker 1 (arbo en milieucoördinator) van uw faculteit

Nadere informatie

Veilig en gezond werken

Veilig en gezond werken Veilig en gezond werken B.E.M. Pennings 2006 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie of op andere wijze

Nadere informatie

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol? Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.

Nadere informatie

Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP)

Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP) Hoofdstuk 18 Extra informatie Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP) Het Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP) is bedoeld om een medewerker persoonlijk in de gelegenheid te stellen in eigen woorden te vertellen

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

Handleiding Vergadertechnieken

Handleiding Vergadertechnieken Handleiding Vergadertechnieken Zelfstudie en rapporteren Bij OGO leer je niet alleen via het actief deelnemen aan groepsdiscussies, maar ook via het individueel uitvoeren van zelfstudieopdrachten (ZSO).

Nadere informatie

Patiëntveiligheid, ook een zaak voor de arbeidshygiënist. Dirk Paardekooper, AH / HVK

Patiëntveiligheid, ook een zaak voor de arbeidshygiënist. Dirk Paardekooper, AH / HVK 1 Patiëntveiligheid, ook een zaak voor de arbeidshygiënist. Dirk Paardekooper, AH / HVK 2 Opbouw Voorstellen Onderzoek ongevallen + med fouten Literatuuronderzoek Weerstand ziekenhuizen Eigen mening Conclusies

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt er in vervolg op zijn bij de Nationale ombudsman op 5 februari 2008 ingediende klacht over dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Rotterdam in het

Nadere informatie

Profielwerkstuk Het stappenplan, tips en ideeën

Profielwerkstuk Het stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk Het stappenplan, tips en ideeën Ga je een profielwerkstuk maken? Dan is orgaan- en weefseldonatie een goed onderwerp! Hier vind je allerlei tips, bronnen en ideeën om een profielwerkstuk

Nadere informatie

MEDEWERKERS VRAGENLIJST BRANCHE-RIE TECHNISCHE GROOTHANDEL

MEDEWERKERS VRAGENLIJST BRANCHE-RIE TECHNISCHE GROOTHANDEL 1 Betrekken medewerkers bij de uitvoering van de RI&E. Medewerkers zijn een belangrijke bron van informatie over veiligheid en gezondheid op het werk. Zij hebben belang bij veilige en gezonde werkomstandigheden.

Nadere informatie

CONSTANT ONDERHANDEN WERK ZORGT VOOR STABIELE DOORLOOPTIJDEN

CONSTANT ONDERHANDEN WERK ZORGT VOOR STABIELE DOORLOOPTIJDEN CONSTANT ONDERHANDEN WERK ZORGT VOOR STABIELE DOORLOOPTIJDEN Klanten verwachten tegenwoordig een grotere leverbetrouwbaarheid, tegen lagere kosten, met betere kwaliteit en dat allemaal tegelijk. Diegenen

Nadere informatie

Wat is een activiteit? Concrete acties die nodig zijn om het doel te behalen.

Wat is een activiteit? Concrete acties die nodig zijn om het doel te behalen. Doelen stellen In dit artikel wordt beschreven hoe je doelen concreet en meetbaar kunt maken. Doelen vormen de basis onder plannen. Ze zijn het fundament; geen goed geformuleerd doel is geen goed plan.

Nadere informatie

Samenvatting. Dutch Summary.

Samenvatting. Dutch Summary. Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,

Nadere informatie

MIP staat voor Meldingen Incidenten Patiëntenzorg. Van die dingen waarvan je niet wilt dat ze gebeuren maar die desondanks toch voorkomen.

MIP staat voor Meldingen Incidenten Patiëntenzorg. Van die dingen waarvan je niet wilt dat ze gebeuren maar die desondanks toch voorkomen. Algemene inleiding Een onderdeel van de gezondheidswet is dat er uitvoering gegeven moet worden aan de systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van de zorg. Hiervoor heeft Schouder

Nadere informatie

Zorgen voor Anderen. WOMEN Inc 5-12-2014. Rapportage kwantitatief en kwalitatief onderzoek Fenneke Vegter, Marcel Voorn en Ester Koot Project Z5069

Zorgen voor Anderen. WOMEN Inc 5-12-2014. Rapportage kwantitatief en kwalitatief onderzoek Fenneke Vegter, Marcel Voorn en Ester Koot Project Z5069 Zorgen voor Anderen WOMEN Inc Rapportage kwantitatief en kwalitatief onderzoek Fenneke Vegter, Marcel Voorn en Ester Koot Project Z5069 5-12-2014 Inhoudsopgave Klik op icoon om naar het hoofdstuk te gaan

Nadere informatie

OCAI. veelgestelde vragen

OCAI. veelgestelde vragen OCAI veelgestelde vragen OCAI, veelgestelde vragen OCAI online Vrouwenlaan 106 8017 HS Zwolle 038-2301503 www.ocai-online.nl OCAI online, september 2008 3 [ Over de uitslag Hoe kan het dat mijn collega

Nadere informatie

Kwaliteitsverbetering van een bedrijfsnoodorganisatie door middel van scenario s Danny A. Jolly, Regionale brandweerorganisatie

Kwaliteitsverbetering van een bedrijfsnoodorganisatie door middel van scenario s Danny A. Jolly, Regionale brandweerorganisatie Kwaliteitsverbetering van een bedrijfsnoodorganisatie door middel van scenario s Danny A. Jolly, Regionale brandweerorganisatie Jolly@rbogv.nl Inleiding Om verschillende typen incidenten als gevolg van

Nadere informatie

HET PROJECTPLAN. a) Wat is een projectplan?

HET PROJECTPLAN. a) Wat is een projectplan? HET PROJECTPLAN a) Wat is een projectplan? Vrijwel elk nieuw initiatief krijgt de vorm van een project. In het begin zijn het wellicht vooral uw visie, ideeën en enthousiasme die ervoor zorgen dat de start

Nadere informatie

Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer

Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer 14 februari 2011 A.M. Hol, Universiteit Utrecht 1 Vraagstelling: Heeft overschrijding

Nadere informatie

Informatiebeveiliging binnen de gemeente Delft COMMISSIE ECONOMIE, FINANCIËN EN BESTUUR

Informatiebeveiliging binnen de gemeente Delft COMMISSIE ECONOMIE, FINANCIËN EN BESTUUR Informatiebeveiliging binnen de gemeente Delft COMMISSIE ECONOMIE, FINANCIËN EN BESTUUR 26 SEPTEMBER 2018 INLEIDING Onderzoeksvraag: Zijn de persoonsgegevens en andere gevoelige informatie bij de gemeente

Nadere informatie

Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen BghU 2018

Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen BghU 2018 Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen BghU 2018 *** Onbekende risico s zijn een bedreiging, bekende risico s een management issue *** Samenvatting en besluit Risicomanagement is een groeiproces waarbij

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer)

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer) Vergadering: 11 december 2012 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der

Nadere informatie

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting Een brede kijk op onderwijskwaliteit E e n o n d e r z o e k n a a r p e r c e p t i e s o p o n d e r w i j s k w a l i t e i t b i n n e n S t i c h t i n g U N 1 E K Samenvatting Hester Hill-Veen, Erasmus

Nadere informatie

Bedrijfshulpverlening: informatie voor werknemers

Bedrijfshulpverlening: informatie voor werknemers Bedrijfshulpverlening: informatie voor werknemers Elk bedrijf heeft één of meerdere bedrijfshulpverleners nodig. De bedrijfshulpverleners hebben een voorpostfunctie: zij treden op als voorpost van brandweer,

Nadere informatie

6. Project management

6. Project management 6. Project management Studentenversie Inleiding 1. Het proces van project management 2. Risico management "Project management gaat over het stellen van duidelijke doelen en het managen van tijd, materiaal,

Nadere informatie

Het kunstmatig overnemen van de ademhaling (IC)

Het kunstmatig overnemen van de ademhaling (IC) Het kunstmatig overnemen van de ademhaling (IC) Eén van de behandelingsmogelijkheden op de IC is het kunstmatig overnemen of ondersteunen van de ademhaling. Dit wil zeggen dat de ademhaling wordt geregeld

Nadere informatie

Kleine incidenten worden

Kleine incidenten worden Kleine incidenten worden groot Een praktijkstudie door Sonja Riemersma (NAM) Peter Berlie (Kritéricon, Advisafe RM ) Met hulp van R. Peeters en D. de Baat Aanleiding Op een constructie-lokatie is een werknemer

Nadere informatie

Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde

Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde Kennisbericht over een publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift: Hardell L, Carlberg M, Söderqvist F, Hansson Mild K, Meta-analysis of long-term

Nadere informatie

minstens 80% van de respondenten akkoord + helemaal akkoord, minstens 80% van de respondenten niet akkoord + helemaal niet akkoord,

minstens 80% van de respondenten akkoord + helemaal akkoord, minstens 80% van de respondenten niet akkoord + helemaal niet akkoord, 4.7. Itemlijst postenquête PST-leden In het onderstaande deel bespreken we de itemlijst die in de enquête voor de leden van het PST was opgenomen. De itemlijst werd samengesteld op basis van de definities

Nadere informatie

De Taxonomie van Bloom Toelichting

De Taxonomie van Bloom Toelichting De Taxonomie van Bloom Toelichting Een van de meest gebruikte manier om verschillende kennisniveaus in te delen, is op basis van de taxonomie van Bloom. Deze is tussen 1948 en 1956 ontwikkeld door de onderwijspsycholoog

Nadere informatie

Toezicht en Handhaving: Hoe het anders moet en kan: de praktijk. (Systeemgericht toezicht in Noord Brabant)

Toezicht en Handhaving: Hoe het anders moet en kan: de praktijk. (Systeemgericht toezicht in Noord Brabant) Toezicht en Handhaving: Hoe het anders moet en kan: de praktijk (Systeemgericht toezicht in Noord Brabant) Paul Meerman Beleidsmedewerker, projectleider Provincie Noord Brabant Martin de Bree Next Step

Nadere informatie

MOTIVATIE-ONDEZOEK MEDEWERKERS

MOTIVATIE-ONDEZOEK MEDEWERKERS MOTIVATIE-ONDEZOEK MEDEWERKERS Instructie voor het invullen van de vragenlijst: Deze vragenlijst bestaat uit vijf modules: Module 1: De samenwerking tussen medewerkers en collega s binnen het eigen team

Nadere informatie

QUICK SCAN KWALITEITSZORG VRIJWILLIGERS ORGANISATIES (ZELFEVALUATIE)

QUICK SCAN KWALITEITSZORG VRIJWILLIGERS ORGANISATIES (ZELFEVALUATIE) vrijwilligers info juni 2003 QUICK SCAN KWALITEITSZORG VRIJWILLIGERS ORGANISATIES (ZELFEVALUATIE) informatie voor deelnemende organisaties Inleiding Vrijwilligersorganisaties zijn organisaties in beweging.

Nadere informatie

E-resultaat aanpak. Meer aanvragen en verkopen door uw online klant centraal te stellen

E-resultaat aanpak. Meer aanvragen en verkopen door uw online klant centraal te stellen E-resultaat aanpak Meer aanvragen en verkopen door uw online klant centraal te stellen 2010 ContentForces Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie,

Nadere informatie

Preventie van werkdruk in de bouwsector. Werknemer

Preventie van werkdruk in de bouwsector. Werknemer Preventie van werkdruk in de bouwsector Werknemer Inhoud Wat is werkdruk/stress? Welke factoren bevorderen stress op het werk? Hoe herken ik stress-symptomen bij mezelf? Signalen van een te hoge werkdruk

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Regeldruk van leraren in het basisonderwijs: Aspecten, Oorzaken en Oplossingen

Samenvatting onderzoek Regeldruk van leraren in het basisonderwijs: Aspecten, Oorzaken en Oplossingen Samenvatting onderzoek Regeldruk van leraren in het basisonderwijs: Aspecten, Oorzaken en Oplossingen In opdracht van CNV Onderwijs verrichtte Ilona Klerks in het kader van haar studie bestuurs- en organisatiewetenschap

Nadere informatie

3.6 Diversiteit is meer dan verschil in cultuur 91 3.7 Antwoorden uit de gezondheidswetenschappen

3.6 Diversiteit is meer dan verschil in cultuur 91 3.7 Antwoorden uit de gezondheidswetenschappen Inhoud Inleiding 7 1 Diversiteit in jouw leven 13 1.1 Identiteit 13 1.2 Sociale identiteit 15 1.3 Sociale deelidentiteiten 17 1.4 Multiculturele persoonlijkheden 20 1.5 Aspecten van persoonlijkheden 24

Nadere informatie

Het GROW-model. Deze onderdelen worden hieronder toegelicht. Per onderdeel worden er voorbeeldvragen aangegeven.

Het GROW-model. Deze onderdelen worden hieronder toegelicht. Per onderdeel worden er voorbeeldvragen aangegeven. Het GROW-model Een ontwikkelingsgesprek is het meest effectief als je de vragen in een bepaalde structuur stelt. Het GROW-model biedt deze structuur. (Whitmore, 1995) Het GROW model bestaat uit de volgende

Nadere informatie

Uitkomsten Enquête mei 2015

Uitkomsten Enquête mei 2015 Uitkomsten Enquête mei 2015 Inhoud Conclusies 1 Inleiding 2 Antwoorden op de vragen 3 Wat is je geslacht? 3 Wat is je leeftijd? 3 Wat beschrijft jouw (werk) situatie het beste? 4 Hoe vaak lees je de nieuwsbrief?

Nadere informatie

Voorwoord: status model RI&E SW

Voorwoord: status model RI&E SW Voorwoord: status model RI&E SW De Model RI&E voor de SW-branche kan gebruikt worden als basis voor een RI&E in uw SW-organisatie. De model RI&E is nadrukkelijk geen goedgekeurde branche RI&E en de inhoud

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

Doorbreek je belemmerende overtuigingen!

Doorbreek je belemmerende overtuigingen! Doorbreek je belemmerende overtuigingen! Herken je het dat je soms dingen toch op dezelfde manier blijft doen, terwijl je het eigenlijk anders wilde? Dat het je niet lukt om de verandering te maken? Als

Nadere informatie

LoopbaanIndicator. Voor een duurzame loopbaanplanning

LoopbaanIndicator. Voor een duurzame loopbaanplanning LoopbaanIndicator Voor een duurzame loopbaanplanning 1. Inleiding LoopbaanIndicator wordt ingezet om alle relevante waarden rondom menselijke inzetbaarheid gestructureerd en genormeerd in kaart te brengen,

Nadere informatie

Unispect - Toolbox 8 - Ongevallen

Unispect - Toolbox 8 - Ongevallen Unispect - Toolbox 8 - Ongevallen Uit onderzoek (CBS) is gebleken dat in het jaar 2000 een kleine 150.000 personen ten minste één arbeidsongeval met letsel is overkomen. Een deel van deze groep overkomt

Nadere informatie

Masterpiece Autonomie bij de geriatrische zorgvrager na invoering van het Baxtersysteem

Masterpiece Autonomie bij de geriatrische zorgvrager na invoering van het Baxtersysteem Masterpiece Autonomie bij de geriatrische zorgvrager na invoering van het Baxtersysteem Een beeld vormen en in kaart brengen van de autonomie bij de geriatrische zorgvrager na invoering van het Baxtersysteem

Nadere informatie

M. van den Wijngaart & B. Post (2007) Notitie Indicatie kosten justitiële tweedelijnszorg.

M. van den Wijngaart & B. Post (2007) Notitie Indicatie kosten justitiële tweedelijnszorg. 1. Inleiding Aanleiding notitie Het ITS heeft in opdracht van het ministerie van Justitie een onderzoek uitgevoerd naar de aansluiting tussen de vraag naar en het aanbod van justitiële tweedelijns gezondheidszorg.

Nadere informatie

Mailwisseling Hans Baaij en Wim van den Brink

Mailwisseling Hans Baaij en Wim van den Brink Mailwisseling Hans Baaij en Wim van den Brink Dit is de mailwisseling die wij hadden met Hans Baaij (Varkens in Nood) en Wim van den Brink (Koninklijke Nederlandse Slagersorganisatie) naar aanleiding van

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Professor dr. E van Leeuwen Dr. W Dekkers Dr. M Dees

Professor dr. E van Leeuwen Dr. W Dekkers Dr. M Dees Professor dr. A van der Heide Dr. L van Zuylen Drs. E Geijteman Professor dr. E van Leeuwen Dr. W Dekkers Dr. M Dees Professor dr. Zuurmond Dr. R Perez Drs. B Huisman Medicatiemanagement in de laatste

Nadere informatie

De samenhang tussen integrale veiligheidskunde en Human Technology

De samenhang tussen integrale veiligheidskunde en Human Technology De samenhang tussen integrale veiligheidskunde en Human Technology 1 Inhoudsopgave: Samenvatting 3 De opleidingen 4 Overeenkomsten 5 Technologische ontwikkeling en veiligheid 6 Visie op het gezamenlijke

Nadere informatie

Inge Test 07.05.2014

Inge Test 07.05.2014 Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij

Nadere informatie

G-NPS NPS voor de Publieke Sector

G-NPS NPS voor de Publieke Sector G-NPS NPS voor de Publieke Sector Via een ultrakorte vragenlijst verkrijgen overheden direct hanteerbare inzichten om de dienstverlening aan hun klanten te verbeteren. Klanten én de interne organisatie

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

Reputatiemanagement begint en eindigt met het gedrag dat het topmanagement laat zien

Reputatiemanagement begint en eindigt met het gedrag dat het topmanagement laat zien Stelling 1 Groep 1 Reputatiemanagement begint en eindigt met het gedrag dat het topmanagement laat zien Is deze stelling waar? Welk deel is wellicht minder waar? Ja, in beginsel wel. Goed gedrag doet goed

Nadere informatie

Compensatie eigen risico is nog onbekend

Compensatie eigen risico is nog onbekend Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (M. Reitsma-van Rooijen, J. de Jong. Compensatie eigen risico is nog onbekend Utrecht: NIVEL, 2009) worden gebruikt. U

Nadere informatie

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner Bij iedere vraag uit de veranderplanner is hier een korte toelichting gegeven. Dit kan helpen bij het invullen van de vragen van de Veranderplanner. 1.

Nadere informatie

Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden

Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden Examen 1, deel 1. Verlenen van basiszorg, verzorgende IG niveau 3 Handleiding werkproces 1.2 Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden Bewijsstuk: Beoordeling van de ondersteuning

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

Serious gaming in het basisonderwijs Adviesnota

Serious gaming in het basisonderwijs Adviesnota 2012 Serious gaming in het basisonderwijs Adviesnota Carolien Popken SAB Schoolvereniging Aerdenhout- Bentveld 14-6-2012 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Onderzoek... 4 Voorwoord... 4 Antwoord op de deelvragen

Nadere informatie

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008 Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008 Inleiding De veiligheid van het kind is een van de belangrijkste

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Incidentonderzoek FPC de Kijvelanden. Plan van aanpak incidentonderzoek

Incidentonderzoek FPC de Kijvelanden. Plan van aanpak incidentonderzoek Incidentonderzoek FPC de Kijvelanden Plan van aanpak incidentonderzoek 1 Aanleiding 3 2 Onderzoeksvragen 4 3 Onderzoeksmethode 6 4 Afstemming met andere onderzoeken naar het incident 8 Bijlage I Afkortingen

Nadere informatie

De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp

De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp De Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp Definities Huishoudelijke hulp De behoefte aan huishoudelijke ondersteuning door derden, bestaande uit activiteiten als schoonmaakwerkzaamheden, koken, boodschappen

Nadere informatie

Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen

Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen Gemeente Huizen Inleiding... 3 1. Verantwoording onderzoek...

Nadere informatie

Opgave 1 Agressie op het sportveld

Opgave 1 Agressie op het sportveld Opgave 1 Agressie op het sportveld Bij deze opgave horen de teksten 1 tot en met 3 uit het bronnenboekje. Inleiding In 12 raakte een grensrechter na afloop van een amateurvoetbalwedstrijd ernstig gewond

Nadere informatie

13. RI&E EN HET PLAN VAN AANPAK

13. RI&E EN HET PLAN VAN AANPAK 13. RI&E EN HET PLAN VAN AANPAK Om een goed arbobeleid te voeren, moet je inzicht hebben in de risico s binnen de organisatie. Pas als dat beeld compleet is, kunnen de maatregelen en oplossingen worden

Nadere informatie

Jaarverslag calamiteiten in de patiëntenzorg 2017

Jaarverslag calamiteiten in de patiëntenzorg 2017 Jaarverslag calamiteiten in de patiëntenzorg 2017 Ondanks onze inspanningen om goede en veilige zorg te leveren, gaan er soms dingen mis in het ziekenhuis. Ernstige incidenten en calamiteiten hebben grote

Nadere informatie

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Bijlagen (2008-2009) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Het onderzoeksvoorstel dat na vier weken bij de begeleider moet worden ingediend omvat een (werk)titel, een uitgewerkte probleemstelling (die een belangrijke

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

Sollicitatiegesprekken volgens de STAR methode

Sollicitatiegesprekken volgens de STAR methode Sollicitatiegesprekken volgens de STAR methode Tijdens sollicitatiegesprekken wil je zo snel en zo goed mogelijk een kandidaat voor een openstaande functie selecteren. De STAR vragenmethode is een gedegen

Nadere informatie

1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling...

1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling... Meetinstrumenten De meetinstrumenten zijn ondersteunend aan de projecten van De Sportbank en ontwikkeld met de Erasmus Universiteit. Deze instrumenten helpen om op een gefundeerde manier te kijken naar

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Nederlandse Associatie voor Examinering 1 Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Met de scriptie voor Compensation & Benefits Consultant (CBC) toont de kandidaat een onderbouwd advies

Nadere informatie

Procedure Klachtmeldingen

Procedure Klachtmeldingen Afdeling Inspectie Gezondheidszorg Procedure Klachtmeldingen Klachtmeldingen over de gezondheidszorg door burgers Versie 1 september 2012 NO. VERVOLGBLAD: 2 Voorwoord De Inspectie voor de Volksgezondheid

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Wetenschap & Technologie Ontwerpend leren. Ada van Dalen

Wetenschap & Technologie Ontwerpend leren. Ada van Dalen Wetenschap & Technologie Ontwerpend leren Ada van Dalen Wat is W&T? W&T is je eigen leven W&T: geen vak maar een benadering De commissie wil onderstrepen dat wetenschap en technologie in haar ogen géén

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 31 066 Belastingdienst Nr. 270 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 29 april 2016 De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen

Nadere informatie

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht [Gepubliceerd in Erik Heijerman & Paul Wouters (red.) Praktische Filosofie. Utrecht: TELEAC/NOT, 1997, pp. 117-119.] Van mij Een gezicht is geen muur Jan Bransen, Universiteit Utrecht Wij hechten veel

Nadere informatie

De oplossingsgerichte flowchart

De oplossingsgerichte flowchart De oplossingsgerichte flowchart Inleiding De oplossingsgerichte flowchart is een hulpmiddel om de werkrelatie te beschrijven tussen cliënt en hulpverlener. Het instrument kan bij elke client-hulpverlener

Nadere informatie

Analyse van basisoorzaken van gevallen van beroepsgebonden (psychische en niet-psychische) aandoeningen via de Tripod methode

Analyse van basisoorzaken van gevallen van beroepsgebonden (psychische en niet-psychische) aandoeningen via de Tripod methode Jan Sije Huismans Occupational health advisor Achmea Vitale gedetacheerd bij AkzoNobel Industrial Chemicals jan-sije.huismans@akzonobel.com Victor Roggeveen Veiligheidskundige en Tripod Facilitator Pelican

Nadere informatie

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. In 2007 is de Vereniging CultuurProfielScholen (VCPS) opgericht, het

Nadere informatie