Onderwerp technische vragen aanpak parkeren in woongebieden

Transcriptie

1 Gemeente Den Haag Portefeuillehouder Aan de Commissie Verkeer, Milieu en leefomgeving Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk DSO/ RIS Doorkiesnummer adres Aantal bijlagen Onderwerp technische vragen aanpak parkeren in woongebieden Datum 3 juni 2008 Geachte leden, Hierbij de antwoorden op technische vragen van raadsleden van CDA en SP over de aanpak parkeren in woongebieden. Vragen van de CDA Fractie 1. Waarop is de prijs van de tweede vergunning gebaseerd? M.a.w. waarop driemaal zo duur en niet twee of viermaal? In het Coalitieakkoord is afgesproken dat de tweede parkeervergunning drie keer zo duur zal zijn. Met een hoger tarief voor de tweede en volgende vergunning worden alternatieven voor het parkeren van de auto op de openbare weg, zoals het huren van een parkeerplaats in een parkeergarage, aantrekkelijker. 2. Op basis van welke ervaring/voorbeeld/theorie gaat het college ervan uit dat het verhogen van deze kosten voor de tweede vergunning leidt tot een prikkel dat mensen elders gaan parkeren? Op basis van prijselasticiteit: hoe kleiner het verschil tussen het tarief voor een parkeervergunning op straat en het tarief voor een parkeerabonnement in een parkeergarage hoe meer mensen zullen kiezen voor een parkeerabonnement in een parkeergarage. Een parkeerplaats in een parkeergarage biedt voordelen (gegarandeerde parkeerplaats, veilig en droog parkeren, et cetera) die echter thans voor velen niet opwegen tegen een groot prijsverschil. Inlichtingen bij Sander-Jan Harting Postadres: Postbus , 2500 DJ Den Haag Telefoon: Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Fax: Internetadres:

2 DSO/ Heeft het college ook de verwachting dat mensen minder snel een tweede auto zullen houden? Op basis waarvan komt men tot dit inzicht? Nee, deze verwachting heeft het college niet. De evaluatie van de parkeerregeling in Rustenburg- Oostbroek laat zien dat een restrictie op het aantal uit te geven vergunningen geen effect heeft op het autobezit. 4. Wanneer zijn de metingen in de buurten gehouden? Hoe vaak is er in een betreffende buurt gemeten? De metingen zijn uitgevoerd in de maanden oktober en november In elke buurt is de parkeersituatie 3 maal gemeten: s nachts, dinsdagmiddag en zaterdagmiddag. 5. Bij de analyse is ook de beleving van de bewoners over de parkeersituatie betrokken, voorzover bekend. Voor welke buurten geldt dit? Waarom was dit bekend voor de ene wijk en voor de andere niet? Welke conclusies zijn hieruit getrokken? Het gaat om klachten van bewoners die bij de gemeente bekend zijn en om meldingen van politie en brandweer over de bereikbaarheid voor nood- en hulpdiensten. In de rapportage Buurtanalyse is bij alle buurten opgenomen welke klachten bekend zijn en welke meldingen door politie en brandweer zijn gedaan. Deze klachten en meldingen hebben meegewogen in de afweging in welke gebieden wordt voorgesteld om betaald parkeren in te voeren. 6. Welke richtlijnen of normen hanteert de gemeente om vast te stellen of iemand parkeerruimte op eigen terrein heeft? Om te kunnen vaststellen of een vergunningenaanvrager beschikt over parkeergelegenheid op eigen terrein (POET) raadpleegt de afdeling Parkeervergunningen de POET-gegevens die zij van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling ontvangt. Alle (nieuwe) gegevens van parkeergelegenheid op eigen terreinen e.d. worden via Dienst Stedelijke Ontwikkeling uitgewisseld met de afdeling Parkeren. Ook heeft deze afdeling Parkeervergunning een gemachtigde toegang tot de kadastrale gegevens van de gemeentelijke belastingdienst. Via de WOZ-bepaling kan eveneens worden achterhaald of iemand beschikt over parkeergelegenheid op eigen terrein. In de Beleidsregels Parkeervergunningen (RIS en RIS144790_30-mrt-2007) is ten aanzien van parkeerruimte op eigen terrein in artikel 7 onder meer het volgende opgenomen: 7.1 Onder een parkeerplaats op eigen terrein (POET) wordt verstaan: 1. Een parkeerplaats op een terrein of in een garage, uitgegeven in erfpacht, verhuurd of in gebruik gegeven aan de aanvrager, dan wel in eigendom bij de aanvrager; 2. Een parkeerplaats - huur of koop - op het terrein of in de garage van een complex waarvan in de bouwvergunning, de huur- of koopovereenkomst of de erfpachtvoorwaarden is vastgelegd dat deze bedoeld is als parkeergelegenheid voor het adres van de aanvrager; 3. Een parkeerplaats die vermeld staat in het namens burgemeester en wethouders door het hoofd Parkeren vastgestelde overzicht van POET-plaatsen, dat ter inzage ligt bij het bedrijfsonderdeel Parkeren.

3 DSO/ Een parkeerplaats als bedoeld in artikel 7.1 lid 1 wordt als parkeerplaats op eigen terrein beschouwd indien deze voldoet aan de volgende voorwaarden: 1. Toegankelijkheid: de parkeerplaats dient te kunnen worden bereikt via een doorgang of toegang die minimaal 2.30 meter breed is; 2. Een parkeerplaats op een terrein dient ten minste 2.30 meter breed en 5.50 lang te zijn; 3. Een parkeerplaats in een garage dient ten minste 2.65 meter breed en 5.50 meter lang te zijn; 4. Voor parkeerplaatsen in een parkeergarage of op een parkeerterrein gelden de in leden 2 en 3 genoemde voorwaarden niet. 7. Hoe is de werkelijke parkeerdruk in de wijken die Rustenburg Oostbroek omringen vastgesteld? m.a.w. het aantal geparkeerde voertuigen dat haar oorsprong in Leyenburg heeft zonder de voertuigen die uit Rustenburg-Oostbrtoek afkomstig zijn mee te tellen? In het kader van de parkeerregeling in Rustenburg-Oostbroek zijn voorafgaand aan de invoering van betaald parkeren en een jaar na de invoering parkeertellingen uitgevoerd in een gebied tot circa 200 meter rondom Rustenburg-Oostbroek. Hieruit is gebleken dat de parkeerdruk in de omgeving was toegenomen van 95% voor de invoering tot circa 100% na de invoering. 8. Bestaat er een overzicht van het aantal legale parkeerplaatsen per buurt die onderzocht is met dit onderzoek en het verloop van de afgelopen jaren dat hierin is opgetreden? (de toe- en afname van het aantal parkeerplaatsen per buurt). Zo ja, kunt u dit overleggen? In de rapportage Buurtanalyse is per buurt een overzicht gegeven van het aantal legale parkeerplaatsen. Er zijn geen gegevens beschikbaar over het verloop van het aantal parkeerplaatsen per buurt. 9. De wethouder SWE heeft een toezegging gedaan dat bij de openstelling van de nieuwe parkeergarage betaald parkeren in de omgeving zal gelden? Wanneer en bij welke gelegenheid heeft de wethouder dit gezegd? Hoe is de commissie VML hierover geïnformeerd? Wat zijn de exacte grenzen van dit gebied? Hoe zijn de bewoners hierin gekend? De wethouder SWE heeft in 2006 aangegeven dat betaald parkeren ingevoerd kan worden bij de openstelling van de parkeergarage Badhuiskade zodat bezoekers gestimuleerd worden om in de garage te parkeren. De commissie VML is in januari 2008 middels het Tussenbericht Aanpak Parkeren Woongebieden reeds over dit voornemen geïnformeerd. De mogelijke grensstraten van het gebied waar betaald parkeren wordt voorgesteld zijn Prins Willemstraat / Keizerstraat, Kanaalweg, Haringkade, huidige grens gebied betaald parkeren (Renbaankwartier) en Strandweg. De exacte grenzen worden enkele maanden voorafgaand aan de invoering bepaald waarbij gekeken zal worden naar duidelijkheid voor de parkeerder, handhaafbaarheid door parkeercontrole en minimaliseren van uitwijkgedrag. Bewoners zijn geïnformeerd over de begrenzing van het gebied middels het voorstel Aanpak Parkeren Woongebieden.

4 DSO/ Wat wordt er nu al ondernomen voor de wijken die zonder investeringen geen betaald parkeren regime krijgen om de problemen zo snel mogelijk aan te pakken? Welke herstructurering in de openbare ruimte staan in deze gebieden gepland, waarbij de uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen tot de (technische) mogelijkheden zou kunnen behoren. In het kader van Programma Ruimtelijke Investeringen worden in onder meer Oud-Leyenburg plannen uitgewerkt om extra parkeerplaatsen te creëren. In het kader van het Programma Ruimtelijke Investeringen worden voorstellen uitgewerkt voor de toevoeging van parkeerplaatsen. Daarnaast lopen er verschillende herinrichtingstrajecten van woonbuurten om de ruimtelijke kwaliteit van deze buurten te verbeteren. Het voorstel Aanpak Parkeren Woongebieden is gericht op de aanpak van woongebieden op de korte termijn. Aan de hand van het nieuwe parkeerbeleidskader, dat momenteel in ontwikkeling is, komt de aanpak van andere buurten centraler te staan. Daarbij is door de wethouder in de commissievergadering van 7 februari toegezegd dat hij hierover contact zal opnemen met de politie om structureel te handhaven op foutparkeren. 11. Zelfstandigen die zowel een privé auto als zakelijke auto hebben, komen in eerste instantie alleen in aanmerking voor een bewonersvergunning. Zij komen in aanmerking voor een bedrijfsvergunning als deze op basis van de parkeernorm kan worden verleend. (p. 12 RV) Wat wordt hier bedoeld? Deze persoon kan toch een tweede bewonersvergunning aanvragen? Waarom wordt over bedrijfsvergunning gesproken? Kan hij m.a.w. voor 3 vergunningen in aanmerking komen (2 voor privé auto en in 1 zakelijke auto?) Bij de vergunningverlening worden de beleidsregels parkeervergunningen toegepast. Hierbij wordt geen verschil gemaakt tussen een privéauto en een zakelijke auto. Op basis van het adres wordt bepaald of men in aanmerking komt voor een bewoners- en/of bedrijfsvergunning. Als op hetzelfde adres zowel een huishouden als een bedrijf is gevestigd, is de vergunning voor de eerste auto altijd een bewonersvergunning. Deze bewonersvergunning is immers goedkoper dan de bedrijfsvergunning en biedt dezelfde parkeerrechten als de bedrijfsvergunning. Wanneer voor de tweede auto een bedrijfsvergunning wordt aangevraagd, wordt de al uitgegeven (bewoners)vergunning op dit adres in mindering gebracht op het aantal nog uit te mogen geven bedrijfsvergunningen. Met de uitgiftenorm van 1 vergunning per 10 medewerkers betekent dit dat het bedrijf meerdere medewerkers in dienst moet hebben, In praktijk komt dit vrijwel nooit voor en zal voor de tweede auto een tweede bewonersvergunning aangevraagd worden die in prijs bovendien vergelijkbaar is met de bedrijfsvergunning. 12. Tijdens de informatiebijeenkomst in Leyenburg liep naar verloop van tijd ongeveer één derde van de aanwezigen de zaal uit, naar verluidt omdat men ontevreden was over de beantwoording van de kant van de gemeente. Het ging hierbij met name om het aantonen van nut en noodzaak van de voorstellen. Hoe was de opkomst bij de overige informatieavonden en hebben dit soort situaties zich meer voorgedaan? Tot nu toe is er nog maar één informatieavond geweest. De informatiebijeenkomsten worden voorafgaand aan de invoering van betaald parkeren per cluster van buurten georganiseerd.

5 DSO/ Omdat de eerste invoering gepland staat voor 1 oktober is de eerste informatieavond reeds geweest. In de drie volgende clusters van buurten wordt telkens ongeveer drie maanden voor de geplande invoering van betaald parkeren een informatieavond georganiseerd. 13. Zijn de verslagen van deze avonden en m.n. die in Leyenburg al gereed en verspreid naar de aanwezigen? Het verslag van de informatiebijeenkomst voor cluster 1 wordt deze week afgerond en daarna verspreid. 14. Waarom wordt alleen in de nieuwe gebieden het tarief voor de tweede vergunning 3 maal zo hoog? Waar is deze afwijking op gebaseerd, in het licht van een uniforme regeling? In het Coalitieakkoord is afgesproken dat de tweede parkeervergunning drie keer zo duur zal zijn in de nieuw in te voeren gebieden. Aanpassing van de bestaande regelingen zal mogelijk plaatsvinden op basis van het nieuw te ontwikkelen parkeerbeleidskader. 15. De wethouder gaf op 7 februari 2008 aan dat hij in Laak in deze periode en met de huidige middelen geen oplossing voor Laak kan bieden. Aan welke omvang van middelen moet voor Laak gedacht worden? Aangezien het in Laak fysiek niet mogelijk is om parkeerplaatsen in de openbare ruimte toe te voegen, moet gedacht worden aan het realiseren van gebouwde parkeervoorzieningen à circa ,- per parkeerplaats. Uitgaande van het geregistreerde autobezit, een leasecomponent en een acceptabele parkeerdruk van 90% gaat het in Laakkwartier-West om circa 275 parkeerplaatsen en in Laakkwartier- Oost om ruim parkeerplaatsen. 16. Hoe zit het met de bezoekersvergunning in de vorm van de parkeerschijf? Wat kost deze/ Hoeveel per huishouden? (zie pagina 12). Een bezoekersvergunning biedt bewoners de mogelijkheid hun bezoek te laten parkeren. De prijs van de parkeerschijf bezoekersvergunning is gelijk aan de prijs van de digitale bezoekersvergunning ( 17,52 prijspeil 2008). Deze parkeerschijf wordt voor de nieuw in te voeren gebieden echter niet voorgesteld omdat deze bezoekersvergunning verkeerd gebruik in de hand werkt, aangezien de prijs voor de bezoekersvergunning veel lager is dan voor een (tweede) bewonersvergunning. Daarnaast heeft deze bezoekersvergunning als nadeel dat deze slechts door één bezoeker tegelijk gebruikt kan worden in tegenstelling tot de digitale bezoekersvergunning. 17. Waarop mogen de BOA s (bijzonder opsporingsambtenaar) bekeuren in de gereguleerde gebieden en de pollergebieden? Wat zijn de formele bevoegdheden? Mag men ook bekeuren op foutparkeren? Parkeercontroleurs zijn tevens BOA met specifieke bevoegdheden op het gebied van parkeren. Als BOA hebben zij de bevoegdheid te bekeuren op foutparkeren (Wet Mulder vergrijp). Alle parkeercontroleurs zijn uiteraard bevoegd om te controleren op een geldig parkeerbewijs (het betalen van de parkeerbelasting, fiscale handhaving).

6 DSO/ Vragen van de SP fractie: 1. Op welke manier is daarmee rekening gehouden en hoe komt het tot uiting in dit raadsvoorstel? Graag een toelichting. In het Coalitieakkoord is opgenomen dat de ontwikkeling van een stad om een goed evenwicht tussen duurzaamheid en bereikbaarheid vraagt. Deze duurzame bereikbaarheid is uitgewerkt in de paragrafen wat willen we? en wat gaan we doen?. Invoering van betaald parkeren in woonwijken waar de parkeerdruk hoog is, is een van de maatregelen. Bij de uitwerking van deze maatregel is ook rekening gehouden met de andere benoemde ambities zoals stimuleren dat mensen de bus, de tram, RandstadRail of de fiets pakken. Deze gedachtelijn komt bijvoorbeeld tot uiting in de uitgiftenorm voor bedrijfsvergunningen. 2. Bij de beschrijving van het kader wordt genoemd dat het parkeerbeleid past: binnen het algehele verkeersbeleid om het niet-noodzakelijk autogebruik te verminderen, zodat de bereikbaarheid en de kwaliteit van de openbare ruimte gewaarborgd blijft. Wanneer is in uw ogen het autogebruik niet-noodzakelijk? Van niet-noodzakelijk autogebruik is sprake als er alternatieve vervoermiddelen voor handen zijn en deze vervoermiddelen op prijs en/of reistijd concurrerend zijn met de auto. Bij het verminderen van het niet-noodzakelijk autogebruik gaat het daarom met name om het verminderen van het autogebruik door werknemers en bezoekers. Dit komt tot uitdrukking in de uitgiftenorm voor bedrijfsvergunningen en door het instellen van betaald parkeren voor bezoekers. 3. Iets verderop in het kader: Bezoekers worden geprikkeld een keuze te maken tussen de auto of een ander vervoermiddel. Het lijkt erop alsof hier de term geprikkeld wordt gebruikt als eufemisme om het betaald parkeren in woonwijken te duiden. Heeft u nog andere ondersteunende maatregelen of flankerend beleid (in bv op stapel staande beleidsvoorstellen over ander vervoer) om daadwerkelijk de autobestuurder te prikkelen? Zo ja, wanneer kunnen wij deze tegemoet zien? In de Haagse Nota Mobiliteit worden ondersteunde maatregelen c.q. flankerend beleid uitgewerkt om autogebruik te beïnvloeden. Deze nota is immers gericht op het totale mobiliteitsvraagstuk, terwijl de Aanpak Parkeren Woongebieden enkel op het parkeervraagstuk in woonwijken is gericht. 4. Wanneer kunnen wij de Haagse Nota Mobiliteit tegemoet zien? De planning is om eind 2008 een consultatieronde over de Haagse Nota Mobiliteit te organiseren. 5. De kaartjes op pagina 9 en 10 zijn niet duidelijk; kunnen we hiervan goed leesbare kopieën ontvangen? Op zijn de kaartjes te vinden. Daarnaast zullen kleurenversies van deze kaartjes bij de griffie worden afgeleverd.

7 DSO/ Het lijkt te verwachten dat als in een wijk betaald parkeren wordt ingevoerd, de parkeerdruk in de omliggende wijken gaat toenemen. Op welke manier gaat u dit waterbed-effect opvangen? Bij de invoering van betaald parkeren zal er altijd enig uitwijkgedrag naar gratis parkeerplaatsen in omliggende wijken zijn. Dit uitwijkgedrag wordt zo veel mogelijk beperkt doordat bewoners niet beperkt worden in het aantal vergunningen dat zij kunnen aanvragen. Daarnaast komen er met de invoering van betaald parkeren voldoende parkeerplaatsen in de buurten beschikbaar, waardoor de parkeermogelijkheden voor bewoners verbeteren en de vergunning dus ook een kwaliteit biedt. 7. Door middel van een enquête wordt de regeling definitief vormgegeven. (blz 13) Hoe zwaar wegen de resultaten van de enquête mee met de uiteindelijke besluitvorming? De resultaten van de enquête bepalen het uiteindelijke voorstel voor wat betreft de in het raadsvoorstel genoemde variabele bouwstenen. Wanneer een meerderheid (> 50%) van de geënquêteerden voor een bepaalde variabele bouwsteen is, zal deze worden uitgevoerd. Daarbij wordt tevens gezorgd voor representatieve resultaten doordat de respons minimaal 30% dient te zijn. 8. Stelt u de bewoners van te voren op de hoogte van de mate waarin de enquêtes meetellen in het besluitvormingsproces? Bewoners en ondernemers worden hiervan op de hoogte gesteld door middel van een informatieavond en een huis-aan-huisbrief. Wethouder Verkeer, Milieu en Leefomgeving Peter Smit