Studiegids Verpleegkundige vervolgopleiding Pulmonologie

Transcriptie

1 Studiegids Verpleegkundige vervolgopleiding Pulmonologie

2 , Nieuwegein Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze (hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enig andere manier) zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de te Nieuwegein.

3 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 4 2. Uitgangspunten 5 3. Eindtermen, deelkwalificaties en certificering 6 4. Opzet en structuur 7 5. Leerinhoud 8 6. Literatuur en leermiddelen Portfolio Toetsen en beoordelen Toelatingseisen Aanvang en duur Vrijstellingenbeleid Lesrooster Studiebelasting Opleidingsreglement Gedragsregels 22

4 1. INLEIDING Deze studiegids is bedoeld voor de studenten van de Verpleegkundige Vervolgopleiding Pulmonologie, zoals deze wordt aangeboden en verzorgd door de Antonius Academie in Nieuwegein. De uitgangspunten en de inhoud van het onderwijs staan centraal in de studiegids. Hierin zijn ook de voorwaarden, procedures en regelgeving rondom deze opleiding opgenomen. De studiegids wordt gepubliceerd op de website en zal aan het begin van jouw opleiding worden toegelicht. Mocht je na het lezen van deze studiegids nog vragen hebben over de Verpleegkundige Vervolgopleiding Pulmonologie dan kun je contact opnemen met de Antonius Academie. Visie op leren en onderwijs Leren en werken worden in de Antonius Academie niet los van elkaar gezien. Bij het leren en het onderwijs is de professionele beroepspraktijk steeds het uitgangspunt. Het leren van de professionals en het onderwijs dat daarvoor plaats vindt richt zich op het verwerven van competenties: kennis, vaardigheden en attitude (dit alles in relatie tot de persoonskenmerken van de professional). Het leren en het onderwijs vindt vanuit een maximale samenhang plaats. Samenhang tussen de theorie en praktijk en tussen de verschillende onderdelen van ieder afzonderlijk opleidingsprogramma. Kernwaarden voor opleiden, ontwikkelen en onderzoek binnen de Antonius Academie zijn: Professionele beroepspraktijk als uitgangspunt. Leren en werken. Lerende organisatie. Competentiegericht leren. Interne en externe consistentie. Ambitie en vooruitstrevendheid. Innovatie. Transparantie. In deze studiegids wordt de student in de persoonsvorm zij of haar beschreven. Hiervoor kan ook hij of zijn gelezen worden. 4

5 2. UITGANGSPUNTEN Bij de uitvoering van Verpleegkundige Vervolgopleiding Pulmonologie gelden de volgende uitgangspunten: de verpleegkundige beroepspraktijk staat centraal; het onderwijs richt zich op de competenties van de pulmonologie verpleegkundige; er is een directe relatie tussen eindtermen en deelkwalificaties; het onderwijs wordt ingericht vanuit: - een portfolio; - modulen met leer- en toetsopdrachten; - een optimale samenhang binnen het leerplan. er is een toenemende complexiteit van de leermodules; er wordt een toenemende zelfsturing van de student verwacht; de toetsing vindt plaats met behulp van proeven van bekwaamheid; het onderwijs wordt zodanig ingericht en georganiseerd dat een maximale flexibiliteit geboden wordt en individuele leerroutes tot stand komen; De Verpleegkundige Vervolgopleiding Pulmonologie start een maal per jaar in september. Naast het volgen van de hele opleiding is het mogelijk enkele modulen naar keuze te volgen. Op basis van eerder verworven competenties kunnen aan studenten vrijstellingen worden verleend. 5

6 3. EINDTERMEN, DEELKWALIFICATIES EN CERTIFICERING De Verpleegkundige Vervolgopleiding Pulmonologie heeft tot doel om de student de vereiste competenties (kennis, inzicht, vaardigheden en attitude) in relatie tot persoonskenmerken 1 zich eigen te laten maken, zodat zij in staat is om verantwoordelijkheid te kunnen dragen voor de verpleegkundige zorg voor patiënten met een longaandoening, die zijn opgenomen in een zorginstelling 2. De eindtermen voor de Verpleegkundige Vervolgopleiding Pulmonologie zijn onderverdeeld in de volgende deelkwalificaties: 01: Methodische beroepsuitoefening. 02: Preventie en GVO (GezondheidsVoorlichting en Opvoeding). 03: Coördineren en organiseren van zorg. 04: Kwaliteitszorg en Deskundigheidsbevordering. Deze eindtermen zijn van toepassing op patiënten die zich in een hoog complexe verpleegsituatie bevinden. De student maakt zich de eindtermen in de praktijk eerst op reproductief niveau en later op productief niveau eigen. De beheersing van de eindtermen leidt tot het verkrijgen van de bijbehorende deelkwalificaties. Voor het behalen van de eindtermen voert de student één of meerdere modulen uit, waarbij vanuit iedere module een proeve van bekwaamheid afgelegd wordt. De eindtermen voor de Pulmonologie opleiding zijn onderverdeeld in de volgende deelkwalificaties: 01: Methodische beroepsuitoefening: verzamelen en interpreteren van gegevens; plannen van zorg; uitvoeren van zorg: somatische, psychosociale zorg en verpleegtechnische handelingen; evalueren van en rapporteren over verleende zorg. 02: Preventie en GVO (GezondheidsVoorlichting en Opvoeding). 03: Coördineren en organiseren van zorg. 04: Kwaliteitszorg en Deskundigheidsbevordering. Een student die alle deelkwalificaties van de opleiding bezit, heeft zich volledig gekwalificeerd tot pulmonologie verpleegkundige en ontvangt het bijbehorende certificaat. Een student die alleen het theoretisch gedeelte van de opleiding heeft gevolgd, ontvangt een bewijs van deelname. 1 Verder beschreven als kennis en vaardigheden. 2 Primair wordt hiermee de intramurale zorg binnen verpleegafdelingen, poliklinieken en dagbehandelingunits van algemene ziekenhuizen bedoeld. 6

7 4. OPZET EN STRUCTUUR Modulen Het leerplan van de opleiding is onderverdeeld in modulen. Een module is een afgeronde leereenheid met een beperkte tijdsduur, die een inzichtelijk geheel van onderwijsleersituaties vormen en waarmee een onderdeel van de vereiste kwalificaties verworven kan worden. Elke module is duidelijk gerelateerd aan één deelkwalificatie en één of meer eindtermen. De module is voor de student, docent en begeleider een handleiding bij het leren. Modulen hebben zoveel mogelijk een zelfstandige status. De modulaire structuur van de Verpleegkundige Vervolgopleiding Pulmonologie garandeert een opleidingssituatie waarbij: maximaal aangesloten wordt op de werksituaties in de ziekenhuizen; een maximale flexibiliteit van de organisatie van het onderwijs mogelijk is; een ruim vrijstellingsbeleid mogelijk is. Zelfstandigheid en verantwoordelijkheid Uitgaande van het concept zelfsturing worden de leeractiviteiten wisselend gestructureerd en begeleid. Hierbij is het van belang dat iedere student een grote mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid toont ten aanzien van haar eigen leerproces. Bij het doorlopen van de opleiding wordt dan ook een actieve opstelling verwacht van de student. De leeractiviteiten vragen een gedegen voorbereiding en uitvoering. Met name studenten die niet bekend zijn met deze vorm van opleiden, moeten in het begin van de opleiding meer tijd besteden aan het indelen van studietijd en het bepalen van hun leergedrag. Begeleiding hierin door docenten en begeleiders in de academie en in de praktijk behoort tot de mogelijkheden. 7

8 5. LEERINHOUD De inhoud van het leerplan is ondergebracht in de volgende zes modulen (zie figuur 1): Basismodule Specialisatie in verpleegkundige zorg bij longpatiënten. Module 1 Verpleegkundige zorg bij patiënten met algemene longaandoeningen. Module 2 Verpleegkundige zorg bij patiënten met COPD en Astma. Module 3 Verpleegkundige zorg bij patiënten met oncologische longaandoeningen. Module 4 Verpleegkundige zorg bij patiënten met chirurgisch behandelde longaandoeningen. Module 5 Kwaliteitszorg en Deskundigheidsbevordering. De eindtermen voor de Pulmonologie opleiding zijn onderverdeeld in de volgende deelkwalificaties: 01: Methodische beroepsuitoefening. 02: Preventie en GVO (GezondheidsVoorlichting en Opvoeding). 03: Coördineren en organiseren van zorg. 04: Kwaliteitszorg en Deskundigheidsbevordering. Basis module Module 1 Algemene Longaandoeningen Module 2 COPD en Astma Module 3 Oncologie Module 4 Chirurgie DK 02 DK DK DK DK Module 5 Kwaliteitszorg en Deskundigheidsbevordering DK 04 Figuur 1: Inhoud en opzet van de Verpleegkundige Vervolgopleiding Pulmonologie (DK staat voor DeelKwalificatie). Het leerplan van de Pulmonologie opleiding richt zich primair op de intramurale zorg. Hiervoor is gekozen omdat de doelgroep van deze opleiding vooral werkzaam is binnen verpleegafdelingen, poliklinieken en dagbehandelingsunits van algemene ziekenhuizen. Binnen de modulen 2 COPD en Astma en 3 Oncologie wordt specifiek aandacht besteed aan de extramurale- en transmurale zorg. Veel thema s van de Pulmonologie opleiding worden exemplarisch tijdens één van de modulen behandeld. Dit houdt in dat het betreffende thema vanuit een specifiek toepassingsgebied aan de orde komt, waarbij de andere toepassingsgebieden kort aangeven worden. Studenten dienen zelf de transfer te maken naar een ander toepassingsgebied. 8

9 Hieronder volgt een korte inhoudelijke beschrijving van de thema s per module. Basismodule Specialisatie in verpleegkundige zorg bij longpatiënten In deze module wordt een basis gelegd voor de verdieping in het verplegen van longpatiënten. Deze basis is noodzakelijk voor het uitvoeren van module 1 t/m 4 en gaat daar dus altijd aan vooraf. De module wordt, in tegenstelling tot alle andere modulen, niet met een proeve van bekwaamheid afgesloten. De volgende thema s zijn hierin opgenomen: 1. Anatomie en fysiologie van de longen. 2. Onderzoekmethoden bij longaandoeningen. 3. Juridisch kader voor longverpleegkundigen. Module 1 Verpleegkundige zorg bij patiënten met algemene longaandoeningen Deze module omvat verdieping in de specifieke zorg voor patiënten met een algemene longaandoening. Hieronder worden aandoeningen verstaan als ontstekingen, embolieën, pneumothorax en bijvoorbeeld het obstructieve slaap-apneu-syndroom. Daarbij zijn de pathofysiologie en behandelingsmethoden opgenomen. Pleuradrainage en non-invasieve beademing maken tevens deel uit van deze module. Module 2 Verpleegkundige zorg bij patiënten met COPD en Astma De inhoud van deze module is geclusterd binnen de volgende drie hoofdthema s: 1. Intramurale zorg. 2. Zelfmanagement bij COPD en Astma. 3. Transmurale- en extramurale zorg. Daarbij zijn ook de pathofysiologie en behandelingsmethoden, waaronder inhalatietechnieken, opgenomen. Module 3 Verpleegkundige zorg bij patiënten met oncologische longaandoeningen De thema s van deze module zijn geclusterd rondom de fasering van het ziekteproces van de patiënt: diagnosefase, behandelfase en palliatieve fase. Hierin komen onder meer pathofysiologie en verschillende soorten therapieën aan orde. Tevens wordt hierbij gefocust op slecht nieuws gesprekken, pijnbestrijding, psychosociale begeleiding en grenzen aan behandeling. Module 4 Verpleegkundige zorg bij patiënten met chirurgisch behandelde longaandoeningen In deze module zijn thema s opgenomen als verschillende soorten chirurgische behandelingen bij longaandoeningen en hun specifieke verpleegkundige zorg. Tevens is de inhoud gericht op ademhalings- en hoesttechnieken en mobilisatie bij deze chirurgie in de postoperatieve fase. De mogelijkheid om patiënten met een chirurgische behandeling in de praktijk te verplegen is gewenst, maar niet verplicht. Studenten hebben de mogelijkheid om (zelf) hiervoor een stage te organiseren. Module 5 Kwaliteitszorg en Deskundigheidsbevordering In deze module staan de kwaliteitszorg op de longafdeling én de deskundigheidsbevordering van de longverpleegkundige centraal. De eindtermen van deze deelkwalificatie worden vertaald naar enkele competenties die de longverpleegkundige in het kader van kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering inzet. 9

10 Vrije ruimte In het leerplan worden ongeveer vier studiebelastingsuren besteed aan onderwerpen die zich niet primair richten op het behalen van de deelkwalificaties en de eindtermen van de opleiding. Deze uren worden naar inzicht van de academie en in overleg met de studenten besteed aan actuele ontwikkelingen. Mogelijke onderwerpen kunnen zijn: Omgaan met schokkende gebeurtenissen. Weefseldonatie na overlijden. Contacten met de industrie. Relevante excursies. Etc. 10

11 6. LITERATUUR EN LEERMIDDELEN Bij elke module worden literatuur en andere leermiddelen (losse publicaties, zelf samengestelde leermiddelen etc.) gebruikt. Alle verplichte literatuur en leermiddelen worden door de Antonius Academie verstrekt. 11

12 7. PORTFOLIO Tijdens de Verpleegkundige Vervolgopleiding Pulmonologie verwerft de student veel nieuwe kennis en vaardigheden, waarbij zij een persoonlijke ontwikkeling doormaakt. De student is binnen dit proces in toenemende mate zelf verantwoordelijk en zelfsturend. Om deze ontwikkeling voor zichzelf en anderen inzichtelijk te maken is een instrument ontwikkeld: het portfolio. Een portfolio is een overzicht: met tastbaar bewijs van geleverde prestaties; waarin de verslaglegging van geleverde inspanningen en de feedback daarop wordt verzameld. Het portfolio bestaat uit de volgende onderdelen: de persoonlijke gegevens en de werkervaring van de student; een overzicht van alle (praktijk)toetsen (tevens bedoeld om de behaalde toetsen af te tekenen); de verslaglegging van de introductie-, voortgangs- en evaluatiegesprekken; logboekgegevens, zoals: - voortgangsrapportages; - reflectieverslagen. de plannen van aanpak. Een portfolio is het eigendom van de student. Zij is dan ook verantwoordelijk voor het up-to-date houden van het portfolio. 12

13 8. TOETSEN EN BEOORDELEN Het vaststellen van studieresultaten en het toekennen van een waardeoordeel vinden binnen de Verpleegkundige Vervolgopleiding Pulmonologie regelmatig plaats. Een deelkwalificatie wordt behaald door het met goed gevolg afleggen van een proeve van bekwaamheid. Met deze proeve wordt een module afgerond. Wanneer aan het einde van de opleiding alle deelkwalificaties zijn behaald wordt het certificaat van de betreffende opleiding uitgereikt. Iedere module, met uitzondering van de Basismodule, wordt afgerond door met goed gevolg een proeve van bekwaamheid af te leggen. De proeve van bekwaamheid kan bestaan uit één of meerdere van de volgende toetsen: praktijktoets; casustoets; vrije vormtoets. Bij de beoordeling van een toets wordt gebruik gemaakt van de kwalificaties: voldoende of onvoldoende. De proeve van bekwaamheid moet op alle onderdelen met een voldoende beoordeeld zijn. Een behaalde proeve van bekwaamheid leidt tot een deelcertificaat voor de betreffende deelkwalificatie. Op de proeven van bekwaamheid is de Regeling proeven van bekwaamheid van toepassing (in deze studiegids opgenomen). 9. TOELATINGSEISEN Om te worden toegelaten tot de Verpleegkundige Vervolgopleiding Pulmonologie gelden de volgende toelatingsvoorwaarden: De student staat in het BIG register ingeschreven als verpleegkundige. De student heeft gedurende de vervolgopleiding een praktijkleerovereenkomst met een praktijkinstelling waar de leeractiviteiten in de praktijk uitgevoerd kunnen worden en de proeven van bekwaamheid behaald kunnen worden. Daarbij is wenselijk dat de verpleegkundige bij voorkeur niet korter dan 6 maanden en niet langer dan 3 jaar praktijkervaring heeft in het verplegen van longpatiënten. Het leerplan is namelijk afgestemd op deze beginsituatie. Het leerplan van de Pulmonologie opleiding richt zich primair op het verplegen van longpatiënten in een intramurale setting. Hierbij wordt steeds de zorg in een extramurale- en transmurale setting betrokken. Voor verpleegkundigen die niet op een verpleegafdeling in een intramurale setting werken, maar wel zorgrelaties aangaan met longpatiënten, bestaat de mogelijkheid tot het volgen van een aangepaste en verkorte Verpleegkundige Vervolgopleiding Pulmonologie. 13

14 10. AANVANG EN DUUR De Verpleegkundige Vervolgopleiding Pulmonologie start éénmaal per jaar in de maand september. De duur van de praktijkleerperiode bedraagt 12 maanden, bij een % dienstverband. Bij een geringer dienstverband kan de praktijkleerperiode in overleg met de praktijkinstelling worden verlengd. De leeractiviteiten in de academie zijn gepland in 19 dagen (133 uren). Dit is exclusief zelfstudie en praktijkuren. 14

15 11. VRIJSTELLINGENBELEID De student kan voor onderdelen van de opleiding vrijstelling aanvragen. Vrijstelling kan verleend worden voor één of meerdere deelkwalificaties en de daarbij behorende modulen en proeven van bekwaamheid. Vrijstelling wordt verleend op basis van eerder verworven competenties. De verantwoordelijk leidinggevende van het ziekenhuis en een opleider/adviseur van de Antonius Academie besluiten hierover. Bij het bepalen van de vrijstelling spelen de volgende vragen een rol: Welke kennis en vaardigheden heeft de student paraat met betrekking tot de deelkwalificatie? Welke diploma s, getuigschriften en (deel)certificaten heeft een student reeds in haar bezit? Welke praktijkervaring heeft de student opgedaan? Procedure aanvragen vrijstellingen De student dient een gemotiveerd schriftelijk verzoek tot vrijstelling in bij de opleider/adviseur van de Antonius Academie en stuurt een kopie aan de verantwoordelijk leidinggevende van het eigen ziekenhuis. In dit verzoek moet weergegeven worden voor welke onderdelen van de opleiding vrijstelling wordt aangevraagd en op grond van welke argumenten dit gebeurt. Wanneer volledige vrijstelling wordt gevraagd voor een deelkwalificatie, moet een kopie van het (deel)certificaat worden bijgevoegd. 1. Het verzoek tot vrijstelling moet uiterlijk 1 maand voordat de betreffende modulen en proeven uitgevoerd worden ingediend zijn. 2. De opleider/adviseur van de Antonius Academie beoordeelt met de contactpersonen van het ziekenhuis het verzoek aan de hand van de bovenstaande vraagstelling. 3. De student wordt schriftelijk door de opleider/adviseur van de Antonius Academie geïnformeerd over de beoordeling van het verzoek. Uitzonderingen De opleider/adviseur van de Antonius Academie en de contactpersoon van het ziekenhuis overleggen zonder tussenkomst van de student over een eventuele vrijstellingen als de student daarvoor al een relevante verpleegkundige vervolgopleiding heeft gevolgd. Informatie over de eventuele vrijstelling in deze situatie kan in eerste instantie bij het ziekenhuis verkregen worden. 15

16 12. LESROOSTER Het lesrooster voor het eerste lesblok wordt ongeveer vier weken voor aanvang van de opleiding toegestuurd samen met de Basismodule Specialisatie in verpleegkundige zorg bij longpatiënten en een volledige jaarplanning. De overige modulen met de bijbehorende literatuur worden tijdens het eerste lesblok uitgedeeld. De lesroosters van de resterende modulen worden per module drie weken voordat de module wordt uitgevoerd per post toegezonden. De lesdagen bestaan uit twee dagdelen van vier of drie lesuren. Het maximaal aantal lesuren per dag is vastgesteld op zeven hele uren. Tussen de middag is er een half uur lunchpauze. Pauzes tussen de lessen vinden plaats in overleg met de docent. 16

17 13. STUDIEBELASTING De studiebelasting is het aantal uren dat de student besteedt aan de opleiding. Het betreft leeractiviteiten thuis en in de praktijk ter voorbereiding op de lesdagen, de leeractiviteiten op de lesdagen zelf en de leeractiviteiten thuis en in de praktijk na afloop van de lesdagen. De tijdsinvestering die thuis in de eigen tijd plaats vindt is naar schatting gemiddeld twee keer het aantal lesuren. 17

18 14. OPLEIDINGSREGLEMENT Inleiding In het opleidingsreglement zijn drie regelingen opgenomen, namelijk een: Algemene opleidingsregeling. Regeling proeven van bekwaamheid. Geschillenregeling. Dit opleidingsreglement sluit volledig aan op de landelijke richtlijnen zoals deze beschreven zijn in de Landelijke Regeling Verpleegkundige Vervolgopleidingen, november Algemene opleidingsregeling Artikel 1 Dit opleidingsreglement is volledig van toepassing op de Verpleegkundige Vervolgopleiding Pulmonologie, die door de Antonius Academie wordt verzorgd. Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 In alle gevallen waarin het opleidingsreglement niet voorziet, beslist de verantwoordelijk leidinggevende van de Antonius Academie. De begeleiding van de student in de praktijk vindt plaats door middel van praktijkbegeleiding op afstand en door werkbegeleiding. De begeleiding van de student in de academie vindt plaats door middel van begeleiding door opleider/adviseurs van de Antonius Academie en door inhoudsdeskundigen. Regeling proeven van bekwaamheid De Regeling proeven van bekwaamheid voorziet in een beschrijving van alle regels rondom de organisatie en de beoordeling van de proeven van bekwaamheid voor de Verpleegkundige Vervolgopleiding Pulmonologie. Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Het behalen van een proeve van bekwaamheid leidt tot het verkrijgen van een deelkwalificatie. Als alle deelkwalificaties van de betreffende opleiding verkregen zijn, ontvangt de student het bijbehorende getuigschrift. Tijdens de opleiding Pulmonologie vinden 5 proeven van bekwaamheid plaats. Iedere praktijkinstelling komt bij aanvang van de opleiding met de student overeen welke proeven van bekwaamheid in welke opleidingsperiode behaald dienen te worden. Iedere proeve van bekwaamheid bestaat uit één of meer toetsopdrachten. De toetsopdrachten zijn (als onderdeel van de proeve van bekwaamheid) integraal verwerkt in de bijbehorende module. De toetsen worden bij voorkeur in de praktijkinstelling afgenomen. Andere vormen van toetsen zoals een kennis- of casustoets worden in de academie afgenomen. Voor iedere toets is vooraf de grens onvoldoende of voldoende (de cesuur) vastgesteld. Voor iedere toets moet een voldoende behaald worden. 18

19 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Bij een onvoldoende uitgevoerde toets krijgt de student één herkansing. De herkansing vindt op dezelfde wijze plaats als de oorspronkelijke toets, waarbij alleen de onderdelen die onvoldoende behaald zijn, opnieuw afgelegd moeten worden. Wordt de toets opnieuw met een onvoldoende afgesloten, dan wordt de student van verdere deelname aan de opleiding uitgesloten. In bijzondere gevallen, ter beoordeling van de commissie proeven van bekwaamheid en na overleg met de student, kan de student in de gelegenheid worden gesteld de onvoldoende gemaakte toets voor de derde keer af te leggen. Indien tijdens de opleiding blijkt dat de student niet de overeengekomen toetsen in de praktijkleerperiode heeft behaald, dan wordt de volgende procedure in acht genomen. Tijdens een voortgangsgesprek wordt vastgesteld welke toetsen alsnog behaald dienen te worden. Ook worden er afspraken gemaakt over: de leerdoelen die eventueel voorafgaand aan de proeven in de praktijk behaald moeten worden; de eventueel uit te voeren leeropdrachten; de leervoorwaarden die hierbij overeengekomen worden; de termijn waarbinnen de proeven behaald moeten zijn. Deze termijn duurt minimaal 1 maand en maximaal 2 maanden. Deze periode wordt afgesloten met een voortgangsgesprek. Wanneer ook in dit gesprek blijkt dat de student onvoldoende toetsen heeft behaald, moet de student de opleiding beëindigen. Als de student meent dat door bijzondere omstandigheden, buiten haar schuld om, niet alle toetsen behaald zijn dan dient zij een door de leidinggevende van de praktijkinstelling goedgekeurd en ondertekend verzoek in, waarin gevraagd wordt om uitstel van de niet behaalde toetsen. Dit verzoek moet bij de commissie proeven van bekwaamheid ingediend worden. In het geval dat de praktijkinstelling niet kan zorgdragen voor leerwerksituaties waarin de toetsen kunnen worden afgenomen, draagt de zorginstelling zorg voor een vervangende praktijkleerperiode in een andere zorginstelling. Artikel14 De commissie proeven van bekwaamheid bestaat uit : twee opleider/adviseurs van de Antonius Academie; één vertegenwoordiger van de praktijkinstelling. Artikel 15 Artikel 16 Bij het voortijdig beëindigen van de opleiding ontvangt de student reeds behaalde deelcertificaten. De geldigheidsduur van een deelcertificaat van de Verpleegkundige Vervolgopleiding Pulmonlogie bedraagt 3 jaar. Binnen deze termijn kan de student de overige deelcertificaten behalen, om te komen tot een volledig certificaat. 19

20 Geschillenregeling Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Iedere student heeft het recht van beroep tegen alle binnen de praktijkinstelling en de academie gestelde waarderingen gedurende de opleiding en de opleiding betreffend. Met waardering wordt de waardering van de proeven van bekwaamheid bedoeld. Indien de student gebruik wenst te maken van het recht van beroep dan verplicht zij zich haar bezwaren tegen de waardering vooraf te bespreken met de verantwoordelijk leidinggevende van de zorginstelling of de opleider/adviseur van de Antonius Academie. De verantwoordelijk leidinggevende van de zorginstelling of de opleider/adviseur van de Antonius Academie krijgt hiermee de mogelijkheid geboden de waardering bij te stellen. Wanneer een student gebruik wenst te maken van het recht op beroep dient zij dit, op straffe van verval van de omstreden waardering, binnen 30 dagen schriftelijk ter kennis te brengen bij de Raad van Bestuur van de zorginstelling waar zij werkzaam is of bij de verantwoordelijk leidinggevende van de Antonius Academie (deze keuze hangt af van plaats waar de besluitvorming over de waardering heeft plaatsgevonden). In deze kennisgeving dient de aanleiding van het beroep te worden gemeld. Zodra de kennisgeving van een geschil bij de Raad van Bestuur van de zorginstelling en/of bij de verantwoordelijk leidinggevende van de Antonius Academie binnenkomt, delegeert zij de zorg voor: A. de samenstelling van een commissie van beroep; B. het schriftelijk voorleggen van het geschil aan deze commissie. Een commissie van beroep bestaat uit 3 personen. Beide partijen (eiser en gedaagde) wijzen een vertegenwoordiger aan, die in onderling overleg een derde persoon als voorzitter aanwijzen. De leden van een commissie van beroep moeten deskundig zijn ter zake van het geschil met betrekking tot het opleidingsaspect en de bereidheid hebben tot objectiveren. De leden van de commissie van beroep mogen niet direct bij de omstreden waardering betrokken zijn. Tijdens de eerste bijeenkomst van de commissie van beroep moet de werkwijze en de beroepsprocedure vastgesteld worden. Informatie is pas dan relevant als alle commissieleden hierover kunnen beschikken. De informatie waarover men beschikt mag alleen ten behoeve van het onderhavige geschil worden gebruikt en mag, met uitzondering van de verantwoordelijk leidinggevende van de Antonius Academie, nooit buiten de commissie van beroep bekend worden. 20

21 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 De commissie van beroep doet uiterlijk 30 dagen, gerekend vanaf de eerste bijeenkomst en na de partijen te hebben gehoord, een voor alle partijen bindende uitspraak. Bij de besluitvorming kunnen zich 3 mogelijkheden voor doen: A. alle commissieleden komen eenstemmig tot een uitspraak; B. bij verschil van mening tussen de commissieleden is de stem van de voorzitter doorslaggevend; C. bij verschil van mening tussen de commissieleden en de voorzitter wordt de opdracht aan de Raad van Bestuur van de zorginstelling of de verantwoordelijk leidinggevende van de Antonius Academie teruggegeven, die een nieuwe procedure start met andere commissieleden. Een uitspraak kan alleen gedaan worden over het onderhavige geschil. Het genomen besluit is bindend. Daarnaast kan de commissie een vrijblijvend advies geven. Indien de commissie voorwaarden stelt ten aanzien van het besluit, maken deze voorwaarden deel uit van de bindende uitspraak. Het door de commissie genomen besluit moet mondeling aan de betrokken partijen worden medegedeeld. Het besluit moet schriftelijk worden bevestigd. De Raad van Bestuur van de zorginstelling of de verantwoordelijk leidinggevende van de Antonius Academie draagt zorg voor archivering. De Raad van Bestuur delegeert de fiattering en verdere afhandeling van gedeclareerde kosten van de voorzitter en/of het, namens de organisatie, zittende commissielid. De verantwoordelijk leidinggevende van de Antonius Academie regelt de afhandeling, indien het beroep betrekking had op een door de academie gegeven waardering. 21

22 15. GEDRAGSREGELS Algemeen Doe maar gewoon. Die regel zou goed genoeg moeten zijn. Geweld, vernieling, discriminatie, intimidatie, kortom: alle zaken die buiten de academie niet mogen, mogen ook binnen niet. Vanzelfsprekend zijn studenten en medewerkers van de Antonius Academie gezamenlijk verantwoordelijk voor een goed leer- en leefklimaat. In dit verband is ook het verbod op het gebruik van mobiele telefoons binnen de onderwijsruimten van de academie verklaarbaar. Een van de belangrijkste gedragsregels is het tonen van respect : respect tussen studenten en medewerkers, maar ook tussen studenten onderling. En niet te vergeten respect voor eigen en andermans spullen. Veiligheid Studenten en medewerkers moeten zich houden aan de veiligheidsvoorschriften die van toepassing zijn. Dat geldt in de academie maar ook in het ziekenhuis. Het is de taak van iedereen om er zorg voor te dragen dat de veiligheid in en buiten deze gebouwen gewaarborgd is. De aanwezigheid van studenten wordt per dag geregistreerd. In geval van ontruiming dienen studenten de aanwijzigen van de medewerkers van de bedrijfshulpverlening op te volgen. Specifieke instructies hierover worden bij aanvang van de opleiding door de groepsdocent verzorgd. Voorzieningen In het Open Leercentrum hangen instructies voor het gebruik van de computers en het kopieerapparaat. Er wordt van de student verwacht dat deze regels worden gerespecteerd en opgevolgd. Ook bij het gebruik van het praktijklokaal wordt van de student verwacht dat er zorgvuldig met de materialen wordt omgegaan. Aansprakelijkheid de Antonius Academie is niet aansprakelijk voor diefstal, vermissingen of schade die wordt toegebracht aan eigendommen van studenten, tenzij er sprake is van grove schuld of opzet van de Antonius Academie medewerkers. Studenten die aan de academie, leermiddelen of andere eigendommen van de Antonius Academie schade toebrengen zijn voor die schade aansprakelijk. Alcohol, tabak en drugs Het bezit en gebruik van alcohol of drugs is niet toegestaan. Voor tabak geldt dat er binnen de Antonius Academie niet mag worden gerookt. Klachten In de Antonius Academie doen wij er alles aan om fouten te voorkomen en als ze toch zijn gemaakt deze zo goed mogelijk af te handelen. Studenten kunnen meestal met hun klacht terecht bij degene die de klacht veroorzaakt heeft. In de meeste gevallen wordt het probleem dan naar tevredenheid opgelost. Als dat niet lukt kan de klacht worden neergelegd bij de manager van de Antonius Academie. 22