De kerk is een groot gebouw. Er komen mensen samen die in god geloven. Er wordt gebeden en gezongen.

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "De kerk is een groot gebouw. Er komen mensen samen die in god geloven. Er wordt gebeden en gezongen."

Lieven Claes
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Thema 6: De kerk: De kerk is een groot gebouw. Er komen mensen samen die in god geloven. Er wordt gebeden en gezongen. De priester: De bijbel: De priester is iemand in de kerk die uit de bijbel voorleest en die spreekt. De bijbel is het boek van God met verhalen over het Joodse volk en Jezus. Christenen geloven dat in de bijbel dingen staan wat God wil. De kaars: De kaars is een staafje met een draadje erin. Als je het draadje aansteekt, gaat de kaars branden. Het kruis: Een kruis heeft de vorm van een + of een x. Bovenop de kerk staat ook een kruis. De wierook: Wierook is een stof die je kunt laten branden als je wilt Dat het ergens lekker gaat ruiken. Het ruikt vaak zoet. Knielen: Als je knielt, steun je met je knieën op de grond.

Christenen geloven dat in de bijbel dingen staan wat God wil. De kaars: De kaars is een staafje met een draadje erin. Als je het draadje aansteekt, gaat de kaars branden.

2 De tempel: Een tempel is ook een gebouw waarin god wordt geeerd. Hindoestanen bidden in een tempel. De moskee: De moskee is de kerk voor Moslims. Moslims geloven in Allah en lezen uit de Koran. Les 2: De prins: De prinses: De spreuk: Het sprookje: De kabouter: De prins is de zoon van een koning. Als de koning dood gaat, wordt de prins koning. De prinses is de dochter van een koning. Een spreuk is een wijze zin of een rijmpje, waarmee je in het kort iets zegt. Zoals: Oost west, thuis west. Ze bedoelen hiermee dat het nergens zo fijn is als thuis. Een sprookje is een verzonnen verhaal, er gebeuren in een sprookje dingen die niet echt kunnen. Denk aan: Doornroosje, Sneeuwwitje, Hans en Grietje. Een kabouter is een heel klein mannetje. Hij komt vaak in sprookjes voor en heeft een puntmuts op. In de tuin kun je ook beelden neerzetten van kabouters, die noem je dan tuinkabouter. Het graf: Een graf is een plek waar mensen of dieren worden begraven als zij dood zijn. Er wordt in de grond een gat gegraven en als hier iemand in ligt, wordt er weer aarde over heen gegooid.

Een spreuk is een wijze zin of een rijmpje, waarmee je in het kort iets zegt. Zoals: Oost west, thuis west. Ze bedoelen hiermee dat het nergens zo fijn is als thuis.

3 Begraven: Leven: Begraven betekent iets onder de grond stoppen. De tijd tussen je geboorte en je dood noem je het leven. Les 3: Het gevoel: Het gedrag: Droevig: Boos: Een gevoel is iets wat je voelt. Je kunt je blij, Of verdrietig voelen. Boos of gelukkig. Het gedrag is de manier waarop je je gedraagt. Als je bijvoorbeeld iemand pest, gedraag je je op dat moment niet goed. Als je iemand helpt, dan gedraag je je goed. Droevig is een ander woord voor verdrietig, je moet dan soms huilen. Als je boos bent vind je iets niet leuk. Je kan je boos voelen als iemand je pest. Kwaad: Als je nog bozer dan boos bent, dan ben je kwaad. Vervelend: Blij: Als iets vervelend is, dan betekent dit dat het niet leuk is. Misschien vind je rekenen niet leuk, dan vind je het vervelend. Blij is een ander woordje voor vrolijk. Je lacht en voelt je fijn. Tevreden: Grappig: Je bent tevreden als je een goed cijfer hebt gehaald. Je hebt dan goed je best gedaan en bent blij. Als iets grappig is, dan moet je lachen, iemand vertelt bijvoorbeeld een leuk verhaal, het is dan grappig.

Als je iemand helpt, dan gedraag je je goed. Droevig is een ander woord voor verdrietig, je moet dan soms huilen. Als je boos bent vind je iets niet leuk. Je kan je boos voelen als iemand je pest.

4 De grap: Een grap is iets wat je vertelt waarom anderen moeten lachen. Bijvoorbeeld 1 april, kikker in je bil. Les 4: Afspreken: Smeken: Beloven: Onthouden: Ontmoeten: Bedriegen: Liegen: Als je met iemand buiten gaat spelen en je zegt waar je zal zijn en hoelaat je daar zult zijn, dan ben je aan het afspreken. Als je van je moeder niet naar buiten mag en je zegt Ah mama, alsjeblieft, toe nou, mag ik naar buiten? dan ben je aan het smeken. Je wilt iets dan heel graag en hoopt dat het uiteindelijk mag. Beloven is zeggen dat je iets zeker zult doen. Ik beloof dat ik om 7 uur thuis ben. Je moet dan om 7 uur thuis komen, want dat heb je beloofd. Onthouden betekent niet vergeten. Je moet onthouden dat je melk moet kopen, je moet het dan niet vergeten. Ontmoeten betekent iemand tegenkomen. Je kan iemand ontmoeten, dus tegenkomen, op straat. Als je iemand bedriegt, dan ben je expres oneerlijk tegen iemand. Je zegt bijvoorbeeld dat je boodschappen gaat doen, maar je gaat naar de bakker. Liegen is expres oneerlijk zijn. Je zegt dat je iets niet hebt gedaan, terwijl je het wel hebt gedaan. Liegen is niet leuk. Les 5: De partij: De plaat: Een partij is een ander woord voor een feest. Maar een partij kan ook een spelletje zijn. We spelen een partijtje voetbal, we spelen een spelletje voetbal. Een plaat is een tekening of een foto. Bijvoorbeeld in een boek. Het kerstfeest: Het kerstfeest wordt gevierd op 25 en 26 december, de geboorte van Jezus wordt dan gevierd. Veel mensen zetten een kerstboom neer.

Als je van je moeder niet naar buiten mag en je zegt Ah mama, alsjeblieft, toe nou, mag ik naar buiten? dan ben je aan het smeken. Je wilt iets dan heel graag en hoopt dat het uiteindelijk mag.

5 Pasen: Pasen wordt door christenen in de lente gevierd, er wordt dan gevierd dat Jezus uit zijn graf is opgestaan. Mensen eten dan veel eieren, denk maar aan het paasontbijt op school. Sinterklaas: sinterklaas wordt gevierd op 5 december. Veel kinderen zetten hun schoen met sinterklaas en krijgen cadeautjes. Heten: Beleven: De droom: Als je wilt weten hoe iemand heet, dan wil je iemands naam weten. Je wilt weten hoe iemand heet. Hoe heet je? Dan bedoel je, Wat is jouw naam? Beleven betekent dingen meemaken. Je maakt een hoop dingen mee, je beleeft veel. De droom is iets wat je in gedachten meemaakt. Je droomt als je slaapt. Les 6: De mens: God: Onzichtbaar: Ongelovig: Trouw: Liefde: alle mensen bij elkaar, noem je de mens. god is een onzichtbare geest waar mensen in geloven. Onzichtbaar betekent dat je iets niet kunt zien. Als je iets niet gelooft, dan ben je ongelovig. Als je trouw bent, dan doe je wat je beloofd hebt. Als je iemand heel lief vindt en van iemand houdt, dan noem je dit liefde. Hopen: hopen doe je als je wilt dat iets graag gebeurt. Je hoopt dat het snel vakantie is.

Heten: Beleven: De droom: Als je wilt weten hoe iemand heet, dan wil je iemands naam weten. Je wilt weten hoe iemand heet. Hoe heet je? Dan bedoel je, Wat is jouw naam?

6 De hoop: Steun: De hoop betekent een heleboel bij elkaar. Er staan een hoop boeken op de kast, er staan een heleboel boeken op de kast. Steun betekent iemand helpen, je geeft iemand dan hulp en vraagt wat je voor diegene kan doen.

Vergelijkbare documenten

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 6 Les 1

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 6 Les 1 een kerk Een groot gebouw. Daar komen de mensen samen die in God geloven. Er wordt gebeden en gezongen. een moskee De kerk voor de moslims. Zij geloven in