Grensarbeid en studiefi nanciering

Transcriptie

1 Een uitgave van: ACV Grensarbeiders Mgr. Broekxplein Hasselt Tel.: +32 (0) Fax: +32 (0) ACV Dienst Grensarbeiders s Grensarbeid en studiefinanciering Grensarbeid en studiefinanciering Er zijn vier criteria die bepalen of er recht bestaat op studiefinanciering, met name de leeftijd, de nationaliteit, de opleidingseisen en de status van de ouder. Leeftijd De algemene regel is dat iemand 18 jaar of ouder moet zijn om studiefinanciering aan te kunnen vragen. Het aanvragen van studiefinanciering kan totdat iemand de leeftijd van 30 jaar heeft bereikt. Er is echter één uitzondering, iemand die een hogere of universitaire opleiding gaat volgen maar nog niet de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, heeft vanaf het kwartaal volgend op zijn inschrijving bij de onderwijsinstelling ook recht op studiefinanciering. Nationaliteit In eerste instantie was de Wet Studiefinanciering alleen bedoeld voor jongeren met de In Nederland bestaat de wet Studiefinanciering Deze regelt dat jongeren die middelbaar beroepsonderwijs, hoger beroepsonderwijs of universitair onderwijs volgen, aanspraak kunnen maken op een financiering voor hun studiekosten. De instantie die belast is met de uitvoering van de Wet Studiefinanciering heet DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs), voorheen Informatie Beheer Groep (IB-Groep). Ook de kinderen van Belgische grensarbeiders kunnen onder bepaalde voorwaarden aanspraak maken op Nederlandse studiefinanciering, ook wanneer zij hun studies in België of in een ander land van de Europese Unie volgen. In deze brochure gaan wij uitgebreid in op wat studiefinanciering is, wie er recht op heeft, waarop recht bestaat en hoe de studiefinanciering wordt aangevraagd. Wie heeft recht op studiefinanciering? Nederlandse nationaliteit, of jongeren die niet de Nederlandse nationaliteit bezitten, maar wel legaal (met bepaald soort verblijfsvergunning) in Nederland woonden. Ook wanneer niet in Nederland gestudeerd werd kon de studiefinanciering toegekend worden. Aan kinderen van grensarbeiders werd de studiefinanciering echter geweigerd. In de zaak Meeusen werd deze weigering voorgelegd aan het Europees Hof van Justitie waarna het hof oordeelde dat er sprake was van discriminatie. Sinds 1999 komen kinderen van grensarbeiders daardoor in aanmerking voor Nederlandse studiefinanciering. Oorspronkelijk was dit alleen voor studies in het hoger onderwijs (HBO of universitair), maar vanaf 1/8/2005 komen ook bepaalde opleidingen die in Nederland als het Middelbaar beroepsonderwijs gecatalogeerd worden in aanmerking (bvb Verpleegkunde A2)

2 Tot slot is er ook nog een andere mogelijkheid om in aanmerking te komen voor Nederlandse studiefinanciering. Indien een student 32 uur per maand in Nederland gaat werken en dus migrerend werknemer wordt dan opent hij of zij voor zichzelf recht op studiefinanciering. Men moet dan wel oppassen dat men niet meer verdient dan is toegestaan (zie pagina 4). Opleidingseisen Studeert de student in Nederland dan kan er in principe voor elke voltijdse MBO-, HBO-, of universitaire opleiding studiefinanciering worden aangevraagd. Studeert de student buiten Nederland dan gelden er andere voorwaarden: Voorwaarden voor Hoger Beroeps- of Universitair Onderwijs buiten Nederland: Een student heeft recht op studiefinanciering voor een buitenlandse opleiding indien hij of zij een voltijdse studie volgt aan een Hogeschool of Universiteit in Vlaanderen of het gewest Brussel, voor zover het Nederlandstalig onderwijs betreft. Ook wanneer de student voltijds hoger onderwijs volgt in een van de drie Duitse deelstaten Nordrhein-Westfalen, Bremen en Nedersaksen, kan er aanspraak gemaakt worden op Nederlandse studiefinanciering. In principe kan waar ook ter wereld een opleiding in het hoger onderwijs gevolgd worden. Maar de desbetreffende opleiding zal altijd eerst door DUO moeten beoordeeld worden. Daarbij geldt voor opleidingen buiten de grensregio s de zogenaamde 3 uit 6 eis. Een opleiding binnen Vlaanderen of het gewest Brussel moet in elk geval aan de volgende 4 eisen voldoen: 1. De opleiding moet voltijds hoger of universitair (dag) onderwijs verzorgen; 2. De studieduur van de opleiding bedraagt minimaal 3 jaar (of tenminste 1 jaar in het geval van master opleidingen); 3. De kwaliteit van de opleiding moet ten minste gelijk zijn aan een vergelijkbare opleiding in Nederland. 4. Het betreft een reguliere onderwijsinstelling en geen particuliere onderwijsinstelling, waarvoor in België recht bestaat op studiebeurs. Voorwaarden voor (Middelbaar) Beroepsonderwijs buiten Nederland: Het (middelbare) beroepsonderwijs in Nederland bestaat uit een beroepsopleidende leerweg (BOL) en een beroepsbegeleidende leerweg (BBL). Alleen als de student een beroepsopleidende leerweg (BOL) volgt van 1 jaar of langer, bestaat er recht op studiefinanciering. Beide leerwegen hebben vier niveaus. Tot elk niveau behoren verschillende opleidingen met een verschillende cursusduur. Hoe hoger het niveau, hoe moeilijker de opleiding. Voor een overzicht van de (middelbare) beroepsopleidingen buiten Nederland die recht geven op studiefinanciering, kunt u terecht op de site van Een buitenlandse opleiding wordt qua niveau gewaardeerd door DUO. Noemenswaardig is dat voor BOL opleidingen niveau 1 en 2 de studiefinanciering niet als prestatiebeurs wordt verstrekt. M.a.w. ook als er geen diploma wordt behaald door de student, mag de student de studiefinanciering houden. De status van de grensarbeider Om het recht op studiefinanciering te bepalen gaat men eerst onderzoeken of er een werkverband met Nederland bestaat. Het werkverband opent namelijk het recht op Nederlandse studiefinanciering (zoals bijv. de student die 32 uur per maand in Nederland gaat werken). Voor de kinderen van grensarbeiders geldt echter het volgende: Een van de ouders is een actieve grensarbeider: Kinderen van actieve grensarbeiders hebben zonder meer recht op studiefinanciering wanneer de grensarbeider ten minste 32 uur per maand in Nederland werkt. Het kan echter voorkomen dat de grensarbeider ontslagen wordt terwijl er nog sprake is van een lopend recht op studiefinanciering. Wat gebeurt er dan? Bij volledige werkloosheid zal de werkloosheidsuitkering toegekend worden door het woonland België. Als de grensarbeider onvrijwillig werkloos wordt, dan behoudt het studerende kind het recht op studiefinanciering, op voorwaarde dat de ouder effectief als werkzoekende kan aangemerkt worden en voor arbeid beschikbaar is. Als de grensarbeider vrijwillig ontslag neemt, dan vervalt het recht op studiefinanciering. Dat is ook het geval als de ouder terug in België begint te werken. Dat betekent echter niet dat het studerende kind de reeds ontvangen studiefinanciering moet terugbetalen. Alles wat het studerende kind heeft ontvangen tot aan datum van vrijwillig ontslag van de ouder die grensarbeider is, blijft als lening openstaan totdat het studerende kind zijn diploma heeft gehaald. De prestatiebeurs wordt dan omgezet in een gift. Bij BOL opleidingen niveau 1 en 2 mag de student altijd de reeds ontvangen studiefinanciering behouden. Vindt de (ex-)grensarbeider opnieuw werk in Nederland dan kan ook het recht op studiefinanciering weer terug geopend worden. Een van de ouders is een postactieve grensarbeider: In dergelijk geval kan een bestaand recht gehandhaafd blijven maar nieuwe rechten kunnen niet meer geopend worden. Bij postactiviteit kan gedacht worden aan arbeidsongeschiktheid, pensioen ed. Een van de ouders is gedetacheerd naar Nederland: Bij detachering van België naar Nederland blijft de Belgische sociale zekerheid in stand, maar is men wel effectief in Nederland aan het werk. Ook dan ontstaat een (werk)verband met Nederland waardoor er recht op studiefinanciering kan ontstaan. Het recht op studiefinanciering eindigt als de detachering afloopt en men naar België terugkeert. Detacheren kan in principe voor maximum 2 jaar, maar bij wijze van afwijking kan deze termijn op 5 jaar gebracht worden

3 Hoe is studiefinanciering opgebouwd? ACV Grensarbeiders Studiefinanciering bestaat uit verschillende delen: De basisbeurs, de aanvullende beurs, de rentedragende lening, collegegeldkrediet en het studentenreisproduct of de OVvergoeding. Studiefinanciering wordt ontvangen op basis van een prestatieregime. Dat wil zeggen dat de studiefinanciering in eerste instantie wordt uitgekeerd als een voorlopige lening. Wanneer de student zijn diploma behaalt binnen 10 jaar na aanvang van het recht op studiefinanciering, wordt deze voorlopige lening omgezet in een gift. De basisbeurs, grotendeels de aanvullende beurs en de OV-vergoeding vallen onder het prestatieregime. Basisbeurs Iedere student heeft recht op een basisbeurs. Bij toekenning van de basisbeurs (geldt ook voor de aanvullende beurs) wordt onderscheid gemaakt tussen studenten die thuiswonend of uitwonend zijn. Bijvoorbeeld, een student die uitwonend is zal een hogere basisbeurs krijgen dan een thuiswonende student, simpelweg omdat een uitwonende student (huur)kosten heeft en een thuiswonende student niet. Een uitwonende student hoeft overigens niet per se op kamers te wonen (en dus te huren). De Informatie Beheer Groep verstaat onder een uitwonende student, een student die niet bij (een van) zijn natuurlijke ouders inwoont. Indien de student inwoont bij bijvoorbeeld zijn oma of een ander familielid en men kan dit bewijzen door middel van een inschrijving bij de gemeente, dan heeft men ook recht op de uitwonende beurs. Aanvullende beurs Daarnaast bestaat er in sommige gevallen ook recht op een aanvullende beurs. Het recht op en de hoogte van de aanvullende beurs is afhankelijk van het inkomen van beide natuurlijke ouders. Wie naast de basisbeurs ook de aanvullende beurs aanvraagt, zal dus te maken krijgen met een inkomensonderzoek. Uit het inkomensonderzoek vloeit vervolgens een maandelijkse ouderbijdrage voort. De ouderbijdrage is het bedrag dat een ouder zelf zou kunnen bijdragen aan de kosten van de studie van het kind. Voor het bepalen van de aanvullende beurs voor het jaar 2011 wordt uitgegaan van het verzamelinkomen of belastbaar loon van de natuurlijke ouders over Het jaar 2009 is het zogenoemde peiljaar. De IB-Groep stuurt zelf een formulier op waarop de niet- Nederlandse inkomsten van de grensarbeider en zijn partner moeten vermeld worden. Ook moet de jaaropgave van het Nederlandse inkomen en een kopie van de Belgische aanslag overlegd worden. Het peiljaar kan verlegd worden naar 2010 of Het gezamenlijke inkomen moet na 2009 dan wel met ten minste 15 procent zijn gedaald en de daling moet naar verwachting drie jaar aanhouden en de vermindering van het inkomen mag niet worden beschouwd als een normaal beroepsrisico. Stel dat de ouders van de student niet Nederlandstalig zijn dan kunnen de door de IB-Groep opgestuurde formulieren (waarop de inkomsten dienen te worden vermeld), ook verkregen worden in het Duits, Engels, Frans, Turks en Spaans. Het kan voorkomen dat een student geen contact meer heeft met (een van) zijn natuurlijke ouders. In dat geval kan er bij de IB- Groep een verzoek worden ingediend in verband met onvindbare of weigerachtige ouders (hiervoor bestaat een speciaal formulier). Indien bewezen wordt dat (een van de) natuurlijke ouders inderdaad onvindbaar is of als er sprake is van een onverzoenlijk emotioneel conflict of als er sprake is van het volledig ontbreken van contact tussen ouder en kind vanaf het twaalfde jaar van het kind dan wordt het inkomen van die ouder niet meegenomen in de berekening van de aanvullende beurs. Indien ouders weigeren gegevens te verstrekken dan kan de IB- Groep proberen zelf deze gegevens te achterhalen. Zelf de ouderbijdrage berekenen kan op Op deze site vindt u een berekeningsprogramma en bijkomende toelichting. Let op: de aanvullende beurs in het eerste jaar van de opleiding wordt meteen uitgekeerd als een gift. Na het eerste schooljaar valt de aanvullende beurs wel onder het prestatieregime (behalve bij BOL opleidingen niveau 1 en 2, gezien deze studiefinanciering niet onder het prestatieregime valt). Lening Boven op de basisbeurs en de aanvullende beurs kan een bepaald geldbedrag geleend worden. De student mag zelf kiezen of hij gebruik wil maken van deze lening, men moet er wel rekening mee houden dat men deze lening met rente na de studies moet terugbetalen. Er kan maximaal 3 jaar worden bijgeleend. Collegegeldkrediet Naast de gewone lening kunnen studenten in het hoger of universitair onderwijs vanaf 1 september 2007 ook een lening aanvragen om het collegegeld mee te betalen. Deze lening wordt collegegeldkrediet genoemd en is onderdeel van de studiefinanciering. Het collegegeldkrediet wordt, net als de rest van de studiefinanciering, per maand uitbetaald. Hoeveel collegegeldkrediet aangevraagd kan worden, hangt af van het soort collegegeld dat betaald moet worden. Men kan in elk geval nooit meer lenen dan men aan collegegeld moet betalen. Studentenreisproduct of OV-vergoeding Met het studentenreisproduct kan een student in Nederland gratis of met korting gebruik maken van het openbaar vervoer. Als men niet in Nederland studeert wordt dit abonnement automatisch omgezet in een vergoeding, OV-vergoeding genaamd. De OV-vergoeding bedraagt 82,34 per maand (2011) Zolang de student recht heeft op een beurs of een lening heeft hij ook hier recht op

4 Andere belangrijke dingen om te weten. Rekening houden met Nederlandse studieduur. De duur van de opleidingen in Nederland is vaak anders dan deze in België. Voor hoger onderwijs krijgt men in Nederland standaard 4 jaar prestatiebeurs en kan men aanvullend 3 jaar lenen. Voor MBO hangt het af van het niveau (1,2,3 of 4). Belangrijk om weten is in ieder geval dat het recht op beurs voor buitenlandse opleidingen tot maximaal 4 jaar beperkt is. Het is van belang na te gaan hoeveel jaar prestatiebeurs voor de buitenlandse opleiding kan toegekend worden en hoeveel jaar daarvan omzetbaar is in een gift. Stel dat bvb in België een bacheloropleiding van 3 jaar gevolgd wordt, maar dat de student daar 4 jaar over doet. Indien na het derde jaar niet wordt doorgegeven dat de prestatiebeurs moet stoppen zal deze het 4de jaar verderlopen. Het 4de jaar is dan als lening terug te betalen. Het recht op OV-vergoeding daarentegen kan wel blijven bestaan. 3 uit-6 eis Per wilde de Nederlandse overheid de zogenaamde 3-uit-6-eis invoeren om studiefinanciering naar het buitenland te kunnen exporteren. Deze eis hield in dat studenten in de 6 jaar voorafgaande aan de studiefinancieringaanvraag ten minste 3 jaar in Nederland moeten hebben gewoond. Door interventie van o.a. ACV Grensarbeiders is er een overgangsregeling gekomen waarbij voor de kinderen van grensarbeiders de 3-uit-6-eis niet zal gelden. Deze overgangsregeling loopt tot uiterlijk 1 januari Tegen de invoering van bovengenoemde woonlandeis is klacht neergelegd bij de Europese Commissie. De commissie is van mening dat de nieuwe regeling voor kinderen van grensarbeiders discriminerend is en heeft Nederland officieel in gebreke gesteld. Het is aan te raden de actualiteit te volgen om het verdere verloop te kennen. Vlaamse studiebeurs Vanaf 01/09/2007 geldt dat Nederlandse studiefinanciering niet meer gecombineerd kan worden met Vlaamse studiefinanciering. Ingangsdatum De student die op of na 1 juli nog geen 18 is kan aanspraak maken op studiefinanciering vanaf het kwartaal volgend op de begindatum van de studie. Is men wel 18 dan dient de aanvraag de 1ste van de maand binnen te zijn om vanaf die maand te kunnen ingaan. In tegenstelling tot het Vlaams systeem van studiefinanciering is geen terugwerkende kracht mogelijk. Een aanvraag dient te gebeuren voor de leeftijd van 30 jaar. Ziekteverzekering Indien één van de ouders in België werkt of een Belgische sociale zekerheidsuitkering ontvangt blijft de student bij die ouder ingeschreven als persoon ten laste. De Belgische verzekering loopt dan gewoon verder. Anders is het wanneer beide ouders in Nederland werken of wanneer de grensarbeider alleenverdiener is. Vanaf 18 jaar dient de student dan bijdragen te betalen aan het College voor Zorgverzekeringen (2011: 71,57 per maand). Er bestaat wel recht op zorgtoeslag ( Enkel als in België hoger of universitair onderwijs gevolgd wordt kan de student via België verzekerd blijven dit aan een bijdrage van ± 50 per kwartaal. Kinderbijslag en belasting Nederlandse studiefinanciering heeft geen invloed op te ontvangen Belgische kinderbijslag, ook niet wanneer de student in Nederland studeert en daar op kamers verblijft en om die reden ingeschreven is in de gemeentelijke basisadministratie. Ook blijft de student aangemerkt als persoon ten laste voor de Belgische belastingen. Studiefinanciering is geen inkomen voor kinderbijslag of belastingen. Opgelet: indien Nederlandse kinderbijslag ontvangen wordt dan zal deze worden stopgezet zodra het kind 18 is geworden. België neemt vervolgens de kinderbijslag over op voorwaarde dat de ouder die het recht opent als grensarbeider kan aangemerkt worden. Bijverdienen Bij het ontvangen van studiefinanciering dient de student er rekening mee te houden dat hij per jaar maximaal ,83 (verzamelinkomen, bedrag 2011) mag bijverdienen, zonder dat zijn recht op studiefinanciering gevaar loopt. Verdient de student meer dan voornoemd bedrag, dan moet de student, met ingang van de maand dat hij de grens overschreden heeft, de studiefinanciering voor de rest van het kalenderjaar laten stopzetten. Bijverdiensten kunnen van invloed zijn op het recht op Belgische kinderbijslag en op het fiscaal statuut persoon ten laste! Ontvangst van studiefinanciering De storting gebeurt op een bankrekening op naam van het studerend kind. Vanaf 2011 mag ook een Belgisch bankrekeningnummer opgegeven worden, er moet dan wel een bankverklaring overlegd worden. Het is mogelijk zelf te bepalen welk bedrag de student per maand ontvangt. Men kan gewoon kiezen voor het maximale bedrag waar recht op bestaat, maar men kan ook kiezen voor een symbolisch bedrag van bvb 1 per maand. De rest van het bedrag wordt dan opgepot en wordt uitgekeerd wanneer de student zijn studie binnen de diplomatermijn heeft behaald. Ook tussentijds kan om uitkering verzocht worden. Einde van studiefinanciering Na het eindigen van de studie, rekening houdend met de diplomatermijn, moet een gewaarmerkt afschrift van het diploma aan IB-Groep worden bezorgd en dat binnen 3 maanden na afloop van de studie. Daarnaast moet via een wijzigingsformulier de einddatum van de studie worden doorgegeven. De Informatie Beheer Groep zet de prestatiebeurs en de OV-vergoeding dan om in een gift

5 Het aanvragen van studiefinanciering. ACV Grensarbeiders Aanvragen gebeurt d.m.v. een aanvraagformulier. Voor (middelbare) beroepsopleidingen heeft men een Aboformulier nodig en voor hogere of universitaire studies een Aho-formulier. Een aanvraag moet uiterlijk op de laatste dag van het kwartaal worden ingediend als men vanaf het volgende kwartaal recht op studiefinanciering wil hebben,. Terugwerkende kracht is niet mogelijk. De aanvraag moet altijd gebeuren op naam van de student zelf en moet voor een kind van een grensarbeider vergezeld zijn van de volgende stukken: een kopie van de identiteitskaart van de vader of moeder die grensarbeider is; een kopie van het trouwboekje of een uittreksel uit het bevolkingsregister van de student, waaruit de gezinssamenstelling blijkt; een kopie van het arbeidscontract en een recent De bedragen. Bedragen Hoger en Universitair onderwijs per maand geldig van september 2011 t/m 31 augustus 2012 Uitwonend Thuiswonend Basisbeurs 266,23 95,61 Aanvullende beurs 242,76 222,84 Lenen 285,70 285,70 Collegegeldkrediet 142,75 142,75 Totaal 937,44 746,90 Bedragen beroepsonderwijs per maand geldig van augustus 2011 t/m 31 juli 2012 Uitwonend Thuiswonend Basisbeurs 246,00 75,39 Aanvullende beurs* 329,33 309,40 Lenen 164,21 164,21 Totaal 739,54 549,00 loonbriefje van de grensarbeider (als men een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt, dan een kopie van de toekenningsbeslissing en een kopie van een recente uitkeringsspecificatie); als het kind uitwonend is, een kopie van de huurovereenkomst, of een bewijs dat de student niet bij zijn natuurlijke ouders inwoont; een kopie van de identiteitskaart van de student; een kopie van een bankafschrift van de Nederlandse bankrekening van de student of in het geval van een Belgische bankrekening een bankverklaring; Sinds is de student verplicht een sofi-nummer/ BSN nummer te hebben wil hij studiefinanciering aanvragen. De student kan met zijn identiteitskaart bij een Nederlands belastingkantoor het desbetreffende nummer aanvragen. (zie verder hoofdstuk 11) Bedragen Hoger en Universitair onderwijs per maand geldig van september 2012 t/m 31 december 2012 Uitwonend Thuiswonend Basisbeurs 266,23 95,61 Aanvullende beurs 244,60 224,68 Lenen 283,86 283,86 Collegegeldkrediet 147,58 147,58 Totaal 942,27 751,73 Bedragen beroepsonderwijs per maand geldig van augustus 2012 t/m 31 december Uitwonend Thuiswonend Basisbeurs 246,00 75,39 Aanvullende beurs* 331,16 311,23 Lenen 164,21 164,21 Totaal 741,37 550,83 Bovengenoemde bedragen zijn exclusief de OV-vergoeding ten bedrage van 82,34 per maand. Bezwaar en beroep. Bezwaarschrift Als men het niet eens is met een beslissing van de Informatie Beheer Groep of er volgt binnen de 8 weken op een aanvraag of wijziging, geen reactie dan kan men een bezwaarschrift indienen. Het is verstandig eerst bij IB- Groep te informeren of er een andere oplossing mogelijk is, voordat men een bezwaarschrift indient. Soms is het invullen van een wijzigingsformulier al voldoende om het probleem op te lossen. Let op: men heeft maar 6 weken de tijd om een bezwaarschrift in te dienen. Controleer alle gegevens dus goed en reageer tijdig indien er iets niet klopt!! Leden kunnen hiervoor uiteraard terecht bij ACV Grensarbeiders. Als een bezwaarschrift wordt ingediend, blijft in eerste instantie de oorspronkelijke beslissing van kracht. Dat betekent dat als u een schuld heeft, u deze nog steeds moet terugbetalen. Wanneer u hierdoor echter in grote financiële problemen komt, dan kunt u bij de rechtbank om een voorlopige voorziening vragen. U kunt dan vragen om een toekenning van een bepaald bedrag of het niet vorderen van een schuld voor de duur van de bezwaar- of beroepsprocedure. Hieraan zijn echter wel griffiekosten verbonden. Beroepsschrift: Indien men het niet eens is met de beslissing over het bezwaarschrift of de IB-Groep reageert niet binnen 6 weken op het bezwaarschrift, dan kan men een beroepsschrift indienen

6 Hoe vul ik het aanvraagformulier studiefinanciering in? Aanvraag hoger- & universitair onderwijs (AHO-formulier) Vraag 1 AHO Je gegevens 1.1 Vermeld hier het sofinummer van de student. Heeft de student nog geen sofinummer, dan zal hij of zij er een moeten aanvragen. Dit kan alleen op telefonische afspraak op het nummer bij een van de volgende belastingkantoren (identiteitskaart meenemen!!) Belastingdienst Zuid-West Kantoor Breda Gasthuisvelden 11, Breda Belastingdienst Oost-Brabant Kantoor Eindhoven Karel de Grotelaan 4, Eindhoven Belastingdienst Limburg Kantoor Heerlen Kloosterweg 22, Heerlen Belastingdienst Zuid-West Kantoor Goes Stationsplein 21, Goes 1.2 Achternaam van de student; 1.3 Voornamen, geslacht en geboortedatum student; 1.4 Geef hier aan of de student die de studiefinanciering aanvraagt de Nederlandse of niet de Nederlandse nationaliteit bezit. Indien de student niet de Nederlandse nationaliteit bezit, zal, in het geval van studerende kinderen van grensarbeiders, een kopie van de identiteitskaart van de student meegestuurd moeten worden; 1.5 Vul hier het Nederlands rekeningnummer in op naam van de student die studiefinanciering aanvraagt. Heeft de student geen eigen rekeningnummer in Nederland, dan kan hij ook een Belgisch bankrekeningnummer opgeven (IBAN- en BIC-code!); 1.6 Indien de student op kot woont, vul dan hier het kotadres van de student in en voeg een kopie van de huurovereenkomst bij de aanvraag. Blijft de student thuis wonen dan vult u hier het thuisadres in van de student; 1.7 Indien de student zijn post ergens anders dan zijn woonadres wil ontvangen, dan kan hij of zij hier een postadres invullen. In veel gevallen geven studenten hun kotadres aan als woonadres en hun ouderlijk huis als postadres. Vraag 2 AHO Je studiegegevens 2.1 Hier dient de student aan te kruisen of hij of zij een studie volgt in de grensstreek. Met grensstreek wordt bedoeld een opleiding aan een instelling die haar hoofdvestiging heeft in Vlaanderen en Brussel (Nederlandstalige opleiding) en de Duitse deelstaten Nordrhein-Westfalen, Nedersaksen en Bremen) Voor kinderen van grensarbeiders dient hier dus in principe JA ingevuld te worden; 2.2 Deze vraag hoeft, gezien bij 2.1 JA werd geantwoord, niet te worden ingevuld; 2.3 Vul hier de naam van de school of universiteit in. Doe dit zorgvuldig en controleer op de uiteindelijke beslissing van de IB-Groep of zij de juiste school of universiteit hebben geregistreerd!! 2.4 Vul hier de gegevens in van de faculteit; 2.5 Geef hier de naam van de opleiding aan; 2.6 Kruis hier aan welk niveau van het onderwijs (hoger of universitair) het betreft; 2.7 Kruis hier aan welk type onderwijs (bachelor of master) het betreft; 2.8 Geef hier de naam van het te behalen diploma aan; 2.9 Kruis hier aan welk soort onderwijs (voltijds of deeltijds) het betreft; 2.10 Geef hier aan hoelang de studie (zonder vertraging) zal duren; 2.11 Vul hier de datum in vanaf wanneer de studies zullen aanvangen; 2.12 Vul hier de datum in vanaf wanneer de student is uitgeschreven aan zijn vorige opleiding/studie

7 Vraag 3 AHO Aanvraag studiefinanciering 3.1 Kruis hier aan of de student ook in een ander land een tegemoetkoming in de studiekosten heeft aangevraagd (bijv. Belgische studiebeurs). Let op, combinatie is niet mogelijk; 3.2 Hier kan de student aangeven wat hij of zij wenst aan te vragen. Er kunnen 5 zaken worden aangevraagd: 1. de basisbeurs; 2. OV-vergoeding; 3. de aanvullende beurs; 4. de lening; 5. het collegekrediet. Er bestaat sowieso altijd recht op de basisbeurs en de OV-vergoeding, daarom dat deze vakjes ook al vooringevuld zijn. Het is echter raadzaam om ook de aanvullende beurs aan te vragen (optie 2) zodat de IB-Groep elke jaar controleert of er recht bestaat op een aanvullende beurs. Indien de student ook een lening wenst af te sluiten of het collegegeldkrediet wenst aan te vragen kruis dan de overeenstemmende hokjes aan. Men moet er wel rekening mee houden dat men de lening en het collegegeldkrediet na de studies moeten terugbetalen!!; 3.3 Hier kan de student aangeven of hij of zij tussen de oude en nieuwe opleiding studiefinanciering wil blijven ontvangen. Bij een eerste aanvraag hoeft deze vraag niet ingevuld te worden; 3.4 Hier kan de student aangeven hoeveel hij per maand wil bijlenen. Deze vraag hoeft niet ingevuld te worden als er geen lening aangevraagd wordt; 3.5 Als de student collegegeldkrediet aanvraagt, dan dient hij of zij hier het bedrag te vermelden dat hij of zij aan collegegeld verschuldigd is; 3.6 Hier kan de student aangeven hoeveel collegegeldkrediet hij per maand wil ontvangen. Deze vraag hoeft niet ingevuld te worden als er geen collegegeldkrediet aangevraagd wordt; 3.7 Hier kan de student aangeven vanaf wanneer hij studiefinanciering wil ontvangen (meestal: vanaf de maand dat ik er recht op heb ). 3.8 Hier geeft de student aan of hij bij zijn natuurlijke ouders woont of niet bij zijn natuurlijke ouders (door de week op kot en in het weekend thuis = nee, ik woon dan niet bij mijn ouders ); 3.9 Hier wordt nogmaals gevraagd naar het woon- en postadres. Meestal wordt hier aangekruist zelfde woonadres als bij vraag 1.6 en ja, waarna nogmaals het postadres dient te worden ingevuld. Vraag 4 AHO Machtiging 4.1 Indien de student iemand anders zijn studiefinancieringszaken wil laten behartigen, kan de student hier deze persoon machtigen. Vraag 5 AHO Je handtekening 5.1 Hier dient het formulier door de student ondertekend te worden. Vergeet niet ook datum en telefoonnummer te vermelden. Aanvraag beroepsonderwijs (ABO-formulier) Vraag 1 ABO Je gegevens 1.1 Vermeld hier het sofinummer van de student. Heeft de student nog geen sofinummer, dan zal hij of zij er een moeten aanvragen. Dit kan alleen op telefonische afspraak bij een van de eerder genoemde belastingkantoren (zie hierboven); 1.2 Achternaam van de student, voornamen en geslacht student; 1.3 Geboortedatum van de student; 1.4 Geef hier aan of de student die de studiefinanciering aanvraagt de Nederlandse of niet de Nederlandse nationaliteit bezit. Indien de student niet de Nederlandse nationaliteit bezit, zal, in het geval van studerende kinderen van grensarbeiders, een kopie van de identiteitskaart van de student meegestuurd moeten worden; - 7 -

8 1.5 Vul hier het Nederlands rekeningnummer in op naam van de student die studiefinanciering aanvraagt. Heeft de student geen eigen rekeningnummer in Nederland, dan kan hij ook een Belgisch bankrekeningnummer opgeven (IBAN- en BICcode!); 1.6 Indien de student op kot woont, vul dan hier het kotadres van de student in en voeg een kopie van de huurovereenkomst bij de aanvraag. Blijft de student thuis wonen dan vult u hier het thuisadres in van de student; 1.7 Indien de student zijn post ergens anders dan zijn woonadres wil ontvangen, dan kan hij of zij hier een postadres invullen. In veel gevallen geven studenten hun kotadres aan als woonadres en hun ouderlijk huis als postadres. Vraag 2 ABO Je studiegegevens 2.1 Vul hier de naam van de school in. Doe dit zorgvuldig en controleer op de uiteindelijke beslissing van de Informatie Beheer Groep of zij de juiste school hebben geregistreerd!! 2.2 Vul hier de website in van de onderwijsinstelling; 2.3 Vul hier de adresgegevens van de school in; 2.4 Vul hier de naam van de opleiding in; 2.5 Vermeld hier de graad van de beroepsopleiding (tweede of derde graad); 2.6 Kruis hier aan welk soort onderwijs (voltijds of deeltijds) het betreft; 2.7 Vul hier in hoelang de opleiding duurt; 2.8 Vul hier de datum in vanaf wanneer de studies zullen aanvangen. Vraag 3 ABO Aanvraag studiefinanciering 3.1 Hier kan de student aangeven wat hij of zij wenst aan te vragen. Er is keuze tussen: 1. Basisbeurs + ov-vergoeding 2. Basisbeurs + aanvullende beurs + ov-vergoeding 3. Basisbeurs + aanvullende beurs + ov-vergoeding+ lening 4. Basisbeurs + ov-vergoeding + lening In de meeste gevallen wordt er dus gekozen tussen keuze 1 en 2. Het verschil tussen beide is dat bij keuze 2 ook de aanvullende beurs wordt aangevraagd. In tegenstelling tot de basisbeurs (waar elke student recht op heeft), is het recht op en de hoogte van de aanvullende beurs afhankelijk van het inkomen van beide natuurlijke ouders. Indien ook de aanvullende beurs wordt aangevraagd (mogelijkheid 2 of 3) zal de IB- Groep elk jaar controleren of er recht bestaat op een aanvullende beurs. Indien de student ook een lening wenst af te sluiten, kan hij kiezen tussen mogelijkheid 3 en 4. Men moet er wel rekening mee houden dat men de lening na de studies moet terugbetalen!!; 3.2 Hier kan de student aangeven hoeveel hij per maand wil bijlenen. Deze vraag hoeft niet ingevuld te worden als er geen lening aangevraagd wordt; 3.3 Hier kan de student aangeven vanaf wanneer hij studiefinanciering wil ontvangen (meestal: vanaf de maand dat ik er recht op heb ); 3.4 Hier geeft de student aan of hij bij zijn natuurlijke ouders woont of niet bij zijn natuurlijke ouders (door de week op kot en in het weekend thuis = niet bij mijn ouders ); 3.5 Geef hier het woonadres (kotadres) van de student op wanneer de student niet bij een van zijn natuurlijke ouders woont. Vraag 4 ABO Machtiging 4.1 Indien de student iemand anders zijn studiefinancieringszaken wil laten behartigen, kan de student hier deze persoon machtigen. Vraag 5 ABO Je handtekening 5.1 Hier dient het formulier door de student ondertekend - 8 -

9 Meer informatie? Het Hoofdkantoor van de Dienst Uitvoering Onderwijs is gevestigd in Groningen. Aanvraagformulieren dient men op te sturen naar: Dienst Uitvoering Onderwijs Postbus DA Groningen Voor inlichtingen kunt u bellen met het telefoonnummer: 0031 (0) Beter is het om de internetsite van de Informatie Beheer Groep te bezoeken, of uw vragen te mailen naar vragen@ib-groep.nl. Daarnaast zijn er ook meerdere servicekantoren en balies waar u met vragen en problemen tijdens kantooruren naar binnen kunt lopen. Kijk voor de meest recente locaties en openingstijden op Natuurlijk staat ook ACV grensarbeiders tot uw dienst om uw vragen te beantwoorden of u te helpen bij het invullen van de nodige formulieren. Daartoe kan men terecht op de wekelijkse zitdagen : Dag Plaats Uur maandag dinsdag Hasselt ACV Dienstencentrum, Mgr. Broekxplein 1 (gelijkvloers) Turnhout ACV Kempen, Korte Begijnenstraat 20 Bilzen ACV Dienstencentrum, Stationsstraat 44 Maaseik Maastrichtersteenweg 17 Neerpelt Norbertinessenlaan 1 8u45 tot 11u30 10u15 tot 12u en van 13u30 tot 19u 13u30 tot 19u donderdag Maasmechelen 13u30 tot 16u00 ACV Dienstencentrum, Heirstraat 249 vrijdag Genk ACV Dienstencentrum, Dieplaan 19 8u45 tot 11u30 Let op: de grensarbeiderszitdagen vinden NIET plaats gedurende de Belgische schoolvakanties. Men kan dan wel terecht op de gewone zitdagen van de ACV dienstencentra. Ondanks het feit dat deze informatiefolder met de nodige zorgvuldigheid is samengesteld, kunnen er geen rechten aan worden ontleend. Nadruk of verspreiding zonder toelating van ACV Grensarbeiders is verboden. Reacties zijn steeds welkom op grensarbeiders@acv-csc.be