VOx Leerlijn Nederlandse taal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VOx Leerlijn Nederlandse taal"

Transcriptie

1 VOx Leerlijn Nederlandse taal Voor leerjaar 1 zijn er 72 lessen gemaakt. Deze lessen zijn onder verdeeld volgens de vier domeinen van de referentieniveaus voor Nederlandse taal. Het advies is om zoveel mogelijk de volgorde van de lesnummers aan te houden om afwisseling in domeinen en lessen te brengen. 1 Mondelinge taalvaardigheid 1.1 Gespreksvaardigheid - Informatie uitwisselen - Deelname aan discussie / overleg 1.2 Luistervaardigheid 1.3 Spreekvaardigheid 2 Leesvaardigheid 2.1 Zakelijke teksten 2.2 Fictionele en literaire teksten 3 Schrijfvaardigheid 3.1 Schrijven 4 Taalverzorging en begrippen 4.1 Spelling 4.2 Woord- en zinsbouw 4.3 Woordenschat en woordenschatstrategieën

2 1 Mondelinge taalvaardigheid 1.1 Gespreksvaardigheid Leerjaar Instapniveau Informatie uitwisselen. Einddoelen Meijerink (2F): -Kan het verschil tussen formele en informele situaties hanteren. -Maakt de juiste keuze voor het register en het al dan niet hanteren van taalvariatie (dialect, jongerentaal). -Kan doelgericht doorvragen om de gewenste informatie te verwerven. -Kan informatie vragen en geven aan instanties binnen en buiten school. -Kan informatie verzamelen en verwerken via het houden van een vraaggesprek Geeft een compliment aan bekenden Geeft telefonisch een boodschap Drukt ontevredenheid op een door of doet een verzoek aan gepaste manier uit tegenover bekende volwassenen en bekenden leeftijdgenoten Doet een bestelling bij onbekende Gebruikt beleefd taalgebruik om volwassenen (in een winkel) welkom te heten en iets aan te bieden Vertelt aan een bekende leeftijdgenoot hoe hij zich voelt Geeft beleefd informatie aan onbekende volwassenen Geeft kritiek op een correcte manier aan bekenden Legt de weg uit aan een onbekende Geeft aan wat hij aan bepaalde informatie heeft (wat hij ermee kan)

3 Beantwoordt een uitnodiging van Doet telefonisch een bestelling bij Vraagt beleefd telefonisch informatie Vraagt doelgericht door om de onbekenden Reageert correct op een compliment bekende volwassenen (een winkel) aan een onbekende instantie Vraagt naar de mening van gewenste informatie te verkrijgen Stemt taalgebruik af op het publiek van een bekenden en onbekenden Komt voor iemand op in een situatie onbekenden (dialect, jongerentaal) Vraagt beleefd informatie aan onbekende volwassenen Geeft beleefd telefonisch informatie aan onbekende volwassenen Geeft ongelijk toe aan zowel docent als medeleerling Uit een klacht in een situatie met bekenden Begint een kort gesprek, houdt dit gaande en beëindigt dit Volgt de gesprekspartner in een gesprek zonder onverwachte wendingen met bekenden Overtuigt iemand in een situatie met bekenden Vraagt naar de mening van bekenden Geeft zijn mening (met argumenten) aan bekenden Herkent gesprekssituaties en gebruikt passende routines Biedt zijn excuses aan onbekende volwassenen aan Hanteert formeel taalgebruik in de gewenste situatie

4 Leerjaar Instapniveau Deelname aan discussie/overleg. Einddoelen Meijerink (2F) -Kan het eigen gespreksdoel tot uitdrukking brengen. -Kan bespreken wat er gedaan moet worden en bijdragen aan de planning. -Kan tijdens een discussie of overleg op beleefde wijze een probleem verhelderen, een overtuiging of mening, instemming of afkeuring uitdrukken en commentaar geven op de visie van anderen. Onderscheidt feiten en meningen Vertelt waarom hij het wel of niet eens is met een mening van de ander uit de groep Vraagt aan een ander of hij zijn mening wil toelichten Verduidelijkt zijn eigen mening met een voorbeeld met hulp van signaalwoorden (gras is groen, ik vind iets vies) Bespreekt de meningen globaal vanuit de eigen mening beluisteren van meningen en (zonder duidelijke Weegt argumenten in een discussie Vraagt in een gesprek naar de gevoelens van een ander (vind jij dat ook?) Houdt zijn standpunt vast Vat een ander standpunt in eigen Vergelijkt meningen Stelt vragen n.a.v. informatie in gesproken teksten Geeft een reactie na het kritisch Beoordeelt informatie op waarde in relatie tot de bron Herkent meningen die impliciet in een gesproken tekst voorkomen Geeft zijn mening (met argumenten) aan onbekenden Uit een klacht in een situatie met onbekenden opvattingen signaalwoorden) tegen elkaar af en stemt er mee Verwoordt eigen mening en onderbouwt Formuleert in eigen woorden in of keurt af deze met argumenten Herkent en bespreekt taaltrucs in reclame tegenover elkaar staande gezichtspunten Uit zijn mening in de groep en luistert naar de ander om zo tot een besluit of compromis te woorden samen komen Stelt een reactie uit totdat hij de bijdrage van de ander geïnterpreteerd en beoordeeld heeft

5 1.2. Luistervaardigheid Leerjaar Instapniveau Luisteren Einddoelen Meijerink (2F): -Kan een voorgelezen of verteld verhaal begrijpen. -Kan uitleg en instructies over dagelijkse werkzaamheden begrijpen. -Kan informatie en meningen interpreteren. -Kan een eenvoudige tekst beknopt samenvatten (voor zichzelf) Vertelt een verhaal in grote lijnen na zonder steun van illustraties Onderscheidt hoofdcomponenten van een verhaal Luistert tijdens het werken in groepjes naar zijn medeleerlingen Legt een relatie tussen tekstuele informatie en eigen kennis en ervaringen Volgt uitleg en instructies over dagelijkse werkzaamheden en past deze toe Luistert actief 5-10 minuten naar een tekst. Begrijpt een eenvoudig mondeling verhaal Luistert naar een tekst, die in de belangstellingsfeer van de leerling ligt (bijvoorbeeld jongerenkrant) Benoemt na het luisteren naar een overtuigende tekst wat de bedoeling van de spreker is (herkennen van overtuigen als luisterdoel) Haalt voldoende feitelijke informatie uit instructies en aanwijzingen om (onbekende) taken of handelingen uit te kunnen voeren Luistert globaal (geeft de hoofdlijnen weer) en precies (geeft details uit een tekst weer) naar een tekst Begrijpt de hoofdlijnen van korte informatieve, instructieve en betogende teksten met een duidelijke structuur en voldoende herhaling Begrijpt hoofdpunten van korte en duidelijke berichten op radio, tv en via internet als onderwerp en context bekend zijn

6 Leerjaar Luisteren Luistert actief tot 15 minuten naar een tekst Herkent en benoemt aangeboden tekstsoorten (zoals informerend, verhalend, instructief en betogend) Begrijpt de hoofdpunten van (nieuws)berichten over vertrouwde onderwerpen Luistert selectief naar een tekst (herhaalt het tekstgedeelte dat voor hem relevant is) Luistert kritisch naar een tekst (onderscheidt feiten en meningen, die de leerling willen overtuigen) Maakt aantekeningen tijdens het luisteren naar een tekst Benoemt na het luisteren naar een meningtekst de verschillende meningen over een onderwerp (herkennen van een mening als luisterdoel) Haalt na een vooraf duidelijk gestelde vraag de benodigde informatie uit korte berichten op bijvoorbeeld een telefoonbeantwoorder, (openingstijden, adres) Geeft een oordeel over een tekst(deel) of tv- of radioprogramma Luistert actief tot 20 minuten naar een tekst Luistert gericht naar verschillende soorten teksten waarin een volgorde, vraag-antwoord, voorbeeld, middeldoel of oorzaak- gevolgrelatie kan voorkomen Herkent de signaalwoorden die kenmerkend zijn voor deze relaties Begrijpt een helder gestructureerde voordracht, toespraak of les over vertrouwde onderwerpen binnen het eigen vak- of interessegebied Trekt conclusies op grond van zijn gemaakte aantekeningen (dit heb ik onthouden) Begrijpt een voorgelezen of verteld verhaal Geeft de hoofdgedachte van een tekst weer Maakt onderscheid tussen hoofd- en bijzaken Interpreteert informatie en meningen die dichtbij de leerling staan Geeft informatie gestructureerd weer Luistert actief tot 25 minuten naar een Volgt films en tv-series geschikt voor de tekst, mits er enige mate van eigen leeftijd interactie mogelijk is Geeft de genoemde relaties in een tekst Haalt belangrijke informatie uit de tekst aan (oorzaak-gevolg of middel-doel) en stemt hierbij verschillende Begrijpt de hoofdpunten van begrijpend luisterstrategieën op af (nieuws)berichten, documentaires, (globaal, precies, selectief en kritisch) reclameboodschappen en Stelt bij verschillende tekstsoorten discussieprogramma s over zelfstandig en op eigen initiatief het vertrouwde onderwerpen luisterdoel (informatie opnemen, Herkent beeldspraak en ironie mening horen) vast en stemt hier Verwoordt een oordeel over de waarde zijn manier van luisteren op af van een tekst(deel) of tv- of Vat een voorgelezen tekst samen, radioprogramma en licht dit oordeel mondeling of schriftelijk (schema toe invullen) Legt relaties tussen tekstdelen Maakt bij het luisteren naar een meningtekst onderscheid tussen feiten, meningen en argumenten Begrijpt noodzakelijke details in een tekst Ordent informatie voor een beter begrip Legt een relatie tussen tekst en beeld Interpreteert informatie en meningen Verwoordt de bedoeling van de spreker of de doel van de maker van het programma

7 1.3. Spreekvaardigheid Leerjaar Instapniveau Spreken Einddoelen Meijerink (2F): -Kan in grote lijnen redenen en verklaringen geven voor eigen meningen, plannen en handelingen en kan een kort verhaal vertellen. - Geeft zijn spreekdoel duidelijk vorm (instruerend, informatief, onderhoudend enz) zodat het voor de luisteraar herkenbaar is. - Vertelt een (voor)gelezen verhaal in grote lijnen na zonder hulp van illustraties Past eenvoudige zinsconstructies toe. Beschrijft alledaagse aspecten, zoals mensen, plaatsen en zaken Houdt een korte, voorbereide presentatie over een eigen onderwerp (hobby, huisdier, ervaringen, gebeurtenissen) en reageert daarbij op vragen Zet aanschouwelijke middelen in tijdens een presentatie over een eigen onderwerp (plaatjes, voorwerpen) Heeft een zodanige manier van uiten die duidelijk genoeg is voor de luisteraar (spreektempo, verstaanbaarheid) Maakt zijn gedachtegang voor de luisteraar enigszins begrijpelijk Brengt verslag uit van gebeurtenissen, activiteiten en persoonlijke ervaringen Geeft op eenvoudige wijze zijn mening als dit rechtstreeks gevraagd wordt.

8 Leerjaar Spreken Vertelt een kort verhaal van 5 minuten Vertelt gestructureerd over een gebeurtenis of ervaring zonder hulp van verschillende pictogrammen Past bij het uitvoeren van taalhandelingen in duo s en groepjes een aantal samenwerkingsvaardigheden toe (vragen stellen aan elkaar, reageren op wat een ander zegt, een ander helpen zonder voor te zeggen) Gebruikt na gerichte vragen van de leerkracht complexe cognitieve functies voor meer abstracte onderwerpen buiten het hier en nu (ordenen, concluderen, redeneren) Houdt vast aan zijn spreekdoel met hulp van een ander Vertelt een kort verhaal van 10 minuten Past meerdere spreekstrategieën toe (oogcontact maken, reageren op gesprekspartner) Leest een verhaal voor (spreektempo, verstaanbaarheid) Maakt gebruik van mimiek, gebaren en houding Heeft interactie met het publiek tijdens het spreken Haakt aan bij het gespreksonderwerp van een andere leerling Heeft een duidelijk verstaanbare uitspraak (binnen de eigen mogelijkheden) Hanteert gespreksregels om op een beleefde manier aan het woord te komen Voert gesprekken om informatie en meningen uit te wisselen, uitleg of instructie te geven en te volgen Maakt een herformulering na een valse start Gebruikt signaalwoorden om structuur aan te brengen in een presentatie toe Reageert adequaat op response uit de groep herstelt deze Heeft inbreng in een discussie Leest voorbereid een prentenboek voor (aan kleutergroep) beheersing, waarin aarzelingen en Spreekt met juist volume en afwisselend tempo worden Geeft spreekdoel duidelijk vorm (instructief, informerend, onderhoudend) Verheldert een probleem tijdens een discussie of een overleg Stelt een reactie uit totdat hij de Verzamelt en verwerkt informatie tijdens het houden van een vraaggesprek Brengt het eigen gespreksdoel tot uiting Herkent het spreekdoel van anderen en schat de reacties in belangrijkst vindt Hanteert het verschil tussen een formele Last in langere stukken tekst pauzes in en informele situatie om (grammaticale) fouten te Geeft redenen en verklaringen voor eigen meningen, plannen en handelingen Gebruikt boeiende voorbeelden en ervaringen Wisselt lange zinnen in het taalgebruik af met korte Past meerdere presentatievaardigheden Merkt fouten op in zijn uitspraak en Draagt een gedicht voor Vertoont een redelijke grammaticale fouten voorkomen, maar hersteld Spreekt gedachten, meningen, gevoelens en ervaringen uit Geeft commentaar op de visie van anderen (instemming of afkeuring) bijdrage van een ander beoordeeld heeft Houdt een duidelijk verhaal met een samenhangende opsomming van punten en zegt welk punt hij het herstellen

9 2. Leesvaardigheid Leerjaar Instapniveau Zakelijke teksten Einddoelen Meijerink (2F): -Legt relaties tussen tekstuele informatie en meer algemene kennis. -Kan relaties tussen en binnen teksten evalueren en beoordelen. -Kan een eenvoudige tekst beknopt samenvatten. Weet dat titel, tekst en illustraties meestal bij elkaar horen Voorspelt wat er volgt na de verbindingswoorden: maar, want, ook, toch, daarom Toont begrip van een tekst door het navertellen van een deel van de tekst en/of het beantwoorden van reproducerende vragen Stelt bij de tekst vragen die met wie, waar en wanneer beginnen Selecteert na het lezen van een tekst plaatjes en woorden die bij de tekst horen Trekt conclusies op basis van concrete aanwijzingen in de tekst Herkent het tijdsverloop in een duidelijk gestructureerd verhaal Onderscheidt verhaaltekst, weettekst en doetekst Vertelt een tekst(deel) na en beantwoordt gesloten begripsvragen (ja/ nee) Bepaalt het onderwerp van een weettekst Vergelijkt een zelfgeschreven tekst over een onderwerp met die van een medeleerling Ervaart dat iemand anders een andere invulling van hetzelfde onderwerp kan hebben Benoemt de belangrijkste onderdelen van een tekst (inleiding, kern, slot) Achterhaalt de betekenis van moeilijke woorden door in de tekst naar aanwijzingen te zoeken Bepaalt wie de hoofdpersoon is en het probleem/plan en geeft de volgorde van gebeurtenissen aan Ziet aan het uiterlijk van een tekst waarin deze tekst oorspronkelijk staat bijv. in een boek, krant, op internet Beoordeelt een tekst(deel) met gegeven beoordelingswoorden (wat vind /denk ik en hoe vind ik dit geschreven) Maakt eigen vragen en voorkennis zichtbaar bijvoorbeeld met behulp van een woordweb Stelt bij de tekst vragen die beginnen met: wie, wat, wanneer, waarom, hoe Herkent het tijdsverloop in een verhaal en de signaalwoorden voor volgorde Vindt iets terug wat letterlijk in de tekst staat

10 Leerjaar Zakelijke teksten Onderscheidt een informatieve, Voorspelt onder begeleiding op basis Onderscheidt fictie en non-fictie Leidt onder begeleiding de betekenis instructieve en betogende tekst Onderscheidt reclames, advertenties, van titel en illustraties waar de tekst over zal gaan Kiest een geschikte tekst om te gebruiken als illustratie bij een affiche van figuurlijke begrippen af uit de context huis-aan-huisbladen en het algemene Achterhaalt de betekenis van moeilijke Kiest bij een bepaald doel een geschikte Trekt onder begeleiding conclusies op nieuws in de krant Herkent de inleiding bij een tekst en de opbouw in delen (tijdvolgorde of onderwerpen) Voorspelt wat er volgt na de verbindingswoorden: omdat, zodat, doordat Beoordeelt na het lezen een tekst in eigen woorden Herkent of een deel van een verhaal zich afspeelt in een andere tijd Koppelt gegevens in teksten aan eigen kennis (weet ik meer dan in de tekst staat?) Voorspelt op grond van de inleiding/eerste zinnen waar de tekst over gaat Kiest de geschikte tekst bij een informatieve vraag Leest teksten vloeiend zodat woordherkenning tekstbegrip niet in de weg staat woorden door in de tekst naar synoniemen en tegenstellingen te zoeken Vertelt een tekst na en beantwoordt open begripsvragen (begrijp ik wat, hoe, waarom, voor wie) Herkent een actietekst Interpreteert informatie en meningen over bekende onderwerpen Bepaalt de betekenis van verwijswoorden als hiermee en daarmee (voornaamwoordelijke bijwoorden) Voorspelt wat er volgt na de verbindingswoorden: hoewel, bovendien, zelfs Bepaalt naar welke begrippen verwijswoorden verwijzen (persoonlijke vnw., zoals: hij, hem) (informatieve) tekst Bepaalt de hoofdgedachte van de tekst door het selecteren van belangrijke woorden Verwoordt de bedoeling van de schrijver Herkent alinea s en alineakopjes in een tekst en voorspelt de inhoud Bepaalt naar welke begrippen verwijswoorden als die, dat, het, daar, er (aanwijzende vnw.) verwijzen Formuleert de hoofdgedachte van een alinea (wat vindt de schrijver het belangrijkst?) Stelt zichzelf tijdens het lezen vragen over relevantie, betrouwbaarheid, mening of feit (kritisch lezen) basis van concrete en abstracte aanwijzingen in de tekst Maakt een opbouwschema van een informatieve tekst met een vergelijkingstructuur en herkent de signaalwoorden Maakt een beknopte samenvatting van de tekst op basis van de hoofdgedachten van de alinea s Kiest een geschikte tekst om een meningtekst, actietekst of een toneelstuk voor te bereiden Maakt een begrippenschema n.a.v. een informatieve tekst Bepaalt de betekenis van alle verwijswoorden uit de tekst Legt een relatie tussen tekstuele informatie en meer algemene kennis Geeft de bedoeling weer van tekstgedeelten en specifieke formuleringen Evalueert en beoordeelt relaties tussen en binnen teksten

11 Leerjaar Instapniveau Literaire/fictionele teksten Einddoelen Meijerink (2F): -Herkent genre. -Herkent rijmvormen en ritme. -Evalueert de tekst met emotieve en realistische (geloofwaardig, levensecht) argumenten. -Kan persoonlijke reacties toelichten met voorbeelden uit de tekst Leest voor aan klasgenoten Leest dagelijks met plezier ±30 Doet mee aan allerlei activiteiten rond minuten in zelfgekozen teksten of boeken (invullen leeslogboeken, boeken creatieve activiteiten) Praat met klasgenoten over gelezen Herkent het nut van lezen in het boeken Legt relaties tussen de tekst en de dagelijks leven Voorspelt aan de hand van de omslag werkelijkheid (associatief). van een boek een onderwerp uit Wijst dramatische passages aan in de het boek tekst Kiest aan de hand van de Herkent verschillende emoties in de samenvatting op de achterkant zelf tekst, zoals verdriet, boosheid en de boeken uit, die het leukst lijken blijdschap Bezoekt bibliotheek en schoolmediatheek Benoemt het onderwerp van de tekst Ervaart dat iemand anders een ander waardeoordeel over een tekst kan hebben

12 Leerjaar Literaire/fictionele teksten Geeft mondeling of schriftelijk een oordeel over een gelezen tekst/boek (ik vind het leuk omdat...) Heeft enig inzicht in een voorkeur voor bepaalde teksten en boeken (ontwikkelt leesvoorkeur/literaire smaak) Past literaire begrippen toe, zoals fictie, gedicht, liedje en rijm. Herkent basale structuurelementen, zoals wisselingen van tijd en plaats, rijm en versvorm. Maakt een samenvatting van gedichten en verhaalfragmenten, zoals begin, eind en climax Leeft mee met een personage en legt uit hoe een personage zich voelt. Typeert personages zowel qua innerlijk als qua uiterlijk Verwoordt sympathie of antipathie voor bepaalde personages en licht dit toe Beschrijft en beargumenteert eigen voorkeur voor soorten boeken, genre of auteur (ik houd van spannende verhalen/auteur omdat..) Kiest boeken op basis van eigen voorkeur voor onderwerpen en/of auteurs Zoekt zelfstandig boeken en teksten in de bibliotheek Promoot een boek bij groepsgenoten Herkent rijmvormen en ritme Beschrijft situaties en verwikkelingen in de tekst Beschrijft het denken, voelen en handelen van personages Herkent verschillende verhaalgenres (zoals fantasy, oorlogsroman of detective) Vertelt de geschiedenis van een verhaal chronologisch na Praat en discussieert met klasgenoten over gelezen boeken Past bij evaluatie van de tekst literaire begrippen toe in proza (zoals flashback, open en gesloten einde en tijdsverdichting) Past bij evaluatie van de tekst literaire begrippen toe in poëzie (zoals rijmschema, versregel en strofe). Geeft bij evaluatie van poëzie aan of de regels ritmisch goed lopen Bepaalt in welke mate de personages en gebeurtenissen herkenbaar en realistisch zijn. Herkent letterlijk en figuurlijk taalgebruik Licht persoonlijke reacties toe met voorbeelden uit de tekst

13 3. Schrijfvaardigheid Leerjaar Instapniveau Schrijven Einddoelen Meijerink (2F): -Kan s of Verzamelt materiaal voor het schrijven van een tekst (brainstorm, Internet) Past de geleerde spellingsregels toe tijdens het schrijven Schrijft een briefje, kaart of om informatie te vragen, iemand te bedanken, te feliciteren, uit te nodigen e.d. informele brieven schrijven en daarmee meningen en gevoelens uitdrukken. -Kan aantekeningen maken tijdens een uitleg of les. -Kan onderhoudende teksten schrijven en overtuigen met argumenten. -Kan verslagen en werkstukken schrijven met behulp van een stramien en daarbij informatie uit verscheidene bronnen vergelijken, samenvoegen en samenvatten. - Past het woordgebruik en toon aan het publiek aan. Gebruikt bij het schrijven van de tekst passende en frequent voorkomende woorden en formuleert in enkelvoudige zinnen Hanteert titel in een tekst Voorziet een brief op de gebruikelijke plaats van datering, adressering, aanhef en ondertekening. Schrijft met plezier verschillende korte teksten Verzamelt vooraf informatie uit verschillende bronnen en ordent dit op thema/tijd Stelt voor het schrijven het onderwerp vast (waarover ga ik schrijven?) Vult een (niet te complex) formulier in Past bij het schrijven van een tekst diverse tekstconventies toe (aanhef van een brief) Schrijft een verslag of een werkstuk en vat daarbij stukjes informatie uit verscheidene bronnen samen Maakt aantekeningen en geeft deze overzichtelijk weer Hanteert verschil formeel/informeel in een brief. Besteedt aandacht aan de opmaak van de tekst (handschrift, bladspiegel, eventueel beeldende elementen en kleur) Schrijft eigen ideeën, ervaringen, Stelt voor het schrijven de tekstsoort vast Stelt voor het schrijven een schrijfdoel vast (waarom schrijf ik, wat wil ik bereiken?) Kent de kenmerken van een verhalende en een informatieve tekst Maakt aantekeningen tijdens een uitleg of les. Gebruikt veel voorkomende verbindingswoorden (als, hoewel) correct. Controleert met hulp van anderen zijn eerste versie op inhoud Gebruikt bij het schrijven de juiste interpunctie: komma, puntjes Verwerkt opmerkingen van de leerkracht over spelling en interpunctie (hoofdletter, punt, vraagteken) in zijn tekst Stelt een advertentie op om Schrijft een verhaal met een duidelijke inleiding, kern en afsluiting Controleert zijn eerste versie zelfstandig op inhoud, zinsbouw, geleerde spelling en interpunctie Verwerkt verbeterpunten in zijn definitieve tekst Reflecteert voor, tijdens en na het schrijven op de tekst en het schrijfproces (past een uitgebreid schrijfplan zelfstandig toe) Schrijft s of informele brieven en drukt daarbij meningen en gevoelens uit Brengt bij langere teksten (meer dan twee A4) met behulp van ondersteuning aanpassingen aan in de lay-out Schrijft een tekst met een titel en tussenkopjes Formuleert in enkelvoudige en samengestelde zinnen Schrijft verschillende soorten teksten (verhalende, informatief, beschouwend, meningtekst) en kent en gebruikt de kenmerken van deze teksten Maakt met behulp van standaardformuleringen eenvoudige zakelijke brieven en stelt schriftelijke verzoeken op. Schrijft verslagen en werkstukken met behulp van een stramien en kan daarbij informatie uit verscheidene bronnen vergelijken, samenvoegen en samenvatten Schrijft onderhoudende teksten en overtuigt hierbij met argumenten Past het woordgebruik en toon aan het publiek aan Schrijft een instructieve tekst (bvb hoe een apparaat werkt)

14 gebeurtenissen en fantasieën op in een verhaal, in een bijvoorbeeld spullen te verkopen. Hanteert tekstkopjes in een tekst Stelt voor het schrijven het lezerspubliek vast (voor wie schrijf ik?) Maakt een collage, een krant of muurkrant informatieve tekst of in een gedicht Schrijft notities, berichten en instructies waarin eenvoudige informatie van onmiddellijke relevantie wordt overgebracht

15 4 Taalverzorging en begrippen Leerjaar Instapniveau Spelling Einddoelen Meijerink (2F): -Verdubbeling en verenkeling. -Morfologische regels. -Tt stam op d enkelvoud. -Tt (zwakke) werkwoorden, enkelvoud. -Vt zwakke werkwoorden, met stam op d of t. -Spelambigue woorden. -Hoofdletters bij eigennaam en directe rede. Spelt woorden eindigend op een lange klinker Spelt verkleinwoorden met je, tje en pje Spelt alle klankzuivere, eenlettergrepige woorden (markt, wolf, strak) Spelt twee- en eenvoudige drielettergrepige woorden, eindigend op el, -em, -er, -de, - te; met een onbeklemtoonde eindlettergreep, -ig,-lijk en beginnend met be-, ge-, ver- Spelt twee- en eenvoudige drielettergrepige woorden met open/ gesloten eerste lettergreep Spelt woorden op -eren, -enen, ele(n), -ale Spelt woorden met letters die niet worden uitgesproken (kistje, lopen) Spelt klankzuiver en nietklankzuiver samengestelde woorden Spelt woorden met de lettergreep eindigend op d, -b -Kennis grammaticale begrippen voor werkwoordsspellin g. Spelt woorden op -igheid, -lijkheid, -rijk, -(b)aar, -loos, -zaam, -erij Spelt woorden met een c voor /k/ of /s/ Gebruikt hoofdletters voor eigennamen en directe rede Past bij werkwoordsspelling de analogieregel toe (hij loopt, zoekt) Spelt woorden op heid, achtig, - (e)lijk Past de verenkeling of verdubbeling van de medeklinker toe bij Spelt woorden op tie, isch en teit Gebruikt aanhalingstekens correct Spelt woorden met s Spelt woorden met eau en au voor /oo/ en ou voor /oe/ Spelt voltooid deelwoorden (niet eindigend op d) Woorden met een overtreffende trap Spelt verkleinwoorden -ootje, eetje, uutje Spelt woorden beginnend met een lettergreep op th-, wr-, ch- Spelt woorden met een x Past de gelijkvormigheidsregel toe bij niet klankzuivere woorden op d-t, b-p (hond-honden, ribribben) Spelt het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord correct Spelt voltooid deelwoorden Beheerst de algemene regels van de werkwoordspelling (hij verwachtte, de verwachte brief) Spelt woorden eindigend op iaal, ieel, eaal, -ueel en age en oge Spelt woorden met n bij stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden Spelt niet te beredeneren woorden door woordbeeldtraining Spelt leenwoorden (politie, liter, computer, journaal). Spelt alle woorden en woordsamenstellingen correct

16 meervoudsvorming Gebruikt de punt, het vraagteken, het uitroepteken en hoofdletters correct (eindigend op d) (geleidelijk, ademhaling, voetbalwedstrijd) Spelt ambigue woorden correct (woorden waarbij de klank geen uitsluitsel geeft, zoals mouwen)

17 Leerjaar Instapniveau Woord- en zinsbouw Einddoelen Meijerink (2F): -Vertoont een redelijke grammaticale beheersing -Gebruikt kort e eenvoudige zinnen en verbindt deze door de juiste eenvoudige voegwoorden en verbindingswoorden. Herkent en gebruikt vertel- en vraagzinnen (volgorde en intonatie) Past de persoonsvorm aan het onderwerp aan (enkelvoud en meervoud) Herkent en gebruikt bijvoeglijke naamwoorden Herkent en gebruikt de juiste persoonlijke voornaamwoorden Herkent en benoemt de persoonsvorm en onderwerp in zinnen met een vraagwoord Herkent en benoemt het voltooid deelwoord in een zin Herkent en benoemt zelfstandig naamwoorden (woorden voor mensen dieren, dingen) Noemt in samenstellingen(zn-zn) de twee woorden en vormt samenstellingen Herkent en gebruikt voorzetsels van plaats en tijd Weet wanneer het lidwoord een wordt gebruikt Past lidwoorden op de juiste manier toe Herkent en benoemt werkwoord (doenwoord) Herkent correcte en niet grammaticaal correct opgebouwde zinnen (max.9 woorden) Herkent en gebruikt de juiste bezittelijke voornaamwoorden Vervoegt werkwoorden in de o.t.t. (regelmatig) Herkent en vormt regelmatige trappen van vergelijking

18 Leerjaar Woord- en zinsbouw Herkent en gebruikt de juiste Leidt de woordenboekvorm af van Gebruikt korte en eenvoudige Vertoont een redelijke grammaticale aanwijzende voornaamwoorden scheidbare werkwoorden zinnen en verbindt deze door de beheersing en bepaalt waar het verwijswoord Ontleedt zinnen in onderwerp, juiste voegwoorden en Maakt samengestelde zinnen samen naar verwijst persoonsvorm en hele werkwoord verbindingswoorden met een aantal voegwoorden c.q. Herkent en gebruikt Benoemt en gebruikt de Maakt van passieve zinnen actieve verbindingswoorden (en, want, persoonsaanduidende woorden persoonsvorm, hele werkwoord zinnen en andersom maar, dus, omdat, terwijl) en als verwijswoord en deelwoord van scheidbare Ontleedt bevelende zinnen scheidt deze zinnen weer Herkent en gebruikt scheidbare werkwoorden Herkent persoonsvorm in zinnen Past de leerstof over ontleden en werkwoorden in zinnen Zet zinnen om van directe naar met er benoemen van zinsdelen Herkent en gebruikt voorzetsels indirecte rede en andersom Onderscheidt en benoemt veelvuldig toe (herhaling). Vindt de persoonsvorm met de Herkent en benoemt lijdend werkwoordelijk gezegde in zin Kent het verschil tussen vraagproef, getalproef en voorwerp en meewerkend Verdeelt een enkelvoudige zin in samenstellingen en afleidingen tijdproef voorwerp persoonsvorm, onderwerp, (waterpomp, schoonheid) Gebruikt aanhalingstekens anders Vervoegt werkwoorden in o.v.t. (sterk, gezegde en andere zinsdelen en dan in directe rede zwak) noemt persoonsvorm, onderwerp Herkent en gebruikt de juiste Herkent de verbuiging van en verbuigt en gezegde woordvolgorde in hoofd- en bijzin bijvoeglijke naamwoorden, inclusief Vervoegt werkwoorden in Herkent bijvoeglijke naamwoorden stoffelijke bijv. nw. o.t.t.(onregelmatig) die van een werkwoord zijn Herkent en gebruikt een aantal frequent gemaakt voorkomende voor- en Vervoegt werkwoorden in de v.v.t. en achtervoegsels (-loos, on-) v.t.t. Herkent en vormt onregelmatige trappen van vergelijking Herkent en vormt samenstellingen, opgebouwd uit zelfstandig naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden of werkwoorden

19 Leerjaar Instapniveau Woordenschat en woordenschatstrategieën Einddoelen Meijerink (2F): -Beschikt over voldoende woorden om zich te kunnen uiten. -Varieert het woordgebruik. -Kan de betekenis van onbekende woorden uit de vorm, de samenstelling of de context afleiden. Breidt zijn woordenschat uit met uitdrukkingen die meestal letterlijk zijn te interpreteren Breidt zijn woordenschat uit met schooltaalwoorden Breidt zijn woordenschat uit met uitdrukkingen en gezegden Leidt de betekenis van een woord af uit de woordbouw (voorvoegsel, verbuigingen, samengesteld woord) Leidt de betekenis van eenvoudige samengestelde woorden af uit de woordbouw Leidt de betekenis van een aantal woorden af uit de context van het woord Groepeert woorden om ze te onthouden Maakt associaties bij woorden (woordweb) om ze te onthouden Breidt zijn woordenschat uit met Breidt zijn woordenschat uit met Gebruikt met hulp een tweetalig Breidt zijn woordenschat uit met woorden vaktaalwoorden (verdampen, signaalwoorden (dus, indien) woordenboek om woorden te leren uit het arbeidsproces (contract, gewassen) Gebruikt een meer uitgebreid (betekenis opzoeken van sollicitatie, ontslag) Kent diverse uitdrukkingen en gezegden woordenboek (van Dale) om woorden leenwoorden) Breidt zijn woordenschat uit door de Gebruikt een eenvoudig woordenboek te leren Kiest de juiste betekenis in het betekenis van onbekende woorden af (Prisma) om woorden te leren Gebruikt een woordenboek op de woordenboek te leiden uit de tekst door vorm, Maakt bij het afleiden van de betekenis computer om woorden op te zoeken Omschrijft een onbekend woord woordsoort, samenstelling of context gebruik van relaties tussen woorden Maakt een eigen woordenlijst / Past geleerde woordleer- en onthoud - (tegenstellingen, synoniemen, woordkaartjes om woorden te strategieën zelfstandig toe. gradaties in sterkte e.d. in context) onthouden Definieert de betekenis van woorden op Past geleerde woordleer- en verschillende manieren (letterlijke en onthoudstrategieën zelfstandig toe na figuurlijke betekenis, synoniem, hierop gewezen te zijn homoniem)

Leerjaar 3: Doelenlijst Nederlands voor leerroute A, B en C

Leerjaar 3: Doelenlijst Nederlands voor leerroute A, B en C Leerjaar 3: Doelenlijst Nederlands voor leerroute A, B en C Mondelinge taalvaardigheid, Leesvaardigheid, Schrijfvaardigheid, Taalverzorging en begrippen MONDELINGE TAALVAARDIGHEID 1.1 Gespreksvaardigheid

Nadere informatie

Leerjaar 2: Doelenlijst Nederlands Voor leerroute A, B en C

Leerjaar 2: Doelenlijst Nederlands Voor leerroute A, B en C Leerjaar 2: Doelenlijst Nederlands Voor leerroute A, B en C Mondelinge taalvaardigheid, Leesvaardigheid, Schrijfvaardigheid, Taalverzorging en begrippen MONDELINGE TAALVAARDIGHEID 1.1 Gespreksvaardigheid

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Vak: Nederlands Klas: vmbo-tl 2 Onderdeel: Spelling 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 vmbo de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 vmbo de betekenis

Nadere informatie

2F TAKEN SPECIFICATIE EN KENMERKEN week 1 week 2 week 3 week 4 week 5 week 6 week 7 week 8 week 9 week 10 Neemt deel aan discussie en overleg

2F TAKEN SPECIFICATIE EN KENMERKEN week 1 week 2 week 3 week 4 week 5 week 6 week 7 week 8 week 9 week 10 Neemt deel aan discussie en overleg 2F TAKEN SPECIFICATIE EN KENMERKEN week 1 week 2 week 3 week 4 week 5 week 6 week 7 week 8 week 9 week 10 Neemt deel aan discussie en overleg Gesprekken Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse

Nadere informatie

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (2F)

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (2F) Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink 1. Mondelinge Taalvaardigheid 1 1.1. Gesprekken Algemene omschrijving Kan in gesprekken over alledaagse en niet-alledaagse onderwerpen uit

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp werkwoordelijk gezegde

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp

Nadere informatie

Leerlijnenpakket Passende Perspectieven (taal)

Leerlijnenpakket Passende Perspectieven (taal) Herkomst Leerlijnenpakket Passende Perspectieven (taal) Eigen school Periode DL -20 t/m 200 Schrijven Schrijven - 1-2 GL + Schrijft tekens die op letters ( beginnen te) lijken -19-0 -19-0 -19-0 Soort tekst

Nadere informatie

Nederlands ( 2F havo vwo )

Nederlands ( 2F havo vwo ) Tussendoelen Nederlands Nederlands ( 2F havo vwo ) havo/vwo = Basis Leesvaardigheid zakelijke teksten Onderwerpen teksten over alledaagse onderwerpen, onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld van de

Nadere informatie

STANDAARDISERING DOELGROEPENMODEL (V)SO

STANDAARDISERING DOELGROEPENMODEL (V)SO STANDAARDISERING DOELGROEPENMODEL (V)SO BIJLAGE 7: KIJKWIJZER TAAL LEERSTANDAARD (V)SO AAN PASSENDE PERSPECTIEVEN VERSIE 5.0 Korte toelichting Versie 5.0 Deze kijkwijzer bevat selecties van doelen uit

Nadere informatie

Kinderen leren schrijven. www.taalvorming.nl

Kinderen leren schrijven. www.taalvorming.nl Kinderen leren schrijven www.taalvorming.nl Uitgangspunten van taalvorming Taalvorming is een lang bestaande werkwijze die je ook kunt zien als schrijfdidactiek werken vanuit eigen ervaringen samenhang

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Onderdeel: Hoofdstuktoets [Je leert over] onderwerp, deelonderwerpen en hoofgedachte. 2F Ik kan onderwerp en deelonderwerpen van een tekst vinden. 2F Ik kan de hoofdgedachte van een tekst vinden. 2F Ik

Nadere informatie

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 3 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan een deel zuiver morfologisch

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 3 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan een deel

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Onderdeel: Grammatica zinsdelen 1F Grammaticale kennis: onderwerp, lijdend voorwerp, hoofdzin, bijzin, gezegde, persoonsvorm. 1E Grammaticale kennis: meewerkend voorwerp. 2E Grammaticale kennis: bijwoordelijke

Nadere informatie

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (1F)

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (1F) Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink 1. Mondelinge Taalvaardigheid 1 1.1. Gesprekken Algemene omschrijving Kan eenvoudige gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen in het

Nadere informatie

Leerroute 1 naar 1S: Gesprekken

Leerroute 1 naar 1S: Gesprekken Leerroute 1 naar 1S: Gesprekken - Is zich ervan bewust dat hij een gesprek voert met als doel informatie te verkrijgen. - Is zich bewust dat hij een gesprek voert met een bepaald doel. - Blijft trouw aan

Nadere informatie

ROUTE 2F, Nederlands voor niveau 2F

ROUTE 2F, Nederlands voor niveau 2F ROUTE 2F, Nederlands voor niveau 2F Schrijfvaardigheid * Kan samenhangende teksten schrijven met een eenvoudige, lineaire opbouw, over uiteenlopende vertrouwde onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Onderdeel: Spelling Lesperiode: week 1 t/m week 3 Aantal lessen per week: 4 Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van

Nadere informatie

VSO Leerlijn Mondelinge taal

VSO Leerlijn Mondelinge taal VSO Leerlijn Mondelinge taal MONDELINGE TAAL Leerlijnen Kerndoelen Uitstroom Dagbesteding/Arbeid 1.1. Communicatieve voorwaarden 1. De leerling leert te communiceren met voor hem/haar geëigende middelen

Nadere informatie

Visuele Leerlijn Taal

Visuele Leerlijn Taal Visuele Leerlijn Taal www.gynzy.com Versie: 05-09-2019 Taalbegrip Abstracties Probleem & oplossing Zender & ontvanger Functies van taal Discussie Standpunt & argument Feit & mening Illustratie (als voorbeeld)

Nadere informatie

Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl )

Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl ) Einddoelen Nederlands Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl ) vmbo bovenbouw = CE = Basis = SE = Varieert per bb/kb/gt-leerweg en varieert ook door de keuze voor papieren of digitaal examen. Zie Syllabus 2014. Leesvaardigheid

Nadere informatie

Leerroute 1: Schrijven

Leerroute 1: Schrijven Leerroute 1: Schrijven op doel Samenhang Woordgebruik & woordenschat Voorwaardelijk op publiek Leesbaarheid Taalverzorging - Kan fonemen onderscheiden - Weet dat letters met klanken corresponderen - Schrijft

Nadere informatie

Leerstofoverzicht Taal in beeld groep 4

Leerstofoverzicht Taal in beeld groep 4 Leerstofoverzicht Taal in beeld groep blok woordenschat spreken/luisteren schrijven taalbeschouwing Les : betekenis door plaatje Les : spreken Les : bij elke tekst hoort een schrijver Les : spelen met

Nadere informatie

ROUTE 2F, Nederlands voor niveau 2F

ROUTE 2F, Nederlands voor niveau 2F ROUTE 2F, Nederlands voor niveau 2F Schrijfvaardigheid * Kan samenhangende teksten schrijven met een eenvoudige, lineaire opbouw, over uiteenlopende vertrouwde onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en

Nadere informatie

Visuele Leerlijn Spelling

Visuele Leerlijn Spelling Visuele Leerlijn Spelling www.gynzy.com Versie: 15-08-2018 Begrippen Klanken & Letters Klank (begrip) Klinker of medeklinker (begrip) Korte of lange klank (begrip) Tweetekenklank (begrip) Lange-, korte-,

Nadere informatie

Onderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: - NEX Klas: IG2 HV Onderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Lesperiode: 2 1 Nieuwsbegrip en Nieuwsbegrip XL Materiaal: Leerlingschrift A4 Snelhechter Markeerstift Al

Nadere informatie

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: PIT HAVO-2 +HAVO/VWO-2 2016-2017 Vak: Nederlands Onderdeel: Spelling H1 en H2 Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1 en 2 Extra materiaal: Nieuw Nederlands Online De leerling kent de volgende

Nadere informatie

Onderdeel: Spelling - ANV Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Spelling - ANV Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Vak: Nederlands Klas: IG2 MH/HV Onderdeel: Spelling - ANV Aantal lessen per week: 2 Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: & 2 Blz. 33 t/m 35 Digitale methode F Spelling: verdubbeling en verenkeling. F

Nadere informatie

Onderdeel: Spelling - ANV Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Spelling - ANV Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Klas: IG2 HV Onderdeel: Spelling - ANV Aantal lessen per week: 2 Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: & 2 Blz. 33 t/m 35 Digitale methode F Spelling: verdubbeling en verenkeling. F Spelling: vorming

Nadere informatie

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Vak: Nederlands Klas: IG2 MH/HV Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 4 Aantal lessen per week: 2 Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 1 & 2 Blz. 33 t/m 35 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling

Nadere informatie

OVERZICHT TUSSENDOELEN GEVORDERDE GELETTERDHEID. 1. Lees- en schrijfmotivatie

OVERZICHT TUSSENDOELEN GEVORDERDE GELETTERDHEID. 1. Lees- en schrijfmotivatie OVERZICHT TUSSENDOELEN GEVORDERDE GELETTERDHEID 1. Lees- en schrijfmotivatie 1.1 Kinderen zijn intrinsiek gemotiveerd voor lezen en schrijven. 1.2 Ze beschouwen lezen en schrijven als dagelijkse routines.

Nadere informatie

Referentieniveaus. Conclusies

Referentieniveaus. Conclusies Referentieniveaus In Alles-Apart worden alle regels en strategieën aangeboden op het gebied van begrijpend lezen, (werkwoord)spelling, grammatica en Engels. Tijdens de projecten worden deze regels en strategieën

Nadere informatie

Leerlijn Spreken & luisteren groep 5

Leerlijn Spreken & luisteren groep 5 Leerlijn Spreken & luisteren groep 5 Spreken (individueel / gesprekken voeren): Luisteren: Een monoloog houden in een kleine groep, duidelijk verwoorden wat ze bedoelen. Een gesprek (overleg) voeren in

Nadere informatie

Taalprofiel. Kwalificatiedossier Parketteur. Johan de Wittlaan 11 Postbus AJ Woerden T (0348) F (0348)

Taalprofiel. Kwalificatiedossier Parketteur. Johan de Wittlaan 11 Postbus AJ Woerden T (0348) F (0348) Taalprofiel Kwalificatiedossier Parketteur Johan de Wittlaan 11 Postbus 394 3440 AJ Woerden T (0348) 466 440 F (0348) 466 441 info@shm.nl www.shm.nl Inleiding bij het taalprofiel van het kwalificatiedossier

Nadere informatie

Totaaloverzicht kant-en-klare sjablonen Nederlands Cito spelling 3.0 Cito spelling 2.0 Begrijpend lezen Grammatica Studievaardigheid

Totaaloverzicht kant-en-klare sjablonen Nederlands Cito spelling 3.0 Cito spelling 2.0 Begrijpend lezen Grammatica Studievaardigheid Totaaloverzicht kant-en-klare sjablonen Nederlands Cito spelling 3.0 Cito spelling 2.0 Begrijpend lezen Grammatica Studievaardigheid Werkwoordspelling Woordenschat en uitdrukkingen Naam takenmap Cito Spelling

Nadere informatie

Tussendoelen Gevorderde Geletterdheid. 1. Tussendoelen lees- en schrijfmotivatie. 2. Tussendoelen technisch lezen

Tussendoelen Gevorderde Geletterdheid. 1. Tussendoelen lees- en schrijfmotivatie. 2. Tussendoelen technisch lezen Tussendoelen Gevorderde Geletterdheid Bron: Aarnoutse, C. & Verhoeven, L. (red.), Zandt, R. van het, Biemond, H.(in voorbereiding). Tussendoelen Gevorderde Geletterdheid. Een leerlijn voor groep 4 tot

Nadere informatie

Taaldomein vmbo. 4 Een mondelinge presentatie Hulpmiddelen: PowerPointpresentatie. k4 3 De spreekbeurt Soorten spreekbeurten De boekpresentatie

Taaldomein vmbo. 4 Een mondelinge presentatie Hulpmiddelen: PowerPointpresentatie. k4 3 De spreekbeurt Soorten spreekbeurten De boekpresentatie Taaldomein vmbo Methode Taaldomein 1 Mondeling 60p Schooltype vmbo-kgt 1-2, k3-4 2 Lezen 266p Editie vanaf 2004 3 Schrijven 120p Niveau 2F 4 Taalbeschouwing 285p 4 Een mondelinge presentatie Hulpmiddelen:

Nadere informatie

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen 1.1 Eigen kennis 1.1.1 Kinderen kunnen hun eigen kennis activeren, m.a.w. ze kunnen aangeven wat ze over een bepaald onderwerp al weten en welke ervaringen ze er

Nadere informatie

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden

Nadere informatie

Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden

Nadere informatie

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1 SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart Uitgeverij Alles-in-1 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede 2 maart 2010 Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder

Nadere informatie

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1 SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart Uitgeverij Alles-in-1 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede 2 maart 2010 Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: leesvaardigheid Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1 + 2 Theorie blz. 7-8, 50 aantekeningen oefeningen uit het leerboek stappenplan lezen De leerling kent de termen onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte,

Nadere informatie

Taal in beeld Spelling in beeld

Taal in beeld Spelling in beeld Taal in beeld/ / Spelling in beeld Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld

Nadere informatie

Nederlands ( 3F havo vwo )

Nederlands ( 3F havo vwo ) Nederlands Nederlands ( 3F havo vwo ) havo/vwo bovenbouw = CE = Verdiepende keuzestof = SE Mondelinge taalvaardigheid Subdomeinen Gespreksvaardigheid Taken: - deelnemen aan discussie en overleg - informatie

Nadere informatie

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands colofon Dit overzicht is samengesteld door Josée Coenen, auteur van De bovenkamer. Vormgeving Marjo Starink Bazalt 2016 Voor meer

Nadere informatie

Lesstof overzicht Station vanaf

Lesstof overzicht Station vanaf Lesstof overzicht Station vanaf 2018 complete methode Nederlands vmbo STATION Mondelinge taalvaardigheid Nederlands vmbo KGT 1 Beter gebekt STATION Nederlands vmbo BK 1 Tussen hoofdletter en punt jaar

Nadere informatie

VSO Leerlijn Schriftelijke taal

VSO Leerlijn Schriftelijke taal VSO Leerlijn Schriftelijke taal Schriftelijke taal (Voorbereidend) TECHNISCH LEZEN SCHRIFTELIJKE TAAL Leerlijnen Kerndoelen Uitstroom Dagbesteding/Arbeid Technisch lezen 4. De leerling leert informatieve

Nadere informatie

TAALDREMPELS OPLEIDINGSVLOER INFORMATICA

TAALDREMPELS OPLEIDINGSVLOER INFORMATICA TAALDREMPELS OPLEIDINGSVLOER INFORMATICA Aan: Directie opleiding Informatica Van: Huis van het Nederlands 11/04/2012 Dit zijn talige eisen die alleen de opleiding stelt. Voor de werkvloer zijn ze niet

Nadere informatie

Referentiekader Nieuw Nederlands T/H / GT 5 e editie klas 1 en 4 e editie voor klas 2, 3, 4

Referentiekader Nieuw Nederlands T/H / GT 5 e editie klas 1 en 4 e editie voor klas 2, 3, 4 Referentiekader Nieuw Nederlands T/H / GT 5 e editie klas 1 en 4 e editie voor klas 2, 3, 4 Noordhoff Uitgevers bv, 2010 1 Inhoudsopgave 1 vmbo t/havo (5 e editie)... Hoofdstuk 1... 3 Hoofdstuk 2... 5

Nadere informatie

Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2

Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2 Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2 Mondelinge taalvaardigheid: aanbod doelen voor groep 1 en 2 verwerkt in de kleuterthema s Woordenschat en woordgebruik Th 1 2 3 4 5 6 totaal uitbreiden van

Nadere informatie

Onderdeel: Grammatica zinsdelen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Grammatica zinsdelen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Onderdeel: Grammatica zinsdelen Lesperiode: 2 1, 2 en 5 Extra materiaal: PowerPoint Stappenplan zinsdelen op blz. 268 t/m 270 zinsdelen: Onderwerp Werkwoordelijk- en naamwoordelijk gezegde Lijdend voorwerp

Nadere informatie

Vak: Nederlands EBR Klas: IG 2 mh/hv Onderdeel: Leesvaardigheid Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Vak: Nederlands EBR Klas: IG 2 mh/hv Onderdeel: Leesvaardigheid Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Vak: Nederlands EBR Klas: IG 2 mh/hv Onderdeel: Leesvaardigheid Lesperiode: 5 Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 4 Blz. 127 t/m 12 Nieuw Nederlands Online H 1 t/m 4, onderdeel Lezen extra en Test Nieuwsbegrip

Nadere informatie

Leerlijn domein mondelinge taalvaardigheid

Leerlijn domein mondelinge taalvaardigheid Leerlijn domein mondelinge taalvaardigheid Kerndoelen: 1. Leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie mondeling (of schriftelijk) gestructureerd weer te

Nadere informatie

Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO

Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO Oktober 2015 Verantwoording 2015 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het

Nadere informatie

Naam leerlingen. Groep BBL 1 Nederlands. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen.

Naam leerlingen. Groep BBL 1 Nederlands. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. Verdiepend Basisarrange ment Naam leerlingen Groep BBL 1 Nederlands Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. - 5 keer per week 45 minuten basisdoelen toepassen in verdiepende contexten.

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Schooljaar 2015 2016 Nederlands havo vwo 1 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling H 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal in Beeld. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal in Beeld. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands Het gebruik van De bovenkamer bij Taal in Beeld Bij verschillende onderdelen van de taalmethode Taal in Beeld, kunt u De bovenkamer

Nadere informatie

Curriculum Leerroute 4 en 5

Curriculum Leerroute 4 en 5 Curriculum Leerroute 4 en 5 Mondelinge taal-vso Dit curriculum is gebaseerd op de ZML SO en VSO leerlijn Mondelinge en schriftelijke taal, CED-groep, 2012. In dit curriculum zijn de cruciale doelen opgenomen.

Nadere informatie

DATplus. Kerndoelanalyse SLO

DATplus. Kerndoelanalyse SLO DATplus Kerndoelanalyse SLO September 2014 Verantwoording 2014SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande toestemming

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2018-2019 Klas: HV1 Lesperiode: 1 + 2 Diploma grammatica Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: Grammatica HF 1 t/m 6 Bladzijde: 25 t/m 30, 67 t/m 72, 109 t/m 114, 151 t/m 156, 193 t/m 198, 235

Nadere informatie

2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede

2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Taalfontein Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om

Nadere informatie

VSO Leerlijn Technisch Lezen

VSO Leerlijn Technisch Lezen VSO Leerlijn Technisch Lezen (Voorbereidend) TECHNISCH LEZEN Leerlijnen Kerndoelen Uitstroom Dagbesteding/Arbeid Technisch lezen 4. De leerling leert informatieve en verhalende teksten te lezen over onderwerpen

Nadere informatie

Zin in taal/ Zin in spelling tweede editie

Zin in taal/ Zin in spelling tweede editie Zin in taal/ Zin in spelling tweede editiee Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt

Nadere informatie

Nederlands. complete methode. Lesstof overzicht. vmbo. Mondelinge taalvaardigheid

Nederlands. complete methode. Lesstof overzicht. vmbo. Mondelinge taalvaardigheid Lesstof overzicht complete methode Nederlands vmbo STATION Mondelinge taalvaardigheid Nederlands vmbo KGT 1 Beter gebekt Uitgeverij: Eisma Edumedia bv Postbus 459 8901 BG Leeuwarden T (088) 294 48 80 F

Nadere informatie

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 13-14-15

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 13-14-15 Examenprogramma NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat kan

Nadere informatie

Eindtermen Nederlands

Eindtermen Nederlands Nederlands 1F NE2 Eindtermen Nederlands Deze eindtermen bestaan uit drie onderdelen: zakelijke teksten, fictionele teksten en schrijven. Zakelijke teksten Kan eenvoudige teksten lezen over alledaagse onderwerpen

Nadere informatie

Vak: Nederlands EBR Klas: IG2 hv Onderdeel: Fictie en Schrijven Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Vak: Nederlands EBR Klas: IG2 hv Onderdeel: Fictie en Schrijven Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Vak: Nederlands EBR Klas: IG2 hv Onderdeel: Fictie en Schrijven 4 Lessen Nederlands: Stimuleren vrij lezen, Verhaalfragmenten aanbieden/promopraatjes Nieuw Nederlands Hoofdstuk: Spreken en Gesprekken blz.

Nadere informatie

Taal en rekenenen bij kwalificatiedossier Helpende zorg en welzijn 2010-2011

Taal en rekenenen bij kwalificatiedossier Helpende zorg en welzijn 2010-2011 Servicedocument Taal en rekenenen bij kwalificatiedossier Helpende zorg en welzijn 2010-2011 Calibris Kenniscentrum voor leren in de praktijk in Zorg, Welzijn en Sport Postbus 131 3980 CC Bunnik T 030

Nadere informatie

VSO Leerlijn Mondelinge en schriftelijke taal (versie augustus taal 2018)

VSO Leerlijn Mondelinge en schriftelijke taal (versie augustus taal 2018) VSO Leerlijn Mondelinge en schriftelijke taal (versie augustus taal 2018) MONDELINGE TAAL Leerlijnen Kerndoelen Uitstroom Dagbesteding/Arbeid 1.1. Communicatieve voorwaarden 1. De leerling leert te communiceren

Nadere informatie

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief Bij de verschillende onderdelen van Taal actief kunt u onderdelen uit De bovenkamer

Nadere informatie

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (4F)

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (4F) Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (4F) 1. Mondelinge Taalvaardigheid Niveau 4F 1.1 Gesprekken Algemene omschrijving Kan in alle soorten gesprekken de taal nauwkeurig en doeltreffend

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio /HV Lesperiode: 1 Taalportfolio deel 1 In je taalportfolio komen 4 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode

Nadere informatie

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 14-15-16

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 14-15-16 Examenprogramma PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 14-15-16 NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Het programma van deze PIT wordt gedurende het schooljaar aangepast aan het tempo en het niveau van de klas. Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio Klas: IG1 - EBR Lesperiode: 1 en 2 Taalportfolio opdracht

Nadere informatie

Workshop BLIKSEM - Leesbegrippen in de BLIKSEM Oefenteksten en Toetsen

Workshop BLIKSEM - Leesbegrippen in de BLIKSEM Oefenteksten en Toetsen Leesbegrippen Groep 5 1. alinea (7)* 2. anekdote (2) 3. bedoeling van de schrijver (3) 4. boodschap overbrengen (1) 5. bronvermelding (2) 6. conclusie (1) 7. de bedoeling van de schrijver (2) 8. de clou

Nadere informatie

Nieuw Nederlands 4 vmbo-gt Literatuur: Lijsters (Noordhoff Uitgevers), Lezen voor de lijst

Nieuw Nederlands 4 vmbo-gt Literatuur: Lijsters (Noordhoff Uitgevers), Lezen voor de lijst Locatie: Innova Schooljaar: 2016-2018 Vak: Nederlands las: 3 & 4 Afdeling: mavo Bronnen: Nieuw Nederlands 3 vmbo-gt Nieuw Nederlands 4 vmbo-gt Literatuur: Lijsters (Noordhoff Uitgevers), Lezen voor de

Nadere informatie

PTA Nederlands TL voor overstappers uit 3H Houtrust cohort 14-15-16

PTA Nederlands TL voor overstappers uit 3H Houtrust cohort 14-15-16 Examenprogramma PTA Nederlands TL voor overstappers uit 3H Houtrust cohort 14-15-16 NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands

Nadere informatie

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen Basis Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen Deviant methode leer/werkboek VIA vooraf op weg naar 1F. De 8 thema s in het boek hebben terugkerende

Nadere informatie

Staal. Kerndoelanalyse SLO

Staal. Kerndoelanalyse SLO Staal Kerndoelanalyse SLO oktober 2014 Verantwoording 2014SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande toestemming van

Nadere informatie

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort 14-15-16

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort 14-15-16 Examenprogramma (verschillen tussen BBL en KBL zijn in de tekst aangegeven) NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in

Nadere informatie

PTA Nederlands KBL Bohemen, Kijkduin, Statenkwartier Waldeck cohort 15-16-17

PTA Nederlands KBL Bohemen, Kijkduin, Statenkwartier Waldeck cohort 15-16-17 Exameneenheden Nederlands NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat

Nadere informatie

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (3F)

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (3F) Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink 1. Mondelinge Taalvaardigheid 1.1. Gesprekken Kan op effectieve wijze deelnemen aan gesprekken over onderwerpen uit de (beroeps)opleiding

Nadere informatie

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat.

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat. A. LEER EN TOETSPLAN DUITS Onderwerp: Leesvaardigheid De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven

Nadere informatie

Nederlands ( 3F havo vwo )

Nederlands ( 3F havo vwo ) Einddoelen Nederlands Nederlands ( 3F havo vwo ) havo/vwo bovenbouw = CE = Verdiepende keuzestof = SE Mondelinge taalvaardigheid Subdomeinen Gespreksvaardigheid Taken: - deelnemen aan discussie en overleg

Nadere informatie

PTA Nederlands BBL Kijkduin, Statenkwartier Waldeck cohort 15-16-17

PTA Nederlands BBL Kijkduin, Statenkwartier Waldeck cohort 15-16-17 Exameneenheden Nederlands (verschillen tussen BBL en KBL zijn in de tekst aangegeven) NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands

Nadere informatie

Op niveau vmbo. Thieme Meulenhoff. Domein 2 Leesvaardigheid Zakelijke teksten deel hs leerstof vanaf pg. kgt1 1 Over Caja Cazemier

Op niveau vmbo. Thieme Meulenhoff. Domein 2 Leesvaardigheid Zakelijke teksten deel hs leerstof vanaf pg. kgt1 1 Over Caja Cazemier Op niveau vmbo Thieme Meulenhoff Methode Op niveau 1 Mondeling 46p Schooltype vmbo-kgt1-2 en k3 2 Lezen 343p Editie vanaf 2007 3 Schrijven 61p Niveau 2F 4 Taalbeschouwing 168p Opmerking Op niveau 4k verschijnt

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende regel De stam van werkwoorden kunnen noteren

Nadere informatie

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort Examenprogramma (verschillen tussen BBL en KBL zijn in de tekst aangegeven) NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in

Nadere informatie

Kan-beschrijvingen ERK A2

Kan-beschrijvingen ERK A2 Kan-beschrijvingen ERK A2 Lezen Ik kan zeer korte, eenvoudige teksten lezen. Ik kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, folders, menu's en dienstregelingen

Nadere informatie

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Statenkwartier cohort

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Statenkwartier cohort Examenprogramma NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat kan

Nadere informatie

Zakelijk Professioneel (PROF) - B2

Zakelijk Professioneel (PROF) - B2 Zakelijk Professioneel (PROF) - B2 Voor wie? Voor hogeropgeleiden die hun taalvaardigheid in het Nederlands zullen moeten bewijzen op de werkvloer in Vlaanderen, Nederland of in een buitenlands bedrijf

Nadere informatie

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen Vooraf De syntheseproef bestaat uit een aantal onderdelen. 1. Schriftelijke taalvaardigheid Het verslag dat je maakte van de aidsgetuigenis van Kristof

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Vak: Nederlands Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Lesperiode: 1 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

tip! in leerjaar 1, is nog weinig verschil; mavo mag deze samenvatting ook gebruiken

tip! in leerjaar 1, is nog weinig verschil; mavo mag deze samenvatting ook gebruiken Boekverslag door Tmp_cox 1720 woorden 25 oktober 2012 5.8 259 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands NIEUW NEDERLANDS; Samenvatting, (mavo), havo, vwo hoofdstuk 1 t/m 6 tip! in leerjaar

Nadere informatie

Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006

Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006 1 Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006 Mondeling onderwijs Kerndoel 1 Kerndoel 2 Kerndoel 3 Schriftelijk onderwijs Kerndoel 4 Bijlage kerndoel 4 leestechniek Kerndoel 5 Kerndoel

Nadere informatie

Referentiekaders taal en Goed Gelezen!

Referentiekaders taal en Goed Gelezen! Referentiekaders taal en Goed Gelezen! In het Referentiekader doorlopende leerlijnen taal en rekenen is vastgelegd wat leerlingen moeten kennen en kunnen als het gaat om Nederlandse taal en rekenen/wiskunde.

Nadere informatie