Material Editor. Materialen koppelen. Materialen kunnen aan een vlak worden toegekend via de Material Editor. TMC Nederland 1

Transcriptie

1 Material Editor Materialen koppelen Materialen kunnen aan een vlak worden toegekend via de Material Editor. TMC Nederland 1

2 Er zijn standaard materiaal bibliotheken klaar gezet. Deze kunt u bekijken via Palette > Open Er verschijnt een venster waaruit u een keuze kunt maken uit verschillende materiaalbibliotheken. Kies een bibliotheek, bijvoorbeeld Blocks&brick.pal (Bentley_materials.dgnlib). De bibliotheek wordt gekoppeld. Via de CTRL toets kunt u meerdere bibliotheken selecteren. Klik vervolgens op de naam van de bibliotheek. In het rechtervenster van de Material Editor worden de beschikbare materialen weergegeven. Maak een keuze, bijvoorbeeld Brick red. Dubbelklik op het materiaal. Klik, met de rechtermuisknop in het linkervenster op de naam van het materiaal. Er verschijnt een popup venster. Kies de optie Attach. Klik vervolgens op de zijde van een solid. Deze licht op. Accepteer de materiaal koppeling. De materiaal koppeling wordt in de tekening opgeslagen (en niet meer zoals in eerdere versies in een apart bestand (de.mat file)). Deze materiaal koppeling wordt in de Material Editor als volgt weergegeven TMC Nederland 2

3 Het is ook mogelijk om een materiaal te koppelen op basis van laag en kleur. Kies dan voor Assign in plaats van Attach. Alle elementen die op dezelfde laag en kleur staan worden voor zien van het materiaal. Deze koppeling wordt in de Material Editor als volgt weergegeven: Een bestaand materiaal aanpassen Als u een materiaal koppelt dan wordt dit zichtbaar in de Material Editor. Er komt een groen vinkje in materiaal in de Material Editor te staan. Zodra u een materiaal uit een bestaande bibliotheek (PAL uit dgnlib) wijzigt dan wordt deze automatisch geconverteerd naar een local material. De wijzigingen aan het materiaal zijn nu lokaal in de tekening opgeslagen en daardoor niet beschikbaar voor andere tekeningen. Omdat het materiaal is gewijzigd komt er een blauw driehoekje in het materiaal in de Material Editor te staan. U heeft nu verschillende opties: Als u de wijziging wilt behouden dan hoeft u niets te doen. Als u de wijziging ongedaan wilt maken dan kan dat met de optie Material > Local Materials > Update from Library. Het blauwe driehoekje veranderd weer in een groen vinkje. Het materiaal heeft zijn oorspronkelijke instellingen weer terug gekregen. Als u de wijziging definitief wilt doorvoeren in de bibliotheek dan kan dat met de optie Material > Local Materials > Copy to Library. U moet dan natuurlijk wel voldoende rechten hebben om de wijziging door te voeren. Als u het gewijzigde materiaal in dezelfde bibliotheek wilt opslaan als een apart materiaal dan kan dat door er een kopie van te maken (rechtermuisknop op het materiaal > copy en vervolgens plakken (paste) in dezelfde bibliotheek. Klik hierna op het materiaal > Copy to Library. Het is verstandig om de door Bentley geleverde materiaal bibliotheken (workspace > system) via Windows te locken. Hiermee voorkomt u dat u deze bibliotheken (per ongeluk) aanpast Er is een variabele met betrekking tot local materials; MS_LOCAL_MATERIALS. Standaard staat deze niet gedefinieerd. Als u deze variabele op 1 zet worden de instellingen van alle gekoppelde materialen in de tekening opgeslagen in plaats van in de bibliotheek. TMC Nederland 3

4 Een nieuw materiaal aanmaken Voordat u een nieuw materiaal aanmaakt moet u eerst bedenken in welke bibliotheek het materiaal moet komen. Het kan zijn dat u geen rechten heeft om iets aan een bestaande bibliotheek op het netwerk toe te voegen. In dit geval moet u eerst zelf een materialen bibliotheek; een palette aanmaken. Geef deze een logische naam. Dit palette is nu een aparte bibliotheek in de tekening. Als u een nieuw materiaal aan de palette wilt toevoegen dan is het handig om eerst een kopie te maken uit een standaard bibliotheek van een bestaand materiaal wat hier erg op lijkt. Als u bijvoorbeeld een nieuwe gevelbaksteen wilt toevoegen dan kunt een materiaal uit de bibliotheek Block & Bricks kopiëren, en van dit materiaal alleen de afbeelding vervangen. Hiermee voorkomt u dat u allerlei materiaal instellingen zelf moet doen. Doe het zelfde voor het Bump materiaal als deze wordt meegeleverd. U kunt de palette ook opslaan als een aparte palette file. Hiermee kunt u de materialen ook in andere tekeningen gebruiken. Dit kan door op de palette file te gaan staan, rechtermuisknop Local Materials > Copy to Library en vervolgens rechtermuisknop Save as Wijs vervolgens de directory aan met de variabele MS_MATERIAL. Hiermee wordt de zelfaangemaakte bibliotheek zichtbaar in het Open palette venster. Als u veel eigen afbeeldingen gaat gebruiken dan is het verstandig om deze afbeeldingen gestructureerd een eigen plek te geven op C of D schijf of des gewenst op het netwerk. Hiermee verkomt u dat de door MicroStation geleverde materialen en uw eigen materialen door elkaar komen. Zorg er dan wel voor dat deze directory wordt aangewezen door de configuratie variabele MS_PATTERN. Doe hetzelfde voor materialen die een bump hebben, maak een directory Bumps aan en zorg ervoor dat deze directory wordt aangewezen door de configuratie variabele MS_BUMP Een materialen mappen structuur zou kunnen zijn: Backgrounds Patterns Bumps LXP Wienenberger Fact: zorg ervoor dat een materiaal in een cellen bibliotheek attached wordt en niet assigned, anders worden materiaaleigenschappen niet meegenomen. Materialen beheren via een DGNLIB U kunt uw materialen ook beheren in een DGNLIB. Het voordeel van een DGNLIB ten opzichte van een palette file is dat u meerdere palette files kunt beheren in één DGNLIB. Net als de palette files dient u ervoor te zorgen dat de DGNLIB wordt aangewezen door de variabele MS_MATERIAL. Maak een nieuwe lege tekening aan en hernoem de extensie dgn naar dgnlib. Plaats deze dgnlib in de dgnlib directory van uw workspace en zorg ervoor dat deze wordt aangewezen via de variabele MS_MATERIAL. Open deze dgnlib, maak een nieuwe palette file aan en geef deze een logische nog niet bestaande naam. TMC Nederland 4

5 Open een bestaande palette file, kopieer een materiaal en plak dit materiaal in de nieuwe palette file. Het is ook mogelijk om meerdere materialen in een keer te importeren. Kies dan voor Material > Import. Er verschijnt een venster waaruit u een palette file kunt kiezen. Kies een materialen bibliotheek, het volgende venster verschijnt: Kies een of meerdere materialen en hernoem deze bij de Import As optie. Oude materiaal koppelingen, de mat file In pré V8i werden materialen koppelingen in een part bestand opgeslagen, de.mat file. Als u een tekening opent met materiaal koppelingen die gemaakt is met pré V8i, dan verschijnt de volgende melding: Als u deze melding met Yes bevestigd dan worden de koppelingen geconverteerd naar local materials. Dit heeft voor- en nadelen. Het voordeel is dat alle koppelingen in de tekening zijn opgeslagen, dus als u de tekening verplaatst of kopieert worden alle koppelingen mee genomen. TMC Nederland 5

6 Nadeel is dat bij een crash alle koppelingen zijn verloren. U heeft de mogelijkheid om local materials te converteren naar een mat file. Dit kan via Table > Local Materials > Convert To > External (V8) Tables and Palettes Als u gebruik wilt maken van mat files voor het beheren van de materialen in plaats van local materials dan kan dit via Table > Manage Speciale materialen: LXP s LXP s zijn speciale materialen die u gratis kunt downloaden van de website van Luxology (eerst aanmelden). Pak de materialen uit in een aparte directory (bijvoorbeeld LXP), hiermee voorkomt u dat gewone materialen en LXP s door elkaar komen. Vervolgens dient u de LXP directory aan te wijzen met de variabele MS_MATERIAL. Als u dit niet doet worden materialen niet zichtbaar in de Material Editor. Klik in de material editor op Palette open. De LXP s worden zichtbaar is de eerst optie in de lijst: Luxology Preset Materials. Deze optie bouwt een palette van alle LXP s die worden aanwezen door de variabele MS_MATERIAL. Houdt rekening met lange rendertijden als u gebruik maakt van LXP s. Wat te doen om lange rendertijden te voorkomen: Zorg ervoor dat materialen lokaal staan en niet over een netwerk getrokken te worden Breng de resolutie omlaag Render in eerste instantie met de Setup Draft Maak zo min mogelijk gebruik van Fur grassen, Fur gras heeft alleen zin als de camera dichtbij staat. Maak zo min mogelijk gebruik van LXP s TMC Nederland 6

7 Displacement Een displacement map (hoogtemap) is een tweedimensionale zwart / wit afbeelding waarin hoogteverschillen zijn opgeslagen. Op deze manier zou je zaken die je normaal zou moeten modelleren, met een displacement map gedaan kunnen krijgen. Deze functie is dan ook erg geschikt om realistische golven in het water te creëren. Ga naar de Material Editor; Ga naar Settings en zet de mode op Advanced; Koppel het materiaal WaterSeamlessBlue aan een vlak; Zet de displacement optie op On en kies vervolgens Disp.jpg; Zet de master size (X en Y) op 5 en ga terug naar de Material Editor; Zet de displacement hoogte op 100 mm en druk op Render. Als de camera te dichtbij staat is het mogelijk dat er driehoekjes zichtbaar worden, dan moet de optie Displacement Rate omlaag gebracht worden naar 0.5. Deze optie is terug te vinden in de Render Settings > Advanced tab. TMC Nederland 7

8 Fur Gras / haar (Fur) was in oudere versies van MicroStation vaak een uitdaging. Met de komst van Luxology is die uitdaging een stuk kleiner geworden. MicroStation heeft nu de beschikking over een Fur Editor. b Kies in de Material Editor voor de bibliotheek grass_fur.pal (grass.dgnlib). Deze bibliotheek kunt u geheel gratis downloaden via de communities site van Bentley De grass fur dgnlib is via deze link te downloaden: m/default.aspx?pageindex=8 b Koppel een van de fur materialen aan een vlak. Voor meer informatie over fur, kies de Fur Editor via het Tabblad fur (Zie onderstaande afbeelding). Er verschijnt een nieuw venster met veel instellingen (welke nog beschreven moeten worden). TMC Nederland 8

9 New Material From Geometry Met de displacement functie mogelijk is om met behulp van een materiaal te modelleren. Bijkomend voordeel hiervan is dat je model minder zwaar blijft. Een functie die hier nog verder in gaat is de Create New Material By Geometry optie. Selecteer de displacement elementen; Kies in de Material tab de New Material From Geometry optie (Zie afbeelding); Klik nu twee keer met de muis in de buurt van de displacement elementen; Als dit goed is gegaan is er een nieuw materiaal aangemaakt met de naam Displacement Material; Ga nu terug naar het model Assign (koppel) het net aangemaakte Displacement Material aan een element; Druk op Render. TMC Nederland 9

10 Achtergrondinformatie en interessante links Bentley Community / Bentley Forum: zoek op deze site naar het MicorStation Visualization code en naar de Entourage communitie waar verschillende dgnlibs en oefenbestanden staan. De grass fur dgnlib is via deze link te downloaden: Luxology materialen: - Let op! Om deze materialen in de Material Editor te krijgen moeten de lxp bestanden gezet worden op de locatie waar de variabele MS_PATTERN naar verwijst. Wienerberger straatwerk materialen: Wienerberger/Page/Overview05&cid= &c=Page&sl=wb_nl_home_nl Kies in het hoofdscherm Texturen HDRI Bestanden: Bricks n Tiles: maken van baksteen textures Applicatie voor het DemoStudio: - Applicatie die veel wordt gebruikt bij het converteren van frames (losse afbeeldingen) naar een avi bestand. Entourage site Gratis Textures TMC Nederland 10