Eén gezin één plan Verbetering van de ketensamenwerking Zuid Holland Noord. Plan van aanpak 22 februari 2008

Transcriptie

1 Eén gezin één plan Verbetering van de ketensamenwerking Zuid Holland Noord Plan van aanpak 22 februari 2008 Partners in Jeugdbeleid Karel Diephuis Quirien v.d. Zijden ism Marian van Leeuwen

2 Inhoud Inleiding Doelstelling en uitgangspunten Doelstellingen Procescoördinatie en zorgcoördinatie Eén kind één plan Verwijsindex en Centra voor jeugd en gezin Implementatie opschalingsmodel Doelstelling Ontwikkeling Invoering Implementatie integrale gezinsplannen Startpakket Praktijkproeven Ondersteuning & ontwikkeling Monitor Borgen en verspreiden Tijdpad Projectstructuur...13 Aanpak één gezin, één plan / Zuid Holland Noord / versie 23 januari

3 Inleiding In maart 2007 werd door 17 gemeenten in Zuid Holland Noord, de regionale zorginstellingen en de provincie Zuid-Holland het convenant Ketenaanpak jeugdbeleid, jeugdzorg en gezinsondersteuning ondertekend. Voor het behalen van de doelen uit het convenant zijn drie trajecten in gang gezet: 1. Invoering verwijsindex 2. Centra voor jeugd en gezin 3. Coördinatie van zorg voor gezinnen met meervoudige problematiek Dit plan van aanpak heeft betrekking op het derde traject. De doelstelling van dit traject is het realiseren van een sluitende, effectieve en efficiënte zorgketen, inclusief ketenregie. In navolging van hetgeen de minister voor jeugd en gezin in zijn meerjarig programma beschrijft kiezen we voor de aanpak Eén gezin, één plan om de sluitende keten, inclusief de regie, te realiseren.deze aanpak zal bijdragen aan de effectiviteit en de efficiency van de zorgketen. Aanpak één gezin, één plan / Zuid Holland Noord / versie 23 januari

4 1. Doelstelling en uitgangspunten In Alle kansen voor alle kinderen schrijft de minister voor jeugd en gezin dat Eén gezin, één plan dé aanpak wordt als er meer hulpverlenende instanties bij een gezin betrokken zijn. Als er meerdere problemen in een gezin zijn, moeten hulpverleners van elkaar weten wat ze doen. Ook moet één van hen de coördinatie van de zorg op zich nemen, zodat zowel de leden van het gezin als de hulpverleners één aanspreekpunt hebben die het overzicht heeft. De eigen kracht van gezinnen en families zullen bij het beantwoorden van hulpvragen optimaal worden benut. In dit plan van aanpak wordt beschreven hoe de werkwijze Eén gezin één plan in Zuid Holland Noord in 2008 wordt ontwikkeld en (op enkele locaties) geïmplementeerd. Daarbij maken we gebruik van het in Almere ontwikkelde opschalingsmodel voor zorgcoördinatie. Tegelijkertijd ontwikkelen we een praktische methodiek voor het opstellen van en werken met integrale gezinsplannen. Deze methodiek wordt met experts en professionals ontwikkeld en direct in de praktijk gebracht. 1.1 Doelstellingen Ketens doorbreken Gezinnen met meervoudige problematiek hebben te maken met meerdere schakels in meerdere ketens: de zorgketen, de jeugdketen, de onderwijsketen, justitieketen en instanties rond wonen, werk en inkomen. Met het ontwikkelen en invoeren van de methodiek voor één gezin één plan willen we deze ketens doorbreken en realiseren dat alle betrokken instanties samen rond het gezin gaan staan (de zogenaamde wrapped around care ). Integrale plannen en integrale indicaties Gezinnen met meervoudige problematiek hebben een zorgvraag op meerdere terreinen. Zowel de problemen als de oplossingen hangen nauw samen. (Zolang moeder gebukt gaat onder geldzorgen, relatieproblemen en lichamelijke klachten is de ruimte die ze heeft om nieuwe opvoedingsvaardigheden te leren beperkt). Meervoudige problematiek vraagt om een integrale beoordeling en een integrale, naar tijd en inhoud goed afgestemde, oplossing. Bij een deel van deze gezinnen is gespecialiseerde zorg nodig: in de vorm van jeugdzorg, awbz-zorg of speciaal onderwijs. De daartoe benodigde indicaties moeten op snelle en eenvoudige wijze op basis van het gezinsplan kunnen worden afgegeven. Eerder, sneller en effectief Door in een vroeg stadium met elkaar om de tafel te gaan en in korte tijd een gezinsplan op te stellen kan de zorg sneller geleverd worden. De bundeling van de verschillende interventies zal de effectiviteit van de afzonderlijke interventies versterken. Door consequente toepassing van deze principes zal de vraag naar specialistische geïndiceerde zorg afnemen en/of van kortere duur zijn. Door de coördinatie van zorg in het lokale veld te beleggen wordt het afbouwen van geïndiceerde zorg eerder mogelijk. 1.2 Procescoördinatie en zorgcoördinatie In Almere zijn positieve ervaringen opgedaan met onderstaand model voor zorgcoördinatie. Het model biedt houvast bij het realiseren van zorgcoördinatie in verschillende situaties. Daarnaast is het een manier om de doorzettingsmacht te regelen indien dat noodzakelijk blijkt. In hoofdstuk 2 staat beschreven op welke wijze het hier beschreven model wordt toegesneden op en in ingevoerd in Zuid Holland Noord. Daarbij wordt nauw aangesloten Aanpak één gezin, één plan / Zuid Holland Noord / versie 23 januari

5 bij de al aanwezige initiatieven in de regio, zoals bijvoorbeeld de pilots gezinscoaching en zorgoördinatie in Alphen, Katwijk en Leiden. Ook afstemming met de invoering van de Verwijsindex is hier van groot belang. Protocollen rondom de Verwijsindex voorzien deels ook al in een aantal afspraken rond zorgcoördinatie en case management. In bijlage I staat het opschalingmodel schematisch weergegeven. Vooral het onderscheid tussen de diverse niveaus moet op basis van de regionale en lokale situatie worden uitgewerkt, evenals de nadere invulling van de procescoördinator en brandpuntfunctionaris. 1.3 Eén kind één plan Indien meerdere instanties bij een gezin betrokken zijn is het van belang dat hun inspanningen onderling afgestemd en gecoördineerd worden. Daarmee wordt het proces voor zowel de ouders als de betrokken professionals overzichtelijker. Ook kunnen de krachten worden gebundeld zodat de kans op het behalen van de doelstellingen aanmerkelijk wordt vergroot. Afstemming over gezinnen vindt nu veelal plaats binnen ZAT s, buurtnetwerken etcetera. Daar praten vertegenwoordigers van instanties over complexe gezinsproblematiek. Voor het opstellen, uitvoeren en bewaken van integrale gezinsplannen door de uitvoerende professionals zelf bestaat echter nog geen methodiek. De elementen voor een dergelijke methodiek zijn echter wel voorhanden. In hoofdstuk 3 staat beschreven op welke wijze deze methodiek wordt ontwikkeld en in de praktijk gebracht bij gezinnen met meervoudige problematiek. 1.4 Verwijsindex en Centra voor jeugd en gezin Tegelijkertijd met de ontwikkeling en invoering van de methodiek voor één gezin één plan wordt in de regio Zuid Holland Noord geïnvesteerd op de invoering van de verwijsindex en de centra voor jeugd en gezin. De drie trajecten hangen nauw samen en hebben ten doel de ketenaanpak in de regio te verbeteren. De invoering van de Verwijsindex heeft als gevolg dat professionals sneller zicht krijgen op risicogezinnen en de instanties die reeds bemoeienis hebben met het gezin. Het invoeren van de verwijsindex levert daarmee een essentiële bijdrage aan de invoering van het opschalingsmodel omdat sneller duidelijk wordt of een zorgcoördinator of procescoördinator moet worden aangesteld en welke instanties moeten worden betrokken bij het opstellen van het integrale gezinsplan. Medewerkers van de centra voor jeugd en gezin zullen een belangrijke rol vervullen bij het signaleren van risicogezinnen, het bijeenroepen van een ronde tafel overleg, het opstellen en bewaken van het gezinsplan en het vervullen van de rol van zorgcoördinator of procescoördinator. Gedurende de looptijd van het project zal de projectleider van één gezin één plan contact onderhouden en afstemmen met de projectleiders van de verwijsindex en de centra voor jeugd en gezin. De inzet daarbij is ook hier de krachten te bundelen opdat de drie trajecten elkaar maximaal versterken. Aanpak één gezin, één plan / Zuid Holland Noord / versie 23 januari

6 2. Implementatie opschalingsmodel 2.1 Doelstelling Het opschalingsmodel biedt professionals de mogelijkheid om zorgcoördinatie of procescoördinatie in te (laten) zetten bij gezinnen met meervoudige problematiek. Daarnaast biedt het hen de mogelijkheid om, ingeval van crisis of een vastgelopen hulpverleningstraject, de hulp van de brandpuntfunctionaris in te roepen. Deze functionaris kan knopen doorhakken (doorzettingsmacht) en betroken instanties (professionals of bestuurders) bijeenroepen voor crisisberaad. Doel van dit onderdeel van het project is het ontwikkelen en invoeren van een opschalingsmodel dat toegesneden is op Zuid Holland Noord. 2.2 Ontwikkeling In een drietal werkconferenties met sleutelfiguren uit de regio wordt het opschalingsmodel uit Almere aangepast aan de situatie in Zuid Holland Noord. De ontwikkeling van het model wordt afgestemd met de invoering van de verwijsindex en de plannen voor de centra voor jeugd en gezin. Daarnaast wordt zoveel mogelijk uitgegaan van de in de regio al bestaande structuren zoals bijvoorbeeld de meldpunt Zorg en Advies, Multidisciplinair overleg gezinnen met meervoudige problematiek in Alphen. Katwijk en Leiden etc. Daarbij wordt een structuur voor alle gemeenten, groot en klein ontwikkeld. Met een aantal van deze sleutelfiguren, vertegenwoordigers van verschillende instellingen in de regio, wordt tussentijds ook bilateraal gesproken om de situatie in de regio goed in kaart te kunnen brengen (lopende trajecten, cijfers, formatieplaatsen etc.). Op grond van de verkregen informatie wordt onderbouwd in welke omvang zorgcoördinatie, procescoördinatie en de brandpuntfunctie beschikbaar moet zijn om een sluitende aanpak te realiseren. Dan wordt ook duidelijk welke middelen structureel nodig zijn en kan met de betrokken partijen worden besproken wie welk aandeel voor zijn rekening neemt. Het ontwikkelde model wordt tussentijds voorgelegd aan de Regionale projectgroep Ketenaanpak. Deze projectgroep stelt het model medio 2008 vast voor bestuurlijke besluitvorming. 2.3 Invoering Na vaststelling door de betrokken partijen kan het opschalingsmodel worden ingevoerd. Voorwaarde is wel dat de betrokken partijen overeenstemming hebben bereikt over de financiering van de aan te stellen / vrij te stellen functionarissen. In de projectgroep (gemeenten. provincie, regio en instellingen) wordt er daarbij vanuit gegaan dat de instellingen deze inzet vanuit de reguliere middelen bieden. Dat kan ertoe leiden dat aan andere zaken minder tijd en inzet kan worden gegeven. Dit zal aan de gemeenten worden voorgelegd via de projectgroep en de stuurgroep. In de tweede helft van 2008 worden deze functionarissen toegerust met de methodiek van integrale gezinsplannen. Aanpak één gezin, één plan / Zuid Holland Noord / versie 23 januari

7 Daarnaast worden met de betrokken instanties afspraken gemaakt over de wijze waarop hun medewerkers worden voorgelicht. Er worden regionale voorlichtingsbijeenkomsten gehouden en voorlichtingsmateriaal wordt verspreid. Aanpak één gezin, één plan / Zuid Holland Noord / versie 23 januari

8 3. Implementatie integrale gezinsplannen In dit hoofdstuk beschrijven we op welke wijze we de methodiek voor werken met integrale gezinsplannen ontwikkelen en implementeren. Daarbij hanteren we de volgende uitgangspunten: - Bij de ontwikkeling van de methodiek voor integrale gezinsplannen maken we gebruik van beschikbare kennis en goede praktijkvoorbeelden. - De methodiek wordt samen met professionals ontwikkeld en door hen in de praktijk op kleine schaal getoetst en bijgesteld. - De te ontwikkelen methodiek draagt bij aan de kwaliteit en de snelheid van de geboden zorg en levert een bijdrage aan de vermindering van bureaucratie. - Ouders en kinderen moeten merkbaar en meetbaar voordeel hebben bij de aanpak. 3.1 Startpakket De methodiek van integrale gezinsplannen wordt samen met professionals uit de regio ontwikkeld. Bij aanvang van het project ontwikkelen we een startpakket op basis van beschikbare kennis en goede voorbeelden. Daarmee gaan drie procescoördinatoren aan de slag. Op basis van hun ervaringen wordt het startpakket doorontwikkeld tot een methodiek. Het startpakket zal de volgende elementen bevatten: Kind centraal, gezin centraal Bij het werken volgens de methodiek één gezin één plan staat op de eerste plaats het kind centraal. Het gezin wordt daarbij beschouwd als de belangrijkste omgeving van het kind. Essentieel bij het maken en uitvoeren van integrale gezinsplannen is dat het plan samen met de gezinsleden wordt gemaakt. Een goede afstemming over de probleemdefinitie en de verwachtingen van de hulp is een belangrijke succesfactor. De wijze waarop de samenwerking tussen de professionals en de gezinsleden wordt vormgegeven zal variëren. Dit is mede afhankelijk van de problematiek en de zorgvragen, de wijze waarop instanties al betrokken zijn en de duur van hun bemoeienis. Bij de ontwikkeling van het startpakket worden verschillende varianten geschetst die in de praktijk worden getoetst en aangescherpt. Bij het beschrijven van de varianten wordt onder andere gebruik gemaakt van de kennis en ervaring die is opgedaan met family group conferences. Format voor een integraal gezinsplan, met handleiding Het format voor het integrale gezinsplan moet handzaam en flexibel zijn en professionals houvast geven bij het gezamenlijk opstellen van het gezinsplan. Het format zal een voorblad bevatten waarop ruimte is om de gezinsgegevens, de zorgvragen en de betrokken instanties vast te leggen. Naast dit voorblad met algemene gegevens bevat het format modules waarop iedere betrokken instantie vastlegt welke doelstelling zij, samen met een of meer gezinsleden, hebben geformuleerd, op welke manier daaraan wordt gewerkt, op welk moment dit wordt geëvalueerd en wat naar inhoud en tijd de samenhang is met de andere onderdelen. Bij het ontwikkelen van dit format en de bijbehorende handleiding wordt gebruik gemaakt van beschikbare kennis en ervaring op het gebied van handelingsgericht diagnosticeren/beoordelen en doelrealisatie. Aanpak één gezin, één plan / Zuid Holland Noord / versie 23 januari

9 Daarnaast maken we gebruik van de kennis en ervaring die in Capelle aan den IJssel is opgedaan met de LIPT-methodiek (lokaal intensieve pedagogische thuishulp) en de gezinsplannen die daar worden opgesteld. In de regio Zuid Holland Noord zal daarbij ook een link worden gelegd met het project risicogezinnen (Reset) van de thuiszorgorganisaties. De regio heeft hiervoor inmiddels een subsidieaanvraag bij de provincie voorbereid. Spelregels voor integraal overleg De zorgcoördinator, de procescoördinator, of een andere beroepskracht die zich zorgen maakt om een gezin, kan een rondetafelgesprek met de betrokken professionals organiseren. Zoveel als mogelijk worden ook de ouders bij dit overleg betrokken. Aan de ronde tafel nemen niét de vertegenwoordigers van instanties deel maar alleen die professionals die daadwerkelijk met het gezin te maken hebben. De samenstelling van de groep verschilt per gezin. Veel professionals zullen slechts enkele keren in hun loopbaan aan zo n overleg deelnemen (bijvoorbeeld de leerkracht van een school in een wijk met weinig problemen). De deelnemers aan het overleg zijn van heel verschillende pluimage, hanteren een andere taal en werkwijze. Daarnaast zullen waarmogelijk ook de ouders deelnemen aan het overleg. Om een goed verloop van een dergelijk overleg te waarborgen zijn spelregels nodig. Deze spelregels bevatten de doelstelling, de werkwijze, de rol en taakverdeling binnen het overleg weer. Daarnaast worden heel basale vergaderregels en/of gedragsregels vastgelegd. De spelregels worden opgesteld op basis van kennis en ervaring die in diverse sectoren is opgedaan met gezinsbegeleiding, familygroup conferences en multidisciplinaire besluitvorming. Om de deskundigheid van de geïndiceerde jeugdhulpverlening (Cardea) en de GGZ (Rivierduinen) in een preventief stadium in te kunnen zetten is voor de regio bij de provincie een aanvraag gedaan in het kader van het beperken van de instroom bij de wachtlijsten. Op deze manier kunnen ook deze instellingen hun deskundigheid inzetten bij het ontwikkelen van gezinsplannen. Vergroten bereik allochtone gezinnen Bekend is dat reguliere hulpinstanties allochtone doelgroepen niet, te weinig of te laat weten te bereiken. Wanneer deze gezinnen kampen met meervoudige problematiek is het van groot belang dat ook met hen integraal en samenhangend wordt gewerkt aan de oplossingen. In de methodiek voor één gezin één plan wordt bestaande kennis en ervaring op het gebied van het vergroten van het bereik van allochtonen verwerkt. Daartoe wordt contact gezocht met het landelijk traject Diversiteit in het jeugdbeleid en de daarbij betrokken experts. Werkwijze bij (vermoeden) kindermishandeling De veiligheid van het kind staat voorop en dient gewaarborgd te worden. De methodiek voor één gezin één plan bevat instructies met betrekking tot het uitvoeren van een veiligheidstoets en het handelen ingeval er sprake is van een (vermoeden) van kindermishandeling. Rond dit thema wordt afgestemd met de kennis en ervaring die is opgedaan met RAAK en de op handen zijnde landelijke invoering van die werkwijze. De gemeente Leiden is één van de 35 centrumgemeente en ontvangt van extra middelen ( ) voor de aanpak kindermishandeling. Deze middelen zullen in nauwe relatie met dit traject worden ingezet. Keuzemenu snel inzetbare effectieve interventies In de regio is een breed scala aan aanbod voor gezinnen met meervoudige problematiek beschikbaar. Niet van alle interventies is aangetoond dat deze effectief zijn. Met behulp Aanpak één gezin, één plan / Zuid Holland Noord / versie 23 januari

10 van de databank effectieve interventies van het NJi wordt een lijst opgesteld van in de regio beschikbare interventies en hun effectiviteit. Daarmee worden de betrokken professionals gefaciliteerd bij hun keuze voor een effectief aanbod dat past bij de betreffende problematiek. Werkwijze rond integrale indicaties Het kan zijn dat tijdens het rondetafeloverleg duidelijk wordt dat geïndiceerde zorg of speciaal onderwijs voor een of meer gezinsleden noodzakelijk is. Het is de bedoeling dat het integrale gezinsplan dan de basis vormt voor de aanvraag van de benodigde indicaties. Waarmogelijk zijn indicerende instanties, bijvoorbeeld BJZ, al betrokken en worden indicaties ter plaatse afgegeven. In ZHN loopt het traject integraal indiceren. Daaraan nemen alle onderwijs instanties, bureau jeugdzorg en het CIZ deel. Met de uitvoerders van dit project wordt gezocht naar een nieuwe werkwijze voor het efficiënt afgeven van de benodigde indicaties op basis van integrale gezinsplannen. Werkwijze zorgcoördinatie en procescoördinatie Bij de ontwikkeling van het opschalingsmodel wordt, in samenspraak met de CJG s de functie van zorgcoördinator en procescoördinator nader uitgewerkt (profiel, taken en verantwoordelijkheden van deze functionarissen). Daarbij zal ook worden gekeken naar de werkwijze en de ervaringen die al in Zuid Holland Noord (met name Alphen a/d Rijn) én in andere provincies zijn opgedaan met zorgcoördinatie en gezinscoaching. Bij de ontwikkeling van de methodiek één gezin één plan wordt een werkwijze beschreven, in de praktijk getoetst en waarnodig bijgesteld. 3.2 Praktijkproeven In de regio s Leiden, Alphen en Duin & Bollenstreek krijgen drie professionals uit de JGZ/AMW 8 uur per week voor procescoördinatie (zie opschalingsmodel). Deze uren worden flexibel ingezet om gedurende een periode van een half jaar 3 x 10 integrale gezinsplannen te begeleiden. Deze tijdelijke procescoördinatoren kunnen worden ingeschakeld door professionals (JGZ ers, leerkrachten, huisartsen, maatschappelijk werkers, wijkagenten, schuldhulpverleners etc.) die zich zorgen maken over een gezin waarbij reeds meerdere instanties betrokken zijn. De procescoördinator organiseert dan een rondetafelgesprek en stelt samen met de betrokkenen het integrale gezinsplan op. Daarnaast worden afspraken gemaakt over de uitvoering en de bewaking van het plan. Bij de uitvoering van dit alles brengt de procescoördinator het startpakket in de praktijk en draagt de werkwijze werkenderweg over aan de betrokken professionals. De gezinsleden en de professionals worden daarbij uitdrukkelijk gevraagd suggesties te doen voor verdere verbetering van de methodiek. 3.3 Ondersteuning & ontwikkeling De 3 procescoördinatoren worden gecoacht door het projectteam. Bij aanvang wordt het startpakket met hen besproken (en op hun aanwijzingen bijgesteld cq. toegesneden op hun situatie). Daarna krijgen de procescoördinatoren een maandelijkse bijeenkomst om ervaringen uit te wisselen en specifieke thema s uit te diepen. Waarnodig worden experts uitgenodigd om hen verder toe te rusten of om mee te denken met de verdere ontwikkeling van de methodiek. Tussentijds kunnen de procescoördinatoren terecht bij het projectteam met vragen en suggesties. Aanpak één gezin, één plan / Zuid Holland Noord / versie 23 januari

11 3.4 Monitor Doelstelling van het hele project is het ontwikkelen en invoeren van een methodiek waarmee kinderen en gezinnen met meervoudige problemen merkbaar en meetbaar beter worden geholpen: sneller, met meer samenhang en effectiever. Om tijdens de ontwikkeling en invoering na te kunnen gaan of de methodiek bijdraagt aan het behalen van deze doelen wordt ieder gezinsplan, inclusief de uitvoering ervan, geëvalueerd. De procescoördinator, de ouders en de kinderen en de betrokken professionals wordt gevraagd om na het opstellen van het plan en na de uitvoering ervan een korte vragenlijst in te vullen. De resultaten worden gebruikt om de werkwijze tussentijds bij te stellen. Het materiaal wordt tevens gebruikt om aan het eind in kaart te brengen wat de opbrengsten van het project zijn. Voor het opzetten en uitvoeren van deze monitor vragen wij advies bij het platform effectieve jeugdzorg. Aanpak één gezin, één plan / Zuid Holland Noord / versie 23 januari

12 4. Borgen en verspreiden Het opschalingsmodel en de methodiek voor integrale gezinsplannen worden vastgelegd in een handboek voor professionals. Daarbij zoeken we enerzijds naar praktische vormen (bijvoorbeeld geplastificeerde kaarten, voorgedrukte formats) die door professionals te gebruiken zijn tijdens de rondetafel bijeenkomsten. Anderzijds naar digitale toepassingen zodat de informatie voor iedereen en overal beschikbaar is. De drie procescoördinatoren hebben aan het eind van het project ervaring met het werken met integrale gezinsplannen. Als alles naar wens verloopt, kunnen zij hun werk eind 2008 verder voortzetten en hun kennis en ervaringen overdragen aan nieuwe procescoördinatoren. De instellingen zijn eind 2008 voorgelicht over het opschalingsmodel en de gezinsplannen (zie H2). Eind 2008 worden aanbevelingen gedaan over wat nog verder nodig is om één kind één plan binnen de regio te verankeren. Wanneer de start niet in januari, maar later ligt, schuift de planning op. Naar verwachting zal dit traject ook in 2009 nog doorlopen. 5. Tijdpad 2008 jan feb mrt apr mei jun jul aug sept okt nov dec Inrichten projectstructuur Ontwikkeling startpakket Praktijk proeven Ontwikkeling Opschalingsmodel Invoering Opschalingsmodel Handboek Aanbevelingen vervolg Aanpak één gezin, één plan / Zuid Holland Noord / versie 23 januari

13 6. Projectstructuur Opdrachtgever Het portefeuillehouderoverleg Holland Rijnland en Rijnstreek is opdrachtgever. De besluitvorming wordt voorbereid door de projectgroep bestaande uit de 3 trekkende gemeenten, de provincie, de regio en een 4 tal (jeugd)instellingen en de stuurgroep waarin de 3 wethouders van de trekkende gemeenten (Alphen, Katwijk en Leiden) zitting hebben. Dit plan van aanpak heeft betrekking op het traject ketenaanpak, waarvan de gemeente Leiden trekker is. Zij wordt hierbij ondersteund door een werkgroep waarin de gemeenten Hillegom, Jacobswoude/Alkemade en Voorschoten vertegenwoordigd zijn. Daarnaast participeren BJZ, GGD, Thuiszorg en AMW in de werkgroep. De werkgroep Ketenaanpak fungeert als begeleidingscommissie en wordt gevraagd de tussenresultaten te bespreken. Daartoe ontvangt de werkgroep eens per drie maanden een voortgangsrapportage. De projectgroep en het pho stelt het opschalingsmodel en de methodiek voor integrale gezinsplannen uiteindelijk vast. Projectuitvoering Het plan van aanpak wordt uitgevoerd door Partners in Jeugdbeleid, bestaande uit Karel Diephuis en Quirien v.d. Zijden. Marian van Leeuwen wordt voor dit project ingehuurd als vaste adviseur. In overleg met de betrokken partijen worden drie, in de regio werkzame professionals, aangesteld als procescoördinator. Karel Diephuis voert de algehele projectleiding en is verantwoordelijk voor de contacten met de betrokken partijen. Quirien v.d. Zijden en Marian van Leeuwen zijn verantwoordelijk voor de inhoudelijke ontwikkeling en de coaching van de procescoördinatoren. Aanpak één gezin, één plan / Zuid Holland Noord / versie 23 januari

14 Bijlage I Opschalingmodel zoals gebruikt in Almere Niveau 1: geen gezinsproblematiek Niveau 2: afstemming Er zijn twee professionals bij een gezin betrokken. Deze professionals zijn beiden verantwoordelijk voor de onderlinge afstemming en stellen waar nodig een gezamenlijk gezinsplan op. Niveau 3: zorgcoördinatie Er zijn drie of meer professionals bij het gezin betrokken en de problematiek is van dien aard dat coördinatie van de zorg gewenst is. Tenzij onderling anders wordt besloten neemt de JGZ medewerker die betrokken is bij het gezin de zorgcoördinatie op zich. De zorgcoördinator neemt uit zichzelf of op verzoek van één van de professionals contact op met alle betrokken professionals en onderzoekt of er onderling overleg en afstemming plaats vindt. Zo nodig organiseert de JGZ medewerker een overleg met de betrokken professionals en stellen zij samen een gezinsplan op. Niveau 4: procescoördinatie Indien er vier of meer professionals betrokken zijn en de gezinsproblemen zijn complex van aard dan kan opschaling naar procescoördinatie nodig zijn. Onder procescoördinatie wordt verstaan: het bij elkaar roepen van alle betrokken professionals, het opstellen van een gezamenlijk gezinsplan, het maken van concrete afspraken over het te volgen traject en de verdeling van verantwoordelijkheden. Vervolgens het bewaken en controleren of alle professionals hun afspraken zijn nagekomen. Waar mogelijk vervult één van de betrokken professionals de rol van proces coördinator. Desgewenst een beroep worden gedaan op een aparte procescoördinator. Niveau 5: brandpuntfunctionaris Indien de ingezette hulpverlening niet tot de gewenste resultaten leidt kan de brandpuntfunctionaris worden ingeschakeld. Aanleiding kan zijn dat: - het de procescoördinator niet lukt om alle betrokken professionals op een lijn te krijgen. - een of meerdere betrokken professionals zich niet aan de gemaakte afspraken houden. - de capaciteit voor uitvoering van het gezinsplan ontbreekt. - onduidelijk blijft waarom de gekozen weg niet tot het gewenste resultaat leidt. De brandpuntfunctionaris roept alle betrokken (hulpverlenings)instellingen bij elkaar, indien nodig binnen 48 uren. Afhankelijk van de reden voor de opschaling kunnen dit de professionals, hun leidinggevenden en/of hun directies zijn. De brandpuntfunctionaris heeft de bevoegdheid om de betrokken professionals en instellingen aanwijzingen te geven. Indien noodzakelijk kan de brandpuntfunctionaris ook nog niet eerder betrokken (hulpverlenings-) instellingen inschakelen. Aanpak één gezin, één plan / Zuid Holland Noord / versie 23 januari

15 Aanpak één gezin, één plan / Zuid Holland Noord / versie 23 januari