WP wijzer team 1. Schooljaar Voor de werkers uit 1A-1B-1C-2A-2B en 2C en voor hun ouder(s)/verzorger(s)

Transcriptie

1 WP wijzer team 1 Schooljaar Voor de werkers uit 1A-1B-1C-2A-2B en 2C en voor hun ouder(s)/verzorger(s) In deze teamwijzer vind je de informatie over klas 1 en 2 Vmbo-TL/Havo van team 1 op De Werkplaats Kindergemeenschap. Je kunt er lezen over de medewerkers, de regelingen, afspraken en mogelijkheden. Naast deze teamwijzer voor alleen team 1 is er ook de WP-wijzer over de onderwerpen die voor de hele school van belang zijn. Je hebt dus beide wijzers nodig! De teamwijzer en de WP-wijzer staan op onze website. Bilthoven, augustus

2 Inhoud Inleiding... 4 Medewerkers Vaste teamleden De invliegers... 6 Belangrijke data Het schooljaar en de kalender Introweek Tussenweken en afsluitweek De vakanties Studie- en teamwerkdagen medewerkers + schoolvrije dagen Schoolfeesten Kees Boeke activiteiten-dag Open podia, muziek- en dansvoorstellingen op school Open Huis Stagedag klas Uitstapjes Data voortgangsverslagen Ouders op school Informatieavonden voor alle ouders van leerjaar Informatieavonden voor alle ouders van leerjaar Data ouder-/werker-gesprekken leerjaar Data ouder-/werker-gesprekken leerjaar Bijeenkomsten contactouders... 9 Communicatie Zo werken we De ruimten Schooldag De blokken De vakken Locker, kapstok en tassenrek Scannen Planning Snelhechter met weekplanners IK Werken in het domein Je werkplek Achterstanden, spijkertijd, inhalen en repareren

3 13. Het rooster Extra s Klassen en mentoren Groepjes: vaste 2- en 4-tallen Klankbordgroep Media Ict lessen Mobiele telefoons Stilte-uren Muziek luisteren Computergebruik DWP werkplaats) Regels in team Spullen en omgeving Gele kaart Pauzes, eten en drinken Corvee en kantinedienst Kleding en tassen Testen doen Ziekte, afwezigheid Leerplicht, te laat komen en spijbelen Metingen en beoordelingen Testen Cijfers Inhalen en herkansen Rapportage Overgang Overgang naar klas Leerwegadvies procedure klas Overgang naar klas Cijfernorm: van 2A, 2B, 2C en 2D naar vmbo Cijfernorm: van 2A, 2B, 2C en 2D naar Havo Tot slot

4 Inleiding Welkom in team 1 van de Werkplaats Kindergemeenschap. Fijn dat je bij ons het eerste of tweede jaar van het voortgezet onderwijs komt volgen. Het wordt vast een leuk en goed jaar! In deze teamwijzer vind je de informatie die je nodig hebt voor een goed schooljaar. Informatie over afspraken en werkwijzen in team 1, een overzicht met belangrijke data, evenementen, de overgangsnormen en nog veel meer. Neem deze informatie daarom thuis samen goed door. Het gaat jou en je ouder(s)/verzorger(s) zeker van pas komen dit jaar! Zo gaan we met elkaar om: Op De Werkplaats Kindergemeenschap gaan wij, zowel werkers als medewerkers, respectvol met elkaar en de ruimte om. Samen zijn wij verantwoordelijk voor een veilige leef- en leerontwikkeling van elk lid van onze gemeenschap. Wij leren en leven op basis van gelijkwaardigheid waarbij ieder zijn/haar verantwoordelijkheid kent, neemt en de ander ook op die verantwoordelijkheid wijst. Wij gunnen ieder in vrijheid zijn eigen mening zolang hij of zij daarmee een ander niet kwetst op grond van ras, geloof of afkomst. Wij zijn een gemeenschap met een hoofd (wijsheid), met een hart (gevoel en betrokkenheid) en met handen (daadkracht en creativiteit). 4

5 Medewerkers 1. Vaste teamleden: Mentoren 1A: Miriam van Stapele: Manon van Omme: Wiskunde en rekenen Duits Mentoren 1B: Yvonne Ordelmans: vertrouwenspersoon, Mentor 1C: Bibian Jacobs: Rik Wit: Biologie en Engels, studentbegeleider, rots & water, Nederlands, geschiedenis, taal en teambegeleider Techniek 1 en 2, tussenweek Mentoren 2A: Job van Wakeren: j.vanwakeren@wpkeesboeke.nl Manon van Omme: m.vanomme@wpkeesboeke.nl Aardrijkskunde, teamrooster, tussenweek en PR Duits Mentor 2B: Martine Hogerwerf: m.hogerwerf@wpkeesboeke.nl Anja Meenink: a.meenink@wpkeesboeke.nl Wiskunde, RT-rekenen en team-ict-er Beeldende vakken, DOX en tussenweek Mentoren 2C: Samira Dibi: s.dibi@wpkeesboeke.nl Coen Hendriks: c.hendriks@wpkeesboeke.nl Nederlands, Frans en taal. Gymnastiek, rots & water en testcoördinatie Teamleiding en organisatie Anja Vendrig: Henk van Woudenberg: Teamassistente Teamleider a.i. 5

6 2. De invliegers In team 1 geven ook medewerkers les die afkomstig zijn uit een ander team. We noemen hen invliegers. Je zult hen tegenkomen in het domein en bij de expressievakken en gym. Invliegers zijn beschikbaar voor uitleg en begeleiding, maar alleen op de uren dat zij in het lesrooster van jouw domein staan. De invliegers van team 1 zijn: Janine Scholte medewerker Frans j.scholte@wpkeesboeke.nl Lesley Goes medewerker Engels l.goes@wpkeesboeke.nl Kevin van Kampen medewerker biologie k.vankampen@wpkeesboeke.nl Tessa Hoogma medewerker natuurkunde t.hoogma@wpkeesboeke.nl Paul Bastian medewerker economie en gesch. p.bastian@wpkeesboeke.nl Claartje van Opstal medewerker drama c.vanopstal@wpkeesboeke.nl Thijs Spook medewerker muziek t.spook@wpkeesboeke.nl Peter Schreuder medewerker muziek p.schreuder@wpkeesboeke.nl Kiona van Herwijnen medewerker expressie k.vanherwijnenen@wpkeesboeke.nl Anne Stolk medewerker expressie a.stolk@wpkeesboeke.nl Petra Rook medewerker expressie p.rook@wpkeesboeke.nl Meike de Lange medewerker lo m.delange@wpkeesboeke.nl Edward Fijan medewerker gym e.fijan@wpkeesboeke.nl Ingmar de Jong medewerker gym i.dejong@wpkeesboeke.nl Niels Kleijwegt medewerker gym n.kleijwegt@wpkeesboeke.nl Agnes Kepel medewerker koken a.kepel@wpkeesboeke.nl 6

7 Belangrijke data 1. Het schooljaar en de kalender Het schooljaar loopt van maandag 24 augustus 2015 t/m vrijdag 8 juli De werkers beginnen het schooljaar op dinsdag 25 augustus. Het schooljaar is verdeeld over vier periodes: Periode 1: maandag 24 augustus t/m vrijdag 6 november Periode 2: maandag 9 november t/m vrijdag 15 januari 2016 Periode 3: maandag 18 januari t/m vrijdag 18 maart Periode 4: maandag 21 maart t/m vrijdag 8 juli 2. Introweek We beginnen het schooljaar met de introweek van dinsdag 25 t/m vrijdag 28 augustus. De introweek is gericht op de (hernieuwde) kennismaking met elkaar, het team en het jaarprogramma. 3. Tussenweken en afsluitweek De laatste week van elke periode noemen we tussenweek. In die week rond je het programma van de oude periode af en wordt het programma van de nieuwe periode opgestart. Het reguliere programma komt te vervallen en daarvoor in de plaats komt een apart rooster. De laatste tussenweek (afsluitweek) loopt van maandag 27 juni t/m vrijdag 1 juli. Daarna volgt nog een schoolweek (maandag 4 juli t/m vrijdag 8 juli), maar de invulling daarvan krijg je op een later tijdstip te horen. 4. De vakanties voor het schooljaar zijn de vakanties als volgt: Herfstvakantie: maandag 19 oktober t/m vrijdag 23 oktober Kerstvakantie: maandag 21 december t/m vrijdag 1 januari 2016 Krokusvakantie: maandag 22 februari t/m vrijdag 26 februari Paasvakantie: vrijdag 25 maart t/m maandag 28 maart Meivakantie: maandag 25 april t/m vrijdag 6 mei Pinkstervakantie: maandag 16 mei Zomervakantie: maandag 11 juli t/m vrijdag 19 augustus 5. Studie- en teamwerkdagen medewerkers + schoolvrije dagen Komend schooljaar zijn er vier studie-/teamwerkdagen: Maandag 24 augustus: studiedag voor alle medewerkers Woensdag 18 november: teamwerkdag voor alle medewerkers Maandag 4 januari: studiedag voor alle medewerkers Woensdag 11 mei: teamwerkdag voor de medewerkers van team 1, 3 en 4 Werkers zijn op deze dagen vrij maar het kan gebeuren dat sommige werkers op afroep wel verplicht naar school komen voor inhaalwerk. Het komt een paar keer voor dat blok 3 op woensdagmiddag komt te vervallen. Dat is in elk geval op woensdag 17 februari en woensdag 1 juni

8 Ook kan het zijn dat je in de allerlaatste schoolweek een aantal dagen vrij bent; dat hangt af van het werk dat je nog moet doen. 6. Schoolfeesten Er zijn twee schoolfeesten voor alle werkers van team 1, 3 en 4. De feesten zijn op donderdag 15 oktober en donderdag 31 maart Beide feesten worden gehouden in de Grote Zaal op school. Ze beginnen om uur en eindigen om uur. De ochtend na een schoolfeest start de schooldag om uur. 7. Kees Boeke activiteiten-dag Op woensdag 23 september vindt de tweejaarlijkse Kees Boeke activiteiten-dag plaats. We vieren deze keer ons 90-jarig jubileum. De reguliere lessen komen deze dag te vervallen. Daarvoor in de plaats volgen alle werkers allerlei soorten workshops en sluiten we de dag met z n allen feestelijk af. De volgende dag worden de werkers pas om uur op school verwacht. 8. Open podia, muziek- en dansvoorstellingen op school Open Podia voor alle werkers: woensdag 11 november, woensdag 20 januari 2016 en woensdag 22 juni. Open Podia voor de eindexamenklassen: dinsdag 22 maart, woensdag 23 maart en donderdag 24 maart. Het muziektheater van leerjaar 2 & 3: woensdag 1 en donderdag 2 juni. Dansvoorstellingen: woensdag 17 en donderdag 18 februari. Bovenbouwmusical: donderdag 3, vrijdag 4 en zaterdag 5 maart. 9. Open Huis Op vrijdag 29 januari en zaterdag 30 januari 2016 is ons Open Huis. 10. Stagedag klas 2 In tussenweek 1 (week van 2 t/m 6 november) gaan alle werkers van klas 2 een dag stage lopen. Deze stagedag is een onderdeel van het programma aardrijkskunde. Tijdens de lessen wordt hierover uitgebreid informatie gegeven en ook je ouders krijgen hierover een brief. 11. Uitstapjes Als aanvulling op het onderwijsprogramma zullen er in de loop van het jaar zo nu en dan uitstapjes georganiseerd worden. Via de mentoren word je hierover tijdig geïnformeerd en je ouders lezen hierover in de nieuwsbrieven. 12. Data voortgangsverslagen Drie keer per jaar worden de voortgangsverslagen opgesteld. Voortgangsverslag 1: in week 49 (maandag 30 november t/m vrijdag 4 december) Voortgangsverslag 2: in week 12 (maandag 21 t/m vrijdag 25 maart) Voortgangsverslag 3: op donderdag 7 juli 8

9 13. Ouders op school Wij vinden het belangrijk informatie over jou ook met je ouders te delen. Daarom zijn er voor de ouders/verzorgers van alle klassen van een zelfde leerjaar informatieavonden gepland. 14. Informatieavonden voor alle ouders van leerjaar 1 Maandag 31 augustus in het domein van team 1: uur Voor alle ouders van dyslectische werkers is er daarvoor een bijeenkomst van uur Maandag 8 februari in het domein van team 1: uur 15. Informatieavonden voor alle ouders van leerjaar 2 Woensdag 2 september in het domein van team 1: uur Maandag 8 februari in het domein van team 1: uur 16. Data ouder-/werker-gesprekken leerjaar 1 Behalve deze informatiebijeenkomsten zijn er op drie momenten in het jaar, de zgn. ouder- /werker-gesprekken. Je ouders en mentor(en) praten samen met jou over hoe het met je gaat, waar je trots op bent, wat beter kan en wat je daarvoor nodig hebt. Ronde 1: intakegesprekken op woensdag 16 september en op nog nader te bepalen momenten in week 38, 39 en 40; het exacte tijdstip wordt bekend gemaakt tijdens de eerste informatieavond Ronde 2: in week 50 of 51 op uitnodiging en/of verzoek van ouders Ronde 3: woensdag 23 maart en op nog nader te bepalen momenten in week 12, 13, 14 of 15; het exacte tijdstip wordt twee weken van tevoren via mail doorgegeven 17. Data ouder-/werker-gesprekken leerjaar 2 Ronde 1: woensdag 16 september op uitnodiging en/of verzoek van ouders Ronde 2: woensdag 9 december en op nog nader te bepalen momenten in week 50 en 51; het exacte tijdstip wordt twee weken van tevoren via mail doorgegeven Ronde 3: in week 12, 13, 14 of 15 op uitnodiging en/of verzoek van ouders 18. Bijeenkomsten contactouders De contactouders van alle klassen komen drie keer op een dinsdagavond bij elkaar en wel op 6 oktober, 12 januari 2016 en 17 mei. 9

10 Communicatie Hoe we denken dat communicatie op de werkplaats goed verloopt, kun je lezen in de WP wijzer. Om iedereen op de hoogte te houden van belangrijk teamnieuws hebben we daarnaast: 1. Informatie in het domein Op diverse plekken hangen het rooster, het corveerooster en het testenrooster, die je ook zelf krijgt. We schrijven mededelingen op het whiteboard zoals het dagrooster en allerlei overzichten. 2. Mail De teamleider stuurt weekberichten aan de werkers per leerjaar. De teamassistent stuurt veel praktische informatie via mail. Medewerkers sturen soms berichten aan hele klassen, maar ook aan jou als individuele werker. Het is belangrijk dat je elke schooldag de nieuwe berichten in je inbox leest. Je kan ook zelf mail versturen aan medewerkers. Soms sturen we ouder(s)/verzorger(s) ook mail: over jou, de klas of over bijzonderheden uit het team. 3. Nieuwsbrieven De ouder(s)/verzorger(s) krijgen minimaal 1 keer per periode een Team 1 nieuwsbrief via de mail. 4. Studievaardighedenboekje per leerjaar Op school krijg je zelf het studievaardighedenboekje om je werk beter mee aan te kunnen pakken zodat je gemakkelijker en daardoor sneller en effectiever leert. Ouder(s)/verzorger(s) krijgen het studievaardighedenboekje als PDF file aan het begin van het jaar toegestuurd. Dat is handig: daarmee kan je je thuis nog beter laten helpen bij schoolwerk en weet iedereen wat een slimme aanpak is, dat communiceert gemakkelijker als er vragen zijn. 10

11 Zo werken we 1. De ruimten Team 1 heeft twee domeinen. Een domein voor leerjaar 1 (bij binnenkomst aan de rechterkant) en een domein voor leerjaar 2 (bij binnenkomst aan de linkerkant). Ieder domein heeft een instructielokaal. Daarnaast is er een kleinere domeinkamer die we gebruiken voor gesprekken met de mentor of een andere medewerker. Voor de medewerkers is er een teamkamer tussen de beide instructieruimten in. Zij bergen hier hun spullen op en overleggen en werken ook hier. Als werker mag je deze ruimte nooit zonder toestemming binnengaan. In de domeinen vind je verschillen werkplekken: de uitlegtafel, de computerwerkplekken, de stilteplekken, de groepstafels en de kring. Bij verschillende werkplekken horen verschillende manieren van werken. 2. Schooldag De indeling van de schooldag ziet er iedere dag hetzelfde uit. De schooldag duurt van 8:35 tot 15:00 uur. De dag bestaat uit drie blokken. Blok 1 van 08:35 tot 10:35 uur kleine pauze van 10:35 tot 11:00 uur Blok 2 van 11:00 tot 13:00 uur siësta van 13:00 tot 13:40 uur Blok 3 van 13:40 tot 15:00 uur In een intro-, tussen- en afsluitweek zijn de begin- en eindtijden in principe zoals altijd. Maar we werken dan met drie blokken die even lang duren. Dan kunnen alle drie de klassen van een leerjaar roulerend hetzelfde programma op een dag doen. Er zijn nooit tussenuren, ook niet als er een medewerker ziek is. In dat geval zorgen we voor vervanging. 3. De blokken In het rooster staan aanbodblokken, keuzeblokken en buitenblokken. In de aanbodblokken heb je les met je eigen klas. Dan bepaalt de docent die je hebt wat je gaat doen, met wie en waar in het domein. In de keuzeblokken heb je vrijheid om zelf te kiezen waaraan je wilt werken, waar je wilt werken in het domein en met wie. Je moet een goede planning maken om te zorgen dat al het werk gedaan wordt. Met je vaste groepje en je mentor maak je daar afspraken over. De docenten begeleiden je daarbij. Docenten geven ook workshops waar je aan mee kan doen. In de buitenblokken heb je les buiten het domein. Het gaat om de sport, expressie en natuurvakken. Die hebben hun eigen ruimten. Voor sport ga je naar de sporthal of naar de velden, voor de expressievakken ga je naar de betreffende vaklokalen en de natuurvakken heb je regelmatig in de labs. 11

12 4. De vakken In de onderbouw heb je een groot aantal verschillende vakken: In leerjaar 1 heb je de volgende theorievakken: Nederlands Frans Engels geschiedenis aardrijkskunde wiskunde biologie Daarnaast heb je ook deze praktijkvakken: gym tekenen handvaardigheid textiel drama muziek techniek en koken In leerjaar 2 heb je de volgende theorievakken: Nederlands Frans Duits Engels geschiedenis aardrijkskunde economie wiskunde natuurkunde en biologie Daarnaast heb je ook deze praktijkvakken: gym tekenen textiel drama muziek en techniek In leerjaar 1 en 2 wordt wekelijks ook nog een blok van 80 minuten ingeroosterd voor het Gezonde School programma. Je werkt dan samen met je klasgenoten en één van beide mentoren aan opdrachten die jou leren wat werkt om gezond te leven en gezond te leren. GEZOND maakt SLIM. Er is ook tijd om met je mentor te spreken: de mentortijd. 12

13 5. Locker, kapstok en tassenrek Iedereen heeft een eigen locker in het domein. Het is de bedoeling dat je hierin boeken, expressie-etui en eten en drinken bewaart. Deze locker gebruik je niet voor het opslaan van waardevolle artikelen, de school is bij diefstal niet aansprakelijk. Zie hiervoor ook de WP wijzer. Je bent zelf verantwoordelijk wanneer je iets kwijt raakt. Zorg dus ook dat al je spullen duidelijk gemarkeerd zijn, zet je naam er op! Dus ook op je etui met potloden, op je rekenmachine etc. Zorg dat je boeken gedurende het jaar gekaft blijven en zet ook daar je naam in (met potlood, op een plek die jij weet). Kleding hangen we aan de kapstok, tassen in het tassenrek. 6. Scannen Je komt op school, loopt naar waar je les hebt (domein, gymzaal, vaklokaal) en haalt je werker-pasje langs het scanapparaat. Het kan per ongeluk een keer gebeuren dat je te laat komt, dan is dat met het scanapparaat geregistreerd. Kom je te laat aan het begin van de dag, dan geldt de regel dat je bij de 3 e keer een rode kaart krijgt en jij je de dag erna om 8.00 uur moet melden bij de conciërge voor een corveetaak. Hetzelfde gebeurt als je te laat komt na een pauze. Start een blok in de teamruimte? Dan pak je de benodigde spullen uit je locker en gaat volgens het rooster aan het werk in het domein of in het instructielokaal. Start een blok met gym? Dan hoef je niet eerst naar het domein te lopen maar start je meteen in de kleedkamer van de sporthal, je hebt je gymspullen bij je. Start een blok met expressie? Zorg dat je je expressie-etui altijd bij je hebt in deze les. 7. Planning De drie klassen van één leerjaar hebben tijdens een blok zoveel als mogelijk hetzelfde programma. De indeling per blok en preciezer per lesuur zie je in het rooster en in de weekplanner. Daarin staat ook aangegeven welke docent je hebt en welk vak. In de planner maak je ook voor jezelf een planning voor de keuze-uren in de komende week. Wat ga je doen, met wie en op welke plek. Welke docent wil je aanspreken. Welke workshop wil je bijwonen. Dit doe je in overleg met je mentor en je vaste 4-tal. Tijdens domeintijd van een vak werk je aan de taken die voor die week voor dat vak in je planner staan. Je moet zorgen dat je werk wordt afgetekend. Wie een weektaak niet af en nagekeken heeft maakt de weektaak thuis af. Veel vakken kan je thuis nakijken via de DWP (zie verderop) Er zijn ook verrijkings- en verdiepingsopdrachten voor wie het werk snel en goed klaar heeft of pittiger werk aankan. Tijdens keuze-uren bepaal je zelf welke onderdelen van de weektaak je gaat doen, je kunt ook leerwerk doen voor testen, inhaaltesten of herkansingen. Je kunt in de weekplanner zien van welke vakken er medewerkers in het domein aanwezig zijn. Het is niet toegestaan medewerkers buiten het domein te gaan zoeken. Je kunt de medewerkers die wel op het domein zijn vragen om met je mee te denken en je kunt medewerkers ook een mailtje sturen. 13

14 8. Snelhechter met weekplanners Je werkt met een snelhechter met daarin weekplanners van school. Daar staat van uur tot uur in waaraan je voor een vak werkt en wat er van je gevraagd wordt in de instructie, in het domein en eventueel thuis. Ook de inleveropdrachten van de theorievakken en de testen staan daarin. In de snelhechter met planners zitten ook de aftekenlijst en het testenrooster voor die periode. De aftekenlijst gooi je niet weg als je een nieuwe krijgt. Dat doe je pas als de mentor zegt dat dat mag. Aan het einde van de week krijg je een nieuwe weekplanner die je in je snelhechter doet, bovenop de vorige. Je houdt hem gedurende de week bij: je vult per dag in wat je thuis nog moet lezen, (af-)maken en leren. Houd de aftekenlijst, planner en testenrooster goed bij elkaar in een snelhechter waar je naam en klas duidelijk op staan. Daar heb je veel profijt van! Je hebt de weekplanner altijd bij je. 9. IK Werkers hebben ook een map met daarin de dingen waar ze trots op zijn. Het zijn mappen die gaandeweg worden gevuld met allerlei producten die de talenten van de werkers zichtbaar maken. 10. Werken in het domein Als een medewerker iets aan de hele groep wil zeggen, gebruikt hij of zij het stilteteken. Er wordt van je verwacht dat je daaraan meewerkt en dat de klas stil is. Je werkt de hele dag in je vaste viertal. Met dat groepje werk je samen. Soms maakt het team een andere afspraak met jou of met de klas. De viertallen wisselen elke periode van samenstelling. In leerjaar 1 wisselen we in periode 1 vaker omdat je elkaar dan snel beter leert kennen. Wie naar de mediatheek wil, moet dit eerst overleggen met één van de medewerkers die in het domein aanwezig zijn. Vertel erbij wat je wilt gaan doen en hoelang je verwacht weg te zijn. Er mogen maximaal 4 werkers aan een grote tafel zitten. Praten doe je alleen met anderen aan jouw tafel. In het domein zorgen we samen voor een rustige werksfeer. De medewerkers geven aan wat ze precies van de klas verwachten. Je moet letten op je stem, je praat snel harder dan je denkt. Dat is vervelend voor anderen die zich concentreren om iets te maken of te leren Zorgen voor rust is ook jouw zorg! Tip: gebruik een koptelefoon of oortjes om je beter af te kunnen sluiten, om voor jezelf te kiezen, zelfs als je geen muziek luistert maar gewoon om je beter af te kunnen sluiten. Je volgt aanwijzingen van medewerkers meteen op. We maken aan het begin van een les duidelijk wat we van je verwachten en kijken er aan het einde op terug. Zo weet je hoe je aan het werk moet gaan en snap je ook wanneer het werk echt goed en klaar is. Er is een duidelijke verbinding tussen wat we doen in de instructie les en in het domein. Meestal werken we langer achter elkaar aan hetzelfde onderwerp, aan opdrachten van eenzelfde vak of soms van meer vakken tegelijk die met elkaar te maken hebben. Dat helpt je om doelgerichter te werken en dingen af te maken. Omdat je allemaal op hetzelfde moment met dezelfde leerstof bezig bent kan je ook samenwerken en elkaar 14

15 goed helpen. In het viertal leer je elkaar zo extra goed kennen en heb je ook meer aan elkaar. De medewerkers kunnen groepjes werkers helpen die dezelfde uitleg of uitdaging nodig hebben. We vinden het heel belangrijk dat het grootste deel van het werk gedaan wordt op school. Natuurlijk is het logisch dat je meer tijd nodig hebt om alles af te krijgen en te leren. Dat doe je dan thuis. Het is handig als je dat ook noteert in je weekplanner. Je houdt zo het overzicht van de tijd die je nodig hebt om alles goed te doen. Een eigen agenda is om te gebruiken in combinatie met de weekplanner. Een grote, kale agenda is overzichtelijk en werkt goed. Het is heel gewoon om na schooltijd 1 tot 1½ uur per dag met je schoolwerk bezig te zijn, met lees-, maak- en leerwerk. 11. Je werkplek Medewerkers geven tijdens het aanbodblok aan welke klas waar in het domein gaat werken. Je vaste werkgroepje, het viertal, wordt elke periode veranderd en in klas 1 in de eerste helft van het jaar zelfs vaker. Door langere tijd samen te werken, leer je elkaar goed kennen en maak je optimaal gebruik van elkaars mogelijkheden. In de instructieruimte heb je met je viertal een vaste plek. Ook bij testen heeft iedereen een vaste plek. Dit zorgt ervoor dat we snel kunnen starten. Dyslectische werkers en andere werkers met recht op tijdverlenging maken de testen in (en als er plek tekort is, vlakbij) het instructielokaal om rustig de test af te kunnen maken als de anderen in het domein klaar zijn. 12. Achterstanden, spijkertijd, inhalen en repareren De weektaken worden gecontroleerd. Is het werk in orde en heb je bij het nakijken goed verbeterd? Dan tekent de vakmedewerker die weektaak af. Wanneer je voor een vak goed bezig bent, in goed tempo werkt en het werk goed nakijkt heb je voor dat vak misschien minder controle nodig. De vakmedewerker weet dat en houdt daar dan rekening mee. Als het goed is leer je je werk zo steeds beter te organiseren. De mentor controleert de aftekenlijst. Voorbeeld: in week 37 controleert de mentor of je taken van week 35 afgerond zijn. Er zit dus altijd genoeg tijd tussen om iets in te lopen als je bijvoorbeeld ziek bent geweest. Wie toch nog achterloopt krijgt de opdracht om van tot uur te spijkeren, te werken in het domein tot de achterstanden zijn ingehaald. Er is geen recht om te spijkeren aan achterstanden in weektaken, het is geen huiswerkklas. Je wordt wel verplicht om te spijkeren als je een inleveropdracht niet op tijd af en ingeleverd hebt! Natuurlijk zijn er omstandigheden waardoor je je werk niet op tijd af kunt hebben. Je communiceert hierover dan met de vakmedewerker. Vraag je ouder(s)/verzorger(s) en je mentor om je te helpen als je het werk waarmee je achterloopt niet meer goed kunt overzien, bijvoorbeeld als je ziek bent geweest en het wegwerken van de achterstand graag samen plant. Voor het inhalen van testen geldt dat je zelf o snel mogelijk het initiatief neemt om met de vakmedewerker af te spreken wanneer en hoe je het werk inhaalt. Te laat inleveren van werk kan leiden tot een aftrek van punten. Als je niet verschijnt op het afgesproken tijdstip om iets in te halen of af te maken, dan geven we je nog een kans om het alsnog te doen. Vergeet je ook dan weer je afspraak, dan moet je het dezelfde dag of de volgende dag maken en wordt dit werk beoordeeld, of 15

16 je nu wel of niet iets hebt voorbereid. Uiteraard kun je zo n test dan niet meer herkansen. Bij niet ingeleverd of niet gemaakt werk komt er in het cijfersysteem een voorlopige nul te staan die gewoon meetelt in het voortschrijdend gemiddelde. Zo heb jij en zo hebben wij altijd een goed inzicht in achterstanden. Alle nullen moeten zijn weggewerkt om te kunnen starten in een volgende periode. Je moet beschikbaar zijn na schooltijd om te spijkeren. Aan het eind van periode 1 van klas 1 verandert een nul in minimaal een 4. In heel klas 2 en na periode 1 in klas 1 veranderen nullen in minimaal een 1. Het is goed en fijn als ouder(s)/verzorger(s) helpen bij planning en organisatie door regelmatig samen in de snelhechter of op DWP te kijken naar de taken en het testenrooster. Op het testenrooster staan ook de in te leveren opdrachten, werkstukken en de herkansingsdata. Vertel thuis welke cijfers je hebt gehaald, het is goed om samen in het werkerportaal naar je cijfers te kijken en te bespreken hoe het gaat. Ouder(s)/verzorger(s) hebben hun eigen inlogcode. 13. Het rooster Het basisrooster is ingedeeld in vier periodes. In je planner zie je ook jouw rooster. Gym in klas 1 heeft de ene helft van het jaar één lesblok, de andere helft van het jaar twee lesblokken. Halverwege het schooljaar rond je bepaalde expressievakken af en begin je met andere expressievakken. (De cijfers die je bij de expressievakken in de eerste helft van het schooljaar haalt tellen ook mee voor de overgang) Iedere periode wordt afgesloten met een tussenweek. Dat is een week lang een afwijkend, bijzonder programma en er is een rooster met ook andere pauzetijden. In zo n week zijn er ook enkele momenten om testen in te halen of te herkansen. 14. Extra s Vaak wordt er ook extra uitleg gegeven aan een uitlegtafel. Daar besteedt de medewerker aandacht aan dingen waar meer werkers tegenaan lopen! Zo zal een werker die wat hulp van de medewerker nodig heeft om een taak goed te kunnen starten geregeld aan de uitlegtafel beginnen om daarna aan zijn eigen tafel weer verder te werken, alleen of met meedenken van anderen in de groep. Behalve de instructies die voor alle werkers van een klas tegelijk ingeroosterd zijn, worden er ook workshops gegeven aan werkers die de stof nog niet heel goed begrepen hebben of juist aan werkers die moeilijker stof aankunnen. Er zijn bijvoorbeeld workshops voor een vak of voor taal- en rekenvaardigheden. Je kunt deze workshops op vrijwillige basis bijwonen. Een docent kan je aanraden bij een workshop te zijn bijvoorbeeld als de vakmedewerker gemerkt heeft dat je bepaalde onderdelen nog niet voldoende beheerst en/of begrepen hebt. Behalve workshops voor extra uitleg kunnen er ook workshops gegeven worden over nieuwe dingen. Zo zijn er na de herfstvakantie workshops havo-wiskunde in klas 2 voor werkers die het jaar erna mogelijk naar 3 havo gaan. Die workshops zijn er niet elke week maar afhankelijk van wat er nodig is voor een goede aansluiting op de wiskunde in 3 havo. Daarnaast is er na schooltijd een lessenserie Vaardig in Taal voor een kleine groep werkers uit klas 1 en 2 samen die op allerlei manieren versterkt wordt in de Nederlandse taal. De docent selecteert de deelnemers samen met de medewerkers Nederlands. Ouder(s)/verzorger(s) van de deelnemers aan Vaardig in Taal krijgen voorlichting over het programma. 16

17 Na schooltijd wordt ook eens per jaar een training Rots en Water gegeven. De training is gericht op het (h)erkennen van grenzen van jezelf en anderen. De ene deelnemer gaat er vooral heen om steviger te worden, voor zichzelf op te komen terwijl de andere deelnemer juist leert om meer ruimte aan anderen te geven. Yvonne en Coen geven de training en de onderbouwteams selecteren de deelnemers. Wanneer een werker gevraagd wordt om mee te doen is daar contact over met thuis. 15. Klassen en mentoren Alle werkers van team 1 zijn verdeeld over de 6 klassen die tot het team behoren. Iedere klas heeft een of twee mentoren. Wekelijks is er twee keer mentortijd ingeroosterd: een mentorles voor de hele klas en een uur voor mentorgesprekken met individuele werkers of groepjes. In de mentorles doe je activiteiten die te maken hebben met de groepsvorming en worden kringgesprekken gevoerd waarbij allerlei zaken aan bod komen: o.a. onze leef- en werkregels, het werken met de periodeplanner, de punten die door de klankbordgroep naar voren gebracht worden en al die dingen die nodig zijn om als klas goed te kunnen functioneren. Ook leren leren met onder andere het studievaardighedenboekje staat op het menu. Daarnaast heb je regelmatig alleen of samen met je groepje een gesprek met je mentor om over je welbevinden, motivatie, resultaten, planning en jullie samenwerking te praten. Iedereen komt elke periode op zijn minst een keer aan de beurt. De mentoren volgen jouw ontwikkeling. Zij hebben contact met jou en ook met je ouder(s)/verzorger(s) als daartoe aanleiding is. Omgekeerd kunnen ook jij en je ouder(s)/verzorger(s) bij de mentoren aankloppen als er dingen zijn om te bespreken. 16. Groepjes: vaste 2- en 4-tallen Zowel in leerjaar 1 als 2 werken we met vaste twee- en viertallen. De samenstelling wisselt minimaal 4 keer per jaar, meestal aan het einde van een periode, en wordt vastgesteld door mentoren waarbij we proberen rekening te houden met voorkeuren. Zoals gezegd wordt er in klas 1 de eerste helft van het jaar en vooral in periode 1 vaker gewisseld om ervoor te zorgen dat iedereen elkaar goed leert kennen door samen te denken en samen te doen. (Samenwerkings-)opdrachten doe je in deze vaste groepen behalve wanneer de medewerker andere mogelijkheden aanbiedt als de opdracht zich daar beter voor leent. Een opdracht die is gestart met jouw groep rond je ook af met diezelfde groep ook al zijn er ondertussen nieuwe groepjes gemaakt. Je bent binnen het viertal gedurende een hele periode verantwoordelijk voor jezelf en voor elkaar. Je helpt elkaar, informeert elkaar en plant samen het werk dat gedaan moet worden. Tijdens de begeleidingsgesprekken die de mentor met je groep voert, benoemen jullie samen wat goed gaat en wat verbeterd kan en moet worden. Jullie maken daar ook afspraken over. In de weken na de uitreiking van het voortgangsverslag heb je samen met je viertal een gesprek met je mentor. Jullie bespreken dan of de goede voornemens duidelijk genoeg zijn en hoe jullie elkaar kunnen helpen bij het waarmaken van deze goede voornemens. 17

18 17. Klankbordgroep De klankbordgroep is een groep die een keer per 3 weken een uurtje bij elkaar komt samen met de teamleider. Uit iedere klas zitten 2 werkers in de klankbordgroep. Aan het begin van het schooljaar weten we per klas wie de twee werkers zijn die als klassenvertegenwoordigers in de klankbordgroep komen. Uit elk team wonen twee leden van de klankbordgroepen de maandelijkse bijeenkomsten van de werkersraad bij. Daar worden dingen besproken die meer werkers in de school aangaan dan alleen de werkers uit ons eigen team. 18

19 Media 1. Ict lessen Er wordt in leerjaar 1 een serie lessen gegeven om de ict-vaardigheid te vergroten. Je leert er te werken met programma s als Word, Excel en Outlook. Wie bepaalde ict-vaardigheden al goed blijkt te beheersen werkt aan andere taken in deze lesuren. 2. Mobiele telefoons Tijdens schooltijden mag je je mobiel niet gebruiken. Mobiele telefoons kunnen de lessen verstoren. Als je dat wel doet en een medewerker ziet het, wordt je mobiel ingenomen. Hierover is geen discussie mogelijk. Je mobiel kan je dezelfde dag pas om uur weer ophalen. Op deze regel maken we een paar uitzonderingen: Als je toestemming van je medewerker hebt mag je je mobiel gebruiken om dingen op te zoeken op het internet, gericht op je schoolwerk. Als je dit zonder toestemming doet kan de medewerker je mobiel innemen. Als je wilt mag je tijdens stilte-uren (maar alleen dan) muziek luisteren met je mobiel. Je hebt dan beide oortjes in en je mag niet samen met iemand anders muziek luisteren. Als je buiten het stilwerken naar muziek luistert kan de medewerker je mobiel innemen. Om te voorkomen dat je in de verleiding komt om toch je mobiel te gebruiken op een manier die niet is toegestaan kun je je mobiel aan het begin van elk blok inleveren bij je medewerker. Dit is wel op eigen risico. Je kunt je mobiel natuurlijk ook in je locker bewaren. 3. Stilte-uren In team 1 zijn er elke dag stilte-uren, dat zie je terug in de weekplanner. Een stilte-uur betekent dat alle werkers in het hele domein stil werken. Het vaste testmoment is ook een stilte-uur. Aan het begin van het uur krijg je een paar minuten de tijd om spullen te pakken en niemand mag de eerste 10 minuten vragen stellen. Ook de rest van het uur werk je stil voor jezelf. 4. Muziek luisteren Als je je er beter door kunt concentreren, mag je tijdens de stilte-uren dus zachtjes naar muziek luisteren. Luister dan alleen naar instrumentale muziek of naar muziek in een taal die je niet bewust vertaalt. Anders word je afgeleid door de betekenis van de songteksten en leer je echt minder goed! Je oortjes zijn natuurlijk vooral fijn voor de luisteroefeningen bij Frans, Engels en Duits en voor filmpjes waarnaar via de DWP wordt gelinkt. Bij het plannen houd je rekening met stilte-uren: een stilte-uur is heel geschikt om leerwerk te doen terwijl samenwerken dan juist niet kan en ook niet mag. 5. Computergebruik Het computergebruik is op school altijd in het teken van het schoolwerk. Op de WP kan je werken op de vaste computers en laptops of met je eigen laptop, tablet of notebook via het draadloze netwerk. We verwachten dat jij als werker verantwoordelijk met deze vrijheid omgaat. Dat betekent: Dat je zorgvuldig met de apparatuur omgaat. Dat je alleen je eigen oortjes gebruikt voor luisterwerk. Bewaar je eigen oortjes zorgvuldig en voorzie ze van je naam en klas want ze lijken veel op elkaar. 19

20 Dat je de computer alleen gebruikt als je hem echt nodig hebt en er naar redelijkheid gebruik van maakt. Je mag een schoolcomputer nooit vergrendelen. Je houdt je bureaublad zo leeg mogelijk. Dat vergroot de snelheid van het netwerk. Je speelt geen spelletjes, gebruikt geen social media. Je gebruikt alleen je schoolmailadres om te mailen. Elke werker tekent de ict gedragscode waarin alle afspraken staan en waarmee je bevestigt dat je weet wat je wel en niet mag doen op ict gebied en dat je je daar ook aan houdt. 6. DWP werkplaats) De DWP is, na de medewerker zelf, de rijkste bron van alle lessen op de WP!!! De informatie uit de planner en het testenrooster staat ook op de DWP. Je kunt overal en altijd weten wat er van je wordt verwacht. Jouw ouder(s)/verzorger(s) kunnen meekijken en je ook helpen met het plannen en organiseren van je werk. Op de DWP staan bronnen, zoals teksten, PowerPoint-presentaties, Prezi s, filmpjes, links etc. Voor een aantal vakken staat het hele boek op de DWP. Het is buitengewoon belangrijk om daar veel gebruik van te maken want op de DWP is de informatie natuurlijk uitgebreider dan in de planners. Om bij deze informatie te komen moet je je op de DWP aanmelden voor de cursus. Daarom is het voor alle werkers verplicht om zich meteen aan te melden voor alle nieuwe cursussen aan het begin van iedere periode. Aan het einde van een periode meld je je weer af. 20

21 Regels in team 1 1. Spullen en omgeving We gaan er van uit dat iedereen netjes en zorgvuldig omgaat met de spullen van elkaar en van de school. We spreken elkaar daar op aan. Wie dat niet goed doet kan straf krijgen. Alleen met toestemming van de ander mag je spullen van elkaar lenen, anders niet! We treden streng op tegen werkers die spullen beschadigen of vernielen en dat heeft direct consequenties. Diefstal wordt gemeld bij de politie. Ruim steeds jouw locker, spullen en rommel op en controleer de vloer bij de tafel. Iedereen zorgt er zelf voor dat bij het verlaten van de werkplek alle spullen en de vloer opgeruimd worden. Om snel te kunnen zien dat spullen van jou zijn, krijg je de opdracht om duidelijk je naam en klas te noteren op al je tekstboeken, werkboeken, mappen, schriften, rekenmachine en deksel en op je etui. Nakijkboekjes, atlas, woordenboek etc. leg je aan het einde van een lesuur altijd terug in de juiste kast. Oud papier doe je in de papierbak, ander afval in de vuilnisbak. Dat is duurzaam. In het team gevonden voorwerpen leg je in de gevonden voorwerpenbak van jouw leerjaar. Spullen die we ergens anders vinden in of om de school brengen we (werkers en medewerkers) naar de conciërges. Straf krijgen kan betekenen: een gele kaart krijgen en nakomen na uur of zelfs op een dag dat andere werkers lesvrij zijn. 2. Gele kaart Soms houdt een werker zich niet aan onze afspraken en gaat de grens van een ander over of pakt vrijheid voor zichzelf die ten koste gaat van de vrijheid van een ander. Dan is er de gele kaart. De medewerker vult hem in en jij moet dezelfde dag nablijven, lik op stuk... Jij laat hem dezelfde dag thuis door je ouder/verzorger ondertekenen en levert hem de volgende schooldag weer in. Dat is duidelijk voor jezelf, voor ons en voor thuis. De gele kaart en natuurlijk het gesprek over de aanleiding voor die gele kaart voorkomt herhaling van ongewenst gedrag doordat je reflecteert op wat je doet. 3. Pauzes, eten en drinken Tijdens de pauzes gaat iedereen het domein uit. De deuren van het domein gaan op slot. Zorg dat je na de pauze op tijd weer aanwezig bent. Als werker van klas 1 en 2 mag je tijdens de pauzes niet van het schoolterrein af. Doe je dit toch, dan nemen we een passende maatregel: 5 x 3 kwartier het schoolterrein opruimen. Dat heet prikken. Tijdens de pauzes mag je in bepaalde gangen zijn, maar beter is als je lekker naar buiten gaat of in de kantine gaat zitten. Op het sportterrein mag je niet eten en drinken. Tot de beukenhaag en in de binnentuin mag dat wel. Zorg dat je in de gangen niet stoeit en nergens rommel achter laat. Er staan overal afvalbakken om het netjes te houden. Je kunt van thuis meegebrachte etenswaren opeten of een gezonde snack kopen in de kantine. Eten en drinken doen we niet in het domein. Er zijn momenten waarop we een uitzondering maken op deze regel. Tijdens vieringen zijn er vaak lekkere hapjes. En ook bij sommige projecten hoort het eten en drinken er bij. Maar dan eten en 21

22 drinken we met zijn allen en dus alleen op afspraak. Kauwgom kauwen mag niet in het domein en de lokalen. Dat geeft veel schade aan het gebouw. Kauw je toch? Dan moet je de gang vegen na schooltijd. 4. Corvee en kantinedienst Uit elke klas hebben dagelijks 2 werkers corveedienst. Je bent gedurende het jaar een aantal keer een week lang aan de beurt om deze taak uit te voeren en ieder heeft daarin zijn eigen deeltaak. Samen met de corveeploeg zorg je ervoor dat het domein pico bello netjes wordt opgeruimd en geveegd. Is een werker ziek of door omstandigheden verhinderd, dan zoekt de corveeploeg zelf naar een vervanger in overleg met de medewerker die het corvee begeleidt. Wie dat is kan je altijd zien op het whiteboard. Wie zonder toestemming van een medewerker wegblijft van corvee haalt dat dubbel en dwars in, dat is wel zo eerlijk. Werken in een nette en schone omgeving is prettig. Naast corvee in het domein heb je soms ook een periode kantinedienst. En veel werkers vinden het heel leuk om de kantinemedewerker te helpen bij de verkoop en het broodjes klaarmaken in de kantine. 5. Kleding en tassen Je draagt geen jas in het domein. Dat geldt ook voor dassen, oorwarmers, wanten en andere buitenkleding. Je kunt al deze zaken ophangen aan de kapstok bij de ingang van het domein of je bergt ze op in je locker. Sportkleding neem je mee naar huis om te wassen. Tassen horen in het tassenrek, je tas mag dus niet mee het domein in! 6. Testen doen Je maakt testen op je vaste plek tijdens het testmoment. Bij testen in de instructielessen zit je in je vaste viertal. Je zorgt ervoor dat je heel stil iets kunt doen als je klaar bent, lezen bijvoorbeeld. Dan zitten werkers zolang het past in het instructielokaal waarbij de werkers met recht op tijdverlenging voorrang hebben in het instructielokaal. Je mag alleen een rekenmachine gebruiken als de vakmedewerker daar toestemming voor geeft en je gebruikt dan alleen je eigen rekenmachine. Even lenen is er dus niet bij. Mobieltjes mogen niet gebruikt worden als rekenmachine. 7. Ziekte, afwezigheid Ziek? Niet leuk voor je. Maar het is wel belangrijk dat je ons dat op tijd laat weten. Laat je ouder(s)/verzorger(s) voor 8.15 uur naar school bellen dat je ziek bent, of laat mailen naar team1@wpkeesboeke.nl. Ben je ziek en bel je niet? Dan missen we jou en bellen we naar huis of naar een van de noodnummers die je ouder(s)/verzorger(s) ons doorgeven om altijd bereikbaar te zijn op het werk of ergens anders. Dat je op school ziek wordt en naar huis wilt, kan ook gebeuren. We laten je alleen naar huis gaan als we contact met thuis hebben gehad. Geen contact met thuis = op school blijven!! Voor medicijnen zorg je zelf. In bijzondere gevallen houden we reserve medicijnen in beheer op verzoek van je ouder(s)/verzorger(s). Daar is een speciaal afsprakenformulier voor. Moet je naar de fysiotherapeut, orthodontist, tandarts of dokter of is er iets anders waarvoor je een paar uurtjes niet op school kunt zijn, dan laat jij je ouder(s)/verzorger(s) daarvoor tijdig dus (liefst ruim) tevoren een mailtje sturen naar team1@wpkeesboeke.nl, of je levert ruim van tevoren een blauwe kaart in die door je ouders is ingevuld en ondertekend. Deze kaarten kan je krijgen bij de teamassistent. 22

23 Voor bijzonder verlof (bijvoorbeeld een bruiloft of jubileum) moeten je ouder(s)/verzorger(s) via een formulier minimaal 6 weken van tevoren een aanvraag indienen bij de teamleider die beslist of het verlof wordt toegekend. Bij aanvraag van verlof voor religieuze verplichtingen kan het zijn dat je pas een dag tevoren precies weet wanneer het verlof zou vallen. Toch is het belangrijk om het verlofverzoek ook dan al 6 weken tevoren in te dienen, ook al is de precieze verlofdag pas later duidelijk. Het formulier om verlof mee aan te vragen is op onze website te vinden. 8. Leerplicht, te laat komen en spijbelen Alle jongeren tot 18 jaar horen op school te zijn in Nederland. Zorg dat je op tijd op school bent. Wanneer je toch te laat bent zijn er straffen. Na elke 3e keer te laat meld je je om 8.00 uur s ochtends bij een van de conciërges en krijg je corvee. Dit geldt ook als je te laat in school bent na de pauzes. Bij 5 keer te laat komen lichten we je ouder(s)/verzorger(s) in. Bij 10 keer te laat komen lichten we de leerplichtambtenaar in. De leerplichtambtenaar wordt natuurlijk ook door ons geïnformeerd als er meer dan een bepaald aantal uren gespijbeld is. Spijbelen mag niet. Wij registeren alle verzuimde lestijd en maken daar een overzicht van. Wij kunnen dus altijd zien wanneer je er niet was. Wie spijbelt, moet de gemiste tijd na schooltijd dubbel inhalen. Helpt dat niet dan worden je ouder(s)/verzorger(s) gebeld of schakelen we de leerplichtambtenaar in. De leerplichtambtenaar kan maatregelen nemen. 23

24 Metingen en beoordelingen 1. Testen Testen zijn bedoeld om te meten of je het niveau hebt gehaald dat nodig is om verder te kunnen met de leerstof. Er zijn veel verschillende vormen om te kunnen laten zien hoe ver je bent. Zo heb je diagnostische testen waarmee je kunt onderzoeken hoever je bent. Praktische opdrachten, verslagen, mondelinge testen en schriftelijke overhoringen, mappen die je moet bijhouden en waar je een beoordeling voor krijgt, tijdvakkendossiers bij geschiedenis, presentaties, voordrachten, zelf bedachte testen en posters waar je een beoordeling voor krijgt etc. Welk soort meting je kunt verwachten en het moment waarop, wordt duidelijk aangegeven in het testenrooster en op de DWP waar ook uitgebreider staat waar de test over gaat of wat je het beste kunt doen om je goed voor te bereiden. Soms krijg je een test die niet meetelt voor een cijfer en die je ook niet hoeft voor te bereiden. Dit soort testen staat niet in het testenrooster. De medewerkers leggen natuurlijk uit wat alles precies inhoudt en hoe je je goed op een test kunt voorbereiden. De medewerkers laten je altijd weten hoe je een opdracht moet inleveren: persoonlijk, in het postvak van de medewerker, uploaden via de DWP of als mailbijlage versturen. Grote bestanden mag je nooit via mail inleveren. 2. Cijfers Je krijgt tot en met periode 1 in klas 1 cijferbeoordelingen van 4,0 t/m 10. Dat zijn hele cijfers. In die periode ben je volop aan het wennen. Met cijfers van 4 of hoger is het gemakkelijker om eventueel zwakke cijfers uit periode 1 dan later in het jaar, als je meer gewend bent, op te kunnen halen. Na periode 1 rekenen we strenger en krijg je cijfers van 1 t/m 10. Je kunt in het cijferportaal altijd zien waarvoor je een bepaald cijfer hebt gehaald en hoe zwaar dat cijfer meetelt, dat is de weging. Ook ouder(s)/verzorger(s) kunnen dat zien met hun eigen inlogcode. Maar samen naar het leerproces en de resultaten kijken is natuurlijk nog beter. Dat is belangrijk als je er goed voor staat en als het wat minder gaat. Voor het samenstellen van het gemiddelde cijfer geldt bij alle vakken een voortschrijdend gemiddelde. Dat wil zeggen dat alle behaalde resultaten van het hele jaar mee blijven tellen. Je kunt steeds precies zien hoe je er voorstaat. Zolang je voor een beoordeling een nul hebt staan, telt die als nul mee in het voortschrijdend gemiddelde. Een slecht cijfer eerder in het jaar blijft het gemiddelde beïnvloeden en je zult extra hard moeten werken om dat cijfer op te halen, te compenseren. De vakmedewerkers en je mentoren helpen je natuurlijk bij het maken van een plan daarvoor. Zoals bij veel geldt ook hier: een goed begin is het halve werk. Er zijn helaas altijd werkers die ondanks alle adviezen te laat beseffen dat ze harder hadden kunnen en hadden moeten werken, ook thuis. 3. Inhalen en herkansen Inhalen Inhalen van een test kan wanneer je ziek bent geweest of om een andere goede reden de test hebt gemist. Intekenen doe je digitaal via de DWP. 24

25 Herkansen Sommige testen mag je overdoen, andere niet. Het heeft geen zin testen over te doen als je niet eerst opnieuw hebt geprobeerd de stof te begrijpen en voldoende te oefenen. Bespreek zulke dingen eerst met je vak-medewerker en/of mentor. Voor klas 1 geldt de volgende herkansingsregeling: Periode 1 herstellen dat wat nodig is; deze periode zien we als de gewenningsperiode; In periode 2 en 3 drie herkansingen per periode en maximaal één per vak per periode; In periode 4 twee herkansingen en maximaal één per vak. Voor klas 2 geldt: in periode 1, 2, 3 en 4 twee herkansingen per periode en maximaal één per vak per periode. Intekenen voor het herkansen doe je digitaal via de DWP. 4. Rapportage Je mentor kan alle cijfers zien je die je haalt, net zoals jij en je ouder(s)/verzorger(s). Drie keer per jaar bespreken alle medewerkers waar je les van krijgt samen hoe het met jou en jouw resultaten gaat. Na deze bespreking krijg je van je mentor een voortgangsverslag of eindverslag mee naar huis waarin je beoordelingen staan. Daarnaast geven de medewerkers je ook complimenten, tips en adviezen in een geschreven verslag. Dat noemen we je aandachtspunten. Verder gaan we samen met jou ook bijhouden hoe goed je al bent in samenwerken, plannen van je werk, presenteren en hoe goed je al naar je eigen manier van werken kunt kijken, reflecteren en daar iets mee kunt doen. Met iedere werker en de ouder(s)/verzorger(s) hebben we in de eerste twee leerjaren minimaal vier keer een gesprek hierover. Als het nodig is, is er natuurlijk vaker een gesprek over hoe het loopt, dat kan op verzoek van thuis zijn of van de mentor. De cijferlijsten die je meekrijgt in een voortgangsverslag of eindverslag bevatten de niet afgeronde cijfers. Het voortschrijdend gemiddelde van een vak verandert ook steeds. Op het moment van een ouder-/werker-gesprek kan je er al weer heel wat cijfers bij hebben gehaald! Overgang 1. Overgang naar klas 2 Aan het eind van het schooljaar gaan in principe alle werkers over naar het volgende leerjaar. Maar het is natuurlijk wel nodig dat je dan al je werk voor dat jaar hebt gedaan. We houden dit, samen met jou en je ouder(s)/verzorger(s), het hele jaar goed in de gaten. Het kan zijn dat nog niet al het werk van dat jaar is afgerond. Een paar weken extra kan voldoende zijn om deze achterstand weg te werken. We verplichten je dan om na schooltijd en gedurende vrije dagen als de school open is, te komen werken. Soms lukt het niet het vereiste niveau te halen. Dan kijken we samen naar wat de beste oplossing is. In goed overleg komen we overal uit. De school heeft wel altijd het laatste woord. 25

26 Wanneer er in het team twijfel bestaat over je niveau kunnen we je vragen deel te nemen aan een onderzoek naar je niveau. Met de uitkomsten hiervan geven we je advies over de te volgen route. Je wordt zonder meer bevorderd als je: voor alle vakken een 6,0 of hoger hebt behaald voor één vak een eindbeoordeling lager dan een 5,0 hebt behaald en het gemiddelde van alle vakken een 6,0 of hoger is voor twee vakken een eindbeoordeling tussen een 5,0 en een 6,0 hebt behaald en het gemiddelde van alle vakken een 6,0 of hoger is. In alle andere gevallen bepaalt de overgangsvergadering per werker wat het besluit is. 2. Leerwegadvies procedure klas 2 Zit je in klas 2A, 2B, 2C of 2D dan gaan we in de loop van het schooljaar onderzoeken welke leerweg na het tweede jaar voor jou de meest geschikte is. Natuurlijk word je bij het maken van keuzes ook geholpen door de medewerkers. Zij geven op twee momenten van het jaar een leerwegadvies dat vermeld wordt in het voortgangsverslag. Tijdens de overgangsvergadering wordt het leerwegbesluit genomen. De leerwegadviezen en het leerwegbesluit worden genomen op basis van je cijfers, je talenten, je werkhouding en persoonlijke omstandigheden. Het besluit moet passen bij de werker en uitzicht bieden op een succesvolle schoolloopbaan. 3. Overgang naar klas 3 De overgang naar de derde klas wordt bepaald tijdens de overgangsvergadering. Het overgangsbesluit wordt genomen op basis van: Het leerwegbesluit Cijfernormen voor alle vakken en voor de kernvakken De kernvakken zijn: Nederlands, Engels, geschiedenis en wiskunde. De cijfernorm is per brugklas verschillend. In de vmbo-t/havo klassen wordt op een ander niveau getoetst dan in de havo/vwo brugklassen. 4. Cijfernorm: van 2A, 2B, 2C en 2D naar vmbo-3 Om naar Vmbo-3 te mogen heb je gemiddeld een 6,0 op je eindrapport nodig waarbij ook het gemiddelde van de kernvakken een 6,0 moet zijn. Je mag daarbij niet meer dan 2 eindbeoordelingen hebben tussen de 4,0 en 6,0. Heb je maximaal twee beoordelingen tussen de 4,0 en de 5,0 en een tussen de 5,0 en de 6,0 dan ben je een bespreekgeval. Het zelfde geldt voor maximaal 4 beoordelingen tussen de 5,0 en de 6,0. In alle andere gevallen bepaalt de overgangsvergadering per werker wat het overgangsbesluit is. 26

27 5. Cijfernorm: van 2A, 2B, 2C en 2D naar Havo-3 Om naar Havo-3 te mogen heb je gemiddeld een 7,0 op je eindrapport nodig. Je mag daarbij niet meer dan 2 eindbeoordelingen hebben tussen de 5,0 en 6,0. Het gemiddelde van de kernvakken moet een 7,0 zijn en geen enkel kernvak mag lager dan een 6 zijn. In alle andere gevallen bepaalt de overgangsvergadering per werker wat het overgangsbesluit is. 27

28 Tot slot Nou dat was een heleboel informatie. Maar weet je nu ook echt alles? Er zijn vast nog genoeg vragen waar je nu nog geen antwoord op hebt gekregen. Misschien dat je de antwoorden op die vragen kunt vinden in de WP wijzer. Maar misschien ook niet. Niet getreurd, het hele komende jaar staan wij, medewerkers van team 1 en onze invliegers, voor je klaar om je te helpen antwoord te vinden op al die dingen waar je naar op zoek bent. We wensen jou een ontzettend fijne tijd toe dit schooljaar! Team 1: Miriam van Stapele, Job van Wakeren, Martine Hogerwerf, Anja Meenink, Coen Hendriks, Samira Dibi, Manon van Omme, Yvonne Ordelmans, Bibian Jacobs, Rik de Wit, Anja Vendrig, en Henk van Woudenberg Wij zijn team 1 28