Zicht op Tijd Praktijkgids voor de historische vormgeving op de basisschool
|
|
- Lander Fedde ten Hart
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Zicht op Tijd Praktijkgids voor de historische vormgeving op de basisschool
2
3 Inhoud Woord vooraf 1. Visie op historische tijd 2. Opbouw historische tijd in de basisschool: een overzicht 3. Werken met levenslijnen in de eerste graad 4. WO historische tijd in de tweede graad 5. Sporen opgespoord: verkennen van de plaatselijke geschiedenis 6. Historische tijd in de derde graad 7. Inhouden geschiedenis derde graad 8. Kiezen voor informatiebronnen 9. Historische bronnen - foto s, ICT-toepassingen, strips, films 10. Historische bronnen jeugdliteratuur, informatieve boeken 11. Beelden bekijken en bespreken Deze bundel werd samengesteld door de werkgroep WO-Tijd van de Pedagogische begeleidingsdienst basisonderwijs. Leden : Yves Cohen (voorzitter) Alain Clits Vic De Wit Norbert Ranson Met de zeer gewaardeerde medewerking van Luc Vernaillen, pedagogisch adviseur geschiedenis secundair onderwijs. Zicht op Tijd Praktijkgids voor de historische vormgeving op de basisschool pagina 3/91
4 Woord vooraf Al wie momenteel bij het onderwijs betrokken is, merkt dat er in de onderwijswereld ontzettend veel beweegt. In de eerste plaats in de scholen zelf: leraren, schoolteams, directeurs, scholengroepen werken tal van projecten uit, gaan op een creatieve manier om met diversiteit, dragen meer en meer zorg voor een gezonde leeromgeving, willen hun leerlingen maximale kansen op ontplooiing geven. Kortom, scholen willen kwaliteit leveren en trachten daar op verschillende manieren aan te werken. En ook de overheid is uiteraard sterk begaan met die kwaliteit. Zij confronteerde ons in de vorige jaren met vernieuwingen, met decreten en middelen om die vernieuwingen mee vorm te geven. Zo zijn er onder meer de eindtermen, doelstellingen die ervoor moeten zorgen dat leerlingen een aantal (minimale) resultaten bereiken. Weinigen twijfelen aan het recht van de overheid om standaarden voorop te stellen. Die eindtermen zijn immers hulpmiddelen voor leraren om hun onderwijs ook af te stemmen en te laten aansluiten bij zich ontwikkelende visies op onderwijs en bij maatschappelijke vernieuwingen. Maar de weg om die eindtermen waar te maken, vorm te geven tot op het niveau van de klas loopt niet altijd zonder hindernissen. Leerplannen kunnen leraren ondersteunen om die hindernissen vlot te nemen, maar ook materialen en daadwerkelijke begeleiding op de klasvloer kunnen de leraren helpen in de praktijk van elke dag. Daarom wil het GO! werk maken van Pedagogische cahiers. We willen met deze cahiers zorgen voor inspiratie, leerlijnen en concrete suggesties; we willen zorgen voor concrete aanpak en benaderingen om de eindtermen te kunnen kraken en ze op een toegankelijke wijze te vertalen in leuk lesmateriaal voor leerlingen. We willen er dus graag een brug mee slaan tussen eindtermen, leerplannen en de klaspraktijk. De eindtermen Wereldoriëntatie zijn een belangrijk onderdeel van het leerplan basisonderwijs. Die eindtermen én de leerplannen op een geïntegreerde wijze in de schooleigen context realiseren, is een uitdaging voor elke leraar. We hopen dan ook van harte dat het cahier Zicht op Tijd alle leraren meer inzicht zal geven op hoe leerlingen meer zicht kunnen krijgen op de grote, brede wereld, op de historische ontwikkelingen van die wereld, en op hun plaats in dat geheel. Interesse, openheid en respect voor de geschiedenis en voor de plaats en de eigenheid van élk kind in deze geschiedenis: het zijn de krachtige pijlers van ons Pedagogisch Project dat we ook op deze wijze samen willen en kunnen realiseren. Graag dank ik ook alle collega s die meegewerkt hebben aan dit cahier. Ze hebben dit met enthousiasme, inzet en inzicht gedaan. We hopen dat iedereen die met onderwijs begaan is er inspiratie in vindt. Lut Stroobants adviseur-coördinator Pedagogische begeleidingsdienst Zicht op Tijd Praktijkgids voor de historische vormgeving op de basisschool pagina 4/91
5 1 Visie op historische tijd In de basisschool ontluiken zowel het historisch tijdsbesef als het historisch bewustzijn. Met historisch tijdsbesef bedoelen we het op abstracte wijze kunnen omgaan met de tijd. Dit houdt in: besef van verleden, het beheersen van begrippen om het verleden te kunnen vatten, middelen kunnen hanteren om het verleden te structureren (tijdvakken, tijdlijnen, jaartallen, periodes, ), het in de tijd kunnen situeren van geschiedkundige feiten en een groeiend besef van de lengte van de tijd. Met historisch bewustzijn bedoelen we alles wat te maken heeft met het besef van het blijvende en het veranderende in het menselijk samenleven. Kinderen beseffen gaandeweg dat de tijd waarin de mens leeft grote invloed heeft op zijn leven, dat deze tijd mede bepaald wordt door de generaties die voor ons leefden en dat de wereld van nu een andere is dan die van vroeger en die van morgen. De ontwikkeling van het historisch bewustzijn bij kinderen komt pas goed op gang als enerzijds een behoorlijk kennisarsenaal is opgebouwd en als anderzijds het leggen van verbanden en andere aspecten van abstract denken goed ontwikkeld zijn. Wat is bijgevolg de rol van de basisschool? - Kinderen zijn van nature uit nieuwsgierig naar en geboeid door het verleden. Het komt er op aan die natuurlijke nieuwsgierigheid te respecteren en te voeden door een historische verkenning die vertrekt van vragen en interesses van de kinderen. Hierdoor is het verleden bijgevolg ALTIJD gelinkt aan het heden. - De ontwikkeling van het historisch bewustzijn houdt een behoorlijk kennisarsenaal in. Kinderen exploreren het verleden en leren feiten, begrippen, toestanden, figuren, uit dat verleden en leren die gaandeweg in tijdvakken situeren. - Het verkennen van het verleden gebeurt door het geven van betekenis aan sporen van het verleden (immers: sporen krijgen pas waarde in de context van interpretatie). Sporen van het verleden verkennen we in de basisschool zowel buiten de school ( historische littekens ) als in de klas (werken met teksten, prenten, foto s, kaarten, ) - Voor leerlingen van de basisschool krijgt geschiedenis vooral gestalte in de vorm van verhalen. We hebben permanent aandacht voor dat aspect (verhalen vertellen, verhalen lezen, films, strips, ). Het komt er op aan het verleden te doen LEVEN. - De ontwikkeling van het historisch bewustzijn houdt in dat kinderen leren verbanden leggen. Op niveau van de basisschool is dit nog zeer beperkt. Kinderen systematisch historische relaties opdringen die ze nog niet kunnen vatten, kan een omgekeerd effect hebben en zelfs afkeer voor het domein historische tijd veroorzaken. We brengen dus enkel eenvoudige, door alle leerlingen verstaanbare relaties aan. Zicht op Tijd Praktijkgids voor de historische vormgeving op de basisschool pagina 5/91
6 Voor de leerlijnen historische tijd hebben we gekozen voor een indeling die gelijk loopt met de ontwikkeling van het historisch tijdsbesef in de basisschool. In de eerste graad ligt de nadruk op de geschiedenis van het kind zelf en zijn ouders en grootouders (overgrootouders). Op die manier gaan we geleidelijk ongeveer jaar terug in de tijd. In de tweede graad ligt de nadruk op de geschiedenis van de omgeving waarin het kind leeft (de gemeente, de mensen in de omgeving, de wijk, de stad, de voorwerpen die gebruikt worden, ). We gaan hiervoor aanvankelijk 100 tot 200 jaar terug in de tijd (19 e, 20 e en 21 e eeuw) en nadien verder, tot het begin van onze tijdrekening (jaar 1). In de derde graad (maar ook al regelmatig in de tweede graad) trekken we het verleden open naar de algemene geschiedenis met nadruk op de geschiedenis van onze contreien binnen een bredere, meestal Europese, context. Welke didactische aanpak? We blijven resoluut achter de thematische aanpak staan, zoals verwoord in het leerplan wereldoriëntatie van het GO!,onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. Geschiedenis krijgt zo een invulling binnen een bredere aanpak waarin ook ruimtelijke, natuurlijke, maatschappelijke en technologische dimensies aandacht krijgen. Deze aanpak garandeert aandacht voor de samenhang tussen deze aspecten, zoals dat in de werkelijkheid ook het geval is. De thematische aanpak staat een complementaire, meer systematische aanpak niet in de weg. Periodes tussen twee thema s of projecten kunnen gebruikt worden om aan te vullen, te systematiseren, of moeilijke aspecten aan bod te laten komen. (cfr. leerplan WO pagina s 75 en 76). In onze visie staan historische attitudes en vaardigheden centraal. Met historische attitudes bedoelen we een positieve, open en kritische houding ten aanzien van geschiedenis : - positief: de natuurlijke belangstelling van kinderen voor geschiedenis aanwakkeren, gebruiken en blijvend houden; - open: kinderen laten ervaren dat de interpretatie van historische gebeurtenissen, feiten, toestanden, afhankelijk is van standpunten waarmee men naar die elementen kijkt en hen leren openstaan voor verschillende interpretaties en meningen; - kritisch: kinderen leren (uiteraard in de basisschool op een zeer beperkte schaal) dat historische tijd niet zozeer gaat over de waarheid van het verleden, maar over de mogelijke betekenis die men eraan geeft en dat bijgevolg een kritische, maar positieve houding steeds nodig is. Zicht op Tijd Praktijkgids voor de historische vormgeving op de basisschool pagina 6/91
7 Historische vaardigheden hebben te maken met het exploreren en interpreteren van sporen van het verleden, met het opzoeken en verwerken van historische informatie, met het leren hanteren van historische kaarten en historische tijdbanden. In dit proces van vaardigheidsverwerving speelt ICT een steeds belangrijkere rol. De ondubbelzinnige keuze voor vaardigheidsonderwijs neemt niet weg dat een gezond evenwicht tussen kennis en vaardigheden moet nagestreefd worden. Binnen geschiedenisonderwijs spreken we dan enerzijds over de kennis van feiten, gebeurtenissen, begrippen, data, periodes, personages, en anderzijds over relaties die leiden tot belangrijke historische inzichten. We pleiten voor een grote vrijheid voor de leerkrachten om dit kennisaspect gestalte te geven (waarbij de omgeving van de school, de actualiteit en de vragen van de kinderen een permanente leidraad zijn), maar opteren tegelijk ook voor een minimum aan gemeenschappelijke inhouden. In samenwerking met de pedagogische begeleiding geschiedenis van het secundair onderwijs werd zo n lijst van minimuminhouden opgesteld. Deze lijst omvat de te behandelen items binnen de verplichte historische periodes en het daaraan gekoppeld beeld van de tijd waartoe men minimaal moet komen. Dit minimum geeft de leerkrachten de garantie dat alle periodes voldoende historisch onderbouwd zijn en dat de leerlingen op inhoudelijk vlak goed voorbereid zijn om geschiedenisonderwijs in de secundaire school aan te vatten. Zicht op Tijd Praktijkgids voor de historische vormgeving op de basisschool pagina 7/91
8 2 Opbouw historische tijd in de basisschool: een overzicht Oudste kleuters: Aandacht voor een groeiend besef van het eigen verleden. Aandacht voor een groeiend besef van het feit dat er leven was voor hun tijd. Werken met verhalen die zich in het (of een bepaald) verleden afspelen en waarbij aandacht gaat naar historische tijdbegrippen (vroeger, toen, lang geleden, ). Aandacht voor chronologisch rangschikken (aan de hand van verhalen, gebeurtenissen, feesten,.). L1: Het eigen leven in kaart brengen als eerste historische oefening. Feiten, gebeurtenissen, toestanden, personen, op een tijdband (hier: de eigen levenslijn) plaatsen. Hierbij hanteren van een eenvoudige tijdsindeling (cf. historische periodes), zoals bijvoorbeeld : thuis - schooltijd, baby - peuter - kleuter, baby peuter - school, baby peuter kleuter - lagere school. Elk kind maakt zijn levenslijn. Minstens één blijft in het klasbeeld hangen. We vergelijken de verschillende levenslijnen. L2: In het tweede leerjaar breiden we de eigen levenslijn uit met de levenslijn van één van de ouders. Feiten, gebeurtenissen, toestanden, personen,.. worden op een tijdband (hier: levenslijn van een ouder) geplaatst. Op die tijdband situeren we ook de levenslijn van het kind zelf (schematisch). Hierbij hanteren we een eenvoudige tijdsindeling (cf. historische periodes), zoals bijvoorbeeld kind-volwassene- papa/mama. Op die manier hanteren we een tijdband van ongeveer jaar. De levenslijnen van de ouders worden vergeleken. Later worden de levenslijnen uitgebreid met de levenslijn van één van de grootouders. Feiten, gebeurtenissen, toestanden, personen, worden op een tijdband (hier: levenslijn van een grootouder) geplaatst. Op die tijdband situeren we ook de levenslijnen van het kind en van één ouder. Hierbij hanteren we een eenvoudige tijdsindeling (cf. historische periodes), zoals bijvoorbeeld kind-volwassenepapa/mama-opa/oma. De levenslijnen van de grootouders worden vergeleken Elk kind maakt zo n levenslijn. Minstens één blijft in het klasbeeld hangen. Het bespreken en vergelijken van persoonlijke levenslijnen zorgt voor een beperkt inzicht in een verleden van 60 of meer jaren. In het tweede leerjaar maken we ook een stamboom van twee generaties terug. L3: Door de verkenning in de tijd van jaar tijdens het tweede leerjaar (en voor sommige kinderen nog langer), kunnen we in L3 zonder probleem op het begrip eeuw overgaan en hanteren nu de eeuwband als historische tijdband. De levenslijnen van L1 en L2 dienen als vertrekpunt. De nadruk ligt op de 20 e eeuw, maar ook de 19 e en 21 e eeuw worden (al dan niet volledig) gevisualiseerd op de tijdband. Feiten, gebeurtenissen, toestanden, personen, voorwerpen, enz... worden gesitueerd in het juiste tijdvak (10 jaren). Er worden ook enkele relevante data aangeduid (de relevantie wordt bepaald door de plaatselijke context, de aandachtspunten, enz ). Zicht op Tijd Praktijkgids voor de historische vormgeving op de basisschool pagina 8/91
9 We exploreren historische elementen uit de omgeving. Elementen die zich eerder situeren dan de 19 e /20 e eeuw worden geplaatst op de tijdband onder de strook nog vroeger (of langer geleden ). Ook niet-plaatselijk gebonden historische elementen worden verkend (met nadruk dan op de geschiedenis van de 20 e eeuw: techniek, oorlogen, film, sport, gebouwen, enz...). L 4: De eeuwband van het derde leerjaar is het vertrekpunt. In het vierde leerjaar ligt de nadruk op historische elementen uit de omgeving (dorp, gemeente, stad, streek, ). Het verkennen van sporen uit het verleden (gebouwen, namen, standbeelden, musea, documenten, schilderijen, foto s, ) is veruit de belangrijkste activiteit. Er is nog geen sprake van chronologisch geordende geschiedenis. De bestudeerde elementen (gebouwen, feiten, personages, ) worden op de klassikale tijdband aangebracht (via kernwoorden en/of prenten, foto s). We hanteren de geperiodiseerde tijdband (prehistorie, oudheid, middeleeuwen, nieuwe tijd, onze tijd), met aanduiding van de eeuwenbalk (van jaar 1 tot 21 e eeuw). De verkende historische elementen worden zowel in een bepaalde eeuw als in een historisch tijdvak gesitueerd. Er is ook al aandacht voor niet-plaatselijk gebonden historische elementen. L 5 en L6: In principe maken we geen onderscheid tussen L5 en L6 wat betreft geschiedenisonderwijs. Uiteraard kunnen leerkrachten onderlinge afspraken maken naar thema s of zelfs naar opbouw. Enige vorm van chronologische opbouw wordt verwacht, hetzij: - binnen een ruim thema; - binnen een geschiedkundig thema; - via lessen geschiedenis. Dit sluit geenszins occasioneel onderwijs uit, waarbij naar aanleiding van een thema, een bezoek, een nieuwsfeit, een spreekbeurt,enz... een historisch feit wordt behandeld los van de chronologie die verder gehanteerd wordt. De nadruk ligt duidelijk op historische vaardigheden en historisch inzicht, maar sluit geen minimale feitenkennis uit. Leerkrachten kunnen zich, wat betreft de inhoudelijke invulling, laten inspireren door het document inhouden 3 e graad van de PBD (zie verder). De tijdband is het belangrijkste element van het geschiedenisonderricht in de basisschool. Hierop worden de grote historische periodes en hun (beperkte) invulling gevisualiseerd. Leerlingen van de lagere school leren vooral via die visualisatie. De zorg voor een goed gestoffeerde en frequent gehanteerde klassikale historische tijdband is van essentieel belang. Zicht op Tijd Praktijkgids voor de historische vormgeving op de basisschool pagina 9/91
10 3 Werken met levenslijnen in de eerste graad WO Historische Tijd krijgt in de eerste graad een systematische invulling door het werken met levenslijnen van het kind en zijn familie. Uiteraard sluit dat geen occasionele terugblik op het ruimere verleden via verhalen, prenten, film, teksten, wel in tegendeel! Door het werken met levenslijnen streven we verschillende doelen na: - aandacht wekken voor het verleden ; - tijdsbegrippen inoefenen (eerst, dan, vroeger, toen, nu, ); - leren inzien dat een stuk recent verleden visueel kan voorgesteld worden aan de hand van een tijdlijn; - leren inzien dat een stuk recent verleden in periodes kan ingedeeld worden; - leren plaatsen van feiten, gebeurtenissen, in een chronologische volgorde, op de juiste plaats op de tijdlijn en in de juiste periode (als voorbereiding op het werken met historische tijdsbanden vanaf de tweede graad); - via het vergelijken van de eigen levenslijn met die van andere kinderen enkele eenvoudige historische conclusies trekken. Eerste leerjaar We starten vanaf het eerste trimester. Zo geven we voldoende tijd aan alle leerlingen om artefacts te verzamelen en te ordenen. We bespreken dit regelmatig tijdens kringgesprekken. Zo krijgt elk kind voldoende tijd om gegevens te verzamelen. Door zicht te krijgen op de artefacts van andere kinderen opent men perspectieven en mogelijkheden voor alle kinderen om materiaal te verzamelen. Deze activiteit kan uitmonden in het samenstellen van een 'eigen museum'. In dat museum zijn de kinderen dan onze gidsen die de voorwerpen toelichten. Het opbouwen van een levenslijn zal daarna een historische dimensie toevoegen aan die rijke taalactiviteit. We kondigen aan dat we hun gegevens op een levenslijn gaan aanbrengen (voorbeeld laten zien). De bedoeling is dat elke leerling de eigen levenslijn maakt. Een klassikale levenslijn opbouwen is niet voldoende. Aan de ouders wordt een vragenlijst meegegeven. We vragen informatie over gebeurtenissen in het leven van het kind (eerste stappen, geboorte broer of zus, huisdieren, ziektes, enz ) en vragen ook enkele foto s, geboortekaartjes, en dergelijke mee te geven. Het meegebrachte materiaal en de antwoorden van de ouders worden met de kinderen besproken. Best werken we hierbij met kleine groepen. Dit materiaal zullen we gebruiken om de levenslijnen te stofferen. We zorgen voor een structuur die de volgende drie elementen bevat: - een tijdstrook (met aanduiding van geboortejaar, nu en de jaren (1jaar, 2 jaar, ) - een pijl(richting) - periodes Men kan bijvoorbeeld werken met aaneengesloten bladen (er moet genoeg plaats zijn om onder de tijdstrook het fotomateriaal of de prenten te plakken en woordjes te kunnen schrijven). Zicht op Tijd Praktijkgids voor de historische vormgeving op de basisschool pagina 10/91
11 De structuur kan er ongeveer zo uitzien: BABY PEUTER KLEUTERSCHOOL LAGERE SCHOOL 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar 6 jaar 7 jaar f een zusje bij een broer bij ik kan fietsen! naar het eerste leerjaar Kopie foto juf Er kan ook gewerkt worden met een andere indeling (zie leerlijnen historische tijd 1 e graad). Men kan ook twee jaartallen aanbrengen (geboortejaar en huidig jaar). Wanneer we niet kunnen beschikken over foto s, gebruiken we prenten, tekeningen van de kinderen, woordstroken, De leerlingen krijgen als opdracht hun foto s, kaartjes, prenten, woordkaartjes, in de juiste volgorde te plaatsen en in de juiste periode. Dat leerlingen hierbij fouten kunnen maken is evident. Hun besef van het verleden is immers nog onvoldoende gestructureerd. Men moet het blijven bekijken als een eerste systematische oefening in het structureren van het verleden. Organiseer het zo dat de leerlingen samenwerken zodat ze het resultaat met mekaar kunnen bespreken. De leerkracht bespreekt het nadien ook met elke leerling. Tijdens die bespreking komen tijdsbegrippen ruim aan bod (eerst, toen, daarna, later, periode (of tijd van ), leeftijd, jaar, enz ) Daarna mogen de leerlingen de elementen plakken of schrijven. We suggereren om ruimte te voorzien in de periode lagere school om later in het schooljaar de levenslijn verder aan te vullen. Belangrijk moment in het werken met de levenslijnen is het vergelijken van verschillende levenslijnen. Zo groeit het inzicht dat de geschiedenis van elk kind verschillend is. Eén exemplaar kan in de klas opgehangen worden. Zicht op Tijd Praktijkgids voor de historische vormgeving op de basisschool pagina 11/91
12 Tweede leerjaar In het tweede leerjaar gaan we, vertrekkende van de levenslijn die in L1 is opgebouwd, verder in de tijd, door het maken van levenslijnen van een ouder en later een grootouder (of zelfs overgrootouder). Dit is een noodzakelijke overgang naar het derde leerjaar, waarbij gewerkt wordt met een eeuwband (met nadruk op de 20 e eeuw). De doelen zijn ongeveer dezelfde: - aandacht wekken voor het verleden, maar nu ook voor de periode vóór ze geboren werden; - tijdsbegrippen inoefenen (eerst, dan, vroeger, toen, nu, ); - leren inzien dat een stuk recent verleden visueel kan voorgesteld worden aan de hand van een tijdlijn; - leren inzien dat een stuk recent verleden in periodes kan ingedeeld worden - leren plaatsen van feiten, gebeurtenissen, voorwerpen, enz in een chronologische volgorde, op de juiste plaats op de tijdlijn en in de juiste periode (als voorbereiding op het werken met historische tijdbanden vanaf de tweede graad); - leren hanteren van enkele data om het inzicht in een periode te vergroten; - vergelijken van eigen opgebouwde levenslijnen met die van andere kinderen en enkele eenvoudige historische conclusies trekken. We werken in het tweede leerjaar ongeveer op dezelfde manier als in het eerste leerjaar. Via vragenlijsten voor een ouder en een grootouder verzamelen de kinderen informatie (feiten die genoteerd kunnen worden, foto s, kaartjes,.). Met die informatie gaan de kinderen in de klas de levenslijn opbouwen. Een alternatief is dat de kinderen de levenslijn samen met de ouder of grootouder opbouwen. Verschil met het eerste leerjaar is dat hier data (jaartallen vooral) belangrijk zijn. Het komt er immers op aan de leerlingen ervaringen te laten opdoen met de lengte van het verleden. Zij zullen geleidelijk tot het inzicht komen dat hun grootouders in 1950 al leefden, maar niet in 1900, en dus zeker niet nog langer geleden Zij gaan, meer nog dan bij hun eigen levenslijn, inzien dat mensen een zeer verschillende geschiedenis kunnen hebben. Nog een verschil is dat we bij de indeling in periodes de leerlingen ook zelf gaan laten nadenken over mogelijke periodes (bv. kind - volwassene - ouder, of voor school - school - na school - ouder, enz ) en deze ook door hen gaan laten aanduiden (bv. door gebruik te maken van gekleurde stroken). Op die manier gaan ze inzien dat de indeling van het verleden een beslissing is die afhankelijk is van gehanteerde normen en dat die kunnen verschillen. Indien dit proces van tijd indelen te moeilijk verloopt kan de leerkracht zelf een periodisering aanbrengen. We zorgen er telkens voor dat de vorige levenslijnen ook schematisch op de nieuwe levenslijn aangebracht worden. Zo situeren we op de levenslijn van de ouder schematisch die van het kind (bv. door gebruik te maken van een gekleurde band) en doen dit ook bij de levenslijn van een grootouder. Een zeer belangrijk didactisch moment is het vergelijken van de levenslijnen. Door vergelijking groeien heel wat inzichten. Het kan dan gaan om gelijkenissen (schooltijd?) en verschillen (al dan niet getrouwd, scheiding, kinderen, gebeurtenissen, beroepsverleden, ). Ook hier is het gebruik van data (jaartallen) en periodes steeds aan de orde. De leerkracht probeert uit de elementen die de kinderen zelf ontdekken en aan de hand van eigen aanvullingen, een tijdsbeeld te schetsen. Het is sterk aangewezen ook rekening te houden met overgrootouders. Dit kan eventueel voor sommige leerlingen gelijktijdig gebeuren met de opbouw van de levenslijn van de grootouder, maar kan perfect ook zonder gebruik te maken van de werkvorm levenslijn opbouwen. Het kan bijvoorbeeld aan bod komen bij de opbouw van een stamboom of gewoon als vertellen over Zicht op Tijd Praktijkgids voor de historische vormgeving op de basisschool pagina 12/91
13 Hoe pakken we het aan in graadsklassen? In graadsklassen werken leerkrachten wat betreft WO dikwijls vanuit eenzelfde thema en differentiëren in de verwerkingsopdrachten. Het aspect levenslijnen vergt een strikte verticale opbouw. Men kan pas beginnen aan een levenslijn van de ouders (2 e lj.) als men al een levenslijn van zichzelf heeft gemaakt (1 e lj). Ook in graadsklassen dient men die verticale opbouw te respecteren. De manier waarop die differentiatie wordt ingebouwd hangt af van de keuze van de leerkracht. Er zijn verschillende mogelijkheden: Na het kerstverlof gezamenlijk starten met een project rond levenslijnen, waarbij de leerlingen van het 1 e leerjaar een eigen levenslijn maken en die van het 2 e een levenslijn van een van de ouders. Het verwerken van de levenslijnen verloopt voor elk leerjaar apart. Verschillende werkvormen kunnen aangewend worden om dit waar te maken: - de leerlingen het 1 e en 2 e leerjaar werken elk afzonderlijk, in partnerwerk, aan het ordenen, rubriceren, benoemen van hun levenslijn en de leerkracht bespreekt de resultaten per leerjaar; - het verwerken van de levenslijnen met een bepaald leerjaar gebeurt terwijl het andere leerjaar met een totaal andere zelfstandige opdracht bezig is, maar wel binnen hetzelfde thema. Op een later tijdstip maken de leerlingen van het 2 e leerjaar nog apart een levenslijn van een grootouder, bijvoorbeeld tijdens een thema voor de hele klas over grootouders. Een andere mogelijkheid is dat de leerkracht volledig apart werkt voor klas 1 en 2, wat betreft het opbouwen van levenslijnen. Aangezien men levenslijnen dient te maken van ouders en grootouders in het 2 e leerjaar, kan men ook opteren voor een combinatie van bovenstaande verwerkingsmogelijkheden. Zicht op Tijd Praktijkgids voor de historische vormgeving op de basisschool pagina 13/91
14 4 WO historische tijd in de tweede graad In de tweede graad ligt het accent uitgesproken op de exploratie van het plaatselijk historisch verleden. Hierbij hanteren de leerlingen aanvankelijk als ordeningsmiddel de eeuwband, later een historische tijdband waarbij de eeuwen vanaf onze jaartelling en 5 historische periodes zijn aangeduid. Om het plaatselijk milieu te kunnen exploreren moet de leerkracht zicht hebben op de sporen van het verleden die in de omgeving aanwezig zijn. Met omgeving bedoelen wij de gemeente of stad waarin de school gelegen is, maar evenzeer nabijgelegen dorpen, gemeenten of steden die gemakkelijk bereikbaar zijn. Het in kaart brengen van die sporen is een belangrijke taak voor schoolteams. Ze kunnen hierbij gebruik maken van het in deze brochure toegevoegde hulpmiddel Sporen opgespoord (zie hoofdstuk 5). De op deze manier verzamelde info kan dan uitgangspunt zijn van concrete historische verkenning. Gebouwen, straatnamen, historische personages, wegen, kanalen, musea, enz zijn sporen die met de kinderen worden opgespoord en verkend. Aan die concrete exploratie kunnen dan andere bronnen toegevoegd worden (foto s, schilderijen, film, teksten, websites, ) om het verleden van de omgeving te doen herleven. Is er nu een verschil tussen het derde en het vierde leerjaar? Het verschil tussen beide leerjaren zit vooral in het hanteren van een verschillend tijdordeningsmiddel. Het verschil kan eventueel ook zitten in de keuze van thema s of zelfs in de keuze van historische periodes die verkend worden. Aangezien in het derde leerjaar vooral gewerkt wordt met de eeuwband van de 20 e eeuw (+ 21 e eeuw + eventueel 19 e eeuw), kan de focus liggen op de recente geschiedenis van de omgeving (de school, gebouwen, de straten, oude foto s, de vroegere fabrieken, ) terwijl in het vierde leerjaar de nadruk zal liggen op de verdere geschiedenis. Leerkrachten van de tweede graad dienen hierover te overleggen. Twee kanttekeningen hierbij. - We pleiten zeker niet voor een strakke opdeling. De verkenning van het historische plaatselijk verleden gebeurt doorgaans op een zeer dynamische manier waarbij de belangstelling van de kinderen, de aanwezige sporen, de kennis en interesse van de leerkracht en de mogelijkheden van de omgeving een even grote rol spelen als de gehanteerde tijdband. In het derde leerjaar kan evengoed verder in de tijd gegaan worden dan de 19 e en 20 e eeuw (zie verder over tijdband). - De uitgesproken aandacht voor de historische verkenning van de omgeving in de tweede graad, neemt absoluut niet weg dat ook andere (niet noodzakelijk streekgebonden) historische elementen aan bod kunnen komen. De focus op de 20e eeuw geeft ons in het derde leerjaar een massa opportuniteiten om thema s te verkennen die kinderen boeien ( de geschiedenis van de ruimtevaart, de twee wereldoorlogen, de computer, de televisie, auto s, ). We spreken dus over een combinatie van aandacht voor het plaatselijke en voor het meer algemene. Zicht op Tijd Praktijkgids voor de historische vormgeving op de basisschool pagina 14/91
15 In de tweede graad hebben, in tegenstelling tot de derde graad, de behandelde inhouden minder belang. Belangrijker is dat kinderen geïnitieerd worden in geschiedenisverkenning. Ze leren het belang van bronnen inzien, ze krijgen inzicht in de (soms trage, soms snelle) evolutie der dingen, leren inzien dat de omgeving waarin zij leven een hele evolutie heeft doorgemaakt en blijft evolueren, dat mensen vroeger heel anders (moesten) leven en dat de geschiedenis onze omgeving gemaakt heeft tot wat ze is. De leerkracht kan zich voor de inhouden laten leiden door de mogelijkheden van de omgeving en de vragen van de kinderen. De sterk plaatselijk gebonden focus in de tweede graad maakt een geïntegreerde aanpak uitermate geschikt. Een thematische verkenning van de omgeving met een gecombineerde aandacht voor ruimtelijke, geschiedkundige, maatschappelijke en ecologische dimensies, is de meest geschikte werkvorm. De tijdbanden Tijdbanden zijn in de lagere school de meest essentiële dragers van historisch besef bij kinderen. Ze zorgen voor een structuur van het verleden, voor een overzicht van belangrijke elementen en maken het mogelijk om eenvoudige linken en verbanden te leggen. Door het frequent invullen, hanteren en bespreken van de klassikale tijdband zal dit historisch besef sterk kunnen groeien. Daarom dienen leerkrachten veel zorg te dragen voor de tijdbanden, er voldoende ruimte in de klas voor te voorzien, de structuur zo duidelijk mogelijk weer te geven en vooral de tijdband voldoende te stofferen. Vooraf ingevulde tijdbanden hebben geen zin. Tijdbanden moeten groeien op het ritme van de behandelde facetten. Bij het begin van het schooljaar is het belangrijk om de structuur van de tijdband te bespreken en vooral de link te leggen met de vorig schooljaar gehanteerde tijdband. Zo zal de tijdband van het derde leerjaar de structuur van de eerste graad moeten meenemen (levenslijnen) en de tijdband van het vierde leerjaar die van het derde leerjaar. Structuur van de tijdband derde leerjaar : Drie delen: 19 e, 20 e en 21 e eeuw. De 20 e eeuw wordt verdeeld in tijdvakken van 10 jaar. Om plaats te winnen kunnen de 19 e en 21 e eeuw verkort aangeduid worden. Heeft de leerkracht meer plaats kan de 19 e eeuw volledig worden aangebracht met verdeling in tijdvakken van 10 jaar. Deze aanduidingen kunnen in het klein aangeduid worden (1910, 1920, enz ). Bovenaan de nieuwe tijdband worden de levenslijnen uit de eerste graad schematisch weergegeven ( mijn levenslijn, levenslijn ouder, levenslijn grootouder ), eventueel van een concreet kind uit de klas, zodat er ook data kunnen toegevoegd worden. Zicht op Tijd Praktijkgids voor de historische vormgeving op de basisschool pagina 15/91
16 langer geleden 19 e eeuw( ) e eeuw ( ) e eeuw ( ) Structuur tijdband vierde leerjaar: In het vierde leerjaar opteren we voor een tijdband die de historische periodes aanduidt. Het is evenwel nog niet de bedoeling dat de kinderen de periodisering zelf hanteren. Het wordt eerder informatief toegevoegd. In de derde graad zal men dit aspect verdiepen. Bij de aanvang van het vierde leerjaar zal een les besteed worden aan de structuur van de tijdband: - het begrip eeuw (herhaling); - onze jaartelling (vergelijken met andere jaartellingen: islamitische kalender begint in 622 NC de Chinese kalender start ongeveer 4600 jaar geleden); - de tijd voor onze jaartelling ( er waren al heel lang mensen op aarde!); - het jaar 1 op de tijdband (niet het jaar 0!); - de situering van de eeuwband van het derde leerjaar op de nieuwe tijdband (enz) 1 e eeuw 2 e eeuw Prehistorie Oudheid Middeleeuwen Nieuwe Tijden OT De tijdsindeling in historische periodes wordt volgens ons best begin vierde leerjaar gestart d.m.v. een historisch thema. In dit thema worden de periodes chronologisch doorlopen en geïntroduceerd. In het vierde leerjaar moet dit thema stevig verankerd worden in de lokale geschiedenis, aangevuld met ruimere elementen (bv. woning, school, kinderspelen). Het is nog niet de bedoeling dat de leerlingen de periodes paraat kunnen gebruiken.het is slechts een eerste kennismaking met de periodes en de aanduidingen op de tijdband. Zicht op Tijd Praktijkgids voor de historische vormgeving op de basisschool pagina 16/91
17 Hoe pakken we het aan in graadsklassen? In graadsklassen werken leerkrachten wat betreft WO dikwijls vanuit een zelfde thema en differentiëren in de verwerkingsopdrachten. Het derde leerjaar belicht feiten, gebeurtenissen, binnen één of twee eeuwen op een eeuwband. Het vierde leerjaar belicht deze feiten, gebeurtenissen, van het begin van onze tijdsrekening op een eeuwenband. Dit betekent dat deze verticale opbouw dient gerespecteerd te worden om het historisch tijdsbesef te doen groeien. Omgaan met deze materie vergt differentiatie in de klas en hangt sterk af van de keuzes van de leerkracht. Er zijn verschillende mogelijkheden: - de verzamelde informatie m.b.t. de onmiddellijke omgeving wordt afgebakend in functie van derde en vierde leerjaar en daarna wordt de leerstof voor een bepaald leerjaar verwerkt op een apart tijdstip terwijl het andere leerjaar zelfstandig andere leerstof verwerkt. (cf. methodiek eerste graad) - sommige thema s met een gezamenlijke interesse, feiten die zich in de gemeente voordoen en die van historisch belang zijn, kunnen samen verwerkt worden Zicht op Tijd Praktijkgids voor de historische vormgeving op de basisschool pagina 17/91
18 5 Sporen opgespoord: verkennen van de plaatselijke geschiedenis Hulpmiddel voor het in kaart brengen van sporen van het verleden in schoolomgeving, woonplaats en regio 1. Gebouwen en leefgemeenschappen Zijn er in de omgeving gebouwen, waaromheen zich leefgemeenschappen (zoals wijken, buurten, dorpen) hebben ontwikkeld? - kerk, klooster - kasteel, burcht, fort - hoeves - fabrieken, werkplaatsen, bedrijven - 2. Landschap, bewoning en verbindingen Zijn er plaatsen, die invloed hebben gehad op wat mensen bouwden, waar ze woonden en werkten? - heuvel of hoger gelegen deel van het land - duin, dijk - inham of haven, rivier of kanaal, meer of moeras, kruispunt van oude handelswegen en heirbanen, oversteekplaatsen en bruggen - spoorwegen, rijkswegen, veerpont, vliegveld - vroegere en huidige grenzen - steenkoolmijnen - 3. Grondgebruik en veranderingen daarin Hoe zijn de mensen in het verleden omgegaan met de grond? - gedempte grachten, sloten of vaarten - gesloopte vestingswerken, stadsmuren en poorten - dijken - afwateringskanalen, polders, verkavelde landbouwgebieden - gekanaliseerde rivieren of beken - plaats van industriegebieden - nieuwe gebouwen in de oude binnenstad - sporen van vroegere ontginning en afgravingen - beplanting en parken, recreatie- en sportterreinen - 4. Straten, paden en pleinen Deze bevatten vaak ook informatie over het verleden, door hun ligging, namen, structuur, verhardingsmateriaal: - Wat zijn de oudste straten en pleinen? - Is een bepaald patroon in het stratensysteem herkenbaar? - Hadden/hebben deze een bepaalde functie, bijvoorbeeld als uitvalsweg, ontsluitingsweg, verbindingsweg, aanvoerweg? - Worden er bepaalde markten gehouden? - Zicht op Tijd Praktijkgids voor de historische vormgeving op de basisschool pagina 18/91
19 5. Gebouwen met een historische waarde Is er in de omgeving een verscheidenheid aan gebouwen die ontwikkeling, verandering, veroudering of vernieuwing aangeven? Zijn er restanten van relevante gebouwen? - stadhuis, kerk, synagoge, pastorie, klooster - gevangenis - stadsmuur en poortgebouwen - weeshuizen - gasthuizen, ziekenhuizen, pesthuizen en armenhuizen, - herenhuizen en pakhuizen - begijnhoven - landgoederen, koetshuizen - kazerne, arsenaal, soldatenwoningen - nieuwbouw en herbouw - krotten en ruïnes - oude fundamenten, resten van muren - bouwstijlen en bouwmaterialen - gevelstenen met afbeeldingen en/of jaartallen - verbouw, restauratie, uitbouw, aanbouw 6. Kerkhoven en begraafplaatsen In onbruik geraakte kerkhoven en meer recente begraafplaatsen geven uiteenlopende informatie over mensen uit de eigen woonplaats, die letterlijk geschiedenis geworden zijn: - verschillen tussen kerkhoven (militaire, volgens religie, ) - grafstenen en symbolen als uiting van rijkdom, beroep, ideologie, - namen van families, die regelmatig terugkomen - namen van families, die nog veel voorkomen - oude en meer recente graven - familiegraven - bijzondere graven, zoals monumenten van oorlogsslachtoffers - 7. Voorwerpen van vroeger Zijn er in de omgeving voorwerpen achtergelaten, uitgestald, neergezet, opgehangen of ingemetseld, die iets over het verleden vertellen? - scheepsankers, oude kanonnen - monumenten, standbeelden, gedenktekens, grafstenen - uithangborden, gevelstenen, 'eerste stenen' - mijl- en grenspalen, markeringsstenen en richtingwijzers - kunstwerken - 8. Overblijfselen die samenhangen met oude ambachten Zijn er in de omgeving voorwerpen, gebouwen of andere sporen te vinden die herinneren aan oude ambachten en andere wijzen waarop mensen in het verleden in hun onderhoud voorzagen? - diverse soorten molens - kleiputten - brandvijvers, drenkplaatsen - brug-, of sluiswachterhuisjes - seinhuizen Zicht op Tijd Praktijkgids voor de historische vormgeving op de basisschool pagina 19/91
20 - in onbruik geraakte fabrieksgebouwen - jaagpaden en aanlegplaatsen - 9. Publieke namen Veel namen bevatten historische informatie die specifiek iets over de eigen woonplaats of regio zegt: - namen en bijnamen van de plaats zelf en wijken - namen van kerken en kloosters - namen van huizen, boerderijen, herbergen en kroegen - namen van straten, paden, lanen en pleinen - namen van bruggen - namen van sloten, vaarten, kanalen, rivieren - namen en bijnamen van families Musea en historische verenigingen Beschikt de gemeente over een heemkundige kring en/of een museum waarin sporen van het verleden in uiteenlopende vorm zijn tentoongesteld? - historische voorwerpen en kunstwerken - gravures en andere afbeeldingen van de woonplaats - nagelaten bescheiden en documenten - plattegronden en kaarten - - Leent het museum zich voor een excursie? Zijn er lesbrieven of speurbladen beschikbaar ten behoeve van het museumbezoek? Welke informatie is bij de historische kring te verkrijgen? Zijn er deskundigen die als 'gastspreker' kunnen worden ingezet? 11. Schriftelijke bronnen Historische zoektochten en excursies in de eigen woonplaats confronteren kinderen direct met 'echte dingen' uit het verleden. Naast deze sporen zijn er ook indirecte bronnen die informatie over de geschiedenis van de eigen woonplaats bevatten en bij geschiedenisonderwijs bruikbaar kunnen zijn: - streekverhalen, bedacht of opgetekend door regionale of plaatselijke schrijvers - informatie over plaats of regio in historische literatuur - gravures en kaarten - gemeente- of streekarchief - parochie- of kerkregister - lokale bibliotheek - oude kranten, ansichten en beschrijvingen van de plaats of regio - websites - Zicht op Tijd Praktijkgids voor de historische vormgeving op de basisschool pagina 20/91
GENTMOMENTEN. lessenreeks n.a.v. de stadsklassen 21 tot 23 april 2009
GENTMOMENTEN lessenreeks n.a.v. de stadsklassen 21 tot 23 april 2009 Overzicht van de verschillende Gentmomenten. 1. Pointillisme in de drie hoofdkleuren op zwartwitfoto s van Gent 2. Wat zegt Gent ons
Nadere informatiex x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
Jaarplan GESCHIEDENIS Algemene doelstellingen Eerder gericht op kennis en inzicht 6 A1 A2 A3 A4 A5 Kunnen hanteren van een vakspecifiek begrippenkader en concepten, nodig om zich van het verleden een wetenschappelijk
Nadere informatieParallellen tussen de peilingtoetsen en de OVSG-toets. Walter Dons Pedagogisch adviseur
Parallellen tussen de peilingtoetsen en de OVSG-toets Walter Dons Pedagogisch adviseur inhoud De OVSG-toets -Wat? Waarom? Hoe? -Voor wie? -Evolutie in onze toets Parallellen met de peilingstoetsen OVSG-toets
Nadere informatieRealiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren
Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren Welke afspraken worden gemaakt om geschiedenis te studeren? Wordt dit opgevolgd per graad en van graad tot graad? Leren leren blijft
Nadere informatieBasisinformatie maatschappelijke opdracht
Nastreven van leergebiedoverschrijdende eindtermen Een kader om met het schoolteam aan de slag te gaan Basisinformatie maatschappelijke opdracht In dit deel wordt het wettelijk kader geschetst dat voor
Nadere informatieeindtermen basisonderwijs
STAM op schoolmaat eindtermen basisonderwijs inhoudstafel 1. inleiding...3 2. leergebied overschrijdende eindtermen...3 2.1. ICT...3 2.2. sociale vaardigheden...3 3. eindtermen leergebieden...4 3.1. muzische
Nadere informatieStandpunt rapport in het basisonderwijs PBD Basisonderwijs (september 2015)
Standpunt rapport in het basisonderwijs PBD Basisonderwijs (september 2015) Pedagogische begeleidingsdienst Huis van het GO! Willebroekkaai 36 1000 Brussel Situering, probleemstelling en uitgangspunten
Nadere informatieKorte inhoud van de thema s
Korte inhoud van de thema s 1. Sporen uit het verleden In dit thema stappen de leerlingen in een teletijdmachine en flitsen ze door tijd en ruimte naar verschillende historische periodes. In die periodes
Nadere informatie1.1. Kennis en inzicht in verband met het historisch referentiekader
1. Kennis en Inzicht 1.1. Kennis en inzicht in verband met het historisch referentiekader 1. verduidelijken de begrippen generatie, decennium, eeuw, millenium aan de hand van historische evoluties, vertrekkend
Nadere informatieH u i s w e r k b e l e i d
H u i s w e r k b e l e i d Voor maken. sommige een Voor kinderen aantal anderen kinderen een is complexe het levert huiswerk huiswerk taak echter waarbij geen een zij problemen bron een beroep van op,
Nadere informatieArcheologie op school. Handleiding voor de leerkracht
Archeologie op school Handleiding voor de leerkracht 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Aan de slag: verkorte handleiding 4 3. Verantwoording 5 Archeologie en erfgoededucatie 5 Kerndoelen 5 Didactisch concept
Nadere informatieDe vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:
> Categorieën De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: 1 > Poten, vleugels, vinnen 2 > Leren en werken 3 > Aarde, water,
Nadere informatieHistorisch denken. Historische benaderingen
Historisch denken Inleiding Mensen hebben een besef van verleden, heden en toekomst. Ze hebben een bepaald beeld van wat er in hun leven is gebeurd tot op de dag van vandaag. Ze kunnen hun bestaan in het
Nadere informatieSoorten gezinnen. 2. Vakgebied en vakonderdeel: Wereldoriëntatie / Godsdienst. Eerste graad Tweede graad Derde graad 1 2 3 4 5 6
Soorten gezinnen 1. Thema: Diversiteit 2. Vakgebied en vakonderdeel: Wereldoriëntatie / Godsdienst 3. Doelgroep Eerste graad Tweede graad Derde graad 1 2 3 4 5 6 4. Duur: 50 min. 5. Doelen Eindtermen Wereldoriëntatie:
Nadere informatieDOELSTELLINGEN BUURT IN ZICHT
DOELSTELLINGEN BUURT IN ZICHT GEKOPPELD AAN DE EINDTERMEN 3 DE GRAAD BASISONDERWIJS Voor het bepalen van de doelstellingen hebben we ons gebaseerd op de eindtermen basisonderwijs. De volgende doelstellingen
Nadere informatieStandpunt splitsing Wereldoriëntatie PBD Basisonderwijs (juni 2015)
Standpunt splitsing Wereldoriëntatie PBD Basisonderwijs (juni 2015) Inleiding Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Begripsverduidelijking 4 2.1. Het leerplan wereldoriëntatie 4 2.2. Leergebied mens en maatschappij
Nadere informatieNoot 14 Het maken van een levenslijn of familiestamboom, en het verzamelen van materialen.
Noot 14 Het maken van een levenslijn of familiestamboom, en het verzamelen van materialen. Een levenslijn Tijdens het kennismakingsgesprek of in het eerste themagesprek kunt u met iets bijzonders beginnen:
Nadere informatieHoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET EN STUDIEGEBIED ASO STUDIERICHTING : ECONOMIE Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept
Nadere informatieTIJDWIJS de Methodiek
TIJDWIJS de Methodiek TIJDWIJS DE METHODIEK... 1 OVER TIJDWIJS... 2 APARTE HANDLEIDINGEN VOOR GROEP 4 EN GROEP 7... 2 UITGANGSPUNTEN VAN TIJDWIJS... 3 VISIE OP DE ONTWIKKELING VAN HISTORISCH TIJDSBESEF...
Nadere informatieDOELSTELLINGEN EN VOET BUURTAMBASSADEURS
DOELSTELLINGEN EN VOET BUURTAMBASSADEURS 3 DE GRAAD SECUNDAIR ONDERWIJS - BSO - De volgende doelstellingen en VOET kunnen aan bod komen. Dat is steeds afhankelijk van de onderzochte (school)omgeving. Die
Nadere informatieRijk Romeins Leven. Museum Park Matilo Cultuurlijn Tijd Groep 5. Handleiding voorbereidende les
Les Rijk Romeins Leven Museum Park Matilo Cultuurlijn Tijd Groep 5 Handleiding voorbereidende les Rijk Romeins Leven INHOUD Inleiding Kader Begrippen Leerdoelen Aansluiting kerndoelen De lessen INLEIDING
Nadere informatieTAXONOMIE HISTORISCH DENKEN
Verwijs naar dit document als Smets, W. (2018), Taxonomie historisch denken, opgehaald van: Karel de Grote Hogeschool, https://www.kdg.be/onderzoek-en-expertise/onderzoeksprojecten/praktijkonderzoek-historisch-denken
Nadere informatieWij gaan met plezier naar school.
www.schoolbranst.be Wij gaan met plezier naar school. 3...onze visie Onze school is een landelijk gelegen dorpsschool, een groene school, waar we leven in verbondenheid met de natuur en met elkaar en handelen
Nadere informatieVAKFICHE EXAMENCOMMISSIE SECUNDAIR ONDERWIJS
VAKFICHE EXAMENCOMMISSIE SECUNDAIR ONDERWIJS VAK: GESCHIEDENIS Dit is een vakfiche voor alle studierichtingen 3 de graad bso. Let op: de inhoud van een vakfiche wordt jaarlijks aangepast. Deze vakfiche
Nadere informatieOpvoedingsproject. A. ONS OPVOEDINGSPROJECT p. 2. A.1 De christelijke identiteit p. 2. A.2 Gevarieerd en goed begeleiden p. 3
Opvoedingsproject A. ONS OPVOEDINGSPROJECT p. 2 A.1 De christelijke identiteit p. 2 A.2 Gevarieerd en goed begeleiden p. 3 A.3 Zorg voor elk kind = accent op talent p. 4 A.4 Een sterke teamspirit, een
Nadere informatieSamengevat door Lieve D Helft ICT-coördinator Scholengemeenschap InterEssen
Samengevat door ICT-coördinator Scholengemeenschap InterEssen Eindtermen ICT Vanaf het schooljaar 2007-2008 zijn er eindtermen voor ICT in het lager onderwijs, dus zal men ICT meer en meer moeten integreren
Nadere informatieNieuwsbrief. Techniek, (g)een zorg voor later - technische geletterdheid bevorderen Leerlijnen technische geletterdheid
Techniek, (g)een zorg voor later - technische geletterdheid bevorderen Leerlijnen technische geletterdheid Tijdens het schooljaar 2009 2010 werkte het Steunpunt Diversiteit & Leren samen met RVO - Society,
Nadere informatieDe Oude Kaasmakerij. Algemeen
Lesbrief De Oude Kaasmakerij Algemeen Deze lesbrief is opgemaakt voor het lager onderwijs. Voor leerlingen uit eerste, tweede en derde graad van het basisonderwijs werd een specifieke rondleiding uitgewerkt
Nadere informatieLesbrieven voor de basisschool Groep 6 t/m 8. Behorend bij de tentoonstelling. Anton Heyboer DE HAARLEMSE JAREN
Lesbrieven voor de basisschool Groep 6 t/m 8 Behorend bij de tentoonstelling Anton Heyboer DE HAARLEMSE JAREN 23 november 2012-19 mei 2013 Inhoudsopgave 1. Tijdelijke tentoonstelling Anton Heyboer De Haarlemse
Nadere informatieONS EIGEN OPVOEDINGSPROJECT
ONS EIGEN OPVOEDINGSPROJECT - SCHOOLBROCHURE - Basisonderwijs DE LINDE, Overpelt ONS EIGEN OPVOEDINGSPROJECT In ons Eigen opvoedingsproject (EOP) kan u lezen hoe wij als school onze opvoedingstaak zien.
Nadere informatieLimburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon Les 5 Over Duitse ridders en Alden Biesen
Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon Les 5 Over Duitse ridders en Alden Biesen de eindtermen mens en maatschappij - Historische tijd: de leerlingen 3.7 kennen de grote periodes uit de
Nadere informatieEINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010
EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum Derde graad LO A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010 Lichamelijke opvoeding Motorische competenties 1.1 De motorische basisbewegingen
Nadere informatieOnderzoekscompetenties. Schooljaar 2015-2016. GO! atheneum Campus Kompas Noordlaan 10 9230 Wetteren 09 365 60 60
GO! atheneum Campus Kompas Noordlaan 10 9230 Wetteren 09 365 60 60 Schooljaar 2015-2016 E-mail: ka.wetteren@g-o.be atheneum@campuskompas.be Website: www.campuskompas.be/atheneum Scholengroep Schelde Dender
Nadere informatieACTIEF STUDEREN IN 6 STAPPEN
ACTIEF STUDEREN IN 6 STAPPEN Stap 1 Weet wat je moet leren Stap 4 Leerstof instuderen Stap 2 Leerstof verkennen Stap 5 Leerstof controleren Stap 3 Leerstof verwerken Stap 6 Leerstof herhalen ACTIEF STUDEREN
Nadere informatieGIBO HEIDE. pedagogisch project
GIBO HEIDE pedagogisch project gemeenteraadsbesluit van 26 mei 2015 Het pedagogisch project is de vertaling van de visie van directie en leerkrachten die betrekking heeft op alle aspecten van het onderwijs
Nadere informatieWaarom Wetenschap en Techniek W&T2015
Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015 In het leven van alle dag speelt Wetenschap en Techniek (W&T) een grote rol. We staan er vaak maar weinig bij stil, maar zonder de vele uitvindingen in de wereld van
Nadere informatieHuistaken in Vrije Basisschool DE KIEVIT Een zorg van de school, de ouders en de kinderen Versie 04.02.2012
Huistaken in Vrije Basisschool DE KIEVIT Een zorg van de school, de ouders en de kinderen Versie 04.02.2012 Waarom vinden wij huistaken zinvol? Wanneer krijgen ouders toelichting bij het huistaakbeleid?
Nadere informatieEerste graad A-stroom
EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Vijverbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde Het natuurlijk milieu Reliëf 16* De leerlingen leren respect opbrengen voor de waarde van
Nadere informatieINHOUD DE TIJDSWINKEL. groep 3-4 HOE MENSEN IN VERSCHILLENDE TIJDEN LEVEN
ERFGOEDEDUCATIE Het zinvol beleven van het erfgoed is een centraal begrip in de didactiek voor erfgoededucatie. Het werken met het erfgoed wordt gestuurd door het stellen van betekenisvolle vragen. De
Nadere informatieMentor Datum Groep Aantal lln
Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder Student(e) Klas Stageschool Plaats Dilia Couwenberg P14EhvADT t Startblok Eindhoven Mentor
Nadere informatieDE RODE DRAAD VAN TWENTE
groep ERFGOEDEDUCATIE Het zinvol beleven van het erfgoed is een centraal begrip in de didactiek voor erfgoededucatie. Het werken met het erfgoed wordt gestuurd door het stellen van betekenisvolle vragen.
Nadere informatie- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.
Tuin van Heden 1 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen
Nadere informatieOnder onze voeten Schoolbezoek Min40Celsius. Lesbrief
Onder onze voeten Schoolbezoek Min40Celsius Lesbrief Lesbrief Onder onze voeten U gaat met uw klas een bezoek brengen aan Min40Celsius, aan de hand van deze lesbrief kunt het bezoek (kort) voorbereiden.
Nadere informatieJunior College EEN INITIATIEF VAN
Junior College EEN INITIATIEF VAN Junior College is een initiatief van de KU Leuven en KU Leuven Kulak om wetenschap op hoog niveau tot in de klas te brengen. Modules rond wiskunde, geschiedenis en taal
Nadere informatieHuistakenbeleid. 1. Visie op huistaken/lessen. 2. Concrete afspraken binnen de school. Samengesteld door WG Leren Leren, in samenwerking met het team.
Huistakenbeleid Samengesteld door WG Leren Leren, in samenwerking met het team. 1. Visie op huistaken/lessen Wij streven naar een zinvol huiswerkbeleid. Dit wordt op een kwaliteitsvolle en didactisch verantwoorde
Nadere informatieTaalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET LEREN LEREN EN GOK Voet@2010 leren leren en thema s gelijke onderwijskansen Socio-emotionele ontwikkeling (1ste graad)
Nadere informatie. De school uitgangspunten en visie. 1.1. Naam en logo. De naam Rehoboth komt uit de Bijbel (Genesis 26:22).
. De school uitgangspunten en visie 1.1. Naam en logo De naam Rehoboth komt uit de Bijbel (Genesis 26:22). Het betekent: de Heer heeft ons ruimte gemaakt. De Heer geeft ruimte om in vrede en liefde met
Nadere informatieAchtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:
Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan
Nadere informatie1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.
Leerlijn ICT DERDE LEERJAAR 1 Kennismaken - aanzetten - occasioneel opbouwen - regelmatig VERWERVEN - systematisch 1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken
Nadere informatieTuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?
Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen
Nadere informatieEen kasteel in de buurt bezoeken
Een kasteel in de buurt bezoeken Als leerkracht heb je hier een begeleidende en sturende rol. Het is afhankelijk of jij als leerkracht de kinderen meeneemt en dingen aan ze verteld of dat er bijvoorbeeld
Nadere informatieDienst Curriculum en vorming Jan Tilley 1
Lijst van afkortingen bij de ontwikkelstappen tijd: C = cyclisch / L = lineair / O = ordenen / S = situeren / = begrippen / K = kalenders / e = belangstelling / P = periodiseren / E = evolutie / OWti2
Nadere informatieErfgoed- en cultuureducatie 2015 2016 Stadsmuseum Zoetermeer
Erfgoed- en cultuureducatie 2015 2016 Stadsmuseum Zoetermeer WIE ERGENS NAAR TOE WIL, MOET WETEN (ONTDEKKEN) WAAR HIJ VANDAAN KOMT Erfgoededucatie is omgevingsonderwijs: het leren in, van omgeving tot
Nadere informatie3 LEERPLANDOELEN. De katholieke basisschool stelt zich als algemeen streefdoel voor mediaopvoeding:
3 LEERPLANDOELEN Algemeen streefdoel De katholieke basisschool stelt zich als algemeen streefdoel voor mediaopvoeding: De leerlingen kunnen op een behendige, zelfredzame en kritische manier participeren
Nadere informatieWe willen kansen scheppen om uw kind evenwichtig te laten ontplooien. We houden rekening en hebben respect voor de eigen mogelijkheden van elk kind.
1. VERWELKOMING. NAAR DE OUDERS TOE Van harte welkom in onze school. Wij danken u voor het vertrouwen dat u in onze school stelt. Het verheugt ons dat u voor het onderwijs en de opvoeding van uw kind een
Nadere informatieEINDTERMEN Bosbiotoopstudie
EINDTERMEN Bosbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde De mens en het landschap Het landelijk landschap 22 milieueffecten opnoemen die in verband kunnen gebracht worden
Nadere informatieGEBRUIK VAN WERKBLADEN
Gebruik van werkbladen Begeleiding aardrijkskunde GEBRUIK VAN WERKBLADEN Begeleiding aardrijkskunde 1 Vaststellingen Het gebruik van werkbladen in lessen aardrijkskunde situeert zich vooral in de eerste
Nadere informatieDON BOSCO GENK AANBOD EERSTE GRAAD. Meer dan je denkt!
DON BOSCO GENK Meer dan je denkt! AANBOD EERSTE GRAAD Dag nieuwe leerling, Dag ouder, In onze Don Boscoschool willen wij een kwaliteitsvolle vorming aanbieden. Vanuit ons opvoedingsproject leggen wij
Nadere informatieLatijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen
Tweede graad aso In de tweede graad aso kies je voor een bepaalde richting. Ongeacht je keuze, blijft er een groot gemeenschappelijk basispakket van 26 lesuren algemene vakken. Het niveau van deze vakken,
Nadere informatieSamen Inspireren Ontdekken. Informatiegids. IKC de Plattenburg.
Samen Inspireren Ontdekken Ontwikkelen Informatiegids IKC de Plattenburg www.deplattenburg.nl Kiezen Het kiezen van een basisschool voor uw kind: een belangrijke stap. Bij de Plattenburg gaat er voor uw
Nadere informatieOm de school te helpen bij het voeren van een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid
Een geïntegreerd zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid Leidraad bij het stappenplan Sinds 1 september 2012 is elke school verplicht een geïntegreerd zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid te voeren. Dit
Nadere informatieOpeningsuren en bereikbaarheid: Ma Di Wo Do Vrij ZA
PEDAGOGISCHE FICHE Laatst gewijzigd op: 27/Mar/09 ORGANISATIE: ECUADORGALLERY METHODIEK: CREATIEVE SCHILDEREN 1. Algemene info Adres: Bretagnestraat 25, 17 1200 Brussel Tel: 027704310-0494486164 Fax: /
Nadere informatieLeerlijn historisch denken havo
Leerlijn historisch denken havo Albert van der Kaap vwo Tijd en chronologie klas 1 klas 2 klas 3 vwo 6 gebeurtenissen uit zijn eigen leven alsmede verschijnselen, gebeurtenissen en personen uit de geschiedenis
Nadere informatieRONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS
CONFERENTIE STEUNPUNT GOK: De lat hoog voor iedereen!, Leuven 18 september STROOM KRACHTIGE LEEROMGEVINGEN RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen
Nadere informatieMuseumles Tureluurtje. Docentenhandleiding
Museumles Tureluurtje Docentenhandleiding September 2014 Inhoud De museumles in het kort... 3 Voorbereiding in de klas... 3 In het museum... 3 Afsluiting in de klas... 3 De museumles uitgewerkt... 4 Introductieles
Nadere informatiePedagogische begeleiding wiskunde oktober 2016 Pagina 1
Pedagogische begeleiding SO Vakbegeleiding wiskunde ONDERZOEKSCOMPETENTIES WISKUNDE DERDE GRAAD AS0 Specifieke eindtermen i.v.m. onderzoekscompetenties (SETOC) Wat? Leerplan a derde graad aso VVKSO De
Nadere informatieSTEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap
STEM Visietekst van het GO! 28 november 2016 onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap 2 Samenvatting In de beleidsnota 2014-2019 stelt Vlaams minister van Onderwijs de ambitie om leerlingen warmer te maken
Nadere informatieErfgoededucatie Stadsmuseum Zoetermeer in transitie
Erfgoededucatie 2017-2018 Stadsmuseum Zoetermeer in transitie Educatieflyer 2017 2018 Met veel plezier bieden wij je het educatie-overzicht Primair Onderwijs van het Stadsmuseum Zoetermeer voor het schooljaar
Nadere informatieHUISWERKBELEID 1. AANLEIDING
HUISWERKBELEID 1. AANLEIDING In het schooljaar2013-2014 staat onder andere een beleidsplan over huiswerk centraal. Met dit nieuwe beleidsplan krijgen de leerkrachten een afgewogen werkinstrument ter beschikking.
Nadere informatieGEZINSBELEID. Het gezin in al zijn vormen
VRIJE BASISSCHOOL HERZELE Kerkstraat 12 9550 Herzele Telfax: (053)62 36 98 info@vsbh.be www.vbsh.be Vestigingen: Kerkstraat Station Woubrechtegem GEZINSBELEID Het gezin in al zijn vormen Een groot aantal
Nadere informatieveilig leren Veilig leren lezen Artikelen - Letterkennis, aanpak b/d-probleem lezen Auteur: Susan van der Linden Stap 1
veilig leren lezen Letterkennis Aanpak b/d-probleem Auteur: Susan van der Linden De letters b en d zijn voor veel kinderen een bron van verwarring. Dit komt door hun gelijke vorm. Toch kunt u dit probleem
Nadere informatieLeerstofoverzicht Lezen in beeld
Vaardigheden die bij één passen, worden in Lezen in beeld steeds bij elkaar, in één blok aangeboden. Voor Lezen in beeld a geldt het linker. Voor Lezen in beeld b t/m e geldt het rechter. In jaargroep
Nadere informatieDe Zonnebloem, een school waar pit in zit
De Zonnebloem, een school waar pit in zit Zonnebloemen staan symbool voor opgewektheid, kleur, warmte en groeikracht. De pitten duiden op een grote eenheid in diversiteit. Een symboliek die onze school
Nadere informatieLeerlijn ICT VIJFDE LEERJAAR 1 Kennismaken - aanzetten - occasioneel opbouwen - regelmatig VERWERVEN - systematisch herhalen - verdiepen - verbreden -
Leerlijn ICT VIJFDE LEERJAAR 1 Kennismaken - aanzetten - occasioneel opbouwen - regelmatig VERWERVEN - systematisch herhalen - verdiepen - verbreden - 1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover
Nadere informatie- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.
Tuin van Heden 2 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen
Nadere informatieMentor Datum Groep Aantal lln
Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder Student(e) Klas Stageschool Plaats Dilia Couwenberg P14EhvADT t Startblok Eindhoven Mentor
Nadere informatie1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs
1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs Het Vlaams parlement legde de basiscompetenties die nagestreefd en gerealiseerd moeten worden tijdens de opleiding vast. Basiscompetenties zijn een
Nadere informatieNieuwsbrief. Interactieve werkvormen in de klaspraktijk. Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk
Interactieve werkvormen in de klaspraktijk Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk Lia Blaton, medewerker Onderzoek naar onderwijspraktijk In het kader van de opdracht van het Steunpunt Gelijke Onderwijskansen
Nadere informatieKANT EN KLAAR PLUS. Uitdagende thema s voor pientere en hoogbegaafde leerlingen
KANT EN KLAAR PLUS Uitdagende thema s voor pientere en hoogbegaafde leerlingen Handleiding voorwoord Voor u ligt een unieke uitgave in Vlaanderen! Het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek ijvert al een tiental
Nadere informatieREPERTOIRESTUDIE WOORDKUNST Hogere Graad
Onderwijssecretariaat van de steden en gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap Ravensteingalerij 3 bus 7 1000 Brussel 02/506 41 50 ovsg@pi.be www.ovsg.be Leerplan REPERTOIRESTUDIE WOORDKUNST Hogere Graad
Nadere informatieReizen in de tijd Leren van de plek waar je opgroeit. Leeswijzer bij www.reizenindetijd.nl KUNSTHUIS
Leeswijzer bij www.reizenindetijd.nl Reizen in de tijd Leren van de plek waar je opgroeit Reizen in de Tijd is een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs. De activiteiten gaan over de leerlingen en de plek
Nadere informatieDOORLOPENDE LEERLIJNEN DANS
DOORLOPENDE LEERLIJNEN DANS DE LANGE LEERLIJNEN ZIJN GEBASEERD OP 7 COMPETENTIES WAARNEMEN (Wij maken onderscheid tussen waarnemen in receptieve zin en waarnemen in actieve zin)* Waarnemen op een receptieve
Nadere informatieVragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO
Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO 1. Persoonlijke gegevens Naam school:.. Provincie school: o Antwerpen o Limburg o Oost- Vlaanderen o Vlaams- Brabant o West- Vlaanderen Wat is je functie?
Nadere informatieProfilering derde graad
De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,
Nadere informatieWanneer moeten we dat nog doen? We hebben vandaag, tijdens een andere vergadering, ons de vraag gesteld : waar moeten we naar toe om te melden dat
Wanneer moeten we dat nog doen? We hebben vandaag, tijdens een andere vergadering, ons de vraag gesteld : waar moeten we naar toe om te melden dat het programma in het eerste leerjaar te zwaar is We raken
Nadere informatieTuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?
Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen
Nadere informatieINSTRUCTIEKAART GROEPJES TECHNIEK IN HET BASISONDERWIJS DE FIETSBEL. Opdracht 1: Beantwoord mondeling deze strategische vragen in je groepje.
INSTRUCTIEKAART GROEPJES TECHNIEK IN HET BASISONDERWIJS DE FIETSBEL Opdracht 1: Beantwoord mondeling deze strategische vragen in je groepje. 1. Wat is het? Hoe heet het? 2. Waarvoor wordt het gebruikt?
Nadere informatieWerken aan meer kwaliteit in onderwijs
Werken aan meer kwaliteit in onderwijs Donderdag 20 maart 2014 Vlaams Parlement Commissie Onderwijs Peter Van Hove 1. Onze school - Basisschool Atheneum Denderleeuw (GO!-onderwijs) - Hoofdschool en wijkschool
Nadere informatieAardrijkskunde. Thema / onderwerp Aardrijkskundeles met gebruikmaking van de geografische vierslag. Betekenis. Bedoeling
Aardrijkskunde Thema / onderwerp Aardrijkskundeles met gebruikmaking van de geografische vierslag. Betekenis Welke betekenis heeft het thema / onderwerp voor de kinderen? Hoe leg je de relatie met de beginsituatie?
Nadere informatieStappenplan: een spreekbeurt maken
Stappenplan: een spreekbeurt maken 1. Dit weet ik al! Dit wil ik nog te weten komen! Maak op een kladblad een woordspin over het onderwerp. Ik noteer sleutelwoorden Schrijf onder je woordspin vragen die
Nadere informatieVerslag over de opvolgingsdoorlichting van de vrije lagere school Virgo Maria te Merksem
Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL doorlichtingssecretariaat@ond.vlaanderen.be www.onderwijsinspectie.be Verslag
Nadere informatieD E K LE OPVOEDINGSPROJECT T E. Werken met een visie. R K
D E K LE U TE T E R K OPVOEDINGSPROJECT Werken met een visie. O UT T E R OMDAT JE MET POËZIE ZOVEEL MEER ZEGT... Werken met visie Is als kijken in een spiegel. Als je in een spiegel kijkt, kijk je meestal
Nadere informatieLokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader).
De volgende vakken komen aan bod Aardrijkskunde Maatschappelijke vorming (MAVO) Nederlands Godsdienst Niet-conventionele zedenleer LEERDOELSTELLINGEN LESFICHE C Door aan de slag te gaan met lesfiche C
Nadere informatieMens en maatschappij (aardrijkskunde, economie, geschiedenis, godsdienst)
Mens en maatschappij (aardrijkskunde, economie, geschiedenis, godsdienst) Kerndoelen 36. De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een
Nadere informatieGeschiedenis/erfgoed
Geschiedenis/erfgoed Kerndoel: Oriëntatie op jezelf en de wereld Tijd Kerndoel 51 De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling
Nadere informatieDOELSTELLINGEN EN VOET VAN COUDENBERG TOT KUNSTBERG
DOELSTELLINGEN EN VOET VAN COUDENBERG TOT KUNSTBERG 2 DE GRAAD SECUNDAIR ONDERWIJS - ASO - De volgende doelstellingen en VOET komen aan bod. Aangezien de leerlingen in groepjes worden onderverdeeld, onderzoek
Nadere informatieAlles over. Speurtocht. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen
Alles over Speurtocht Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking
Nadere informatieBuurten met erfgoed. Het verhaal van de schoolomgeving. Schooljaar Dilbeek. Buurten met erfgoed in het kort:
Buurten met erfgoed Het verhaal van de schoolomgeving Schooljaar 2016-2017 - Dilbeek De gemeente Dilbeek en Erfgoedcel Pajottenland Zennevallei nodigen erfgoedwerkers, natuurwerkers en cultuurwerkers van
Nadere informatieVISIE PEDAGOGISCH PROJECT
VISIE PEDAGOGISCH PROJECT van daltonschool De Kleine Icarus Algemene visie De opdracht van daltonschool De Kleine Icarus bevat naast het onderwijskundig eveneens een maatschappelijk aspect Wij brengen
Nadere informatie