Taalverhaal.nu: Woordpakketten groep 5

Transcriptie

1 Woordpakket 1 schaatsen schaken je schamen schijnen de schapen de schilder de schommel de schoolbus het scheenbeen de vriendschap het landschap het windscherm het verschil schrapen schrobben de schrijver de schroeven het schrikdraad verschrikt het schoolschrift Woordpakket 2 dansen kletsen de heksen de prinses het sieraad bezet de bezem de pauze de ruzie het zadel de fabriek de fotograaf de frisdrank de telefoon het alfabet behalve de oven de snavel het servies het zilver Woordpakket 3 eerder ongeveer het onweer het weerbericht de vleermuis boordevol de oorzaak de schoorsteen het kantoor het voorwerp gebeuren de geurstof de voorkeur het gezeur het humeur akkoord het antwoord het paspoort de spreekbeurt verkeerd Woordpakket 4 allebei de fontein de lakei het bereik het gewei het paleis de bakkerij de kijker de kiespijn het gordijn het bewijs piekfijn verdwijnen strijken de partij het tapijt voorbij de vijver de wijsneus de zijde

2 Woordpakket 5 aardig deftig giftig geestig ernstig keurig schuldig veertig nuttig sappig zonnig stoffig enig bazig jarig stevig eerlijk pijnlijk lelijk vrolijk Woordpakket 6 alles jammer de appel de oppasser vette lekker de herrie de elleboog dikke binnen de visser de knikker doffe oplossen de trommel de komkommer tussen schudden de pukkel de druppel Woordpakket 7 zware kapot varen de bananen de soldaten brede zeker doorlezen de inbreker het teken droge koken geboren de tomaat het probleem zure super spugen de puber de tube Woordpakket 8 zwaaien de kraaien de papegaai het lawaai het gedraai gooien de vlooien de rotzooi de ooievaar het toernooi bloeien moeilijk moeizaam het geloei het geknoei wondermooi de hoofdtooi de armzwaai de handboei de vloeistof

3 Woordpakket 9 bedanken de bekeuring de bedrieger het geluk het geheim het gesprek verlegen het vervolg het verzinsel de beugel de nagel het meubel vrolijker de polder de pleister dronken beroven het varken tevreden de halte Woordpakket 10 onecht de aandacht de opdracht het aanrecht het gevecht achter zuchten de hechting de berichten de gedichten giechel de echo de chaos de glimlach het gejuich kuchen lachen de kachel de goochelaar het lichaam Woordpakket 11 de afstand de avond de washand de zwerfhond de invloed de maaltijd het eiland het vloerkleed bejaard gezond goedkoop luidkeels de tandarts de hoofdpijn de brandweer de schildpad de handdoek het handvat het badpak het tijdperk Woordpakket 12 onderling de tweeling de bedoeling de lieveling jarenlang de afgang de toegang het behang langzaam de honger de lengte de zanger de toonbank de snijplank de toverdrank het geschenk zinken de winkel de inktvis het anker

4 Woordpakket 13 de lama de sofa de pasta de reuma het drama de opera de agenda de elektra de tandpasta het programma de hobo de lasso de lotto de farao het judo de salto de metro het saldo de paraplu het kerstmenu Woordpakket 14 botte strakke bittere kapotte boffen plassen bezitten opvullen de pudding de spanning de beslissing de akkerbouw gure schele samen zaterdag verhuren verlaten de tekening de ervaring Woordpakket 15 eeuwig geeuwen de eeuwen de leeuwerik de leeuwinnen benieuwd nieuwer nieuwste gloednieuw de vernieuwing ruwe duwen de afschuw de schaduw de zwaluw eeuwenlang sneeuwwit nieuwsgierig de nieuwbouw de sneeuwster Woordpakket 16 de valstrik de fietstocht de kerktoren de melkbeker de postbode de windmolen de dobbelsteen de toverspreuk de oorring de feesttaart de glasscherf de slaapplaats het einddoel het fietsstuur het kansspel het werelddeel de jaszak de kastdeur de leeszaal de sportdag

5 Woordpakket 17 augustus de augurk de pauze de automaat het restaurant benauwd flauwekul de wenkbrauw de kauwgom de klauwen houden de inhoud de kabouter de spelfout het meervoud de huisvrouw de juffrouw de schouwburg de toeschouwer het gebouw Woordpakket 18 aaien lijmen scheuren fietsen zetten moeten kluiven durven drinken denken zingen vangen huppelen mopperen bekijken verplaatsen branden landen bloeden vinden Woordpakket 19 brave de boeven de dieven de brieven de druiven sportieve de neven de raven de staven de lijven boze de luizen de muizen de neuzen de smoezen vieze de kiezen de reizen de reuzen de prijzen Woordpakket 20 beetnemen platdrukken de boottocht de sporthal de frietkraam de schatkamer de soortgenoot de houthakker het feestmaal het uitlaatgas wereldberoemd doodstil de landkaart de rondvaart de woordbouw de wereldbol de hardloper het goudstuk het brandhout het roodborstje

6 Woordpakket 21 lopen dragen nemen sparen jokken happen gillen kloppen wennen klimmen zeggen remmen bijten fluiten vechten wachten schaden braden doden binden Woordpakket 22 stiekem de adem de bezem de bodem de bliksem knutselen wandelen wiebelen smikkelen schommelen oefenen openen regenen rekenen de hersenen gisteren luisteren schilderen knikkeren de kinderen Woordpakket 23 het beestje het lichtje het barstje het paardje het vriendje het wondje het armpje het boompje het schuimpje het vormpje het pilletje het rolletje het mannetje het spinnetje het gummetje het kommetje het karretje het sterretje het ringetje het jongetje Woordpakket 24 bonzen plonzen reizen wijzen bevriezen razen blazen blozen smoezen verliezen proeven blijven drijven beschrijven verschuiven geven beven graven schaven beloven