Stof-, gas- of dampvormige emissies

Transcriptie

1 Stof-, gas- of dampvormige emissies Bij de bedrijfsactiviteiten van Neptune ontstaan diverse emissies. Deze bijlage geeft een overzicht van deze emissies. VOS emissie Bij de productie van (polyester) schepen ontstaan dampvormige emissies afkomstig van de vluchtige organische stoffen (VOS). VOS komt vrij bij de verwerking van polyester en het aanbrengen (kwasten, rollen en spuiten) van verf en coatings op schepen (loods 2 en 5 en scheepshelling en nieuwe hal 16 en 18). Daarnaast is een spuitcabine aanwezig (loods 2) voor het lakken van interieurdelen en meubels. Daarnaast komt VOS vrij bij het lijmen van meubels en interieurdelen (loods 2). De emissie van oplosmiddelen is voor type C bedrijven geregeld in afdeling 2.11 van het Activiteitenbesluit. Neptune overschrijdt de in artikel 2.28 van het Activiteitenbesluit genoemde drempelwaarden (zie tabel hieronder) voor twee activiteiten. Deze aanvraag en de bijbehorende bijlagen kunnen worden beschouwd als melding voor deze activiteiten. Voor lamineren en aanbrengen van een lijmlaag wordt de drempelwaarde niet overschreden: er wordt jaarlijks een te lage hoeveelheid van de betrokken middelen toegepast (zie ook jaarverbruik in bijlage Gegevens aanwezige stoffen) om de drempelwaarden hiervan te overschrijden. Activiteit artikel 2.28 Omschrijving activiteit Drempelverbrui k (ton VOS / jaar) 5 Overige oppervlaktereiniging Andere coatingprocessen Lamineren van hout en kunststof Aanbrengen van een lijmlaag 5 0,1 Verbruik Neptune (ton VOS / jaar) De getroffen maatregelen ter beperking van de VOS emissies zijn hieronder weergegeven Stofemissie Bij de hout-, metaal- en polyesterbewerking ontstaat stof door zagen, frezen, boren etc. Het stof wordt daar waar mogelijk weggezogen en opgevangen in een filterzak. In nieuwe hal 16 en 18, loods 5 en op de scheepshelling ontstaat metaalstof door metaalbewerking. In loods 2 vinden voornamelijk nieuwbouw- en reparatiewerkzaamheden plaats, waarbij zowel hout- als polyesterstof ontstaat. In loods 3 ontstaat bij de houtbewerking houtstof. Houtstof wordt per apparaat afgezogen, door een filter geleid en opgevangen in een houtmotcontainer. De verdringingslucht wordt eveneens door het filter geleid; het emissiepunt bevindt zich 3 meter boven het maaiveld.

2 Aard Locatie Duur uitstoot per dag (uur) Debiet (m 3 /uur ) Emissie (mg/m 3 ) Houtmot (stof ) Loods Massastroo m (kg/uur) Incidenteel kan het voorkomen dat het noodzakelijk is om straalactiviteiten binnen de inrichting uit te voeren aan schepen. Deze werkzaamheden worden altijd door onderaannemers uitgevoerd. Deze onderaannemers dragen zelf zorg voor milieumaatregelen ter beperking van stofemissie. Geur-emissies Bij het aanbrengen van verf en andere coatings en de polyesterverwerking kan geuroverlast ontstaan. Er zijn in de directe nabijheid van Neptune geen geurgevoelige objecten gelegen. De Provincie Gelderland heeft in maart 2011 een styreenmeting uitgevoerd in loods 7. Dit is gedaan naar aanleiding van een klacht. De gemiddelde emissie van geur is vastgesteld op 702 ou E /m 3 met een gemiddelde geurvracht van 5, ou E /uur. Er is sprake van een geurrelevante bron met een hinderlijke geur. Uit de verspreidingsberekeningen met Kema Stacks blijkt dat voldaan wordt aan de streefwaarde van het Gelders geurbeleid. De Provincie Gelderland heeft dan ook aangegeven dat er eisen zullen moeten worden opgenomen in de vergunning voor geur. De metingen zijn uitgevoerd in februari 2011 en de situatie is nadien niet veranderd. Op het aanvraagformulier is aangegeven dat een geuronderzoek is uitgevoerd. Hiermee wordt het door de provincie uitgevoerde bovengenoemde onderzoek bedoeld. Maatregelen gericht op het voorkomen van emissies Voor de VOS emissie wordt het plan van aanpak uit de Nederlandse Emissie Richtlijn (NeR) gevolgd. Maatregelen ter beperking van emissies Houtbewerking en -coating Ter beperking van oplosmiddelen zijn de onderstaande maatregelen getroffen: - Gebruik oplosmiddelarme coatings: Voor het lakken van interieurdelen en meubels worden, daar waar mogelijk, watergedragen acrylaatlakken en high-solid- of emulsie alkydharslakken gebruikt ter beperking van het oplosmiddelengebruik.

3 - Technische aanpassing spuitapparatuur: De meubellakken worden HPLV (high pressure low volume) verspoten. De spuitpistolen zijn VOS gekeurd. Tijdens het spuiten wordt de nevel vanuit de lucht afgevangen via een filter met een capaciteit van %. Ter beperking van houtstof zijn de onderstaande maatregelen getroffen: - Houtmotafzuiging in timmerloods: Houtmot afkomstig van de houtbewerkingactiviteiten wordt afgezogen, gefilterd en opgevangen in een houtmot container. De gefilterde lucht mag niet worden gerecirculeerd omdat houtstof, afkomstig van teak, carcinogeen is (Bron: SZW lijst carcinogene stoffen). - Afzuiging en filtering houtstof: Bij zagen, boren, schuren etc. in of aan schepen wordt houtstof afgezogen met mobiele bronafzuigers. Het stof wordt opgevangen in een filterzak. Polyesterverwerking Ter beperking van de styreenemissie bij de verwerking van polyester zijn de volgende maatregelen getroffen: - Gebruik LSE-DCPD hars (low styrene evaporation - dicyclopentadiëen): Tijdens de polyesterverwerking wordt hars gebruikt met een verlaagde emissiewaarde voor styreen. De toepassing van LSE-DCPD hars heeft een styreenreductie % tot gevolg. In principe reageert al het styreen met de polyesterhars uit. Uit de factsheet LF 10 van Infomil blijkt dat in de praktijk tussen de 0,1 en ca. 8% van de standaard hars emitteert naar de lucht. Omdat LSE-DCPD hars wordt gebruikt is de emissie erg laag. - Machinale verwerking polyester: Om zo efficiënt mogelijk te werken en ter beperking van styreenemissies wordt zoveel mogelijk polyester machinaal verwerkt. - Technische aanpassing spuiten: De peroxide en het polyesterhars worden onder lage druk in de spuitkop vermengd. Het hars wordt airless in de mal gespoten. Deze techniek reduceert de styreenemissie met 50%. - Malsysteem: Er worden twee malsystemen gebruikt: een open en gesloten mal fabricagetechniek. Het aandeel open versus gesloten systeem is circa 60% respectievelijk 40%. Bij gesloten mallen wordt hars geïnjecteerd. Neptune breidt het aandeel gesloten mal in de toekomst verder uit. Het is niet mogelijk per direct in zijn geheel over te stappen op het gesloten malsysteem. De productie van een mal is zeer arbeidsintensief in verband met de hoge kwaliteitseisen die eraan gesteld worden. Een goede mal voorkomt immers onnodig schuren en plamuren om oneffenheden weg te werken.

4 Een jacht bestaat uit twee grote mallen (romp en dek) en nog een aantal kleinere mallen voor overige onderdelen. De productie van een grote mal duurt circa een jaar. Hier werkt een heel team medewerkers aan. De productiekosten van een grote mal bedragen circa 1 miljoen euro. Een mal gaat ongeveer 10 jaar mee en wordt tussentijds veelal aangepast of gerenoveerd, afhankelijk van het aantal geproduceerde jachten. Neptune heeft in totaal acht grote mallen voor de bouw van vier verschillende typen jachten. Daarnaast kan eveneens niet zomaar worden overgestapt op een nieuw fabricageproces omdat elk type jacht gekeurd is door de ECB categorie B (zeekust). Hierin is de polyesterdikte en het aantal lagen vastgesteld. Bij de volledige overstap op een gesloten malsysteem zouden eveneens de typegoedkeuringen opnieuw plaats moeten vinden. - Afzuiging en filtering polyesterstof: Bij zagen, boren, schuren etc. in of aan schepen wordt polyesterstof afgezogen met mobiele bronafzuigers. Het stof wordt opgevangen in een filterzak. Deze afzuigers filteren geen geur of styreen uit de emissie, uitsluitend stof. Ter beperking van het acetonverbruik zijn de volgende maatregelen getroffen: - Gebruik schoonmaakmiddel op waterbasis: Ter beperking van schoonmaakmiddelen op oplosmiddelenbasis wordt, daar waar mogelijk, RST-5 gebruikt, een reinigingsmiddel op waterbasis. Het gebruik van RST-5 is echter alleen mogelijk bij het schoonmaken van met hars vervuild gereedschap, verfresten zijn met RST-5 erg moeilijk te verwijderen. Daarnaast wordt RST-5 gebruikt voor het schoonmaken van boten. Daar waar RST-5 wordt gebruikt wordt de emissie van oplosmiddelen met 90% gereduceerd. - Destillatie schoonmaakmiddelen: Aceton wordt gezuiverd door middel van destillatie. Door verdamping wordt het oplosmiddel gescheiden van de vervuiling. De reductie van de afvoer van vervuild schoonmaakmiddel (en daarmee tevens de reductie van de grondstof) bedraagt maximaal 90%. Coating en roestbescherming van schepen Ter beperking van het oplosmiddelengebruik worden de onderstaande maatregelen toegepast bij de coating van scheepsrompen: - Technische aanpassing spuiten De scheepshuid wordt, indien deze gespoten wordt, airless gespoten. - Droge binnentoepassing: Voor droge binnentoepassingen wordt gebruik gemaakt van alkydharsproducten en high-solid en solvent free epoxyproducten om de emissie van VOS te reduceren. De lakken zijn veelal watergedragen.

5 - Natte binnen- en buitentoepassing: Bij natte binnen- en buitentoepassingen worden alkydharsproducten, 2- componenten epoxyproducten en polyurethaanproducten toegepast om VOS emissie te reduceren. - Onderwaterschip: De onderwaterhuid van stalen schepen wordt geconserveerd met Ecobit. Dit is een watergedragen teerproduct. Daarnaast worden antifoulings en epoxy coatings gebruik. Verf op uitsluitend waterbasis is getest, maar bleek niet te kunnen voldoen aan de technische eisen binnen Neptune. Als antifouling wordt een product van Hempel toegepast. - Technische voorzieningen spuiten scheepsrompen: Als het noodzakelijk is om een scheepsromp te coaten via verfspuiten, dan wordt de boot afgeschermd met zeilen. De spuitnevel wordt afgezogen via de mechanische ventilatie in de bedrijfshal. Deze afzuigers zijn voorzien van filters met een rendement van circa %. Er wordt uitsluitend airless gespoten. Het spuiten van boten vindt voornamelijk in loods 5 en 16 plaats. Straalactiviteiten Indien het noodzakelijk is om te stralen wordt dit uitbesteed aan onderaannemers welke zelf zorg dragen voor voldoende voorzieningen ter beperking van stof. Het heeft echter de voorkeur straalactiviteiten uit te laten voeren buiten de eigen inrichting. Indien toch binnen de inrichting gestraald wordt, worden de volgende maatregelen getroffen: - Technische voorzieningen straalactiviteiten: Afhankelijk van de staat van onderhoud, gewenste reinheid en ruwheid van het oppervlak wordt een straaltechniek en straalmiddel gekozen. Bij de keuze wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de minst verontreinigende methode. Neptune houdt rekening met milieuaspecten bij de selectie van haar onderaannemers op dit gebied. Het stralen vindt uitsluitend plaats op de scheepshelling/buitenterrein. Tevens wordt de stofemissie verminderd door het te stralen object te omkappen met zeilen. Bij harde wind wordt buiten niet gestraald. Luchtkwaliteitsonderzoek Aan de aanvraag is een luchtkwaliteitsonderzoek toegevoegd. Het luchtkwaliteitsonderzoek is een overschatting van de gevolgen van de activiteiten van Neptune op de luchtkwaliteit: een groter verbruik van lasdraad en een groter aantal vervoersbewegingen zijn als uitgangspunt genomen dan daadwerkelijk wordt aangevraagd. Neptune blijft desondanks ver onder de vigerende norm voor bijdrage aan de luchtkwaliteit zoals het onderzoek aantoont.