Olieprijs: Bijna alle bedrijven hebben indirect met de olieprijs te maken. Daarnaast is het feit dat olie in $ wordt afgerekend van belang.
|
|
- Emilie ten Hart
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ALGEMENE ECONOMIE Conjunctuur: verandering van het groeipercentage van de economie of productie op korte termijn. Deze groeipercentages volgen een golvend patroon, doordat de bestedingen toe- en afnemen in de tijd. Economische variabelen: - Conjunctuur (ontwikkeling van de vraag) - Wisselkoersen - Olieprijzen (=prijzen grondstoffen) - Lonen - Rente Wisselkoers: Alleen internationaal opererende bedrijven hebben direct last van wisselkoersveranderingen. Indirect, bijvoorbeeld via de olieprijs die in $ wordt afgerekend, hebben juist heel veel bedrijven met wisselkoersveranderingen te maken. Olieprijs: Bijna alle bedrijven hebben indirect met de olieprijs te maken. Daarnaast is het feit dat olie in $ wordt afgerekend van belang. Lonen: Voor individuele bedrijven zijn loonstijgingen ongewenst, want dat verhoogt de kostprijs van hun producten. Daarnaast kunnen bedrijven ertoe overgaan om te automatiseren en personeel te ontslaan. Voor de economie als geheel kan een loonstijging ook gunstig zijn als het tot meer bestedingen leidt. Rente: De rente wordt deels door de ECB gestuurd om de inflatie rond de 2% te houden. Bedrijven hebben last van een hogere rente, omdat ze dan meer moeten betalen voor leningen. Ze zullen dan wellicht bepaalde investeringen niet doen, wat weer slecht is voor de economie.
2 De Lorenz-curve geeft het verband weer tussen het cumulatief percentage van de bevolkingsomvang, en het cumulatief percentage van de inkomens van diezelfde bevolking. De overheid komt aan geld door belastingen!! - Directe belasting - Indirecte belasting Wat doet/moet de overheid doen? Twee visies Keynesiaanse visie: Zij stelt dat de overheid verantwoordelijk is voor het bereiken van de doelstellingen van de economische politiek en zich zeer met de economie, vooral de conjunctuur, moet bemoeien. Zij zorgt voor volledige werkgelegenheid en groei. Klassieke visie: De overheid dient een zo klein mogelijke rol te spelen. Zij moet zich beperken tot het garanderen van veiligheid van de burgers, het beschermen van bezit en zorgen dat burgers hun contract naleven. Bestedingen van bedrijven, investeringen: 1. Vervangingsinvesteringen 2. Uitbreidingsinvesteringen 3. Voorraadinvesteringen Productiefactoren: Natuur Arbeid Kapitaal Ondernemerschap
3 3 soorten investeringen: 1. Vervangingsinvesteringen 2. Uitbreidingsinvesteringen 3. Voorraadinvesteringen Productiecapaciteit = hoeveelheid goederen en diensten die een economie (in een jaar) maximaal kan produceren Bezettingsgraad = Mate waarin de bestaande productiecapaciteit ook werkelijk wordt gebruikt Productiefactor natuur: - De grond, het water, de lucht en alles daarop en daarin voor zover niet door mensen geproduceerd. - Natuur en arbeid zijn de oorspronkelijke productiefactoren - Kapitaal is een afgeleide factor. Deze moet met behulp van natuur en arbeid (en eventueel ander kapitaal) worden vervaardigd. Economische groei: Hoe kan economische groei ontstaan? 1. verbetering structuurzijde van de economie (LT) - aanbodzijde - productiecapaciteit 2. verbetering conjunctuurzijde van de economie (KT) - vraagzijde - bestedingen Kwantiteit: Meer hoeveelheden, meer machines. Kwaliteit: De kwaliteit is beter, betere machines. Meer bestedingen door: Gezinnen: lagere rente, lagere belastingen, lagere inflatie, groter consumentenvertrouwen Bedrijven: lagere rente, grotere winsten Overheid: stimuleren economie in crisistijd, hogere belastinginkomsten Buitenland: lagere euro
4 BEDRIJFSECONOMIE Uitgaven kosten: Definitie: Kosten zijn aan perioden, functies of producten toegerekende geldswaarden, die verband houden met de doelmatige opoffering van productiemiddelen. Ontvangsten opbrengsten: Definitie: Opbrengsten zijn aan perioden, producten, enzovoort toegerekende geldswaarden, die verband houden met de verkoop van producten of levering van diensten. Kostenindelingen: 5 manieren van indelen 1. variabele en constante kosten (P3 week 3 e.v.) 2. directe en indirecte kosten (H3) 3. verdeling naar functies (H3) 4. doelmatigheid 5. kostensoorten(p3 week 1 en 2) Kostensoorten: - Grond- en hulpstoffen - Arbeid - Duurzame productiemiddelen - Grond - Diensten van derden - Kostprijsverhogende belastingen - Vermogen Grond en hulpstoffen: Afval Uitval voorraadkosten Voorraadkosten: 1. Opslagkosten 2. Bestelkosten: niet: berekening formule Camp 3. Kosten t.g.v. diverse risico s
5 Economische voorraad (E.V.) Technische voorraad vermeerderd met de bestelde maar nog niet ontvangen goederen, en verminderd met de verkochte maar nog niet afgeleverde goederen Technische voorraad (T.V.) De werkelijk aanwezige voorraad E.V.= T.V. + V.I. V.V. Economische voorraad = Technische voorraad + voorinkopen - voorverkopen Kosten van arbeid: Verschillende beloningssystemen: 1. Stukloon 2. Tijdloon 3. Premieloonstelsel 4. Winstdelingsregeling 5. bonusregeling Variabele kosten: Het zijn kosten die veranderen door een toename of afname in de productieomvang, zoals grondstofkosten. Voorbeelden: Progressief Proportioneel Degressief kosten ivm overuren, overbelasting standaard arbeidsuren schaalvoordelen inkoop, energie dpm, routine mdw Vaste kosten: Kosten die niet veranderen ongeacht toename of afname in productieomvang. Hoe gaan de kosten in de kostprijs? - Variabele kosten: proportioneel - Vaste kosten: verwachte productie - normale productie Rationele capaciteit: Bij het bepalen van de capaciteit dienen we verstandig (rationeel) te werk te gaan. We moeten rekening houden met de volgende factoren: - de normale productie - de reservecapaciteit - de seizoenen - de technische deelbaarheid De capaciteit die wordt gekozen op grond van bovenstaande factoren noemen we de rationele capaciteit. Rationele overcapaciteit: Een onderneming kan niet voorkomen dat er een capaciteit is die boven de normale productie of afzet ligt. We spreken in dit opzicht dan van rationele (verklaarbare) overcapaciteit. De productie/afzet ligt dan wel boven de normale productie/afzet maar dit verschil is niet al te groot.
6 Irrationele overcapaciteit: Als een onderneming beschikt over meer machines dan noodzakelijk zijn voor de productie is dit niet verstandig oftewel irrationeel. Deze onnodige, overbodige machines brengen namelijk niet noodzakelijke kosten met zich mee. Als een onderneming 3 machines te veel heeft, vormen deze 3 machines de irrationele (niet-verstandige) overcapaciteit. De irrationele overcapaciteit is dus het verschil tussen de werkelijk aanwezige capaciteit en de rationele capaciteit. Een ondernemer mag de kosten die voorkomen door de irrationele overcapaciteit niet doorberekenen in de kostprijs. Ze vormen dus een ondernemerverlies en komen ten laste van het resultaat. Kostprijs= kosten per product = Variabele kosten per product + constante kosten per product. Variabele kosten per product = totale variabele kosten, gedeeld door de werkelijke productie. Constante kosten per product = totale constante kosten gedeeld door de normale productie. Normale productie = het aantal producten dat een bedrijf naar schatting gemiddeld per jaar denkt te kunnen produceren. Waarom worden de constante kosten gedeeld door de normale productie en niet door de werkelijke productie? De constante kosten zijn niet afhankelijk van de werkelijke productie maar van de omvang van het bedrij De omvang van het bedrijf is gekozen op basis van de normale productie die verwacht wordt. Kostprijsformule : Kostprijs = V + C W N V = totale variabele kosten C = totale constante kosten W = werkelijke productie N = normale productie V/W = variabele kosten per poduct C/N = constante kosten per product. Commerciële kostprijs = fabricagekostprijs + verkoopkosten per product. Fabricage kostprijs = kosten om het product te maken. Verkoopkosten per product = kosten om het product te verkopen. Fabricage kostprijs en verkoopkosten per product kunnen beide weer bestaan uit variabele kosten per product en constante kosten per product. Bezettingsresultaat: Een resultaat (positief of negatief) dat ontstaat door afwijkingen van werkelijke bezetting t.o.v. de normale bezetting voortkomend uit het meer of minder gedekt worden van de vaste (constante) kosten.
7 Belastingrecht: Belastingrecht samenvatting belangrijke begrippen & Artikelen: 1. Privaatrechtelijke dienstbetrekking (Art 7:610 BW) à niet in de belastingbundel! - Gezagsverhouding - Loon (gedurende zekere tijd) - Arbeid moet persoonlijk verricht worden Niet voldaan aan alledrie = geen privaatrechtelijke dienstbetrekking 2. Fictieve dienstbetrekking (Art 3 en 4 Wet LB en Hfdst. 2 Uitv.Besl.LB) Betekent doen alsof het er wel is. Moet aan de voorwaarden voldoen die hierboven gegeven zijn, dan is het een fictieve dienstbetrekking. Waarover moet je Loonbelasting betalen? Loon in geld, zoals - Maandloon - Vakantiegeld Loon in natura, zoals - Werkkleding (volgende week) Art Maaltijden Art Auto van de zaak (Art. 13bis LB) Fictief loon - Gebruikelijk loon voor groot aandeelhouder (Art. 12a Wet LB) zelf lezen in boek! Vrijwel nooit loonbelasting (wél inkomstenbelasting): - Fooien (Art. 12 Wet LB) Vrijgesteld loon: Artikel 11 Wet LB: Tot het loon behoren niet lid 1 sub k: uitkeringen ter schade/verlies van persoonlijke zaken tijdens de dienstbetrekking. Artikel 3.7 Uitvoeringsregeling LB: De waarde van de volgende voorzieningen, in redelijkheid, wordt gesteld op nihil Lid 1 sub c ten 2e werkkleding. Dus: moet worden meegenomen bij de totale vergoedingen, maar de waarde wordt gesteld op 0 (hierdoor
8 nooit meer dan 1,4%) Artikel 3.8 Uitvoeringsregeling LB: De waarde van de volgende voorzieningen die op de werkplek gebruikt of verbruikt worden, wordt gesteld op de daarbij vermelde bedragen: Sub a maaltijden: de waarde wordt gesteld op 3,05; Dus: moet worden meegenomen in de totale vergoedingen, maar de waarde is lager dan de economische waarde. Soorten pensioenopbouw: - Eindloonregeling (Art. 18a lid 1 Wet LB) - Middelloonregeling (Art. 18a lid 2 Wet LB) - Beschikbare premie regeling (Art. 18a lid 3 Wet LB) Boxen: Box 1: inkomen uit werk en woning (H3 IB). Tarief: progressief. Schijventarief (art 2.10 Wet IB) Box 2: inkomen uit aanmerkelijk belang betreffende het bezit van aandelen in een vennootschap door een natuurlijk persoon. (H4 IB). Aanmerkelijk belang: o.a. aandelenbezit van minstens 5% in een BV/NV. Tarief: 25% (art 2.12 Wet IB) Box 3: inkomen uit sparen en beleggen (H5 IB). Er wordt geacht 4% rendement te zijn behaald (zélfs bij verlies!) van het vermogen op 1 januari minus het heffingvrije vermogen. Tarief: 30% (art 2.13 Wet IB) Vormen van ondernemingen: - Eenmanszaak - Vennootschap onder firma (Vof) Vof is geen rechtspersoon Vennoten zijn ondernemers - Commanditaire vennootschap Eenmanszaak of vof PLUS één of meer geldschieters Ondernemer (art. 3.4 Wet IB) - Voor wiens rekening een onderneming wordt gedreven - Rechtstreeks verbonden voor verbintenissen = Aansprakelijk met privé-vermogen Commanditaire (of stille) vennoten, in principe geen ondernemer (want niet verbonden voor verbintenissen)! - Ontvangen een deel van de winst - Niet aansprakelijk met privé-vermogen (tenzij zij beheersdaden verrichten) Waarom wil iemand ondernemer zijn? - Aftrek van kosten - Ondernemersaftrek (Art Wet IB)
9 Grote nadeel van ondernemer in de IB: - Hoofdelijke aansprakelijkheid Goed koopmansgebruik: Drie beginselen (GKG staat genoemd in art Wet IB) - Realiteitsbeginsel - Voorzichtigheidsbeginsel - Eenvoudbeginsel Drie categorieën voor vermogen (=vermogensetikettering): Verplicht privévermogen: - Vermogen dat uitsluitend of nagenoeg uitsluitend (= 90% of meer) wordt voor privé. Verplicht ondernemingsvermogen: - Vermogen dat uitsluitend of nagenoeg uitsluitend (= 90% of meer) wordt gebruikt binnen de onderneming. Anders Keuzevermogen: - Vermogen dat zowel binnen de onderneming als privé gebruikt wordt Beperkt aftrekbare en aftrekbare kosten: Beperkt aftrekbare kosten - Algemene aftrekbeperking (Art Wet IB) - Specifieke aftrekbeperking (Art Wet IB) Niet aftrekbare kosten - Algemene aftrekbeperking (Art Wet IB - Specifieke aftrekbeperking (Art Wet IB) Urencriterium: Artikel 3.6 Wet IB - Minimaal 1225 uur werken in onderneming! - Ondersteunende taken: telt niet mee als je bijvoorbeeld partners bent! - Uitzondering als je starter bent! Vrijstellingen: Sommige resultaten buiten de belasting (vaak andere motieven). De belangrijkste vrijstellingen zijn - Bosbouwvrijstelling (art 3.11 Wet IB) - Landbouwvrijstelling (art Wet IB) - Kwijtscheldingsvrijstelling (Art lid 1 sub a Wet IB) - MKB/winstvrijstelling (Art. 3.79a Wet IB) Bosbouwvrijstelling: Gaat om: bedrijfsactiviteiten die gericht zijn op het behouden van een bos. Ondernemingsfaciliteiten brengen de winst waarover belasting betaald moet worden omlaag. Sommige faciliteiten zijn alleen voor ondernemers (let op in de wettenbundel: je hoeft niet altijd te voldoen aan het urencriterium) en sommige faciliteiten zijn voor ondernemers en niet-ondernemers die winst uit onderneming hebben (zoals een commanditaire vennoot!)
10 Ondernemersfasciliteiten: 1. Willekeurige afschrijving (art en 3.34 Wet IB) 2. Investeringsaftrek/desinvesteringsbijtelling (art. 3.40, 3.41, 3.42, 3.42a en 3.47 Wet IB) 3. Fiscale reserves, waaronder de herinvesteringsreserve en de oudedagsreserve (art. 3.53, 3.54 en 3.67 t/m 3.73 Wet IB) 4. Ondernemersaftrek (3.74 e.v. Wet IB) 5. MKB-winstvrijstelling (art 3.79a Wet IB) Investeringsaftrek: - kleinschaligheidsinvesteringsaftrek - energie-investeringsaftrek - milieu-investeringsaftrek Bijvoorbeeld à Artikel 3.41 Wet IB à kleinschaligheidsinvesteringsaftrek GEEN URENCRITERIUM! Fiscale reserves: - Kostenegalisatiereserve - Herinvesteringsreserve - Fiscale oudedagsreserve (OR) à deze behandelen we! Bijvoorbeeld à Artikel 3.67 e.v. Wet IB à Oudedagsreserve URENCRITERIUM! Oudedagsreserve: - Werknemers zijn vaak (extra) verzekerd à pensioen - Directeur-grootaandeelhouder (BV/NV) vaak eigen pensioen B.V. - Ondernemer in de IB: moeilijk om geld uit de onderneming te halen voor later. Mogelijke oplossing voor de IB-ondernemer: opbouwen van een oudedagsreserve (art t/m 3.73 Wet IB) Eindbalans beginbalans - Stortingen + onttrekkingen + beperkt en niet aftrekbare kosten (kijk naar artikel 3.14 tm 3.17 Wet IB) - Vrijstellingen - Ondernemingsfaciliteiten (kijk naar willekeurige afschrijving, investeringsaftrek, oudedagsreserve, ondernemersfaciliteiten) - MKB-winstvrijstelling = Belastbare winst uit onderneming voor Box 1 Dan nog door Box 1 halen! Als aandelen en/of spaargeld ook nog kijken naar Box 2 en 3 Tarieven toepassen Heffingskortingen eraf Eventuele voorheffingen eraf = te betalen IB! Box 2 aanmerkelijk belang: betreffende het bezit van aandelen in een vennootschap door een natuurlijk persoon.
11 HRM Arbeidsmarktcommunicatie: Arbeidsmarktcommunicatie is het planmatig proces waarbij wordt getracht een directe of indirecte wervingsboodschap over te brengen bij potentiële medewerkers en hun beïnvloeders, direct of via een bepaald medium. Doelstellingen van arbeidsmarktcommunicatie: 1. Employer Branding (les 1) 2. Directe werving (les 2 en 3) 3. Relatiemanagement Diverse deelmarkten: - Geografisch: (inter)nationaal, regionaal, lokaal - Branche - Functieniveau Krappe arbeidsmarkt: - Weinig aanbod Ruime arbeidsmarkt: - Veel aanbod Employer Branding/arbeidsmarktimago: het verkrijgen en behouden van een positieve en bij voorkeur unieke positie als werkgever in de mindset van huidige en potentiële medewerkers en hun beïnvloeders op basis van de identiteit van de werkgever
12 Doelstellingen van Employer Branding/arbeidsmarktimago: - Door werknemers gezien worden als gewilde werkgever - Werknemers blij en trots maken dat ze bij het bedrijf werken - Huidige goede werknemers behouden - Betrokkenheid bij de organisatie kweken - Positief imago binnen de branche creëren Arbeidscommunicatie valkuilen: 1. Ad-hoc; pas handelen als er een probleem is. 2. Alleen extern gericht 3. Onvoldoende kennis van de doelgroep en omgeving doelgroep 4. Korte termijn-visie; alleen richten op mensen die ik nu nodig heb. 5. Niet benutten van werkgeversmerk: employer branding! 6. Geen gebruik van juiste media; doelgroep!! 7. Vaak te breed opgestelde advertenties 8. Administratief proces niet aangepast aan hedendaags sollicitatiegedrag Arbeidscommunicatieplan DE ONDERWERPEN: 1. Probleemstelling: opdracht - centrale vraag, formuleer als uitdaging. 2. Doelstellingen (smart) 3. Doelgroep 4. Boodschap (wat willen we overbrengen?) 5. Strategie (hoe gaan we dat aanpakken?) 6. Werving- en selectiemiddelen/ Media 7. Organisatie en planning (draaiboek werving én selectie) 8. Budget 9. Evaluatie 1. Probleemstelling: Probleemstelling (opdracht /centrale vraag) Aanleiding: wat is het arbeidsmarktcommunicatie probleem? Formuleer als een uitdaging 2. Doelstellingen: Doelstelling(en): wat wil je bereiken? - Bijv. verwachte respons of imagoverandering (Employer Branding) - Gericht op veranderingen in: Kennis, Houding en Gedrag (weten - vinden - doen) - Bij wie, in welke mate en op welke termijn - SMART! Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdgebonden 3. Doelgroepanalyse, profielschets: Doelgroep(en): wie wil je bereiken? Je maakt een profielschets: een concrete, gedetailleerde (!) en levendige typering van de doelgroep > segmenteren: - Geografisch Woonplaats, regio, bereid te verhuizen
13 - Demografisch Leeftijd, geslacht, burgerlijke staat, gezinssamenstelling/-fase - Socio-economisch Opleidingsniveau, salarisniveau/wensen - Lifestyle Interesses & hobby s, mediavoorkeur: online- en leesgedrag, politieke voorkeur, ideeën over geld en sparen 4. Boodschap: Boodschap: wat wil je de doelgroep inhoudelijk vertellen - In kernwoorden: relevant, eenvoudig en onderscheidend - Houd je doelgroep (de ontvanger) voor ogen en sluit de boodschap hierbij aan - Kijk naar de doelen die je bepaald hebt. Wat wil je bereiken en wat moet je dan communiceren? - Keuzes maken! - Denk aan push- en pullfactoren Boodschap: Meeteen goed verdienen, Werken in een wereldstad, Goede arbeidsvoorwaarden, Balans werk en privé, Verminderen werkdruk. 5. Strategie: Strategie: welke aanpak kies je? - DEFINITIEVE KEUZES: wie (doelgroep) - wat (boodschap) - wanneer (tijdsplanning) - hoe (communicatiemiddel) - UITWERKING van de keuzes die je hebt gemaakt: Waarom ga je wat en hoe communiceren met je doelgroep - Ook kun je hierbij aangeven of je gebruik maakt van intermediairen: zelf doen of uitbesteden 6. Media: Wervingsmiddelenmix: Wervingsmiddelenmix: welk(e) wervingsmiddel(en) zet je in? Wordt bepaald door: Te behalen doel: kennis, houding en/of gedrag Te bereiken doelgroep (o.a. situatie op arbeidsmarkt?) Boodschap Budget Middelen is ook selectiemiddelen 7. Organisatie en planning: Draaiboek/planning voor WERVING én SELECTIE: Wie - Wat - Wanneer (tijd)? Bijvoorbeeld: - Wat zijn de deadlines voor het aanleveren van materiaal? En wie doet dat? - Wanneer ga je welk wervingsmiddel inzetten? Volgen die middelen en boodschappen elkaar logisch op: samenhang, volgorde etc. - Welke selectiemiddelen zet je wanneer in? Volgen die middelen elkaar ook logisch op? Wie zijn er bij betrokken 8. Budget:
14 Budget: wat mag het kosten? Naast plaatsingskosten moet je ook rekening houden met: - Tekstschrijven - Vormgeving - Drukwerk - Personeelskosten - Eventuele kosten van de evaluatie 9. Evaluatie: - Effectevaluatie: hoe meet je of de vooraf opgestelde doelstellingen behaald zijn? - Tevens: proces-, product en tussenevaluaties Wat is directe werving? Het geheel van activiteiten dat erop is gericht gegadigden te doen solliciteren naar bepaalde functies in de organisatie > Intern en/of extern - Je werving dient aan te sluiten op je employer branding - Je werft op functie én competenties: TBV én kennis, vaardigheden en houding. - Een functie- en competentieprofiel is startpunt voor werving!! Job Branding: Het gericht vermarkten van een baan aan een specifieke doelgroep door de inzet van de juiste media en middelen en door in te spelen op de wensen en behoeften van deze doelgroep. Bij job branding ligt de nadruk op het aantrekkelijk positioneren van een baan en minder op het aantrekkelijk positioneren van de werkgever. Wervingskanalen: - Internet Vacaturesites Nieuwe media Eigen (wervings)site - Dag-, week- en vakbladen - Face to face Banenmarkten Congressen - Netwerk: zakelijk en privé Eigen medewerkers: referral recruitment - Radio en TV - Intermediairs (tussenpersonen) UWV (voorheen CWI) Uitzend-, W&S-bureaus, etc. Wervingsprocedure: 1. Beslissen tot interne of externe vacaturestelling 2. Analyseren van benodigde competenties, opstellen van een functie- en competentieprofiel
15 3. Keuze voor een wervingsmethode een (of meerdere) kanaal en middel 4. Samenstellen van de boodschap en/of informatie (advertentietekst, criteria etc.) Wervingscampagne: Een wervingscampagne is een serie communicatieve uitingen met eenzelfde thematische boodschap. Online werven: - Eigen (recruitment)site - Vacaturesites: vier categorieën - vaak mix - Online exposure: bereiken en bewegen van latente baanzoekers - Online sociale netwerken: LinkedIn, Facebook, Twitter, communities Belangrijk: Zichtbaar en vindbaar, Keuzes afhankelijk van de doelgroep Veel persoonlijkheidsonderzoek wordt gebaseerd op de theorie van de Big Five Extraversie open persoonlijkheid Vriendelijkheid behulpzaam Zorgvuldigheid aan regels houden Emotionele stabiliteit tegen kritiek en spanning kunnen Intellectuele autonomie nieuwe ervaringen op willen doen Selectieprocedure: 1. Brief- en CV selectie (waar let je eerst op? Harde eisen, kennis, opl) 2. Ongeschikte kandidaten afwijzen 3. Potentiële kandidaten uitnodigen voor interview 4. Vervolggesprek / tests / assesment / referenties 5. Selectie (+ eventueel vervolggesprek / arbeidsvoorwaarden) 6. Bevestig de aanname 7. Arbeidscontract + informeren medewerkers Selectiemiddelen: - Sollicitatiebrieven - CV s - Sollicitatieformulieren - Het sollicitatie-interview (STARR) - Referenties - Tests / assessmentcenter Beoordelingsfouten: - Selectieve perceptie/waarneming - Stereotypering (vrouwen horen niet aan de top) - Generalisatie (alle mannen zijn onbetrouwbaar) - De eerste indruk - Halo- en horn effect
16 MANAGEMENT Hoe start je nu een organisatie? Starten van een organisatie vier vormen: 1. Nieuw opzetten 2. Overnamen 3. Opvolging 4. Intrapreneurschap Groeistadia Keuning: Groei gaat in stappen: verschillende groeistadia Volgens Keuning zijn er zeven stadia: 1. Bestaansopbouw 2. Overleven 3. Succes 4. Expansie 5. Optimale verhoudingen 6. Verstarring (7. Nieuwe vormen van groei) Stadium 1 Bestaansopbouw: Aandachtspunten: - acquisitie - nakomen leveringsverplichtingen - verbreden van bestaansbasis - voldoende geld?
17 Organisatiestructuur - zeer eenvoudig - eigenaar is het bedrijf Strategie - overleven Deze fase overleven = levensvatbaar bedrijf Stadium 2 Overleven: Juiste balans inkomsten en uitgaven - voldoende liquiditeit voor geen verlies? - voldoende liquiditeit vervanging/reparatie kapitaalgoederen? - voldoende cashflow stabilisatie/uitbreiding met lonend rendement? Organisatiestructuur - simpele structuur - eigenaar is (nog steeds) het bedrijf Strategie - nog steeds gericht op overleven Stadium 3 Succes: Bedrijf stabiel - winstgevend houden of uitbreiden? - eigenaar leidinggevende blijven of terugtreden? Organisatiestructuur - functioneel - managers - invoering van specialisten en systemen Strategie - handhaving status quo - aannemen toekomstgerichte managers Stadium 4 Expansie: Bedrijf breidt uit - vinden en verkrijgen financiële middelen verdere groei - liquiditeit en cashflow randvoorwaardelijk Structuur - verdere decentralisatie - delegeren - gevaar: alwetenheidssyndroom Strategie - gericht op expansie of consolidatie - gevaar: almachtigheidsyndroom Alwetendheid: gevaar dat je als directie alles wil blijven weten en dus niet genoeg delegeert Almachtigheid: gevaar dat je in je expansiedrift alleen maar aan meer macht denkt en vergeet dat de organisatie mee moet kunnen. Stadium 5 Optimale verhoudingen:
18 Volgroeid bedrijf - consolideren en beheersen financiële winst - behouden flexibiliteit en ondernemersgeest Structuur - gedecentraliseerd Strategie - gedetailleerde bedrijfsplanning - strategische planning - gevaar: verstarring Stadium 6 Verstarring: Goede onderneming: focus op sterke concurrentiepositie - onderscheidende meerwaarde - survival of the fittest Gevaren - verstarring door gebrek innovatiekracht - risicovermijding Kernwoorden - gevaar bureaucratie - routinegedrag - inkakken Stadium 7 Nieuw groeivormen: - Fuseren, overnemen, samenwerken - Reorganisatie, verplatting - Opsplitsing, buy-out - Intrapreneurschap Groeifasen Keuning: - Groei gaat in stappen: 7 verschillende groeistadia - Groeifase van een organisatie: verschillende stadia samen Groeifasen (Fase 0: De geboorte ) Fase 1: Beginfase, pioniersbedrijf è stadium Fase 2: Afdelingsgewijze opbouw è stadium Fase 3: Volgroeide organisatie 1 è stadium 5 Fase 4: Volgroeide organisatie 2 è stadium 6 De 6 kenmerken van Keuning: 1. Wijze van strategische keuze maken 2. Organisatiestructuur 3. Research en Ontwikkeling/innovatie 4. Meten van prestaties van medewerkers 5. Beloningssysteem 6. Beheersingssysteem voor controle en bijsturing
19 1. Wijze van strategische keuze maken: Wat willen we bereiken en hoe gaan we dit doen? missie, visie, strategie, beleid Opstellen van doelen: - expliciet of impliciet - gericht op markt (extern, kansen/bedreigingen) - mogelijkheden organisatie (intern, sterkten/zwakten) - geven keuzen aan - houden rekening met de maatschappelijke context/destep - In hoeverre kiest ondernemer op gevoel? 2. Organisatiestructuur: - Juiste structuur tbv beheersbaarheid - Optimale bedrijfsgrootte Balans kosten product en noodzakelijke bedrijfsvoering - Opbouwwijze afdelingen aantal managementlagen (steil/plat) F/P/M/G - Omgangswijze in, -door- en uitstroom Kwantiteit (hoeveel van welke soort, fte s) Kwaliteit 3. Research & ontwikkeling / innovatie: Wat is de mate van - Vernieuwen - Vooruitkijken - Ontwikkelen - Creativiteit Hoe is het georganiseerd - wel of geen afdeling - welke organisatorische plek 4. Meten prestaties medewerkers: - Persoonlijk of via algemeen systeem - Subjectief of objectief - Op basis van gevoel of meer volgens regels - Mensgericht of resultaatgericht - Wat past bij de cultuur? 5. Beloningssysteem: - Beloningssystematiek schalen, functiegroepen, CAO etc. - Primair, secundair, tertiair arbeidsvoorwaarden onderlinge verhouding Vormgeving/inhoud
20 6. Beheersingssysteem controle en bijsturing: - Systemen informatie-, planning en controle systemen technische systemen logistiek faciliteiten - Aanpak manager kennis, kunde en attitude; wat kan de manager? kan en wil de manager delegeren? - Financiën hoe staat de organisatie er financieel voor? wat kan er wel en niet? Fase 1: Pioniersbedrijf (Stadium 1 + Stadium 2) 1. Strategie - Afhankelijk van de aspiraties van de eigenaar - Klant: concurrentie 2. Organisatiestructuur - Generalistische functies, weinig of geen specialisatie - Veel centralisatie, eenvoudige F-vorm - Primaire functies - Manager: direct, informeel 3. R&D - Door eigenaar zelf 4. Prestatiemeting - Cultuur is persoonlijk - Prestatiemeting: door persoonlijk contact, subjectief 5. Beloningssysteem - Beloning: niet gestructureerd, soms paternalistisch 6. Beheersingssysteem - Systemen: persoonlijke controle en bijsturing, voor alle processen - Verhouding tussen geleend geld bank, privé, eigen geld Fase 2: Afdelingsgewijze opbouw (Stadium 3 + Stadium 4) Twee soorten: A. Een bedrijf in de groei naar afdelingsgewijze opbouw B. Een bedrijf, dat volledig afdelingsgewijs is opgebouwd 1. Strategie
21 - veelal in/door de top - vergroten marktaandeel, uitbreiding 2. Organisatiestructuur - F-indeling onder de top, daarbinnen P, G of M - meer interne arbeidsdeling: specialisten - manager deels persoonlijk/deels delegeren/coördineren - meer zakelijkheid - rollen en taakcultuur - personeelsplan, deskundigheden (specialisten), opleiding 3. R&D - aparte afdeling - gericht op verbetering, ontwikkeling en innovatie 4. Prestatiemeting - via economische/technische kengetallen 5. Beloningssysteem - meer systematisch, meer objectiviteit 6. Beheersingssysteem - delegatie operationele beslissingsbevoegdheden, meer procedures, meer instructie, meer planning. - relateren vermogensbehoefte aan voorgenomen ontwikkelingsplannen - Verkrijgen financiële middelen (EV, VV) Fase 3: Volgroeide organisatie 1 (Stadium 5) Concernstructuur Bestuurlijke-, primaire-, secundaire- en ondersteunende processen 1. Strategie - breder kijken naar bedrijfskolom, bedrijfstak en concurrentie - toewijzen van middelen aan divisies, bepalen van groeitempo - benchmarken divisies onderling - Directie wordt RvB 2. Organisatiestructuur - Sturing over bepaalde productgroepen kan door RvB gedelegeerd worden (aan bijv. divisiedirecteuren) - secundaire- & ondersteunende diensten onder RvB: langzame trend naar (gedeeltelijke) verplaatsing naar divisies - veel interne specialisatie; leidt tot groepering van werkmaatschappijen en daarna tot divisievorming - veel decentralisatie: F-, P-, M-, G-vorm 3. R&D - zoeken naar nieuwe producten, markten e.d.
22 4. Prestatiemeting - meer afstand - veel taakgerichtheid - prestatiemeting: veelal markt- en/of financiële criteria 5. Beloningssysteem - beloning: systematisch en gekoppeld aan prestaties (zeker voor leidinggevenden) 6. Beheersingssysteem - systeem: delegatie van beslissingen over PMC s en control middels resultaten-analyse - centrale financieel-economische sturing - budgetten Fase 4: Volgroeide organisatie 2 (Stadium 6) Bij normale verdere doorgroei: - te steile organisatie - afstand tussen top en uitvoerende kern te groot Groeistrategie Greiner: Fase 1: Groei door creativiteit - Start- of pioniersfase - hart i.p.v. hoofd; informeel - Bij groei: Leiderschapscrisis: ander (of überhaupt) management nodig Fase 2: Groei door dirigeren - structureren en formaliseren - Door teveel sturing (dirigeren) ontstaat tegenwerking, medewerkers voelen zich beperkt - Bij het aanhouden daarvan: Autonomiecrisis: loslaten nodig
23 Fase 3: Groei door delegatie - Door delegeren worden taken en bevoegdheden overgedragen naar de medewerkers (motiveren) - Bij groei ontstaat: Beheerscrisis: management wil (meer) beheersen Fase 4: Groei door coördinatie - Meer informatie en communicatie, meer regels en procedures - Dit leidt bij verdere groei tot: Bureaucratiecrisis Fase 5: Groei door samenwerking - Verhogen van de effectiviteit is het doel, meer overleg en samenwerking ontstaat - Bij teveel hiervan krijg je: Overlegcrisis Fase 6: Groei door deregulering - Overbodige regels, procedures en overleggen verdwijnen Intern ondernemerschap krijgt kans. - Bij teveel focus op resultaten ontstaat verkilling: sociale identiteit- (intern) en legitimatiecrisis (extern) Fase 7: Groei door geïntegreerd beleid - Milieu, mvo, imago - Balans werk-privé - Balans productiviteit en betrokkenheid Veranderingsmodel Lewin: Unfreezing: Voorbereiden op de verandering - Consequenties duidelijk maken - Afstand nemen van normale manier van doen: ontdooien - Weerstand ontstaat, hoe minimaliseren? Betrekken Communiceren motiveren
24 Moving: Doorvoeren verandering - Twee stappen vooruit, één terug - Luisteren, ondersteunen, faciliteren - Begeleiding/hulp door opleiding, training, vorming - Beoordelings- en beloningssystemen aanpassen Freezing: Verankeren nieuw gedrag - Nagaan of verandering daadwerkelijk werkt - Vertonen juist gedrag? - Wanneer en hoe evalueren - Ondersteunen - Nieuw gedrag belonen: voorbeelden stellen - Successen vieren Ezerman: 1. Zelf laten ervaren maakt het krachtiger 2. Door info creëer je inzicht en daarmee langzaam gewenning 3. Opleiden, opvoeden, coachen (K/H/G) 4. Streven naar compromis 5. Inhoudelijke argumentatie 6. Opleggen via belonen en straffen 7. Voorwaarden creëren, bv thuiswerken. Deze maatregel moet je altijd in orde hebben. Het ondersteunen van elk element. P4 >>
Kennisportfolio P3 Bram Bottenberg 49BKM1GV
Kennisportfolio P3 Bram Bottenberg 49BKM1GV HRM Employer Branding/arbeidsmarktimago: het verkrijgen en behouden van een positieve en bij voorkeur unieke positie als werkgever in de mindset van huidige
Nadere informatieHrm P3 Auteurs: Schoenmakers, Koopmans. Instroom van personeel
Hrm P3 Auteurs: Schoenmakers, Koopmans Instroom van personeel Personeelsplanning 5 stappen: In kaart brengen personeelsbehoefte Bepalen van het interne personeelsaanbod Analyseren en voorspellen van de
Nadere informatieBlok P3. Algemene economie (macro)
Blok P3 Algemene economie (macro) Model/Theorie: Schematische weergave economische groei Auteur: geen Beschrijving: Schema geeft de economische groei weer. Geeft de voorwaarde neer voor economische groei.
Nadere informatiePERIODE 3: ALGEMENE ECONOMIE
PERIODE 3: ALGEMENE ECONOMIE De Economische Kringloop:De pijltjes zijn geldstromen per actor en de onderlinge samenhang daartussen: 1. Consumptie 2. Lonen 3. IB 4. Uitkeringen 5. overheidsbestedingen 6.
Nadere informatie2014 -- Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 1
Inkomstenbelasting winst 1 programma Ondernemerschap Ondernemer versus onderneming Urencriterium Ongebruikelijke samenwerking Inleiding fiscale winstbepaling Goedkoopmansgebruik 1 Bronnenstelsel De inkomstenbelasting
Nadere informatieAlgemene economie P3 Auteurs: dr. R. Schöndorff, drs. J.F.B. Pleus en dr. C.A. de Kam
Algemene economie P3 Auteurs: dr. R. Schöndorff, drs. J.F.B. Pleus en dr. C.A. de Kam Macro-economie bestudeert economische variabelen om op die manier te begrijpen hoe de economie in zijn geheel (nationaal
Nadere informatieBlok P3 Groeien. Algemene Economie (macro)
Blok P3 Groeien Algemene Economie (macro) Literatuur Onderneming en omgeving: basiskennis economie voor het hoger onderwijs. Dr.R. Schöndorff, drs. JFB Pleus, dr. CA de Kam. Beschrijving Economische kringloop.
Nadere informatieEconomie Pincode klas 3 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 5: Aan de slag! Exameneenheid: Arbeid en productie
5.1 Aan de slag! Arbeid = werk Vacature = een advertentie voor een baan geplaatst door een werkgever Solliciteren = jezelf voorstellen / presenteren aan een werkgever Sollicitatiebrief = jezelf voorstellen
Nadere informatieKamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw.
Samenvatting door Sem 1018 woorden 25 januari 2018 7,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Samenvatting economie hoofdstuk 3 + 4 + 5 Paragraaf 3.1 Kamer van Koophandel (KvK): hier
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 1042 woorden 14 jaar geleden 5 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 1: Productie en productiefactoren 1.1 Waarom
Nadere informatieLes 1: Inleiding belastingrecht + Loonbelasting
Kennisportfolio Belastingrecht 290 fictief Les 1: Inleiding belastingrecht + Loonbelasting Waarom is er belasting? Financiering van uitgaven van de overheid Stimuleren / ontmoedigen gedrag Wat voor manieren/soorten
Nadere informatieUITWERKINGEN OPGAVEN OEFENEXAMEN 1 ASSOCIATIE MBA-KC
UITWERKINGEN OPGAVEN OEFENEXAMEN 1 ASSOCIATIE MBA-KC Opgave 1 Antwoord A Economische voorraad is: Voorinkopen + aanwezige voorraad voorverkopen Antwoord A = Economische voorraad plus voorverkopen voorinkopen
Nadere informatie2 Constante en variabele kosten
2 Constante en variabele kosten 2.1 Inleiding Bij het starten van een nieuw bedrijf zal de ondernemer zich onder andere de vraag stellen welke capaciteit zijn bedrijf moet hebben. Zal hij een productie/omzet
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 5+6
Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6 Samenvatting door Sanne 1542 woorden 11 april 2017 7,5 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 5 - Werkt dat zo? Paragraaf 5.1 - Aan de slag! Als je
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie
Nadere informatie1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat
1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat 1.1 Inleiding In het Basisboek Bedrijfseconomie heb je al veel geleerd over hoe de prijs van een product tot stand komt. De eerste hoofdstukken in dat boek
Nadere informatieIB winst Uitwerkingen Jaarwinst
IB winst Uitwerkingen Jaarwinst pnt Eind vermogen voor verkoop 194.558 Correctie ivm toepassing HIR 22.500 2 alles of niets minder afschrijving 3.713 2 bij correctie commerciele fiscale afschrijving 18.787
Nadere informatieArtikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 6
Artikel 1 Onder de naam 'loonbelasting' wordt van werknemers of hun inhoudingsplichtige, van artiesten, van beroepssporters, van buitenlandse gezelschappen en van bij of krachtens deze wet aan te wijzen
Nadere informatieH1: Economie gaat over..
H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ORGANISATIE & MANAGEMENT DINSDAG 8 MAART UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 6
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ORGANISATIE & MANAGEMENT DINSDAG 8 MAART 2016 14.45 16.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie B / 6 Opgave 1 Vitens: van restproduct naar super-pokon 1 Vraag 1 Vraag
Nadere informatieBedrijfseconomie. DC methode Omzet:... Variabele kosten...+ Dekkingsbijdrage... Constante kosten...-- Resultaat
Marketing Stimulus respons model Auteur: A. Kotler Beschrijving: Bij het consumeren van een product vanuit de afnemer, wordt de consument beïnvloed door verschillende factoren. Het aankoop gedrag heeft
Nadere informatieEconomie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie
4.1 Werk je voor loon of voor winst? Werknemer Werkgever zzp = je werkt in loondienst in opdracht van een werkgever en je ontvangt loon = je werkt als zelfstandige met werknemers in dienst en de nettowinst
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt H1 t/m H4
Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt H1 t/m H4 Samenvatting door een scholier 1263 woorden 23 november 2002 5,9 14 keer beoordeeld Vak Economie Economie samenvatting hoofdstuk 1 t/m 4 Hoofdstuk
Nadere informatieDe commanditaire vennootschap (CV) is te beschouwen als een bijzondere. vorm van de vennootschap onder firma (VOF). Het verschil met de VOF is dat
Commanditaire vennootschap oprichten. De commanditaire vennootschap (CV) is te beschouwen als een bijzondere vorm van de vennootschap onder firma (VOF). Het verschil met de VOF is dat er twee soorten vennoten
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt
Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Samenvatting door een scholier 1291 woorden 7 maart 2004 8,4 13 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief 'de Arbeidsmarkt' Hoofdstuk 1 Concrete markt: een vaste
Nadere informatieMaatwerk voor uw onderneming. Frank Smets
Frank Smets 1 Ondernemingsvormen. Eenmanszaak Vennootschap onder firma -Vof- persoonlijk aansprakelijk schulden Maatschap persoonlijk aansprakelijk voor gelijke delen Commanditaire vennootschap - CV beherende
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2
Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2 Samenvatting door een scholier 1707 woorden 15 januari 2013 5,2 12 keer beoordeeld Vak M&O M&O: Eenmanszaak deel 2 Hoofdstuk 1: Niet-productie onderneming:
Nadere informatieSamenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld
Samenvatting door G. 1623 woorden 12 maart 2016 8,4 9 keer beoordeeld Vak Methode M&O 200% M&O Samenvatting M&O periode 1 Hoofdstuk 13 Financieel beleid niet-commerciële organisaties (nco) Paragraaf 1
Nadere informatieLet op! Hoe meer gebruikelijk loon u opneemt dan wel op moet nemen, hoe minder u profiteert van het lage tarief van de vennootschapsbelasting.
De bv is in het mkb een populaire rechtsvorm, veelal vanwege fiscale motieven. Wat zijn deze fiscale motieven? Welke voor- en nadelen kleven er aan een dergelijke overstap en welke aspecten komen er nog
Nadere informatieNetto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden
Paragraaf 1 Nationaal inkomen en welvaart Economie samenvatting H8 Om de welvaart in een land te meten gebruik je het bbp (bruto binnenlands product). Dat is de omvang van de totale productie in het hele
Nadere informatie2.3.3 Telefoonkosten 39 2.3.4 Autokosten 39 2.3.5 Een auto op de balans 39 2.4 Aandachtspunten 40
Inhoud Voorwoord 11 1 Het starten van een onderneming en de administratie 13 1.1 Algemeen 13 1.2 Inschrijven in het Handelsregister 13 1.3 Aanmelding bij de Belastingdienst 15 1.4 Het opzetten van een
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5, Arbeidsmarkt
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5, Arbeidsmarkt Samenvatting door een scholier 1500 woorden 30 mei 2006 6,8 66 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H1, de arbeidsmarkt op. Aanbod van arbeid
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 De eerste handelingen van de zzp er / 1 1.1 Algemeen / 1 1.2 Inschrijven in het handelsregister van de onderneming / 1 1.3 Aanmelding bij de Belastingdienst / 3 1.4 Het opzetten
Nadere informatieSamenvatting Economie Arbeidsmarkt
Samenvatting Economie Arbeidsmarkt Samenvatting door een scholier 1969 woorden 4 april 2006 6 2 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Aanbod van arbeid: alle mensen tussen de 15 en 65 die kunne, willen
Nadere informatieEENMANSZAAK OF B.V.?
EENMANSZAAK OF B.V.? Inleiding Dit memorandum beoogt ondernemers informatie te verschaffen over twee hoofdvormen waarin een onderneming kan worden gedreven: de eenmanszaak en de B.V., en de keuze tussen
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 2, 3, 8
Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 2, 3, 8 Samenvatting door een scholier 820 woorden 25 januari 2002 4,7 20 keer beoordeeld Vak M&O UITTREKSELS MANAGEMENT & ORGANISATIE HOOFDSTUK 2, PERSONEELSBELEID.
Nadere informatieVerkoop onderneming aan kinderen
Verkoop onderneming aan kinderen Waar moeten ouders van een eenmanszaak of een vof (vennootschap onder firma) op letten bij de verkoop van de onderneming van de zoon of dochter? Dit artikel benoemt de
Nadere informatieSamenvatting Economie Module 2 Een kwestie van ondernemen
Samenvatting Economie Module 2 Een kwestie van ondernemen Samenvatting door een scholier 1446 woorden 14 december 2003 7,3 22 keer beoordeeld Vak Economie Economie module 2 Een kwestie van ondernemen Hoofdstuk
Nadere informatieFiscale voordelen en plichten voor starters Frank Navis
Fiscale voordelen en plichten voor starters Frank Navis 16-11-2017 Flynth, prettig kennismaken De adviseurs en accountants van Flynth ondersteunen ondernemers met het realiseren van ambities en doelen.
Nadere informatieUitwerkingen hoofdstuk 4 Kostenindelingen en kostprijs
Uitwerkingen hoofdstuk 4 Kostenindelingen en kostprijs Opgave 4-2 Er is hier sprake van een onderneming die een bepaald type koffieautomaat produceert. Op grond van dit gegeven zal bepaald moeten worden
Nadere informatie7,5. Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari keer beoordeeld. Lesbrief: Arbeidsmarkt. Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op
Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari 2002 7,5 813 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief: Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op Concrete markt: een plek waar vragers en aanbieders
Nadere informatieAntwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)
Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren
Nadere informatieSamenvatting M&O Eenmanszaak deel 1 H3 t/m 5
Samenvatting M&O Eenmanszaak deel 1 H3 t/m 5 Samenvatting door een scholier 1437 woorden 10 juni 2017 7 6 keer beoordeeld Vak M&O Samenvatting M&O Hoofdstuk 3 De firma Vennootschap onder firma: een overeenkomst
Nadere informatieaanbod van arbeid: alle mensen tussen de 15 en de 65 die willen, kunnen en mogen werken. (werknemers, zelfstandigen en werklozen)
Samenvatting door een scholier 1898 woorden 28 maart 2004 6,9 64 keer beoordeeld Vak Economie Economie H 1 tm 5 1 aanbod van arbeid: alle mensen tussen de 15 en de 65 die willen, kunnen en mogen werken.
Nadere informatieSamenvatting M&O De Industrie
Samenvatting M&O De Industrie Samenvatting door Y. 1310 woorden 5 juli 2017 8,9 4 keer beoordeeld Vak M&O De industrie Hoofdstuk 1 Kosten= de geldwaarde van alle noodzakelijk opgeofferde productiemiddelen
Nadere informatieDE EENMANSZAAK DEEL 2 VWO SAMENVATTING. Jannes Timmers. De Eenmanszaak deel 2 VWO
De Eenmanszaak deel 2 VWO DE EENMANSZAAK DEEL 2 VWO SAMENVATTING Jannes Timmers Copyright Jannes Timmers 2015 Niets uit deze samenvatting mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt op een
Nadere informatieDirect costing en break even analyse
6 hoofdstuk Direct costing en breakevenanalyse 6.1 D 6.2 B 6.3 A 6.4 D 6.5 D 6.6 C 6.7 B 6.8 A 6.9 C 6.10 B 6.11 B 1.440.000 / 4.800 = 300 6.12 A 4.800 700 1.440.000 1.000.000 = 920.000 6.13 C 1.000.000
Nadere informatieSamenvatting Economie hoofdstuk 3 management en organisatie
Samenvatting Economie hoofdstuk 3 management en organisatie Samenvatting door J. 1369 woorden 10 februari 2014 5,5 2 keer beoordeeld Vak Economie 3.1 a -werken als werknemer: in dienst van bedrijf, solliciteren
Nadere informatieBert van Trirum info@intelligence-group.nl. Werving: de kandidaat centraal (?)
Bert van Trirum info@intelligence-group.nl Werving: de kandidaat centraal (?) 2 Werkgevers gaan steeds verder. 3/140 .. en de politiek volgt 4/140 Intelligence Group Internationaal onderzoeks- en adviesbureau
Nadere informatieVraag 1 Toetsterm 2.5 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de juiste omschrijving van het begrip technische voorraad?
Kostencalculatie Correctiemodel Vraag 1 Toetsterm 2.5 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de juiste omschrijving van het begrip technische voorraad? De technische voorraad a is de economische
Nadere informatieWelvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?
1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte
Nadere informatieSamenvatting Economie Module 2; Een kwestie van ondernemen
Samenvatting Economie Module 2; Een kwestie van ondernemen Samenvatting door een scholier 2148 woorden 9 december 2003 7,1 25 keer beoordeeld Vak Economie Economie module 2. Een kwestie van ondernemen.
Nadere informatieMBO+ / Intermediate vocational education. Raymond Reinhardt. 3R Business Development 3R DYNAMIEK & CULTUUR
MBO+ / Intermediate vocational education Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Veranderingen, altijd F De omgeving van organisaties is voortdurend aan het veranderen,
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 2
Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1534 woorden 1 februari 2007 10 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting hoofdstuk 2 Bedrijven kunnen op verschillende
Nadere informatieInhoud. Voorwoord THEORIE 1. 1 Strategie 3
Inhoud Voorwoord V THEORIE 1 1 Strategie 3 1.1 Strategievorming 3 1.2 Missie en doelstellingen 4 1.3 Planning-en-controlcyclus 5 1.4 Kritische succesfactoren 7 1.5 Balanced Score Card 9 1.6 Meerjarenbegroting,
Nadere informatieOverzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014)
Overzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014) Box 1: Belastbaar inkomen uit werk en woning (2013) Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning : Inkomen uit werk en woning bestaat uit inkomsten
Nadere informatieALGEMENE ECONOMIE /05
HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 Producenten: indeling M Bedrijven kunnen ingedeeld worden naar sector: F marktsector: G primaire sector:
Nadere informatieBedrijfseconomische aspecten van de industriële onderneming
Bedrijfseconomische aspecten van de industriële onderneming Bedrijfseconomische aspecten van de industriële onderneming P. H. C. Hintzen Brinkman Uitgeverij Amsterdam 2011 Omslagontwerp: Proforma Barcelona
Nadere informatieBedrijfseconomie. B-cluster BBBBEC2A.1
Bedrijfseconomie B-cluster BBBBEC2A.1 Succes met leren Leuk dat je onze bundels hebt gedownload. Met deze bundels hopen we dat het leren een stuk makkelijker wordt. We proberen de beste samenvattingen
Nadere informatie1.9.2 Verschil tussen direct costing en integrale kostencalculatie
1.9 Direct costing 1.9.1 Direct costing en variabele-kostencalaculatie Direct costing (D.C.) of wel variabele kostencalculatie is de methode van kostencalculatie waarbij alleen de variabele kosten als
Nadere informatieHet verschil tussen de verkoopopbrengst van de verkochte goederen en de inkoopwaarde van die goederen
Samenvatting door F. 643 woorden 19 juni 2013 6,4 23 keer beoordeeld Vak M&O 4.2 De verandering van het eigen vermogen: het resultaat Een niet-productieonderneming koopt goederen in en probeert die goederen
Nadere informatieWie werkt er aan employer branding bij zijn of haar bedrijf?
Themabijeenkomst Gezond Beleid Employee branding en HRM 10 september 2015 Vraag Wie werkt er aan employer branding bij zijn of haar bedrijf? 1 Employer branding Een authentieke en onderscheidende voorkeurspositie
Nadere informatieHet primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren.
Samenvatting door R. 1396 woorden 17 februari 2014 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 personele inkomensverdeling Het besteedbaar uitkomen per huishouding. De besteedbarde inkomens
Nadere informatieEen eigen praktijk (starten), zonder sores?
Een eigen praktijk (starten), zonder sores? Bathmen, 30 oktober 2012 Jeroen Renkema, praktijkadviseur VvAA Inhoud een eigen praktijk is leuk en lastig? do s en don ts voor de zelfstandig ondernemer - Visie
Nadere informatieOPEN VRAGEN 1. Welke ondernemingsvorm komt het meest voor in Nederland en wat zouden daarvoor de belangrijkste redenen kunnen zijn?
Vragen hoofdstuk 3: De onderneming nader bekeken OPEN VRAGEN 1. Welke ondernemingsvorm komt het meest voor in Nederland en wat zouden daarvoor de belangrijkste redenen kunnen zijn? 2. Noem minimaal drie
Nadere informatie6,3. Samenvatting door S. 864 woorden 16 mei keer beoordeeld. Praktische economie. KvK: helpt bedrijven (bij opstarten) en voert wetten uit
Samenvatting door S. 864 woorden 16 mei 2015 6,3 8 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie KvK: helpt bedrijven (bij opstarten) en voert wetten uit Adviseren startende onderneming (m.b.v.
Nadere informatie5 BELASTINGEN 61 ONDERNEMINGSVORMEN. INHOUDSOPGAVE BEDRIJFSECONOMIE voor het mkb. afdeling hoofdstuk paragraaf
INHOUDSOPGAVE BEDRIJFSECONOMIE voor het mkb afdeling hoofdstuk paragraaf 1 ONDERNEMINGSVORMEN 1 2 3 4 NATUURLIJKE PERSONEN EN RECHTSPERSONEN blz. 12 1 Rechtsvorm van de onderneming... 12 2 Inschrijving
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur
Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling
Nadere informatieVennootschapsbelasting -- Deel 1
Programma voor vandaag Subject van de Vpb Vrijstellingen Object van de Vpb Regels winstbepaling Problemen bij winstbepaling 1 Globaal evenwicht Uitgangspunt Belasting over de winst mag bij de verschillende
Nadere informatie2010 -- HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 1
Programma voor vandaag Subject van de Vpb Vrijstellingen Object van de Vpb Regels winstbepaling Problemen bij winstbepaling Globaal evenwicht Uitgangspunt Belasting over de winst mag bij de verschillende
Nadere informatie4.1 Klaar met de opleiding
4.1 Klaar met de opleiding 1. Werken in loondienst - Bij een bedrijf of bij de overheid (gemeente, provincie, ministerie); - Je krijgt loon/salaris; - Je hebt een bepaalde zekerheid, dat je werk hebt,
Nadere informatieEmployee Branding Summit November 2017
Employee Branding Summit November 2017 Focus op zowel bestaande als nieuwe collega s En - En 24-10-2017 2 engineering imagineering 24-10-2017 3 24-10-2017 4 CONTACT (70%) Contact = alle interactiemomenten
Nadere informatieEXAMENPROGRAMMA. Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Belastingrecht niveau 6 Niveau
EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Financieel-Administratief Diploma('s) Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Eamen Belastingrecht niveau 6 Niveau Vergelijkbaar met hbo Versie 1-0 Geldig
Nadere informatieFiscaal optimaal van start. P.M. (Marijn) Bremmer LL.M.
Fiscaal optimaal van start P.M. (Marijn) Bremmer LL.M. Het MKBTR-verhaal 4 pijlers Visie & strategie Organisatie Rapportage Wet- en regelgeving Het MKBTR-verhaal 3 kernwaarden Eerlijk Eenvoudig Effectief
Nadere informatieManagement & Organisatie
Management & Organisatie Hoofdstuk 1 Managen = iemand iets laten doen waarvan jij vindt dat het nodig is. Dit gaat d.m.v. communicatie. Een organisatie is een samenwerkingsverband van mensen die bepaalde
Nadere informatieFiscaal Actueel
Fiscaal Actueel 4-2017 Belangrijke wijziging huwelijksvermogensrecht per 1 januari 2018 Tot 1 januari 2018 worden huwelijken nog standaard gesloten in algehele gemeenschap van goederen. Daarna is de standaard
Nadere informatieInhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24
Inhoud Lijst van afkortingen 13 Studiewijzer 15 Inleiding belastingrecht 17 Deel 1 Inkomstenbelasting 24 1 Algemene uitgangspunten 26 1.1 Wie moet belasting betalen? (art. 1.1 en 1.2 Wet IB) 26 1.2 Waarover
Nadere informatieHRo - Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 2
Inkomstenbelasting winst 2 programma Winstberekening Vermogensetikettering 1 van 2 Een vermogensbestanddeel kan behoren tot: Vermogensetikettering Waardering vermogensbestanddelen Verplicht privévermogen
Nadere informatieHRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1
Inkomstenbelasting NW 1 programma Inkomsten uit werk, anders dan winst Algemene bepalingen Loon Resultaat overige werkzaamheden Periodieke uitkeringen 1 Heffingsgrondslagen boxenstelsel 1 van 2 Artikel
Nadere informatieOEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE IB-ONDERNEMER
OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE IB-ONDERNEMER NIBE-SVV, 2013 1. Wat is een rioolrecht? A. Een belasting. B. Een bestemmingsheffing. C. Een retributie. 2. De omzetbelasting is een (1) belasting in
Nadere informatieVraag 1 Toetsterm Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de juiste omschrijving van het begrip technische voorraad?
Kostencalculatie Correctiemodel Vraag 1 Toetsterm 2.5 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de juiste omschrijving van het begrip technische voorraad? De technische voorraad a is de economische
Nadere informatieFiscale eindejaarstips 2009 en wijzigingen 2010
Fiscale eindejaarstips 2009 en wijzigingen 2010 IB ONDERNEMER Uitstellen van winst Het uitstellen van winst is voor een IB-ondernemer fiscaal voordelig, want in 2010 is de MKB-winstvrijstelling verhoogd
Nadere informatiePRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 EN 17 JUNI 2009
PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 EN 17 JUNI 2009 FINANCIËLE ADMINISTRATIE COPERNICUS BV 1. 710 Inkopen 73.650,- 160 Te verrekenen omzetbelasting 13.993,50 Aan 130
Nadere informatieHRo - Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 2
Inkomstenbelasting winst 2 programma Winstberekening Vermogensetikettering Waardering vermogensbestanddelen Beperkt aftrekbare en niet aftrekbare kosten Vrijstellingen Vermogensetikettering 1 van 2 Een
Nadere informatieEindexamen economie vwo II
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een
Nadere informatieDGA uit de loonheffing
DGA uit de loonheffing Met ingang van 1 januari 2008 Art 6 lid 6 wet LB 1964 Degene tot wie uitsluitend één of meer directeuren-grootaandeelhouders als bedoeld in art. 6, eerste lid, onderdeel d, van de
Nadere informatieDe bv is in het mkb een populaire rechtsvorm, onder andere vanwege fiscale motieven. Wat zijn deze fiscale motieven? Welke voor- en nadelen kleven er
De bv is in het mkb een populaire rechtsvorm, onder andere vanwege fiscale motieven. Wat zijn deze fiscale motieven? Welke voor- en nadelen kleven er aan een dergelijke overstap en welke aspecten komen
Nadere informatieInkomens- en vermogensplanning
Kennisdocument Inkomens- en vermogensplanning Financiële kansen en risico s U kent het vast wel van de reclame: het Zwitserleven-gevoel. Het staat voor onbezorgd genieten van het leven. Utopie of binnen
Nadere informatieRob Zwartjens. Validatie instituut inkomensvaststelling Zelfstandigen
Rob Zwartjens Validatie instituut inkomensvaststelling Zelfstandigen Waar het allemaal begint Uw zelfstandige klant wil van u weten: Kan ik een hypotheek krijgen? Tot welk bedrag kan ik kopen? Als adviseur
Nadere informatieSamenvatting M&O Hoofdstuk 1
Samenvatting M&O Hoofdstuk 1 Samenvatting door Wietske 861 woorden 31 mei 2016 0 keer beoordeeld Vak M&O 1.1 Waarom een eigen bedrijf? Motieven om een eigen bedrijf op te richten Je kunt moeilijk werken
Nadere informatieUITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10
UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10 Opgave 1 Onderneming De groene wand maakt geluidswallen waarin beplanting is opgenomen. Voor 2020 is de volgende begroting samengesteld. Constante fabricagekosten 450.000
Nadere informatieWettelijke regelingen in verband met de jaarrekening
16 hoofdstuk Wettelijke regelingen in verband met de jaarrekening 16.1 Onder de werking van boek 2 titel 9 van het burgerlijk wetboek vallen ondernemingen die gedreven worden in de vorm van een NV, BV,
Nadere informatieKLANTPROFIEL M.B.T. EEN ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING T.B.V. EEN ZELFSTANDIGE / DGA
KLANTPROFIEL M.B.T. EEN ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING T.B.V. EEN ZELFSTANDIGE / DGA PERSOONLIJKE GEGEVENS KLANT EN PARTNER Relatienummer (in te vullen door medewerker Schouten Zekerheid) Naam klant
Nadere informatieDe strategische keuzes die moeten gemaakt worden zijn als volgt: Interne controle of zelfcontrole/sociale controle
1 Hoofdstuk 1 1.1 Dirigeren en coördineren p43 1.1.1 Dirigeren Dirigeren is een synoniem voor delegeren. Dirigeren houdt in dat bepaalde bevoegdheden overgedragen worden naar een persoon met een lagere
Nadere informatie5,7. Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari keer beoordeeld 4.1
Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari 2016 5,7 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode H4 4.1 Mensen hebben verschillende motieven om te werken. Behalve om geld te verdienen, werken
Nadere informatieSamenvatting Economie Arbeidsmarkt
Samenvatting Economie Arbeidsmarkt Samenvatting door een scholier 1948 woorden 17 november 2009 7,2 12 keer beoordeeld Vak Economie Economie, arbeidsmarkt PTA 2 Hoofdstuk 1; De arbeidsmarkt op. 1.1 op
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2006-II
4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening
Nadere informatieOpbouw voordracht. Onderneming? 21-01-2013. Zelfstandig genoeg? 1. Zelfstandig genoeg?
Zelfstandig genoeg? U ondernemer? Dat bepalen wij wel! Grenzen aan de keuze voor ondernemerschap Door: mr drs R.J.M.M. van den Hurk rjmmvandenhurk@telfort.nl Opbouw voordracht Doel: kiezen fiscaal optimaal
Nadere informatieStatus quo: werven, binden, ontwikkelen van personeel en werkgever aantrekkelijkheid Vragenlijst
Status quo: werven, binden, ontwikkelen van personeel en werkgever aantrekkelijkheid Vragenlijst Blok A: Werving van personeel (1) Aantal verwachte aan te nemen werknemers (korte-, middellang- en lang
Nadere informatie