Mini-pupillen ontdekken het voetbal: Zo kan het!

Transcriptie

1 Koninklijke Nederlandse Voetbalbond Mini-pupillen ontdekken het voetbal: Zo kan het! 1. Vooraf In deze brochure is in het kort veel informatie over Mini-pupillen weergegeven binnen het kader van het project Mini-pupillen spelen welpenvoetbal. Het is samengesteld door projectmedewerker Hans Maatman ten behoeve van de startende projecten, maar door een ieder te gebruiken ten voordele van de Mini-pupillen. 2. Inleiding Heel veel mensen zien het zo voor zich en genieten. De spelende kleinste voetballertjes en voetbalstertjes van de club. Wat zijn ze enthousiast en wat hebben ze een plezier. Kunnen we dat niet zo houden? Op de ledenlijst van de KNVB district Oost van december 2011 stonden 7217 Mini-pupillen geboren in 2005 en 2006 als lid geregistreerd, 307 meisjes en 6910 jongens. Dat zijn er gemiddeld ongeveer 12 per vereniging. Niet gek toch? Voor de voorjaarsreeks van de F-pupillen in 2012 in district Oost zijn 145 extra teams aangemeld. Een hele grote toename. Dat is mooi, maar er zijn veel vraagtekens. Waren die kinderen echt aan 7 tegen 7 toe? Werden er teams compleet gemaakt met 6- jarigen? Was het spelen van 4 tegen 4 wel genoeg bekend? En zo zijn er nog wel een paar vragen te stellen. ===Gegevens KNVB district Oost. 3. Een nieuw project: Mini-pupillen spelen Welpenvoetbal De KNVB en ING vinden het belangrijk om jonge kinderen zo vroeg mogelijk kennis te laten maken met voetbal en ze te laten ervaren hoe leuk voetbal is. Daarom geven de KNVB en ING amateurclubs drie jaar lang extra aandacht door een programma voor 5- en 6- jarigen te faciliteren. Met een speciaal materialenpakket gaan de verenigingen aan de slag met Welpenvoetbal. Hierbij ontdekken kinderen al op jonge leeftijd het voetbal. Met de speloefeningen en specifieke trainingsmaterialen krijgen de Mini-pupillen een hartelijk welkom op voetbal. Het voetbalveld wordt een speeltuin waarin voetballen centraal staat. In totaal gaan de KNVB en ING meer dan 500 verenigingen ondersteunen op het gebied van Minipupillen. Deze ondersteuning bestaat uit begeleiding tijdens vijf bijeenkomsten door een KNVBprojectmedewerker en een materialenpakket. In district Oost kunnen 100 verenigingen ondersteund worden en dat betekent dat na de nu lopende projecten er in de seizoenen en nog 80 verenigingen ondersteuning rondom de Mini-pupillen kunnen ontvangen. Binnen deze ondersteuning is er niet alleen aandacht voor de voetbaltechnische inhoud van deze jongste categorie, maar ook voor de organisatie van de activiteiten, de omgang van alle betrokkenen (kinderen, ouders, kaderleden, vereniging) en de rol van de ouders / begeleiders. Het doel van de ondersteuning is dat de verenigingen na afloop zelf in staat zijn deze kinderen leuke en verzorgde activiteiten aan te bieden en ze zo een mooi welkom op voetbal te geven. ===Nadere informatie over het project is te verkrijgen bij projectmedewerker van district Oost Hans Maatman, , hans.maatman@knvb.nl 4. Leeftijdsindeling seizoen Leeftijdsgroep Geboortejaar 7 tegen 7 4 tegen 4 Mini-pupillen 2006 nee ja, vanaf 5 jaar Mini-pupillen 2005 ja, vanaf 6 jaar ja 1 e jaars F-pupillen 2004 ja 2 e jaars F-pupillen 2003 ja Voor de Mini-pupillen en F-pupillen wordt geen dispensatie verleend om in een leeftijdsklasse lager uit te komen, dus geen 8-jarige in 4 tegen 4 of een 10-jarige in 7 tegen 7. ===Informatie uit de KNVB Jeugdvoetbalwijzer. KNVB 2011/ 12 Brochure Mini-pupillen

2 5. Kenmerken van Mini-pupillen Het belangrijkste eerste kenmerk is dat veelal de ouders hun kinderen hebben aangemeld bij de voetbalvereniging. Kinderen van 5 en 6 jaar hebben een globaal beeld van voetballen, maar dat is dan meer gebaseerd op uiterlijkheden zoals clubkleuren, een naam van een speler of het imiteren van uitingen van ouders of familieleden. Wat de bedoeling van het spel is en wat de verschillende handelingen met en zonder bal zijn wordt nog niet beseft. Wat kinderen op deze leeftijd beweegt is de bal en waar de bal is daar willen ze zijn! Het is een ongecontroleerd gekrioel. Het spel gaat dan ook alle kanten op en soms is er geen oog voor de belijning. Ze hebben nog geen controle over de bal en van enig gevoel om dingen samen te doen is nog geen sprake. Van het voetballen om een doel met elkaar te bereiken is totaal geen besef. Op deze leeftijd zijn er voor het voetballen nog geen verschillen zichtbaar tussen jongens en meisjes, vandaar dat de jongens en meisjes het beste gemengd kunnen spelen, waardoor ze veel van elkaar kunnen leren. Mini-pupillen staan aan het begin van hun voetballoopbaan en moeten alles nog spelenderwijs ervaren. 6. Wat moeten Mini-pupillen leren De Mini-pupillen moeten veel ervaren en daardoor leren zij bijvoorbeeld lopen met de bal, iemand voorbij te gaan en de bal in het doeltje te mikken. Door veel herhalingen gaan de kinderen deze handelingen vanzelf beter uitvoeren en krijgen ze ook het besef van richting en de spelregels van het voetbalspel. Of kinderen enthousiast mee blijven doen aan het oefenen hangt af van het inspelen van de begeleider op de belevingswereld van de kinderen. Hij of zij kan de kinderen stimuleren door met veel avontuur en leuke voorbeelden tijdens de oefeningen te werken. Werken met kleine groepjes, alles in de vorm van een spelletje en zoveel mogelijk met de bal. De accenten worden gelegd op de handelingen met de bal, zoals Dribbelen, Passen / Mikken en Schieten. Om te zorgen dat de kinderen alledrie de handelingen met de bal ervaren, is er een structuur ontwikkeld met oefenvormen en partijvormen. Het model van de training ziet er als volgt uit. Startvorm : Uitrazen en dollen met de bal (10 min.) Oefenvorm op basis van Dribbelen (10 min.) Oefenvorm op basis van Passen / Mikken (10 min.) Oefenvorm op basis van Schieten (10 min.) Partijspel 4 tegen 4 (10 min.) Voor de serie Allemaal Uitblinkers van de KNVB zijn een DVD en een boek over de Mini-pupillen ontwikkeld, die eind maart worden gepresenteerd. De serie bestaat al uit de DVD s en boeken voor de leeftijdscategorieën F-, E- en D-pupillen. Zo wordt dit opnieuw een boek waarin op basis van concrete praktijkervaringen van trainers en begeleiders tips worden gegeven. En ook op deze DVD wordt het trainen en begeleiden weergegeven, waarbij trainingsvormen tot in detail zijn uitgewerkt. = = = Te bestellen bij de webshop van de KNVB, ook 7. Goed overleg is nodig Voor seizoen geldt: Mini-pupillen, geboren in 2006 en F-pupillen, geboren in 2004 en In de tabel is 5 is 5 jaar en «5» wordt gedurende helft jaar 5. Als een kind in februari van jaar is geworden en nu in de F-pupillen 7 tegen 7 speelt heeft het een grote kans dat hij of zij tegen een 9- jarige komt te spelen. Geboren in 1 e helft of 2 e helft jaar Leeftijd gedurende najaarsreeks e «6» 2 e 2006 «5» 5 1 e «7» 2 e 2005 «6» 6 1 e «8» 2 e 2004 «7» 7 1 e «9» 2 e 2003 «8» 8 Leeftijd gedurende voorjaarsreeks 2012 Kinderen die 5 jaar worden mogen vanaf hun verjaardag alleen maar uitkomen in het 4 tegen 4 van de Mini-pupillen. Kinderen die 6 jaar worden mogen vanaf hun verjaardag uitkomen voor de F-pupillen in de 7 tegen 7 competitie, maar of dat verstandig is? Misschien is het beter ze 4 tegen 4 te laten KNVB 2009 Brochure Mini-pupillen -2-

3 spelen en pas bij 7 jaar 7 tegen 7. Dat dit in grote mate afhankelijk is van de voetbalontwikkeling van de betreffende spelers en speelsters mag duidelijk zijn. Vaak zijn de kinderen ook nog afhankelijk van de mogelijkheden van de betreffende vereniging om teams te kunnen indelen. Goed overleg met de ouders lijkt wenselijk. Bovendien heeft het kind als het als 6-jarige naar de F-pupillen gaat een grote kans dat het nog drie jaar in de F-pupillen moet spelen of de vereniging moet het kind straks weer vervroegd naar de E- pupillen over laten gaan. Is dat verstandig en kunnen ze het aan? Het lijkt het beste om de Mini-pupillen twee jaar in de Mini-pupillen te houden en ze pas op de juiste leeftijd naar de F-pupillen te laten gaan. Dus bij 7 jaar 7 tegen 7! Er zijn verenigingen die F-pupillen ook nog buiten de KNVB competities houden en een interne competitie op het eigen complex aanbieden tegen 4 onder de hoede van de KNVB Het is mogelijk dat Mini-pupillen 4 tegen 4 spelen in een organisatievorm van de KNVB. Hiervoor kan men inschrijven, per team van 4/5/6, per groep van 8/9/10 (2 teams). Als men een even aantallen viertallen inschrijft dan worden de teams aan elkaar gekoppeld, dus gelijk thuisspelend en gelijk uitspelend. Schrijft men in met een oneven aantal teams, dan wordt een team gekoppeld aan een team van een andere vereniging. Om beurten worden die teams bij thuiswedstrijden als ontvangende vereniging aangesteld. De Mini-pupillenteams worden in de najaars- of voorjaarsreeks ingedeeld en spelen wedstrijden zoals in de officiële mededelingen zijn aangegeven. Het is echter ook mogelijk aan te geven dat men niet elke week wil spelen. Uitslagen hoeven niet te worden doorgegeven en er worden geen standenlijsten bijgehouden. Deelname aan de competitie van de KNVB kan het nadeel hebben dat er geen verenigingen uit de directe regio mee doen en dat men dan te ver moet reizen. ===Nadere informatie is te verkrijgen via oost-competitie-veld@knvb.nl 9. 4 tegen 4 met een cluster van verenigingen Een aantal verenigingen uit de directe nabijheid besluiten vaak zelf een onderlinge 4 tegen 4 competitie op te zetten. Vaak per toerbeurt bij één van de verenigingen s zaterdags op het complex. Dat vereist een simpele organisatie en ook de data zijn goed af te spreken. De verenigingen spelen iedere week, per twee weken of per vier weken. Net wat men wil en men kan de teams heel goed op sterkte indelen. ===Een goed uitgewerkt voorbeeld staat op de site van de verenigingen uit de gemeente Voorst tegen 4 onderling bij de vereniging s Zaterdags spelen verschillende verenigingen, veelal grote verenigingen met een groot aantal Minipupillen, een eigen 4 tegen 4 competitie op hun complex. Namen als Champions League, World Cup, Oranje en Jong Oranje komen vaak voor en de kinderen worden vaak ook nog gekleed in de kleuren van de topclubs of de nationale teams. De teams worden per week of per periode van samenstelling gewisseld, mede met het oog op de gelijkwaardigheid van de teams. Als de mogelijkheden er naar zijn worden de kinderen verdeeld over twee vaardigheidsgroepen, meestal gebaseerd op de leeftijd. Er zijn grote verenigingen die hun kleine buurtgenoot de gelegenheid geven in de competitie mee te draaien. Geweldig toch. Er zijn ook verenigingen die ook voor F-pupillen een s zaterdagse onderlinge competitie hebben opgezet. Door het maken van evenwichtige teams komen de viertallen veel aan de bal en lopen ze er niet zo verloren bij als soms in 7 tegen 7. Iedereen blijft op het eigen complex en men hanteert vaste tijden voor de verschillende groepen. Bovendien zijn er zo geen vroege uitwedstrijden! Voor 2 e jaars F-pupillen kiest men meestal wel voor de 7 tegen 7 - competitie van de KNVB. ===Goede uitgewerkte voorbeelden zijn te vinden op de sites en Richtlijnen en spelregels 4 tegen 4 voor Mini-pupillen Hieronder volgen de officiële spelregels en richtlijnen van de KNVB. KNVB 2009 Brochure Mini-pupillen -3-

4 Richtlijnen Spelregels 4 tegen 4 voor Mini-pupillen Afmetingen Lengte: minimaal 30 meter maximaal 40 meter Breedte: minimaal 20 meter maximaal 30 meter Doelen Een doel kan op verschillende wijze worden vervaardigd, bijv. een officieel vier tegen vier doel van 3 bij 1 meter met net doel van pvc-materiaal met dwarslat hoekvlaggen met lint als lat (hoge) pilonnen Belijning Aangeraden wordt gebruik te maken van de bestaande lijnen. De helft is dan al voorzien van een belijnig. Ook voor de belijning zijn verschillende mogelijkheden: Restant ook zo belijnen Hoedjes, pilonnen gebruiken als markering Bal Er wordt gespeeld met een bal maat nr. 5 met een maximaal gewicht van 320 gram Aantal spelers en wissels Een ploeg in het veld bestaat uit 4 veldspelers. Er wordt dus gespeeld zonder doelman. Wissels zijn onbeperkt toegestaan. Spelregels Spelbegin Het spel begint of wordt hervat (na een doelpunt) in het midden van het veld. De tegenpartij moet hierbij een afstand van 5 meter in acht nemen. Buitenspel De buitenspelregel is niet van toepassing Strafschop Slechts bij hoge uitzondering: de afstand is 8 meter (bij het nemen van een strafschop wordt het doel niet door een speler verdedigd). Keeper Vier tegen vier wordt gespeeld zonder keeper Achterbal en hoekschop Achterballen mogen door een speler in het veld worden gebracht door middel van een pass of door middel van een dribbel. Het is niet toegestaan direct te scoren door middel van een intrap vanaf de achterlijn Hoekschoppen worden normaal genomen Uitbal Wanneer een bal over de zijlijn gaat, dient hij in het spel te worden gebracht door een intrap Het is niet toegestaan direct te scoren vanuit een intrap vanaf de zijlijn Vrije schop Alle overtredingen worden bestraft met een directe vrije schop, waarbij de tegenstander op een minimale afstand van 5 meter staat Het toepassen van de spelregels ligt in de hand van de spelleider. De spelleider beweegt zich bij het begeleiden van vier tegen vier aan de zijlijn (dus niet in het veld). Hij/zij kan maar één bedoeling hebben en dat is de jongens en meisjes zoveel mogelijk te laten voetballen. Op het veldje bevinden zich alleen de spelers. De coaches, begeleiders en anderen mogen zich dus niet tijdens de wedstrijd tussen de spelers begeven. De speeltijd is mede afhankelijk van de organisatie. Bijvoorbeeld 2 maal 15 minuten of 3 maal 10 minuten met pauzes en na afloop natuurlijk penalty s. KNVB 2009 Brochure Mini-pupillen -4-

5 Indeling speelveld 12. Afsluiting Veel plezier met onze Mini-pupillen. Ook dat voetbal is prachtig! KNVB 2009 Brochure Mini-pupillen -5-