Getallen op Tafel. een genderprofiel van de bouwbranche

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Getallen op Tafel. een genderprofiel van de bouwbranche"

Transcriptie

1 2006 Getallen op Tafel een genderprofiel van de bouwbranche

2 Getallen op Tafel een genderprofiel van de bouw Verkenningen naar de positie en doorstroming van vrouwen op kaderfuncties in de bouwbranche Bouwnetwerk en PSIbouw Eindrapportage, Oktober 2006

3 Colofon Opdrachtgever: bestuur Bouwnetwerk, in samenwerking met PSIbouw Coördinatie en rapportage: Lidewij Tummers (Tussen Ruimte) / Helma Born (ProCap Projectmanagement) De gedachte dat vrouwen niet in mannenbanen passen gaat er impliciet van uit dat mannen wel in mannenbanen passen; dat is vaak niet het geval stelling bij het proefschrift Vrouwen in Technische Beroepen Fietje Vaas, 1996 Statistisch onderzoek: VHTO- Gertje Joukes / Cocky Booij Enquête: YM de Boer Advies - Ymkje de Boer / Ron de Muijnck Profiel marktleiders: Tussen Ruimte - Lidewij Tummers / Helma Born Opmaak: Studio Staalkaart Begeleidingscommissie en sponsors: zie bijlagen

4 Een genderprofiel van de bouw, Bouwnetwerk 2006 INHOUD: Colofon INHOUD: Samenvatting Getallen op Tafel Vooraf 8 1 Inleiding: aanleiding voor het onderzoek 8 2 Onderzoeksopzet: driedelige aanpak De aanpak Inventarisatie: statistische gegevens Het gezicht (m/v) van de bouw Interpretatie: potentieel Interpretatie: kansen Conclusies: aanbevelingen en dialoog 11 3 Het statistisch onderzoek Voorwerk: fase nul Dataverzameling en analyse Conclusie Vergelijkingen 13 4 De loopbaanenquête Opzet en aanpak enquête Statistiek Uitkomsten 14 5 Het gezicht (m/v) van de bouw Opzet inventarisatie marktleiders Wijze van onderzoeken Gezicht (M/V) bouwsector 2005/ Conclusies Zichtbaarheid van opinieleiders 21 6 Kwantitatieve dwarsverbanden Hoe groot is het potentieel? In- en uitstroom bouwkundig opgeleiden Het jaarlijkse verlies voor de branche 24 7 Kwalitatieve dwarsverbanden Arbeidsomstandigheden Combinatie werk en thuis Onzekerheid en assertiviteit Beeldvorming 28 8 Aanbevelingen 30 BIJLAGEN Bi lage ijlage : 1: Bijlage 2: 3t3 uncties Functies t b v t.b.v. statistisch onderzoek en beroepsgroepen 34 Vragenlijst Loopbaanenquête & tips van bouwnetwerksters 35 Bijlage 3: Samenvatting M/V % marktleiders 43 Bijlage 4: Bronnen en literatuur 47 Bijlage 5: Begeleidingscomissie 50 Bijlage 6: Lijst van sponsors 50 Bijlage 7: Bouwnetwerk, sinds

5 Een genderprofiel van de bouw, Bouwnetwerk 2006 Samenvatting 2 Samenvatting Getallen op Tafel Een genderprofiel van de Bouw Bouwnetwerk, november Hoe kan de bouwkolom het vrouwelijk potentieel in de branche beter benutten? Dat was de vraag waarmee het Bouwnetwerk in 2004 is gestart met het onderzoek Getallen op tafel. Het ontwikkelen van strategieën begint met basiskennis over de huidige positie van vrouwen in de branche. Het Bouwnetwerk (BNW) constateerde in een eerste inventarisatie dat er nauwelijks gegevens beschikbaar zijn. De bouwkolom heeft belang bij deze kennis, omdat een eenzijdig samengesteld peprsoneelsbestand, ook in de top, leidt tot verlies van talent, rendement en innovatiecapaciteit. Nederland loopt achter wat betreft de participatie van vrouwen in de top van de bouwsector. Om die reden heeft het BNW het initiatief genomen duidelijk te maken: 1. wat de huidige stand van zaken is rond de beroepspositie van vrouwen in de bouwkolom; 2. waar belangrijke knelpunten en kansen voor doorstroming van vrouwen naar leidinggevende posities bevinden; 3. wat de zichtbaarheid is van vrouwen op invloedrijke posities in de bouw. Het onderzoek bestond uit drie delen die hieronder afzonderlijk worden samengevat. Kwantitatief: statistieken De inventarisatie is uitgevoerd door de VHTO. Deze heeft zich (vooral) gericht op de zogenaamde databanken zoals het CBS, de EIB, CFI en de VSNU. Conclusies: 1. De samenstelling van het personeel (de m/v verhouding in bedrijven) is nauwelijks geregistreerd. Het wordt of niet bijgehouden of de aantallen vrouwen zijn zo klein dat ze niet in de statistieken terecht komen; 2. Monitoring van de ontwikkelingen is mede daarom tot dit moment nog niet goed mogelijk; 3. Al jaren is ±30% van studenten bouwkunde vrouw. Dat potentieel staat in schril contrast met het percentage vrouwen aan de top waarin de meeste sectoren niet boven de 5% uitkomen; Het kader van het uitvoerend bouwbedrijf bestaat voor 1,8 % uit vrouwen, relatief vaak in de functie van directeur (6%); Nederland scoort slecht ten opzichte van het buitenland als het gaat om topposities in bèta en technische functies en in de (technische) wetenschap; Technische branches scoren het allerslechtst als het gaat om aanwezigheid van vrouwen. 2 Ervaringen van de doelgroep: loopbaanenquête Door YM de Boer Advies is via internet een enquête gehouden onder vrouwen uit het Bouwnetwerk en genodigden daar buiten. Dat wil zeggen vakvrouwen in een zelfstandige, gezichtsbepalende en/of invloedrijke functie. De enquête is ingevuld door ruim 300 respondenten en daarmee is er sprake van een representatief onderzoek. Bij al deze vrouwen staat de factor inhoudelijk interessant als motiverende factor met stip op 1. Tweede factor van betekenis is persoonlijke ontwikkeling. Van de respondenten heeft aangegeven: 1. 33% het werk in de bouwsector te combineren met vrijwilligers-/bestuurswerk % heeft ook zorgtaken % is van mening dat het hebben van nevenactiviteiten van invloed is op het verloop van de eigen loopbaan % dat de mannen in hun loopbaanopbouw in het voordeel waren 5. waarbij 33% aangeeft dat verhuld het geval was 47% stelt dat er geen verschil is ervaren. 6. ruim 40% ziet het M/V verschil ook terug in beloning. Belangrijkste sleutels tot succes : ervaring, kansen grijpen en netwerken. Gesignaleerde belemmeringen: Gebrek aan assertiviteit, geen netwerk, kansen niet grijpen. Tips voor het verbeteren van de positie van hoogopgeleide vrouwen in de bouwsector gaan bijna altijd over het beter mogelijk maken van de combinatie arbeid & zorg (werk/privé); betere loopbaanbegeleiding van vrouwen en het stimuleren van veranderingen in de cultuur van organisaties in de bouwsector.

6 Een genderprofiel van de bouw, Bouwnetwerk 2006 Samenvatting 3 Kwalitatief: het gezicht (m/v) van de bouw Door Tussen Ruimte is een momentopname van de toonaangevende organisaties en bedrijven in de bouwbranche geconstrueerd, op basis van de marktleiders (2005, Building Business). Het betreft derhalve kleine aantallen met veel invloed. De samenstelling van kaderpersoneel, bestuurs- en managementfuncties in het gezichtsbepalende deel van de bouwsector laat zien: 1. De hoogste vertegenwoordiging van vrouwen is zichtbaar bij de overheden, m.n. onder bestuurders. In het ambtelijk apparaat is de situatie heel anders: onder hoge ambtenaren zijn vrouwen schaars. 2. Bij de top tien van corporaties een vergelijkbaar beeld: vrouwen zijn redelijk tot goed vertegenwoordigd in de raad van commissarissen, als directeur bestuurders echter zeer weinig. 3. De top 10 van architectenbureaus komt niet verder dan 10% vrouwelijke directeuren respectievelijk partners / associates. 4. In de top 10 van Bouwbedrijven zijn geen vrouwelijke commissarissen te vinden. 5. Bij de technische adviesbureaus is geen enkele vrouw in de top te vinden. Bij de marktleidende ingenieursbureaus gaat het ietsbeter: 1 commissaris en 1 directeur. 6. De kennisbranche en de vastgoedsector delen de onderste positie wat betreft het aandeel van vrouwen. Het lijkt er op dat vrouwen als opninieleider, bijvoorbeeld als spreker op symposia en congressen of in vakpublicaties, onderbelicht blijven. Om de proportionele zichtbaarheid van vrouwen als vakmatige autoriteit te toetsen zou deze zichtbaarheid stelselmatig over een langere periode moeten worden geteld. Conclusies: Het potentieel Uit de berekeningen valt op te maken dat branche per jaar zo n 100 á 150 hoog opgeleide vrouwelijke talenten laat wegstromen. Dat lijkt geen groot getal, maar het reservoir voor de top wordt daarmee aanzienlijk kleiner. Afgezet tegen de aantallen uit het profiel van de marktleiders kan het binnenhalen en/of vasthouden van deze vrouwen een indrukwekkend verschil opleveren. Nog interessanter wordt het wanneer de instroom van vrouwen in de opleidingen naar het niveau van mannen wordt getild. Er is dus reden voor een dubbele strategie: werven van nieuw opgeleiden, naast het vasthouden van gediplomeerden. Met de ervaringen tot nu toe kan met dat laatste vast worden begonnen, zodat voor de studentes van de toekomst het uitvalrisico wordt verkleind. De uitkomsten van de enquéte bevestigen dat in de bouwbranche vergelijkbare carriérebelemmeringen voor vrouwen bestaan als in andere sectoren Deze zijn echter pregnanter aanwezig en moeilijker te doorbreken omdat : de sterke minderheidspositie vrouwen weinig invloedmogelijkheden biedt het imago van de bouw als grijze pakken sector niet aantrekkelijk is vrouwen zich eerst moeten bewijzen, terwijl mannen gevraagd worden op vermoed potentieel mannen meer falen, en dat ook mogen; vrouwen krijgen geen herkansing veel vrouwen geneigd zijn om zichzelf te weinig profileren vrouwen alles heel goed willen doen: werkinhoud, thuisfront, en daarmee zichzelf soms in de weg staan Met het gegeven dat organisaties met een gemengde leiding beter presteren en innovatiever zijn, is werken aan het beter benutten van vrouwelijk talent ook werken aan innovatie. Het rapport eindigt met een groot aantal handreikingen voor vakverenigingen, brancheorganisaties, werkgevers- en werknemersorganisaties of beleidsmakers om te werken aan minstens 30% vrouwen in de bedrijfsleiding. Bouwnetwerk wil graag samenwerken met partijen op dit gebied:

7 Een genderprofiel van de bouw, Bouwnetwerk 2006 Vooraf Een verkennend onderzoek ontkomt niet aan generalisaties, in dit geval over mannen en vrouwen. Als werkgroep willen we vermijden dergelijke clichématige ideeën te herbevestigen (die zijn immers niet productief) of de indruk te wekken dat we zogenaamde natuurlijke eigenschappen aan mannen of vrouwen toeschrijven en die dan aan beroepsuitoefening verbinden. We benadrukken daarom dat, zoals uit vele arbeidsonderzoeken blijkt, de verschillen m.b.t. beroepsuitoefening binnen de seksen veel groter zijn dan de verschillen tussen de seksen. Daarnaast zijn we ons ervan bewust dat een onderzoek dat zich beperkt tot gender in de branche te beperkt is en dat het beter zou zijn om de diversiteit 1) in de branche te onderzoeken. Dat reikte voor deze verkenning echter te ver. Het zou interessant zijn om in een vervolgverkenning verder onderzoek te doen naar de verschijningsvorm van diversiteit in de top van de bouwsector. 1 Inleiding: aanleiding voor het onderzoek Het Bouwnetwerk (hierna BNW) is ruim 20 jaar geleden opgericht om de positie van vrouwen in de bouwwereld te verstevigen. Dat blijkt nog steeds nodig: in de praktijk is dagelijks waar te nemen dat het aantal vrouwen op kaderfuncties in de bouw schrikbarend laag is. Een onderzoek van het ministerie van Sociale Zaken uit ) stelt het aandeel van vrouwen in het hoogste salarisdeciel in de bouwnijverheid op 3 procent. Niet duidelijk is waarom dit zo laag is en hoe de posities zijn verdeeld binnen de diverse disciplines. Het jubileumjaar 2004 was voor het BNW een aanleiding om opnieuw te kijken naar de positie van vrouwen in de bouw. Het bestuur riep begin 2005 een werkgroep bijeen om de feiten en getallen boven tafel te krijgen. Uit het eerste bronnenonderzoek (emancipatiemonitor 2003, CBS, eigen onderzoek Bouwnetwerk) bleek dat dit helemaal niet zo eenvoudig is: er zijn nauwelijks actuele cijfers of onderzoeken op dit gebied beschikbaar. De conclusie uit de eerste verkenning is echter wel dat de vertegenwoordiging van vrouwen in dat deel van de bouw dat voor iedereen zichtbaar is, op geen enkele wijze een afspiegeling is van het vrouwelijke potentieel in de branche. Beter gebruik maken van het potentieel is kwantitatief onontkoombaar in het licht van de vergrijzing en zij is van kwalitatief belang in het licht van vernieuwing en verandering. Het imago mannenwereld van de bouwsector is niet meer van deze tijd en Nederland loopt daarin ver achter bij de meeste landen van de wereld 3). Ook staat het gebrek aan diversiteit in invalshoeken de momenteel zo noodzakelijke innovatie en modernisering van de sector in de weg 4). Bovendien zorgt diversiteit in een organisatie voor stabiliteit 5). Om die reden heeft de werkgroep het onderzoeksvoorstel Getallen op tafel geschreven met als voornaamste inzet te signaleren waar 1) Diversiteit is een heel ander onderwerp dan gender. Het betreft ook leeftijd, geloof, ras, etniciteit, herkomstlanden, seksuele voorkeur e.d. In dit onderzoek ligt de nadruk op gender, d.w.z. man-vrouw verschillen. 2) Emancipatiemonitor, Ministerie SZW, ) She figures 2006, figures_ 2006_en.pdf 4) Sleutels tot succes, Ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid, Den Haag, 2004, p.3 5) Mevrouw, mijne heren, 25 vrouwen over de weg naar de top, M. Van Zanten, Amsterdam 2005, pagina

8 Een genderprofiel van de bouw, Bouwnetwerk 2006 vrouwen zich bevinden in de branche, en hoe zij zelf hun loopbaan ervaren. PSI Bouw en Bouwnetwerk hebben op basis daarvan het initiatief genomen tot een verkenning, op de eerste plaats naar de getalsmatige gegevens en op de tweede plaats naar de mechanismendie deze verdeling te weeg brengen en in stand houden. Op deze manier kan een onderbouwd signaal worden afgegeven als basis voor gerichte en effectieve actie voor het beter benutten van vrouwelijk potentieel. Waar de cijfers ontbreken in de advies- en ontwerpwereld, bleek dit materiaal wel voorhanden te zijn voor de uitvoerende functies in de bouwsector. 6) Dit materiaal bood een goed handvat tot afbakening van de onderzoeksgroep en ook om te kijken naar ervaringen van onder meer Fundeon als het gaat om genderbeleid. Het Bouwnetwerk wil de sector niet opschepen met algemeenheden waar niemand mee kan werken, maar heeft evenmin de pretentie met deze verkenning volledig of uitputtend te zijn. Met de bouwbranche wordt in dit rapport bedoeld: alle organisaties en instituten die zich bezig houden met de gebouwde omgeving. Zie bijlage 1 voor de matrix met beroepsgroepen en functies waarnaar onderzoek is gedaan. Doelstelling Dit rapport gaat over de vertegenwoordiging van vrouwen in kaderfuncties en invloedrijke posities in de bouw. Wat is de stand van zaken en hoe zou die stand van zaken kunnen veranderen? Het doel van dit rapport is om aan de hand de getallen zichtbaar te maken hoe de vertegenwoordiging van vrouwen in de top van de bouwbranche is. Waar bevindt zich het vrouwelijke kader in de bouwbranche? Daarnaast wil dit rapport aanbevelingen bieden waarmee brancheorganisaties, beroepsorganisaties, bedrijven en de overheid strategieën kunnen ontwikkelen voor verandering. De rapportage is in de eerste plaats een uitnodiging tot kritische (zelf)reflectie op de vraag maakt de branche wel genoeg gebruik van het potentieel van vrouwen?. Er is al veel geschreven over nut en noodzaak van diversiteit in organisaties 7), over de carrièrethema s van ambitieuze vrouwen 8) en over glazenplafonds. Dat wordt in dit onderzoek niet nog eens over gedaan. De werkgroep heeft dankbaar gebruik gemaakt van die bestaande strategieën en ervaringen en heeft bekeken in hoeverre ze bruikbaar zijn voor en van toepassing zijn op de bouwbranche. 6) Zie 7) Mixed management, handboek diversiteit, Ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid, Den Haag ) Mevrouw, mijne heren, 25 vrouwen over de weg naar de top, M. Van Zanten, Amsterdam 2005.

9 Een genderprofiel van de bouw, Bouwnetwerk Onderzoeksopzet: driedelige aanpak 2.1 De aanpak Het ontwikkelen van strategieën voor verbetering, begint bij het verzamelen van de basisgegevens over de huidige positie van vrouwen in de branche. Al bij de eerste verkenning en het literatuuronderzoek constateerde het BNW dat deze cijfers over de huidige positie en doorstroming van vrouwen de bouwbranche er niet zijn. Ook het eerste inventariserende statistische onderzoek (nul-fase bij VHTO) heeft duidelijk gemaakt dat de basisgegevens (actuele cijfers) niet eenvoudig boven tafel te krijgen zijn. Deze inventarisatie leverde nauwelijks onderbouwing op van wat vrouwelijke professionals dagelijks waarnemen en ervaren: hoe hoger aan top cq. hoe dichter bij de invloed, hoe lager het percentage vrouwen. Bovendien biedt deze constatering weinig inzicht in de verschillen tussen beroepsgroepen. Het vermoeden dat het in de ontwerpende disciplines al veel beter gaat dan in technische (constructie, uitvoering) en financiële (ontwikkeling, commissariaten) disciplines wordt bevestigd noch ontkend. Om inzicht te krijgen in de huidige situatie heeft het BNW doelen geformuleerd voor haar onderzoek. Het (inventariserend) onderzoek zou zichtbaar moeten maken: A. B. C. wat de huidige stand van zaken is van vrouwen in en naar leidinggevende posities in de bouw; en wat de zichtbaarheid is van vrouwen op invloedrijke posities; waar zich belangrijke knelpunten en kansen bevinden voor wat betreft de doorstroming. Om deze drie zaken in beeld te (kunnen) brengen is gekozen voor een onderzoek dat bestaat uit drie delen: het onderzoeken van statistische gegevens het houden van een loopbaanenquête het maken van een momentopname van het gezicht van de bouw We lichten de afzonderlijke stappen hieronder kort toe: 2.2 Inventarisatie: statistische gegevens Het inventariserend onderzoek moet zichtbaar maken wat de huidige stand van zaken is met betrekking tot de beroepspositie. Gezocht wordt naar actuele cijfers (uitstroom studentes Bouwkunde HBO/WO) en aantallen en posities werkzame vrouwen in de bouwsector, ook uit andere disciplines De nulfase van het VHTO onderzoek richtte zich vooral op het identificeren van cijferbronnen: wat is beschikbaar en wat is bruikbaar? De rapportage van februari 2006 laat zien welke problemen en vacuüms daar in bestaan. Deze problemen variëren van het niet registreren van de M/V verdeling in bedrijven en beroepsgroepen, via uiteenlopende (niet compatibele) classificaties tot ontoegankelijke gegevens wegens privacy. De vervolginventarisatie die de input vormt voor dit rapport heeft zich (vooral) gericht op de zogenaamde databanken waaruit een globaal beeld kan worden geconstrueerd. De VHTO heeft deze data geanalyseerd, beoordeeld en gewaardeerd en hierover in juli 2006 aan het Bouwnetwerk gerapporteerd. Dit onderzoeksdeel is samengevat in hoofdstuk Inventarisatie: loopbaanenquête Het tweede onderdeel biedt meer inzicht in de motieven en knelpunten in de loopbaan van vrouwen, zoals zij deze zelf formuleren. Via internet is een enquête gehouden onder vrouwen uit het Bouwnetwerk en genodigden daar buiten. Alle antwoorden zijn dus direct afkomstig van de doelgroep vakvrouwen in een zelfstandige, gezichtbepalende en/of invloedrijke functie. De enquête is uitgevoerd door YM de Boer Advies. In totaal zijn 108 enquêtes geretourneerd en verwerkt in de Rapportage Besloten Enquête, juli De open enquête is vervolgens tot 1 oktober 2006 online beschikbaar gemaakt. Via diverse vakkanalen zijn nog eens 194 respondenten gemobiliseerd, waarmee een statistisch verantwoord aantal is behaald. Dit onderzoeksdeel is samengevat in hoofdstuk Het gezicht (m/v) van de bouw Naast die globale cijfers uit de cijferbanken construeren we een momentopname van de sector door een steekproef te houden

10 Een genderprofiel van de bouw, Bouwnetwerk onder toonaangevende organisaties en bedrijven. Door middel van bestudering van (sociaal)jaarverslagen en door internetresearch onder toonaangevende organisaties, ontstaat een globaal beeld van de samenstelling van kaderpersoneel, bestuurs- en managementfuncties. Dat levert geen exacte cijfers op, maar wel een redelijk inzicht over de huidige situatie. Het gaat ons dus om het beeld en het aanzicht van de zichtbare en invloedrijke posities. Deze benadering levert een momentopname van de huidige situatie in het gezichtsbepalende - en daarmee het invloed hebbende - deel van de bouwsector. Dit deel van het onderzoek is door de werkgroep Getallen en Tussen Ruimte uitgevoerd. Zij kennen de branche van dichtbij en zijn daarom in staat om op basis van hun ervaringen de cijfers en uitspraken op hun waarde, maar ook op hun representativiteit te kunnen schatten. Dit onderzoeksdeel is samengevat in hoofdstuk Interpretatie: potentieel De interpretatie van de statistische gegevens, de enquêteresultaten en het gezicht (m/v) van de bouw hebben we gecombineerd en bekeken op hun getalsmatige en kwalitatieve overeenkomsten en verbanden. De kwantitatieve dwarsverbanden kunnen meer inzicht bieden in de verhouding vraag/aanbod en daarmee in het daadwerkelijke perspectief voor vrouwelijk kader. In hoofdstuk 6 formuleren we een indicatie over hoeveel vrouwelijk potentieel er binnen de branche beschikbaar is. We doen hiervoor een voorzet in hoofdstuk 8. De conceptrapportage is voorgelegd aan het Bouwnetwerk in een bijeenkomst op 14 september 2006, en aan een aantal experts. Hiermee ronden we de verkenning af. Het Bouwnetwerk gaat nu in gesprek met brancheorganisaties, beleidsmakers en opleidingen om de aanbevelingen in de praktijk te kunnen brengen. Wie neemt de touwtjes in handen? 2.6 Interpretatie: kansen De kwalitatieve dwarsverbanden geven een beeld van de belangrijke knelpunten en kansen als het gaat om de doorstroming van vrouwen in en naar leidinggevende posities in de bouw Willen vrouwen eigenlijk wel, en zijn de bedrijven er klaar voor? Dit is het onderwerp van hoofdstuk Conclusies: aanbevelingen en dialoog Op basis van de interpretatie van het drieledige genderprofiel zijn strategieën en aanbevelingen te ontwikkelen om het vrouwelijk potentieel beter te benutten. We onderscheiden de verschillende actoren in de bouwkolom en bieden op hen toegesneden aanbevelingen.

11 Een genderprofiel van de bouw, Bouwnetwerk Het statistisch onderzoek 3.1 Voorwerk: fase nul VHTO 9) heeft in opdracht van het Bouwnetwerk data-onderzoek gedaan naar de positie van vrouwen in hogere functies in de bouwsector. Dit onderzoek is grotendeels kwantitatief van aard. Er zijn cijfers verzameld en geanalyseerd over de man/vrouwverhouding in diverse kaderfuncties, over de man/vrouwverhouding onder de gediplomeerden in de toeleidende opleidingen in het hoger beroepsen universitair onderwijs en over eventuele verschuivingen hierin in de loop van de tijd. In fase 0 van het onderzoek heeft het Bouwnetwerk aangegeven welke groepen, beroepen en functies in de bouwsector relevant zijn voor dit onderzoek en welke (branche)verenigingen, genootschappen, bonden e.d. er zijn waarbij deze beroepsbeoefenaren of hun bedrijven/instellingen zich kunnen aansluiten. 10) De VHTO heeft met deze organisaties contact opgenomen en gevraagd of zij cijfers over leden/aangeslotenen konden leveren. De cijfers die in fase 0 zijn binnengekomen zijn erg globaal en voldeden niet aan de informatievraag van het Bouwnetwerk. Ze geven wel een indicatie. De conclusie van de inventarisatie in fase 0 was dat cijfers van deze verenigingen, genootschappen en bonden niet goed bruikbaar zijn en dat op dit moment vooral gezocht zou moeten worden in de grotere databanken met een meer algemeen karakter, zoals die van het CBS, Cordares (bewerkt door het EIB) voor de bouwnijverheidbranche, en de koepels van wo- en hbo-instellingen, de VSNU en de HBO-raad. Dit is dan ook het uitgangspunt geweest van de dataverzameling in fase Dataverzameling en analyse Op basis van de eerste resultaten heeft de VHTO zich in fase 1 vooral gericht op de zogenaamde cijferbanken. Uit deze cijferbanken (EIB, CFI, CBS, enzovoort) is een globaal beeld geconstrueerd. 11) In fase 1 zijn beschikbare cijfers verzameld, bewerkt en geanalyseerd. Bij de HBO-raad (hbo-opleidingen) en de VNSU (universitaire 9) Landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek 10) Zie bijlage 1, beroepsgroepen en functies, en de rapportage VHTO van fase nul, d.d. februari ) Bijlage XX: Bronnenoverzicht opleidingen) zijn cijfers opgevraagd over de aantallen mannelijke en vrouwelijke gediplomeerden van de diverse bouwkundige opleidingen, uitgesplitst naar sekse. De analyse daarvan geeft een beeld van het potentieel voor de beroepen en functies in de onderzoeksgroep. Cijfers over verschillende jaren zijn vergeleken, om trends te kunnen waarnemen (toename/afname gediplomeerden, naar sekse e.d.) Bij deze organisaties is ook informatie opgevraagd over de entree van pas afgestudeerde bouwkundigen op de arbeidsmarkt. Bij het CBS zijn cijfers opgevraagd over de onderscheiden beroepsgroepen, naar sekse, om een beeld te krijgen van de man/ vrouw-verhouding binnen deze beroepsgroepen op de arbeidsmarkt. Aan twee categorieën in de onderzoeksgroep is extra aandacht besteed, namelijk vrouwen in hogere posities in het uitvoerend bouwbedrijf en architecten. In het eerste geval gaat het om de bouwnijverheid, een grote bedrijfstak die over veel cijfermateriaal beschikt. Het onderzoeksbureau voor de bouwnijverheid, het EIB, heeft ten behoeve van dit onderzoek relevant cijfermateriaal geleverd. Het Architectenregister bleek te beschikken over percentages mannelijke en vrouwelijke ingeschrevenen over een aantal jaren. Verder is gezocht naar relevante onderzoeken en projecten die licht konden werpen op de positie van bouwkundevrouwen. Ter vergelijking is gezocht naar cijfers over bouwkundevrouwen in het buitenland en is beschreven wat bekend is over de positie van vrouwen in een andere door mannen gedomineerde sector/ bedrijfstak: de informatie- en communicatietechnologie (ict). De cijfers uit de diverse bronnen zijn bewerkt en geanalyseerd. De statistische bewerking hield in dat op grond van absolute aantallen percentages zijn berekend. De percentages geven inzicht in de man/vrouwverhouding binnen een bepaalde groep en geven extra informatie over veranderingen in de loop der jaren. 3.3 Conclusie De algemene conclusie van het VHTO rapport is dat de statistieken geen algemeen beeld geven van aantallen vrouwen in de onderzochte beroepsgroepen in de bouwsector. Het onderzoek in de cijferbanken van het CBS, VSNU, de HBO-raad

12 Een genderprofiel van de bouw, Bouwnetwerk en het EIB geven eenvoudigweg geen consistent beeld in aantallen en aandelen vrouwen in de onderzochte beroepsgroepen. Er zijn wel deelconclusies te trekken: Een aantal deelconclusies: Onderwijs Het aandeel vrouwen dat met een diploma bouwkunde uitstroomt uit het wetenschappelijk onderwijs is rond de 30%. Dat percentage loopt de laatste jaren echter terug. Het aandeel vrouwelijke gediplomeerden uit het hbo is veel lager, maar niet dramatisch laag: rond de 13%. Ook dit percentage is de afgelopen jaren iets teruggelopen van 15% naar 12,5%. In het afgelopen decennium hebben zich geen grote wijzigingen voorgedaan in deze cijfers. De overgang van het doctoraal oude stijl naar de bachelor-master structuur (2002) maakt dat er in de cijfers van alle afgestudeerden ineens een daling te zien is. Arbeidsmarkt Het CBS kan alleen betrouwbare cijfers leveren over de deelname van vrouwen in beroepsgroepen, wanneer er in die doelgroep meer dan 1500 vrouwen werkzaam zijn. Dat aantal wordt slechts in twee beroepsgroepen gehaald: in de groep interieurarchitecten en in de groep stedenbouwkundigen. De overige te onderzoeken beroepsgroepen zijn wel terug te vinden in de Standaard Beroepen Classificatie van het CBS, maar van de meeste beroepen zijn geen cijfers beschikbaar. Dat geldt alleen voor de beroepen die vertegenwoordigd zijn in de Enquête Beroepsbevolking. Functies In het uitvoerend bouwbedrijf is 1,8% van het kader vrouw (volgens de cijfers van de bouwnijverheid, EIB). In de top 5 van meest voorkomende leidinggevende functies in het uitvoerend bouw bedrijf zijn er relatief veel vrouwelijke directeuren: namelijk 6% van 4274 directeuren. In de hogere functies werken meer vrouwen in niet-bouwtechnische functies, zoals accountant en commercieel medewerker (ruim een kwart). De statistieken bieden geen cijfers over vrouwelijke projectontwikkelaars, beleggers, beheerders, facility managers, bouwkundigen de overheid, in onderwijs en onderzoek, kenniscentra en instituten, de arbeidsinspectie en de brandweer. Wel heeft VHTO vastgesteld dat er vrijwel geen vrouwelijke hoofdredacteuren van bouwkundige vakbladen zijn. Makelaardij Volgens de brancheverkenning makelaardij en onroerend goed uit 2003 is 16% van de 3700 NVM leden vrouw. In 2003 stond 7% van de zelfstandige kantoren onder leidng van een vrouw. In de komende jaren verwacht men een groei van het aantal vrouwelijke leden omdat met name in de groep jonge werknemers (tot 39 jaar) bijna 30% vrouw is. 3.4 Vergelijkingen Andere landen Ten opzichte van het buitenland scoort Nederland al jaren zeer slecht in internationale vergelijkingen op het gebied van vrouwen in (hogere) bèta/technische functies en in de wetenschap. Dat geldt ook voor de wereld van de bouw. 12) In Nederland zijn nauwelijks vrouwen in topposities bij Engineering & Technology op universiteiten te vinden (2004). Het EU-gemiddelde is hier 5,8%; Nederland komt met 3,1% net boven Cyprus en Malta (beide 0%). Ter vergelijking het percentage in Duitsland is 3,8 %, in Frankrijk 6,5 % en in Groot Brittanië 4,9 %. de ict-sector In de ict-sector werken, net als in de wereld van de bouw, weinig vrouwen: het aandeel in hogere en wetenschappelijke functies is 10-11%. Relatief veel vrouwelijke ict ers werken niet in de ict-branche zelf, maar als ict er bij de overheid en semi-overheid. Veel vrouwelijke ict ers hechten meer waarde aan een voor hen bevredigende combinatie van taken, gecombineerd met arbeidsvoorwaarden die een goede werk-zorgbalans mogelijk maken dan aan een verticale carrière. 12) She figures EU publicatie. 2006

13 Een genderprofiel van de bouw, Bouwnetwerk Om meer consistente cijfers op tafel te krijgen, is het nodig dat kwantitatief onderzoek zich richt op mannelijke en vrouwelijke afgestudeerden (alumni) van een de bouwkundige hbo- en woopleidingen. Beeld van de bouw 4 De loopbaanenquête 4.1 Opzet en aanpak enquête In opdracht van het Bouwnetwerk heeft YM de Boer advies 13) een online enquête gehouden onder hoogopgeleide vrouwen die zich bezighouden met de gebouwde omgeving. Het doel van de enquête was het verkrijgen van inzicht in hun loopbaanverloop. In het onderzoek is de vrouwen vooral naar ervaringen, inschattingen, afwegingen e.d. gevraagd. Het onderzoek levert daarnaast een impressie van het loopbaanverloop van hoogopgeleide vrouwen in de bouw opgedeeld in generaties. Er zijn 27 vragen gesteld 14), grotendeels meerkeuze, met vrijwel overal ruimte voor een eigen toelichting. Een eerste rapport verscheen in juli. Hierin waren de resultaten opgenomen van de eerste 108 respondenten (Bouwnetwerkleden en persoonlijk benaderde relaties). In oktober 2006 verscheen een tweede rapport met daarin ook nog de resultaten van 194 andere respondenten, die de enquête hebben ingevuld naar aanleiding van openbare oproepen daartoe. In totaal bedraagt de respons dus 302 personen, daarmee kunnen de resultaten representatief worden genoemd. 4.2 Statistiek Van alle antwoorden op de meerkeuzevragen zijn de tabellen opgenomen in het rapport. Daar waar zich aan (op)merkelijke verschillen tussen de leeftijdsgroepen voordeden is aangegeven of deze verschillen significant of indicatief zijn. Kleinere verschillen worden als toevallig beschouwd 15). 4.3 Uitkomsten De hier gepresenteerde uitkomsten zijn gebaseerd op 302 volledig ingevulde enquêtes. Het belangrijkste verschil tussen de eerste 108 respondenten en de respondenten die er later via de open enquête zijn bijgekomen, is de leeftijd. In juli 2006 was 60% van de 13) communicatieadviseurs 14) Zie bijlage 2 loopbaanenquete 15) Significant betekent dat er met 95% of meer zekerheid vastgesteld is dat het gecon stateerde verschil voor de hele doelgroep geldt en niet alleen voor degenen die de enquête hebben ingevuld. Hiermee bestaat het verschil vrijwel zeker.

14 Een genderprofiel van de bouw, Bouwnetwerk respondenten tussen de 37 en 51 jaar; in oktober 2006 is 43% van de respondenten dat en is 44% tussen de 22 en 36 jaar. Profiel van de respondenten Van de respondenten werkt 57% in een bedrijf of instelling, ongeveer een vijfde deel bij de overheid en ongeveer een vijfde deel in een eigen bedrijf (of is partner in een bedrijf). In de leeftijdsgroep 22 t/m 36 jaar komt het werken bij een bedrijf of instelling het meest voor en bij de leeftijdsgroep 52 t/m 66 jaar het minst. Bij een eigen bedrijf (of partner in een bedrijf) is dit precies andersom. Een meerderheid van de respondenten werkte in uur per week of meer. De meeste respondenten werken bij de overheid, in de architectuur of in zakelijk/technisch advies. Veelvoorkomende functies zijn dan ook adviseur, projectleider of specialist. Managementfuncties komen in iets mindere mate voor. Van de respondenten is 34% alleen kostwinner en 59% tezamen met iemand anders (gelijkwaardig). geen van beide (sommige hebben zowel HBO als WO). 74% van de respondenten is van mening dat zij geheel op haar opleidingsniveau functioneert. 86% is van mening dat de opleiding van invloed is (geweest) op haar loopbaanverloop, waarbij vaak is opgemerkt dat de opleiding vooral relevant was voor het begin van de loopbaan. Nevenactiviteiten 33% heeft aangegeven het werk in de bouwsector te combineren met vrijwilligers-/bestuurswerk. Hierbij zijn activiteiten die te maken hebben met de gebouwde omgeving het vaakst genoemd. 26% heeft aangegeven het werk met zorg te combineren; in de overgrote meerderheid van de gevallen gaat het om de zorg voor kinderen / het gezin. 45% is van mening dat het hebben van nevenactiviteiten van invloed is op het verloop van de eigen loopbaan. 37% vindt dit niet. Hoe ouder de vrouwen, hoe vaker er sprake is van nevenactiviteiten. Bij de leeftijdsgroep van 37 t/m 51 jaar komt de combinatie met zorg meer voor en bij de leeftijdsgroep van 52 t/m 66 jaar komt vrijwilligers- en bestuurswerk meer voor. Positie in de bouwsector 0% 10 % 20 % 30 % 40 % 50 % 60 % 70 % 80 % Nevenfucties en nevenactiviteiten 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% In loondienst bedrijfsleven / maatschappelijk-culturele instelling Nee In loondienst overheid Ondernemer, een eigen bedrijf of maatschap MKB (< 20 medewerkers) Directeur-groot aandeelhouder bedrijf (> 20 medewerkers) Gepensioneerd of vervroegde uittreding 22 t/m 36 jaar 37 t/m 51 jaar 52 t/m 66 jaar Ja, ik doe vrijwilligers- / bestuurswerk bij Ja, ik heb ook de zorg voor Ja ik heb ook nog ander werk Ja, ik volg ook nog een opleiding 22 t/m 36 jaar 37 t/m 51 jaar 52 t/m 66 jaar Geen, ik werk nu (tijdelijk) in een andere sector Anders Opleiding De meeste respondenten hebben bouwkunde gestudeerd; planologie en sociale geografie staat op de tweede plaats. Van de respondenten heeft 70% een universitaire opleiding; 30% heeft HBO en 3% heeft Loopbaanmotieven 41% blijft relatief lang bij een werkgever of eigen bedrijf en 16% van de respondenten verandert relatief snel van baan. Er is hierbij een aanzienlijk verschil tussen de leeftijdsgroepen. Bij de leeftijdsgroep van 52 t/m 66 jaar is snel van baan veranderen slechts populair bij 5% en lang blijven bij 54%. Bij de leeftijdsgroep van 22 t/m

15 Een genderprofiel van de bouw, Bouwnetwerk Grootste verschillen tussen rapport juli 2006 en rapport oktober 2006 Het belangrijkste verschil tussen de respondenten van het eerste rapport en de respondenten die er later via de open enquête zijn bijgekomen is de leeftijd. In juli 2006 was 60%van de respondenten tussen de 37 en 51 jaar; nu in oktober 2006 is 43% van de respondenten dat en is 44% tussen de 22 en 36 jaar. In het vervolg van de rapportage is dan ook een onderscheid gemaakt in leeftijdscategorieën en zijn de uitkomsten per leeftijdscategorie steeds met elkaar vergeleken. Andere opmerkelijke verschillen zijn de volgende: tabel verschillen respondenten: open-gesloten enquête Juli 2006 (108 respondenten) Oktober 2006 (302 respondenten) Een derde werkzaam bij bedrijf of instelling 57% werkzaam bij bedrijf of instelling Een derde werkzaam bij de overheid Een vijfde werkzaam bij de overheid Een derde werkzaam in eigen bedrijf Een vijfde werkzaam in eigen bedrijf Vooral werkzaam in sectoren Vooral werkzaam in sectoren overheid, overheid en architectuur architectuur en zakelijk/technisch advies Relatief meer leidinggevenden Relatief meer adviseurs 66% is kostwinner met iemand anders 59% is kostwinner met iemand anders 1 % is geen kostwinner 9% is geen kostwinner 81% wetenschappelijke opleiding 70% wetenschappelijke opleiding Werkt relatief vaak op niveau Werkt iets minder vaak op niveau Geen nevenactiviteiten: 25% Vrijwilligers-/bestuurswerk: 44% Zorgtaken: 30% Geen nevenactiviteiten: 44% Vrijwilligers-/bestuurswerk: 33% Zorgtaken: 26% 52% vindt nevenactiviteiten van invloed 45% vindt nevenactiviteiten van invloed Over het algemeen kan worden gesteld dat in juli 2006 vooral vrouwen zijn bereikt die actief zijn in het Bouwnetwerk of tot de directe kring rond het Bouwnetwerk zelf behoren. Ze zijn over het algemeen iets ouder en hoger opgeleid dan de vrouwen die in tweede instantie zijn bereikt. Blijven relatief lang op een positie 63% heeft beslissingsbevoegdheid; 28% enigszins Relatief meer vrouwen in de top van de organisatie 29% ervaart een verschil in beloning tussen mannen en vrouwen (man in voordeel) Vakinhoudelijk goed zijn & ervaring als belangrijkste sleutels tot succes 62% is heel tevreden met positie; 31% matig tevreden Blijven iets minder lang op een positie 51% heeft beslissingsbevoegdheid; 41% enigszins Relatief minder vrouwen in de top van de organisatie 42% ervaart een verschil in beloning tussen mannen en vrouwen (man in voordeel) Doorzetten / hard werken & vakinhoudelijk goed zijn als belangrijkste sleutels tot succes 47% is heel tevreden met positie; 45% matig

16 Een genderprofiel van de bouw, Bouwnetwerk Respondenten van 22 t/m 36 jaar Respondenten van 37 t/m 51 jaar Respondenten van 52 t/m 66 jaar Alle vrouwen in Nederland in 2004 volgens CBS Alle mannen in Nederland in 2004 volgens CBS Arbeidsduur per week 0% 20% 40% 60% 80% 100% 36 jaar is dit respectievelijk 22% en 31%. Het merendeel van de respondenten ziet zichzelf niet als loopbaanplanner en deelt een grote rol aan het toeval toe. Dit deel is groter bij de leeftijdsgroep 52 t/m 66 jaar en kleiner bij de leeftijdsgroep 22 t/m 36 jaar. Gevraagd naar de drijfveren achter het werk, staat de factor inhoudelijk interessant met stip op 1. Tweede is persoonlijke ontwikkeling. Loopbaan motieven: Wat is het belangrijkste in je werk in de bouwsector? 1. 1 Inhoudelijk interessant 2. 2 Persoonlijke ontwikkeling (zelfontplooiing) 3. 3/4/5 Maatschappelijke verantwoordelijkheid 4. 3/4/5 Werkomgeving (netwerk, werkplek) 5. 3/4/5 Inkomsten (loon) 6. 6 Invloed / gezichtsbepalend zijn 7. 7/8 Expressie 8. 7/8 Combineerbaarheid met andere taken a = 35 uur per week of meer b = Van 20 tot 35 uur week c = Minder dan 20 uur per week Beslissingsbevoegdheid 85% vindt het belangrijk om beslissingsbevoegdheid te hebben en 15% enigszins. Uit de gegeven toelichtingen valt op dat een aantal respondenten vooral belang hecht aan het zelf sturing kunnen geven aan het eigen werk, dan wel het zelfstandig kunnen werken. 51% heeft daadwerkelijk beslissingsbevoegdheid en 42% enigszins. Man-/vrouwverschillen Bij de organisaties van de respondenten zit bij 27% geen enkele vrouw in de top en bij 23% bestaat de top voor de helft of meer uit vrouwen. Bij de leeftijdsgroep 22 t/m 36 jaar zijn er meer organisaties zonder vrouw in de top. Uit de gegeven toelichtingen blijkt dat de respondenten vaak zelf de top vormen, bijvoorbeeld in een eigen bureau. (Dit is het meest het geval bij de leeftijdsgroep 52 t/m 66 jaar). De respondenten hebben nogal wisselende ervaringen met betrekking tot het man-/vrouwverschil in het bereiken van posities in de bouwsector. Van de respondenten stelt 44% dat de mannen in het voordeel waren (waarbij 33% aangeeft dat verhuld het geval was) en 47% stelt dat er geen verschil is ervaren. Overigens heeft 9% ervaren dat vrouwen in het voordeel waren. Door de eerste groep wordt een verband gelegd met de mannenwereld die de bouwsector nog steeds grotendeels is. Wat betreft verschil in beloning heeft 42% ervaren dat mannen in het voordeel waren; 50% heeft hierin nooit enig verschil tussen mannen en vrouwen ervaren. Kenmerken van de bouwsector De respondenten is gevraagd op een aantal stellingen over aspecten van (werken in) de bouwsector te reageren. Hoewel een flink aantal respondenten heeft aangeven niet over de (hele) bouwsector te kunnen of willen oordelen, kan het volgende worden gesteld: de bouwsector biedt volgens velen voldoende mogelijkheden tot netwerken je kunt er je leven lang werken vakmatige ontwikkeling via opleidingen en dergelijke is goed mogelijk Ook vindt een meerderheid dat er sprake is van een haantjescultuur en dat er onvoldoende mogelijkheden zijn om thuis te werken. Eigen ervaringen met en visie op loopbaanverloop Een minderheid van de respondenten heeft aangegeven dat de huidige positie met (veel) moeite is verkregen; bij de meesten ging het relatief gemakkelijk. Vrijwel alle respondenten hebben factoren genoemd die ervoor hebben gezorgd dat ze hun huidige positie hebben bereikt. Verder heeft 58% aangegeven een hoog ambitieniveau te hebben; 40% een gemiddeld niveau. Deze ambitie heeft niet zozeer of

17 Een genderprofiel van de bouw, Bouwnetwerk altijd te maken met een invloedrijke positie, maar meer met een intellectueel niveau van werken / inhoud / kwaliteit. 47% heel tevreden met haar positie en 45% matig tevreden. 64% verwacht haar positie te kunnen verbeteren in de komende tijd; 18% geeft aan de top al bereikt te hebben. Sleutels tot succes, belemmeringen en tips Uit het keuzemenu sleutels tot succes kozen de respondenten 1. ervaring, 2. kansen grijpen en 3. netwerken. bouwsector, hebben de respondenten over het algemeen uitgebreid gereageerd 16). De meeste suggesties zijn bedoeld voor de bouwsector zelf en deze gaan het vaakst over het beter mogelijk maken van de combinatie arbeid & zorg (werk/privé). Ook is er veel gezegd over een betere begeleiding van vrouwen binnen organisaties en het stimuleren van veranderingen in de cultuur van organisaties in de bouwsector. Er zijn ook tips gegeven aan vrouwen zelf, waaronder: maak keuzes! Uit een aantal voorgegeven belemmeringen kozen zij als belangrijkste: 1. gebrek aan assertiviteit, 2. gebrek aan netwerk, 3. gebrek aan kansen (grijpen) en 4. gebrek aan ervaring. Volgens respondente enquête Op de vraag of respondenten tips voor vakverenigingen, Top 10 succesfactoren volgens respondenten enquête : 1. volhouden 2. vakinhoudelijk goed zijn 3. hard werken 4. enthousiasme 5. ervaring 6. zichtbaar zijn 7. netwerk 8. sociale vaardigheden 9. geluk hebben 10 kansen grijpen vrouw zijn als positieve factor brancheorganisaties, werkgevers- en werknemersorganisaties of beleidsmakers over hoe zij een bijdrage kunnen leveren aan het verbeteren van de positie van hoogopgeleide vrouwen in de 16) zie bijlage 2

18 Een genderprofiel van de bouw, Bouwnetwerk Het gezicht (m/v) van de bouw 5.1 Opzet inventarisatie marktleiders Om een indruk te krijgen van de zichtbaarheid van vrouwen in de bouwbranche is een momentopname gemaakt van de toonaangevende bedrijven in de branche. Het was in het kader van deze verkenning niet mogelijk om alle bedrijven en zijtakken te onderzoeken. De werkgroep heeft zich daarom - bij wijze van steekproef - beperkt tot de marktleiders. Er is geen reden om aan te nemen dat deze bedrijven op dit punt erg afwijken van het gemiddelde in de branche. Maar juist bij marktleiders, valt de zichtbaarheid van vrouwen het meest op. Als hoofdbron voor de onderzoekslijst hebben we gebruik gemaakt van het boek de marktleiders 2005/ ). Dit boek biedt een jaarlijks overzicht van de grootste bedrijven en organisaties in de bouwbranche. Het boek beschrijft (zoals men het zelf formuleert) de vastgoedcyclus en de dienstverleners door de gehele branche heen. Ongetwijfeld is er van alles aan te merken op de manier waarop Building Business haar ranking heeft samengesteld, maar het feit blijft dat bedrijven en organisaties in beeld komen vanwege hun ranking in dit boek. Ze zijn de grootste (qua aantal werknemers of qua omzet) of ze zijn opinieleider 18). 5.2 Wijze van onderzoeken Van alle onderdelen in de branche is steeds de top tien onderzocht 19). Er is gekeken naar informatie van de websites van de verschillende organisaties, in het boek de marktleiders, de Cobouw Almanak, in het jaarboek gemeentewerken en het jaarboek projectontwikkeling ). In al deze bronnen is onderzocht in hoeverre bedrijven mededelingen doen over de samenstelling van hun personeel, over hun toezichthouders en commissarissen. Waar dat mogelijk was, is ook het jaarverslag geraadpleegd om na 17) De marktleiders is een jaarlijkse uitgave van Building Business b.v. in Maarssen 18) Op de keper beschouwd is marktleider dus een diffuus begrip. Gelukkig weet iedereen in de praktijk heel redelijk wat er in deze markt mee wordt bedoeld. Voorwoord bij de tweede editie van de Marktleiders, Maarssen ) Een overzicht van onderzochte bedrijven is te vinden in bijlage 4 20) De jaarboeken gemeentwerken en projectontwikkeling is een jaarlijkse uitgave van Denhatex Uitgeverij b.v. te Rotterdam. te kijken wat de organisaties zeggen over hun personeelsbestand en personeelbeleid. Veel bedrijven en organisaties zeggen niet expliciet iets over de m/v verhouding. Vaak is ook niet te zien of een afdelingshoofd of directeur een man of een vrouw is. In die gevallen waar dat niet zichtbaar was, is aangenomen dat er sprake was van een persoon van het mannelijke geslacht. Een positieve uitzondering op de informatievoorziening vormen de corporaties. De websites zijn over het algemeen zeer volledig en jaarverslagen zijn in te zien in de vorm van een pdf-bestand. Bij gemeenten en provincies is gekeken naar de portefeuilles en diensten gerelateerd aan de bouwector (grondbedrijf, ruimtelijke ordening en verkeer en vervoer). Als dat bijvoorbeeld drie diensten zijn, dan zijn de directeuren en afdelingshoofden van deze drie diensten geteld. Van die drie is dan bekeken in hoeverre er vrouwen of mannen op deze plaatsen zitten. Ook wethouders met een portefeuille RO of Grondzaken zijn meegenomen in de analyse. 5.3 Gezicht (M/V) bouwsector 2005/2006 Het gaat in deze momentopname steeds om kleine aantallen bedrijven cq. personen. Kleine aantallen vallen buiten het gezichtsveld van de statistieken, terwijl het in de top en de toonaangevende bedrijven juist om kleine aantallen gaat. Alle conclusies over de representatie van vrouwen in de onderzochte organisaties dienen daarom niet statistisch gelezen te worden. Omdat dit de toonaangevende organisaties binnen de branche zijn, kunnen we uitspraken doen over aanwezigheid en gezichtsbepalende profielen. Die hebben effect als rolmodellen, verwachtingen naar individuen en cultuur binnen organisaties (hier komen we in hoofdstuk 7 op terug). 5.4 Conclusies Verdeling overheid-markt: De hoogste vertegenwoordiging van vrouwen is zichtbaar bij de overheden. De overheid scoort voornamelijk goed in het politieke deel waarin de ministers, de wethouders en gedeputeerden zichtbaar zijn: 41% van hen is vrouw. In het ambtelijk apparaat van de overheid is de situatie heel anders: onder sectordirecteuren (en

19 Een genderprofiel van de bouw, Bouwnetwerk schema marktleiders Commissaris / wethouder / gedeputeerde Adviesbureaus aantal personen waarvan % vrouw Directeur/ management aantal personen % vrouw Afdelingshoofd/ Sectorhoofd waarvan % vrouw aantal personen waarvan % vrouw Bouw- en vastgoed advisering 22 14% 30 0% 25 4% Bestuur, RO, Volkhuisvesting, herstructurering 9 44% 28 0% 3 0% Communicatie, marketing geen informatie geen informatie 17 24% geen informatie geen informatie gemiddeld adviesbureaus 31 23% 28 Overheid Gemeenten 30 27% 27 7% 13 15% Provincies 25 28% 6 17% 25 16% Rijksoverheid 20 40% 16 44% 9 33% gemiddeld rijksoverheid Vastgoed ontwikkelaars Vastgoedbeleggers 40 5% 30 3% geen informatie geen informatie Corporaties 64 20% 26 8% 19 26% Ontwikkelaars 12 0% 38 3% 6 17% gemiddeld vastgoedontwikkelaars Financiers 17 6% 14 0% 3 0% Technische universiteiten Hoogleraren 490 4% univers. hoofddocent 487 7% OBP 14 21% Kennisbranche Kenniscentra 6% 16% 9% Belangenverenigingen 8% 27% n.v.t. gemiddeld over kenniscentra 7% (9 op 122) 8% (3 op 37) 9% (5 op 51) Architectenbureaus geen informatie geen informatie 59 10% geen informatie Ingenieursbureaus 35 3% 35 1% geen informatie geen informatie Uitvoerend bouwbedrijf 36 0% 35 0% 3 0%

20 Een genderprofiel van de bouw, Bouwnetwerk andere hogere ambtenaren zijn vrouwen schaars vertegenwoordigd slechts 11% van hen is vrouw. De kennisbranche en de vastgoedsector delen de onderste positie in hun aandeel van vrouwen. Verdeling over functies: De algemene trend door de verschillende sectoren heen, is dat vrouwen vooral zichtbaar (en vindbaar!) zijn in de toezichthoudende functies en dat je ze aantreft in managementteams 21). Directiefuncties en partnerships zijn onder vrouwen echter schaars. Bij de corporaties zijn vrouwen redelijk tot goed vertegenwoordigd in de raad van commissarissen: gemiddeld 20%. Datzelfde geldt voor de afdelingshoofden. Vrouwelijke directeur bestuurders zijn echter zeer dun gezaaid. Hetzelfde fenomeen doet zich voor in de top 10 van beleggers. Echter daar zijn de percentages veel lager: van de commissarissen is gemiddeld 5% vrouw. Bedroevende sectoren: De marktleidende ingenieursbureaus doen het beter dan de technische adviesbureaus waar geen enkele vrouw in de top is te vinden. Bij de ingenieursbureaus wel: 1 vrouwelijke commissaris en 1 vrouwelijke directeur. In de top 10 van Bouwbedrijven hebben wij geen vrouwelijke commissarissen kunnen ontdekken. De top 10 van architectenbureaus komt niet verder dan 10% vrouwelijke directeuren respectievelijk partners / associates. De vertegenwoordiging van vrouwen in de directies van de adviesbureaus bestaat vrijwel alleen door de communicatieen marketingadviesbureaus. Als deze wegvallen, is het aantal vrouwen onder directeuren en partners verreweg het laagst van de verschillende sectoren, namelijk 0%. Personeelsbeleid: Een tweede conclusie is dat er vrijwel geen bedrijf is dat aangeeft een genderspecifiek personeelsbeleid te voeren of dat de afwezigheid van vrouwen als actiepunt onderkent. Dat dit effect kan scoren is te zien in de corporatiebranche, waar in het merendeel van de advertenties voor Raden van Toezicht nadrukkelijk wordt opgeroepen voor een diverse samenstelling. Het percentage vrouwen is daar dan ook relatief hoog. 5.5 Zichtbaarheid van opinieleiders Professionele invloed en zichtbaarheid (ook als rolmodel) bestaat eveneens in het aanwezig zijn als spreker op symposia en congressen, of in vakpublicaties en periodieken. Geciteerd worden leidt vaak weer tot verdere profilering, bijvoorbeeld als jurylid of in commissies: de weg naar vakmatige autoriteit. Om vast te stellen hoe de zichtbaarheid van vrouwen zich proportioneel verhoudt zou de vertegenwoordiging van vrouwen stelselmatig over een periode moeten worden geteld. Het was in het kader van deze verkenning niet mogelijk om een langere tijd periodieken, commisies en congressen te turven. Toch is het aspect zichtbaarheid voor ons belangrijk genoeg om een impressie van 2005/2006 weer te geven. Iedereen kan in de praktijk constateren dat verreweg de meeste sprekers en voorzitters op congressen en symposia mannen zijn. Maar vaak is de diversiteit geheel afwezig in het publieke debat: de brochures van de Nationale DuBodag 2005, het Cobouw Congres Herstructurering 2006, de Leergang Nieuwe Stedelijkheid van SLIM 22), de cursus Praktijk van Financiering van het NIROV najaar 2005, het NIROV eindejaarsdebat 2005 en de Masterclass woningcorporaties 23) bieden alleen (witte) mannelijke sprekers en docenten. Op praktijk- en studiedagen van brancheorganisaties als de Betonvereniging of Bouwen met Staal is deze trend nog significanter aanwezig, Het Centrum Hout doet het iets beter en laat soms een architecte of onderzoekster aan het woord. In publicaties gericht op jongeren brengt de Betonvereniging wel vrouwen in een professionele hoedanigheid in beeld. Bij organisaties als SEV en KEI-centrum komen vaker vrouwen aan het woord en ook de NieuwsStudio op de Bouwrai 2006 laat zien dat het anders kan (±6 vakvrouwen op ±36 heren). 21) Initiatieven als Toegang tot Toezicht, Aedesnet en het ambassadeursnetwerk hebben in sommige sectoren merkbaar hun vruchten afgeworpen als het gaat om de werving van vrouwen voor toezichthoudende functies. 22) ST. Leergang Intensief Meervoudig Ruimtegebruik 23) Real Estate Magazine en Arko conferences 2004

Inhoud. Over deze publicatie Doorstroom van vrouwen gaat niet vanzelf

Inhoud. Over deze publicatie Doorstroom van vrouwen gaat niet vanzelf Inhoud 3 4 8 12 16 20 Over deze publicatie Doorstroom van vrouwen gaat niet vanzelf Slecht zicht op de feiten De arbeidsparticipatie van vrouwen is de laatste tien jaar fors toegenomen. Grote kans dat

Nadere informatie

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties in de architectenbranche QUICKSCAN mei 2013 Inhoud Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties 3 Resultaten 6 Bureau-intermediair I Persoonlijk urenbudget 6 Keuzebepalingen

Nadere informatie

Onderzoek Alumni Bètatechniek

Onderzoek Alumni Bètatechniek Onderzoek Alumni Bètatechniek 0 meting - Achtergrond Eén van de knelpunten op de Nederlandse arbeidsmarkt is een tekort aan technisch geschoolden. De Twentse situatie is hierin niet afwijkend. In de analyse

Nadere informatie

Resultaten WO-monitor 2013

Resultaten WO-monitor 2013 Resultaten WO-monitor 2013 Samenvatting: De WO-Monitor is een vragenlijst die wordt afgenomen onder recent afgestudeerden (1-1,5 jaar na afstuderen) van de universiteiten in Nederland. De WO-monitor wordt

Nadere informatie

Voorwoord. Uitkomsten enquête 19-06-2011

Voorwoord. Uitkomsten enquête 19-06-2011 Voorwoord In mijn scriptie De oorlog om ICT-talent heb ik onderzoek gedaan of Het Nieuwe Werken als (gedeeltelijke) oplossing kon dienen voor de aankomende vergrijzing. Hiervoor werd de volgende onderzoeksvraag

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Werkdruk in het onderwijs

Werkdruk in het onderwijs Rapportage Werkdruk in het primair en voortgezet onderwijs DUO ONDERWIJSONDERZOEK drs. Vincent van Grinsven dr. Eric Elphick drs. Liesbeth van der Woud Maart 2012 tel: 030-2631080 fax: 030-2616944 email:

Nadere informatie

Alle talenten van meisjes benutten! Cocky Booij Directeur VHTO Landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek

Alle talenten van meisjes benutten! Cocky Booij Directeur VHTO Landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek Alle talenten van meisjes benutten! Cocky Booij Directeur VHTO Landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek VHTO VHTO Een stichting met een missie: de participatie van meisjes en vrouwen

Nadere informatie

Rapportage online marktonderzoek Wat maakt succes?

Rapportage online marktonderzoek Wat maakt succes? Rapportage online marktonderzoek Wat maakt succes? December 2007 / Januari 2008 Door: Marco Bouman, Impulse, Strategie & Marketing Februari 2008 2008 Marco Bouman, alle rechten voorbehouden Het is niet

Nadere informatie

Enquête SJBN 15.10.2013

Enquête SJBN 15.10.2013 Enquête SJBN 15.10.2013 1 Inhoudsopgave Steekproef Resultaten enquête Algehele tevredenheid Arbeidsomstandigheden Urennorm Ondernemersaspecten Kijk op de toekomst Conclusies 2 Steekproef: achtergrond kenmerken

Nadere informatie

Talent draagt in grote mate bij aan loopbaan

Talent draagt in grote mate bij aan loopbaan Talent draagt in grote mate bij aan loopbaan NRC Carrière heeft onderzoek laten uitvoeren naar talent en talentontwikkeling. Dit onderzoek is uitgevoerd door Motivaction International onder hoogopgeleiden

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs. ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs april 2016 1

Nadere informatie

M200802. Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D.

M200802. Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D. M200802 Vrouwen aan de start Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, juni 2008 2 Vrouwen aan de start Vrouwen vinden het starten

Nadere informatie

FNV Vakantiewerk onderzoek 2013

FNV Vakantiewerk onderzoek 2013 FNV Vakantiewerk onderzoek 2013 Datum: 31 Mei 2013 Opdrachtgever: FNV Jong Onderzoeksbureau: YoungVotes TM (DVJ Insights) Contactpersoon FNV Jong: Esther de Jong, Kim Cornelissen Contactpersoon YoungVotes:

Nadere informatie

Mate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender

Mate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender Mate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender Digitaal Cursisten - Panelonderzoek 1 WoonWerk Jonna Stasse Woerden, mei 2007 In geval van overname van het datamateriaal is bronvermelding

Nadere informatie

Wat zijn de drijfveren van de Nederlandse ondernemer? Een onderzoek naar de vooren nadelen van ondernemen

Wat zijn de drijfveren van de Nederlandse ondernemer? Een onderzoek naar de vooren nadelen van ondernemen Wat zijn de drijfveren van de Nederlandse ondernemer? Een onderzoek naar de vooren nadelen van ondernemen Onderzoek van GfK november 2015 Inleiding Het aantal ondernemers blijft groeien. In 2015 heeft

Nadere informatie

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Leon Pouwels 11 juni 2014 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond - onderzoeksopzet Doelstelling Steekproef Methode De doelstelling van dit onderzoek is het verkrijgen

Nadere informatie

Mens en Organisatie in het architectenbureau. Peiling juni 2013

Mens en Organisatie in het architectenbureau. Peiling juni 2013 Mens en Organisatie in het architectenbureau Peiling juni 2013 Inhoudsopgave Peiling Mens en Organisatie 3 Arbeidsrelaties 4 Beleid voor mens en organisatie: ontwikkeling 5 Beleid voor mens en organisatie:

Nadere informatie

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Uitgevoerd door ABF Research in opdracht van SOM Aanleiding De arbeidsmarkt voor mbo-personeel is dynamisch. Nieuw personeel stroomt in en ander personeel

Nadere informatie

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD)

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) 2013. De gehele publicatie is na te lezen op de website

Nadere informatie

Evenredige verdeling man / vrouw bij het Veenplaspersoneel

Evenredige verdeling man / vrouw bij het Veenplaspersoneel Evenredige verdeling man / vrouw bij het Veenplaspersoneel Opgesteld : maart 2006 Vastgesteld : juni 2006 0 Inhoudsopgave Inleiding 2 2005 vergeleken met 1999 2 Genomen maatregelen vanaf 1999 3 Nieuwe

Nadere informatie

MENSENRECHTEN & BEDRIJFSLEVEN. ICCO Onderzoek 2015

MENSENRECHTEN & BEDRIJFSLEVEN. ICCO Onderzoek 2015 MENSENRECHTEN & BEDRIJFSLEVEN ICCO Onderzoek 2015 Inhoud 1. Uitgangspunten 2. Onderzoek Demografie Bedrijfsgegevens Functie van de respondent Landen Wat zijn mensenrechten? Waarom mensenrechten? Six step

Nadere informatie

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen nen geven veel vaker leiding dan vrouwen Astrid Visschers en Saskia te Riele In 27 gaf 14 procent van de werkzame beroepsbevolking leiding aan of meer personen. Dit aandeel is de afgelopen jaren vrijwel

Nadere informatie

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012 Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 0/0 Stichting Personeelspensioenfonds Cordares (PPF) Astrid Currie, communicatieadviseur Maart 0 versie.0 Pagina versie.0 Inleiding Op initiatief

Nadere informatie

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken Januari 2015 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 1.1 Opzet... 5 1.2 Leeswijzer... 6 2. Inventarisatie medewerkers arbeidsbeperking...

Nadere informatie

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Respondent: Jill Voorbeeld Email: voorbeeld@testingtalents.nl Geslacht: vrouw Leeftijd: 39 Opleidingsniveau: wo Vergelijkingsgroep: Normgroep marketing

Nadere informatie

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Rapport Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Woerden, juli 2014 Inhoudsopgave I. Omvang en samenstelling groep respondenten p. 3 II. Wat verstaan senioren onder eigen regie en zelfredzaamheid?

Nadere informatie

Onderzoek Trappers. rapportage. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen

Onderzoek Trappers. rapportage. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen Onderzoek Trappers rapportage Opdrachtgever Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen Opdrachtnemer DTV Consultants B.V. Ruben van den Hamsvoort en Alex van Ingen POM 8267 Breda, maart 2009

Nadere informatie

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijs 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Resultaten Karin Jettinghoff en Jo Scheeren, SBO Januari 2010 2 1. Inleiding Tot voor kort

Nadere informatie

Hoe staat het met de balans tussen werk en privé in de woonbranche? Nieuwegein, augustus 2010 Jeroen Kleingeld

Hoe staat het met de balans tussen werk en privé in de woonbranche? Nieuwegein, augustus 2010 Jeroen Kleingeld Hoe staat het met de balans tussen werk en privé in de woonbranche? Nieuwegein, augustus 2010 Jeroen Kleingeld Inhoud 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Doelstelling... 3 1.3 Respons... 3 1.4 Representativiteit...

Nadere informatie

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar

Nadere informatie

Voor eerlijke kansen en keuzes in werk en opleiding

Voor eerlijke kansen en keuzes in werk en opleiding Voor eerlijke kansen en keuzes in werk en opleiding 1 Waarom? Nederland staat voor een uitdaging. De arbeidsmarkt verandert door technologische ontwikkelingen, flexibilisering, decentralisering en bezuinigingen.

Nadere informatie

Vast en flexibel werk in de wetenschap: wensen & verwachtingen van werknemers. Marian van der Klein, Onderzoekersdag Instituut Gak, 7 december 2015

Vast en flexibel werk in de wetenschap: wensen & verwachtingen van werknemers. Marian van der Klein, Onderzoekersdag Instituut Gak, 7 december 2015 Vast en flexibel werk in de wetenschap: wensen & verwachtingen van werknemers Marian van der Klein, Onderzoekersdag Instituut Gak, 7 december 2015 Programma Presentatie voorlopige resultaten onderzoek

Nadere informatie

WAARDERING GEMEENTEBESTUUR KOGGENLAND

WAARDERING GEMEENTEBESTUUR KOGGENLAND WAARDERING GEMEENTEBESTUUR KOGGENLAND Gemeente Koggenland Maart 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/concept Datum Maart

Nadere informatie

Inge Test 07.05.2014

Inge Test 07.05.2014 Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij

Nadere informatie

Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden

Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden Bestuursstaf Advies en ondersteuning Venlo, juli 2017 Onderzoek & Statistiek 2 Samenvatting In maart 2018 vinden er in Venlo gemeenteraadsverkiezingen

Nadere informatie

M200916. Parttime van start. drs. A. Bruins

M200916. Parttime van start. drs. A. Bruins M200916 Parttime van start drs. A. Bruins Zoetermeer, 24 september 2009 Parttime van start Van de startende ondernemers werkt een kleine meerderheid na de start fulltime in het bedrijf. Een op de vier

Nadere informatie

Naar een betere Match. Inventarisatie knelpunten onderwijs arbeidsmarkt in Zorg en welzijn in Haaglanden Nieuwe Waterweg Noord

Naar een betere Match. Inventarisatie knelpunten onderwijs arbeidsmarkt in Zorg en welzijn in Haaglanden Nieuwe Waterweg Noord Samenvatting Naar een betere Match. Inventarisatie knelpunten en oplossingen bij de aansluiting onderwijs arbeidsmarkt in Zorg en welzijn in de regio Haaglanden Nieuwe Waterweg Noord 1 Samenvatting van:

Nadere informatie

Managers zijn de meest tevreden werknemers

Managers zijn de meest tevreden werknemers Sociaaleconomische trends 2014 Managers zijn de meest tevreden werknemers Linda Moonen februari 2014, 02 CBS Sociaaleconomische trends, februari 2014, 02 1 Werknemers zijn over het algemeen tevreden met

Nadere informatie

Leiderschap in Turbulente Tijden

Leiderschap in Turbulente Tijden De Mindset van de Business Leader Leiderschap in Turbulente Tijden Onderzoek onder 175 strategische leiders Maart 2012 Inleiding.. 3 Respondenten 4 De toekomst 5 De managementagenda 7 Leiderschap en Ondernemerschap

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Het Nationale Stage Onderzoek 2012

Het Nationale Stage Onderzoek 2012 Het Culemborg, 22 mei 2012 Nationaal Stage Onderzoek 2012 Voorwoord Voor u ligt het Nationaal Stage Onderzoek 2012. Jaarlijks brengt Stageplaza het Nationaal Stage Onderzoek uit om een goed beeld te krijgen

Nadere informatie

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport STUDENTENHUISVESTING Zoetermeer, 9 december 2015 Gemeente Zoetermeer

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Ten Boer Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Inhoud... 1 2.8 Effect van de ondersteuning... 11 3. Conclusie... 13

Nadere informatie

Performance Improvement Plan

Performance Improvement Plan Performance Improvement Plan Persoonlijke rapportage van B. Smit P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Postbus 1087, 3600 BB Maarssen tel. 0346-55 90 10 fax 0346-55

Nadere informatie

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Ervaringen Wmo Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Inhoud 1. Achtergrond van het onderzoek... 2 2. Het regelen van ondersteuning... 4 3. Kwaliteit van de ondersteuning... 6 4. Vergelijking regio...

Nadere informatie

Monitor naleving rookvrije werkplek 2006

Monitor naleving rookvrije werkplek 2006 Monitor naleving rookvrije werkplek 2006 METINGEN 2004 EN 2006 B. Bieleman A. Kruize COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam:

Nadere informatie

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen?

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen? Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen? Welke percepties leven er bij werknemers en studenten omtrent de logistieke sector? Lynn De Bock en Valerie Smid trachten in hun gezamenlijke masterproef

Nadere informatie

Figuur 1: Aantal gediplomeerde studenten lerarenopleidingen studiejaar 2004-2008 (bronnen: hbo-raad en vsnu, bewerkt door sbo)

Figuur 1: Aantal gediplomeerde studenten lerarenopleidingen studiejaar 2004-2008 (bronnen: hbo-raad en vsnu, bewerkt door sbo) Aantal gediplomeerden aan de lerarenopleidingen in Nederland Ondanks huidige en verwachte lerarentekorten is er geen sprake van een substantiële groei van aantal gediplomeerden aan de verschillende lerarenopleidingen.

Nadere informatie

Check Je Kamer Rapportage 2014

Check Je Kamer Rapportage 2014 Check Je Kamer Rapportage 2014 Kwantitatieve analyse van de studentenwoningmarkt April 2015 Dit is een uitgave van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden

Nadere informatie

De dienstverlening van SURFnet Onderzoek onder aangesloten instellingen. - Eindrapportage -

De dienstverlening van SURFnet Onderzoek onder aangesloten instellingen. - Eindrapportage - De dienstverlening van Onderzoek onder aangesloten instellingen - Eindrapportage - 09-09-2009 Inhoud Inleiding 3 Managementsamenvatting 4 Onderzoeksopzet 5 Resultaten 6 Tevredenheid 6 Gebruik en waardering

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Eerste kwantitatief onderzoek

Eerste kwantitatief onderzoek Eerste kwantitatief onderzoek naar de opleiding van hoogbegaafden in Nederland en Vlaanderen april 2014 Een onderzoek in opdracht van www.ikbenhoogbegaafd.nl Uitgevoerd door Willem Wind Inhoudsopgave Waarschuwing

Nadere informatie

Arbeidsmarktanalyse Elektrotechnische detailhandel Chantal Nijhuis/Wilco Brinkman april en oktober 2014

Arbeidsmarktanalyse Elektrotechnische detailhandel Chantal Nijhuis/Wilco Brinkman april en oktober 2014 Arbeidsmarktanalyse Elektrotechnische detailhandel 2014 Chantal Nijhuis/Wilco Brinkman april en oktober 2014 1 Inhoud Blok 1: Werkgelegenheid in de sector Blok 2: Kenmerken van werknemers Blok 3: Kenmerken

Nadere informatie

Minder startende ondernemers

Minder startende ondernemers Starters ING Economisch Bureau Minder startende ondernemers in 2012 Aantal starters loopt in alle provincies terug Dit jaar zijn er tot en met september circa 95.000 mensen een onderneming gestart, ruim

Nadere informatie

Schoolverlaters uit het Beroepsonderwijs

Schoolverlaters uit het Beroepsonderwijs Schoolverlaters uit het Beroepsonderwijs Digitale en schriftelijk Schoolverlaters - Panelonderzoek 12 WoonWerk Jonna Stasse Woerden, augustus 2006 In geval van overname van het datamateriaal is bronvermelding

Nadere informatie

Wie werken er in het christelijk en reformatorisch onderwijs?

Wie werken er in het christelijk en reformatorisch onderwijs? Artikel pag. 5-8 Wie werken er in het christelijk en reformatorisch onderwijs? Opzet en verantwoording van het onderzoek In de afgelopen maanden heeft een projectgroep vanuit de redactie van DRS Magazine

Nadere informatie

AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers

AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers November 2014 GfK 2014 AFM Consumentenmonitor November 2014 1 Beleggingsportefeuille GfK 2014 AFM Consumentenmonitor November 2014 2 Zes op de tien beleggers

Nadere informatie

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze

Nadere informatie

Uitkomsten NBA ledenenquête. Toon aan de top. Binnen bedrijven en accountantskantoren

Uitkomsten NBA ledenenquête. Toon aan de top. Binnen bedrijven en accountantskantoren Uitkomsten NBA ledenenquête Toon aan de top Binnen bedrijven en accountantskantoren November 2012 Status Deze publicatie is samengesteld voor leden en dient ter ondersteuning van de praktijk. De publicatie

Nadere informatie

Van Hulzen Public Relations Europees Jaar Gelijke Kansen voor Iedereen 0-meting en 1-meting

Van Hulzen Public Relations Europees Jaar Gelijke Kansen voor Iedereen 0-meting en 1-meting Van Hulzen Public Relations Europees Jaar Gelijke Kansen voor Iedereen en Management summary Amsterdam, 19 december 2007 Ronald Steenhoek en Stefan Klomp 1.1 Inleiding Dit jaar is door de Europese Commissie

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest

Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest Respondent: Johan den Doppelaar Email: info@123test.nl Geslacht: man Leeftijd: 37 Opleidingsniveau: hbo Vergelijkingsgroep: Nederlandse beroepsbevolking

Nadere informatie

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Ter Zake Het Ondernemershuis

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Ter Zake Het Ondernemershuis Omnibusenquête 2015 deelrapport Ter Zake Het Ondernemershuis Omnibusenquête 2015 deelrapport Ter Zake Het Ondernemershuis OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport TER ZAKE HET ONDERNEMERSHUIS Zoetermeer, 15 februari

Nadere informatie

Tabellenboek bij factsheet panel Psychisch Gezien: Werk, eenzaamheid en stigma. Caroline Place Lex Hulsbosch Harry Michon

Tabellenboek bij factsheet panel Psychisch Gezien: Werk, eenzaamheid en stigma. Caroline Place Lex Hulsbosch Harry Michon Tabellenboek bij factsheet panel Psychisch Gezien: Werk, eenzaamheid en stigma Caroline Place Lex Hulsbosch Harry Michon Inhoudsopgave Algemene toelichting... 3 Legenda bij tabellen... 4 Deel 1 - Algemene

Nadere informatie

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Werkloosheid Redenen om niet actief te Sociaal Economische Trends 2013 Sociaaleconomische trends Werkloosheid Redenen 2004-2011 om niet actief te zijn Stromen op en duren de arbeidsmarkt Werkloosheidsduren op basis van de Enquête beroepsbevolking

Nadere informatie

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, Meting juni 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl 80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, AL ZIEN MINDER

Nadere informatie

Quickscan Bouw 2012 samenvatting

Quickscan Bouw 2012 samenvatting 2012 samenvatting Vraag & aanbod personeel in de bouw sector KBB 2012.26 Curaçao, mei 2013 Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Curaçao kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven curaçao tel

Nadere informatie

Afvalenquête gemeente Elburg en gemeente Oldebroek Analyse van de gegevens

Afvalenquête gemeente Elburg en gemeente Oldebroek Analyse van de gegevens Afvalenquête gemeente Elburg en gemeente Oldebroek Analyse van de gegevens April 2016 Gemeente Elburg Gemeente Oldebroek Inhoudsopgave Deel 1. Inleiding 3 Deel 2. Motivatie afval scheiden 4 Deel 3. Afval

Nadere informatie

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1.1 De beroepsbevolking in 1975 en 2003 11 1.2 De werkgelegenheid in 1975 en 2003 14 Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw trok de gemiddelde Nederlandse

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo WIJ-gebieden 2017 Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Samenvatting... 2 2.9 Tot slot... 20 Bijlage 1: de WIJ-gebieden...

Nadere informatie

StudentenBureau Stagemonitor

StudentenBureau Stagemonitor StudentenBureau Stagemonitor Rapportage Mei 2011 1 SAMENVATTING... 3 ERVARINGEN... 3 INLEIDING... 4 ONDERZOEKSMETHODE... 5 RESPONDENTEN... 5 PROCEDURE... 5 METING... 5 DEEL I ANALYSE... 6 1. STAGE EN ZOEKGEDRAG...

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

* 1. Wat is uw geslacht? Beste oud-studenten,

* 1. Wat is uw geslacht? Beste oud-studenten, Beste oud-studenten, Hogeschool de Kempel doet onderzoek naar de loopbaan van afgestudeerden. De gegevens zijn van belang om verbeteringen aan te brengen in de huidige opleiding en om de huidige studenten

Nadere informatie

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld NEDERLANDERS OVER DE VIERDAAGSE Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen Nienke Lammertink en Koen Breedveld Mei 2016 1 Nederlanders over de

Nadere informatie

Agressie en geweld Onderzoeksresultaten poll

Agressie en geweld Onderzoeksresultaten poll Agressie en geweld Onderzoeksresultaten poll in opdracht van FNV ADV Market Research Willem Arntszlaan 115 C 3734 EE Den Dolder www.adv-mr.com Den Dolder, maart 2010 Wim Woning MSc Index Index... 2 1.

Nadere informatie

Trendonderzoek Interne Communicatie 2017 Rapportage kwantitatieve resultaten. Involve, specialisten in interne communicatie Vakblad Communicatie

Trendonderzoek Interne Communicatie 2017 Rapportage kwantitatieve resultaten. Involve, specialisten in interne communicatie Vakblad Communicatie Trendonderzoek Interne Communicatie 2017 Rapportage kwantitatieve resultaten Involve, specialisten in interne communicatie Vakblad Communicatie September, 2017 Achtergrond van het onderzoek Doelstelling

Nadere informatie

Enquête Telefonische dienstverlening

Enquête Telefonische dienstverlening Enquête Telefonische dienstverlening Enquête Telefonische dienstverlening Colofon Titel:Enquête Enquete Telefonische dienstverlening Opdrachtgever: Gemeente Velsen Opdrachtnemer: Marieke Galesloot Datum:

Nadere informatie

De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014

De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014 De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014 Sectorrapport Scheepsbouw Ruud van der Aa Jenny Verheijen 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Belangrijkste uitkomsten 4 1. Samenstelling werkgelegenheid 5 2. Verwachte

Nadere informatie

Arbeidsvoorwaardenonderzoek

Arbeidsvoorwaardenonderzoek Arbeidsvoorwaardenonderzoek voor bid- en tendermanagers Het is toegestaan deze kennis te delen, mits onder duidelijke vermelding van Appeldoorn Tendermanagement als bron. Inhoud Inleiding 4 Conclusie 5

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire

Nadere informatie

Evaluatie van de Digitale Werkplaats

Evaluatie van de Digitale Werkplaats Evaluatie van de Digitale Werkplaats 2016 Dialogic innovatie interactie 1 Datum Utrecht, 16 juni 2017 Auteurs Robbin te Velde Tessa Groot Beumer 2 Dialogic innovatie interactie Dialogic innovatie interactie

Nadere informatie

VOORBEELDRAPPORT MARKETING EN SALES POTENTIEEL TEST

VOORBEELDRAPPORT MARKETING EN SALES POTENTIEEL TEST VOORBEELDRAPPORT MARKETING EN SALES POTENTIEEL TEST Respondent: J. de Vries ( voorbeeld) E- mailadres: jdevries@example.com Geslacht: Man Leef tijd: 32 Opleiding sniveau: HBO Verg elijking sg roep: Normg

Nadere informatie

VROUWELIJKE PARTNERS IN DE TOP ADVOCATUUR

VROUWELIJKE PARTNERS IN DE TOP ADVOCATUUR VROUWELIJKE PARTNERS IN DE TOP ADVOCATUUR FEITEN EN CIJFERS Onderzoeksgegevens Onder wie: partners van de 30 grootste advocatenkantoren in Nederland Gezocht: 3 vrouwelijke en 3 mannelijke partners per

Nadere informatie

een onderzoek naar arbeidssatisfactie in Nederland

een onderzoek naar arbeidssatisfactie in Nederland een onderzoek naar arbeidssatisfactie in Nederland 1 februari 2009 Ausems en Kerkvliet, arbeidsmedisch adviseurs Hof van Twente www.aenk.nl Onderzoeksrapport JobMeter 2009 Inleiding Ausems en Kerkvliet,

Nadere informatie

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen Bijlage Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen Behorend bij het rapport VMBO-opleiding Rijn- en binnenvaart in Nijmegen ; Onderzoek naar de behoefte aan een VMBO-opleiding Rijn-

Nadere informatie

Rapportage. Communicatiejaaronderzoek 2014 De laatste trends en ontwikkelingen binnen het communicatievak?

Rapportage. Communicatiejaaronderzoek 2014 De laatste trends en ontwikkelingen binnen het communicatievak? Rapportage Communicatiejaaronderzoek 2014 De laatste trends en ontwikkelingen binnen het communicatievak? In opdracht van: DirectResearch en Logeion Datum: 19 februari 2014 Auteur: Marieke Gaus & Marvin

Nadere informatie

Fair Value Business Valuation. Specialist in Ondernemingswaardering

Fair Value Business Valuation. Specialist in Ondernemingswaardering Fair Value Business Valuation Specialist in Ondernemingswaardering PROFIEL Fair Value Business Valuation heeft zich, als één van de weinige bureaus in Nederland, uitsluitend toegelegd op het specialisme

Nadere informatie

Onderzoeksvraag Uitkomst

Onderzoeksvraag Uitkomst Hoe doe je onderzoek? Hoewel er veel leuke boeken zijn geschreven over het doen van onderzoek (zie voor een lijstje de pdf op deze site) leer je onderzoeken niet uit een boekje! Als je onderzoek wilt doen

Nadere informatie

Onderzoeksvoorstel Techniek het jaar rond! Onderzoek naar techniekbevorderende activiteiten in het basisonderwijs van Rivierenland

Onderzoeksvoorstel Techniek het jaar rond! Onderzoek naar techniekbevorderende activiteiten in het basisonderwijs van Rivierenland Onderzoeksvoorstel Techniek het jaar rond! Onderzoek naar techniekbevorderende activiteiten in het basisonderwijs van Rivierenland Kenniscentrum Bèta Techniek Floor Binkhorst Februari 2013 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Diversiteit in het po, vo en mbo

Diversiteit in het po, vo en mbo Diversiteit in het, en 1. Inleiding In het onderwijs wordt het belang van een divers samengesteld personeelsbestand onderkend. 1 Omdat de school een maatschappelijke instelling is, is het wenselijk dat

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Groningen 2017 Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Inhoud... 2 Samenvatting... 3 2.7 Overige ondersteuning... 16

Nadere informatie

Gebruik van kinderopvang

Gebruik van kinderopvang Gebruik van kinderopvang Saskia te Riele In zes van de tien gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar hebben de ouders hun werk en de zorg voor hun kinderen zodanig georganiseerd dat er geen gebruik hoeft

Nadere informatie

Rapport Kor-relatie- monitor

Rapport Kor-relatie- monitor Rapport Kor-relatie- monitor Voor: Door: Publicatie: mei 2009 Project: 81595 Korrelatie, Leida van den Berg, Directeur Marianne Bank, Mirjam Hooghuis Klantlogo Synovate 2009 Voorwoord Gedurende een lange

Nadere informatie

Toerisme en recreatie in zicht. Toeristisch-recreatief beleid gemeenten, tweede meting (2010)

Toerisme en recreatie in zicht. Toeristisch-recreatief beleid gemeenten, tweede meting (2010) Toerisme en recreatie in zicht Toeristisch-recreatief beleid gemeenten, tweede meting (2010) Colofon Uitgever: Kronenburgsingel 525 Postbus 9292 6800 KZ Arnhem internet: www.arnhem.kvk.nl Auteurs: Drs.

Nadere informatie

Talent Scanner. Voorlopig onderzoek naar de Sfeer van invloed vragenlijst

Talent Scanner. Voorlopig onderzoek naar de Sfeer van invloed vragenlijst Talent Scanner Voorlopig onderzoek naar de Sfeer van invloed vragenlijst 1. Voorlopig onderzoek naar de Sfeer van invloed vragenlijst 1.1. Respondenten De deelnemers aan het voorlopige onderzoek naar de

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Tussenmeting 2015 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, oktober

Nadere informatie