Opvoedingsondersteuning via het internet: achtergrondkenmerken van de gebruikers en de beoordeling van de websites

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Opvoedingsondersteuning via het internet: achtergrondkenmerken van de gebruikers en de beoordeling van de websites"

Transcriptie

1 achtergrondkenmerken van de gebruikers en de beoordeling van de websites Masterscriptie Opvoedingsondersteuning Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen Universiteit van Amsterdam E.E.A. Koks Begeleiding: dr. P.J. Hoffenaar Leiden, juni 2008

2 Abstract Websites about parenting are new. The main research question is to examine what background profile users of a parenting website have. The second research question focuses on whether there is a digital divide within the website s users (is the use of the website larger among socio-economically advantaged groups). The third question examines the appraisal of the website and whether there is a difference in educational levels when the website is appraised. A webbased survey held was held among 1107 users of and Online.nl. Most respondents (97%) were female (mean age 39). Respondents educational level was higher than that in the general population. It therefore seems that users are socio-economically privileged. There were significant differences in the way the respondents appraised the websites. Respondents with a higher education were less positive than respondents with a lower education. Parenting support on the internet follows the digital divide phenomenon. Therefore, not all parents can take advantage of the parenting information on the internet. This research has implications for the practice, as identified a need to ensure that all parents can find online parenting information. 2

3 INHOUDSOPGAVE Voorwoord 5 H 1 Inleiding en onderzoeksvraag 6 H 2 Theoretisch kader Wat is opvoedingsondersteuning? Vormen van opvoedingsondersteuning Behoefte aan opvoedingsondersteuning Informatie op het internet: beoordeling en resultaten Sociaaleconomische status en de toegang tot opvoedsites Leeftijd en sekse Woonplaats en religie 17 H 3 Methode Websites Procedure Instrumenten 22 H 4 Resultaten Introductie 24 3

4 4.2. Leeftijd en sekse Inkomen Opleiding Religie Beleving religie bij gelovigen Achtergrondkenmerken van de bezoeker Beoordeling Relatie opleiding en beoordeling 36 H 5 Discussie en conclusie Bevoorrechte gebruikers Jonge basisschoolkinderen Opvoeden is een taak van de vrouw Gelovigen online op opvoedsites Beoordeling website afhankelijk van opleiding bezoeker Beperkingen Conclusie Aanbevelingen 43 Samenvatting Literatuur Bijlagen I. Achtergrondinformatie KRO Opvoedendoejezo II. Vragenlijst achtergrondkenmerken III. Vragenlijst beoordeling 4

5 Voorwoord Voor u ligt de scriptie die ik heb geschreven in het kader van de master Opvoedingsondersteuning aan de Universiteit van Amsterdam. Na een korte motivatie geschreven te hebben, mocht ik stage lopen en onderzoek doen bij de redactie van de KRO website Opvoedendoejezo (zie bijlage 1). De KRO site Opvoedendoejezo is één van de vele opvoedsites waar ouders terecht kunnen voor informatie, steun en advies. Voor mijn scriptie heb ik mij verdiept in de literatuur rondom dit onderwerp en vragenlijsten verwerkt van ruim 1000 bezoekers van KRO Opvoedendoejezo, Ouders Online en J/M om erachter te komen wie deze opvoedsites bezoeken, wat hun achtergrondkenmerken zijn en hoe zij dit soort sites beoordelen. In de inleiding wordt er een beeld geschetst van de huidige situatie en de achterliggende gedachten om dit onderzoek uit te voeren. Aan het eind van de inleiding wordt de onderzoeksvraag geformuleerd. In hoofdstuk 2 wordt het theoretisch kader uiteengezet, waarin opvoedingsondersteuning, het internet, de toegang tot het internet, de leeftijd en sekse van websitebezoekers worden toegelicht. Ook wordt aandacht besteed aan de beoordeling van websites en de relatie met opleiding. In hoofdstuk 3 wordt beschreven hoe het onderzoek is uitgevoerd en in hoofdstuk 4 worden de resultaten besproken. Het laatste hoofdstuk (5) beslaat de discussie en conclusie waarin de resultaten worden geïnterpreteerd en in een breder kader worden geplaatst. Ik wil graag Opvoedendoejezo eindredactrice Gerdie Snellers en haar redactie bedanken voor de betrokkenheid bij het onderzoek. Daarnaast bedank ik collegastudent Suzanne Petermeijer voor de plezierige samenwerking en scriptiebegeleider Peter Hoffenaar voor de prettige samenwerking en de tijd die hij altijd nam om dingen met mij te bespreken. Ten slotte bedank ik mijn ouders en broer voor hun betrokkenheid, kritische blik en positieve stimulans. Eveline Koks 5

6 H 1 Inleiding en onderzoeksvraag Opvoeden hoef je niet alleen te doen. Voor ouders bestaat er een divers aanbod van tijdschriften en boeken over het opvoeden en opgroeien van kinderen. Daarnaast kunnen ouders ook bij opvoedwinkels en opvoedcursussen terecht met hun vragen of twijfels. De opkomst van deze verschillende informatievormen komt voort uit de behoefte eraan (Snijders, 2006). Internet is de nieuwste bron van informatie waar ouders uit kunnen putten. Het is een medium dat razendsnel groeit en is in vergelijking met tijdschriften en boeken makkelijker toegankelijk, actueler en interactiever. Wellicht heeft dit medium een toegevoegde waarde ten opzichte van datgene wat er al bestaat voor ouders en sluit het specifiek aan bij een bepaalde groep opvoeders die zich prettig voelt bij deze vorm van informatie. Maar of de 83 procent van de huishoudens die tegenwoordig een internetverbinding heeft, ook allemaal websites over opvoeden bezoeken valt te betwijfelen (Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), 2008). We weten wel dat de meeste mensen het internet gebruiken als communicatiemiddel ( en/chatten) of om er informatie op te zoeken (CBS, 2006). Zo n 60 procent van de informatiezoekers is op zoek naar actualiteiten en bijna een kwart is op zoek naar gezondheidssites (Vermaas, Segers, Gillebaard, Kaashoek & Ongena, 2008). Websites op dit gebied lopen uiteen van uitleg over ziektes en behandelingen tot en met fora waar lotgenoten elkaar kunnen ontmoeten. Ook opvoedwebsites verschillen van elkaar in wat ze te bieden hebben. De grootste opvoedsite van Nederland, Ouders Online ( bestaat uit duizenden pagina s informatie en een uitgebreid forum waar ouders advies kunnen vragen. Voor deskundig advies van een pedagoge/psychologe, al dan niet gratis, kunnen ouders terecht op onder meer en De website bevat buitengewoon veel informatie en een forum waar veelvuldig gebruik van wordt gemaakt. Eén van de jongste opvoedsites, maar die ook in dit rijtje van professionele websites over opvoeden past, is Zij proberen ouders te inspireren door andere veel gebruik te maken van korte filmpjes. 6

7 Bovenstaande websites zijn maar een greep van wat er allemaal op het net is te vinden op opvoedkundig gebied. Het mag duidelijk zijn dat de informatie over opvoeding op het internet en de diversiteit van opvoedsites dus is toegenomen, maar toch is dit aanbod nog lang niet zo groot als wat er op het gebied van gezondheid bestaat. Van dit laatste type websites weten we bovendien meer. Zo is er een redelijk goed beeld van wie de bezoekers zijn, wat zij er zoeken, hoe zij de informatie beoordelen en wat voor invloed dit op hen kan hebben (Ybarra & Suman, 2006; Morahan-Martin, 2004). Maar deze uitgebreide kennis ontbreekt over websites die opvoedkwesties bespreken. Het doel van dit onderzoek is om de gebruikers van drie verschillende opvoedsites in kaart te brengen, te weten en De focus hierbij zal liggen op wie de drie opvoedsites bezoeken en hoe zij dit type website beoordelen op leesbaarheid, inhoud en gebruiksvriendelijkheid. Tenslotte wordt er nagegaan of er verschillen zijn in achtergrondkenmerken tussen de verschillende opvoedsites en of de beoordeling van de website gerelateerd is aan een of meerdere achtergrondkenmerken van de bezoekers, zoals opleiding. Het begrip achtergrondkenmerken wordt nader toegelicht in 3.3 op pagina 23. Het huidige onderzoek heeft zowel een maatschappelijke als een wetenschappelijke relevantie. Het maatschappelijke belang is dat de beheerders van de opvoedsites weten wie de mensen zijn die er gebruik van maken en welk oordeel zij vellen over deze massamediale ondersteuningsvorm. Aan de hand hiervan kunnen er eventueel aanpassingen worden verricht aan de website waarmee de doelgroep wordt aangescherpt en er beter wordt aangesloten bij de ondersteuningsbehoefte die ouders hebben. Bovendien kan naar aanleiding van de beoordeling de website inhoudelijk en technisch bijgewerkt worden. Daarnaast levert het huidige onderzoek een bijdrage aan de wetenschap, omdat er tot nu toe nauwelijks wetenschappelijk onderzoek is verricht naar de bezoekers van opvoedsites. Aangezien internet steeds meer wordt gezien als een bron van sociale ondersteuning en opvoedinformatie er steeds meer is te vinden, is het van belang om te onderzoeken wie er op dit moment toegang toe hebben en er gebruik van maken. Met de huidige resultaten kan onder meer nagegaan worden of de gebruikers van dit medium verschillen van de gebruikers van andere vormen van 7

8 opvoedingsondersteuning. Ook kunnen de resultaten er toe leiden dat een huisarts of een kinderdagverblijfleidster een ouder wijst op een opvoedsite in plaats van een opvoedcursus omdat dat beter aansluit bij de behoefte van de betreffende ouder. Hiermee krijgen opvoedsites wellicht een plek binnen het hulpaanbod van opvoedingsondersteuning. Gebaseerd op het bovenstaande overzicht, richt het huidige onderzoek zich op de volgende onderzoeksvraag: Welke achtergrondkenmerken hebben ouders die het internet gebruiken als vorm van opvoedingsondersteuning en hoe beoordelen zij een opvoedsite? H 2 Theoretisch kader 2.1. Wat is opvoedingsondersteuning? Eerst goed nieuws. Met 95 procent van de Nederlandse kinderen gaat het goed (Zeijl, Crone, Wiefferink, Keuzenkamp, Reijneveld, 2005). Ze gaan naar school, hebben een goede band met hun ouders en hebben geen zorgen. Dit betekent ook dat voor vijf procent van de kinderen in Nederland de situatie omgekeerd is. Ondanks deze geruststellende cijfers blijkt toch één op de acht ouders behoefte te hebben aan opvoedingsondersteuning (Bot, Adriaensens, Boom & Breehart, 2008). Dus ook over kinderen waar het goed meegaat, maken sommige ouders zich zorgen. Maar dit hoeft niet te betekenen dat de ouders onzeker zijn. Zij kunnen ook geïnteresseerd zijn in de opvoeding en ontwikkeling van hun kind of hebben hier een gezonde twijfel over. Opvoedingsondersteuning omvat volgens Hermanns (1992) al die activiteiten die tot doel hebben de opvoedsituatie van kinderen te verbeteren, met andere woorden opvoeders helpen opvoeden. Er bestaan nog meerdere definities van opvoedingsondersteuning, die onderling kleine verschillen laten zien, maar ze overlappen elkaar ook voor een groot deel. Vandemeulebroecke (1999, zoals geciteerd in Vandemeulebroecke & Nys, 2002) definieert het als volgt: het geheel van maatregelen, voorzieningen en structuren en activiteiten die erop gericht zijn de mogelijkheden van het (primaire) opvoedingsmilieu aan te spreken, te verrijken en/of 8

9 te optimaliseren ten einde kinderen en jeugdigen optimale opvoedings- en ontwikkelingskansen te bieden. Wat deze definities in de praktijk inhouden komt in de volgende paragraaf aan de orde. Daar worden de verschillende vormen van opvoedingsondersteuning besproken Vormen van opvoedingsondersteuning Voor het beantwoorden van een opvoedvraag staan familie en vrienden bij ouders nog altijd boven aan het lijstje van hulpbronnen (Rispens, Hermanns & Meeuws, 1996; Snijders, 2006). Dit kan bij een gezonde opvoedtwijfel of als een ouder echt met zijn handen in het haar zit. Maar als ze hier niet terechtkunnen of uit interesse op zoek zijn naar informatie, dan kunnen ouders het internet, een tijdschrift, brochure of televisieprogramma over opvoeden raadplegen. Volgens Snijders (2006) raadplegen ouders minstens één keer per maand een dergelijk massamedium. Het voordeel van opvoedingsondersteuning via de massamedia is dat hiermee een grote groep ouders wordt bereikt, inclusief die groep waarvoor de stap te groot is om bijvoorbeeld het Centrum voor Jeugd en Gezin binnen te stappen. De voorlichting of ondersteuning die met behulp van de massamedia wordt gegeven, kan gericht zijn op ouders in het algemeen of op een specifieke groep, zoals de ouders van kinderen met een ontwikkelingsachterstand. Volgens Bakker en Blokland (1997) dienen ontwikkelaars van massamediale ondersteuning wel na te denken over de grootte van de groep die je bij deze vorm wilt bereiken, aangezien deze samenhangt met de inhoud, de vorm en de manier waarop je het product aanbiedt. Naast deze massamediale vormen kun je als ouder voor persoonlijke ondersteuning terecht bij een inloopochtend, themabijeenkomst, ouderavond, pedagogisch spreekuur, oudercursus, training of een programma (Snijders, 2006). Deze zijn er alle op gericht de ouder te steunen in de opvoeding zodat die uiteindelijk weer vol zelfvertrouwen kan gaan opvoeden. Bakker en Blokland (1997) spreken hierbij over interpersoonlijke voorlichting waarbij er direct persoonlijk contact is tussen de 9

10 voorlichter en de ouder. Deze vorm heeft de mogelijkheid om meer persoonlijke ondersteuning te bieden die beter aansluit bij de specifieke opvoedingssituatie van de ouder dan een massamedium. Afgaande op het brede scala aan ondersteuningsvormen dat er bestaat voor gezinnen, kan er verwacht worden dat elke ouder wel een vorm heeft waar deze zich thuis bij voelt. Maar is er wel behoefte aan steun? En zo ja, hoe groot is dan die behoefte en waar hebben ouders behoefte aan? 2.3. Behoefte aan opvoedingsondersteuning Er zijn diverse plaatsen waar ouders terechtkunnen voor onder meer advies, informatie of sociale steun. Deze plaatsen worden ook door ouders gevonden (E-Quality, 2008). De situatie is klaarblijkelijk verbeterd, want een onderzoek van Distelbrink, Lucassen en Hooghiemstra laat zien dat in 2005 slechts ruim de helft van de ouders op de hoogte bleek te zijn van de ondersteuning die zij in hun directe omgeving konden vinden. Van deze laatste groep ondervraagden maakte slechts een kwart gebruik van één of meerdere opvoedingsfaciliteiten (Distelbrink et al., 2005). De instanties zijn er niet voor niets, want behoefte aan ondersteuning is er zeker. Als we kijken naar de verschillen tussen leeftijdscategorieën en de behoefte aan opvoedingsondersteuning, hebben ouders van oudere jeugdigen vaker behoefte aan opvoedingsondersteuning. GGD Hollands Noorden heeft een grootschalige enquête gehouden over de gezondheid van de jeugd van 0 tot 12 jaar in de regio West-Friesland. Hieruit bleek dat in de leeftijd van 0 t/m 4 jaar 9 procent behoefte heeft aan ondersteuning, tegenover 16 procent in de leeftijd van 8 t/m 12 jaar (Bot et al., 2008). Het gegeven dat ouders met oudere kinderen meer behoefte hebben aan ondersteuning sluit aan bij het onderzoek van de Nederlandse Gezinsraad (NGR) en het Nibud (2004) waaruit bleek dat 68 procent van de ondervraagden het opvoeden van tieners een stuk moeilijker vindt dan tien jaar geleden. Daarnaast blijkt er een verschil te zijn in opleiding. Laagopgeleiden hebben namelijk meer behoefte om geholpen te worden in de opvoeding dan 10

11 hoogopgeleiden (Bot et al., 2008). Blijkbaar is er bij laagopgeleiden meer behoefte aan ondersteuning, maar men kan zich afvragen of zij wel toegang hebben tot het internet en dáár hun opvoedingsinformatie vandaan halen. Van alle mogelijkheden op het gebied van opvoedingsondersteuning die er voor ouders bestaan, maken alle ouders toch het liefst gebruik van familie en vrienden (Distelbrink et al., 2005). Zij geven er de voorkeur aan hun twijfels of problemen met medeopvoeders te bespreken. Onderzoek van E-Quality (2008) laat dit ook zien. E-Quality is een kenniscentrum voor emancipatie, gezin en diversiteit dat in samenwerking met het CBS en het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) onderzoek heeft gedaan naar de gezinnen van de toekomst. De resultaten van hun laatste onderzoek wijzen erop dat veel ouders behoefte hebben aan onderlinge ondersteuning, maar wanneer ze gebruik willen maken van de expertise van een professional doen zij dat het liefst via laagdrempelige informatiepunten. Uit het laatstgenoemde onderzoek bleek verder dat informatiewebsites en online fora vormen zijn van opvoedingsondersteuning die goed aansluiten bij de wensen van ouders (E-Quality, 2008). In de volgende paragrafen zal dieper worden ingegaan op wat het internet kan betekenen op het gebied van ondersteuningsverlening. 11

12 2.4. Informatie op het internet: beoordeling en resultaten Zoals al eerder is opgemerkt gebruiken veel mensen het internet om informatie over gezondheidsonderwerpen op te zoeken. Hier krijgt men namelijk makkelijk toegang tot een informatiebron die in het verleden niet toegankelijk was voor het publiek. Het aanbod, de diversiteit en de kwaliteit die hier zijn te vinden verschillen enorm (Purcell, Wilson & Delamothe, 2002). Doordat consumenten vaak over weinig wetenschappelijke achtergrond beschikken, bestaat het gevaar dat consumenten geen onderscheid kunnen maken tussen betrouwbare en onbetrouwbare informatie. Daarnaast kunnen gebruikers ook verschillende criteria voor kwaliteit hebben (Purcell, Wilson & Delamothe, 2002). Rothbaum, Martland en Jannsen (2008) deden ook onderzoek naar de beoordeling van websites, maar specifiek voor opvoedsites. De resultaten van dit onderzoek, waarbij ouders opvoedingsinformatie zochten en beoordeelden, wijzen hetzelfde uit. De internetvaardigheden van hoog- en laagopgeleiden bleken namelijk van elkaar te verschillen. Hogeropgeleiden stellen andere criteria bij het zoeken en beoordelen van online informatie. Waar hogeropgeleiden bij de beoordeling van een website de nadruk bleken te leggen op de functionaliteit, relevantie en betrouwbaarheid, zochten lageropgeleiden vooral naar sites die een gebruiksvriendelijke formulering hanteren. Er worden dus verschillende criteria gehanteerd. Ondanks de zojuist genoemde criteria zijn de meeste informatiezoekers op zoek naar hetzelfde: voorlichting over een gezondheids- of medische conditie van een dierbare of voorlichting voor een persoonlijk gezondheids- of medisch probleem (Ybarra & Suman, 2006). Maar wat hebben ouders aan deze digitale informatie en voorlichting? Onderzoek van Gustafson en collega s (2002) laat zien dat het wel degelijk tot positieve resultaten leidt. Het gebruik van gezondheidsgerelateerde websites heeft namelijk een sterke invloed op de houding en het gedrag van mensen. Als gevolg van het gebruik van gezondheidssites lijken de gebruikers minder angstig. Hiermee wordt de indruk gewekt dat wellicht de kosten van de gezondheidszorg omlaag kunnen als mensen op het internet toegang hebben tot voorlichting of andere hulpvormen. Robinson (1989) 12

13 bevestigt deze verwachting door te concluderen dat het kunnen raadplegen van informatie op het internet leidt tot een afname in het gebruik van ambulante zorg. Als we dit doortrekken naar opvoedkundige informatie zou dit betekenen dat wanneer opvoedproblemen al vroeg voorkomen of opgelost kunnen worden door ouders goed te informeren via onder andere websites, dit er wellicht toe kan leiden dat minder gezinnen ambulante zorg nodig hebben bij de opvoeding. Daarvoor moet de juiste informatie wel gevonden kunnen worden. Wat betreft informatieve gezondheidssites gebeurt dit bij 85 procent van de mensen middels een zoekmachine. Maar het merendeel gebruikt naast het internet ook nog andere bronnen, zoals tijdschriften (Ybarra & Suman, 2006). In tegenstelling tot opvoedsites bestaan gezondheidssites al langer en om die reden is daar al meer kennis over. Het is van groot belang om een antwoord te krijgen op de vraag in hoeverre de bevindingen betreffende gezondheidssites ook gelden voor opvoedsites. Is er zoals bij gezondheidssites sprake van een digital divide? Dit is een verschijnsel dat stelt dat het delen en verspreiden van informatie ongelijk is verdeeld over verschillende sociaaleconomische groepen (Martin & Robinson, 2007). Oftewel, lageropgeleiden hebben minder makkelijk toegang tot het internet dan hogeropgeleiden. Er bestaan wel ideeën over welke ouders vooral op zoek gaan naar opvoedkundige informatie op internet, maar deze zijn tot nu toe niet of nauwelijks onderzocht op hun juistheid. Zo bestaat er het idee dat opvoedsites door vooral hoger opgeleide ouders worden bezocht, iets wat dan digital divide wordt genoemd. De resultaten van onderzoeken die specifiek het opleidingsniveau / sociaaleconomische status (SES) van opvoeders hebben onderzocht zullen in de onderstaande paragraaf worden toegelicht Sociaaleconomische status en de toegang tot opvoedsites Internet is een massamediale ondersteuningsvorm die zich onderscheidt van andere ondersteuningsvormen omdat er op eenvoudige wijze sprake kan zijn van 13

14 tweerichtingsverkeer. Ouders kunnen er namelijk gebruik van maken om er informatie te ontvangen, zoals dat ook kan bij de andere massamediavormen, maar het heeft ook de mogelijkheid om er actief op te reageren, zoals op een forum. Van die mogelijkheid zouden ouders wel gebruik willen maken, maar dan moeten ouders hier wel toegang tot hebben (E-Quality, 2008). Daar lijkt het probleem te beginnen, want onderzoek van Ybarra en Suman (2006) wijst erop dat het internetgebruik (Papadakis, 2001; Rothbaum et al., 2008) en het zoeken naar gezondheidsinformatie groter is in de meer sociaaleconomische welgestelde gezinnen. De resultaten van Lorence en Park (2007) bevestigen dit beeld. In hun onderzoek maakten ze gebruik van twee datasets om te ontdekken of er verschillen zijn tussen maart 2000 en december 2002 wat betreft het internetgebruik en de toegang tot online gezondheidsinformatie. Er blijkt een kloof tussen arm en rijk te zijn, die in de loop van de tijd wel kleiner is geworden, wat betreft internetgebruikers wanneer er onderscheid is gemaakt in opleidingsniveaus. De toegang tot gezondheidsinformatie laat een zelfde patroon zien. Dit betekent dat in ruim twee jaar tijd meer mensen, vooral lageropgeleiden, gebruik zijn gaan maken van het internet en het raadplegen van online gezondheidsinformatie. Het is denkbaar dat de internetfaciliteiten in de V.S. verschillen van Europa, respectievelijk Nederland en dat dit invloed kan hebben op aantal en opleiding van internetgebruikers. Deze verwachting wordt niet bevestigd door een onderzoek naar Europese gebruikers van vijftien tot tachtig jaar, dat namelijk hetzelfde laat zien als bij Lorence & Park (2007). De resultaten duiden erop dat in Europa 44,6 procent mensen toegang tot het internet hebben en dat ook daar er sprake is van een kloof tussen laagen hoogopgeleiden in internettoegang en het gebruik van internet als bron van gezondheidsinformatie (Wangberg, Andreassen, Prokosch, Vagos Santana, Sorensen & Chronaki, 2007). Volgens Frissen (2000) gaat men in dit soort onderzoeken vaak onterecht uit van een cirkelredenering en wordt de verklaring voor de kloof tussen arm en rijk gezocht in een gebrek aan financiële middelen, terwijl een onderzoek naar de reden van deze groep om geen internet te hebben ons heel interessante kennis op kan leveren. Maar wellicht dat in Nederland deze situatie toch anders ligt, aangezien uit recent onderzoek is gebleken dat wij vergeleken met andere Europese landen het hoogste aantal internetters hebben, namelijk 81 procent (European Interactive 14

15 Advertising Association, 2007). Dit komt overeen met de cijfers van het CBS (2008) waaruit blijkt dat 83 procent van de huishoudens een internetverbinding heeft. Met bovenstaande cijfers kan er verwacht worden dat er in Nederland niet of nauwelijks sprake zal zijn van een digital divide onder internetgebruikers. Of dit ook geldt voor gebruikers van opvoedsites moet nog worden afgewacht. Sarkadi & Bremberg (2004) hebben zich op dit laatstgenoemde terrein al verdiept. Zij deden onderzoek naar de grootste opvoedsite in Zweden en onderzochten onder andere, in het verlengde van de kennis over gezondheidssites, of er bij deze gebruikers ook sprake is van een digital divide. De website bestaat uit 250 discussiegroepen en richt zich op ouders met kinderen in alle leeftijden, inclusief adolescenten. Middels een vragenlijst, die gedurende een week op de hoofdpagina van de site was te vinden, probeerden de onderzoekers te achterhalen of het internet algemene ondersteuning kan bieden aan ouders in hun opvoedrol en als dat zo is, of er bij deze ondersteuning sprake is van het digital divide fenomeen. Aansluitend op de onderzoeksvragen richtte de vragenlijst zich op de functionele aspecten van sociale ondersteuning, het zelfbeeld en de achtergrondgegevens van de respondenten. Na een week hadden 2221 personen de vragenlijst ingevuld en kon er op basis van de achtergrondkenmerken geconcludeerd worden dat het opleidingsniveau en inkomen van de websitebezoekers die de vragenlijst invulden niet bleek af te wijken van die van de algemene Zweedse populatie (Sarkadi & Bremberg, 2004). Dit suggereert dat er geen sprake is van een digital divide als het gaat om opvoedsites. Er kan geconcludeerd worden dat de kloof tussen laag- en hoogopgeleiden kleiner is geworden wat betreft internettoegang, Nederland in vergelijking met andere Europese landen het grootste aantal mensen kent dat internettoegang heeft en uniek onderzoek naar de bezoekers van een opvoedsite aantoont dat er géén sprake is van een digital divide (Lorence & Park, 2007; European Interactive Advertising Association, 2007; Sarkadi & Bremberg, 2004). Voor het huidige onderzoek leidt dit tot de verwachting dat het opleidings- en inkomensniveau van de websitebezoekers overeenkomt met de Nederlandse populatie ouders met een kind in de leeftijd van 0-18 jaar. 15

16 2.6. Leeftijd en sekse Volgens Rispens en collega s (1996) is er een grote belangstelling voor tijdschriften, boeken, radio- en tv-programma s over opvoeden en in toenemende mate speuren ouders het internet af om antwoorden te vinden op hun vragen. Aan de cijfers is te zien dat dit speuren tegenwoordig regelmatig gebeurt. De website Ouders Online bijvoorbeeld heeft verschillende bezoekers per maand. Van deze bezoekers zijn 96 procent vrouwen (Dinther, 2003). Onderzoek naar gebruikers van de eerder genoemde Zweedse opvoedsite en gebruikers van gezondheidssites laat een zelfde beeld zien (Sarkadi & Bremberg, 2004; Ybarra & Suman, 2006). Vrouwen zijn dus oververtegenwoordigd op het internet als het gaat om opvoedings- en gezondheidszaken. In het verlengde hiervan wordt er verwacht dat wat betreft het huidige onderzoek de meerderheid van de websitebezoekers ook van het vrouwelijke geslacht zal zijn. Nederland is het land waar vrouwen, vergeleken met de rest van de wereld, op late leeftijd het eerste kind krijgen (Bongers, Beets & Luijben, 2007). Dit gegeven is ook terug te zien in de leeftijd van bezoekers van de Nederlandse opvoedsite Ouders Online tegenover de bezoekers van opvoedsites in het buitenland. De meerderheid van de Ouders Online-bezoekers is jaar (Dinther, 2003). Dit in tegenstelling tot de V.S. en Zweden waar de gemiddelde leeftijd 30 jaar, dan wel jaar is (Drentea & Moren-Cross, 2005; Sarkadi & Bremberg, 2006). Het feit dat Nederlandse bezoekers van opvoedsites ouder zijn, komt omdat zij er vaak bewust voor kiezen om eerst aan hun carrière te werken, voordat ze aan kinderen beginnen. Hermanns (2000) beschrijft dit als een maatschappelijke verandering (het gemoderniseerde ouderschap) waarbij vrouwen op latere leeftijd kiezen om kinderen te krijgen en daarbij op zoek zijn naar informatie (Hermanns, 2000). 16

17 2.7. Woonplaats en religie Er is al veel bekend over internetgebruikers, maar de literatuur heeft geen gegevens beschikbaar over hun woonomgeving. Brons (2006) heeft onderzoek gedaan naar regionale cultuurverschillen in Nederland op gemeenteniveau. Een factoranalyse van indicatorvariabelen resulteerde in vijf regionale cultuurdimensies: postmaterialisme, protestantsconservatisme, klassiek individualisme, egalitair anticonservatisme en ontevredenheid. Tussen de gemeenten blijken aanzienlijke verschillen te bestaan die deels verklaard kunnen worden door urbanisatie, opleiding en welzijn, maar culturele verschillen zijn ook zeker van invloed (Brons, 2006). Leventhal en Brooks-Gun (2000, zoals geciteerd in Lieshout van, Meij van der & Pree de, 2008) ontdekten in hun onderzoek verschillen in wijken en concludeerden dat het om die reden uitmaakt in welke wijk een kind opgroeit. De wijkkenmerken hebben namelijk, los van kenmerken en woonsituatie van individuele gezinnen, een duidelijke invloed op de opvoeding en ontwikkeling van kinderen. De sociaaleconomische positie van wijkgenoten is een voorbeeld van een wijkkenmerk die een grote invloed blijkt te hebben op schoolprestaties en gedragsproblemen bij kinderen. Maar een verhuizing naar een betere wijk blijkt de schade te kunnen beperken (Leventhal & Brooks-Gun, 2004, zoals geciteerd in Lieshout et al., 2008). Brons (2006) heeft alleen de regionale cultuurverschillen in Nederland zichtbaar gemaakt, maar op basis van de vijf dimensies die hieruit zijn ontstaan kan verwacht worden dat ook deze regionale verschillen een bepaalde invloed zullen hebben op de ontwikkeling van de kinderen. Ouders die kinderen opvoeden en opgroeien in de gordel van het zuidwesten tot het noordoosten scoren wat betreft de cultuurdimensies van Brons (2006) hoog op Protestant conservatisme tegenover ouders in het Gooi en de Vechtstreek die hoog scoren op klassiek individualisme. Zijn cultuurdimensies zijn ontstaan op basis van 61 indicatorvariabelen die betrekking hebben op demografische gegevens van een regio, zoals aantal openbare scholen, politiek stemgedrag en ongehuwde stellen met kinderen. De cultuurdimensie Protestant conservatisme wordt door Brons (2006) omschreven als overheersend protestant, waarbij grote huishoudens 17

18 voorkomen en de man een dominante rol heeft. Op basis hiervan kan er dan ook vermoed worden dat religie een belangrijke rol zal spelen in de opvoeding van de gezinnen die in deze gemeenten wonen. Volgens Curran (1983, zoals geciteerd in Pearce & Axinn, 1998) levert religie een positieve bijdrage aan gezinsrelaties. De gezinsleden vormen een hechte band met elkaar maar ook met de gemeenschap waar zij deel van uitmaken. Vriendschappen met soortgelijk-denkende mensen kunnen sociale steun bieden om uitdagende opvoedkwesties op te lossen. Daarnaast hebben ouders meer vertrouwen en hebben zij minder conflicten met hun kinderen als hun sociale netwerk bestaat uit mensen met dezelfde waardesystemen (Mahoney, Pargament, Tarakeshwar & Swank, 2001). Bovendien bieden religieuze instituties formele steun aan gezinnen (Abbott, Berry & Meredith, 1990). Deze steun bestaat onder meer uit activiteiten om de positieve band tussen gezinsleden te stimuleren. Daarmee kan er verwacht worden dat deze mensen zo n hechte en vertrouwde band vormen met hun gemeenschap dat zij geen behoefte hebben om ondersteuning te zoeken op het internet. Deze positieve invloed van religie wordt ook bekrachtigd door Brody, Stoneman, Flor en McCrary (1994) en Gunnoe, Hetherington en Reiss (1999). Zij suggereren dat de religiositeit van ouders voor effectievere opvoedingsvaardigheden zorgt, wat leidt tot betere sociale aanpassingen van de kinderen. Maar dat religiositeit ook negatieve invloeden kan hebben op de opvoeding laten Ellison, Bartkowski en Segal (1996) zien. Uit hun onderzoek blijkt namelijk dat de religiositeit, conservatief protestantisme, van ouders tot ongewenste ontwikkelingsuitkomsten bij het kind kan leiden door de meer strikte en disciplinerende opvoedpraktijken die in deze gezinnen worden gehanteerd. Hiermee lijkt het erop dat verschillende paden te begaan zijn waarmee religiositeit van invloed is op opvoeden. Aangezien bovenstaande onderzoeken allemaal afkomstig zijn uit de V.S., rijst de vraag of de betreffende resultaten ook van toepassing zijn op de Nederlandse situatie. In de V.S. wordt religie namelijk anders beleefd dan in Nederland (Sandfort, 2008). Volgens Sandfort (2008), die de V.S. vergeleek met Nederland op basis van geloofsopvattingen, zijn er nog maar weinig Nederlanders die geloven in tegenstelling tot de V.S. waar meer mensen zeggen gelovig te zijn en naar de kerk te gaan. 18

19 Kregting en Sanders (2003) tonen aan dat er een tweedeling bestaat in de religieuze opvattingen en ideeën die Nederlanders hebben. Onder de 50 jaar worden er geen religieuze opvattingen op na gehouden, maar Nederlanders boven de 50 jaar hebben hier wel opvattingen over. Als er gekeken wordt naar de mensen onder de 40 jaar blijkt verrassend genoeg bij 40 procent een religie of wereldbeeld een belangrijke rol in hun leven te spelen. Als dit laatste het geval is, kan er verwacht worden dat zij bij het zoeken naar opvoedingsinformatie op het internet afwegingen maken in hoeverre de informatie aansluit bij hun religieuze opvattingen. Rooms-katholiek gelovigen zullen zich dan wellicht vanuit de achtergrond van deze omroep eerder thuis voelen op de opvoedsite van de Katholieke Radio Omroep (KRO) dan de website van J/M of Ouders Online. Men heeft namelijk het idee dat daar opvoedingsinformatie wordt gegeven vanuit een rooms-katholieke invalshoek. In een landelijke steekproef onder jarigen uitten namelijk 39 procent de verwachting dat de KRO bij de invulling van het thema opvoeding zal kiezen voor een invalshoek vanuit het Roomskatholieke geloof c.q. spiritualiteit (Hielkema, 2007). Maar het is de vraag of deze verwachting ook aansluit bij de daadwerkelijke invalshoek van waaruit de KRO haar opvoedingsinformatie geeft en of hedendaagse bezoekers vanuit die verwachting de website bezoeken. Samengevat kunnen er op basis van de literatuur de volgende verwachtingen worden geformuleerd: Het opleidings- en inkomensniveau van de websitebezoekers komt overeen met de Nederlandse populatie ouders met een kind in de leeftijd van 0-18 jaar. Er is geen sprake van een digital divide; De meerderheid van de websitebezoekers is van het vrouwelijke geslacht. 19

20 H 3 Methode 3.1. Websites Aan het huidige onderzoek hebben drie opvoedsites deelgenomen. Opvoedendoejezo (ODJZ in het vervolg) is een website die sinds september 2006 bestaat en onder het beheer valt van de KRO. Van de deelnemende websites in dit onderzoek, is dit de jongste. Deze website kan gevonden worden op en heeft maandelijks gemiddeld bijna bezoekers. De website heeft het doel ouders te inspireren door middel van filmpjes, adviezen en ervaringsverhalen. De informatie is er zowel in de vorm van tekst als beeld. Met deze laatste vorm probeert de website zich te onderscheiden van de vele andere websites die er bestaan op het gebied van opvoeden. De site kent de volgende rubrieken: uitzendingen van televisieprogramma s Omdat ik het zeg en Opvoeden & Zo, Nieuwsberichten, Opvoedvragen gesteld door ouders en beantwoord door pedagoge Emmeliek Boost, Boeken, Uittips, Opvoeden volgens bekende ouders, Spel en tests en een Forum. Naast de website ODJZ heeft de KRO ook een gelijknamig digitaal themakanaal over opvoeden, waar 24 uur per dag programma s over opvoeden te zien zijn. Dit themakanaal kan ook vanaf de website ODJZ worden bekeken. J/M Ouders (J/M in het vervolg) is de tweede website waar de bezoekers zijn uitgenodigd om een vragenlijst in te vullen. De website ( valt onder het beheer van Weekbladpers Tijdschriften BV. In het verleden bestond er zowel een site als aanvulling op het maandblad J/M als een op J/M Pubers. Na samenvoeging van deze bladen is in september 2007 de website jmouders.nl gelanceerd. Naast de aanvulling op het blad is de website bedoeld om nieuwe aanwas, naamsbekendheid en een nieuwe bron van inkomsten voort te brengen. J/M richt zich specifiek op ouders met schoolgaande kinderen. Op de site onderscheiden ze daarbij twee leeftijdscategorieën, namelijk 4 t/m 12 jaar en 13 t/m 18 jaar. Door middel van vier pijlers - Opvoeden, Gezondheid, School en Vrije Tijd - is de informatie geordend. Net zoals de twee andere websites heeft ook deze site een forum waar opvoeders elkaar 20

Opvoedingsondersteuning via het internet: achtergrondkenmerken van de gebruikers en de beoordeling van de websites

Opvoedingsondersteuning via het internet: achtergrondkenmerken van de gebruikers en de beoordeling van de websites achtergrondkenmerken van de gebruikers en de beoordeling van de websites Masterscriptie Opvoedingsondersteuning Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen Universiteit van Amsterdam E.E.A. Koks Begeleiding:

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Ouders op (be)zoek. Feedback van ouders op de online aangeboden informatie van Opvoeden.nl. december 2011. door: in opdracht van:

Ouders op (be)zoek. Feedback van ouders op de online aangeboden informatie van Opvoeden.nl. december 2011. door: in opdracht van: Ouders op (be)zoek Feedback van ouders op de online aangeboden informatie van Opvoeden.nl december 2011 door: in opdracht van: Inhoudsopgave Voorwoord blz. 3 1. Onderzoeksgroep blz. 4 2. Simulaties blz.

Nadere informatie

Rapport Kor-relatie- monitor

Rapport Kor-relatie- monitor Rapport Kor-relatie- monitor Voor: Door: Publicatie: mei 2009 Project: 81595 Korrelatie, Leida van den Berg, Directeur Marianne Bank, Mirjam Hooghuis Klantlogo Synovate 2009 Voorwoord Gedurende een lange

Nadere informatie

Jongeren & hun financiële verwachtingen

Jongeren & hun financiële verwachtingen Nibud, februari Jongeren & hun financiële verwachtingen Anna van der Schors Daisy van der Burg Nibud in samenwerking met het 1V Jongerenpanel van EenVandaag Inhoudsopgave 1 Onderzoeksopzet Het Nibud doet

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld NEDERLANDERS OVER DE VIERDAAGSE Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen Nienke Lammertink en Koen Breedveld Mei 2016 1 Nederlanders over de

Nadere informatie

Financiële opvoeding 2010. Nibud i.s.m. CentiQ, Wijzer in geldzaken

Financiële opvoeding 2010. Nibud i.s.m. CentiQ, Wijzer in geldzaken Financiële opvoeding 2010 Nibud i.s.m. CentiQ, Wijzer in geldzaken Inleiding In deze peiling onder ruim 1000 respondenten is gekeken wat ouders belangrijk vinden dat hun kind leert over omgaan met geld,

Nadere informatie

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014 Alfahulp en huishoudelijke hulp Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014 Inhoudsopgave Geschreven voor Achtergrond & doelstelling 3 Conclusies 5 Resultaten 10 Bereidheid tot betalen 11 Naleven regels 17

Nadere informatie

Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding.

Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Internet meest gebruikte informatiebron bij zoeken naar passende zorgverzekering Marjan van der Maat &

Nadere informatie

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers. Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt

Nadere informatie

Jaarlijks onderzoek onder gasten 2015

Jaarlijks onderzoek onder gasten 2015 Jaarlijks onderzoek onder gasten 2015 Elk jaar voert Resto VanHarte een impact- en tevredenheidsmeting uit onder haar gasten. Deze is in 2015 verspreid in 32 vestigingen van Resto VanHarte, in 20 steden/gemeenten.

Nadere informatie

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

Jaarlijks onderzoek onder gasten 2016

Jaarlijks onderzoek onder gasten 2016 Jaarlijks onderzoek onder gasten 2016 Elk jaar voert Resto VanHarte een impact- en tevredenheidsmeting uit onder haar gasten. Deze is in 2016 verspreid in 40 vestigingen van Resto VanHarte, in 29 steden/gemeenten.

Nadere informatie

Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland

Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland In april 2013 heeft TNS NIPO in opdracht van Thuiswinkel.org een herhalingsonderzoek uitgevoerd naar

Nadere informatie

Sociale samenhang in Groningen

Sociale samenhang in Groningen Sociale samenhang in Groningen Goede contacten zijn belangrijk voor mensen. Het blijkt dat hoe meer sociale contacten mensen hebben, hoe beter ze hun leefsituatie ervaren (Boelhouwer 2013). Ook voelen

Nadere informatie

Stad en raad Een Stadspanelonderzoek

Stad en raad Een Stadspanelonderzoek Stad en raad Een Stadspanelonderzoek Kübra Ozisik 13 Juni 2016 Laura de Jong www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Inleiding... 2 2. Resultaten... 3 2.1 Respons... 3

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Katholiek anno 2005. Religiositeit, identiteit en houding ten aanzien van de KRO. Rapport nr. 544 december 2005. drs. Joris Kregting dr.

Katholiek anno 2005. Religiositeit, identiteit en houding ten aanzien van de KRO. Rapport nr. 544 december 2005. drs. Joris Kregting dr. Katholiek anno 5 Religiositeit, identiteit en houding ten aanzien van de KRO Rapport nr. 544 december 5 drs. Joris Kregting dr. Ton Bernts KASKI onderzoek en advies over religie en samenleving Toernooiveld

Nadere informatie

Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West

Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West Gezondheidsonderzoek 2012 GGD Zuid-Holland West Juni 2013 Inleiding Deze factsheet beschrijft de sociale acceptatie van homoseksualiteit in

Nadere informatie

Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018

Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018 Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018 In november en december 2017 ontvingen 12.000 inwoners van Maastricht van zes jaar en ouder een lijst met vragen over cultuurbeoefening,

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek website www.gemeente.groningen.nl

Klanttevredenheidsonderzoek website www.gemeente.groningen.nl Klanttevredenheidsonderzoek website www.gemeente.groningen.nl 2 Klanttevredenheidsonderzoek website www.gemeente.groningen.nl februari maart 2012 Klanttevredenheidsonderzoek website 2012 In opdracht van

Nadere informatie

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Jeroen Nieuweboer Allochtonen in, en voelen zich minder thuis in Nederland dan allochtonen elders in Nederland. Marokkanen, Antillianen

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.

Nadere informatie

Jongerenparticipatie in Amersfoort

Jongerenparticipatie in Amersfoort Jongerenparticipatie in Amersfoort gemeente Amersfoort Ben van de Burgwal november 2013 Samenvatting De gemeente wil Amersfoortse jongeren meer betrekken bij zaken die hen aangaan. We hebben via digitaal

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

FACTSHEET. Buurtveiligheidsonderzoek AmsterdamPinkPanel

FACTSHEET. Buurtveiligheidsonderzoek AmsterdamPinkPanel Resultaten LHBT-Veiligheidsmonitor 2015: Kwart maakte afgelopen jaar een onveilige situatie mee; veiligheidsgevoel onder transgenders blijft iets achter. De resultaten van het jaarlijkse buurtveiligheidsonderzoek

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

ABSTRACT Conclusie (eigenlijk abstract in het Nederlands) DISCUSSIE

ABSTRACT Conclusie (eigenlijk abstract in het Nederlands) DISCUSSIE ABSTRACT The internet is becoming increasingly recognized as a source for parenting support. This study has investigated the use of Dutch parenting websites. The primary question was, which reasons do

Nadere informatie

Rapport Het recht op informationele zelfbeschikking in de zorg

Rapport Het recht op informationele zelfbeschikking in de zorg Rapport Het recht op informationele zelfbeschikking in de zorg in opdracht van de Raad voor Volksgezondheid & Zorg Datum 24 april 2014 Versie 1.0 Auteur Miquelle Marchand T: +31 13 466 8323 E: m.marchand@uvt.nl

Nadere informatie

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland Willem Huijnk Jaco Dagevos BIJLAGEN Bijlagen hoofdstuk 2... 2 Bijlagen hoofdstuk 3... 3 Bijlagen hoofdstuk 4...

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Rapport Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Woerden, juli 2014 Inhoudsopgave I. Omvang en samenstelling groep respondenten p. 3 II. Wat verstaan senioren onder eigen regie en zelfredzaamheid?

Nadere informatie

Puberhersenen in ontwikkeling

Puberhersenen in ontwikkeling Rapportage Puberhersenen in ontwikkeling Wat weten ouders van de hersenontwikkeling van hun kinderen? Geschreven voor : Geschreven door : Projectnummer : Datum : De Hersenstichting Nederland, Riekie van

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele integratie Sandra Beekhoven (SCP) en Jaco Dagevos (SCP)

Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele integratie Sandra Beekhoven (SCP) en Jaco Dagevos (SCP) Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele

Nadere informatie

Inleiding In mijn praktijk als orthopedagoog/gz-psycholoog komen natuurlijk ook ouders met een enig kind. Eerlijk gezegd zag ik hen tot nu toe niet als een aparte categorie. Voor mij is ieder mens uniek,

Nadere informatie

Opgave 2 Religie en integratie

Opgave 2 Religie en integratie Opgave 2 Religie en integratie Bij deze opgave horen tekst 3 en figuur 1 en 2 uit het bronnenboekje. Inleiding Zijn Islamieten die geïntegreerd zijn minder religieus? Is integreren moeilijker als iemand

Nadere informatie

OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID

OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID Gemeente Alkmaar afdeling Onderzoek en Statistiek februari 2006 auteur: Monique van Diest afdeling Onderzoek en Statistiek gemeente Alkmaar

Nadere informatie

Meer of minder uren werken

Meer of minder uren werken Meer of minder uren werken Jannes de Vries Een op de zes mensen die minstens twaalf uur per week werken (de werkzame beroeps bevolking) wil meer of juist minder uur werken. Van hen heeft minder dan de

Nadere informatie

In de afgelopen decennia heeft ongehuwd samenwonen overal in Europa. toegenomen populariteit van het ongehuwd samenwonen is onderdeel van

In de afgelopen decennia heeft ongehuwd samenwonen overal in Europa. toegenomen populariteit van het ongehuwd samenwonen is onderdeel van Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) De verschillende betekenissen van ongehuwd samenwonen in Europa: Een studie naar verschillen tussen samenwoners in hun opvattingen, plannen en gedrag. In de

Nadere informatie

Effect publieksvoorlichting

Effect publieksvoorlichting Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting

Nadere informatie

Van de 459 respondenten was het merendeel vrouwelijk (75 procent).

Van de 459 respondenten was het merendeel vrouwelijk (75 procent). Bijlage 1 Enquête Opvoeden en opgroeien in Oisterwijk Januari 2015 1. Waarom deze enquête? De gemeente vindt het belangrijk dat kinderen zich goed kunnen ontwikkelen en gezond en veilig opgroeien. Kinderen

Nadere informatie

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Verhuisplannen en woonvoorkeuren Verhuisplannen en woonvoorkeuren Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Bevolkingsdaling ontstaat niet alleen door demografische ontwikkelingen, zoals ontgroening en vergrijzing of

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving De relatie tussen leesvaardigheid en de ervaringen die een kind thuis opdoet is in eerder wetenschappelijk onderzoek aangetoond: ouders hebben een grote invloed

Nadere informatie

Opvoedingsondersteuning De behoefte van christelijke ouders

Opvoedingsondersteuning De behoefte van christelijke ouders Opvoedingsondersteuning De behoefte van christelijke ouders Juli 2009 Dr. N.A. (Nico) Broer P.M. (Elly) van der Gouwe-Dingemanse Msc Voor verwijzing Broer, N.A. & Gouwe-Dingemanse, P.M. van der, (2009).

Nadere informatie

Openingstijden Stadswinkels 2008

Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 René van Duin & Maaike Dujardin Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) december 2008 In opdracht van Publiekszaken afdeling Beleid

Nadere informatie

Nederlanders aan het woord

Nederlanders aan het woord Nederlanders aan het woord Veteranen en de Nederlandse Veteranendag 2014 Trends, Onderzoek en Statistiek (TOS) Directie Communicatie Documentnummer: TOS-14-066a Belangrijkste inzichten Nederlander hecht

Nadere informatie

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Landelijk cliëntervaringsonderzoek Landelijk cliëntervaringsonderzoek Monitor Januari t/m december 2016 Ons kenmerk: 17.0010587 Datum: 22-09-2017 Contactpersoon: Rosan Hilhorst E-mail: Contractbeheer@regiogv.nl Inhoud 1. Inleiding... 3

Nadere informatie

Vijftien jaar internet. Wat heeft het voor ons betekend?

Vijftien jaar internet. Wat heeft het voor ons betekend? Rapport Vijftien jaar internet. Wat heeft het voor ons betekend? Voor: Online Breedband B.V. Door: Synovate Synovate Inhoud Samenvatting 3 Onderzoeksopzet 5 Belangrijkste resultaten 6 - Internetgebruik

Nadere informatie

IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013

IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 Wat vindt Nederland van de ziekenhuizen en de ziekenhuiszorg? Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 Wat vindt Nederland van de ziekenhuizen en

Nadere informatie

Internetgebruik in Nederland 2010. Prof. Dr. Jan A.G.M. van Dijk Vakgroep Media, Communicatie en Organisatie

Internetgebruik in Nederland 2010. Prof. Dr. Jan A.G.M. van Dijk Vakgroep Media, Communicatie en Organisatie Internetgebruik in Nederland 2010 Prof. Dr. Jan A.G.M. van Dijk Vakgroep Media, Communicatie en Organisatie Met C. 150 volledige digibeten bereikt Trendrapport Computer en Internetgebruik 2010 UT (Alexander

Nadere informatie

HOE DENKT NEDERLAND OVER SOCIAAL- ECONOMSICHE ZAKEN?

HOE DENKT NEDERLAND OVER SOCIAAL- ECONOMSICHE ZAKEN? HOE DENKT NEDERLAND OVER SOCIAAL- ECONOMSICHE ZAKEN? ONDERZOEKSRAPPORT November 2018 20845 INHOUDSOPGAVE GESCHREVEN DOOR 1. INLEIDING P AGINA 3 2. CONCLUSIES P AGINA 5 3. RESULTATEN P AGINA 7 BERTINA RANSIJN

Nadere informatie

Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek. Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies

Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek. Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies M e m o Aan: Van: Onderwerp: Project: Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies Nadere profilering doelgroepen P27770 Datum:

Nadere informatie

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

Nadere informatie

E-Health en de huisarts. Digitaal Stadspanel Rotterdam. Achtergrond. Methode. Contact met de huisarts

E-Health en de huisarts. Digitaal Stadspanel Rotterdam. Achtergrond. Methode. Contact met de huisarts E-Health en de huisarts Digitaal Stadspanel Rotterdam Achtergrond Een taak van de gemeente is het bevorderen van de gezondheid van haar inwoners. In haar nota Publieke Gezondheid 2016-2020 Rotterdam Vitale

Nadere informatie

Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft.

Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft. Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft. Webtechniek is gespecialiseerd in technische oplossingen voor internet en applicaties. Sinds 2000 is het

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

Online Opvoedingsondersteuning

Online Opvoedingsondersteuning Een onderzoek naar de redenen van ouders om opvoedsites te bezoeken, de voorkeur voor bepaalde onderdelen en de beoordeling van dit soort websites. plaatje: studentencongres de Virtuele Pedagoog, mei 2008

Nadere informatie

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Tilburg DIMENSUS beleidsonderzoek December 2012 Projectnummer 507 Inhoudsopgave Samenvatting

Nadere informatie

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen Arie de Graaf en Suzanne Loozen In 25 telde Nederland 4,2 miljoen personen van 18 jaar of ouder die zonder partner woonden. Eén op de drie volwassenen woont dus niet samen met een partner. Tussen 1995

Nadere informatie

De zorgverzekeringsmarkt vraagt om vaardigheden van verzekerden waar niet iedereen in dezelfde mate over beschikt

De zorgverzekeringsmarkt vraagt om vaardigheden van verzekerden waar niet iedereen in dezelfde mate over beschikt Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Verleun, A., Hoefman, R.J., Brabers, A.E.M., Jong, J.D. de. De zorgverzekeringsmarkt vraagt om vaardigheden van verzekerden

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Stadjers over het CJG Groningen

Stadjers over het CJG Groningen Stadjers over het CJG Groningen Een Stadspanelonderzoek 2013 Onderzoek en Statistiek Groningen heeft als kernactiviteiten instrumentontwikkeling voor en uitvoering van beleidsgericht onderzoek, het toegankelijk

Nadere informatie

Gemeente Houten: Onderzoek Kieskompas. Den Dolder, 26 januari 2011 Ir. Martine van Doornmalen Rianne van Beek Msc.

Gemeente Houten: Onderzoek Kieskompas. Den Dolder, 26 januari 2011 Ir. Martine van Doornmalen Rianne van Beek Msc. Gemeente Houten: Onderzoek Kieskompas Den Dolder, 26 januari 2011 Ir. Martine van Doornmalen Rianne van Beek Msc. 2 Het auteursrecht op dit rapport berust bij ADV Market Research (ADV). De opdrachtgever

Nadere informatie

Hoofdstuk 15. Gemeentelijke website

Hoofdstuk 15. Gemeentelijke website Hoofdstuk 15. Gemeentelijke website Samenvatting Van alle Leidenaren heeft 88% de beschikking over internet: 85% beschikt ook thuis over internet, alleen elders. Dit is vergelijkbaar met vorig jaar. De

Nadere informatie

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanten van Careyn over het consultatiebureau Inhoud: 1. Conclusies 2. Algemene dienstverlening 3. Het inloopspreekuur 4. Telefonische dienstverlening 5. Persoonlijk

Nadere informatie

Burgerparticipatie in de openbare ruimte. Juni, 2014

Burgerparticipatie in de openbare ruimte. Juni, 2014 Burgerparticipatie in de openbare ruimte Juni, 2014 Uitgave : Team Kennis en Verkenning Naam : M. Hofland Telefoonnummer : 0570-693317 Mail : m.hofland@deventer.nl 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Kader

Nadere informatie

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014 in Houten Burgerpeiling 2014 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Houten Projectnummer 598 / 2015 Samenvatting Goede score voor Sociale Kracht in Houten Houten scoort over het algemeen goed als

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Petteflet/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet

Samenvatting. BS De Petteflet/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet Enige tijd geleden heeft onze school BS De Petteflet deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 218522 ouders

Nadere informatie

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. De Jeugdmonitor Zeeland De Jeugdmonitor Zeeland is een plek waar allerlei informatie bij

Nadere informatie

VERTROUWEN IN MEDIA IN NEDERLAND. September 2017

VERTROUWEN IN MEDIA IN NEDERLAND. September 2017 VERTROUWEN IN MEDIA IN NEDERLAND September 2017 INTRODUCTIE Het vertrouwen in overheden, bedrijfsleven, media en NGO s daalt wereldwijd (bron: Edelman Trust barometer), eigenlijk al sinds de recessie in

Nadere informatie

Bijlage bij hoofdstuk 15 van het Sociaal en Cultureel Rapport 2010

Bijlage bij hoofdstuk 15 van het Sociaal en Cultureel Rapport 2010 Bijlage bij hoofdstuk 15 van het Sociaal en Cultureel Rapport 2010 In deze bijlage wordt achtereenvolgens kort ingegaan op de verrichte analyses en de gebruikte bestanden en worden enige aanvullende resultaten

Nadere informatie

Media in de kinderopvang een onderzoek naar media en beleid in de kinderopvang

Media in de kinderopvang een onderzoek naar media en beleid in de kinderopvang Media in de kinderopvang een onderzoek naar media en beleid in de kinderopvang Wij kiezen er heel bewust voor om bepaalde digitale media te gebruiken, maar de interactie met de Pedagogisch medewerker is

Nadere informatie

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER Oktober 2012 2 Opdrachtnemer: Opdrachtgever: Team Financieel Advies, Onderzoek & Statistiek Camiel De Bruijn Ard Costongs Economie

Nadere informatie

Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Regenboog/ Tochtwaard: Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Regenboog/ Tochtwaard

Samenvatting. BS De Regenboog/ Tochtwaard: Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Regenboog/ Tochtwaard BS De Regenboog/ Tochtwaard Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Regenboog/ Tochtwaard Enige tijd geleden heeft onze school BS De Regenboog/ Tochtwaard deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling.

Nadere informatie

Onderzoeksresultaten. Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds. april 2011. 2010 Towers Watson. All rights reserved.

Onderzoeksresultaten. Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds. april 2011. 2010 Towers Watson. All rights reserved. Onderzoeksresultaten Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds april 2011 2010 Towers Watson. All rights reserved. Inhoud Context onderzoek Samenvatting Resultaten Communicatiemiddelen Uniform

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Swoaistee/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Swoaistee

Samenvatting. BS De Swoaistee/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Swoaistee Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Swoaistee Enige tijd geleden heeft onze school BS De Swoaistee deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 218522 ouders

Nadere informatie

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform

Nadere informatie

Taalcijfer a voor Nederlands, naar geslacht, leeftijd, jaar van aankomst en volgen van taalcursus (in gemiddelde rapportcijfers)

Taalcijfer a voor Nederlands, naar geslacht, leeftijd, jaar van aankomst en volgen van taalcursus (in gemiddelde rapportcijfers) Respondenten is gevraagd zelf een rapportcijfer tussen de 1 en 10 te geven voor hun taalbeheersing. De correlatie tussen het rapportcijfer en de schaalscore is redelijk hoog (0,67). Met een gemiddelde

Nadere informatie

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria De Invloed van Religieuze Coping op Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria Ria de Bruin van der Knaap Open Universiteit Naam student:

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek 1-op-1 Relaties Trajecten

Klanttevredenheidsonderzoek 1-op-1 Relaties Trajecten Klanttevredenheidsonderzoek 1-op-1 Relaties Trajecten Rapportage van de tevredenheid bij cliënten van de één-op-één Relaties Trajecten Uitgevoerd in opdracht van Stichting Welzijn Ouderen Arnhem November

Nadere informatie

ALPHENPANEL OVER ZONDAGSOPENSTELLING

ALPHENPANEL OVER ZONDAGSOPENSTELLING ALPHENPANEL OVER ZONDAGSOPENSTELLING nieuwsbrief Februari 2015 Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de peiling met het. Deze peiling ging over de zondagsopenstelling. De gemeenteraad

Nadere informatie

Samenvatting. BS Alexanderschool/ Denekamp. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Alexanderschool

Samenvatting. BS Alexanderschool/ Denekamp. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Alexanderschool BS Alexanderschool/ Denekamp Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Alexanderschool Enige tijd geleden heeft onze school BS Alexanderschool deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling.

Nadere informatie

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29% 26 DISCRIMINATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde

Nadere informatie

Onderzoek Passend Onderwijs

Onderzoek Passend Onderwijs Rapportage Onderzoek passend onderwijs In samenwerking met: Algemeen Dagblad Contactpersoon: Ellen van Gaalen Utrecht, augustus 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Liesbeth van der Woud drs. Tanya Beliaeva

Nadere informatie

Uitkomsten peiling kennis en gedrag omtrent de belastingaangifte. Nibud, 2010

Uitkomsten peiling kennis en gedrag omtrent de belastingaangifte. Nibud, 2010 Uitkomsten peiling kennis en gedrag omtrent de Nibud, 2010 Inleiding In dit rapport staan de resultaten beschreven van een peiling onder lezers van De Telegraaf over hun kennis en gedrag omtrent de. De

Nadere informatie

Dienstverlening Amsterdam-Noord

Dienstverlening Amsterdam-Noord Dienstverlening Amsterdam-Noord tweede meting bewonerspanel Projectnummer: 9151 In opdracht van stadsdeel Amsterdam-Noord Rogier van der Groep Esther Jakobs Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL

Nadere informatie

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Veel gemeenten zijn inmiddels actief op sociale media kanalen, zoals ook blijkt uit het onderzoek dat is beschreven in hoofdstuk 1. Maar

Nadere informatie

Wat vinden kijkers en luisteraars van de Omroep Organisatie Groningen?

Wat vinden kijkers en luisteraars van de Omroep Organisatie Groningen? Wat vinden kijkers en luisteraars van de Omroep Organisatie Groningen? Marjolein Kolstein Juli 2017 www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoud Samenvatting 2 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding van het onderzoek

Nadere informatie

Thematische behoeftepeiling. Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties

Thematische behoeftepeiling. Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties Thematische behoeftepeiling Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties Inleiding In de komende jaren ontwikkelt de VSOP toerustende activiteiten voor patiëntenorganisaties

Nadere informatie