Carpale instabiliteit: een classificatie, klinisch beeld en diagnose. Hogeschool van Amsterdam, ASHP domein Fysiotherapie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Carpale instabiliteit: een classificatie, klinisch beeld en diagnose. Hogeschool van Amsterdam, ASHP domein Fysiotherapie"

Transcriptie

1 Carpale instabiliteit: een classificatie, klinisch beeld en diagnose Hogeschool van Amsterdam, ASHP domein Fysiotherapie Beroepsopdracht van Jelle Sol en Muhammed Ali Kedilioglu Begeleider Hylke Brouwer Amsterdam

2 Samenvatting Introductie: Carpale instabiliteit is een complex klachtenpatroon die vaak over het hoofd wordt gezien. Dit is een ongewenste situatie omdat onbehandelde carpale instabiliteitsklachten kan leiden tot chronische pijn, onomkeerbare deformiteit, artrose en functieverlies van het gewricht. Vroegtijdige opsporing is dus belangrijk en daarom beschrijven wij het klinische beeld van de drie meest voorkomende vormen van carpale instabiliteit, scapholunaire instabiliteit, lunotriquetrale instabiliteit en midcarpale instabiliteit. Methode: Er zijn artikelen gezocht in databanken als Sience Direct, Pubmed, Pedro, Cochrane en Cinahl. Deze artikelen zijn beoordeeld op methodologische kwaliteit. Verder hebben wij Dhr. M. Foumani, Phd Student Department of Plastic Reconstructive and Hand surgery AMC, en de heren P. Pennouart en D. van t Klooster, Fysiotherapeutische Handspecialisten geïnterviewd. Resultaten: De klinische beelden en diagnostische mogelijkheden voor deze klachtenpatronen zullen aan bod komen. Discussie: In deze review komt naar voren dat er weinig en, over het algemeen, kwalitatief slecht onderzoek is naar de epidemiologie, klinisch beelden en de diagnostische testen voor carpale instabiliteit. Conclusie: Ondanks de duidelijke weergave van klinische beelden en evaluatie van de klinische testen, die met de tot nu toe bekende informatie zijn opgesteld, moeten wij concluderen dat er op een hoop fronten nog extra onderzoek nodig is. Vooralsnog adviseren wij dat fysiotherapeuten kennis moeten hebben over deze klachtenpatronen zodat zij adequaat kunnen handelen. Polsklachten veroorzaken verschillende problemen voor de gemeenschap, omdat zij onder andere verantwoordelijk zijn voor ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid [1]. In Nederland was in % van de totale zorgkosten het gevolg van klachten aan het bewegingsapparaat. Dit komt neer op ongeveer 3,9 miljard euro. Van deze 3,9 miljard euro is 2,6 miljard uitgegeven aan de curatieve en 82,1 miljoen aan de preventieve zorg van klachten aan het bewegingsapparaat [2]. De prevalentie van polsklachten in Nederland werd in het jaar 2000 door het RIVM geschat op 17,5%. Ongeveer 30% van de Nederlanders met polsklachten ondervindt hinder in het uitvoeren van hun algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL) wat de kwaliteit van leven beïnvloedt [1]. Acute polsklachten worden voor 28,6% van de gevallen gezien op de spoedeisende hulp (SEH) [3]. Als er geen breuk wordt geconstateerd op de SEH, dan kan er in 5-25% van de gevallen sprake zijn van ligamentaire schade [4, 5, 6, 7]. Het scapholunaire ligament is met 60% het meest aangedaan na een trauma, wat kan resulteren in een scapholunaire dissociatie (SLD) [4, 5, 7]. Ook is het lunatotriquetrale 2

3 ligament vaak aangedaan na een trauma wat kan resulteren in een Lunotriquetrale dissociatie (LTD) [8]. De meest voorkomende vorm van carpale instabiliteit is echter midcarpale instabiliteit (MCI), welke meestal niet veroorzaakt wordt door een trauma maar ontstaat op basis van aangeboren laxiteit. Mensen met een MCI hoeven hier niet altijd klachten van te ondervinden [8]. Deze drie aandoeningen zijn tevens de meest voorkomende vormen van instabiliteitsklachten in de carpale regio [8, 15]. De pols is een van de meest complexe gewrichten van het menselijk lichaam. De pols bestaat uit acht carpale botten en 26 ligamenten. Voor een gedetailleerde beschrijving over de anatomie zie bijlage 1. Om de pols gestabiliseerd te houden tijdens het bewegen, is er een optimale samenwerking tussen de ligamenten en andere structuren rondom het gewricht een vereiste [9, 16, 68]. Functioneel bewegen in de pols kan verstoord raken door een beschadiging van (een) ligament(en), wat kan resulteren in carpale instabiliteit [9, 42, 68]. Dit kan leiden tot pijn tijdens het bewegen of in rust, klikkende of knappende geluiden, verlies van spierkracht en een verminderde proprioceptie [7, 13, 35]. Carpale instabiliteit is een begrip dat verschillend geïnterpreteerd kan worden. Vanuit biomechanische perspectief wordt stabiliteit gedefinieerd als: het in staat zijn van een gewricht om een articulaire beweging in een normale balans te houden gedurende de gehele bewegingsuitslag [24, 25, 26]. Volgens deze definitie wordt een pols instabiel gerekend als het gewricht niet is staat is om een normaal bewegingsverloop te vertonen. Het vertonen van een abnormaal bewegingsverloop kan verschillende oorzaken hebben, zoals verstoringen van het neurale, actieve en/of passieve systemen [20]. Daarnaast kunnen ook fracturen, aangeboren afwijkingen, infecties, avasculaire necrose of andere aandoeningen die voor een abnormaal bewegingsverloop zorgen [17, 18, 19]. Sommige auteurs maken ook een onderscheid in een dynamische en een statische vorm van instabiliteit [27, 28]. Wanneer het gaat om een dynamische instabiliteit, is er geen abnormale verplaatsing zichtbaar van structuren in de standaardposities op röntgenfoto s. Integendeel, er is bij een röntgenfilm juist wel verplaatsing te zien in de structuren onder stress. Bij statische instabiliteit is zonder stress verplaatsing van structuren te zien op een röntgenfoto. Carpale instabiliteit is een ingewikkeld klachtenpatroon wat vaak over het hoofd wordt gezien. Patiënten met dit klachtenbeeld komen vaak op de SEH [3] en als er geen fractuur op de röntgenfoto s word gezien dan gaat men vaak uit van een kneuzing [9, 10]. Terwijl een onbehandelde carpale instabiliteitsklachten kan leiden tot chronische pijn, onomkeerbare deformiteit, artrose en functieverlies van het gewricht [11, 12]. Daarom is het van belang om een afgetekend beeld te geven van carpale instabiliteit en de diagnostische mogelijkheden hiervan, zodat vroegtijdig opsporing van deze 3

4 klachtenpatronen gerealiseerd kan worden. Scapholunaire dissociatie, lunotriquetrale dissociatie en midcarpale instabiliteit zullen afzonderlijk aan bod komen. Methode Om een duidelijk beeld te geven van carpale instabiliteit en de diagnostische mogelijkheden hiervan zijn verschillende artikelen over dit onderwerp beoordeeld. Deze artikelen waren afkomstig van de databanken Sience Direct, Pubmed, Pedro, Cochrane en Cinahl. De zoektermen waarop is gezocht waren: carpal instability, scapholunair dissociation, lunotriquetral dissociation, midcarpal instability, arthroscopy, wrist, injuries, scaphoid shift test (Watson), lunotriquetral ballottement test (Reagan) en mid carpal shift test (Lichtman). De inclusie criteria voor deze review zijn dat artikelen voldoen aan het onderwerp carpale instabiliteit en of deze van methodologische kwaliteit zijn. In de analyse van de artikelen hebben we gekeken naar de publicatiejaar, patiëntenpopulatie, studie design, resultaten en hoe de resultaten van deze artikelen tot stand zijn gekomen. De carpale instabiliteitspatronen van SLD, LTD en MCI zijn geïncludeerd in deze studie. Indien het klinisch beeld, epidemiologie, classificatie, diagnostische middelen en de anatomie van deze drie klachtenpatronen beschreven zijn, hebben wij deze artikelen gebruikt. Artikelen die over andere vormen van carpale instabiliteit spreken zijn geëxcludeerd. Over de klinische beelden bij carpale instabiliteit zijn er voor SLD 9, voor LTD 5 en voor MCI 8 artikelen gebruikt. Voor de epidemiologie 14, de classificatie 5, de diagnostische middelen 24 en voor de anatomie 4. Er is enkel één artikel gevonden welke een uitspraak doet over de klinimetrische eigenschappen van de scaphoid shift test en de ballottement test. Voor de midcarpal shift test is er geen enkel artikel gevonden die iets zegt over de klinimetrische eigenschappen. Naast het gebruik van artikelen werden er bij het klinisch beeld SLD 2, de epidemiologie 2, classificatie 1, diagnostische middelen 2 en de anatomie 4 boeken geraadpleegd. Ook zijn er verschillende specialisten op het gebied van carpale instabiliteit benaderd. Deze specialisten waren: de heer M. Foumani, Phd Student Department of Plastic, Reconstructive and Hand surgery AMC en de heren P. Pennouart en D. van t Klooster, Fysiotherapeutische Handspecialisten. Wij hebben hen geïnterviewd over de volgende onderwerpen: welke carpale instabiliteitspatronen het meest voorkomen, hoe deze klachten zich in de praktijk manifesteren, hoe deze worden geclassificeerd en welke testen zij gebruiken bij de diagnose van carpale instabiliteit. Verder hebben wij van hen verschillende bruikbare artikelen gekregen. Hun klinische expertise hebben wij enkel gebruikt in de discussie. 4

5 Classificatie Verschillende auteurs hebben geprobeerd om een classificatie te maken van carpale instabiliteit om zo de diagnose en behandeling te verduidelijken. De eerste classificatie is gemaakt in 1972 door Ronald et al. Zij hebben beschreven dat er een dorsale en palmaire instabiliteitsvorm is [9]. Enkele andere classificaties berusten op de vormen van ligamentaire instabiliteit (tabel 1) [29, 30, 31]. Onder deze classificatie vallen de vormen Carpal Instability Dissociative (CID), Carpal Instability Non Dissociative (CIND), Carpal Instability Complex (CIC) en een Carpal Instability Adaptive (CIA). CID is een instabiliteitsvorm waarbij de individuele botten van elkaar of van de rijen dissociëren. CID wordt onderverdeeld in een scapholunaire dissociatie waarbij het lunatum kantelt naar dorsaal wat een Dorsal Intercalated Segment Instability (DISI) wordt genoemd en LTD waarbij het lunatum kantelt naar volair wat een Volair Intercalated Segment Instability (VISI) wordt genoemd. CIND is dat er geen dissociatie is tussen de carpale botten, maar er is wel sprake van een instabiliteit in het radiocarpale en midcarpale gewricht. In sommige gevallen is er ook een ulnaire translatie te zien bij een CIND patroon. CIC is een classificatie voor de combinatie van een CID en een CIND. Ook vallen de perilunaire problematiek onder deze classificatie, welke verder niet behandeld worden in deze studie. Onder de CIA classificatie valt een verandering extra carpaal wat resulteert in een secundaire verandering in de carpus. Te denken valt aan een verkeerd vastgegroeide radius fractuur. Tabel: 1 Indeling carpale instabiliteit Carpal instability dissociative (CID) 1. scapholunaire dissociatie (DISI) 2. lunotriquetrale dissociatie (VISI) Carpal instability non- dissociative (CIND) 1. radiocarpale instabiliteit 2. midcarpale instabiliteit 3. ulnaire translocatie Carpal instability complex (CIC) 1. perilunaire luxatie a. naar dorsal of palmair b. met scaphoid fractuur 2. Reversed perilunaire luxatie Carpal instability adaptive (CIA) 1. malunion van de radius 5

6 Andere classificaties zijn meer gericht op het klinische patroon van een carpale instabiliteit [32, 33]. Een patroon is een complex van gegevens over leeftijd, geslacht, ontstaanswijze, ontstaans- factoren, beloop, factoren die het beloop beïnvloeden, symptomen en tekens die kenmerkend zijn voor een aandoening, ziekte of syndroom [34]. De indeling gericht op het patroon bestaat uit, de fase in tijd, de vorm van instabiliteit, etiologie, lokalisatie, richting en patroon. De fase wordt opgedeeld in drie fases: acute (tot 1 week), subacute (tot 6 weken) en chronische fase (na 6 weken). De mate van laesie bestaat uit drie vormen: predynamisch instabiliteit (partiële ruptuur zonder malalignment tijdens stress), dynamische instabiliteit (complete ruptuur die alleen malalignment tonen onder bepaalde situaties) en statische instabiliteit (complete ruptuur met permanente malalignment van carpale botten) [32, 35]. Deze zes categorieën worden geplaatst in een analytisch schema dat als hulpmiddel kan dienen om carpale instabiliteit te interpreteren (zie tabel 2). In dit analytisch schema worden per categorie verschillende mogelijkheden weergegeven welke bij verschillende patronen zich kunnen representeren. Om de individuele instabiliteitsklachten beter te begrijpen zijn daarvoor ook indelingen gemaakt. Deze zullen in het volgende hoofdstuk aan bod komen. Tabel 2: Analytisch schema carpale instabiliteit [32, 33] Fase Vorm Etiologie Lokalisatie Richting Patroon Acute fase (tot 1 week) Statisch Trauma Radiocarpaal DISI CID Subacute fase (tot 6 weken) Predynamisch Congenitaal Intercarpaal VISI CIND Chronische fase (na 6 weken Dynamisch Arthitis Midcarpaal Ulnair translatie CIC Fractuur Carpometacarpaal Dorsale translatie CIA Avasculaire necrose Specifieke botten Rotatio component Specifieke ligamenten Andere 6

7 Resultaten Klinische beelden Scapholunaire instabiliteit De meest voorkomende vorm van instabiliteitsklachten in de pols die zich symptomatisch manifesteert is schapholunaire dissociatie [7, 37, 38, 39]. In het onderzoek van Kelly et al. waarin 120 mensen arthroscopisch zijn onderzocht, hadden 64 van de 120 mensen schade aan het scapholunaire ligament en 6 maar aan het lunotriquetrale ligament [7]. Een dissociatie tussen het scaphoid en lunatum ontstaat op het moment dat het scapholunaire intrinsieke ligamenten (SLIL) overrekt of geruptureerd raakt [38, 40]. SLD ontstaat veelal door een hyperextensietrauma [7, 13, 36, 39]. Vaak betreft dit een combinatiebeweging van dorsaalflexie, intercarpale supinatie en ulnaire abductie onder axiaal druk [40]. Ook komt deze aandoening veelvuldig voor bij personen rond de 50 jaar die SLD hebben ontwikkeld op basis van laxiteit [44]. Als alleen de SLIL zijn aangedaan, duurt het langer voordat er een dissociatie te zien is, dan wanneer er ook andere ligamenten geruptureerd raken [41]. Bij alleen een SLIL laesie doen klachten zich vaak ook later voor doordat andere ligamenten nog intact zijn. Klachten worden sneller ondervonden wanneer er rupturen zijn ontstaan in meerdere ligamenten [40, 42]. Dit betreft het radiolunaire, radioscaphocapitate, scaphotrapezium of de dorsale intercapale ligamenten [40, 42]. Om een beter beeld van SLD te krijgen heeft Wolfe [43] de aandoening in verschillende stadia verdeeld (zie tabel 3). De mildste vorm van scapholunaire dissociatie is de verborgen vorm (stadia 1). Hierbij is enkel het SLIL ligament aangedaan. Patiënten zullen hoogstwaarschijnlijk geen last hebben van deze aandoening en ook zullen er geen waarneembare veranderingen zichtbaar zijn bij beelddiagnostiek [41]. Dit komt omdat de volaire extrinsieke ligamenten de taak van het SLIL ligament overnemen. De volaire extrinsieke ligamenten kunnen op den duur lakser worden door overbelasting en dan spreekt men over een dynamische vorm van SLD (stadia 2). Indien andere ligamentaire structuren teveel overrekt raken of ruptureren zal dit leiden tot een verergering van het beeld namelijk stadia 3 van SLD. Het scaphoid zal onder druk roteren in een palmairflexie stand terwijl het lunatum richting dorsaalflexie zal bewegen (DISI). Als dit onbehandeld blijft kan het DISI deformiteit verergeren welke zich dan resulteert in een stadia 4 van SLD. Indien deze deformiteit niet behandeld word zullen het scaphoideum, lunatum en capitatum collaberen, wat een SLAC deformiteit genoemd wordt. Dit zal leiden tot een zeer afwijkend bewegingspatroon met abnormale krachtenverdelingen over de carpalia. Artrose zal zich allereerst rond het scaphoideum en de radius ontwikkelen en later de gehele carpus bedekken. Deze SLAC deformiteit is niet meer operatief behandelbaar middels ligamentaire chirurgie [41].

8 Tabel 3. Stadia van Scapholunaire dissociatie [41] aangedane ligamenten I. verborgen II dynamisch III Scapholunaire dissociatie gedeeltelijke Incomplete of Complete laesie SLIL complete laesie van SLIL, volair van SLIL, of dorsale gedeeltelijke laesie van de volaire extrinsieke ligamenten extrinsieke ligamenten IV DISI Complete laesie van SLIL en de volaire extrinsieke ligamenten; veranderingen in RL, ST, DIC ligamenten V SLAC als in stadia IV Röntgenfoto's Normaal Meestal normaal Röntgenfoto's onder stress Normaal wel een abnormale fluoroscopie SL gap 3 mm; RS hoek 60º SL hoek 70º SL gap 3 mm RL 15º CL 15º I. Styliod DJD II RS DJD III CL DJD IV Pancarpal DJD Abnormaal Abnormaal onnodig onnodig SLIL, intrinsieke scapholunaire ligament CL, capitolunatum; DJD, degeneratieve kraakbeen/bot aandoening; RL, radiolunair; RS, radioscaphoideum; SL scapholunair; ST, Scaphotrapezoideum. DIC, dorsale intercarpale ligamenten De symptomen en tekens die SLD met zich meebrengt zijn: hevige pijn (soms schietend) [7, 13, 35, 52], forse zwelling [36], krachtverlies [13, 52], gestoorde grijpfunctie [7, 52], crepitaties, klikkende en/of knappende geluiden [13] en op den duur kan er ook bewegingsbeperking ontstaan [46, 52]. Palpatie van de gehele carpale regio is gevoelig, maar meestal is palpatie van de scapholunaire overgang kenmerkend [35, 36, 42]. Voor een onderbouwing van deze symptomen en tekens zie tabel 6. Voor een geheel overzicht van de klinische beelden zie tabel 5.

9 Tabel 6 Artikel Studie design Studiepopulatie Onderzoek Resultaten Kelly et al. Arthroscopy of the wrist [7] Publicatiejaar 1990 Nonrandomized trial 120 polsen zijn arthroscopisch onderzocht om de aandoening vast te stellen per pols. Vooraf het onderzoek was het niet duidelijk om welke aandoening het ging. Voor het onderzoek zijn de symptomen en tekens vastgesteld. Vervolgens is er arthroscopisch onderzoek verricht om de aandoeningen vast te stellen. Bij 64 van de 120 polsen was er sprake van een schade aan het scapholunaire ligament. (met een gemiddelde leeftijd van 31,7). 60 van de 64 mensen gaf een trauma als oorzaak. Symptomen die deze mensen aangaven was pijn en grijp krachtverlies Bij 6 van de 120 polsen was er sprake van schade aan het lunotriquetrale ligament. Chabas et al. Results of the modified brunelli tenodesis for treatment of scapholunate instability: a retrospective study of 19 patients [13] Retroseptive study 19 patiënten met een SLD zijn chirurgisch behandeld door middel van brunelli plastiek 1 Voor het onderzoek zijn de symptomen en tekens van de patiënten vast gesteld. Vervolgens is er gekeken naar de effecten van de chirurgische ingreep. Wij zullen niet ingaan op de resultaten van de interventie, maar zullen alleen kijken naar de symptomen en tekens. De 19 patiënten gaven allen als oorzaak een extensie trauma aan. Voor de ingreep gaven alle patiënten pijn aan (gemiddeld 7,5 op de Visual Analog Scale). Verder klaagden 11 patiënten over klikkende en kanppende geluiden en gaven 18 patiënten krachtsverlies aan. Publicatiejaar 2008 Watson et al. Rotary subluxation of the scaphoid: a spectrum of instability [35] Publicatiejaar 1993 Nonrandomized trial 1000 patiënten met klachten aan de bovenste extremiteit die anders geen hulp zouden zoeken voor hun klachten. Tijdens het onderzoek zijn de symptomen en teken van de mensen in kaart gebracht. Deze werden geëvalueerd op: - pijn tijdens activiteit - pijn na activiteit - aanpassingen in adl Verder is de pols ook de scaphoid shift test uitgevoerd bij deze mensen, is er palpatie verricht van de scaphoid trapezium, scaphoid trapezoideum en scaphoid lunatum overgang, gekeken naar de vingerextensie test en gekeken of patiënten articulaire of niet articulaire pijn hadden. 209 van de 1000 mensen hadden een positieve scaphoid shift test. De gemiddelde leeftijd van deze 209 mensen was 40 jaar. 37% van de 209 mensen hadden ook de symptomen die onderzocht werd. - pijn tijdens activiteit 31% - pijn na activiteit 29% - pijn na activiteit langer dan 6 uur 7% - aanpassingen in adl 17% Bevinden na het onderzoek: - positieve vingerextensie test 18% - articulaire en niet articulaire pijn 16% - palpatie pijn scaphoid lunatum 15% - palpatie pijn scaphoid trapezium 9% - palpatie pijn scaphoid trapezoideum 9% Prosser et al. Current practice in the Survey 85 handtherapeuten (fysiotherapeuten en Een onderzoek gedaan naar carpale instabiliteit door middel van een 75 van de 85 therapeuten hebben de vragenlijsten teruggestuurd. 35 van de 75 1 Brunelli plastiek is een vorm van chirurgische ingreep die gebruikt wordt bij de reconstructie van pols ligamenten.

10 diagnose and treatment of carpal instability results of a survay of australian hand therapists [52] Publicatiejaar 2007 ergotherapeuten) in Australië vragenlijst die ontwikkeld is door de auteurs van dit onderzoek. Deze vragenlijst is via de mail opgestuurd naar 85 handtherapeuten en gevraag of zij één of twee casuïstieken van patiënten wilden meesturen. Casuïstieken die geincludeerd werden waren SLD, LTD, MCI, Triangulare Fibrocartilage Complex en pols ganglia. Verder is gevraagd welke testen ze hiervoor gebruiken en welke symptomen en tekens het meest gezien worden bij deze aandoeningen. Aan de therapeuten zijn de volgende symptomen en tekens gevraagd: - oorzaak - pijn - functieverlies - range of motion - grijpkracht - of er sprake is van algehele laxiteit therapeuten gaf ook daadwerkelijk aan dat ze patiënten met carpale instabiliteit onderzoeken en behandelen. De 35 handtherapeuten rapporteerden 59 casuïstieken waarvan de resultaten zijn: - oorzaak extensietrauma 29% - oorzaak niet duidelijk 27% - oorzaak rotatie trauma 15% - oorzaak fracturen 14% - oorzaak overbelasting 12% - oorzaak arthritis 1% Ernst pijn VAS in rust gemiddeld 3,5 VAS tijdens activiteit 7,7 Lokalisatie pijn - pijn aan de ulnaire zijde 39% - pijn centraal gelokaliseerd 17% - pijn aan de radiale zijde 13% - pijn gecombineerd 30% Functieverlies - zelfverzorging 25% - huishouden 25% - grijpkracht vermindering 22% - zware voorwerpen dragen 17% Range of motion - palmair flexie 45 of meer 98% - dorsaal flexie 40 of meer 90% Algehele laxiteit - 28% van de patienten Gebruik van polstesten door 35 therapeuten: - scaphoid shift test 80% - lunotriquetral ballotoment test 77% - midcarpal shift test 54% 10

11 Lunotriquetrale instabiliteit In tegenstelling tot SLD en MCI komt lunotriquetrale dissociatie minder frequent voor [44, 60, 61]. Een dissociatie tussen het lunatum en triquetrum ontstaat op het moment dat het lunotriquetrale intrinsieke ligamenten (LTIL) overrekt of geruptureerd raakt [40, 60, 61, 62]. LTD ontstaat net als bij SLD veelal na een hyperextensietrauma [40, 44]. Vaak betreft dit een combinatiebeweging van axiale druk, dorsaalflexie, radiaal abductie en hyperpronatie [40]. Een LTIL laesie kan geïsoleerd of in combinatie met andere ligamentaire schade voorkomen [62]. Net als bij een SLD kunnen geïsoleerde LTIL laesies klachten geven. Klachten doen zich dan wel sneller voor als er ook andere ligamenten beschadigd zijn. Dit betreffen de dorsale intercarpale en dorsale radiocarpale ligamenten [40]. Sommige auteurs zeggen dat patiënten met een geïsoleerde LTIL laesie hier geen hinder van hoeven te ondervinden [40, 44]. De klachten die LTIL met zich meebrengt is vaak in de vorm van pijn aan de ulnaire zijde. [60] De pijn wordt beschreven als aanhoudende pijn die heviger wordt tijdens/na gebruik van de pols en pijn bij dorsaalflexie. [60] Een zwelling is minimaal tenzij het trauma zich recent heeft voorgedaan. [60] Verder is sprake van krachtverlies [60], gestoorde grijpfunctie [60], afname van mobiliteit [60], klikkende en/of knappende geluiden [60], palpatie van het lunotriquetrale overgang is zeer gevoelig [60, 61] en een instabiel gevoel in de pols [60]. Over de prognose LTD wordt gezegd dat na een periode van 4 tot 6 maanden immobilisatie de klachten verdwijnen en dat geïsoleerde LTIL laesie niet kan leiden tot het collaberen van de carpale botten [40]. Er is enkel één artikel gevonden die onderbouwd iets zegt over de klinische verschijnselen bij LTD (zie tabel 7). Andere zijn afkomstig van reviews waar geen onderzoeken in zijn geëvalueerd of naar verwezen is. Voor een geheel overzicht van de klinische beelden zie tabel 5. Tabel 7 Artikel Studie design Studiepopu latie Omokawa et al. Nonrandomized 11 patiënten Dorsal trial met de radiocarpal diagnose ligament LTD gesteld capsulodesis for op basis van chronic dynamic arthroscopie lunotriquetral instability [61] Publicatiejaar 2008 Onderzoek In dit onderzoek zijn 11 patiënten met LTD daar operatief aan behandeld. Voor de interventie zijn de pijbeleving, range of motion en de grijpkracht in kaart gebracht. Ook is de ballottement test uitgevoed bij alle patiënten. Resultaten Alle patiënten hadden een positieve ballottement test. Pijn VAS = gemiddeld 5 ROM palmair flexie gemiddeld 61 dorsaal flexie gemiddeld 66 grijpkracht gemiddeld 25 kg Mannen 29 kg Vrouwen 17 kg

12 Midcarpale instabiliteit MCI is de meest voorkomende vorm van carpale instabiliteit, al dan niet symptomatisch. MCI is een verzamelnaam van verschillende vormen van instabiliteit die drie vormen van MCI differentiëren (zie tabel 4) [64]. Van deze drie vormen komt de palmaire MCI het meest voor. Deze vorm van instabiliteit ontstaat op het moment dat er een laesie of een verrekking is van het dorsale radiolunate-triquetrale ligament. Wanneer er andere ligamenten naast het dorsale radiolunate-triquetrale ligament verrekt en/of geruptureerd raken, kunnen de klachten zich heviger voordoen. Dit betreffen de ligamenten triquetrohamate ligament, de dorsale intercarpale, de radiocarpale ligamenten en de intrinsieke carpale ligamenten [54, 65, 66]. De intrinsieke ligamenten van de proximale rij zijn bij een MCI wel intact [65, 67]. Veel minder frequent als palmaire MCI komt ook dorsale MCI voor. Hierbij staat de proximale rij carpalia in een dorsaalflexie stand. Vaak is de instabiliteit gelegen in tussen het lunatum en capitatum, waarbij het capitatum over het lunatum geschoven is in de scapolunaire fossa, welke door Louis et al in 1984 werd beschreven als een CLIP pols. Bij de dorsale MCI is het palmaire radioscaphoidalecapitaire ligament aangedaan. De laatste vorm van MCI is de extrinsieke midcarpale instabiliteit. Deze vorm ontstaat naar aanleiding van meerdere maanden van immobilisatie van de onderarm, wanneer de patiënt een onvermogen heeft ontwikkeld de radius te roteren. De patiënt klaagt vooral over pijn en klikkende en knappende geluiden bij het triquetrohamate deel van de pols [64]. Tabel 4 Classificatie van midcarpale instabiliteit [64] Gebruikte terminologie Originele terminologie Etiologie Richting van de subluxatie I. Palmaire MCI 1 Ulnar midcarpal 1. Laxiteit van de Palmair (intrinsiek) ligamenten aan de ulnaire zijde en het dorsale radiolunate-triquetrale ligament 2. Carpale instabiliteit nondissociative (CIND) 2. als bovenstaand of ulnaire minus variant Over het algemeen palmair maar er zijn enkele gevallen bekend waar het dorsaal is. II. Dorsale MCI 1. Capitolunatum Laxiteit van het palmaire dorsaal (intrinsiek) instabiliteits patroon (CLIP) radioscaphoidale-capitaire ligament 2. Chronische capitolunatum instabiliteit III. Extrinsieke MCI Secundaire MCI op basis van onvermogen de radius te roteren Dorsale verplaatsing en hoeksverandering van de distale radius, Z deformiteit van de carpus Dorsaal 12

13 MCI ontstaat doorgaans op basis van laxiteit en niet door een trauma [64]. Dit klachtenpatroon representeert zich gedurende de pubertijd of pas op latere leeftijd (50+) en komt vaker voor bij vrouwen [66]. De klachten die midcarpale instabiliteit met zich meebrengen zijn vaak in de vorm van krachtsverlies [66, 68, 69], laxiteit [64, 65, 66, 69], verminderde grijpfunctie [66, 68, 69], oncomfortabel gevoel [66], deformiteiten [64, 66, 69], pijn bij palpatie van de triquetrohamatum overgang (vaak is de gehele ulnaire zijde gevoelig) [64, 66, 68, 69] en klikkende en/of knappende geluiden bij een ulnair deviatie [14, 64, 65, 66, 69]. Gevoelloosheid is ook een klacht wat patiënten noemen [69]. Alleen het teken klikkende en knappende geluiden bij MCI is op een onderzoek gebaseerd. Dit is door middel van vier actieve bewegingen door Wright et al. onderzocht [14]. Deze bewegingen waren van radiaal naar ulnair deviatie, van ulnair naar radiaal deviatie tijdens extensie, van radiaal naar ulnair deviatie tijdens flexie en translaties richting dorsaal en palmair. Bij 91% van de 52 patiënten met MCI hadden een pijnlijke klik tijdens deze bewegingen. Door dit hoge percentage kan aangenomen worden dat een pijnlijk klikkende pols een veel voorkomend symptoom is bij MCI. De andere klinische verschijnselen zijn afkomstig van reviews en personal views waar geen onderzoeken zijn beoordeeld of er geen verwijzing is gegeven naar de uitspraken. Langdurig met MCI rondlopen, kan leiden tot lokale synovitis in de midcarpale regio [64]. De behandelingen bij MCI verschillen van non- operatieve oefentherapie [64] tot operatieve reconstructie van ligamenten [30]. Voor een geheel overzicht van de klinische beelden zie tabel 5. Tabel 5 Samenvatting klinische beelden SLD LTD MCI Leeftijd Indien op basis van congenitale laxiteit veelal 50+ n.a. Komt veelal bij jonge meisjes en jongens voor. In enkele gevallen ook bij oudere vrouwen 50+. Geslacht n.a. n.a. Komt meer voor bij vrouwen. Oorzaak Veelal trauma, enkele gevallen congenitale laxiteit. Symptomen - hevige pijn (soms schietend) - forse zwelling - krachtverlies - gestoorde grijpfunctie - crepitaties - klikkende en/of knappende geluiden - bewegingsbeperking waarbij palmair- en dorsaalflexie evenveel beperkt zijn - palpatie scapholunair pijnlijk Prognose Alleen operatief behandelbaar. Trauma - aanhoudende pijn aan de ulnaire zijde - pijn die heviger wordt tijdens/na gebruik van de pols - pijn bij dorsaalflexie - minimale zwelling, tenzij recent trauma - krachtverlies - gestoorde grijpfunctie - afname van mobiliteit - klikkende en/of knappende geluiden - palpatie van het lunotriquetrale overgang pijnlijk - instabiel gevoel in de pols Immobilisatie 4 tot 6 maanden revalidatie. Veelal congenitaal, enkele gevallen op basis van trauma. - krachtsverlies - laxiteit - oncomfortabel gevoel - deformiteiten - pijn bij palpatie van de triquetrohamatum overgang (vaak is de gehele ulnaire zijde gevoelig) - klikkende en/of knappende geluiden bij een ulnair deviatie - gevoelloosheid Geen tijd over bekend. Behandeling varieert tussen conservatief en operatief. Manuele testen Scaphoid shift test. Ballottoment test. Midcarpal shift test. 13

14 Resultaten diagnostische mogelijkheden Scapholunaire dissociatie Indien er na de anamnese een verdenking is op SLD wordt aangeraden de scaphoid shift test uit te voeren (zie bijlage 2) [38, 47, 49]. De scaphoid shift test is een excluderende test voor SLD door de hoge negatief voorspellende waarde. De auteurs van dit artikel concluderen zelf dat de provocatie test voor de pols voorspellend is voor mensen die verdere onderzoek nodig hebben en misschien wel een arthroscopisch onderzoek. Wanneer er arthroscopisch onderzoek plaats vindt is de test meer in staat de absentie van de aandoening te voorspellen dan de presentie [51]. Alleen dienen fysiotherapeuten wel rekening te houden met deze test, omdat hij ook positieve resultaten kan geven bij mensen zonder een aandoening. In het onderzoek van Wolfe et al. waar 50 gezonde polsen zijn getest, lieten 18 polsen (36%) een positieve test uitslag (graad 2) zien [47]. Andere artikelen waar de scaphoid shift test is onderzocht staan beschreven in tabel 8. De klinimetrische eigenschappen van de scaphoid shift test is door LaStayo en Howell [51] vastgesteld: Sensitiviteit 69% Specificiteit 66% Positief voorspellende waarde 48% Negatief voorspellend waarde 78% SLD kan alleen operatief worden behandeld [37, 39, 42, 54]. Voor fysiotherapeuten is het van belang om bij een verdenking op SLD, patiënten door te verwijzen naar een arts. Die kunnen dan om de bevindingen uit het onderzoek te bekrachtigen, gebruik maken van beelddiagnostiek. Om te beginnen wordt er een röntgenfoto gemaakt en wordt er gekeken naar de ruimte tussen het scaphoideum en lunatum en de hoek die het scaphoideum maakt ten opzichte van het lunatum. Een ruimte van 3 mm van het scaphoideum ten opzichte van het lunatum wordt gezien als een SLD (figuur1) [39, 55]. Onder normale omstandigheden maken het scaphoideum en het lunatum een hoek van graden (zie figuur 2 en 3) [39, 40, 56]. Een scapholunaire hoek van >70 graden wordt geassocieerd met SLD [40, 42]. Het lunatum is dan naar dorsaal gericht en het scaphoideum naar volair. Dit wordt een DISI genoemd. Arthroscopie wordt als gouden standaard gezien bij de diagnose van SLD [30, 39, 57, 58]. 14

15 Figuur 1 Figuur 2 Figuur 3 Lunotriquetrale dissociatie Indien er na anamnese verdenking is op LTD, wordt aangeraden de Ballottement test van Reagan uit te voeren (zie bijlage 2) [40, 60, 61]. De ballottoment test is een excluderende test gezien de hoge negatief voorspellende waarde. Er is weinig onderzoek gedaan naar deze test. Het enige onderzoek dat wij hebben kunnen vinden is van Omokawa et al. die 11 LTD, diagnose op basis van arthroscopy, patiënten vooraf heeft getest met de ballottoment test met als resultaat een positieve test bij allen [61] (zie tabel 8). Deze test heeft de volgende klinimetrische eigenschappen [51] : Sensitiviteit 64% Specificiteit 44% Positief voorspellende waarde 24% Negatief voorspellend waarde 81% Om de conclusie uit het lichamelijk onderzoek te bevestigen, kan een arts gebruik maken van beelddiagnostiek. Om te beginnen wordt er een röntgenfoto gemaakt en wordt er gekeken naar de hoek die het lunatum maakt ten opzichte van het triquetrum. Onder normale omstandigheden maken het lunatum en het triquetrum een hoek van 14 graden. Wanneer er een LTD aanwezig zal deze hoek kleiner zijn dan 0 graden, waarbij het lunatum naar volair en het triquetrum naar dorsaal verplaatst [60]. Deze positie wordt een VISI genoemd [40, 62, 63]. Arthroscopie wordt als gouden standaard gezien bij de diagnose van LTD [8, 30, 40, 52, 54].

16 Artikel Studie design Studiepopulatie Onderzoek Resultaten Wolfe et al. Kinematics of the scaphoid shift test [47] Publicatiejaar 1997 Nonrandomized trial 25 mensen (50 polsen) zonder een geschiedenis met polsklachten De scaphoid shift test is uitgevoerd bij deze mensen en als voorwaarde om hem te kunnen classificeren 5 keer herhaald. Gradering was op een schaal van 0 tot 2 0 = geen subluxatie 1 = wel enige beweging van de botten maar geen duidelijk klik of subluxatie 2 = subluxatie van het scaphoideum met een duidelijk klik palpeerbaar na loslaten van de duim De scaphoid shift test is vervolgens herhaald onder fleuroscopie. Uitkomsten van de test Graad 0 = 15 polsen (30%) Graag 1 = 17 polsen (34%) Graad 2 = 18 polsen (36%) De test onder fleuroscopie liet zien dat er bij 13 van de 50 polsen een subluxatie plaats vond. 6 van deze polsen waren als graad 2 geregistreerd. 13 van de 37 (13 50) lieten onder fleuroscopie een subluxatie van het capitolunaire gewricht zien. Dit wordt gezien als een soort MCI en wordt niet geassocieerd met een subluxatie van het scaphoid. Park et al. Radiographic observation of the scaphoid shift test [49] Publicatiejaar 2003 Nonrandomized trial 60 patiënten met polsklachten. Degene die recent een trauma of een fractuur hadden zijn geexcludeerd uit het onderzoek. Deze patiënten was er na röntgenonderzoek geen statische SLD geconstateerd. Ook was er geen sprake van degeneratie en veranderingen in het gewricht. De scaphoid shift test is uitgevoerd bij deze mensen en is gegradeerd op mate van subluxatie en pijn aan de dorsale zijde van de pols. Gradering was op een schaal van 0 tot 2 0 = geen subluxatie 1 = wel enige beweging van de botten maar geen duidelijk klik of subluxatie 2 = subluxatie van het scaphoideum met een duidelijk klik palpeerbaar na loslaten van de duim Gradering subluxtie 0 = 16 polsen 1 = 28 polsen 2 = 16 polsen Gradering pijn 0 = 41 polsen 1 = 12 polsen 2 = 7 polsen Özçelik et al. Stress views in the radiography of scapholunate instability [38] Nonrandomized trial 22 patiënten met minimaal 1 jaar polsklachten op basis van een trauma zonder aanwezigheid van een fractuur. Gradering pijn op een schaal van 0 tot 2 0 = geen pijn 1 = milde pijn 2 = significante pijn De test is vervolgens ook nog een onder fleuroscopie herhaald. Scaphoid shift test uitgevoerd bij alle patiënten. Röntgenonderzoek voor de diagnose van SLD. 4 patiënten met een statische SLD hadden 3 een positieve scaphoid shift test. 11 van de 18 patiënten met een dynamische SLD hadden een positieve scaphoid shift test. Publicatiejaar 2005 Omokawa et al. Dorsal radiocarpal Retrospective study 11 patienten met de diagnose LTD gesteld op basis van arthroscopy In dit onderzoek zijn 11 patienten met LTD daar operatief aan behandeld. Voor Alle patiënten hadden een positieve ballottoment test.

17 ligament capsulodesis for chronic dynamic lunotriquetral instability [61] Publicatiejaar 2008 de interventie zijn de pijbeleving, range of motion en de grijpkracht in kaart gebracht. Ook is de ballottoment test uitgevoed bij alle patiënten. Pijn VAS = gemiddeld 5 ROM palmair flexie gemiddeld 61 dorsaal flexie gemiddeld 66 grijpkracht gemiddeld 25 kg Mannen 29 kg Vrouwen 17 kg 17

18 Midcarpale instabiliteit Indien er na de anamnese verdenking is op een MCI wordt er aangeraden om de [64, 65, 66, midcarpal shift test uit te voeren (zie bijlage 2) 69]. Er zijn geen gegevens beschikbaar over de klinimetrische eigenschappen van deze test. De behandeling van MCI is operatief indien conservatieve behandeling geen resultaten oplevert [69]. Indien conservatieve behandeling geen effect oplevert, is het van belang dat de fysiotherapeut, de patiënt doorverwijst naar een arts. Artsen kunnen gebruik maken van beelddiagnostiek om de bevindingen uit het onderzoek te bevestigen. Arthroscopie wordt als gouden standaard gezien bij de diagnose van midcarpale instabiliteit [8, 30]. De hoek tussen het capitatum en het lunatum behoord 0 graden te zijn, waarbij een hoek tussen de -20 en 15 graden als normaal gerekend kan worden [40, 70]. Naast arthroscopie kan er ook een andere vorm van beelddiagnostiek gekozen worden. Videofluroscopie is hierbij een zeer geschikt meetinstrument om de klik, die de proximale rij carpalia maakt ten opzicht van de distale rij, in beeld te brengen [65]. Vaak is op beelddiagnostiek een VISI patroon te zien met een lichte palmaire translatie van de distale rij carpalia [64, 66]. Aangezien er meerdere vormen van midcarpale instabiliteit bestaan is er soms ook een DISI deformiteit zichtbaar [64, 66]. Discussie Het doel van deze review was om een beeld te geven over drie meest voorkomende vormen van carpale instabiliteit en vooral het klinisch beeld en de diagnostische mogelijkheden hiervan. Na het onderzoek is naar voren gekomen dat er weinig en kwalitatief slecht onderzoek is gedaan. Om te beginnen zijn de epidemiologische gegevens weergegeven van carpale instabiliteit. Trauma s, en congenitaal voor MCI, zijn de meest voorkomende etiologische factor voor het krijgen van SLD en LTD. In de literatuur wordt enkel, zonder verwijzing, benoemd dat de epidemiologische gegevens van MCI niet bekend zijn maar dat het frequenter voorkomt dan LTD en minder vaak als SLD [14]. In het onderzoek van Kelly et al. waarin 120 mensen arthroscopisch zijn onderzocht [7], komen dezelfde conclusies naar voren. In dit onderzoek hadden 64 van de 120 mensen schade aan het scapholunaire ligament en 6 aan het lunotriquetrale ligament. De specialisten in het werkveld bevestigen deze uitspraak. Zo meent handspecialist op de AMC dhr. Foumani dat hij en zijn supervisor dat ze in 50 jaar maar 2 LTD klachtenpatronen hebben gezien. Andere fysiotherapeutische handspecialisten, dhr. Pennehouat en dhr. van t Klooster, hebben nog nooit LTD klachten gezien in hun verleden als fysiotherapeut. Daarentegen geven alle specialisten wel aan dat MCI en SLD zich regelmatig voordoen in het werkveld.

19 Bij geen van de instabliteitpatronen hebben wij epidemiologische onderzoeken over de leeftijd en geslacht gevonden. Wel wordt er in een aantal artikelen geslacht en leeftijden benoemd, zonder een verwijzing naar een onderzoek, waarbij de klachtenpatronen SLD en MCI zich manifesteren. Bij LTD is er helemaal niets gevonden. De handspecialisten in het werkveld wijken niet af van de uitspraken over de leeftijd en geslacht die in de artikelen benoemd zijn. Uit de analyses van de artikelen over de symptomen en tekens komen verschillende discussiepunten naar voren. In het onderzoek van Kelly et al. is bij 120 polsen arthroscopisch onderzoek verricht om het klachtenpatroon vast te stellen. Van deze 120 hadden 64 een laesie aan het SLIL ligament waar 60 als oorzaak een extensietrauma gaven. Ook zijn de klinische verschijnselen pijn en grijpkracht geëvalueerd. Alleen is het niet duidelijk hoe deze klinische verschijnselen zijn geëvalueerd en of dit de enige verschijnselen zijn bij SLD. Overigens leggen ze ook niet uit hoe ze de pijn en de grijpkracht hebben gemeten. In het ondezoek van Chabas et al. zijn 19 patienten met een arthroscopisch vastgestelde diagnose SLD daar operatief voor behandeld. Daarvoor zijn de klinische verschijnselen van de patiënten in kaart gebracht. De symptomen en tekens in dit onderzoek kunnen met een zeker vertrouwen gebruikt worden, omdat de diagnose SLD met de gouden standaard is gesteld. Alleen de grootte van de patiëntenpopulatie is in dit onderzoek klein. Watson et al. heeft bij 1000 mensen die normaal geen hulp zouden zoeken voor hun klachten aan de bovenste extremiteit een onderzoek gedaan naar de symptomen en tekens en heeft verschillende polstesten op hen uitgevoerd. De patiënten populatie geeft al gelijk onduidelijkheid, omdat ze niet uitleggen wat ze precies bedoelen met klachten aan de bovenste extremiteit. In dit onderzoek is de scaphoid shift test uitgevoerd en de diagnose SLD is op deze test gesteld. De onderzoekers zijn bij een hypermobiele scaphoideum uitgegaan van een ligamentaire laesie. Zowel de diagnose SLD op basis van de scaphoid shift test en een uitspraak doen over een ligamentaire laesie bij een hypermobiele scaphoideum is onmogelijk zonder arthroscopy. Het is daarom moeilijk om de symptomen en tekens die in dit onderzoek zijn beoordeeld als waarheid aan te nemen. In het onderzoek van Prosser et al. zijn 85 handtherapeuten in Australië door middel van vragenlijsten gevraagd naar welke carpale instabiliteitspatronen de specialisten in het werkveld zien en of ze één of twee casuïstieken wilden meesturen. Aan de handtherapeuten zijn ook verschillende symptomen en tekens gevraagd die zij zien bij SLD, LTD, MCI, Triangulare Fibrocartilage Complex en pols ganglia. Wat niet uit de resultaten te achterhalen is welke symptomen bij welke aandoening horen. Daarom is 19

20 het ook moeilijk om met zekerheid vast te stellen of al deze symptomen en tekens zich voordoen bij SLD, LTD en MCI. In veel artikelen, reviews, personal views, one case reports, worden symptomen en tekens benoemd bij SLD, LTD en MCI zonder dat dit met een onderzoek is bevestigd of verwijzing daarna. Daarom is het ook moeilijk om te achterhalen of deze informatie wel bruikbaar is. Om een onderbouwde beschrijving van het klininsch beeld bij lunotriquetrale dissociatie te maken hebben we maar één onderzoek kunnen vinden. Omokawa et al. heeft bij 11 patieten met LTD, diagnose op basis van arthroscopy, de ballottoment test uitgevoerd en de klinische verschijnselen in kaart gebracht. De onderzoekspopulatie is erg klein en de leeftijd van patiënten ligt erg verspreid, tussen de 18 en 60 jaar. De andere symptomen en tekens zijn uit reviews onderbouwd die geen verwijzingen geven naar waar zij die gegevens van hebben. Bij midcarpale instabiliteit is er maar één artikel gevonden die één symptoom heeft onderzocht [14]. De andere symptomen en tekens, krachtsverlies, laxiteit, oncomfortabel gevoel, deformiteiten, pijn bij palpatie van de triquetrohamatum overgang en gevoelloosheid niet onderbouwd vanuit een onderzoek, maar net als bij SLD en LTD alleen benoemd in verschillende artikelen [14, 64, 65, 66, 68, 69]. Alleen kun je niet achterhalen hoe zij die gegevens hebben onderbouwd. Het enige artikel dat iets zegt over de klinimetrische eigenschappen bij de scaphoid shift test en ballottoment test [51] konden wij niet verkrijgen. Hierdoor kunnen wij geen uitspraak doen over de wijze waarop dit onderzoek is uitgevoerd. In de samenvatting van dit onderzoek wordt gezegd dat er drie testen geëvalueerd zijn op 50 polsen waaronder de scaphoid shift test en ballottement test. Verder wordt vermeld dat deze 50 polsen door arthroscopisch onderzoek zijn nagetest of de bevinden overeenkomen met de manuele polstesten. Verder zijn er drie onderzoeken gedaan naar de scaphoid shift test. Wolfe et al. [47] heeft op 50 gezonde polsen de scaphoid shift test uitgevoerd en deze onder fleuroscopie na getest. Van deze gezonden polsen had 36% een positieve test resultaat. In het onderzoek van Park et al. zijn 60 polsen getest met de scaphoid shift test en is er gekeken naar de mate van luxatie en pijn. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat er geen correlatie is tussen de mate van luxatie en pijn tijdens de test. Dit is in tegenspraak met de uitkomsten van de test, die zegt dat een scaphoid shift test positief gerekend wordt als er een klik (luxatie) en pijn aanwezig is. Omokawa et al. heeft 11 patiënten met een LTD de ballottement test uitgevoerd, alle patiënten hadden een positieve test resultaat. De patiëntenpopulatie in dit onderzoek is te klein om met zekerheid een uitspraak te doen over de klinische waarde van deze 20

21 test. Verder vinden wij het ook moeilijk om uit dit onderzoek te halen wanneer zij hebben gezegd dat de test positief is. Over de midcarpal shift test zijn helemaal geen klinimetrische eigenschappen over bekend. Het is daarom moeilijk om een uitspraak te doen over de diagnostische waarde voor fysiotherapeuten. Vooralsnog wordt hij door verschillende auteurs [64, 65, 66, 69] en specialisten in het werkveld aangeraden om uit te voeren. Conclusie Carpale instabiliteit blijft een ingewikkeld klachtenpatroon die onbehandeld tot ernstige gevolgen kan leiden. Daarom is het belangrijk voor fysiotherapeuten om dit klachtenpatroon te kunnen herkennen en vroegtijdig te handelen daar waar nodig. Ons doel was om een evidence-based weergave te geven van de klinische beelden bij de drie meest voorkomende vormen van carpale instabiliteit en de klimimetrische eigenschappen van de polstesten in kaart brengen. Dit is bij de klinische beelden deels gelukt, omdat wij hier een aantal artikelen voor hebben gevonden. De andere symptomen en tekens zijn alleen benoemd in artikelen zonder een verwijzing naar een onderzoek. Over de klinimetrische eigenschappen van de pols testen hebben we maar één artikel gevonden die we bovendien niet konden verkrijgen. Dit maakt het voor ons moeilijk om een uitspraak te doen over de waarde van deze testen. Vooralsnog worden deze testen door verschillende auteurs en specialisten in het werkveld geadviseerd om uit te voeren. Samen met het verhaald van de patiënt kunnen deze testen de hypothese carpale instabiliteit bevestigen. Fysiotherapeuten dienen daarom deze symptomen en tekens te herkennen, zodat patiënten vroegtijdig geadviseerd of doorverwezen kunnen worden om ernstige complicaties te voorkomen. In de toekomst moet in ieder geval meer onderzoek gedaan worden naar de epidemiologie, klinisch beeld en de waarde van de testen. Dankwoord Wij willen de mensen die direct en indirect betrokken waren bij onze beroepsopdracht bedanken. Zij hebben mede bijgedragen aan een goed eindresultaat. Dit zijn; onze begeleider Hylke Brouwer en de specialisten welke wij benaderd hebben. Dit waren: de heer M. Foumani, Phd Student Department of Plastic, Reconstructive and Hand surgery AMC en de heren P. Pennouart en D. van t Klooster, Fysiotherapeutische Handspecialisten. 21

22 Bronnenlijst 1 Picavet HSJ, van Gils HWV, Schouten JSAG. Klachten van het bewegingsapparaat in de Nederlandse bevolking: prevalenties, consequenties en risicogroepen. RIVM. 2000; rapport Slobbe LCJ, Kommer GJ, Smit JM, Groen J, Meerding WJ, Polder JJ. Kosten van Ziekten in Nederland 2003; Zorg voor euro's 1. RIVM. 2006; rapport Augerman P. Injuries to the hand and wrist. A study of injuries. J Hand Surg [Br]. 1993; 18: Sennwald G, Fischer M, Jacob HAC. Radio-wrist and medio-wrist arthroscopy in instability of the wrist. Ann Chir Main Memb Super. 1993; 12: Dobyns JH, Linscheid RL, Chao EYS, et al: Traumatic instability of the wrist. Instr Course Lect. 1975; 24: Jones WA. Beware the sprained wrist: the incidence and diagnosis of scapholunate instability. J Bone Joint Surg [Br]. 1988; 70-B: Kelly EP, Stanley JK. Arthroscopy of the wrist. J hand srug [br] May;15(2): Brian J. Sennett, MD. Arthroscopic management of wrist instabilities. Operative Techniques in Sports Medicine. 1998; Vol 6, No 1 pp Linscheid RL, Dobyns JH, Beabout JW, Bryan RS: Traumatic instability of the wrist: Diagnosis, classification, and pathomechanics. J Bone Joint Surg [Am]. 1972; 54: Metz V.M., Metz-Schimmerl S.M., Yin Y. Ligamentous instabilities of the wrist European. Journal of Radiology. 1997; Peterson B. Carpal osteoarthrosis. Hand Clin. 2006; 22: Watson HK. The SLAC wrist: scapholunate advanced collapse pattern of degenerative arthritis. J Hand Surg [Am]. 1984; 9: Chabas JF, Gay A, Valenti D, Guinard D, Legre R. Result of the modified brunelli tenodesis for treatment of scapholunate instability: a retrospective study of 19 patients. J hand surg [Am] Nov;33(9): Wright TW, Dobyns JH, Linscheid RL, Macksoud W, Siegert J. Carpal instability non-dissociative. J hand surg [Br] Dec;19(6): Jaworski CA, Krause M, Brown J. Rehabilitation of the wrist and hand following sports injury. Clin Sports Med Jan;29(1) Meldon SW, Hargarten SW. Ligamentous injuries of the wrist. J Emerg Med Mar-Apr;13(2): Linscheid RL, Dobyns JH. Carpal instability. Orthopade Feb;22(1): Wyrick JD, Stern PJ, Kiefhaber TR. Motion-preserving produres in the treatment of scapholunate advanced collapse wrist: Proximal row carpectomy versus four-corner arthrodesis. J hand Surg [Am] Nov; Kawal H, Tsuyuguchi Y, Yoneobu K, Inoue A, Tada K. Avascular necrosis of the carpal scaphoid associated with progressive systemic sclerosis. Hand Oct;15(3): Knutson GA, Owens EF. Active and passive characteristics of muscle tone and ther relationship to odels of subluxation/joint dysfuntion: part 1. J Can Chiropr Assoc Sept;47(3): Gilula LA, Weeks PM: Post-traumatic ligamentous instabilities of the wrist. Radiology. 1978; 129: Schernberg F: Roentgenographic examination of the wrist: A systematic study of the normal, lax and injured wrist: I. The standard and positional views. J HandSurg [Br] 1990; 15: Zdravkovic V, Jacob HAC, Sennwald GR: Physical equilibrium of the normal wrist and its relation to clinically defined instability. J Hand Surg [Br]. 1995; 20: Garcia-Elias M: The treatment of wrist instability. J Bone Joint Surg [Br]. 1997; 79:

Afdeling Handchirurgie

Afdeling Handchirurgie Europees erkend Hand Trauma Centrum Medisch Protocol SL ligamentletsel v.1-04/2013 Het scapholunaire ligament (SL) kan geheel of gedeeltelijke scheuren bij een val op de uitgestrekte hand. Het kan een

Nadere informatie

CARPALE INSTABILITEIT

CARPALE INSTABILITEIT CARPALE INSTABILITEIT Maaike van der Hoeven Gerald Kraan Een professionele tennisspeler van 26 jaar met pijnklachten en krachtsverlies aan de rechter pols na val werd met brace en pijnstilling behandeld

Nadere informatie

Nascholing Traumachirurgie 2015 Workshop Onderzoek van de pols en hand. Donderdag 22 januari 2015

Nascholing Traumachirurgie 2015 Workshop Onderzoek van de pols en hand. Donderdag 22 januari 2015 Nascholing Traumachirurgie 2015 Workshop Onderzoek van de pols en hand Donderdag 22 januari 2015 Introductie Onderzoek van pols en hand Inspectie Bewegingsonderzoek Palpatie Neurologisch onderzoek Specifieke

Nadere informatie

Bart van Osta MSc. Schouderwerkgroep Amphia Manueel & Carpale instabiliteit

Bart van Osta MSc. Schouderwerkgroep Amphia Manueel & Carpale instabiliteit Bart van Osta MSc. Schouderwerkgroep Amphia Manueel & (hand-)fysiotherapeut @ b.vanosta@jonghenvanosta.nl Carpale instabiliteit Inhoud Anatomie Artrokinematica Instabiliteit SL-letsel Therapie bij MCI

Nadere informatie

MIDCARPALE INSTABILITEIT

MIDCARPALE INSTABILITEIT MIDCARPALE INSTABILITEIT carpus = pols MIDCARPALE INSTABILITEIT Wat is het? De pols (carpus) is een zeer ingewikkeld gewricht dat bestaat uit acht polsbotjes, 26 gewrichtsbanden (ligamenten) en 23 pezen.

Nadere informatie

De Pijnlijke Pols Het Onderzoek van de Pols

De Pijnlijke Pols Het Onderzoek van de Pols De Pijnlijke Pols Het Onderzoek van de Pols Ruud Deijkers 13 april 2011 Maatschap Orthopedie HagaZiekenhuis Haga Hand- en Polscentrum Pols ANATOMIE Distale radius en ulna: distale radio-ulnaire gewricht,

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19021 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19021 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19021 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Rhemrev, Stephanus Jacobus Title: The non-displaced scaphoid fracture : evaluation

Nadere informatie

Richtlijnen nabehandeling proximale rij carpectomie

Richtlijnen nabehandeling proximale rij carpectomie Richtlijnen nabehandeling proximale rij carpectomie Auteur: Evaluatoren: Stefanie Janse H.P. van Not (plastisch chirurg) T. Schreuders (PT, PhD, fysio-/handtherapeut CHT-NL) Geldig verklaard d.d.: 1 februari

Nadere informatie

Posttraumatische pijn pols. Maatschap plastische chirurgie JBZ Pascal Brouha Ewald Dumont Ralph Franken Roland Hermens Brigitte van der Heijden

Posttraumatische pijn pols. Maatschap plastische chirurgie JBZ Pascal Brouha Ewald Dumont Ralph Franken Roland Hermens Brigitte van der Heijden Posttraumatische pijn pols Maatschap plastische chirurgie JBZ Pascal Brouha Ewald Dumont Ralph Franken Roland Hermens Brigitte van der Heijden Primair Differentiaal diagnosen distale radius fractuur Scaphoid

Nadere informatie

Bijlage I. Bijlage I Functieonderzoek van de pols

Bijlage I. Bijlage I Functieonderzoek van de pols Bijlage I Bijlage I Functieonderzoek van de pols Het functieonderzoek van de pols kan het gemakkelijkst worden uitgevoerd in staande houding. Een capsulair patroon wijst op artrose (bewegingsuitslag is

Nadere informatie

De triligamenttenodese onderzocht; sneller strak en sterk?

De triligamenttenodese onderzocht; sneller strak en sterk? De triligamenttenodese onderzocht; sneller strak en sterk? E.S.J. van der Beek, S.P. Kamminga, T.M. Moojen, H. Slijper, R. Feitz Scafolunaire dissociatie is een veel voorkomende vorm van carpale instabiliteit,

Nadere informatie

Maatschap plastische chirurgie JBZ Pascal Brouha Ewald Dumont Ralph Franken Roland Hermens Brigitte van der Heijden

Maatschap plastische chirurgie JBZ Pascal Brouha Ewald Dumont Ralph Franken Roland Hermens Brigitte van der Heijden Maatschap plastische chirurgie JBZ Pascal Brouha Ewald Dumont Ralph Franken Roland Hermens Brigitte van der Heijden Hand: belangrijk zintuig ADL (onafhankelijkheid) Communicatie Carrière Cosmetiek Artrose:

Nadere informatie

Fracturen en luxaties hand

Fracturen en luxaties hand Fracturen en luxaties hand phalanx fracturen hand veel voorkomende fracturen op EHBO indien verkeerde behandeling: aanzienlijk functieverlies kans op arbeidsongeschiktheid goede behandeling: anatomische

Nadere informatie

De hand en pols Sport en peesletsels Gertjan Schmitz

De hand en pols Sport en peesletsels Gertjan Schmitz De hand en pols Sport en peesletsels 02.06.2018 Gertjan Schmitz Inhoud Voetbal Volleybal/korfbal/basketbal Wielrennen en mountainbiken Tennis en badminton Golf Skiën Boxen 2 Voetbal Letsels ontstaan door

Nadere informatie

UCL letsel ANATOMIE. A.MP in extensie = test van ACL B.MP in flexie = test van PCL. Ulnair Collateraal Ligament 28-6-2012

UCL letsel ANATOMIE. A.MP in extensie = test van ACL B.MP in flexie = test van PCL. Ulnair Collateraal Ligament 28-6-2012 UCL letsel ANATOMIE A.MP in extensie = test van ACL B.MP in flexie = test van PCL Spring functie vergelijk met aanleggen van een boot Ulnair Collateraal Ligament Ski duim - acuut letsel gamekeeper s thumb

Nadere informatie

Afdeling Handchirurgie

Afdeling Handchirurgie Paramedisch protocol Scaphoïdeum fractuur v.1-10/2014 De Scaphoïdeum-fractuur werd voor het eerst beschreven door Destot in 1905. De naam Scaphoïdeum (of kort Scaphoïd) is afgeleid van het Griekse woord

Nadere informatie

De knie van diagnostiek naar behandeling

De knie van diagnostiek naar behandeling De knie van diagnostiek naar behandeling Marienke van Middelkoop Afdeling Huisartsgeneeskunde, Erasmus MC Rotterdam Knieklachten In 2012: 6.4% in fysiotherapie praktijk 13.7 per 1000 patiënten per jaar

Nadere informatie

Achtergrond. capitatum lunatum. trapezoideum. duim scafoïd. pink. trapezium

Achtergrond. capitatum lunatum. trapezoideum. duim scafoïd. pink. trapezium Chapter 11 Samenvatting Achtergrond Het scafoïd (scaphoideum) is een van de 8 handwortelbeenderen en vormt de belangrijkste schakel tussen de hand en pols (Figuur 11.1). Scafoïdfracturen komen veel voor

Nadere informatie

Hand en Polscentrum Delft

Hand en Polscentrum Delft Hand en Polscentrum Delft Michiel Schuringa, plastisch chirurg Mark de Vries, traumachirurg Gerald Kraan, orthopedisch chirurg Uit de kom, aan het werk? Vingerluxaties IP / DIP PIP MCP CMC Handletsels

Nadere informatie

CHAPTER. Samenvatting

CHAPTER. Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting CHAPTER 9 Klachten aan pols en hand komen veel voor; bij 9 tot 12.5% van de Nederlandse volwassenen. Niet alle mensen bezoeken de huisarts voor pols- of handklachten. De huisarts

Nadere informatie

Behandeling van osteoporotische polsfracturen

Behandeling van osteoporotische polsfracturen Behandeling van osteoporotische polsfracturen Fragility Fracture Care Gerald Kraan Orthopedisch Chirurg Lindenhof 2014 Definitie Osteoporose systemische aandoening skelet lage botmassa toegenomen risico

Nadere informatie

Onderwijsprogramma Het Patient Partners onderwijsprogramma is vooral gericht op het leren herkennen van reumatoïde artritis in een vroeg stadium.

Onderwijsprogramma Het Patient Partners onderwijsprogramma is vooral gericht op het leren herkennen van reumatoïde artritis in een vroeg stadium. De patiënt-docenten van de Stichting Onderwijsprogramma Patient Partners zetten zich in voor een vroege herkenning en behandeling van reumatoïde artritis (RA). Hierdoor kan onherstelbare gewrichtsschade

Nadere informatie

SL-dissociatie. Mick Kreulen. Rode Kruis ziekenhuis

SL-dissociatie. Mick Kreulen. Rode Kruis ziekenhuis Mick Kreulen JHS 2006; 31A:125-134 Stel je hebt een pat met een Sl-dissociatie en vooruit.. hij heeft pijn Wat is je volgende stap? Nog even een paar diagnostische opmerkingen: - Zijn de X-foto s wel goed

Nadere informatie

Luxaties van schouder elleboog en vingers. Compagnonscursus 2012

Luxaties van schouder elleboog en vingers. Compagnonscursus 2012 Luxaties van schouder elleboog en vingers Compagnonscursus 2012 De schouder - Epidemiologie Meest gedisloceerde gewricht: NL 2000/jaar op SEH 45% van alle luxaties betreffen schouder 44% in de leeftijdsgroep

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/35777 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Wijffels, Mathieu Mathilde Eugene Title: The clinical and non-clinical aspects

Nadere informatie

HANDTHERAPEUTISCHE NABEHANDELING R.J.WINS FYSIO/HANDTHERAPEUT

HANDTHERAPEUTISCHE NABEHANDELING R.J.WINS FYSIO/HANDTHERAPEUT HANDTHERAPEUTISCHE NABEHANDELING R.J.WINS FYSIO/HANDTHERAPEUT MCP PIP (meest voorkomende ligamentaire i handletsel) DIP (zelden) Meest voorkomende ligamentaire letsel van de hand Meestal lluxatie van de

Nadere informatie

Afdeling Handchirurgie

Afdeling Handchirurgie Paramedisch Extensorpeesletsel zone 3 & 4 Boutonnière v.1-01/2013 Een boutonnière deformiteit (knoopsgatdeformiteit) beschrijft een 'zigzag'-collaps van een vinger of duim waarbij het PIP gewricht in flexie

Nadere informatie

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie. Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan

Nadere informatie

Distale Radius Fracturen

Distale Radius Fracturen Najaarssymposium 30 november 2012 Distale Radius Fracturen Lokatie: Tijd: Zaal open: Dagvoorzitter: Hotel Breukelen 13.00 uur 17.00 uur 12.30 uur Gaby van Meerwijk, Fysiotherapeut / Handtherapeut 13.00

Nadere informatie

SLAC: Een overzicht. D.G.M. Mosmuller, M.J.P.F. Ritt

SLAC: Een overzicht. D.G.M. Mosmuller, M.J.P.F. Ritt SLAC: Een overzicht D.G.M. Mosmuller, M.J.P.F. Ritt In 1974 beschreven Sebald et al. als eersten dat, als gevolg van een lang bestaande scapholunaire dissociatie (SL-dissociatie) door een progressieve

Nadere informatie

Afdeling Handchirurgie

Afdeling Handchirurgie Paramedisch protocol MCP resectie artroplastiek v.2-09/2013 Dit protocol is bedoeld voor de postoperatieve nabehandeling van een MCP resectie artroplastiek met een prothese. In dit protocol wordt als voorbeeld

Nadere informatie

Afdeling Handchirurgie

Afdeling Handchirurgie Europees erkend Hand Trauma Centrum Medisch Protocol PIP hyperextensie (volaire plaat) letsel v.2-07/2013 Het hyperextensie letsel van het PIP gewricht is de meest voorkomende luxatie in de hand. - Instabiliteit

Nadere informatie

Maatschap Orthopedie Zaans Medisch Centrum

Maatschap Orthopedie Zaans Medisch Centrum mini symposium voor verwijzers Maatschap Orthopedie Zaans Medisch Centrum Miguel Sewnath Even voorstellen Miguel Sewnath 5 jaar orthopedisch chirurg Opleiding OLVG/ UMCU Fellowship Trauma Engeland Vlietland

Nadere informatie

Fase 1: Verwijzing, aanmelding en initiële hypothese. Screening. Hypothese: Er is mogelijk sprake van liespijn als gevolg van rode vlaggen.

Fase 1: Verwijzing, aanmelding en initiële hypothese. Screening. Hypothese: Er is mogelijk sprake van liespijn als gevolg van rode vlaggen. Stroomdiagram Liespijn Onderstaand stroomdiagram kan worden gebruikt voor het diagnostisch proces, bij patiënten met liespijn. Hierbij wordt de nadruk gelegd op artrogene problematiek. Niet atrogene aandoeningen

Nadere informatie

Anatomy MP joint. Anatomie MP. Rotatie van MP. Anatomy PIP joint

Anatomy MP joint. Anatomie MP. Rotatie van MP. Anatomy PIP joint Anatomy MP joint Anatomie MP Rotatie van MP Door de vorm van het kopje En door de plaats van aanhechting: MP in extensie: ACL strak MP in flexie: PCL strak A < B A B Anatomy PIP joint 1 Testing for instability

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Beroepsopdracht van Çagdas Mutlu & Monique Frederiks Hogeschool van Amsterdam ASHP, opleiding fysiotherapie Inhoudsopgave

Beroepsopdracht van Çagdas Mutlu & Monique Frederiks Hogeschool van Amsterdam ASHP, opleiding fysiotherapie Inhoudsopgave Beroepsopdracht van Çagdas Mutlu & Monique Frederiks Hogeschool van Amsterdam ASHP, opleiding fysiotherapie 2009 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Inleiding 4 Product omschrijving 4 Gebruikswijze dvd 4 Opbouw

Nadere informatie

Onderzoek en behandeling van de hand het polsgewricht

Onderzoek en behandeling van de hand het polsgewricht Onderzoek en behandeling van de hand het polsgewricht Orthopedische casuïstiek Onderzoek en behandeling van de hand het polsgewricht Redactie: Koos van Nugteren Dos Winkel Met bijdragen van: Frederik Verstreken

Nadere informatie

Schouderinstabiliteit

Schouderinstabiliteit Schouderinstabiliteit Dr. Hans Van der Bracht www.orthopedie-web.be Opbouw Anatomie Classificaties Anamnese / KO / beeldvorming Behandeling Anterieure Schouderluxatie Posterieure schouderinstabiliteit

Nadere informatie

CRITICAL APPRAISED TOPIC Schouderluxatie. Merel Trijzelaar Onderwijsdag 6 mei 2014

CRITICAL APPRAISED TOPIC Schouderluxatie. Merel Trijzelaar Onderwijsdag 6 mei 2014 CRITICAL APPRAISED TOPIC Schouderluxatie Merel Trijzelaar Onderwijsdag 6 mei 2014 INLEIDING 50% van alle gewrichtsluxaties op de SEH 95-97% anterieure luxatie 65% van de ziekenhuizen hebben een protocol

Nadere informatie

Posterolaterale hoek letsels

Posterolaterale hoek letsels Posterolaterale hoek letsels Dr. Peter Van Eygen 04-11-2014 CAMPUS HENRI SERRUYS Inleiding Vaak niet herkend J. Hughston: You may not have seen posterolateral corner injuries, I can assure you that they

Nadere informatie

OEFENTHERAPIE VOOR CHRONISCHE POLSKLACHTEN

OEFENTHERAPIE VOOR CHRONISCHE POLSKLACHTEN OEFENTHERAPIE VOOR CHRONISCHE POLSKLACHTEN Informatiefolder voor fysio- en ergotherapeuten CHRONISCHE POLSKLACHTEN Inleiding Regelmatig worden patiënten naar The Hand Clinic verwezen in verband met chronische

Nadere informatie

UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN

UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN Handtherapeutische behandelrichtlijn extensorpeesletsel zone 3-4 UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN Verwijzers: Conservatief: bij gesloten midslipletsel statische nabehandeling voor 5 weken in volledige

Nadere informatie

Na de ingreep krijgt u een drukverband voor 2 dagen of een gipsspalk, dit is afhankelijk van de ingreep die u gehad heeft.

Na de ingreep krijgt u een drukverband voor 2 dagen of een gipsspalk, dit is afhankelijk van de ingreep die u gehad heeft. Polschirurgie 2 Inleiding De pols wordt gevormd door acht botjes die met elkaar zijn verbonden door middel van stevige bandjes (ligamenten). Samen vormen ze een vernuftige constructie die het mogelijk

Nadere informatie

CHAPTER 8. Samenvatting

CHAPTER 8. Samenvatting CHAPTER 8 Samenvatting Samenvatting 8. Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene introductie. Doel van dit proefschrift is om de kosten en effectiviteit van magnetische resonantie (MR) te evalueren indien

Nadere informatie

Afdeling Handchirurgie

Afdeling Handchirurgie Europees erkend Hand Trauma Centrum Medisch Protocol MC1 Bennett- en Rolandofracturen v.1-05/2014 Een Bennettfractuur is een intra-articulaire luxatiefractuur van de ulnaire basis van het os metacarpale

Nadere informatie

Afdeling Handchirurgie

Afdeling Handchirurgie ALLÉÉN GELDIG BINNEN DRIE JAAR NA DE VERSIEDATUM Medisch Protocol CMC-1 artrose / duimbasisartrose v.2-09/2017 Dit protocol betreft zowel de conservatieve behandeling van CMC1-artrose als de postoperatieve

Nadere informatie

De schouder. Dirk van Oostveen Orthopaedisch chirurg. Jeroen Bosch Ziekenhuis Orthopedie en Traumatologie s-hertogenbosch

De schouder. Dirk van Oostveen Orthopaedisch chirurg. Jeroen Bosch Ziekenhuis Orthopedie en Traumatologie s-hertogenbosch De schouder Dirk van Oostveen Orthopaedisch chirurg Jeroen Bosch Ziekenhuis Orthopedie en Traumatologie s-hertogenbosch DE Schouder? Aandoeningen Traumatologische afwijkingen fracturen Instabiliteit

Nadere informatie

Bijlage 2 Meetinstrumenten

Bijlage 2 Meetinstrumenten Bijlage 2 Meetinstrumenten Bijlage 2.1 Functiescore De Bie et al. De Bie et al. (1997) gebruikten de functiescore als prognostisch instrument om lichte van ernstige letsels te onderscheiden. De functiescore

Nadere informatie

Handleiding: Inclusiecriteria 1 Preoperatieve handelingen 1 Peroperatieve handelingen 2 Postoperatieve handelingen 3 Follow up 3 Appendix 4

Handleiding: Inclusiecriteria 1 Preoperatieve handelingen 1 Peroperatieve handelingen 2 Postoperatieve handelingen 3 Follow up 3 Appendix 4 Handleiding: Inhoud: blz Inclusiecriteria 1 Preoperatieve handelingen 1 Peroperatieve handelingen 2 Postoperatieve handelingen 3 Follow up 3 Appendix 4 Fractuurklassificatie.4 Gustillo-Anderson klassificatie

Nadere informatie

Afdeling Handchirurgie

Afdeling Handchirurgie Paramedisch Proximale phalanx schacht fracturen v.2-07/2013 Dit protocol betreft de nabehandeling van fracturen van de schacht van de proximale phalanx. Bij fracturen van de schacht in combinatie met een

Nadere informatie

Hands On Care ARTROSE VAN DE POLS

Hands On Care ARTROSE VAN DE POLS ARTROSE VAN DE POLS Hands On Care Diagnose en onderzoek Het is bekend dat na ons 55ste levensjaar slijtage van het kraakbeen in de pols optreedt bij het merendeel van de mensen. Hierbij lijken vrouwen

Nadere informatie

Patient gegevens. Patiënt gegevens. Bakker, Sanne Adres: Spaarne 153

Patient gegevens. Patiënt gegevens. Bakker, Sanne Adres: Spaarne 153 Patient gegevens Patiënt gegevens Naam: Bakker, Sanne Adres: Spaarne 153 Postcode: 2011CG Haarlem Geboortedatum: 5-6-1996 Leeftijd: 20 Geslacht: V Telefoon: 0616287075 Telefoon mobiel: Telefoon werk: Email:

Nadere informatie

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIE PROTOCOL NA ARTHROSCOPISCH HECHTEN SLAP-LAESIE SCHOUDER

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIE PROTOCOL NA ARTHROSCOPISCH HECHTEN SLAP-LAESIE SCHOUDER Versie 2017 POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIE PROTOCOL NA ARTHROSCOPISCH HECHTEN SLAP-LAESIE SCHOUDER 1. Doel Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan de postklinische fysiotherapeutische

Nadere informatie

Programma Opleiding Handtherapie 2016 Conferentiecentrum Kaap Doorn te Doorn nr. 1603921

Programma Opleiding Handtherapie 2016 Conferentiecentrum Kaap Doorn te Doorn nr. 1603921 Dag 1: klinimetrie en onderzoek van de hand Na dag 1 en 2 kan de deelnemer op basis van kennis van de anatomie en pathologie en kennis van de klinimetrische kenmerken van de verschillende testen/assessments:

Nadere informatie

Chronische instabiliteit van de enkel

Chronische instabiliteit van de enkel Chronische instabiliteit van de enkel Een update Dr. Wim Jorissen, 24 maart 2012. Recidiverende enkeldistortio s Recidiverende enkeldistortio s met vaak een gevoel van instabiliteit Recidiverende enkeldistortio

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 154 NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 155 SAMENVATTING Achtergrond Hoewel het lumbosacraal radiculair syndroom (LSRS) zo lang bestaat als de geschiedenis van onze

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Aanpak van acute knieletsels in de eerste lijn. Dr. Bex Steven Huisarts/sportarts KSTVV Lotto-Belisol

Aanpak van acute knieletsels in de eerste lijn. Dr. Bex Steven Huisarts/sportarts KSTVV Lotto-Belisol Aanpak van acute knieletsels in de eerste lijn Dr. Bex Steven Huisarts/sportarts KSTVV Lotto-Belisol Anatomie Anatomie Anatomie Anatomie Algemeen Goede anamnese! ontstaansmechanisme van het letsel begrijpen

Nadere informatie

De bedrijfs- verzekerings arts en de HAGA Handen Kliniek

De bedrijfs- verzekerings arts en de HAGA Handen Kliniek De bedrijfs- verzekerings arts en de HAGA Handen Kliniek A.R.Koch, plastisch en handchirurg Haga Ziekenhuis, Den Haag In samenwerking met Monica Kop, revalidatie arts Berber Weitenberg, hand therapeute

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

Chapter 11. Nederlandse samenvatting Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,

Nadere informatie

Artrose in de hand en pols (N)iets aan te doen?

Artrose in de hand en pols (N)iets aan te doen? Artrose in de hand en pols (N)iets aan te doen? Johan Vehof Plastisch chirurg / handchirurg FESSH 23 okt 2013 Inhoud Anatomie hand pols skelet Gewrichtsklachten Artrose vs Rheumatoide artritis Welke gewrichten?

Nadere informatie

Wat weten we nu eigenlijk van hielklachten zoals fasciosis plantaris en hielspoor? [+ tips en oefeningen]

Wat weten we nu eigenlijk van hielklachten zoals fasciosis plantaris en hielspoor? [+ tips en oefeningen] Door: Marjolein Stegeman Wat weten we nu eigenlijk van hielklachten zoals fasciosis plantaris en hielspoor? [+ tips en oefeningen] Zo n 1 op de 10 Nederlanders heeft wel eens last van zijn hiel, in 80%

Nadere informatie

Incidentie en prognostische factoren van postoperatieve frozen shoulder na schouderoperaties. Rinco Koorevaar

Incidentie en prognostische factoren van postoperatieve frozen shoulder na schouderoperaties. Rinco Koorevaar Incidentie en prognostische factoren van postoperatieve frozen shoulder na schouderoperaties Rinco Koorevaar Doel van schouderoperaties: afname pijn toename functie goede stabiliteit geen complicaties

Nadere informatie

Handtherapie Vergoedingen Contact: Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken?

Handtherapie Vergoedingen Contact: Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken? Handtherapie De handtherapeut Jolanda Baars Wie is de handtherapeute? Jolanda Baars is hand- en fysiotherapeut in onze praktijk. Zij is aangesloten bij het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie

Nadere informatie

Enkeltrauma. Onderzoek en behandeling na een inversietrauma. (door de enkel zwikken)

Enkeltrauma. Onderzoek en behandeling na een inversietrauma. (door de enkel zwikken) Enkeltrauma Onderzoek en behandeling na een inversietrauma. (door de enkel zwikken) Groningen Sport Revalidatie (sport) fysiotherapie praktijk locatie Alfa - Kardingerweg 48 9735 AH Groningen locatie Hanze

Nadere informatie

Behandeling van een trigger finger. Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar

Behandeling van een trigger finger. Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar Behandeling van een trigger finger Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar Overzicht Inleiding PICO Zoekstrategie & Flowchart Artikelen Chirurgie Anatomie Open vs percutaan Conclusie Inleiding Klinische symptomen

Nadere informatie

Samenvatting in Nederlands

Samenvatting in Nederlands * Samenvatting in Nederlands Samenvatting in Nederlands Dit proefschrift is gebaseerd op gegevens verkregen uit het FuPro-CVA onderzoek (Functionele Prognose bij een cerebrovasculair accident (of beroerte)).

Nadere informatie

Afdeling Handchirurgie

Afdeling Handchirurgie Europees erkend Hand Trauma Centrum Medisch Protocol Proximale phalanx schacht fracturen v.2-07/2013 Fracturen van de proximale phalangen van de hand komen veel voor. Deze fracturen zijn berucht om hun

Nadere informatie

Afdeling Handchirurgie

Afdeling Handchirurgie Europees erkend Hand Trauma Centrum Medisch Protocol Polsganglion v.2-09/2013 Een ganglion is een benigne slijmvliescyste uitgaande van synoviaal weefsel van gewrichten, pezen of peesschede. Het is de

Nadere informatie

The art of life is to show your hand E.V. Lucas

The art of life is to show your hand E.V. Lucas The art of life is to show your hand E.V. Lucas 27-11-2014 Rijndam revalidatiecentrum 1 Handrevalidatie Sandra Garrelds Fysio/handtherapeut Rijndam revalidatiecentrum Lokatie Sint Franciscus Gasthuis 27-11-2014

Nadere informatie

Rotator cuff scheur. De meeste scheuren treden op in de supraspinatus maar andere delen van de pees kunnen ook zijn aangedaan.

Rotator cuff scheur. De meeste scheuren treden op in de supraspinatus maar andere delen van de pees kunnen ook zijn aangedaan. Rotator Cuff Scheur Rotator cuff scheur Inleiding Een rotator cuff scheur is een vaak voorkomende oorzaak van pijn en ongemak in de schouder bij een volwassene. De rotator cuff bestaat uit 4 spieren en

Nadere informatie

Nascholing 9 november 2015

Nascholing 9 november 2015 Nascholing 9 november 2015 Patellofemorale pijn en instabiliteit Chirurgische opties Tony van Tienen Instabiliteit PF klachten: 1 entiteit? Patella instabiliteit Patello-femorale pijnklachten Patellofemorale

Nadere informatie

Reumatoïde artritis van de hand

Reumatoïde artritis van de hand Reumatoïde artritis van de hand Reumatoïde artritis van de hand Wat is artritis? Letterlijk betekent artritis 'ontstoken gewricht'. Normaal gesproken bestaat een gewricht uit twee gladde, met kraakbeen

Nadere informatie

Bernhoven in beweging, handen aan de pols

Bernhoven in beweging, handen aan de pols 1 Bernhoven in beweging, handen aan de pols Programma Voorzitter: : Hans Steijlen Steijlen, hoofd afdeling Fysiotherapie 19.00 uur Inleiding handtherapie 2 20.30 uur Pauze Gertie Berghuis fysiotherapeut

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Instabiliteit van de schouder

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Instabiliteit van de schouder Instabiliteit van de schouder INSTABILITEIT VAN DE SCHOUDER Inleiding De schouder is een zeer beweeglijk gewricht. De kom is klein en vlak en de kop relatief groot, zodat grote bewegingsuitslagen mogelijk

Nadere informatie

Vele handen maken licht werk. Even voorstellen. Welke onderwerpen? Johan Vehof. Plastisch chirurg / handchirurg FESSH 5 feb 2013

Vele handen maken licht werk. Even voorstellen. Welke onderwerpen? Johan Vehof. Plastisch chirurg / handchirurg FESSH 5 feb 2013 Vele handen maken licht werk Johan Vehof Plastisch chirurg / handchirurg FESSH 5 feb 2013 Even voorstellen Promotie Tissue Engineering Radboud Universiteit Opleiding UMCN, Prof Spauwen Fellowship Handchirurgie,

Nadere informatie

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding De Erasmus MC Modificatie van de (revised) Nottingham Sensory Assessment (EmNSA) 1 is een meetinstrument om bij patiënten met intracraniële aandoeningen de tastzin, de scherp-dof discriminatie en de propriocepsis

Nadere informatie

Haperende vinger (trigger finger) Behandeling door de plastisch chirurg

Haperende vinger (trigger finger) Behandeling door de plastisch chirurg Haperende vinger (trigger finger) Behandeling door de plastisch chirurg Inleiding De plastisch chirurg heeft met u besproken dat u behandeld wordt aan uw haperende vinger, ook wel trigger finger genoemd.

Nadere informatie

Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma

Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma Hans Allaart Fysiotherapeut Sport Fysiotherapeut Orthopedische Manueel Th. Dryneedling Hans Allaart Fysiotherapeut Sport Fysiotherapeut Orthopedische Manueel Th. Dryneedling Fysiotherapie na acceleratie

Nadere informatie

Programma CASH 3. Letsels van pols en hand

Programma CASH 3. Letsels van pols en hand Programma CASH 3 Letsels van pols en hand 1 en 2 oktober 2014 Handencentrum Universitair Medisch Centrum 1 Doel van de cursus: Vanuit de klinische context worden middels casuïstiek besprekingen, lectures,

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

Sport Specifieke Blessure Begeleiding

Sport Specifieke Blessure Begeleiding Sport Specifieke Blessure Begeleiding Week 8. Knierevalidatie Acute knie 300.000 knie letsels per jaar Aandoeningen contusie / distorsie hydrops heamartros meniscus kruisbanden / collaterale banden Acute

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Proximal tendon avulsion. Claire Verheul, Ph.D. Anne van der Made, M.D.

Proximal tendon avulsion. Claire Verheul, Ph.D. Anne van der Made, M.D. Proximal tendon avulsion Claire Verheul, Ph.D. Anne van der Made, M.D. Orthopaedic Surgery www.acesamsterdam.nl www.manualfysion.nl Epidemiology Relatively rare Koulouris & Connell 16 of 179 (9%) hamstring

Nadere informatie

Appendix. Nederlandstalige samenvatting (Dutch summary)

Appendix. Nederlandstalige samenvatting (Dutch summary) Appendix Nederlandstalige samenvatting (Dutch summary) 93 87 Inleiding Diabetes mellitus, kortweg diabetes, is een ziekte waar wereldwijd ongeveer 400 miljoen mensen aan lijden. Ook in Nederland komt de

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 1 geeft een algemene inleiding op dit proefschrift. Artrose is een chronische progressieve gewrichtsaandoening. Men schat dat de hoge prevalentie wereldwijd verder zal toenemen vanwege de stijgende

Nadere informatie

Revalidatie bij pijnklachten in de onderarm en hand Revalidatiecentrum Breda

Revalidatie bij pijnklachten in de onderarm en hand Revalidatiecentrum Breda Revalidatie bij pijnklachten in de onderarm en hand Revalidatiecentrum Breda De doelgroep Het behandelprogramma van Revant Revalidatiecentrum Breda is bestemd voor mensen met beperkingen in het dagelijkse

Nadere informatie

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL HEMI-/TOTALE SCHOUDERPROTHESE (TSP)

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL HEMI-/TOTALE SCHOUDERPROTHESE (TSP) VERSIE JANUARI 2017 POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL HEMI-/TOTALE SCHOUDERPROTHESE (TSP) 1. Doel Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan de postklinische fysiotherapeutische behandeling

Nadere informatie

Carpale tunnel syndroom (CTS)

Carpale tunnel syndroom (CTS) Carpale tunnel syndroom (CTS) gahandenpolscentrum.nl Carpale tunnel syndroom (CTS) Wat is het carpale tunnel syndroom? Bij het carpale tunnel syndroom (CTS) bestaat een verhoogde druk op de zenuw in de

Nadere informatie

Is het wel een carpaal tunnel syndroom? Cathelijne Gorter de Vries Neuroloog 30-03-2016

Is het wel een carpaal tunnel syndroom? Cathelijne Gorter de Vries Neuroloog 30-03-2016 Is het wel een carpaal tunnel syndroom? Cathelijne Gorter de Vries Neuroloog 30-03-2016 Disclosures spreker (potentiële) belangenverstrengeling geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven

Nadere informatie

Handtherapeutische behandelrichtlijn van de reumatische duim UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN

Handtherapeutische behandelrichtlijn van de reumatische duim UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN Handtherapeutische behandelrichtlijn van de reumatische duim UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN Verwijzers: Conservatief: functionele- en spalktherapie Operatief: zie protocol artrodese of UCL-lesie

Nadere informatie

Heup- en kniepathologie: 1ste lijnsaanpak. Dr Mike Tengrootenhuysen

Heup- en kniepathologie: 1ste lijnsaanpak. Dr Mike Tengrootenhuysen Heup- en kniepathologie: 1ste lijnsaanpak Dr Mike Tengrootenhuysen Inleiding Heup Knie FAI Coxartrose Meniscusscheur Voorste kruisband Bursitis ruptuur Patellofemorale klachten Gonartose trochanterica

Nadere informatie

Diagnostiek Kliniek: anamnese: aard letsel (hoogenergetisch?), pre-existente afwijkingen, aard en tijdsduur zwelling, belastbaarheid

Diagnostiek Kliniek: anamnese: aard letsel (hoogenergetisch?), pre-existente afwijkingen, aard en tijdsduur zwelling, belastbaarheid T-III Acuut enkelletsel Inleiding Het inversietrauma van de enkel is met een geschatte incidentie van 425.000 gevallen per jaar in Nederland waarschijnlijk het meest voorkomende letsel van het bewegingsapparaat.

Nadere informatie

Hypermobiliteitssyndroom. Lentesymposium, 24 maart 2012 Dr. Katrien Van Rie Fysische geneeskunde & revalidatie

Hypermobiliteitssyndroom. Lentesymposium, 24 maart 2012 Dr. Katrien Van Rie Fysische geneeskunde & revalidatie Hypermobiliteitssyndroom Lentesymposium, 24 maart 2012 Dr. Katrien Van Rie Fysische geneeskunde & revalidatie Veralgemeende pijnklachten? Recidiverende gewrichtsblokkages? Recidiverende gewrichts(sub)luxaties?

Nadere informatie

Heleen Boven Voorzitter HNN Eerste lijn, manueeltherapeut Tweede lijn, diagnostisch fysiotherapeut hoofdpijncentrum MZH Lid werkgroep Hoofdpijn

Heleen Boven Voorzitter HNN Eerste lijn, manueeltherapeut Tweede lijn, diagnostisch fysiotherapeut hoofdpijncentrum MZH Lid werkgroep Hoofdpijn Heleen Boven Voorzitter HNN Eerste lijn, manueeltherapeut Tweede lijn, diagnostisch fysiotherapeut hoofdpijncentrum MZH Lid werkgroep Hoofdpijn eerste lijn MZH De twee hoofd vragen: Waarom de nek behandelen

Nadere informatie

Schouder instabiliteit

Schouder instabiliteit Schouder instabiliteit 16 maart 2011 SchouderWerkgroep Groene Hart Ron Onstenk Shoulder stabilizers 1. Statisch 2. Dynamisch Shoulder stabilizers 1. Statisch: - ossaal - capsulair --Labrum --GH ligamenten

Nadere informatie

Instabiliteit van de schouder

Instabiliteit van de schouder Instabiliteit van de schouder Instabiliteit van de schouder De schouder is een zeer beweeglijk gewricht. De kom is klein en vlak en de bol relatief groot, zodat grote bewegingsuitslagen mogelijk worden.

Nadere informatie

Handchirurgische technieken

Handchirurgische technieken Handchirurgische technieken bij patiënten met spastische CP Johan Vehof Plastisch chirurg, European board certified handchirurg Vrijdag 6 oktober 2017 Inventarisatie Stap 1: Inventarisatie Stap 2: Doel

Nadere informatie

De waarde van echografisch diagnostisch onderzoek. Marc Weyts, huisarts-echografist April 2018

De waarde van echografisch diagnostisch onderzoek. Marc Weyts, huisarts-echografist April 2018 De waarde van echografisch diagnostisch onderzoek Marc Weyts, huisarts-echografist April 2018 Geen Geen Geen Geen NHG standaard schouderklachten (2 e heriene versie 2008) Eenvoudig, pragmatisch en stapsgewijs

Nadere informatie