boek Pegasus 2 editie 2012 hoofdstuk Caput De actieve indicatief perfectum
|
|
- Sonja van Dam
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Naam toets: Pegasus 2 caput 2 Datum: Betreft: overzicht van items, antwoorden en metadata 1 Sleep naar de juiste plaats in de tabel. (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 2 Sleep naar de juiste plaats in de tabel.
2 (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 3 Sleep naar de juiste plaats in de tabel. (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 4 Sleep naar de juiste plaats in de tabel.
3 (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 5 Sleep naar de juiste plaats in de tabel. (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 6 Welke vorm van amare moet op de plaats van de vraagtekens staan?
4 amavi (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 7 Welke vorm van monere moet op de plaats van de vraagtekens staan?
5 monui (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 8 Welke vorm van tegere moet op de plaats van de vraagtekens staan?
6 texi (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 9 Welke vorm van audire moet op de plaats van de vraagtekens staan?
7 audivi (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 10 Welke vorm van capere moet op de plaats van de vraagtekens staan?
8 cepi (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 11 Welke vorm van amare moet op de plaats van de vraagtekens staan?
9 amavisse (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 12 Welke vorm van monere moet op de plaats van de vraagtekens staan?
10 monuisse (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 13 Welke vorm van tegere moet op de plaats van de vraagtekens staan?
11 texisse (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 14 Welke vorm van audire moet op de plaats van de vraagtekens staan?
12 audivisse (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 15 Welke vorm van capere moet op de plaats van de vraagtekens staan?
13 cepisse (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 16 Welke vorm van amare moet op de plaats van de vraagtekens staan?
14 amavimus (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 17 Welke vorm van monere moet op de plaats van de vraagtekens staan?
15 monuimus (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 18 Welke vorm van tegere moet op de plaats van de vraagtekens staan?
16 teximus (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 19 Welke vorm van audire moet op de plaats van de vraagtekens staan?
17 audivimus (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 20 Welke vorm van capere moet op de plaats van de vraagtekens staan?
18 cepimus (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 21 Welke vorm van amare moet op de plaats van de vraagtekens staan?
19 amavisti (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 22 Welke vorm van monere moet op de plaats van de vraagtekens staan?
20 monuisti (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 23 Welke vorm van tegere moet op de plaats van de vraagtekens staan?
21 texisti (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 24 Welke vorm van audire moet op de plaats van de vraagtekens staan?
22 audivisti (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 25 Welke vorm van capere moet op de plaats van de vraagtekens staan?
23 cepisti (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 26 Welke vorm van amare moet op de plaats van de vraagtekens staan?
24 amavistis (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 27 Welke vorm van monere moet op de plaats van de vraagtekens staan?
25 monuistis (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 28 Welke vorm van tegere moet op de plaats van de vraagtekens staan?
26 texistis (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 29 Welke vorm van audire moet op de plaats van de vraagtekens staan?
27 audivistis (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 30 Welke vorm van capere moet op de plaats van de vraagtekens staan?
28 cepistis (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 31 Welke vorm van amare moet op de plaats van de vraagtekens staan?
29 amavit (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 32 Welke vorm van monere moet op de plaats van de vraagtekens staan?
30 monuit (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 33 Welke vorm van tegere moet op de plaats van de vraagtekens staan?
31 texit (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 34 Welke vorm van audire moet op de plaats van de vraagtekens staan?
32 audivit (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 35 Welke vorm van capere moet op de plaats van de vraagtekens staan?
33 cepit (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 36 Welke vorm van amare moet op de plaats van de vraagtekens staan?
34 amaverunt (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 37 Welke vorm van monere moet op de plaats van de vraagtekens staan?
35 monuerunt (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 38 Welke vorm van tegere moet op de plaats van de vraagtekens staan?
36 texerunt (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 39 Welke vorm van audire moet op de plaats van de vraagtekens staan?
37 audiverunt (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 40 Welke vorm van capere moet op de plaats van de vraagtekens staan?
38 ceperunt (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum 41 Sleep naar de juiste plaats in de tabel.
39 flevi posuerunt vetui cupivistis rapuit (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 42 Sleep naar de juiste plaats in de tabel. aluit tenuisse complevistis regnavi scripsit (1 punten)
40 2.3 De actieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 43 Sleep naar de juiste plaats in de tabel. exegi sentivisti iecimus perfecisse vixistis (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 44 Sleep naar de juiste plaats in de tabel. traxisse sumpsit rexerunt mansistis cessisse (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 45 Sleep naar de juiste plaats in de tabel. misisti sensi rexisti
41 iussistis diximus (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 46 Sleep naar de juiste plaats. aperuit vetuimus cupimus delevit regimus (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum Je oefent met woorden
42 47 Sleep naar de juiste plaats. accepit sensimus sentimus scripsi claudunt (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 48 Sleep naar de juiste plaats. exegimus exigimus facit fecit vixerunt (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 49 Sleep naar de juiste plaats. obsidet obsedit accepimus accipimus fregisti (1 punten)
43 2.3 De actieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 50 Sleep naar de juiste plaats. duxi mitti mansisti dici cessi (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 51 Geef de infinitief praesens en vertaal met VT. amavit: amare hij beminde 1 oraverunt:...(1)......(2)... 2 mansistis:...(3)......(4)... 3 misi:...(5)......(6)... 4 perfecit:...(7)......(8)... 5 fregimus:...(9)......(10)... (1) orare (2) zij smeekten, ze smeekten (3) manere (4) jullie bleven (5) mittere (6) ik zond, ik liet gaan (7) perficere (8) hij voltooide, zij voltooide, ze voltooide (9) frangere (10) wij braken (1 punten)
44 2.3 De actieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 52 Geef de infinitief praesens en vertaal met VT. amavit: amare hij beminde 1 conspexistis...(1)......(2)... 2 iecimus...(3)......(4)... 3 cupivisti...(5)......(6)... 4 vetui...(7)......(8)... 5 traxerunt...(9)......(10)... (1) conspicere (2) jullie bekeken, jullie bemerkten (3) iacere (4) wij wierpen, we wierpen (5) cupere (6) jij verlangde, je verlangde (7) vetare (8) ik verbood (9) trahere (10) zij trokken, ze trokken, zij rekten, ze rekten (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 53 Geef de infinitief praesens en vertaal met VT. amavit: amare hij beminde 1 cepistis:...(1)......(2)... 2 vixit:...(3)......(4)... 3 duxerunt:...(5)......(6)...
45 4 promisisti:...(7)......(8)... 5 egi:...(9)......(10)... (1) capere (2) jullie namen, jullie kregen (3) vivere (4) hij leefde, zij leefde, ze leefde (5) ducere (6) zij leidden, ze leidden (7) promittere (8) jij beloofde, je beloofde (9) agere (10) ik dreef voort, ik deed (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 54 Geef de infinitief praesens en vertaal met VT. amavit: amare hij beminde 1 coluimus:...(1)......(2)... 2 tenui:...(3)......(4)... 3 flevistis:...(5)......(6)... 4 aluerunt:...(7)......(8)... 5 rapuisti:...(9)......(10)... (1) colere wij bewerkten, we bewerkten, wij bewoonden, we bewoonde, wij vereerden, we (2) vereerden (3) tenere (4) ik hield vast, ik hield (5) flere (6) jullie weenden, jullie beweenden (7) alere (8) zij voedden, ze voedden (9) rapere
46 (10) jij greep, je greep, jij roofde, je roofde (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 55 Geef de infinitief praesens en vertaal met VT. amavit: amare hij beminde 1 delegi:...(1)......(2)... 2 scripsimus:...(3)......(4)... 3 iussistis:...(5)......(6)... 4 possederunt:...(7)......(8)... 5 texisti:...(9)......(10)... (1) deligere (2) ik koos uit (3) scribere (4) wij schreven, we schreven (5) iubere (6) jullie bevalen (7) possidere (8) zij bezaten, ze bezaten, zij beheersten, ze beheersten (9) tegere (10) jij bedekt, je bedekt, jij beschermt, je beschermt (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 56 Vertaal eerst als VT, daarna als VTT. amavi: ik beminde - ik heb bemind
47 1 fecimus:...(1) (2)... 2 vixistis:...(3) (4)... 3 conspexisti:...(5) (6)... 4 duxerunt:...(7) (8)... 5 cupivi:...(9) (10)... (1) wij maakten, we maakten, wij deden, we deden (2) wij hebben gemaakt, we hebben gemaakt, wij hebben gedaan, we hebben gedaan (3) jullie leefden (4) jullie hebben geleefd (5) je bemerkte, jij bemerkte, jij bekeek, je bekeek (6) je hebt bemerkt, jij hebt bemekt, jij hebt bekeken, je hebt bekeken (7) zij leidden, ze leidden (8) zij hebben geleid, ze hebben geleid (9) ik verlangde (10) ik heb verlangd (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 57 Vertaal eerst als VT, daarna als VTT. amavi: ik beminde - ik heb bemind 1 vetuit:...(1) (2)... 2 rapuisti :...(3) (4)... 3 aluimus :...(5) (6)... 4 oravistis:...(7) (8)... 5 complevi:...(9) (10)... (1) hij verbood, zij verbood (2) hij heeft verboden, zij heeft verboden (3) jij greep, je greep, jij roofde, je roofde (4) jij hebt gegrepen, je hebt gegrepen, jij hebt geroofd, je hebt geroofd (5) wij voedden, we voedden (6) wij hebben gevoed, we hebben gevoed (7) jullie smeekten
48 (8) jullie hebben gesmeekt (9) ik vulde (10) ik heb gevuld (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 58 Vertaal eerst als VT, daarna als VTT. amavi: ik beminde - ik heb bemind 1 fregi:...(1) (2)... 2 perfecistis:...(3) (4)... 3 iecimus:...(5) (6)... 4 sumpsisti:...(7) (8)... 5 dixi:...(9) (10)... (1) ik brak (2) ik heb gebroken (3) jullie voltooiden (4) jullie hebben voltooid (5) wij wierpen, we wierpen (6) wij hebben geworpen, we hebben geworpen (7) jij nam, je nam (8) jij hebt genomen, je hebt genomen (9) ik sprak, ik zei (10) ik heb gesproken, ik heb gezegd (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum Je oefent met woorden
49 59 Vertaal eerst als VT, daarna als VTT. amavi: ik beminde - ik heb bemind 1 sensistis:...(1) (2)... 2 egi:...(3) (4)... 3 incepimus:...(5) (6)... 4 manserunt:...(7) (8)... 5 vinxit:...(9) (10)... (1) jullie voelden, jullie merkten, jullie meenden (2) jullie hebben gevoeld, jullie hebben gemerkt, jullie hebben gemeend (3) ik dreef voort, ik deed (4) ik heb voortgedreven, ik heb gedaan (5) jullie begonnen (6) jullie zijn begonnen (7) zij bleven, ze bleven (8) zij zijn gebleven, ze zijn gebleven (9) hij bond, zij bond, ze bond, hij boeide, zij boeide, ze boeide hij heeft gebonden, zij heeft gebonden, ze heeft gebonden, hij heeft geboeid, zij heeft (10) geboeid, ze heeft geboeid (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 60 Vertaal eerst als VT, daarna als VTT. amavi: ik beminde - ik heb bemind 1 misisti:...(1) (2)... 2 rexi:...(3) (4)... 3 cessimus:...(5) (6)... 4 clausi:...(7) (8)... 5 aperuimus:...(9) (10)... (1) jij zond, je zond, jij liet gaan, je liet gaan (2) jij hebt gezonden, je hebt gezonden, jij hebt laten gaan, je hebt laten gaan (3) ik stuurde, ik bestuurde (4) ik heb gestuurd, ik heb bestuurd
50 (5) wij gingen, we gingen, wij weken, we weken (6) wij zijn gegaan, we zijn gegaan, wij zijn geweken, we zijn geweken (7) ik sloot (8) ik heb gesloten (9) wij openden, we openden, wij onthulden, we onthulden (10) wij hebben geopend, we hebben geopend, wij hebben onthuld, we hebben onthuld (1 punten) 2.3 De actieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 61 Geef de infinitief praesens en vertaal met VT. amavi : amare ik beminde 1 obtulisti:...(1)......(2)... 2 maluimus:...(3)......(4)... 3 ii:...(5)......(6)... 4 adfuistis:...(7)......(8)... 5 cecinerunt:...(9)......(10)... (1) offerre (2) jij bood aan, je bood aan (3) malle (4) wij wilden liever, we wilden liever, wij wouden liever, we wouden liever (5) ire (6) ik ging (7) adesse (8) jullie waren aanwezig, jullie hielpen (9) canere (10) zij zongen, ze zongen, zij bezongen, ze bezongen (1 punten) 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen
51 Je oefent met woorden 62 Geef de infinitief praesens en vertaal met VT. amavi : amare ik beminde 1 cucurrimus:...(1)......(2)... 2 fui:...(3)......(4)... 3 steterunt:...(5)......(6)... 4 tetigi:...(7)......(8)... 5 reddidistis:...(9)......(10)... (1) currere (2) wij liepen, we liepen (3) esse (4) ik was, ik bestond (5) stare (6) zij stonden, ze stonden, zij bleven staan, ze bleven staan (7) tangere (8) ik raakte aan, ik trof, ik bereikte (9) reddere (10) jullie gaven terug, jullie maakten tot (1 punten) 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden 63 Geef de infinitief praesens en vertaal met VT. amavi : amare ik beminde 1 afuerunt:...(1)......(2)... 2 fefellit:...(3)......(4)... 3 dedisti:...(5)......(6)... 4 voluit:...(7)......(8)... 5 abiit:...(9)......(10)... (1) abesse (2) zij waren afwezig, ze waren afwezig, zij waren verwijderd, ze waren verwijderd
52 (3) fallere hij misleidde, zij misleidde, ze misleidde, het ontging, het misleidde, hij ontging, zij (4) ontging, ze ontging (5) dare (6) jij gaf, je gaf (7) velle (8) hij wilde, zij wilde, ze wilde, hij wou, zij wou, ze wou (9) abire (10) hij ging weg, zij ging weg, ze ging weg, het ging weg (1 punten) 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden 64 Geef de infinitief praesens en vertaal met VT. amavi : amare ik beminde 1 tetigimus:...(1)......(2)... 2 pepuli:...(3)......(4)... 3 tetendistis:...(5)......(6)... 4 rettulisti:...(7)......(8)... 5 potuerunt:...(9)......(10)... (1) tangere (2) zij raakten aan, ze raakten aan, zij bereikten, ze bereikten, zij troffen, ze troffen (3) pellere (4) ik verdreef (5) tendere (6) jullie spanden, jullie streefden, jullie gingen (7) referre (8) jij bracht terug, je bracht terug, jij rapporteerde, je rapporteerde (9) posse (10) zij konden, ze konden (1 punten)
53 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden 65 Geef de infinitief praesens en vertaal met VT. amavi : amare ik beminde 1 didici:...(1)......(2)... 2 docuit:...(3)......(4)... 3 transierunt:...(5)......(6)... 4 noluistis:...(7)......(8)... 5 abstulimus:...(9)......(10)... (1) discere (2) ik leerde (3) docere (4) hij leerde, zij leerde, ze leerde (5) transire (6) zij staken over, ze staken over (7) nolle (8) jullie wilden niet, jullie wouden niet (9) auferre (10) wij namen weg, we namen weg (1 punten) 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden 66 Sleep naar de juiste plaats.
54 vultis scribam ferebam repperit cecinit (1 punten) 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden 67 Sleep naar de juiste plaats. iit noluimus aberat offeret potuit (1 punten)
55 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden 68 Sleep naar de juiste plaats. tulimus adfuimus stetit tangam canebam (1 punten) 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden 69 Sleep naar de juiste plaats. exigit accipit accepit exegit coget (1 punten) 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden 70 Sleep naar de juiste plaats. reperit repperit reperiet reperiebat
56 fuit (1 punten) 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden 71 Welke vorm is goed gesplitst? A potuist/i B potu/isti B (1 punten) 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden 72 Welke vorm is goed gesplitst? A edux/it B eduxi/t A (1 punten) 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden 73 Welke vorm is goed gesplitst? A iacie/t
57 B iaci/e/t B (1 punten) 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden 74 Welke vorm is goed gesplitst? A exig/i/t B exig/it A (1 punten) 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden 75 Welke vorm is goed gesplitst? A exeg/i/t B exeg/it B (1 punten) 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden 76 Welke vorm is goed gesplitst? A perfec/imus
58 B perfec/i/mus A (1 punten) 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden 77 Welke vorm is goed gesplitst? A deleger/u/nt B deleg/erunt B (1 punten) 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden 78 Welke vorm is goed gesplitst? A mis/istis B misis/tis A (1 punten) 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden 79 Welke vorm is goed gesplitst? A malu/imus
59 B malu/i/mus A (1 punten) 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden 80 Welke vorm is goed gesplitst? A freg/it B freg/i/t A (1 punten) 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden 81 Welke vertaling is de juiste? Geef alle mogelijkheden. scribam A ik zal schrijven B ik schreef C ik had geschreven D ik heb geschreven A ( punten) 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden
60 82 Welke vertaling is de juiste? Geef alle mogelijkheden. redistis A jullie gingen terug B jullie zijn teruggegaan C jullie hebben teruggegeven D jullie gaan terug A B ( punten) 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden 83 Welke vertaling is de juiste? Geef alle mogelijkheden. cecidit A hij viel B hij is gevallen C hij hakte D hij doodde A B C D (1 punten) 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden 84 Welke vertaling is de juiste? Geef alle mogelijkheden. repperimus A wij vinden B wij vonden C wij hebben gevonden D wij zullen vinden B C ( punten)
61 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden 85 Welke vertaling is de juiste? Geef alle mogelijkheden. feremur A wij zijn gedragen B wij worden gedragen C wij werden gedragen D wij zullen gedragen worden D ( punten) 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden 86 Welk werkwoord past bij de vertaling? Geef alle mogelijkheden. jullie vielen A cecidistis B caedebatis C cadebatis D cadetis A C ( punten) 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden
62 87 Welk werkwoord past bij de vertaling? Geef alle mogelijkheden. ik ging A ibo B cedi C ii D cedam B C ( punten) 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden 88 Welk werkwoord past bij de vertaling? Geef alle mogelijkheden. hij bracht A ferebat B tulit C feret D afferebat A B D ( punten) 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden 89 Welk werkwoord past bij de vertaling? Geef alle mogelijkheden. zij konden A poterant B poterint C posuerunt D possunt A ( punten)
63 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden 90 Welk werkwoord past bij de vertaling? Geef alle mogelijkheden. jullie hebben gelegen A iacuistis B iacebatis C iecistis D iaciebatis A ( punten) 2.4 De actieve indicatief perfectum: aanvullingen Je oefent met woorden 91 Sleep naar de juiste plaats in de tabel.
64 (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 92 Sleep naar de juiste plaats in de tabel. (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 93 Sleep naar de juiste plaats in de tabel. (1 punten)
65 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 94 Sleep naar de juiste plaats in de tabel. (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 95 Sleep naar de juiste plaats in de tabel. (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
66 96 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens? ego (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 97 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens? ei (1 punten)
67 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 98 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens? eius (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 99 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens?
68 me (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 100 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens? me (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
69 101 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens? mei (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 102 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens?
70 mei (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 103 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens? mihi (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 104 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens?
71 nobis (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 105 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens? nobis (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
72 106 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens? nos (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 107 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens?
73 nos (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 108 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens? nostri nostrum nostri, nostrum nostri / nostrum nostri nostrum nostrum nostri nostrum / nostri nostrum, nostri (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 109 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens?
74 se (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 110 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens? se (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
75 111 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens? se (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 112 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens?
76 se (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 113 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens? sibi (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 114 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens?
77 sibi (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 115 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens? sui (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
78 116 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens? sui (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 117 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens?
79 te (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 118 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens? te (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 119 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens?
80 tibi (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 120 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens? tu (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
81 121 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens? tui (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 122 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens?
82 eis iis eis, iis eis / iis iis / eis iis, eis eis/iis iis/eis (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 123 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens? eis iis eis, iis eis / iis iis / eis iis, eis eis/iis iis/eis (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 124 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens?
83 vestri vestrum vestri/vestrum vestrum/vestri vestri, vestrum vestrum, vestri vestrum vestri vestri vestrum vestri / vestrum vestrum / vestri (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 125 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens? vobis (1 punten)
84 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 126 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens? vobis (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 127 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens?
85 vos (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 128 Welke vorm hoort op de plaats van de vraagtekens? vos (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 129 Welke persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden vind je in de zin? Behoud de volgorde en naamval van de zin. Quod mater filium suum invulnerabilem (onkwetsbaar) reddere voluit, eum in Stygis (Styx) aquam immersit (onderdompelen). pers. vnw.:...(1)... bezit. vnw.:...(2)...
86 (1) eum (2) suum (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden Je oefent met zinnen 130 Welke persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden vind je in de zin? Behoud de volgorde en naamval van de zin. Pater eius Peleus ei duos equos fortes dedit et eum belli artes docuit. pers. vnw.:...(1)......(2)... bezit. vnw.:...(3)... (1) ei (2) eum (3) eius (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden Je oefent met zinnen 131 Welke persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden vind je in de zin? Behoud de volgorde en naamval van de zin. Caliope (Caliope) ei dixit: "Ego tibi omnia mea dare volo, sed Parcae (schikgodinnen) id vetuerunt." pers. vnw.:...(1)......(2)......(3)......(4)... bezit. vnw.:...(5)... (1) ei (2) ego
87 (3) tibi (4) id (5) mea (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden Je oefent met zinnen 132 Welke persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden vind je in de zin? Behoud de volgorde en naamval van de zin. Caliope (Caliope) ei dixit: "Parcae (schikgodinnen) enim tibi sive (hetzij) longam vitam sive brevem vitam promiserunt." pers. vnw.:...(1)......(2)... (1) ei (2) tibi (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden Je oefent met zinnen 133 Welke persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden vind je in de zin? Behoud de volgorde en naamval van de zin. Agamemnom Calchantem venire iussit eumque rogavit: "Quid oraculum (orakel) tibi dixit?" pers. vnw.:...(1)......(2)... (1) eum (2) tibi (1 punten)
88 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden Je oefent met zinnen 134 Welke persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden vind je in de zin? Behoud de volgorde en naamval van de zin. Calchas mihi respondit: "Diana tibi irata est, quod milites tui cervam (hinde) sacram necaverunt." pers. vnw.:...(1)......(2)... bezit. vnw.:...(3)... (1) mihi (2) tibi (3) tui (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden Je oefent met zinnen 135 Welke persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden vind je in de zin? Behoud de volgorde en naamval van de zin. Flevit pater eius neque ei vera dicere potuit. pers. vnw.:...(1)... bezit. vnw.:...(2)... (1) ei (2) eius (1 punten)
89 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden Je oefent met zinnen 136 Kies het juiste voornaamwoord. 1 Quia Palamedes vir callidus (sluw) erat, Agamemnon...(1)... ad Ulixem misit. 2 Ulixes enim uxorum...(2)... Penelopam relinquere noluit. 3 Dolum invenit: "Cum Palamedes...(3)... videt, litus arabo (ploegen)." 4 Palamedes autem dolum...(4)... perspexit et filium...(5)... Telemachum ante aratrum (ploeg) posuit. 5 Quod Ulixes filium...(6)... occidere noluit, statim arare desiit. 6 Palamedes...(7)... dixit: "...(8)... amens haud es! Itaque nobiscum Troiam (naar...) abire debetis." (1) kies uit: se, sui, sibi, eum, eius, ei (2) kies uit: suum, eius (3) kies uit: me, mei, mihi (4) kies uit: suum, eius (5) kies uit: suum, eius (6) kies uit: suum, eius (7) kies uit: se, sui, sibi, eum, eius, ei (8) kies uit: Ego, Tu, Is (1) eum (2) suum (3) me (4) eius (5) eius (6) suum (7) ei (8) Tu (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden Je oefent met zinnen 137 Kies het juiste voornaamwoord. 1 Pater cottidie a filiorum...(1)... discordiã vexabatur.
90 2 Saepe clamabat: 'Filii, nolite discordia...(2)... et...(3)... et...(4)... ipsos perdere (ongelukkig maken)." 3 Quodam die pater filiis...(5)... fasciculum (bundel) virgarum (tak) tradidit et...(6)... id frangere iussit. 4 Frustra (tevergeefs) illi temptabant, sed fasciculum ab...(7)... frangi non poterat. 5 Tandem pater ante oculos...(8)... singulas virgas fregit et...(9)... dixit: "Concordiã...(10)... semper fortes eritis!" (1) kies uit: suum, suorum, eius (2) kies uit: vestra, vestri, vestrum (3) kies uit: ego, me, mei, mihi (4) kies uit: vos, vestri, vestrum, vobis (5) kies uit: suis, eius (6) kies uit: se, eos (7) kies uit: se, sui, sibi, ii, eos, eis (8) kies uit: suos, eorum (9) kies uit: se, sui, sibi, ii, eos, eorum, eis (10) kies uit: vos, vestri, vestrum, vobis (1) suorum (2) vestra (3) me (4) vos (5) suis (6) eos (7) eis (8) eorum (9) eis (10) vos (1 punten) 2.5 De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden Je oefent met zinnen 138 Welke vorm van amare hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de mannelijke vorm.
91 amatus sum (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 139 Welke vorm van monere hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de mannelijke vorm.
92 monitus sum (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 140 Welke vorm van tegere hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de mannelijke vorm.
93 tectus sum (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 141 Welke vorm van audire hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de mannelijke vorm.
94 auditus sum (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 142 Welke vorm van capere hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de mannelijke vorm.
95 captus sum (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 143 Welke vorm van capere hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de mannelijke vorm.
96 capti sumus (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 144 Welke vorm van amare hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de mannelijke vorm.
97 amati sumus (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 145 Welke vorm van monere hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de mannelijke vorm.
98 moniti sumus (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 146 Welke vorm van tegere hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de mannelijke vorm.
99 tecti sumus (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 147 Welke vorm van audire hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de mannelijke vorm.
100 auditi sumus (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 148 Welke vorm van audire hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de vrouwelijke vorm.
101 audita es (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 149 Welke vorm van amare hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de vrouwelijke vorm.
102 amata es (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 150 Welke vorm van monere hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de vrouwelijke vorm.
103 monita es (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 151 Welke vorm van tegere hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de vrouwelijke vorm.
104 tecta es (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 152 Welke vorm van capere hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de vrouwelijke vorm.
105 capta es (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 153 Welke vorm van capere hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de vrouwelijke vorm.
106 captae estis (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 154 Welke vorm van amare hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de vrouwelijke vorm.
107 amatae estis (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 155 Welke vorm van monere hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de vrouwelijke vorm.
108 monitae estis (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 156 Welke vorm van tegere hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de vrouwelijke vorm.
109 tectae estis (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 157 Welke vorm van audire hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de vrouwelijke vorm.
110 auditae estis (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 158 Welke vorm van audire hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de vrouwelijke vorm.
111 audita est (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 159 Welke vorm van amare hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de vrouwelijke vorm.
112 amata est (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 160 Welke vorm van monere hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de vrouwelijke vorm.
113 monita est (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 161 Welke vorm van tegere hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de mannelijke vorm.
114 tectus est (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 162 Welke vorm van capere hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de mannelijke vorm.
115 captus est (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 163 Welke vorm van capere hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de mannelijke vorm.
116 capti sunt (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 164 Welke vorm van amare hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de mannelijke vorm.
117 amati sunt (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 165 Welke vorm van monere hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de mannelijke vorm.
118 moniti sunt (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 166 Welke vorm van tegere hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de mannelijke vorm.
119 tecti sunt (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 167 Welke vorm van audire hoort thuis op de plaats van de vraagtekens? Geef de vrouwelijke vorm.
120 auditae sunt (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum 168 Sleep naar de juiste plaats.
121 intellecti sunt tradet victi sumus recipiebat praefuit (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 169 Sleep naar de juiste plaats. ridet rediit reddentur redibat risit (1 punten)
122 2.7 De passieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 170 Sleep naar de juiste plaats. aderat traditi sunt pepercit interfecit interficitur (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 171 Sleep naar de juiste plaats. imposita sunt aditum est poteratis afferemini augemus (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 172 Sleep naar de juiste plaats. adspectus sum scripsisti iubebatur dixit
123 cogentur (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 173 Sleep naar de juiste plaats. educitur mittebamini aucti estis sumetis clausit (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 174 Sleep naar de juiste plaats. dicit misimus iacta est possides exiges (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum Je oefent met woorden
124 175 Sleep naar de juiste plaats. noluistis lati sumus abdebantur desiit iactant (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 176 Geef de infinitief praesens. 1 spectati sunt:...(1)... 2 oblatum est:...(2)... 3 perfecta sunt:...(3)... 4 falsus sum:...(4)... 5 tacti sunt:...(5)... (1) spectare (2) offerre (3) perficere (4) fallere (5) tangere (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 177 Geef de infinitief praesens. 1 actae sumus:...(1)... 2 reddita sunt:...(2)...
125 3 risum est:...(3)... 4 reditum est:...(4)... 5 completa sunt:...(5)... (1) agere (2) reddere (3) ridere (4) redire (5) complere (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 178 Geef de infinitief praesens. 1 vetitae sunt:...(1)... 2 missi sumus:...(2)... 3 fractae sunt:...(3)... 4 ablata est:...(4)... 5 victae estis:...(5)... (1) vetare (2) mittere (3) frangere (4) auferre (5) vincere (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 179 Geef de infinitief praesens.
126 1 desitum est:...(1)... 2 damnatus es:...(2)... 3 tracti sunt:...(3)... 4 educti estis:...(4)... 5 deletae sunt:...(5)... (1) desinere (2) damnare (3) trahere (4) educere (5) delere (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 180 Wat is de juiste vertaling? Geef alle mogelijkheden. falsa es A je bent misleid B je misleidde C je hebt misleid D jij werd misleid A D ( punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 181 Wat is de juiste vertaling? Geef alle mogelijkheden. fregisti A je brak B je hebt gebroken
127 C je werd gebroken D jullie braken A B ( punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 182 Wat is de juiste vertaling? Geef alle mogelijkheden. credidit A hij gelooft B zij geloofde C zij werd geloofd D hij heeft geloofd B D ( punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 183 Wat is de juiste vertaling? Geef alle mogelijkheden. vulnerati sunt A zij zijn verwond B zij worden verwond C zij werden verwond D zij verwondden A C ( punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum
128 Je oefent met woorden 184 Wat is de juiste vertaling? Geef alle mogelijkheden. ridebamini A jullie werden uitgelachen B jullie zullen uitgelachen worden C jullie worden uitgelachen D jullie zijn uitgelachen A (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 185 Wat is de juiste vertaling? Geef alle mogelijkheden. praeerit A hij heeft aan het hoofd gestaan van B hij stond aan het hoofd van C hij staat aan het hoofd van D zij zal aan het hoofd staan van D ( punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 186 Kies bij elk de juiste werkwoordsvorm. bellum...(1)... exercitus...(2)... verba...(3)... puellae...(4)...
129 regio...(5)... puer...(6)... (1) kies uit: inceptum est, delectae sunt, recta est, appellatus est, pulsi sunt, dicta sunt (2) kies uit: inceptum est, delectae sunt, recta est, appellatus est, pulsi sunt, dicta sunt (3) kies uit: inceptum est, delectae sunt, recta est, appellatus est, pulsi sunt, dicta sunt (4) kies uit: inceptum est, delectae sunt, recta est, appellatus est, pulsi sunt, dicta sunt (5) kies uit: inceptum est, delectae sunt, recta est, appellatus est, pulsi sunt, dicta sunt (6) kies uit: inceptum est, delectae sunt, recta est, appellatus est, pulsi sunt, dicta sunt (1) inceptum est (2) pulsi sunt (3) dicta sunt (4) delectae sunt (5) recta est (6) appellatus est (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 187 Kies bij elk de juiste werkwoordsvorm. arbores...(1)... liber...(2)... moenia...(3)... sacerdotes...(4)... urbs...(5)... corpus...(6)... (1) kies uit: caesae sunt, tractum est, scriptus est, rogati sunt, aedificata sunt, obsessa est (2) kies uit: caesae sunt, tractum est, scriptus est, rogati sunt, aedificata sunt, obsessa est (3) kies uit: caesae sunt, tractum est, scriptus est, rogati sunt, aedificata sunt, obsessa est (4) kies uit: caesae sunt, tractum est, scriptus est, rogati sunt, aedificata sunt, obsessa est (5) kies uit: caesae sunt, tractum est, scriptus est, rogati sunt, aedificata sunt, obsessa est (6) kies uit: caesae sunt, tractum est, scriptus est, rogati sunt, aedificata sunt, obsessa est (1) caesae sunt (2) scriptus est (3) aedificata sunt (4) rogati sunt (5) obsessa est
130 (6) tractum est (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 188 Kies bij elk de juiste werkwoordsvorm. manus...(1)... puella...(2)... milites...(3)... templa...(4)... donum...(5)... fabula...(6)... (1) kies uit: datum est, vulnerati sunt, vinctae sunt, narrata est, aperta est, promissa est (2) kies uit: datum est, vulnerati sunt, vinctae sunt, narrata est, aperta est, promissa est (3) kies uit: datum est, vulnerati sunt, vinctae sunt, narrata est, aperta est, promissa est (4) kies uit: datum est, vulnerati sunt, vinctae sunt, narrata est, aperta est, promissa est (5) kies uit: datum est, vulnerati sunt, vinctae sunt, narrata est, aperta est, promissa est (6) kies uit: datum est, vulnerati sunt, vinctae sunt, narrata est, aperta est, promissa est (1) vinctae sunt (2) promissa est (3) vulnerati sunt (4) aperta sunt (5) datum est (6) narrata est (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum Je oefent met woorden 189 Kies de juiste vertaling van de onderstreepte werkwoordsvorm. Igitur Cassandra ab Apolline irato sic punita est:...(1)...
131 (1) kies uit: strafte, is gestraft, werd gestraft, straft (1) werd gestraft (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum Je oefent met zinnen 190 Kies de juiste vertaling van de onderstreepte werkwoordsvorm. Quamquam Cassandra futurum (toekomst) hominibus praedicere (voospellen) potest, nemo ei iam credet....(1)... (1) kies uit: gelooft, geloofde, zal geloven, heeft geloofd
132 (1) zal geloven (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum Je oefent met zinnen 191 Kies de juiste vertaling van de onderstreepte werkwoordsvorm. Itaque, cum mors fratris Hectoris a Cassandrã provisa est...(1)..., nemo ei credidit....(2)... (1) kies uit: voorziet, voorzag, wordt voorzien, werd voorzien, is voorzien (2) kies uit: gelooft, geloofde, zal geloven, heeft geloofd, wordt geloofd, werd geloofd
133 (1) werd voorzien (2) geloofde (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum Je oefent met zinnen 192 Kies de juiste vertaling van de onderstreepte werkwoordsvorm. Cum equus ligneus (houten) ante Troiae portas inventus est...(1)... et urbis finis ab eã praedictus est...(2)..., nemo Cassandrae credidit....(3)... (1) kies uit: ontdekte, ontdekt heeft, ontdekt werd, ontdekt is (2) kies uit: voorspelde, voorspeld heeft, voorspeld werd, voorspeld is (3) kies uit: geloofde, heeft geloofd, werd geloofd, is geloofd
134 (1) ontdekt werd (2) voorspeld werd (3) geloofde (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum Je oefent met zinnen 193 Kies de juiste vertaling van de onderstreepte werkwoordsvorm. Dum Troia a Graecis capitur, Cassandra ad Minervae statum fugit ibique auxilium petivit...(1)..., sed ab Aiace (Ajax) rapta est...(2)... (1) kies uit: vroeg, heeft gevraagd, werd gevraagd, is gevraagd (2) kies uit: greep, heeft gegrepen, werd gegrepen, is gegrepen
135 (1) vroeg (2) werd gegrepen (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum Je oefent met zinnen 194 Kies de juiste vertaling van de onderstreepte werkwoordsvorm. Post Graecorum victoriam Cassandra ab Agamemnone serva (als...) Mycenas (naar...) abducta est....(1)... (1) kies uit: leidde weg, heeft weggeleid, werd weggeleid, is weggeleid
136 (1) werd weggeleid (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum Je oefent met zinnen 195 Kies de juiste vertaling van de onderstreepte werkwoordsvorm. Cum Cassandra Agamemnonis mortem semel iterumque (keer op keer) praedicebat...(1)..., nemo ei credidit....(2)... (1) kies uit: voorspelt, voorspelde, zal voorspellen, heeft voorspeld (2) kies uit: gelooft, geloofde, zal geloven, heeft geloofd
137 (1) voorspelde (2) geloofde (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum Je oefent met zinnen 196 Kies de juiste vertaling van de onderstreepte werkwoordsvorm. Clytaemnestra, dum maritum necat, clamavit...(1)...: "A te filia nostra sacrificium (als offer) deae oblata est!"...(2)... (1) kies uit: roept, riep, zal roepen, heeft geroepen (2) kies uit: bood aan, heeft aangeboden, werd aangeboden, is aangeboden
138 (1) riep (2) werd aangeboden (1 punten) 2.7 De passieve indicatief perfectum Je oefent met zinnen 197 Sleep naar de juiste plaats. Ventus non erat, naves immobiles (onbeweeglijk) in litore stabant et milites impatientes exspectabant. Agamemnon Calchantem vatem venire iussit eumque rogavit: "Quid oraculum tibi dixit?"
139 erat stabant iussit rogavit dixit (1 punten) 2.8 Het gebruik van verleden tijden in een verhaal Je oefent met zinnen 198 Sleep naar de juiste plaats. Calchas invitus (tegen zijn zin) respondit: "Milites tui cervam sacram necaverunt. Ideo Diana tibi irata est." respondit necaverunt
140 (1 punten) 2.8 Het gebruik van verleden tijden in een verhaal Je oefent met zinnen 199 Sleep naar de juiste plaats. Agamemnon Calchanti dixit: "Erravisti, Calchas! Sed ceteri duces per longum tempus orabant. Tandem Agamemnon precibus eorum cessit. Ulixes Iphigeniam in castra arcessit (laten komen), eam in aram trahit et Dianae offert. dixit erravisti orabant cessit trahit (1 punten) 2.8 Het gebruik van verleden tijden in een verhaal Je oefent met zinnen 200 Sleep naar de juiste plaats. Diana e caelo descendit Iphigeniamque aufert. Cervam (hinde) pro eã in arã ponit puellamque templi sui sacerdotem facit. Milites primum stupuerunt (verstomd staan), deinde deae gratias egerunt (dank betuigen) et cervam immolaverunt (offeren). descendit aufert facit egerunt immolaverunt (1 punten)
141 2.8 Het gebruik van verleden tijden in een verhaal Je oefent met zinnen 201 Sleep naar de juiste plaats. Statim ventus fuit. Tandem Graeci Troiam navigare potuerunt. Clytaemnestra domum rediit. Per decem annos Agamemnonem exspectabat... fuit potuerunt rediit exspectabat (1 punten) 2.8 Het gebruik van verleden tijden in een verhaal Je oefent met zinnen 202 Determineer. Duid alle mogelijkheden aan. parva A acc. o. mv. B nom. v. enk. C dat. v. enk. D nom. o. mv. A B D ( punten) Vocabularium Determineer 203 Determineer. Duid alle mogelijkheden aan.
142 aram A nom. v. enk. B act. ind. praes. 1ste p. enk. C acc. v. enk. D acc. v. mv. C ( punten) Vocabularium Determineer 204 Determineer. Duid alle mogelijkheden aan. condicio A abl. o. enk. B nom. v. enk. C dat. o. enk. D act. ind. praes. 1ste p. enk. B ( punten) Vocabularium Determineer 205 Determineer. Duid alle mogelijkheden aan. preces A act. ind. praes. 2de p. enk. B acc. v. mv. C act. ind. fut. s. 2de p. enk. D nom. v. mv. B D ( punten)
143 Vocabularium Determineer 206 Determineer. Duid alle mogelijkheden aan. leonis A dat. m. mv. B abl. m. mv. C gen. m. enk. D nom. m. enk. C ( punten) Vocabularium Determineer 207 Determineer. Duid alle mogelijkheden aan. ornavit A act. ind. perf. 3de p. enk. B act. ind. praes. 3de p. enk. C act. ind. imperf. 3de p. enk. D act. ind. fut. s. 3de p. enk. A ( punten) Vocabularium Determineer 208 Determineer. Duid alle mogelijkheden aan. viris A dat. m. mv. B abl. m. mv. C gen. m. enk. D act. ind. praes. 2de p. enk.
144 A B ( punten) Vocabularium Determineer 209 Determineer. Duid alle mogelijkheden aan. deles A act. ind. praes. 2de p. enk. B act. ind. fut. s. 2de p. enk. C nom. v. mv. D acc. v. mv. A ( punten) Vocabularium Determineer 210 Determineer. Duid alle mogelijkheden aan. aluisti A gen. o. enk. B act. ind. perf. 2de p. enk. C nom. m. mv. D gen. m. enk. B ( punten) Vocabularium Determineer 211 Determineer. Duid alle mogelijkheden aan.
145 vetuimus A act. ind. praes. 1ste p. mv. B act. ind. perf. 1ste p. mv. C act. ind. fut. s. 1ste p. mv. D act. ind. imperf. 1ste p. mv. B ( punten) Vocabularium Determineer 212 Determineer. Duid alle mogelijkheden aan. regionis A abl. v. mv. B act. ind. praes. 2de p. enk. C dat. v. mv. D gen. v. enk. D ( punten) Vocabularium Determineer 213 Determineer. Duid alle mogelijkheden aan. regis A gen. m. enk. B dat. m. mv. C act. ind. praes. 2de p. enk. D act. ind. perf. 2de p. enk. A C (1 punten)
146 Vocabularium Determineer 214 Determineer. Duid alle mogelijkheden aan. regiis A dat. o. mv. B dat. v. mv. C act. ind. praes. 2de p. enk. D abl. m. mv. A B D ( punten) Vocabularium Determineer 215 Determineer. Duid alle mogelijkheden aan. regno A abl. m. enk. B act. ind. praes. 2de p. enk. C abl. o. enk. D dat. o. enk. B C D ( punten) Vocabularium Determineer 216 Determineer. Duid alle mogelijkheden aan. exegit A act. ind. imperf. 3de p. enk. B act. ind. perf. 3de p. enk. C act. ind. praes. 3de p. enk. D act. ind. fut. s. 3de p. enk.
147 B ( punten) Vocabularium Determineer 217 Determineer. Duid alle mogelijkheden aan. vixi A act. ind. perf. 1ste p. enk. van vincere. B gen. m. enk. C act. ind. perf. 1ste p. enk. van vivere. D act. ind. perf. 1ste p. enk. van vincire. C (1 punten) Vocabularium Determineer 218 Determineer. Duid alle mogelijkheden aan. vicisti A act. ind. perf. 2de p. enk. van vincire. B act. ind. perf. 2de p. enk. van vincere. C act. ind. perf. 2de p. enk. van vivere. D gen. m. enk. B ( punten) Vocabularium Determineer 219 Determineer. Duid alle mogelijkheden aan.
148 vinximus A act. ind. perf. 1ste p. mv. van vivere. B act. ind. perf. 1ste p. mv. van vincere. C gen. m. enk. D act. ind. perf. 1ste p. mv. van vincire. D ( punten) Vocabularium Determineer 220 Determineer. Duid alle mogelijkheden aan. rego A act. ind. praes. 1ste p. enk. B dat. o. enk. C abl. o. enk. D nom. v. enk. A ( punten) Vocabularium Determineer 221 Determineer. Duid alle mogelijkheden aan. fregistis A gen. v. enk. B dat. m. mv. C act. ind. perf. 2de p. mv. D abl. m. mv. C ( punten)
149 Vocabularium Determineer 222 Determineer. Duid alle mogelijkheden aan. fietis A abl. m. mv. B act. ind. fut. s. 2de p. mv. C act. ind. praes. 2de p. enk. D act. ind. praes. 2de p. mv. B ( punten) Vocabularium Determineer 223 Determineer. Duid alle mogelijkheden aan. transibas A act. ind. praes. 2de p. enk. B act. ind. fut. s. 2de p. enk. C act. ind. imperf. 2de p. enk. D acc. v. mv. C ( punten) Vocabularium Determineer 224 Determineer. Duid alle mogelijkheden aan. diverso A abl. o. enk. B dat. m. enk. C abl. m. enk. D dat. o. enk.
150 A B C D (1 punten) Vocabularium Determineer 225 Determineer. Duid alle mogelijkheden aan. vestis A nom. v. enk. B act. ind. praes. 2de p. enk. C gen. v. enk. D abl. v. mv. A C (1 punten) Vocabularium Determineer 226 Determineer. Duid alle mogelijkheden aan. dulce A abl. m. enk. B nom. o. enk. C abl. o. enk. D abl. v. enk. B ( punten) Vocabularium Determineer 227 Determineer. Duid alle mogelijkheden aan.
151 reddi A act. imp. praes. enk. B nom. m. enk. C gen. o. enk. D pas. inf. praes. D (1 punten) Vocabularium Determineer 228 Determineer. Duid alle mogelijkheden aan. redi A nom. m. enk. B act. imp. praes. enk. C gen. m. enk. D pas. inf. praes. B ( punten) Vocabularium Determineer 229 Determineer. Duid alle mogelijkheden aan. feres A act. ind. fut. s. 2de p. enk. B acc. v. mv. C act. ind. praes. 2de p. enk. D nom. v. mv. A (1 punten)
Extra oefeningen bij Pegasus1, Caput 2
Extra oefeningen bij Pegasus1, Caput 2 OEFENINGEN OP DE ESSE EN POSSE 1. Noem de persoon, het getal en geef weer met het juiste onderwerp. persoon en getal vertaling (met O) sumus est possum potes sunt
Nadere informatieSamenvatting Latijn Grammatica t/m les 19
Samenvatting Latijn Grammatica t/m les 19 Samenvatting door een scholier 664 woorden 9 maart 2017 7,6 18 keer beoordeeld Vak Methode Latijn Disco Naamwoord Zelfstandig naamwoord Groep 1 Groep 2 Groep 3
Nadere informatieOnze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT TERTIUM TAALSTUDIE
CAPUT TERTIUM TAALSTUDIE STRUCTUUR VAN DE ZIN: DE BIJVOEGLIJKE BEPALING Pegasus p. 78-79 We kunnen een zin verdelen in... Sommige zinsdelen kunnen verder onderverdeeld worden in... Het belangrijkste woord
Nadere informatieOnze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT SECUNDUM TAALSTUDIE. Werkwoorden vervoegen
CAPUT SECUNDUM TAALSTUDIE Werkwoorden vervoegen 1. De infinitief In de woordenlijst vinden we de woorden altijd in dezelfde vorm. Deze vorm, die we het grondwoord noemen, is voor een werkwoord de infinitief..
Nadere informatieOnze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT QUARTUM TAALSTUDIE
CAPUT QUARTUM TAALSTUDIE DE LAATSTE NAAMVALLEN: de DATIEF en de ABLATIEF: morfologie uitgangen 1 e klasse datief ablatief m. enk. m. mv v. enk. v. mv. o. enk. o. mv Uitgangen 2 e klasse m. + v. enk. m.
Nadere informatieGrammaticablad Latijn
Zelfstandige naamwoorden = onderwerp = meewerkend voorwerp = lijdend voorwerp = bijwoordelijke bepaling = bijvoeglijke bepaling De woorden uit de derde groep met een meervoud op -a n altijd ondig. De woorden
Nadere informatieOplossingen begeleid zelfstandig lezen Hero en Leander
Oplossingen begeleid zelfstandig lezen Hero en Leander 1. Twee conincskinderen Hero: meisje Leander: jongen verklaring: Leander et Hero, alter iuvenum pulcherrimus, altera pulchrior omnibus puellis Orientis
Nadere informatieDocentenhandleiding SPQR BASISWOORDEN PER LES THEMA 1 EN 2
Docentenhandleiding SPQR BASISWOORDEN PER LES THEMA 1 EN 2 Inhoud Thema 1 - Les 1... 3 Les 2... 4 Les 3... 5 Les 4... 6 Les 5... 7 Les 6... 8 Thema 2 - Les 8... 9 Les 9... 10 Les 10... 11 Les 11... 12
Nadere informatieAntwoorden Latijn Verbetering Atrium oef. p en p
Antwoorden Latijn Verbetering Atrium oef. p 205-210 en p 217-223 Antwoorden door een scholier 1167 woorden 20 maart 2017 0 keer beoordeeld Vak Latijn Als onderwerp komt een infinitiefzin vaak voor bij:
Nadere informatieDe zin onderwerp gezegde Opdracht 1.
De zin Hij loopt. is een van de kortste zinnen die je kunt bedenken. Een zin bestaat in ieder geval uit een onderwerp (hij) en een gezegde (loopt). Natuurlijk kun je veel langere zinnen bedenken, maar
Nadere informatieBIJBELS GRIEKS LES 8
Pagina:1 8.1 De aoristus medium Voordat we zo het lezen van een stuk uit Johannes 3 gaan voorbereiden eerst nog de aoristus medium en de conjunctivus en het woordje Hieronder vindt u nog naast elkaar de
Nadere informatieTalencentrumBarneveld.nl. LATIJN Herhaling 1. (les 1 t/m 5)
pagina:1 Dit is de eerste herhalingsles. In deze les worden de belangrijkste zaken uit de eerste vijf lessen herhaald. Neemt u deze lessen nog eens goed door. Ook de opgaven met de uitwerkingen. Veel succes!
Nadere informatieOnze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren http://lycipedia.lyceumgenk.be CAPUT PRIMUM. De uitspraak van het Latijn
CAPUT PRIMUM De uitspraak van het Latijn 1) Pegasus p. 12: het Latijn en zijn dochtertalen Kaart 1 : Het Latijn (de taal van Latium) werd gesproken in het Romeinse rijk. Kaart 3 : Het Latijn leeft voort
Nadere informatieBIJBELS GRIEKS HERHALING 2
Pagina:1 Her. 2.1 Inleiding In deze les herhalen we de belangrijkste zaken uit les 6 t/m 10. Leest u voordat u verder gaat met deze les eerst de theorie van de lessen 6 t/m 10 nog eens grondig door! Her.
Nadere informatieHET VOORNAAMWOORD. 1. Persoonlijk voornaamwoord. a) Het persoonlijk voornaamwoord van de 1ste en 2de persoon. 1 persoon. 2 persoon
1. Persoonlijk voornaamwoord HET VOORNAAMWOORD a) Het persoonlijk voornaamwoord van 1ste en 2 persoon ste 1 persoon Nom. ego (ik) nos (wij) Voc. -- -- Gen. mei nostri, nostrum Dat. mihi nobis Acc. me nos
Nadere informatieELO opdrachten les 10
ELO opdrachten les 10 bestudeer eerst pagina 74-77 1. Op herhaling: nominativus, accusativus, dativus en ablativus Les 10 gaat over een nieuwe naamval: de genitivus. Ken je de vormen van de andere naamvallen
Nadere informatieEUROCLASSICA - European Latin Exam/Vestibulum 2010 Chairwoman: Barbara Bell, Author of Minimus
1 http://edl.ecml.at/tabid/1772/eventid/4912/default.aspx EUROCLASSICA - European Latin Exam/Vestibulum 2010 Chairwoman: Barbara Bell, Author of Minimus Instructies ELEX 2 Je hebt het hele lesuur de tijd.
Nadere informatieTalencentrumBarneveld.nl LATIJN LES 6. In het Latijn bestaat er ook een passieve infinitief. De infinitief wordt als volgt gevormd:
pagina:1 6.1 passief en actief (2) In het Latijn bestaat er ook een passieve infinitief. De infinitief wordt als volgt gevormd: vocare inf. prs. pss.: voca-ri mittere inf. prs. pss.: mitt-i = geroepen
Nadere informatieAantekening Participium
Aantekening Participium 1. Vorm Er zijn vier verschillende mogelijkheden. Als voorbeeld nemen we het werkwoord luvw: benoeming vorm betekenis - ptc. prs. Act. luvwn, etc. losmakend - ptc. prs. Med. luovmeno~,
Nadere informatiea. Leerlingen kiezen de brieftypen en talige verschijnselen uit lijsten
Aan de docent Tijdens de VCN Nazomerconferentie in 2014 hebben we in onze lezing over het examenpensum Latijn 2015: Epistula genera multa, brieftypen tekstlinguïstiek en vertalen beargumenteerd dat leerlingen
Nadere informatieCreative communicationslab. Cartoonwinkel.nl Nieuwe huisstijl & herpositionering Datum: 16 oktober 2012
Creative communicationslab. Cartoonwinkel.nl Nieuwe huisstijl & herpositionering Datum: 16 oktober 2012 Cartoonwinkel.nl Logo + Pay off Cartoonwinkel.nl Briefpapier & Envelop Klantnaam T.a.v. Dhr. van
Nadere informatieWelke fout maakt Simson opnieuw?
Simson en Delila. was Delila. Welke fout maakt Simson opnieuw? Richteren 16:4 4 Daarna gebeurde het dat hij een vrouw in het Sorekdal lief kreeg, en haar naam Welk voorstel kreeg Delila van de Filistijnen
Nadere informatieBIJBELS GRIEKS LES 10
Pagina:1 10.1 Nog meer werkwoorden op - In de vorige les behandelden we het werkwoord Er zijn echter nog meer werkwoorden op -. Een ander bekende werkwoorden op - is = zetten. Toch worden deze laatste
Nadere informatieMANSIO PRIMA. A Woordenschat
MANSIO PRIMA A Woordenschat 1. een ander hoog 2. weg leven 3. vrolijk breed, wijd 4. veilig heel 5. overal waar 6. geliefd helder, beroemd 7. toch eindelijk, tenslotte 8. hoeveel zoveel 9. afwezig zijn,
Nadere informatiekdelen k te geven embleem Wat hebben ze nu weer gedaan wat maakt een huisstijl een schild dat de client beschermd
kdelen k te geven embleem Wat hebben ze nu weer gedaan een schild dat de client beschermd wat maakt een huisstijl Wat maakt nu eigenlijk een huisstijl zo persoonlijk. Niet alleen een logo en een kleurtje.
Nadere informatieELO opdrachten les 9 Bestudeer eerst pagina
ELO opdrachten les 9 Bestudeer eerst pagina 67-69. 1. herhaling van het praesens, perfectum en imperfectum ken je nog de vormen van het praesens en van de andere verleden tijden, het imperfectum en perfectum?
Nadere informatieELO opdrachten les 13
ELO opdrachten les 13 De ELO opdrachten van les 13 bestaan uit 4 onderdelen. Je mag zelf bepalen in welke volgorde je deze maakt. Noteer de titels van elk onderdeel wel steeds in je schrift. De verschillende
Nadere informatieMINERVA OPDRACHTEN BIJ HOOFDSTUK 5. Phaëthon: een menselijke ruiter
MINERVA OPDRACHTEN BIJ HOOFDSTUK 5 Phaëthon: een menselijke ruiter 46 Is Phaëthon een zoon van de zon? & Phaëthon vraagt het zijn moeder.......................... 1. Bedenk een reden waarom Phaëthon zijn
Nadere informatieHet gebruik van de conjunctivus
Het gebruik van de conjunctivus Bij het gebruik van de conjunctivus is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen de conjunctivus die in de hoofdzin staat en de conjunctivus die in de bijzin staat.
Nadere informatieOVERZICHT ZELFSTANDIG NAAMWOORD
OVERZICHT ZELFSTANDIG NAAMWOORD NAAMVAL / DECLINATIE dochter heer oorlog stad naam enkelvoud 1 e declinatie 2 e declinatie 3 e declinatie nominativus filia dominus bellum urbs -- nomen -- genitivus filiae
Nadere informatieVertaling Latijn Disco woordenlijst t/m les 16
Vertaling Latijn Disco woordenlijst t/m les 16 Vertaling door een scholier 3969 woorden 9 maart 2017 5,8 3 keer beoordeeld Vak Methode Latijn Disco Woorden Tekst 9.A 1 olim vroeger, eens, ooit maritus
Nadere informatie...een waargebeurd verhaal...
...een waargebeurd verhaal... In het begin was er een leeg papier. Dit behoorde toe aan de Goede Tekenaar, die zeer bekend was van het maken van volmaakte tekeningen. Op een dag begon de Tekenaar op het
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Tekst 1 1 maximumscore 1 Huic (regel 6) 2 maximumscore 1 Augustus heeft hiermee willen aangeven dat hij zichzelf beschouwde als een tweede Romulus / dat hij afstamde van de stichter(s) van Rome / dat hij
Nadere informatieWegwijs in de werkwoordspelling
Wegwijs in de werkwoordspelling 1 Een aantal begrippen Tijd = de tijd waarin gesproken wordt: vandaag, gisteren, morgen Persoon = wie aan het spreken is of de persoon om wie het gaat in de zin. Infinitief
Nadere informatieDe ira, 3.36 (deel 3, blz. 39)
De ira, 3.36 (deel 3, blz. 39) 5. Dagelijks zelfonderzoek Het voorbeeld van Sextius Omnes sensus perducendi sunt ad firmitatem; 159 sensus nom mv (van de manus groep) perducendi sunt gerundivum van verplichting
Nadere informatieHet begin van het verdriet van de mens
Bible for Children stelt voor Het begin van het verdriet van de mens Geschreven door: Edward Hughes Geïllustreerd door: Byron Unger; Lazarus Bewerkt door: M. Maillot; Tammy S. Vertaald door: Christian
Nadere informatieBible for Children stelt voor. Het begin van het verdriet van de mens
Bible for Children stelt voor Het begin van het verdriet van de mens Geschreven door: Edward Hughes Geïllustreerd door: Byron Unger; Lazarus Bewerkt door: M. Maillot; Tammy S. Vertaald door: Christian
Nadere informatieInhoud Jan Brams - Wendy Geerts - Eliane Lammens Wim Moreau - Philippe Moury
Inhoud 1 Jan Brams - Wendy Geerts - Eliane Lammens Wim Moreau - Philippe Moury a Sanoma company I lingua latina Lingua Latina Romeinse cijfers Het Latijnse alfabet Uitspraak van het Latijn Woordsoorten
Nadere informatieInfosessie. Leerlingen informeren over het secundair onderwijs en beroepen. Op stap naar het secundair onderwijs. Inhoud. 1. Een kwis over het SO
Op stap naar het secundair onderwijs Infosessie 9--08 Deel Leerlingen informeren over het SO en beroepen Leerlingen informeren over het secundair onderwijs en beroepen Situering - Voorwaarde om goede studiekeuzes
Nadere informatieDISCO I LES 1 16 AANTEKENINGEN BIJ DE GRAMMATICA
DISCO I LES 1 16 AANTEKENINGEN BIJ DE GRAMMATICA STRABRECHT COLLEGE GELDROP Harrie W. M. Habets - MMXII DISCO I aantekeningen bladzijde 1 I N H O U D S O P G A V E 0 Mijn eerste Latijn [2] 1 Uitspraak
Nadere informatieBIJBELS GRIEKS HERHALING 1
Pagina:1 Her.1.1 Inleiding Dit een herhalingsles. In deze les herhalen we de beangrijkste zaken uit les 1 t/m 5. We beginnen met het herhalen van de naamvallen. Leest u voordat u verder gaat met deze les
Nadere informatieb. bij i-/medeklinkerstammen staat er -a- of -e- voor de uitgang. ELO-opdrachten week 49/50
ELO-opdrachten week 49/50 A I. Op herhaling! Maak een lijstje van alle tegenwoordige deelwoorden (participia praesentis) uit tekst 20.B. Geef naamval, getal en geslacht en ga met behulp van het nakijkmodel
Nadere informatieBIJBELS GRIEKS LES 5
Pagina:1 5.1 De Aoristus (2) De verleden tijd kan in het Nederlands op twee manieren gevormd worden. 1. betalen - betaalde; koken - kookte. We noemen dit zwakke werkwoorden. 2. kijken - keek; vragen -vroeg.
Nadere informatieNoach en de zondvloed
Bible for Children stelt voor Noach en de zondvloed Geschreven door: Edward Hughes Geïllustreerd door: Byron Unger; Lazarus Bewerkt door: M. Maillot; Tammy S. Vertaald door: Christian Lingua Geproduceerd
Nadere informatieHoe reageerde de mensen in Israël op de overwinning op de Filistijnen?
Saul probeert David te doden. Hoe reageerde de mensen in Israël op de overwinning op de Filistijnen? 1 Samuel 18:6 6 Toen David en zijn mannen terugkwamen na het verslaan van de Filistijnen, gebeurde het
Nadere informatie1 deus god (hij/zij/het) is. 2 in op Olympus de Olympus. 3 rex, reges koning. 4 et en. 5 frater, fratres broer. 6 non niet.
Tekst 2.a Jupiter en zijn broers 1. Iupiter deus est. 2. In Olympo habitat. 3. Rex deorum est. 4. Neptunus et Pluto dei sunt. 5. Fratres Iovis sunt. 6. Non semper in Olympo sunt. 7. Neptunus saepe in mari
Nadere informatieLES 13 EEN NIEUWE FAMILIE
LES 13 EEN NIEUWE FAMILIE nieuw en anders Natuurlijk ken je Julius Caesar, de Romeinse generaal die tweeduizend jaar geleden Gallië veroverde. Maar heb je wel eens goed naar zijn naam gekeken? Het eerste
Nadere informatieInhoud. Jan Brams - Wendy Geerts - Kristien Hulstaert Eliane Lammens - Wim Moreau - Bram Roosen. geef meer dan les
Inhoud 2 Jan Brams - Wendy Geerts - Kristien Hulstaert Eliane Lammens - Wim Moreau - Bram Roosen geef meer dan les Repetitio umbra De onderwereld Een vervelende mug (naar Vergilius) Een Tantaluskwelling
Nadere informatieStap voor stap Latijn leren (en) lezen in het eerste jaar
Stap voor stap Latijn leren (en) lezen in het eerste jaar Marjan Hillewaere ENW AUGent, 6/11/ 13 Studiedag Taal en Tekst. De rol van taalbeschouwing in het klassieketalenonderwijs. Latijn leren (en) lezen
Nadere informatieGOD TEST ABRAHAMS LIEFDE
Bijbel voor Kinderen presenteert GOD TEST ABRAHAMS LIEFDE Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Byron Unger en Lazarus Aangepast door: M. Maillot en Tammy S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd
Nadere informatieNoach en de zondvloed
Bible for Children stelt voor Noach en de zondvloed Geschreven door: Edward Hughes Geïllustreerd door: Byron Unger; Lazarus Bewerkt door: M. Maillot; Tammy S. Vertaald door: Christian Lingua Geproduceerd
Nadere informatieII DOMUS HERHALING. Curiosum. 1 Geef de woordsoort en vertaling van volgende woorden. Zijn het veranderlijke of onveranderlijke woorden?
II DOMUS 1 Geef de woordsoort en vertaling van volgende woorden. Zijn het veranderlijke of onveranderlijke woorden? 1 statua 2 sedere 3 fortasse 4 sed 5 venire 6 reprehendere 7 ubi? 8 frater 9 hortus 10
Nadere informatieRelatieve aansluiting.
Relatieve aansluiting. Vaak begint een nieuwe zin met een relativum, maar het antecedent daarvan staat in de vorige zin of is de vorige zin. Het relativum moet je dan vervangen door et/sed/nam en een corresponderende
Nadere informatieTalencentrumBarneveld.nl LATIJN LES 2
pagina:1 2.1 Opnieuw werkwoorden Bestudeer de volgende zinnetjes Petrus Iesum videt Iesum videt = Petrus ziet Jezus = Hij / zij ziet Jezus Maria et Martha Iesum vident = Maria en Martha zien Jezus Iesum
Nadere informatieLATIJN IS DOOD. LANG LEVE LATIJN!
LATIJN IS DOOD. LANG LEVE LATIJN! 1 2 Inhoud Verantwoording.... 9 Waarom Latijn?... 12 Van niets tot wereldmacht.... 15 Latijn heeft Europa voor de eerste maal verenigd... 15 Een mythisch begin... 15 Het
Nadere informatieDe verbuiging/uitgangen van Iuppiter.
De Miminumlijst Latijn en het woordenboek La/Ne (AUP) Suzanne Adema In onderstaande tabel staat van alle onderdelen van de Minimimlijst Latijn of ze terug te vinden zijn in het La/Ne van Amsterdam University
Nadere informatieWijn of zweep Relatie of religie
Wijn of zweep Relatie of religie Het evangelie naar Johannes 2:1-25 dinsdag 10 februari 2015 1 Wijn of zweep? 2 Bijbeltekst Jh 2:1-6 (1) 1 En op de derde dag was er een bruiloft te Kana in Galilea; en
Nadere informatieTalencentrumBarneveld.nl LATIJN LES 4. We herhalen eerst alles wat we over het werkwoord geleerd hebben, voor we de stof gaan uitbreiden.
pagina:1 4.1 Herhaling werkwoorden We herhalen eerst alles wat we over het werkwoord geleerd hebben, voor we de stof gaan uitbreiden. De onvoltooid tegenwoordige tijd (praesens, afgekort prs) Voorbeelden:
Nadere informatieWaar genade zijn juiste plaats krijgt daar zal genezing gaan stromen.
Waar genade zijn juiste plaats krijgt daar zal genezing gaan stromen. Genesis 20: 17 Abraham bad tot God, en God genas Abimelech, zijn vrouw en zijn slavinnen, zodat zij weer kinderen konden krijgen. 18
Nadere informatieBIJBELS GRIEKS LES 4
Pagina:1 4.1 De verleden tijd (het imperfectum) In les 1 heeft u de vervoeging van de tegenwoordige tijd geleerd. Hieronder volgt de vervoeging van een verleden tijd. Deze verleden tijd heeft als naam
Nadere informatieHoe probeerde Jakob Ezau gunstig te stemmen en waarom deed hij dat?
De ontmoeting tussen Jakob en Ezau. Hoe probeerde Jakob Ezau gunstig te stemmen en waarom deed hij dat? Genesis 32:3-5 3 En Jakob stuurde boden voor zich uit naar zijn broer Ezau, 4 Hij gebood hun: Dit
Nadere informatieAFDELINGSHOOFD DEPARTEMENT KANSELARIJ & BESTUUR ZOEKT EEN STRAFFE MEDEWERKER
DEPARTEMENT KANSELARIJ & BESTUUR De Vlaamse overheid werkt elke dag aan een beter en mooier Vlaanderen. TAKENPAKKET: Sed ut perspiciatis unde omnis iste natus error sit voluptatem accusantium doloremque
Nadere informatieTekst 6.1 Opdracht 9 Aeneas Tartarum visitat.
153 Tekst 6.1 Opdracht 9 Vertaal in correct Nederlands. Aeneas Tartarum visitat. Dum Aeneas Carthagini erat, Iuppiter ei Mercurium celerem et fidelem nuntium miserat; nuntio suo imperaverat: Dic Aeneae:
Nadere informatieBeknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament
Beknopte grammatica voor de cursus Grieks van het Nieuwe Testament versie 1.0 Menno Haaijman scripture4all.org Tijdens de try-out voor de cursus bleek dat veel, zo niet alle, toehoorders de Nederlandse
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Tekst 1 1 maximumscore 2 (de dapperheid bij) het heroveren van het koningschap/koninkrijk (van zijn grootvader) (het beleid bij) het stichten van de stad / van Rome (het beleid bij) het sterker maken van
Nadere informatieBijbel voor Kinderen presenteert NOACH EN DE ZONDVLOED
Bijbel voor Kinderen presenteert NOACH EN DE ZONDVLOED Geschreven door: E. Duncan Hughes Illustraties door: Byron Unger en Lazarus Aangepast door: M. Maillot en Tammy S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd
Nadere informatieOpdrachten. Bijlage bij Lampas 48.3, 2015
Bijlage bij Lampas 48.3, 2015 SANDRA KARTEN Ovidius lezen: voor iedereen net even anders Een onderzoek naar het effect van differentiëren op de leesvaardigheid en motivatie van leerlingen in de bovenbouw
Nadere informatieEen boekje over God. voor jou!
Een boekje over God voor jou! Dit boekje is voor jou. Het gaat over God. Weet jij Wie God is? Wat zie je buiten? Buiten zijn allemaal mooie dingen. Kijk maar omhoog. Je ziet kleine en grote wolken. Soms
Nadere informatieáddere ălius amīcus ănimus audīre cănis
1 H 2 H 3 H accĭpere áddere ăger 4 H 5 H 6 H ăgere ălius altus 7 H 8 H 9 H amāre amīcus ămor 10 H 11 H 12 H ănimal ănimus annus 13 H 14 H 15 H aperīre audīre ăvus 16 H 17 H 18 H bŏnus cănis căpere ăgri,
Nadere informatieDE BIJWOORDELIJKE BIJZIN Is een zin die de waarde heeft van een bijwoordelijke bepaling
DE BIJWOORDELIJKE BIJZIN Is een zin die de waarde heeft van een bijwoordelijke bepaling A. De tijdbepalende bijzin 1. voegwoorden met een indicatief a. - simul ac, simul atque : zodra - ubi (primum), ut
Nadere informatieZin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww.,
Zinsontleding: onderwerp, persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, handelend voorwerp, voorzetselvoorwerp en bijwoordelijke bepalingen in zinnen.
Nadere informatie1 keer beoordeeld 4 maart 2018
7 Samenvatting door Syb 764 woorden 1 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Nederlands Nederlands Toets week 3 ZAKELIJKE TEKSTEN LEZEN Het onderwerp van een tekst bestaat uit een paar woorden. Een deel onderwerp
Nadere informatieGOD TEST ABRAHAM S LIEFDE
Bijbel voor Kinderen presenteert GOD TEST ABRAHAM S LIEFDE Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Byron Unger en Lazarus Aangepast door: M. Maillot en Tammy S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd
Nadere informatie1. De vroegste tijden op aarde Woordenlijst
1. De vroegste tijden op aarde Woordenlijst * ante (vz.): voor (plaats of tijd) * mare, maris (o.): zee * et (vgw.): en; ook * terra, ae: aarde; land, streek * caelum, i: hemel * qui, quae, quod (betr.
Nadere informatieHET BEGIN VAN DE DROEFENIS VAN DE MENS
Bijbel voor Kinderen presenteert HET BEGIN VAN DE DROEFENIS VAN DE MENS Geschreven door: E. Duncan Hughes Illustraties door: Byron Unger en Lazarus Aangepast door: M. Maillot en Tammy S. Vertaald door:
Nadere informatieDE MANNEN DIE NIET WILDEN BUIGEN
Bijbel voor Kinderen presenteert DE MANNEN DIE NIET WILDEN BUIGEN Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Jonathan Hay Aangepast door: Mary-Anne S. Vertaald door: Erna van Barneveld Geproduceerd
Nadere informatieBijbel voor Kinderen presenteert JONA EN DE GROTE VIS
Bijbel voor Kinderen presenteert JONA EN DE GROTE VIS Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Jonathan Hay Aangepast door: Mary-Anne S. Vertaald door: Erna van Barneveld Geproduceerd door: Bible
Nadere informatie14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur.
Psalmen Psalm 78 1 Een lied van Asaf. De lessen van het verleden Luister allemaal naar mijn woorden. Luister goed, want ik wil jullie iets leren. 2 Wijze woorden wil ik spreken, wijze woorden over het
Nadere informatieTalencentrumBarneveld.nl LATIJN LES 7. Persoonlijke voornaamwoorden zijn we al eerder tegengekomen. Hier vindt u ze in alle naamvallen.
pagina:1 7.1 Het persoonlijk voornaamwoord Persoonlijke voornaamwoorden zijn we al eerder tegengekomen. Hier vindt u ze in alle naamvallen. ik/ wij jij/ jullie hij zij het enkelv. N. ego tu is ea id G.
Nadere informatieNOACH EN DE ZONDVLOED
Bijbel voor Kinderen presenteert NOACH EN DE ZONDVLOED Geschreven door: E. Duncan Hughes Illustraties door: Byron Unger en Lazarus Aangepast door: M. Maillot en Tammy S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd
Nadere informatieCorrectievoorschrift VWO 2015
Correctievoorschrift VWO 2015 tijdvak 2 Latijn Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 6 Bronvermeldingen
Nadere informatieWat schrijft de Bijbel over de levenshouding en het gedrag van de zonen van de hogepriester Eli?
De zonen van Eli en Samuel geroepen. Wat schrijft de Bijbel over de levenshouding en het gedrag van de zonen van de hogepriester Eli? 1 Samuel 2:12 12 De zonen van Eli echter waren verdorven mannen; zij
Nadere informatieDe geboorte van Jezus
Bible for Children stelt voor De geboorte van Jezus Geschreven door: Edward Hughes Geïllustreerd door: M. Maillot Bewerkt door: E. Frischbutter; Sarah S. Vertaald door: Christian Lingua Geproduceerd door:
Nadere informatieBible for Children stelt voor. De geboorte van Jezus
Bible for Children stelt voor De geboorte van Jezus Geschreven door: Edward Hughes Geïllustreerd door: M. Maillot Bewerkt door: E. Frischbutter; Sarah S. Vertaald door: Christian Lingua Geproduceerd door:
Nadere informatieReflectie-opdrachten
Reflectie-opdrachten In deze bundel vinden jullie een reeks fiches met reflectie-opdrachten. De bedoeling is om iedere week één fiche te overlopen tijdens het wekelijks gesprek met je mentor. Deze vragen
Nadere informatieDe coniunctivus in de hoofdzin.
De coniunctivus in de hoofdzin. Het gebruik van de coniunctivus zorgt vooral voor problemen in de hoofdzin. De coniunctivus kan op vele manieren gebruikt worden. Het is dus zaak dat je ieder gebruik goed
Nadere informatieBijbel voor Kinderen. presenteert JONA EN DE GROTE VIS
Bijbel voor Kinderen presenteert JONA EN DE GROTE VIS Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Jonathan Hay Aangepast door: Mary-Anne S. Vertaald door: Erna van Barneveld Geproduceerd door: Bible
Nadere informatieJulius Caesar de bello Gallico I 2-29
IN BLOED GESMOORD HET VERHAAL VAN DE MISLUKTE VOLKSVERHUIZING Julius Caesar de bello Gallico I 2-29 uitgegeven door René van Royen HET BEGIN VAN DE EUROPESE GESCHIEDSCHRIJVING? in bloed gesmoord Misschien
Nadere informatieNOACH EN DE ZONDVLOED
Bijbel voor Kinderen presenteert NOACH EN DE ZONDVLOED Geschreven door: E. Duncan Hughes Illustraties door: Byron Unger en Lazarus Aangepast door: M. Maillot en Tammy S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd
Nadere informatieToets grammaticale termen met sleutel
Schrijf Vaardig 1, 2 en 3 Methode met grammaticale opbouw voor anderstaligen Toets grammaticale termen met sleutel Marilene Gathier u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2012 Deze toets hoort bij
Nadere informatieWie had een wijngaard naast het paleis van koning Achab?
Koning Achab en Naboth. Wie had een wijngaard naast het paleis van koning Achab? 1 Koningen 21:1 Naboth uit Jizreël had een wijngaard die in Jizreël lag, naast het paleis van Achab, de koning van Samaria.
Nadere informatiePTA Latijn Leerjaar 1 2013-2014
PTA Latijn Leerjaar 03-04 Periode Periode Periode Leerstof Weging toets Weging voor Disco les t/m 4. De Romeinen: hun taal en cultuur. De wereld van de goden Tekst: Jupiter en zijn broers, Jupiter en zijn
Nadere informatieII DOMUS. Wonen in Rome 20. Ubi est Quintus? 26. Taal 27. Fontes Iuvenalis 32. Lectio II Lectio I XIX
II DOMUS Wonen in Rome 20 Ubi est Quintus? 26 Taal 27 Fontes Iuvenalis 32 Lectio XIII Lectio XII Lectio XI Lectio X Lectio IX Lectio VIII Lectio VII Lectio VI Lectio V Lectio IV Lectio III Lectio II Lectio
Nadere informatieTalencentrumBarneveld.nl LATIJN LES 9. De futur van het werkwoord kunnen (posse) is dan makkelijk te onthouden.
pagina:1 9.1 De futur van het werkwoord zijn en kunnen. We gaan nog even verder met de behandeling van de futur. De futur van het werkwoord zijn (esse) luidt als volgt : ero, eris, erit, erimus, eritis,
Nadere informatieExamen VWO. Latijn. tijdvak 1 vrijdag 25 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen VWO 2012 tijdvak 1 vrijdag 25 mei 9.00-12.00 uur Latijn Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 21 vragen en een vertaalopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 74 punten te behalen.
Nadere informatieDE HERE JEZUS GAAT IN ONS LEVEN DOOR ZIJN GEEST.
Zondag 12 / gehouden op 9-12-2007 / p.1 DE HERE JEZUS GAAT IN ONS LEVEN DOOR ZIJN GEEST. Liturgie: (middagdienst) Votum & groet Zi: Ps. 89:1.2 Gebed Schriftlezing: Gal. 2:15-21 Zi: Gez. 91 (GKB) Preek:
Nadere informatieKinder Woord Dienst van Oase Elke keer dat je komt, krijg je een Bijbel verhaal, Verzamel ze en je hebt je eigen Bijbel!
Kinder Woord Dienst van Oase Elke keer dat je komt, krijg je een Bijbel verhaal, Verzamel ze en je hebt je eigen Bijbel! Goed Nieuws Wat zie Je? Navertelling Lucas 24,35-48 Goed Nieuws! Toen de twee leerlingen
Nadere informatieWaarom is het evangelie van Johannes geschreven?
Menorah 11-02-2018 Waarom is het evangelie van Johannes geschreven? Waarom is het evangelie van Johannes geschreven? A B C D E F Om Gods liefde voor de wereld te laten zien. Om mensen tot geloof in Jezus
Nadere informatieOefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin.
Oefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin. 1. Ga opnemen de telefoon je? 2. Ik te laat altijd kwam in de les. 3. Wat zijn
Nadere informatieKijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.
Grammaticaoefeningen 3 Wonen en vervoer Werkwoorden in een andere tijd Oefening 1 Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd. 1 Begrijp je deze informatie? ja / nee,
Nadere informatie