KEUZEVAK FILOSOFEREN MET KINDEREN SIEGKE CATTEEUW. Gegeven door Richard Anthone

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "KEUZEVAK FILOSOFEREN MET KINDEREN SIEGKE CATTEEUW. Gegeven door Richard Anthone"

Transcriptie

1 KEUZEVAK FILOSOFEREN MET KINDEREN SIEGKE CATTEEUW Gegeven door Richard Anthone

2 Motivatie Filosoferen met kinderen, dat klinkt als een uitdaging! Filosoferen is een term die bij mij een dubbele betekenis heeft. In een klaslokaal komen er zeer verschillende onderwerpen aan bod, gaande van het vieren van een verjaardag tot het bespreken van de laatste aanslagen. Als leerkracht ben je een voorbeeld voor de kinderen, ze kijken naar je op, stellen vragen aan je alsof je alles weet. Sommige kinderen durven je heel wat toe te vertrouwen, zeer persoonlijke informatie. Soms vind ik het een hele uitdaging om alle vragen van de leerlingen te kunnen beantwoorden. Filosoferen biedt hier een antwoord op. Vorig jaar tijdens mijn eindstage besloot ik om te werken rond het thema diversiteit en gender. Ik stond toen in het vijfde leerjaar. Homoseksualiteit is een onderwerp waar de leerlingen vragen over hebben of soms niet goed weten hoe ze er op moeten reageren. Via de organisatie Djapo kreeg ik inspirerende ideeën om hierover aan de slag te gaan. Djapo zette mij aan tot filosoferen met kinderen. Ik heb hier een aangename ervaring mee maar ik merkte dat ik nog niet sterk genoeg in mijn schoenen stond, vandaar de keuze voor het keuzevak filosoferen met kinderen. Link competenties 2. Vertaler van het onderwijsaanbod, de leerlijnen en inhouden uit diverse leerdomeinen, rekening houdend met de specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen Waarderen van de diversiteit in een klasgroep, als uitdaging voor het zoeken naar aanpassingen en als meerwaarde voor het leerproces van elke leerling. Niet iedere leerling zal even gemakkelijk filosoferen over een bepaald onderwerp. Graag zou ik wil leren hoe ik toch in interactie kan gaan. Inhoudelijke verwerking Richard is docent sociaal werk en orthopedagogie. Hij geeft filosofie en ethiek. In alle opleidingen heb je het vak inleiding tot de filosofie behalve in de leraren opleiding. Dit komt door de katholieke instelling: denken is zwijgen. In ons buurland Frankrijk is filosofie een hoofdvak (5u/week). Er zijn veel misvattingen over filosofie. Er wordt soms aangenomen dat denken gelijk staat aan niets doen. Hierdoor bestaan er opvattingen dat filosoferen niet serieus is. Filosofie is de relatie tussen denken en doen: leren denken. Dat is een zeer actueel thema vandaag, zoals radicalisering en populisme. Je kan deze twee zaken te niet doen door te filosoferen. De term oorspronkelijk denken wordt vaak met kinderen gedaan. Dat is denken over het begin, kinderen krijgen verstand en beginnen te denken. Er ontstaat het ik-besef, de taal ontwikkelt, ze

3 beginnen zich te differentiëren met anderen. De vraag: Wie ben ik? Waar moet ik naar toe? wordt gesteld en er ontstaat verwondering en verbazing. Deze theorie is gebaseerd op de filosofie dat kinderen allemaal filosofen zijn. De betekenis van methode werd ook besproken. Meta = nadenken, hodos= de weg. Een methode betekent = nadenken over de beste weg. Doel filosoferen - Beter oordelen leren vormen: onderzoeken - Manier van omgaan met iets/iemand (dit is een sociaal doel). Het construeren van meningen wordt vaak gezien als grote opvoeding in democratische waarden. Je moet niet akkoord gaan met elkaar, je moet wel kunnen luisteren naar elkaar. Belangrijke filosofen: - Aristotelis: een buitenlander die een school oprichtte, de starter van schriftelijk onderwijs. - Plato: enkel voor de Atheense burger en alles werd mondeling toegelicht. Enkele belangrijke uitspraken: - Een filosoof is iemand die een onderzoekend leven leidt. - Vrije meningsuiting is iets anders dan een oordeel uiten. - Een oordeel vorm je, een mening geef je. - Filosoferen betekent beter leren oordelen. - Armoede is recht evenredig met intellectuele vorming. Iemand die rijk is, heeft geen behoefte tot filosofische reflectie. Ook in het onderwijs is dit zo. Kinderen die armoede leven worden geconfronteerd met filosofische gesprekken/onderwerpen. - Je hebt IQ, EQ en PQ. PQ: talent voor filosoferen. Je hebt kinderen met een laag IQ maar met een hoog PQ. Waarom zijn er veel burn-out in het onderwijs? Werken betekent iemand die taken levert. Een actie is niet gelijk aan werken. Je geeft namelijk geen afgeleverd product af. In het onderwijs is er geen afgeleverd product, onderwijs is een blinde vlek. Opdrachten: Filosofeer met kinderen over: - Een lelijke tekening - Speelstoutwinkel

4 - Antinomie (anti: tegen, nomi: wet) een ogenschijnlijke tegenstelling bv. zwijgen en spreken, haat en liefde, dood en leven... wat is het verschil? bv. jongens en meisjes? Is er een verschil in denken? Stellingen bespreken met kinderen - Iedereen denkt anders Is dat zo? Kunnen we dan nooit hetzelfde denken? Klopt dat? Wat dan met wedstrijden? Hoe kunnen mensen dan een wedstrijd winnen? - Wat als er maar 1 kleur in de wereld zou zijn? - Wat als iedereen 100 jaar wordt? - Hoe zou het zijn als iedereen dezelfde taal spreekt? Persoonlijke verwerking Als persoonlijke verwerking voerde ik de opdracht uit de lelijke tekening. Ik gaf aan iedereen een blad en vroeg om hen om hun kleurpotloden uit te halen. Ik gaf de opdracht om een tekening te maken dat zo lelijk mogelijk is. De afspraak was dat ze niet bij elkaar mochten kijken. Daarna volgde een tentoonstelling van alle tekeningen en werd de lelijkste tekening gekozen. De vragen: Welke criteria heb je gehanteerd? Wat maakt een tekening tot een lelijke tekening? Is dat dan lelijk? Bij de opstart van de opdracht merkte ik dat de leerlingen erg enthousiast waren omdat ze van de juf te horen kregen dat ze gingen mogen filosoferen. Toen ik de opdracht gaf om een lelijke tekening te maken waren de leerlingen minder enthousiast. Ze keken onwennig naar elkaar en wisten niet goed hoe te beginnen. Enkele leerlingen gingen wel onmiddellijk aan de slag, nog anderen namen alle balpennen, kleurpotloden, stiften, bij elkaar en krabbelden wat. Ik merkte dat veel van hen, dat ook deed. Bij het stellen van de vragen merkte ik dat de leerlingen eerst niet veel durfden zeggen omdat ze bang waren dat ze verkeerde dingen zouden zeggen of dat ze hun vrienden gingen kwetsen. Toen ik zei dat er geen foute woorden waren, dat ze alles op een beleefde manier mochten zeggen,.. ging het veel beter. Wat ik opmerkte is dat als een leerling bv. zei het is een lelijke tekening omdat ze enkel zwart heeft gebruikt dat andere leerlingen daar onmiddellijk op inpikten: ik zie zwart wel graag, dat is mijn lievelingskleur. Zo ging dat even door tot er iemand zei: dit is een onmogelijke opdracht, iedereen heeft een andere mening over het begrip lelijk. Dat vond ik erg verstandig van hem, anderen gingen akkoord met hem. Ik merkte bij mezelf dat ik het moeilijk had om dieper op die stelling in te gaan. Ik zocht naar mijn woorden, stelde wat vragen, maar echt verder kwam ik niet. In de les vertelde Richard dat ik de leerling vooral moest confronteren met zijn eigen woorden. En door dan een antinomie (schijnbare tegenstelling) te geven dat ik wel voor diepgang kon zorgen.

5 Enkele tips die ik van de docent kreeg: Waarom denk je dat? Peilen naar de reden van een mening Waarom is dat zo? Vragen naar een hypothese of een verklaring Hoe weten we of dit waar is? Testen, verificatie Waarop heb je dat gebaseerd? Zoeken naar vooronderstellingen Wat weten we daarover? Verzamelen van informatie Kun je dit aantonen...? Vragen naar bewijs Kun je dit uitleggen...? Verklaring Wat bedoel je met...? Verduidelijking Kun je een voorbeeld geven...? Voorbeelden geven Hoe komt dit overeen met...? Wie begrijpt dit...? Verklaring Wat wordt er nu precies gevraagd...? Verheldering Kan iemand dit uitleggen? Vragen om verheldering Betekent wat je zegt dat...? Verificatie Wat heeft dit te maken met...? Verduidelijking Helpt dit ons vooruit met... in de discussie...? Verificatie Leereffecten In de huidige samenleving is het belangrijk dat leerlingen een mening durven en kunnen vormen. Hun manier van omgaan met elkaar en met bepaalde onderwerpen kunnen pas optimaler worden als er genoeg leerkansen geboden worden. Daarom vind ik het persoonlijk belangrijk dat ik als leerkracht/zorgcoördinator in spe de juiste vragen ken om te stellen aan de leerlingen. Dit keuzevak

6 heeft me doen stilstaan bij het belang aan filosoferen. Het gaat veel verder dan enkele stellingen, het gaat echt over je eigen oordeel vormen en dat kunnen verwoorden. Dat heb ik nu nog steeds nodig en dat wil ik al vanaf de lagere school aanleren aan kinderen. Bronnen Centrum Kinderfilosofie Nederland. Kinderfilosofie. Geraadpleegd op 26 januari 2017 via Antone, R. (2016). Filosoferen met kinderen, kleine hints bij het vragenstellen.