SUBSIDIEVERORDENING WIJKSTEUNPUNTEN VOOR OUDEREN IN NOORD-HOLLAND (met uitzondering van Amsterdam)

Transcriptie

1 SUBSIDIEVERORDENING WIJKSTEUNPUNTEN VOOR OUDEREN IN NOORD-HOLLAND (met uitzondering van Amsterdam) Begripsomschrijvingen Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a.plan: het Plan Verzorging en Verpleging 1997 tot en met 2000 zoals door Provinciale Staten in hun vergadering van 12 mei 1997 vastgesteld, onder besluitnummer 24; b.wijksteunpunt: centraal gelegen ruimte waarin en/of van waaruit zorg- en dienstverlening wordt georganiseerd aan zelfstandig wonende ouderen; c.relevante ruimte: de nuttige vloeroppervlakte volgens het Programma van Eisen (m2) voor zover deze is toe te rekenen aan de in het wijksteunpunt aanwezige ruimten welke zijn bedoeld en zijn ingericht voor directe zorg- en dienstverlening aan zelfstandig wonende ouderen; d.nuttige vloeroppervlakte volgens het Programma van Eisen: de oppervlakte van het wijksteunpunt (m2), exclusief de oppervlakte voor technische installaties, leidingschachten, verkeersruimte, constructie, ed. (m2); e.subsidiabele stichtingskosten: grondkosten, bouwkosten en inrichtingskosten voor zover deze kosten zijn toe te rekenen aan de relevante ruimte. f.subsidie: subsidiabele stichtingskosten berekend met inachtneming van het in deze verordening gestelde. Artikel 2 Op subsidieverstrekking op grond van deze verordening is de Algemene subsidieverordening Noord-Holland van toepassing. Subsidiecriteria Artikel 3 lid 1 Gedeputeerde staten verstrekken subsidie aan de rechtspersonen, gezeteld in Noord-Holland, die de in het tweede lid van dit artikel genoemde verzorgingshuizen exploiteren of exploiteerden, voor zover deze rechstpersonen beogen één der in het Plan met name genoemde, in het tweede lid van dit artikel limitatief weergegeven, wijksteunpunten te realiseren. Op gezamenlijk voorstel van de initiatiefnemende rechtspersonen kunnen gedeputeerde staten aan andere dan de hiervoor bedoelde rechtspersonen subsidie verstrekken.

2 2 lid 2 Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt ten behoeve van de realisering van wijksteunpunten in de gemeenten en op de lokaties zoals die in het Plan met name zijn genoemd en zoals die hieronder limitatief zijn weergegeven: 1. Anna Paulowna1 WSP ter compensatie van de sluiting van Vreedenhoff 2. Harenkarspel1 WSP ter compensatie van de sluiting van Huize Angela 3. Harenkarspel 1 WSP ter compensatie van de sluiting van Sabinahof 4. Den Helder 1 WSP ter compensatie van de sluiting van Goede Ree 5. Niedorp1 WSP ter compensatie van de sluiting van Maria Mater 6. Texel1 WSP ter compensatie van de sluiting van St. Jan 7. Opmeer1 WSP ter compensatie van de sluiting van 't-slothuys 8. Wester Koggenland1 WSP ter compensatie van de sluiting van 't-oeverland 9. Wester Koggenland1 WSP ter compensatie van de sluiting van De Rozenburcht 10. Alkmaar 2 WSP's ter compensatie van de sluiting van De Dillenburg - waarvan 1: locatie terrein verzorgingshuis 11. Alkmaar- waarvan 1: locatie wijk Huiswaard 12. Alkmaar1 WSP ter compensatie van de sluiting van Zonnehof 13. Schoorl1 WSP ter compensatie van de sluiting van Westerkimme 14. Bloemendaal 1 WSP ter compensatie van de sluiting van De Vogelsanck 15. Haarlem 1 WSP ter compensatie van de sluiting van Schoterburcht 16. Haarlem1 WSP ter compensatie van de sluiting van De Beuk 17. Beemster1 WSP ter compensatie van de sluiting van Middelwijck 18. Purmerend 1 WSP ter compensatie van de sluiting van Avondzon 19. Waterland1 WSP ter compensatie van de sluiting van Voor Anker 20. Waterland1 WSP ter compensatie van de sluiting van Broekerhaven 21. Waterland1 WSP ter compensatie van de sluiting van Ilpenhof 22. Zaanstad 1 WSP ter compensatie van de sluiting van Lambert Melisz 23. Zaanstad 1 WSP ter compensatie van de sluiting van Parkzicht 24. Haarlemmermeer 1 WSP ter compensatie van de sluiting van De Schuilhoeve 25. Blaricum1 WSP ter compensatie van de sluiting van De Wingerd lid 3 Subsidie wordt uitsluitend verstrekt in de naar het oordeel van gedeputeerde staten noodzakelijke stichtingskosten van het wijksteunpunt voor zover deze stichtingskosten zijn toe te rekenen aan de relevante ruimte: de subsidiabele stichtingskosten. lid 4 Geen subsidie zal worden verstrekt in de exploitatiekosten van het wijksteunpunt. lid 5 Bij de beoordeling van de subsidie-aanvraag zijn de referentiekaders voor algemene ruimten t.b.v. extramurale projecten zoals die zijn weergegeven in de Bijlagen 2) en 3) van het "Referentiekader voor het ontwerpen van Algemene Ruimten bij extramurale WBO-projecten" (GS-besluit van 1 november 1994, nr ) van toepassing.

3 3 Vorm van de subsidie Artikel 4 Subsidie op basis van deze verordening is een projectsubsidie en wordt door gedeputeerde staten verstrekt in de vorm van een budgetsubsidie. Maximaal subsidiebedrag Artikel 5 Het maximaal door gedeputeerde staten te verstrekken subsidiebedrag per te realiseren wijksteunpunt zoals opgenomen in artikel 3, tweede lid van deze verordening bedraagt ,--. Verdeling van het subsidieplafond Artikel 6 Gedeputeerde staten verdelen het beschikbare bedrag in de volgorde van ontvangst van de subsidie-aanvragen. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als de datum van ontvangst van de subsidie-aanvraag de dag waarop de subsidie-aanvraag is aangevuld. De subsidie-aanvraag Artikel 7 lid 1 Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend bij gedeputeerde staten op daartoe door hen vastgestelde formulieren. lid 2 Bij de aanvraag dient het volgende te worden overgelegd: a.de (ontwerpen van de) bouwtekeningen en het Programma van Eisen waaruit de oppervlakte en de inrichting van het wijksteunpunt is af te leiden; b.een afschrift van de afgegeven, onherroepelijke bouwvergunning, betrekking hebbend op de voorgenomen bouw van het wijksteunpunt; c.een overzicht van de stichtingskosten betrekking hebbend op de bouw van het wijksteunpunt waaruit o.m. blijkt van eventuele grondkosten en de daarmee verband houdende eigendomsverhoudingen; d.een overzicht waaruit blijkt welke overige instanties/instellingen (gebruikers, gemeenten, woningbouwcorporaties, instellingen werkzaam op het terrein van de ouderenzorg e.d.) toegezegd hebben om financieel bij te dragen in de stichtingskosten van het wijksteunpunt; e. een sluitende meerjarige exploitatiebegroting waaruit de jaarlijkse bijdragen van overige instanties/instellingen (gebruikers,

4 4 gemeenten, woningbouwcorporaties, instellingen werkzaam op het terrein van de ouderenzorg e.d.) blijken; f.een op schrift gestelde toelichting van de wijze waarop een geïntegreerde zorgvoorziening voor ouderen in de betreffende gemeente tot stand kan komen, waarbij aandacht geschonken dient te worden aan de grootte van de doelgroep welke van het wijksteunpunt gebruik gaat maken. Lid 3 Uit het onder punt d. van het tweede lid van dit artikel genoemde overzicht dient genoegzaam te blijken, e.e.a. naar het oordeel van gedeputeerde staten, bij welke overige instanties/instellingen aanvragen zijn ingediend om financieel te participeren in de stichtingskosten van het wijksteunpunt. Afschriften van de betreffende aanvragen dienen aan gedeputeerde staten te worden overgelegd. Indien één of meer benaderde overige instanties/instellingen de verzochte participatie hebben afgewezen, dienen hiervan de schriftelijke, zo mogelijk gemotiveerde, bevestigingen aan gedeputeerde staten te worden overgelegd. Weigeringsgronden Artikel 8 Gedeputeerde staten weigeren de subsidie in ieder geval indien: a.de subsidie-aanvraag betrekking heeft op de realisering van een wijksteunpunt hetwelk niet is opgenomen in het Plan, zoals deze nader zijn weergegeven in artikel 3, tweede lid van deze verordening; b.de sluiting van het verzorgingshuis waarvoor het betreffende wijksteunpunt als compensatie heeft te dienen, naar verwachting geen doorgang zal vinden; c.de subsidie-aanvrager naar het oordeel van gedeputeerde staten aan de hand van het in artikel 7, tweede lid, onder d. genoemde overzicht zich bij overige instanties/instellingen onvoldoende heeft ingespannen om financiële bijdragen te verkrijgen in de stichtingskosten van het op te richten wijksteunpunt; d.de subsidie-aanvrager naar het oordeel van gedeputeerde staten aan de hand van de overgelegde meerjarige exploitatiebegroting niet genoegzaam kan aantonen dat de exploitatie van het wijksteunpunt voor tenminste vier jaren is gegarandeerd.

5 5 Berekening van de subsidie Artikel 9 lid 1 De hoogte van de door gedeputeerde staten te verstrekken subsidie is afhankelijk van: -de door gedeputeerde staten vastgestelde relevante ruimte van het te realiseren wijksteunpunt, aan de hand van overgelegde bouwtekeningen, de bouwvergunning en het Programma van Eisen; -de toegezegde bijdragen van overige instanties/instellingen (gebruikers, gemeenten, woningbouwcorporaties, instellingen op het terrein van de ouderenzorg e.d.), zoals deze bijdragen blijken uit het in artikel 7, tweede lid, onder c. genoemde overzicht; -het feit of het nieuwbouw dan wel renovatie/verbouw betreft; -het hierna genoemde maximale bedrag per m2 relevante ruimte. lid 2 A. Met inachtneming van het in het voorgaande lid genoemde en de in artikel 3, vijfde lid van deze verordening van toepassing verklaarde bijlagen 2) en 3) van het "Referentiekader voor het ontwerpen van Algemene Ruimten bij extramurale WBO-projecten", wordt de hoogte van de subsidie als volgt berekend: -de uitkomst van de formule: de door gedeputeerde staten vastgestelde relevante ruimte gedeeld door de nuttige vloeroppervlakte volgens het programma van Eisen vermenigvuldigd met -de uitkomst van de formule: de totale stichtingskosten verminderd met de bijdragen van overige instanties/instellingen, zoals blijkend uit het in artikel 7, tweede lid, onder d. genoemde overzicht. Hierbij geldt dat -de hoogte van de subsidie ingeval van nieuwbouw maximaal ,-- per te realiseren wijksteunpunt bedraagt, -de hoogte van de subsidie ingeval van renovatie/verbouw maximaal ,-- per te realiseren wijksteunpunt bedraagt. B. Het onder A. berekende bedrag wordt verminderd indien de uitkomst van de onderstaande formule het bedrag van 2.830,-- (nieuwbouw) of 1.981,-- (renovatie/verbouw) per m2 overschrijdt: Formule:het onder artikel 9, tweede lid, punt A. berekende bedrag gedeeld door de door gedeputeerde staten vastgestelde relevante ruimte (m2). In de gevallen dat het bedrag van 2.830,-- (nieuwbouw) of 1.981,-- (renovatie/verbouw) per m2 wordt overschreden, wordt de hoogte van de subsidie berekend aan de hand van de onderstaande formule: Formule:de door Gedeputeerde staten vastgestelde relevante ruimte (m2) vermenigvuldigd met 2.830,-- (nieuwbouw) of 1.981,-- (renovatie/verbouw).

6 6 Verplichtingen van de subsidie-ontvanger artikel 10 Gedeputeerde staten kunnen aan de subsidie-ontvanger verplichtingen opleggen die naar hun oordeel noodzakelijk zijn voor een doelmatige besteding van de subsidie. Vergoeding voor vermogensvorming Artikel 11 Bij beëindiging van de functie of de wijziging van de bestemming van het wijksteunpunt binnen een periode van vijf jaar na de vaststelling van de subsidie: a.dienen er met gedeputeerde staten afspraken gemaakt te worden over de nieuwe bestemming van het (mede) met de subsidie gerealiseerde wijksteunpunt; b.dient de subsidieontvanger dat deel van de verstrekte subsidie terug te betalen, overeenkomend met de boekwaarde die het gesubsidieerde deel van de investering op het moment van bestemmingswijziging zou hebben gehad indien deze investering zou zijn afgeschreven conform de methodiek van de Budgetregelen voor de Verzorgingshuizen in Noord- Holland 1996, vermeerderd met een evenredig deel van de bij vervreemding gerealiseerde boekwinst. Afwijkingen Artikel 12 Gedeputeerde staten kunnen in bijzondere gevallen afwijken van één of meer bepalingen van deze verordening. Slotartikelen Artikel 13 De subsidieontvanger heeft tot plicht om het met behulp van de ontvangen subsidie gerealiseerde wijksteunpunt te beheren zoals een goed huisvader betaamt. In dit kader zijn onder meer zaken aan de orde zoals normaal onderhoud en verzekeringen tegen brand-, molest- en waterschade. Artikel 14 Deze verordening wordt aangehaald als: Subsidieverordening wijksteunpunten voor ouderen in Noord-Holland (met uitzondering van Amsterdam). Artikel 15

7 Deze verordening treedt in werking één dag na plaatsing in het Provinciaal Blad. Artikel 16 7 Deze verordening vervalt op 1 januari Na deze datum blijven de bepalingen van deze verordening evenwel van toepassing op de ten tijde van de gelding van deze verordening verstrekte subsidies. Titel:Vd 10a: Subsidiever. wijksteunpunten ouderen in N-H Datum: Nummer:10a Documenttype:Voordracht