DOORLOPENDE TEKST VAN DE STATUTEN VAN STICHTING DE ALLIANTIE PER 13 JULI 2012

Transcriptie

1 blad -1- DOORLOPENDE TEKST VAN DE STATUTEN VAN STICHTING DE ALLIANTIE PER 13 JULI 2012 DEFINITIES Artikel 1 1. In deze statuten worden de volgende definities gehanteerd: - "bestuur": het bestuur van de stichting; - "raad van commissarissen": de raad van commissarissen van de stichting die tot taak heeft toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de stichting en de met haar verbonden ondernemingen; - "directeur": een natuurlijk persoon dat lid is van de directieraad; - "directieraad": adviesorgaan van het bestuur bestaande uit de directeuren van de stichting en voorts uit de personen die daartoe worden uitgenodigd door het bestuur van de stichting, na goedkeuring van de raad van commissarissen; - "huurder": in deze statuten wordt onder het begrip "huurder" tevens verstaan: a. de medehuurder, in de zin van artikel 266 en artikel 267 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek; b. de persoon, bedoeld in artikel 268 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek; c. degene die een woongelegenheid met toestemming van de stichting huurt van een huurder die de woongelegenheid huurt van de stichting; - "Minister": de Minister belast met de zorg voor de volkshuisvesting; - "stichting": de statutair te Hilversum gevestigde Stichting de Alliantie; - "regiobedrijf": elk van de vier regiobedrijven van de stichting werkzaam in Amersfoort en omgeving, Almere en omgeving, Amsterdam en Gooi- en Vechtstreek; - "toegelaten instelling": een stichting of vereniging als bedoeld in artikel 70 van de Woningwet. 2. Tenzij anders blijkt of kennelijk anders is bedoeld sluit een verwijzing naar een begrip of woord in het enkelvoud een verwijzing naar de meervoudsvorm van dit begrip of woord in en omgekeerd. 3. Tenzij anders blijkt of kennelijk anders is bedoeld sluit een verwijzing naar het mannelijk geslacht een verwijzing naar het vrouwelijk geslacht in en omgekeerd. NAAM EN TOELATING Artikel 2 1. De stichting is genaamd: Stichting de Alliantie. 2. De stichting is een toegelaten instelling. ZETEL Artikel 3 De stichting is statutair gevestigd in de gemeente Hilversum. DOEL

2 blad -2- Artikel 4 1. De stichting heeft als doel uitsluitend werkzaam te zijn op het gebied van de volkshuisvesting. 2. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door: a. het voorzien in de woonbehoefte van allen die dat niet zelfstandig kunnen vanwege het inkomen en/of andere omstandigheden; b. het aanbieden van goede huisvesting en diensten voor alle leeftijden en inkomens door het (laten) bouwen en beheren van betaalbare woningen; c. het bijdragen aan leefbare woongebieden; d. het werkzaam zijn als een maatschappelijk betrokken en integere organisatie; e. het uitvoeren van alle overige activiteiten die van belang zijn voor het realiseren van de doelstellingen. WERKGEBIED Artikel 5 De stichting heeft als werkgebied alle in Nederland gelegen gemeenten. BESTUUR Artikel 6 1. a. De stichting wordt bestuurd door een bestuur dat bestaat uit ten minste één persoon, onder toezicht van een raad van commissarissen. b. Het bestuur is voorts belast met de inrichting van de governance van de stichting en de dagelijkse leiding binnen de stichting alsmede met leiding geven aan de bij de stichting werkzame personen. De wijze waarop hieraan invulling wordt gegeven, wordt vastgelegd in het nader in lid 2 van dit artikel gedefinieerde bestuursreglement. c. Het bestuur dient de door de raad van commissarissen gegeven aanwijzingen met betrekking tot de algemene lijnen van het te voeren beleid op te volgen en is verantwoording schuldig aan de raad van commissarissen ter zake van de uitoefening van de aan hem bij de statuten en/of reglementen van de stichting opgedragen taak. d. Een bestuurslid wordt benoemd voor een periode als is overeengekomen in diens arbeidsovereenkomst met de stichting. e. Een bestuurslid wordt benoemd, geschorst en ontslagen door de raad van commissarissen. f. Bij ontstentenis of belet van alle bestuursleden wordt het bestuur waargenomen door de raad van commissarissen. De raad van commissarissen is ook bevoegd één of meer personen, al dan niet uit zijn midden, daartoe aan te wijzen voor een periode van maximaal één jaar. Het lid van de raad van commissarissen dat tijdelijk voorziet in het bestuur treedt voor deze periode uit de raad van commissarissen; g. De raad van commissarissen dient er voor zorg te dragen dat zo spoedig mogelijk in een vacature wordt voorzien. h. De raad van commissarissen stelt het salaris en de overige arbeidsvoorwaarden van een bestuurslid vast. 2. Aangelegenheden het bestuur intern betreffende, waaronder begrepen de wijze van

3 blad -3- besluitvorming, worden nader geregeld in een bestuursreglement, op te stellen door het bestuur na advies van de directieraad onder goedkeuring van de raad van commissarissen. Het reglement mag geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met de wet of deze statuten. Aan bestuursbesluiten onderhevig aan de goedkeuringseis van de raad van commissarissen komt geen externe werking toe voordat deze besluiten zijn goedgekeurd door de raad van commissarissen. DIRECTIERAAD EN DIRECTEUREN Artikel 7 1. De stichting heeft een directieraad, bestaande uit een door het bestuur onder de goedkeuring van de raad van commissarissen vast te stellen aantal leden, een en ander met inachtneming van hetgeen bepaald in artikel 11 lid 1 sub r. 2. a. Ieder regiobedrijf staat onder leiding van een directeur aan wie het bestuur taken en bevoegdheden met betrekking tot het betreffende regiobedrijf kan mandateren. De regiobedrijven functioneren met een hoge mate van zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid, zulks onverminderd de formele verantwoordelijkheid van het bestuur. b. Een directeur wordt aangesteld, geschorst en ontslagen door het bestuur, met inachtneming van hetgeen in artikel 11 lid 1 sub r. c. Bij ontstentenis of belet van een directeur wordt de taak van een directeur waargenomen door het bestuur. d. Het bestuur dient er voor zorg te dragen dat zo spoedig mogelijk een vacature van een directeur wordt vervuld. e. Het bestuur stelt het salaris en de overige arbeidsvoorwaarden van elk van de directeuren vast, onder voorafgaande goedkeuring door de raad van commissarissen. 3. a. De directieraad heeft met name tot taak om de lokale verankering van het bestuursbeleid te waarborgen, zulks ondermeer door het bestuur gevraagd en ongevraagd van advies te dienen. b. Een directeur is bevoegd ten aanzien van een regiobedrijf waar hij leiding aan geeft, het bestuur gevraagd en ongevraagd van advies te dienen, zulks ondermeer met het oog op de lokale en regionale verankering van het bestuursbeleid. 4. a. Het bestuur vraagt de directieraad om advies ten aanzien van besluiten als omschreven in artikel 11 van onderhavige statuten indien deze besluiten niet specifiek betrekking hebben op een regiobedrijf maar een algemene strekking hebben ten aanzien van alle regiobedrijven, zulks voordat het bestuur de raad van commissarissen om goedkeuring verzoekt. b. Indien een bestuursbesluit als omschreven in artikel 11 van deze statuten betrekking heeft op een regiobedrijf, zal het bestuur de betreffende directeur om advies vragen voordat goedkeuring wordt verzocht aan de raad van commissarissen. ONVERENIGBAARHEDEN Artikel 8 Een bestuurslid kan niet zijn een persoon die deel uitmaakt van: a. een College van Gedeputeerde Staten van een provincie waar de stichting haar

4 blad -4- woonplaats heeft of van een provincie waar zij feitelijk werkzaam is; b. een College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente waar de stichting haar woonplaats heeft of van een gemeente waar zij feitelijk werkzaam is; c. een lid van een gemeenteraad of deelraad van een gemeente waar de stichting haar woonplaats heeft of van een gemeente waar zij feitelijk werkzaam is; d. een orgaan van een organisatie die zich ten doel heeft gesteld de belangen van gemeenten of provincies te behartigen; e. de raad van commissarissen van de stichting dan wel in de vijf (5) jaar voorafgaand aan de benoeming tot bestuurslid lid is geweest van de raad van commissarissen van de stichting; f. het bestuur of in dienst is van een in het belang van de huurders werkzame organisatie waarmee de stichting een (samenwerkings)overeenkomst heeft gesloten. VERTEGENWOORDIGINGSBEVOEGDHEID Artikel 9 1. De stichting wordt vertegenwoordigd door het bestuur. 2. Het bestuur kan aan een directeur of één of meer andere personen, al dan niet in dienst van de stichting, procuratie of anderszins doorlopende vertegenwoordigingsbevoegdheid verlenen. Het bestuur draagt zorg voor de inschrijving van de procuratie in het handelsregister en brengt de raad van commissarissen daarvan op de hoogte. REGISTERGOEDEREN EN ZEKERHEDEN Artikel 10 Het bestuur is, met inachtneming van hetgeen hierna in artikel 11 lid 1 sub k is bepaald, bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten: a. tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen; en b. waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. GOEDKEURING RAAD VAN COMMISSARISSEN INZAKE BESTUURSBESLUITEN Artikel Aan de voorafgaande goedkeuring van de raad van commissarissen zijn onderworpen de besluiten van het bestuur omtrent: a. de vaststelling en wijziging van de begroting, het volkshuisvestingsverslag, de jaarrekening, het jaarverslag en het overzicht met cijfermatige kerngegevens en prognoses; b. de vaststelling en wijziging van de voor enig jaar of reeks van jaren opgestelde beleidsplannen; c. de uitgifte van schuldbrieven ten laste van de stichting; d. het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking van de stichting met een andere rechtspersoon of vennootschap, indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is; e. wijziging van de statuten; f. ontbinding van de stichting; g. aangifte van faillissement en aanvraag van surséance van betaling; h. de beëindiging van de dienstbetrekking van een aanmerkelijk aantal werknemers

5 blad -5- tegelijkertijd of binnen een kort tijdsbestek; i. een ingrijpende wijziging in de arbeidsomstandigheden van een aanmerkelijk aantal werknemers; j. het aangaan van geldleningen indien en voor zover daarmee een belang is gemoeid van ÉÉNHONDERD MILJOEN EURO (EUR ,00) of meer; k. het aangaan van: - een overeenkomst als bedoeld in artikel 10 sub a indien en voor zover daarmee een belang is gemoeid van VIJFENTWINTIG MILJOEN EURO (EUR ,00) of meer; of - een overeenkomst als bedoeld in artikel 10 sub b indien en voor zover daarmee een belang is gemoeid van TIEN MILJOEN EURO (EUR ,00) of meer; l. het nemen van een deelneming als bedoeld in artikel 24c van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in het kapitaal van een vennootschap boven een waarde die jaarlijks door de raad van commissarissen wordt vastgesteld; m. de vaststelling van strategische plannen; n. juridische procedures waarmee een groot belang is gemoeid; o. het vaststellen of wijzigen van een reglement als genoemd in artikel 6 lid 2 van deze statuten, alsmede het vaststellen of wijzigen van het investerings- en het treasurystatuut; p. het benoemen, schorsen of ontslaan van een directeur; q. het vaststellen of wijzigen van de rechtspositieregeling van de directeuren; r. het vaststellen of wijzigen van het aantal leden van de directieraad alsmede de benoeming, schorsing en het ontslaan van een directeur; s. wijzigingen in de governancestructuur van de stichting; t. wijzigingen ten aanzien van: i de volkshuisvestelijke en maatschappelijke doelstellingen van de stichting; ii de operationele en financiele doelstellingen van de stichting; iii de strategie die moet leiden tot het realiseren van de doelstellingen; iv de randvoorwaarden die bij de strategie worden gehanteerd; v de wijze waarop de principes van horizontale verantwoording worden vormgegeven; u. de opdracht tot het uitvoeren van visitatie bij de stichting en de wijze van uitvoering van en verslaglegging over de visitatie; v. vaststelling van een toetsingskader voor verbindingen (in de zin van het Besluit beheer sociale-huursector) en investeringen; w. het aangaan van transacties waarbij tegenstrijdige belangen van bestuurleden of leden van de raad van commissarissen spelen die van materiële betekenis zijn voor de stichting en/of het betreffende bestuurslid of lid van de raad van commissarissen. 2. Het in lid 1 onder a tot en met w bepaalde is van overeenkomstige toepassing bij het uitoefenen van stemrecht door het bestuur in deelnemingen waarin de stichting bestuurder is, en het uitoefenen van stemrecht op de door de stichting gehouden aandelen in deelnemingen waarin de stichting overwegende zeggenschap uitoefent,

6 blad -6- indien en voor zover de aangelegenheden als genoemd in lid 1 in die deelnemingen aan de orde zijn. BESTUUR; WERKWIJZE Artikel Het bestuur vergadert ten minste twee maal per jaar. 2. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen. 3. Van het verhandelde in de vergaderingen van het bestuur alsmede van de besluiten als bedoeld in lid 2 van dit artikel wordt een besluitenlijst opgemaakt die aan de leden van de directieraad ter kennis wordt gesteld. RAAD VAN COMMISSARISSEN Samenstelling Artikel De stichting heeft een raad van commissarissen. 2. De raad van commissarissen bestaat uit ten minste vijf natuurlijke personen. 3. Bij de samenstelling van de raad van commissarissen wordt gelet op diverse facetten die de aandacht van de raad van commissarissen vragen waarbij de raad van commissarissen in ieder geval wordt samengesteld op basis van algemene bestuurlijke kwaliteiten, affiniteit met de doelstelling van de stichting en met een spreiding van deskundigheden en achtergronden. De aandachtspunten met betrekking tot de van een lid van de raad van commissarissen gevraagde deskundigheid en achtergrond worden in algemene zin vastgelegd in een door de raad van commissarissen en de in artikel 14 lid 1 genoemde organen gezamenlijk opgestelde profielschets. De raad van commissarissen kan bij de vervulling van een vacature tot een aanvulling dan wel een nadere detaillering van de vereiste kwaliteiten en eigenschappen voor de betreffende zetel in de raad van commissarissen besluiten. 4. Is het aantal leden van de raad van commissarissen minder dan vijf, dan neemt de raad van commissarissen onverwijld maatregelen zijn ledental aan te vullen. 5. Het aantal leden van de raad van commissarissen wordt door de raad van commissarissen vastgesteld. 6. De raad van commissarissen kan zijn leden een bezoldiging toekennen en maakt deze, per commissaris gespecificeerd, openbaar in het jaarverslag. BENOEMING Artikel De leden van de raad van commissarissen worden, het bestuur gehoord hebbende, door de raad van commissarissen benoemd op basis van een door deze raad in overleg met de Centrale huurdersorganisatie van de stichting en de ondernemingsraad van de stichting opgestelde profielschets. 2. Criteria voor de profielschets worden vastgesteld in een reglement, dat wordt opgesteld en gewijzigd door de raad van commissarissen. 3. Huurders van een woongelegenheid van de stichting of de Centrale huurdersorganisatie van de stichting worden in de gelegenheid gesteld een bindende voordracht te doen voor de benoeming van twee leden van de raad van commissarissen. 4. De ondernemingsraad wordt in de gelegenheid gesteld een bindende voordracht te

7 blad -7- doen voor de benoeming van ten hoogste één van de leden van de raad van commissarissen. 5. De in lid 3 en lid 4 van dit artikel bedoelde bindende voordrachten dienen op een zodanig tijdstip te worden gedaan dat deze bij de oproeping voor de vergadering waarin de benoeming zal plaatsvinden, kunnen worden vermeld. Het bestuur stelt betrokkene(n) tijdig op de hoogte dat zij een bindende voordracht kunnen doen. 6. Een bindende voordracht kan ten hoogste twee namen bevatten. ONVERENIGBAARHEDEN Artikel 15 Lid van de raad van commissarissen kan niet zijn een persoon die: a. in dienst is van de stichting, dan wel in dienst van één van de andere corporaties, in de zin van artikel 610 lid 1 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, binnen het gebied waar de stichting feitelijk werkzaam is; b. in dienst is in de zin van artikel 610 lid 1 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek van een rechtspersoon die als doel heeft organisaties van huurders te adviseren en/of te ondersteunen; c. deel uitmaakt van het bestuur van de stichting; d. een College van Gedeputeerde Staten van een provincie waar de stichting haar woonplaats heeft of van een provincie waar zij feitelijk werkzaam is; e. een College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente waar de stichting haar woonplaats heeft of van een gemeente waar zij feitelijk werkzaam is f. een lid van een gemeenteraad of deelraad van een gemeente waar de stichting haar woonplaats heeft of van een gemeente waar zij feitelijk werkzaam is; g. deel uitmaakt van een orgaan van een organisatie die zich te doel heeft gesteld de belangen van gemeenten of provincies te behartigen; h. deel uitmaakt van het bestuur van een in het belang van de huurders werkzame organisatie waarmee de stichting een (samenwerkings)overeenkomst heeft gesloten; i. met de stichting structureel zakelijke relaties onderhoudt dan wel in dienst is van of andere zakelijke relaties heeft met een organisatie die structureel of potentieel zakelijke relaties heeft met de stichting; j. lid is van het management, het bestuur of de raad van commissarissen van een woningcorporatie die actief is binnen het gebied waar de stichting feitelijk werkzaam is. SCHORSING Artikel De raad van commissarissen kan een lid van de raad van commissarissen schorsen. 2. De schorsing vervalt van rechtswege indien de raad van commissarissen niet binnen één maand na aanvang van de schorsing overgaat tot ontslag op één der gronden als in artikel 17 lid 1 genoemd. ONTSLAG Artikel De raad van commissarissen kan een lid van de raad van commissarissen ontslaan wegens onvoldoende functioneren, structurele onverenigbaarheid van belangen, wegens andere gewichtige redenen of wegens ingrijpende wijziging van omstandigheden op grond waarvan zijn handhaving als lid van de raad van

8 blad -8- commissarissen redelijkerwijs niet van de stichting kan worden verlangd. 2. Voor een besluit als bedoeld in het vorige lid is een meerderheid van twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen vereist in een vergadering waar alle leden van de raad van commissarissen aanwezig zijn, betrokkene(n) niet meegerekend. Is de vergadering niet voltallig in de zin van aanwezigheid, dan wordt een tweede vergadering uitgeschreven die ten minste vijf dagen na de eerste vergadering wordt gehouden. In de tweede vergadering kan het besluit tot ontslag met een meerderheid van twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen worden genomen, ongeacht het aantal aanwezigen. 3. Een lid van de raad van commissarissen kan zich in een vergadering, waarin een voorstel voor een besluit als bedoeld in lid 1 van dit artikel aan de orde komt, niet bij volmacht laten vertegenwoordigen. 4. Een besluit tot ontslag wordt niet genomen dan nadat het lid van de raad van commissarissen over wiens ontslag wordt besloten vooraf de gelegenheid is geboden om te worden gehoord door de raad van commissarissen. 5. De commissaris die is benoemd op grond van een bindende voordracht als bedoeld in artikel 14 lid 3 of lid 4 kan alleen worden ontslagen met voorafgaande goedkeuring van degenen die tot een bindende voordracht bevoegd zijn. ROOSTER VAN AFTREDEN Artikel Een lid van de raad van commissarissen treedt volgens rooster af, doch uiterlijk vier jaar na zijn benoeming. 2. Een op grond van lid 1 van dit artikel afgetreden lid kan opnieuw worden benoemd. 3. Een lid van de raad van commissarissen kan maximaal één keer worden herbenoemd. TAAK EN BEVOEGDHEDEN Artikel Behoudens het elders in deze statuten bepaalde heeft de raad van commissarissen tot taak toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de stichting en de met haar verbonden ondernemingen. De raad wordt in staat gesteld haar toezicht voortdurend uit te oefenen. De raad heeft de bevoegdheid de uitvoering van besluiten van het bestuur te schorsen en is niet gehouden over zijn handelingen verantwoording aan het bestuur af te leggen. Hij staat het bestuur met raad terzijde. Bij de vervulling van hun taak richten de leden van de raad van commissarissen zich naar het belang van de stichting en de met haar verbonden onderneming. 2. Het bestuur verschaft de raad van commissarissen tijdig de voor de uitoefening van diens taak noodzakelijke gegevens. VOORZITTER EN VICE-VOORZITTER Artikel 20 De raad van commissarissen benoemt uit zijn midden een voorzitter en een vice-voorzitter. VERGADERINGEN Artikel De raad van commissarissen vergadert ten minste vier maal per jaar. 2. Voorts wordt een vergadering gehouden wanneer de voorzitter dit nodig acht.

9 blad Wanneer één of meer leden van de raad van commissarissen en/of een bestuurslid het nodig acht(en) dat een vergadering wordt gehouden kan hij/kunnen zij de voorzitter schriftelijk of op leesbare en reproduceerbare wijze langs elektronische weg en onder nauwkeurige opgave van de te behandelen punten verzoeken een vergadering bijeen te roepen. Geeft de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg dan is/zijn de verzoeker(s) bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen op de wijze waarop de voorzitter een vergadering bijeenroept. Aan een dergelijk verzoek wordt in elk geval geacht geen gevolg te zijn gegeven indien de vergadering niet binnen drie weken na indiening van het verzoek wordt gehouden. OPROEPING VERGADERINGEN Artikel Behalve wanneer overeenkomstig het derde lid van artikel 21 de vergadering door een of meer leden van de raad van commissarissen en/of een bestuurslid wordt bijeengeroepen, geschiedt de oproeping tot de vergadering door de voorzitter. 2. De oproeping geschiedt met inachtneming van een termijn van ten minste zeven dagen, waarbij de dag van de oproeping en die van de vergadering niet worden meegerekend. 3. De oproeping gebeurt schriftelijk of langs elektronische weg, waarbij worden vermeld de plaats en het tijdstip van de vergadering en de te behandelen onderwerpen. LEIDING VERGADERINGEN, NOTULEN EN ONDERWERPEN Artikel De vergaderingen van de raad van commissarissen worden geleid door de voorzitter of - op diens verzoek of bij diens afwezigheid - door de vice-voorzitter. 2. Van hetgeen besproken en besloten is worden notulen gemaakt. Deze notulen worden door de voorzitter en een ander lid van de raad van commissarissen dat op de desbetreffende vergadering aanwezig was, vastgesteld en ondertekend. 3. Besluiten kunnen slechts worden genomen over onderwerpen die bij de oproeping zijn meegedeeld. 4. Zijn echter ter vergadering alle in functie zijnde leden van de raad van commissarissen aanwezig, dan kunnen besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en het houden van vergaderingen niet in acht genomen. BESLUITVORMING Artikel Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle besluiten genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin meer dan de helft van de in functie zijnde leden van de raad van commissarissen aanwezig is. Is in een vergadering niet meer dan de helft van de in functie zijnde leden van de raad van commissarissen aanwezig, dan wordt tot een nieuwe vergadering opgeroepen, te houden ten minste veertien dagen na de eerste vergadering, in welke vergadering geldige besluiten kunnen worden genomen, ongeacht het aantal aanwezigen.

10 blad De raad van commissarissen kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits dit schriftelijk geschiedt per post, per telefax of op leesbare en reproduceerbare wijze langs elektronische weg, alle leden van de raad van commissarissen met deze wijze van besluitvorming instemmen en zij allen ten gunste van het voorstel zijn. De stukken ten aanzien van deze besluitvorming worden door de raad van commissarissen bij de notulen bewaard. 3. Een ter vergadering door de voorzitter uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van een stemming, dan wel omtrent de inhoud van een genomen besluit - voor zover wordt gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel - is beslissend. 4. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats indien de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een lid van de raad van commissarissen dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. COMMISSIES EN REGLEMENT Artikel De raad van commissarissen kan besluiten tot het instellen van commissies. De taak van de commissies is om de besluitvorming van de raad van commissarissen voor te bereiden. 2. De werkwijze van de raad van commissarissen en de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van iedere commissie is nader uitgewerkt in een reglement. 3. Het in lid 2 genoemde reglement wordt vastgesteld, aangevuld en gewijzigd door de raad van commissarissen. 4. Het reglement mag geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met de wet of deze statuten. HUURDERSVERENIGING/PARTICIPATIE Artikel De stichting sluit een (samenwerkings)overeenkomst met de huurdersvereniging van de stichting waarin de huurdersparticipatie als bedoeld in het Besluit Beheer Sociale Huursector en de Wet Overleg Huurders - Verhuurder nader is geregeld. 2. De stichting sluit een participatiereglement met de huurders, waarin de rechten inzake de participatie van de huurders zijn geregeld. 3. De stichting ziet erop toe dat de regiobedrijven een (samenwerkings)overeenkomst sluiten met de huurdersvereniging van de stichting, waarin de huurdersparticipatie als bedoeld in het Besluit Beheer Sociale Huursector en de Wet Overleg Huurders - Verhuurder nader is geregeld, alsmede dat de regiobedrijven een participatiereglement sluiten met de huurders, waarin de rechten inzake de participatie van de huurders zijn geregeld. 4. Het bestuur zal zonder instemming van de huurdersvereniging van de stichting geen wijzigingen in deze statuten aan brengen voor wat betreft dit artikel. 5. In een reglement moet worden vastgelegd de wijze waarop in artikel 14 lid 3 gemelde voordrachten tot stand komen. BOEKJAAR

11 blad -11- Artikel 27 Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. JAARSTUKKEN Artikel Het bestuur maakt binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar een volkshuisvestingsverslag, een jaarrekening, een jaarverslag en een overzicht met cijfermatige kerngegevens en prognoses op, die moeten voldoen aan de voorschriften die terzake voor toegelaten instellingen gelden. 2. De in lid 1 bedoelde stukken worden onderzocht door een door de raad van commissarissen aangewezen accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Wijst de raad van commissarissen geen accountant aan dan wordt deze door het bestuur aangewezen. 3. De opdracht aan de accountant kan worden ingetrokken door degene die haar heeft verleend, maar in ieder geval door de raad van commissarissen. 4. Het bestuur stelt de stukken als bedoeld in lid 1 niet vast en de raad van commissarissen keurt deze niet goed alvorens zij kennis hebben genomen van de bevindingen van de accountant. 5. De jaarrekening en het jaarverslag worden door het bestuur en de leden van de raad van commissarissen ondertekend. Ontbreekt de handtekening van één of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. BEGROTING Artikel 29 Voor het begin van een boekjaar stelt het bestuur de begroting voor dat boekjaar vast met inachtneming van artikel 11 lid 1 sub a. STATUTENWIJZIGING Artikel Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen, met inachtneming van artikel 7 lid 4 en artikel 11 lid 1 sub e en artikel 26 lid Tot een wijziging van de statuten kan niet worden besloten voordat deze aan de Minister is voorgelegd en door hem is goedgekeurd. 3. De wijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan notariële akte is opgemaakt. ONTBINDING Artikel 31 De stichting wordt ontbonden: a. door een besluit van het bestuur, met inachtneming van artikel 11 lid 1 sub f en artikel 7 lid 4; b. na faillietverklaring door hetzij opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel, hetzij door insolventie; c. door de rechter in de gevallen die de wet bepaalt. KENNISGEVING MINISTER Artikel 32 Bij ontbinding stelt het bestuur de Minister hiervan onmiddellijk in kennis. VEREFFENING Artikel 33

12 blad -12- De vereffening zal geschieden door één of meer vereffenaars, te benoemen door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hilversum. Dit College is bevoegd de vereffenaars te schorsen en te ontslaan en andere vereffenaars te benoemen. Het College van Burgermeester en Wethouders houdt toezicht op de vereffenaars. OVERNAME GOEDEREN Artikel Indien de onroerende zaken zijn gelegen binnen het werkgebied van één of meer toegelaten instellingen biedt de vereffenaar de goederen en de schulden van de ontbonden stichting bij voorrang aan die toegelaten instellingen aan ter gehele of gedeeltelijke overneming. Voor zover de goederen en de schulden niet worden overgenomen worden die goederen of schulden ter gehele of gedeeltelijke overneming aangeboden aan de gemeente waar de onroerende zaken zijn gelegen. Voor zover de gemeente die goederen of schulden niet overneemt, stelt de vereffenaar de huurders van de tot die goederen behorende woongelegenheden in de gelegenheid deze in eigendom te verkrijgen. 2. Indien de ontbonden stichting op het tijdstip van ontbinding geen onroerende zaken bezat, biedt de vereffenaar de goederen en de schulden van de stichting aan de gemeente Hilversum aan. 3. Voor zover wegens het niet aanvaarden van de aanbiedingen bedoeld in het eerste en tweede lid de goederen en de schulden niet zijn overgenomen, maakt de vereffenaar de goederen van de stichting te gelde en voldoet hij de schulden. 4. De vereffenaar stort de middelen die zijn overgebleven na het overeenkomstig de voorgaande leden te gelde maken van de goederen van de stichting en na het voldoen van haar schulden in het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting, bedoeld in artikel 71 van de Woningwet.